Memoires 1980-1981
(2012)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 179]
| |
Bombay20 februari 1981Taj Mahal Inter ContinentalIk vloog met Kuwait Airways. Er leek aan de vlucht van dertien uur geen einde te komen. Ik ontmoette dr. Homi Sethna van de Atoomcommissie van India, die op 3 maart zal lunchen met prins Claus. Ik kan 2 maart hier filmen. Ik las een omslagverhaal over Indira Gandhi en de politieke situatie in dit land. Het is een godswonder that the show goes on at all. Waar de kleine tengere dame in New Delhi voor staat, is wel even iets anders dan de zorgen van de sprookjeskoningin op Huis ten Bosch. Het leed in dit land is onvoorstelbaar. De politie legde een been van een 24-jarige man op twee rijen stenen en brak het. Terwijl ik dit lees hoor ik het hartverscheurend gejank van een hond buiten op straat. Ik zag zonet een klein jongetje met twee apen aan een touw, die steeds weer dezelfde toeren uithaalden voor een paar luttele roepias. Ik werd herhaaldelijk aangesproken op straat door bedelende mensen. Prins Claus is in New Delhi gearriveerd voor een dertiendaags bezoek en werd door de minister van Handel Pranab Mukherjee op het vliegveld verwelkomd. Het weekend wordt gebruikt om te acclimatiseren. | |
21 februari 1981Time wijdt veertien pagina's aan de actuele verhouding tussen Amerika en de wereld. ‘Needed: a consistent foreign policy - and muscle.’Ga naar voetnoot152 Ze zien zelf niet meer in, hoeveel gevaarlijke onzin ze debiteren. ‘Twenty-five years ago,’ aldus het blad, ‘when us supremacy was unquestioned, one obstacle to clear thinking on foreign policy issues was complacency. The danger today is the opposite: excessive, obsessive pessimism. As a point of simple fact: the us, by every nonmilitary measurement, still far outstrips the ussr as a superpower. America's gross national product is twice the size of the Soviet Union's; | |
[pagina 180]
| |
its standard of living is far higher; it is the world's pre-eminent producer and exporter of food; its magnetism for would-be immigrants, particularly for Communist lands, is stronger than ever; as the awards of Nobel prizes annually prove, the us continues to lead the world in everything from computer technology to medical research to the exploration of the solar system.’ Marxisme-leninisme baseert zich, althans in theorie, op de massa en probeert iets te doen voor ‘alle’ mensen. Ons Westerse kapitalistische systeem gaat uit van the happy few en voor de massa geldt: let them eat cake. Time illustreert het verziekte Amerikaanse denken aldus: ‘The first priority of American foreign policy is to restore a modus vivendi in us-Soviet relations,’ en nu komt het, ‘which means restoring the military balance.’ Hoe krijgen ze het in Washington door hun keel? De happy few kunnen maar op een manier de massa onder de knoet houden, via machtsvertoon en militaire superioriteit. Toch zal de kudde eens in opstand komen en rechten opeisen. Wat gebeurt er dan? Time erkent dat de ussr tot de tanden toe bewapend is en schrijft: ‘Their arsenal is out of all proportion to the Soviets' legitimate needs of self-defense.’ Is dat voor Washington om te beoordelen? Washington zet haar arsenaal in ter verdediging van de happy few en vreest het arsenaal van een ‘socialistische of communistische massa’. Naast een pleidooi voor militaire superioriteit benadrukt Time de noodzaak voor “an individual awareness of a new sense of nationhood”. Ze halen er Peter Bergers The Social Construction of Reality’Ga naar voetnoot153 bij, waarin hij schreef: ‘Modern consciousness entails a movement from fate to choice.’ Is de wedloop tussen de grootmachten te herleiden tot de mate waarin de mensen in de us of de ussr zich bewust zijn van het feit dat de happy few de dienst uit maken. Het beste wat er van te maken is, is dat de machtselite in het Kremlin, ondanks verleidingen in de richting van kapitalistische tendensen, over de hele linie op de massa gericht is gebleven. Het blijven onoverbrugbare en onverzoenlijke benaderingen van rechten en plichten van bestuurders over een volk. Voorlopig is overschakelen van happy few op happy all nog nergens gelukt, laat staan hier in India, waar zelfs het kastenstelsel tientallen jaren na de onafhankelijkheid nog welig tiert. Mijn oude vriend, hoofdredacteur G.S. Pohekar van United Asia Publications, arriveerde in het hotel.Ga naar voetnoot154 Hij is nu 65 jaar en geeft nog altijd boeken uit. Hij is bereid een paperback van 150 pagina's over president Sukarno uit te geven, als ik hem twee- | |
[pagina 181]
| |
duizend dollar betaal. Waar haal ik dit geld vandaan? Hij woont nog altijd bij de miljonairsfamilie Kattau (textiel) waar ik hem vroeger eens bezocht. Terwijl ik met Pohekar zat te praten, observeerde ik in de ontbijtzaal een Japanse swami uit Poona, met wie ik liever had gesproken. | |
Bombay - Osaka, Air India vlucht 308Ik heb het boek The Growth of Personality met mijn slaperig kop in het vliegtuig van Kuwait Airways laten liggen. Verdorie. | |
New Delhi, Imperial HotelIk belde met ambassadrice Muthamma in het gastenverblijf van Buitenlandse Zaken. Zij adviseerde te proberen bij de ambtenaren die prins Claus begeleiden, toestemming te krijgen zijn rondreis door India mee te mogen maken. Morgen gaan ze overdag per vliegtuig ergens naar toe. Ambassadeur Leopold geeft in de avond een diner op de ambassade. De ambassadeur had haar gezegd dat er in het vliegtuig geen plaats was om haar mee te nemen. Claus ontmoette vanmorgen de president van India, Sri N. Sanjiva Reddy en gaat morgen naar mevrouw Gandhi. | |
22 februari 1981De belangrijkste attractie van het Imperial Hotel blijft de absoluut heerlijke tuin. Veel gras en bloemen, prachtige bomen en palmen. Een ware oase, behalve dan voor wat zich in die oase beweegt. Een kop in het Indiase ochtendblad: prime minister tells people to break caste, creed and barriers. Indira, een product van de happy few is ongetwijfeld gericht op de massa, the have-nots, maar de regerende elite werkt niet mee. Alleen revolutie wijzigt de status quo en als de revolutionairen de privileges van de happy few eenmaal hebben geproefd, schuiven ze zelf bij hen aan. De eeuwige vicieuze cirkel van de biologische dwaas die niet leert uit ervaring. Ik heb Corydon van André GideGa naar voetnoot155 ter hand genomen en lees de introductie van vriend Jef Last. Hem werd gevraagd wat er na honderd jaar nog van Gide over zou blijven. Last dacht twee of drie boeken ‘en het feit dat hij Corydon durfde te schrijven’. Ik schat in dat het hele werk van Gide overeind zal blijven en zeker zijn dagboeken. Jef heeft eigenlijk veel meer gedaan om de nichterij algemeen | |
[pagina 182]
| |
aanvaard te krijgen als een maatschappelijk aanvaarde vorm van met elkaar om gaan, dan doorgaans wordt erkend. Corydon verscheen in 1920. Gides beste vriend, Roger Martin du Gard, had de publicatie met nadruk ontraden. Een halve eeuw later verscheen het in Nederland in vertaling dankzij de nvsh. ‘Vrienden zijn gevaarlijk, niet zo zeer door de daden waar ze ons toe brengen, als door die waarvan ze ons weerhouden.’ - Henrik Ibsen Thomas Cottle doceert psychologie aan de Harvard Medical School. Hij houdt zich bezig met Life Studies. Professor Cottle laat John O'Halloran uit Boston aan het woord, die zich herinnert: ‘Just lived through my mother's passing. I watched her go. Watched her get weak, watched her get strong again when they gave her blood and medicine. I sat in the hospital room watching her getting older and older... Just watching her... I watched her head. I studied her arms. Black and blue from all the needles... A nurse told me once there wasn't a vein left in her anymore they could use.’ Het herinnert me met veel pijn aan mam in het ziekenhuis bij Bilthoven in 1974.Ga naar voetnoot156 Richard Nisbett van de University of Stanford en Lee Ross, ook een socioloog aan Stanford, hebben in een nieuw boek besluitvorming geanalyseerd. Zij komen tot de conclusie ‘that mistakes in judgement grow out of excessive reliance on intuition in problem solving’. Ik denk dat deze constatering in de roos is. ‘We interpret events according to our perceptions. When we meet people, our reactions to them can be greatly influenced by our deeply held sexual, racial, ethnic and occupational stereotypes.’ Zij constateren bijvoorbeeld: ‘On one side are the personality theorists and the psychoanalytically oriented, who believe that human behavior is largely determined by internal drives, needs, and emotions. On the other side are arrayed the behavioristically inclined, who argue that behavior arises more from situational factors than from forces within the individual, and the cognitive psychologists, who emphasize the role of intellect rather than that of emotion.’ Eigenlijk zou ik Mort La Breque's artikelGa naar voetnoot157 on making sounder judgements volledig moeten opnemen omdat inderdaad ‘goede bedoelingen gebaseerd op incorrecte beoordelingen slechte besluiten produceren’. Nisbett en Ross wijzen bijvoorbeeld op het volgende: ‘We persevere in our judgements even when the evidence is overwhelming that they are | |
[pagina 183]
| |
wrong.’ Zij tonen na onderzoek aan, dat wanneer mensen eenmaal een oordeel hebben gevormd, zij zich verzetten om er verandering in te brengen. Ze halen er een proef met een gefingeerde en een echte zelfmoordbrief bij, wat ik een slechte en armzalige test vind. Waarom hebben ze geen proeven genomen over oordelen ten aanzien van liefde en vriendschap? Een andere belangwekkende ontdekking in dit artikel zijn de termen ‘hot cognition - thinking fired by emotion’ en ‘cold, cognition - thinking divorced from emotion and motivation’. Robin Hogarth van het Center for Decision Research in Chicago maakt onderscheid tussen judgement en decision en gaat er van uit ‘that in most situations we get feedback, which allows us to correct our initial judgements’. Nisbett antwoordt hierop dat de aangeboden feedback allerminst betekent dat deze accuraat, ter zake doende is en wordt meegenomen in de besluitvorming. ‘Many studies in social psychology demonstrate that we may not perceive the feedback, or if we perceive it, we misinterpret it. And often our own behavior may distort the feedback to confirm our original erroneous view.’ ‘Misjudgements can ruin people's lives.’ Een waarheid als een koe. Wie denkt er verder over na? Wie is zich dit bewust? Wie doet er wat aan? Geen hond. In een ander artikel vind ik het volgende: ‘Existential psychology postulates, that a feeling of engagement and of control over one's life is essential to mental health.’ Er zitten drie Japanse jongens te dineren. Diegene die ik in mijn vingers zou willen hebben, keek me doordringend aan. Het doet me denken aan de reis met Han André de la Porte, Wicher de Marees van Swinderen en Alex Labouchère in 1947 of 1948 naar Zuid-Frankrijk. Deze heren roken alleen te veel. Zou er heel wat voor over hebben met alle drie in bed te duiken. Wat missen we toch oneindig veel door die onzichtbare barrières die mensen van elkaar af houden. Het is trouwens alsof ik al in geen dagen tegen Peter heb gesproken. Ik heb voor de heer A.B. Hoytink van Buitenlandse Zaken in het hotel waar Claus verblijft een briefje achtergelaten, met de mededeling dat ik me nu als verslaggever bij de groep wil voegen. Mevrouw Muthamma adviseerde dit omdat deze man blijkbaar direct zaken kan besluiten. Ik vroeg hem me in het Imperial Hotel te bellen, wat hij niet heeft gedaan. Gide citeert Chamfort: ‘De liefde is de ontmoeting van twee grillen.’ ‘Het leven wordt een verrukkelijke zaak zodra men besluit het niet meer au sérieux te nemen’. Dit onderschrijf ik allerminst. | |
[pagina 184]
| |
23 februari 1981Ik had een nachtmerrie over mijn moeder. Er werd een fiets gestolen. Ik durfde - zoals ik me dit uit mijn jeugd herinner - niet naar haar slaapkamer en was in paniek. Een troost is, dat ik me er niet meer van herinner. Ik zou Mohit Sen van de Communistische Partij van India de vraag willen stellen waarom het in hemelsnaam zo lang duurt voor India naar links zwenkt. Het zal met de programmering van Indiase hoofden in tradities en godsdiensten te maken hebben. Ik belde de ambassade. De heer L.P. Klundert antwoordde: ‘gpd is dat Gereformeerde Persdienst?’ Pesteriger kon het dus niet. ‘Oltmans, wie bent u?’ antwoordde J.W. Jansing toen ik naar een andere ambassade-idioot had gevraagd. ‘Ik zou het verder ook niet weten,’ aldus mijnheer Jansing, met andere woorden we weten niet van uw bestaan af. Na zes uur zou ik de heer Froger, secretaris van Claus, of anders mr. J.H. Jongma in het hotel kunnen bereiken, maar dat betekent weer een dag verloren, weer een dag dat ik niets kan meemaken. En dit terwijl ik perfect ben aangemeld. Ik heb Jan van Beek in Den Haag hierover per telex ingelicht. We hebben F.H. Bergman van Buitenlandse Zaken op 16 februari andermaal bevestigd dat ik in India zou zijn. Ik bracht Froger een briefje in het Taj Mahal Inter Continental Hotel, dat ik er was en mee wilde doen. Toen ik naar buiten kwam, stond Claus bij een auto maar ik deed of ik niemand zag. Ik dring mezelf nooit op. Ik lunchte met de journalist Romesh Thapar, doorgaans ‘een ster’ op vergaderingen van de Club van Rome. Hij en zijn vrouw waren vroeger bevriend met Indira Gandhi. ‘Ik vertrouw haar nooit meer sinds zij de noodtoestand afkondigde,’ zei hij. ‘She disrupted the system and now we never know what she will do next. In the past, if you showed her that corruption was committed, she would grab a phone and shout. It would not help, but at least, she was involved. Now, she does nothing, or she says only: “Yes, you are right, but it is a complex matter.” She has given up. All she is interested in now is power, not the country. She brings in one million peasants on dozens of trains, and yes, the organization was perfect, no riots, completely peaceful, and all these people were looking quietly at Delhi markets. But what did it do? Nothing.’ ‘She is surrounded by a bunch of absolute crooks,’ aldus Thapar. ‘A former driver is Minister of Railways. He said in an interview: “If the leader tells me to kill 10.000 people, I will do | |
[pagina 185]
| |
so. If she tells me to arrest 10.000 people I will do so. The Home Minister is an absolute idiot and everyone knows it.’ Het echtpaar Thapar is van mening dat mevrouw Gandhi een laatste kans werd geboden terug te komen en het land op de rails te zetten ‘but she missed that chance. I worked with her for her first election. Now, I am so angry, I never want to see her again. Still, aside from personal feelings, when she came back I said: “let's first see what she will do.” A person dear to her and dear to us came to see us. But what could we say? She is the Prime Minister. If she would officially invite us, we would go. Now she occasionally drops in on intellectuals in their homes. It is ridiculous. She should call one hundred top people and ask them to assist her in achieving national reconciliation. But it has already gone too far. She is only interested in power. Ever so often, the police is being called in to stem the unrest. And if the police won't do anything anymore, the army will be called in. And than, before you know it, you will have a military regime. If that is to happen, the nation will disintegrate.’ ‘Madam keeps telling us everything is fine,’ aldus Thapar, ‘but she does not see poverty. May be it is true, it is difficult nowadays to find household help. People do not want to do those jobs anymore. It is amazing that people do not steal more. In my house the servants do not steal.’ ‘I would,’ aldus mevrouw Thapar, ‘if I were them.’ Ik kreeg een massage van dezelfde jongen als de vorige keer, Musharf Alam. Ik las dat olifanten een dood dier met zand zullen overdekken als zij dat op hun weg tegenkomen. Tijdens het avondeten speelt de band opnieuw Love Story, omdat ik hen dit gisteren vroeg. De vlinder schijnt voor de oude Grieken het symbool te zijn geweest van wedergeboorte. Azteken schijnen ook in reïncarnatie te hebben geloofd. Wat zou ik nu graag met Peter samen zijn om urenlang te praten. Eindelijk, laat op de avond bereikte ik de heer Jongma, die zei niet te geloven dat mij het er niet om begonnen was prins Claus persoonlijk te ontmoeten. Waarom geloven ze zoiets niet? Ze projecteren hun eigen brein. Oh, ik zou hem best, als het zo uit komt, een hand willen geven ter begroeting, maar dat doe je tenslotte met iedereen, dus ook met Claus. Ik ben daar verder werkelijk niet op uit. Ik wil gewoon mijn verhaal schrijven en dat doe je doorgaans beter ‘van een afstandje.’ ‘Vraagt u het Claus zelf maar,’ zei ik tegen Jongma. ‘Ik heb | |
[pagina 186]
| |
hem in Nederland al geschreven geen belangstelling voor een ontmoeting te hebben.’ Ik voegde er aan toe: ‘U hebt mij nog steeds niet verklaard waarom ik uw medewerking niet krijg. Ik wil mijn werk kunnen doen.’ Jongma: ‘Deze reis van de prins is lang van te voren gepland. Brandpunt is daarin opgenomen, u niet.’ ‘Het enige wat ik van u vraag, is om morgen eerst een half uur met u te kunnen spreken, opdat ik een artikel kan verzenden over wat er tot dusverre is gebeurd.’ ‘Dat kan ik niet doen,’ antwoordde Jongma. ‘We hebben geen contact met de pers ingecalculeerd. Ik heb ook nu geen tijd om met u te spreken. U beseft dit misschien niet, maar we hebben het zeer druk.’ Daarop vroeg ik tot tweemaal toe wie de heer A.B. Hoytink was, wiens naam mij door mevrouw Muthamma was genoemd. ‘Dat weet u best’, snauwde Jongma. ‘Nee, dat weet ik niet. Ik ben niet eens in het bezit van een programma.’ ‘Hoytink is directeur-generaal voor dit gebied, waaronder India.’ ‘Dus hij ressorteert onder de heer Reinink op Buitenlandse Zaken?’Ga naar voetnoot158 ‘Ja.’ Ik heb Jan van Beek nu telefonisch gevraagd om te proberen of er via Reinink iets te regelen valt, zodat ik hier mijn werk kan doen. Toen ik Jongma vroeg waarom Bergman van het ministerie mij niet al in Den Haag had gezegd dat niemand hier tijd had om met mij te spreken, antwoordde hij: ‘U hebt hem meegedeeld dat u zou gaan en dat wil niet zeggen dat hij een toezegging onzerzijds deed u te zullen inlichten.’ Ik wees er op dat niet alleen ik die mededeling had gedaan, maar dat de hoofdredacteur van de gpd-bladen het ministerie formeel had ingelicht dat ik hem - dus zijn kranten - in India zou vertegenwoordigen. Pure discriminatie. Dit begint te lijken op een nieuw kluifje voor de nvj. Ik bracht Hoytink een briefje om tegen het gedrag van Jongma te protesteren. Het gelazer is voor de zoveelste maal begonnen. Ik zond vast een kopie naar de nvj. Dit vermeldde ik om duidelijk te maken dat ik het meende. Ik belde na middernacht met Jan van Beek, die erg aardig was. Ik vroeg hem om contact met Reinink te hebben. Ik denk dat hij ook met Frits Bergman zal gaan praten, die me trouwens al | |
[pagina 187]
| |
het materiaal van Ontwikkelingssamenwerking over de reis van Claus heeft toegezonden. Niemand heeft Van Beek na diens aanmeldingsbrief gezegd dat ik in India geen faciliteiten zou krijgen van de Nederlandse regering. Dit is dus de werkelijke betekenis van wat Van der Klaauw bedoelde toen hij Voetelink probeerde af te schepen met de mededeling dat ik faciliteiten ‘als alle andere journalisten’ zou krijgen. Intussen maak ik weer zeer veel kosten om mijn werk te kunnen doen. Waarom is er nu weer al dit gelazer, terwijl ik niets anders vraag dan normaal te kunnen functioneren als journalist. Waarom belde mejuffrouw Büringh Boekhoudt eigenlijk om na te vragen of ik mijn reis wel behoorlijk in Den Haag had geregeld? Wat bedoelde zij? Wat weet zij hiervan dat ik niet weet. | |
24 februari 1981Er is een rechtse couppoging in Spanje geweest. Beangstigende zaak. Ik belde opnieuw met J.W. Jansing van de ambassade hier. Ik heb hem nauwkeurig uitgelegd wat ik wilde, wat mijn oogmerk met de reportage was en dat ik absoluut niet begreep waarom er weer een koude oorlog met de ambassade was uitgebroken, terwijl ik nog enkele maanden geleden behoorlijk was ontvangen door ambassadeur Leopold in eigen persoon. Waarom wordt nu gedaan of niemand weet wie ik ben? Jansing: ‘Ik moet u het standpunt van de delegatie van prins Claus overbrengen, dat het niet opportuun wordt geacht nu met de pers contact te hebben en ook niets inhoudelijk over de besprekingen mee te delen. Dat zal pas later in Holland voor de hele pers worden gedaan. En,’ voegde hij eraan toe, ‘ze hebben er bovendien geen tijd voor.’ Ik bracht naar voren dat de Indiase gastheren van mijn problemen met de delegatie geen moer begrepen. Hij zei me te hebben aangehoord en wat ik had gezegd te zullen over brengen. Het probleem met deze lieve koninklijke familie is dat ze kennelijk geen kaas hebben gegeten van hoe adviseurs te kiezen en selecteren. Wilhelmina had Van 't Sant, Juliana had Hofmans, Claus een lichtgewicht als Froger. Bernhard opereert met een kolonel Gerritsen of een mijnheer Vernède. Osieck lijkt me ook niet het summum van helderheid. ‘Je behoeft hem maar aan te zien,’ zoals Multatuli schreef over de regent van Lebak. De Oranjes hebben zich omringd met ambtelijke pygmeeën die naar ze op kijken, niet als naar gewone mensen, maar naar personen van koninklijke bloede, wat dus volmaakt bezopen is. Thapar was van mening dat wat dr. Homi Sethna me vertelde | |
[pagina 188]
| |
over glassification van nucleair afval, sensationeel nieuws was waar niemand in India van op de hoogte schijnt te zijn, tenzij Romesh zelf een hiaat in zijn informatie heeft. Ik werd door een blonde Duitse jongen op straat aangesproken, die nota bene bedelde om aalmoezen. Een keurige uitnodiging arriveerde voor een lunch met een hoge functionaris van het Indiase ministerie van Buitenlandse Zaken, terwijl de Nederlandse ambassade hier doet of ik hier niet hoor. Het is te gek voor woorden. Dit ondervind je dan allemaal van je eigen mensen. Ik belde met Mohit Sen. Ik wil proberen hem te ontmoeten in Bombay voor ik vanuit daar vertrek naar Amsterdam. Romesh Thapar vertelde dat hij uit het partijbureau was gezet omdat hij voorstander van Indira Gandhi is. Je vraagt je af hoe lang India nog op deze voet verder kan gaan. Je struikelt over de mensen, steeds maar meer gezichten en vol verwachting kloppen hun harten. Tegelijkertijd besef je dat er in dit land in de verste verte geen sprake is van sociale rechtvaardigheid en de komende eeuw lijkt hier nauwelijks verbetering in te zullen komen. Zeker niet zolang deze mensen zich blijven vermenigvuldigen als een epidemie van homo sapiens. Intussen kijk ik naar een arme man, met schoenen tien maten te groot, die langs het zwembad onkruid wiedt en loert naar de rijke landgenoten die zich hier verpozen. Het Imperial hotel is eigendom van Indiase miljardairs, maar een nieuw verfje kan er niet af. Je ziet ook de bedienden en kelners in zich opnemen | |
[pagina 189]
| |
hoe de rijken zich amuseren. Intussen zijn hun strooplikkerige attitudes jegens ons, de gasten, absoluut om te kotsen. H.R.R.V. Froger, de secretaris van Claus, heeft een telefonische boodschap achtergelaten in een poging de eer van het vaderland te redden. Dat stel ik erg op prijs. Jongma belde daarna om zeker te zijn dat de boodschap van Froger me zou bereiken. In ieder geval heb ik al twee dagen verloren en heb ik tot dusverre alles zelf betaald. Nu is het natuurlijk comme il faut, wanneer ik morgen als ik Van Dam ontmoet, doe of er niets is gebeurd. Ik zal Mohit Sen van de Communistische Partij dus in Ahmedabad in de staat Gujarat ontmoeten, waar studenten staken en in de straten wordt geschoten. Ik schreef ambassadeur Leopold dat het me niet gepast leek onder de omstandigheden belet te vragen en dat ik een volgende reis langs zou komen. Ik voegde eraan toe dat de film met mevrouw Gandhi nog niet was uitgezonden. Gide schreef in 1928 aan François Porché, dat hij al voor 1900 besloten had zijn memoires uit te geven en dit vooral te doen terwijl hij nog leefde. Het lijkt me niet zo relevant of dit nu of later gebeurt, als het maar gebeurt. | |
[pagina 190]
| |
25 februari 1981De straten van deze stad blijven me eindeloos fascineren. Ik zag een man die wierookstaven brandde rond zijn stalletje met manden met noten en andere etenswaren. Een oudere jongen, die tuurde in de keel van een jongere kameraad, die zover mogelijk zijn tong uitstak en daarbij angstig keek. Het oordeel over wat er aan de hand was werd gegeven. Ik herinner me de ogen van de patiënt. Ergens anders zag ik een man die op zijn elfendertigste bezig was het oor van een vriend schoon te maken. En dan zijn er natuurlijk overal de straatkappers. Sommige sikhs stralen een onbeschrijflijk serene schoonheid uit, vooral wanneer ze kleurige tulbanden dragen. Gisteravond zag ik nog een sikh met zijn gezin in de hal van het hotel. Hij had een dermate mooi gezicht en zo'n sterke uitstraling, het overrompelde me gewoon. Ik dacht aan Bhaskar, de danser in Manhattan. Moet weer naar hem toe. Ik ontmoette professor Frits van Dam in de lobby van het Taj Mahal hotel. Hij was vriendelijk en nam er even de tijd voor. ‘Het bezoek dat we hier afleggen, is een werkbezoek en dus niet protocollair, maar heeft een duidelijk mandaat van de ministerraad. Over de jaren heeft zich een vrij intensieve relatie tussen India en Nederland ontwikkeld op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Er wordt jaarlijks een vast bedrag van 230 miljoen gulden voor uitgetrokken, bestemd voor het uitvoeren van een aantal projecten. Minister De Koning heeft in zijn algemene ontwikkelingsnota van 1980 gezegd, dat ontwikkelingssamenwerking meer moet zijn dan bepaalde projecten uitvoeren.’ Een ander aspect dat Van Dam wilde belichten was dat India zich meer ging onderscheiden van het traditionele patroon van een ontwikkelingsland ‘want men ziet meer industrie, toenemende bankbedrijvigheid, toenemende investeringen en groei van internationale handel, waaronder de groei van de export. Voor verdere ontwikkeling van India zijn de toekomstmogelijkheden in die sectoren thans veel groter dan het opteren van ontwikkelingshulp,’ aldus Van Dam. ‘Ze willen zelf hun economie ook meer verzelfstandigen en de export opvoeren. Dus ook India wil naast de traditionele hulprelatie een breder patroon in de relatie met Nederland brengen.’ Professor Van Dam is overtuigd dat Den Haag met alle belangrijke landen intellectueel, wetenschappelijk en economisch een relatie moet onderhouden, dus zeker met een land als India. ‘En die relatie was tot dusverre wat aan de krappe kant,’ zei hij. ‘Wanneer je dus deze componenten bij elkaar brengt, kom je tot een werkbezoek zoals we hier momenteel uitvoeren | |
[pagina 191]
| |
door te praten over landbouwpolitiek, commerciële vraagstukken, het hele pakket dat door de Tweede Kamer werd goedgekeurd, komt nu ter sprake. Dit zal niet tot afspraken op alle terreinen leiden. We zijn nu meer twee landen die aan elkaar snuffelen om na te gaan op welke terreinen ze wat aan elkaar kunnen hebben. We gaan nu geen verdragen tekenen. We komen alleen tot intentie-afspraken.’ Terwijl ik met Van Dam zat te praten in de lobby, kwamen prins Claus en de heer Froger ‘toevallig’ voorbij en namen de situatie van een afstandje op. De heer Jansing van de ambassade zat er dus voor spek en bonen bij en is nauwelijks het vermelden waard. Hij straalde uit zich te hebben voorgenomen zich niet aan koud water te branden. Toen ik bijvoorbeeld opmerkte dat een groenteboer in de Jordaan niet zal begrijpen waarom Nederland zo nodig 230 miljoen gulden per jaar, als een druppel op een gloeiende plaat, in India moet pompen, ratelde Jansing zijn lesje op. Zeventig procent van het geld betrof een lening, slechts 30 procent was een gift. ‘Ik wil het begrip ontwikkelingssamenwerking bevrijden van de gedachte,’ aldus Van Dam, ‘dat er zoveel wordt gespendeerd voor zoveel projecten. Het gaat er namelijk ook over dat de Indiërs hun spullen op Europese markten zullen kunnen verkopen, dat ze technologieverdragen zullen kunnen sluiten opdat ze hun productie kunnen moderniseren, dat we ze bij de ontwikkeling in de landbouw niet met projectjes helpen, maar dat we ze helpen, waar ze nu aan toe zijn in India, hun landbouwproducten op de wereldmarkt aan de man te brengen. We zijn dus op dit moment bezig met het verbreden van het samenwerkingspatroon. De hulp die we geven komt in de gesprekken die we hier voeren eigenlijk niet ter sprake. Dat bedrag is reeds toegezegd. Het is zelfs niet genoemd. Daar gaat dit werkbezoek dus niet over.’ Ik bracht naar voren dat mevrouw Gandhi in ons gesprek vorig jaar zich erover had beklaagd dat Europa te druk leek met eigen problemen, waardoor India feitelijk belemmerd werd bij het verbreden van haar handels- en exportmogelijkheden. ‘Exact. Dat is juist,’ zei Van Dam tot mijn verbazing. ‘Europa probeert inderdaad haar markten af te schermen. Dat bemoeilijkt de exportsectoren van India. Wat we hier tijdens ons werkbezoek doen, is het tegendeel. We willen onderzoeken wat we zouden kunnen doen om de exportmogelijkheden voor India te helpen vergroten. We spreken nu dus over dit nieuwe terrein, wat voor een land als India op lange termijn van buitengewoon groter belang is dan ons bedragje aan hulp.’ | |
[pagina 192]
| |
Professor Van Dam vervolgde: ‘Het zijn gesprekken die we in algemeenheid met elkaar voeren om de notie door te praten om tot meer concrete afspraken te komen.’ De hele hulp krijgt een andere kleur. Je komt niet langer met een zak geld als donorland. Er moet natuurlijk wel onderhandeld worden. Wanneer je het moet hebben over hoe je Nederlandse particuliere banken er toe kunt krijgen of kunt interesseren voor projectfinanciering, al of niet in combinatie met hulpgelden, dan praat je over mannenwerk in plaats van over charitas. Daarom hebben we ambtenaren mee van Economische Zaken, Landbouw en Financiën. Vaklui die met hun tegenspelers spreken. Prins Claus zit de plenaire vergaderingen voor.’ Ik keek verbaasd waarop hij zei: ‘Jazeker.’ | |
26 februari 1981Ik sliep diep en ongewoon lang. Waar dromen altijd weer vandaan komen mag Joost weten. Waar ik in mijn slaap weer allemaal geweest ben, is niet na te vertellen. Mevrouw Gandhi heeft in de Lok Sabha meegedeeld dat het verrijkt uranium, 19,8 ton, wat al in 1979 in de vs was besteld, eindelijk in het land was gearriveerd. Dat valt me mee. In totaal hebben de Amerikanen 253,4 ton verrijkt uranium naar India gezonden. De lunch in The House of Ming van het Taj Mahal hotel werd bijgewoond door tien personen waaronder verschillende vooraanstaande journalisten. Ik vertelde de heer Desai dat ik over India zou willen schrijven maar niet wist waar te beginnen. Hij antwoordde dat Margaret Mead eens had gezegd: ‘To write about India I would need a life-time.’ Mevrouw Muthamma was spraakzaam als altijd en omschreef Claus als ‘top class, most professional, completely in control of the situation, a very able person, alert and very impressive indeed’.Ga naar voetnoot159 Zij gaf geen nadere specificaties. Nadat ik mijn mening had verkondigd dat de kranten in India veel te veel aandacht aan misdaad besteden - zoals trouwens overal ter wereld gebeurt - bestreden H.K. Dua, redacteur van de The Indian Express, en Umashankar Phadnis van de Hindustan Times dit met enige felheid. Ik denk trouwens dat niemand ooit ene jota van India zal begrijpen zonder zich eerst te verdiepen in hoe zich het geestelijke leven in dit land voltrekt, dus hoe Indian minds eigenlijk functioneren met alle diep religieuze taboes en wat dies meer zij. | |
[pagina 193]
| |
Ik ben met een scootertaxi naar Nehru Place aan het andere einde van de stad gegaan om een boekje op te halen van de Bhagwan. Wat ik er van gelezen heb, zoals zijn kritiek op de Paus en Moeder Theresa, is natuurlijk juist. Tijdens de lunch met de heren van Buitenlandse Zaken werd de operatie Poona afgedaan als een commercieel gebeuren. Dat slaat natuurlijk nergens op. Ik las in de Hindustan Times van vandaag dat prins Claus ‘an informal gathering’ had gehad met Indiase journalisten. Dit ergerde me groen en geel. Hij heeft gezegd dat de methoden die in India worden toegepast om in tien jaar ‘self-sufficient in food-grains’ te worden, ook in het Afrikaanse continent zou moeten worden toegepast. Claus had benadrukt dat Nederland, na de vs en Groot-Brittannië, op de derde plaats kwam wat investeringen in India betrof. Mevrouw Muthamma had al laten doorschemeren dat Claus journalisten had ontmoet maar dit bericht maakte me nijdig. Ik ben weer veel te aardig geweest tot dusverre en was alweer geneigd me bij de Haagse sabotage van mijn werk neer te leggen. Heb onmiddellijk een woedende brief aan de heer Froger geschreven. ‘Er begint zich misschien toch een nodeloze, maar wel gecompliceerde situatie voor te doen, temeer na de schriftelijke verklaring in 1980 van minister Van der Klaauw aan de heer Voetelink van Nauta van Haersolte en het bestuur van de nvj, dat mij als journalist geen belemmeringen meer in de weg zouden worden gelegd bij het uitoefenen van mijn taken als journalist.’ Na uiteen gezet te hebben dat ik al een aantal dagen had verloren en voortdurend door de ambassade en leden van de delegatie van Claus werd afgescheept, vervolgde ik dat ik me al in heel wat bochten had gewrongen ter wille van de delegatieleider, prins Claus zelf - who I respect and consider a nice guy - ‘maar ik moet nu wel gewoon verder mijn werk kunnen doen’. Ook beklaagde ik mij op de vierde dag van de reis van Claus nog altijd geen programma te hebben ontvangen. ‘Ook van officiële Indiase zijde verbaast men zich over de behandeling die mij te beurt valt. Ik word steeds naar de ambassade terugverwezen, die verder “niet thuis” geeft. Ik ben nergens voor uitgenodigd. In de ogen van mijn eigen vertegenwoordigers hier ben ik “een non-person”. Waarom? Sorry, maar dit is onaanvaardbaar. U moet mij voldoende kennen om te weten dat ik zal terugknokken.’ Ik heb de brief voor Froger nog in het Taj Mahal hotel gebracht. | |
[pagina 194]
| |
27 februari 1981Hotel HansIk moest verhuizen want het Imperial Hotel was overboekt. Ik heb intens gedroomd van Ethel Kennedy, die mijn exvriendin Frieda Westerman blijkbaar uitstekend kende. Ted Kennedy wandelde binnen en de hemel mag weten wat voor onzin nog meer. Waar komen zulke zaken vandaan? Er was veel meer, zoals een rel in het American Hotel over iets wat ik had gezegd. Peter dook jaloers op. In een krant staat een bericht dat de Amerikanen een ‘anti-missile laser’ hebben ontwikkeld. Het onding is van het type x-ray en werkt met een minuscule nucleaire ontsteker. Ik vraag me af wat de werkelijke waarde van dergelijke berichten kan zijn, wanneer ik me bedenk dat de bvd Henk Leffelaar vraagt mee te werken aan een desinformatie campagne gericht tegen de ussr. De kranten staan weer bol van de misdaad en andere rampen in het land. Mevrouw Gandhi, die de bandeloze bende bij elkaar moet zien te houden met ‘democratische’ middelen, bevindt zich in een onmogelijke positie. Dokter S.K. Vohra, die mij Erythrocine 500 voorschreef voor mijn keel, zei: ‘She is slipping.’ Het is beangstigend wat zich in dit land allemaal afspeelt. Ik schreef een stuk voor een radioprogramma van Veronica. Een vrouw in sari, jong en mooi, aan een stalletje met voedsel langs de weg, droeg puur gouden juwelen in haar neus en oren. Ik moest denken aan de ‘deftige dames’ in de Woman's Club in Sheboygan, Wisconsin, die absolute namaak prullaria opspeldden. Ik probeerde R. Bosscher, rechterhand van ambassadeur Leopold, te bereiken maar hij was al naar huis gegaan, volgens het gebruikelijke recept hoe mij af te poeieren indien ik zou opbellen. Na een hele ochtend telefoneren, ben ik er dan toch op eigen kracht achter gekomen dat er om 17:00 uur een soort plechtigheid is waarbij een protocol zal worden ondertekend in aanwezigheid van Claus. Om 16:45 uur arriveerde ik op het ministerie van Handel. Ik werd toegelaten en nam in het zaaltje plaats bij de andere journalisten, allemaal Indiërs. Op een lange tafel stonden Indiase en Nederlandse vlaggetjes. Wat hadden ze er de schurft aan mij daar te zien. Een groepje Nederlandse ambtenaren en diplomaten kwam binnen en deed of ik lucht was. Ook de heer Froger arriveerde. Als enige kwam hij naar me toe en zei: ‘Ik heb u zo vaak proberen te bellen.’ Ik antwoordde dat ik het buitengewoon unfair vond, zoals ik werd behandeld. | |
[pagina 195]
| |
‘Ja het is poor communication geweest,’ zei hij, maar met de intonatie dat ook hij machteloos was er iets aan te doen. Toch was hij de enige. Hij is tenslotte de secretaris van Claus. Prins Claus betrad de zaal en sprak met Indiase journalisten. Ik hield me afzijdig. Hij is eigenlijk groter dan ik me hem herinnerde. Na de ondertekening was er een impromptu persconferentie. Hij beantwoordde de soms moeilijke vragen uitstekend. Zoals: ‘Is your aid to India aimed at profit?’ ‘Well, profit is not a dirty word,’ antwoordde Claus. Ik had het hele geval moeten opnemen, maar daar heb ik niet aan gedacht. ‘I think, we should first of all think of the Third World party, whether what we do is profitable to them,’ aldus Claus. Hij noemde Nederland ‘number two in the net flow of aid in the world’. Er ontspon zich zelfs een mild meningsverschil met professor Van Dam nadat deze had gezegd dat het streefcijfer 0,7 procent van het bnp was. Claus corrigeerde dat Nederland 0,9 procent had bereikt en daarmee onmiddellijk na Zweden kwam. Een journalist vroeg hem hoe hij bij ontwikkelingssamenwerking betrokken was geraakt. ‘Through knowledge,’ aldus prins Claus. Maar hij corrigeerde zichzelf meteen en voegde er aan toe: ‘Through some knowledge of developing countries. Of course, I am working under constitutional constraints, but one should work on things that really matter. The Dutch Government has given me this chance and I am doing this particular work since two years.’ Opnieuw ben ik als een hond behandeld door de vaderlandse diplomatie, behalve door de heer Froger. Ambassadeur Leopold, die me vorig jaar uitgebreid ontving, liep straal langs me heen, evenals de onbereikbare heer Bosscher en alle anderen. Zelfs professor Van Dam deed tijdens deze bijeenkomst of ik niet bestond. Mijn kennis van het Nederlandse karakter werd andermaal verrijkt. Ik belde zeven minuten met Jan van Beek om verslag te doen van wat me hier allemaal is overkomen. Hij was ontsteld. Ik vertelde dat prins Claus eigenlijk een week lang had onderhandeld met de Indiase minister van Handel en Economische Zaken. ‘Dat kan niet,’ was zijn reactie. Hij had contact gehad met het ministerie van Economische Zaken in Den Haag, waar men er eveneens over verbaasd was en had gezegd dat het niet in orde was. Intussen heeft Jan een protest ingediend bij zowel Buitenlandse Zaken als bij Ontwikkelingssamenwerking over de behande- | |
[pagina 196]
| |
ling die mij hier ten deel is gevallen. Men had gezegd vanuit Den Haag niets te kunnen doen want de zaak was in handen van ambtenaren ter plekke. Alsof er geen telex met behoorlijk instructies zou kunnen worden verzonden naar de loopjongens van Den Haag in New Delhi. Waar ze je op ministeries voor aanzien, vraag ik me al vele jaren af. Jan stelde me gerust. Hij zou het protest formaliseren wanneer ik terug was. ‘Het was niet de bedoeling dat de pers mee ging, maar het is toch te gek, dat als je daar bent...,’ aldus Van Beek. ‘Behalve dan een team van Brandpunt, wat me toch ook pers lijkt,’ zei ik, terwijl ik eigenlijk ben meegegaan op suggestie van de ambassadrice van India. Ik belde de heer Froger op. ‘U bent de enige geweest, die mij heeft gegroet en behoorlijk heeft behandeld,’ zei ik. ‘Dat kan ik mij niet voorstellen,’ antwoordde hij misschien wel tegen beter weten in. ‘Ik ben slechts de secretaris van de Prins, maar ik zal uw zaak nog een keer ter sprake brengen. Ik heb begrepen dat het niet de bedoeling was dat de pers mee zou gaan, maar u bent nu hier.’ ‘Dat was overigens niet wat de heer Frits Bergman mij heeft gezegd. Hij zei niet dat de pers niet mee zou gaan, maar dat de pers geen belangstelling had voor de reis van prins Claus. Nou, ik dus wel.’ Ik voegde er aan toe: ‘Bergman heeft me zelfs al het betreffende materiaal toegezonden als verdere aanmoediging wel te gaan. Ik vond het geweldig hoe prins Claus professor Van Dam corrigeerde. Ik had hem een enkele reis naar Den Haag gegeven.’ Froger lachte. Hoe meer ik nadenk over hoe ik hier in India door de dienaren van Buitenlandse Zaken ben bejegend, hoe meer ik overtuigd raak dat ik deze keer een ijzersterke zaak tegen het ministerie heb. Ik zal een schadeclaim van een halve ton indienen, want ik heb weer alle kosten zelf gedragen en mijn werk absoluut niet kunnen doen. Wat ik door die basterds gedurende de jaren aan gemiste kansen, aan prestige en aan een meetellende stem in de journalistiek ben misgelopen, is niet meer te becijferen. Het is onbegrijpelijk dat ze nu al 25 jaar met dit stupide gedrag door zijn blijven gaan. Ik heb een wandeling gemaakt in de regen. Ik luister naar Nights in the gardens of Spain, mams lievelingsmuziek. | |
[pagina 197]
| |
van zijn makker rusten. Daarna deed hij beiden handen om de middel van zijn vriend. Vervolgens begon hij met een hand een tepel te strelen. Ik zag dit en concludeerde: in Azië valt zoiets niet onder het label homosexualiteit. Het zijn gevoelens die ik zelf had toen ik zo oud was als die jongens. En ik wist in die dagen niet eens dat homosexualiteit bestond. Het natuurlijke stadium waar die twee jongens zich in bevinden, elkaar betasten zonder verder te gaan of een verbinding te zoeken met het sprookje van de prins en prinses leefden nog lang en gelukkig, is in Azië de gewoonste zaak van de wereld. The Times of India kondigt aan dat Nederlandse banken geldbedragen aanbieden voor ontwikkelingsplannen van de regering van India, wat tijdens de besprekingen met prins Claus bekend zou zijn geworden. Bedragen werden niet genoemd. Mevrouw Muthamma belde om te vertellen dat de delegatie van de prins twee dagen had uitgetrokken voor Brandpunt - waarschijnlijk vorig weekend - om opnamen met Claus te maken en met hem te kunnen spreken. Bovendien vertelde zij dat mevrouw Gandhi een avondmaaltijd uitsluitend met prins Claus had gebruikt. ‘She did not have to do that according to protocol, and the meeting has been constantly moved up,’ aldus de ambassadrice. ‘Don't quote me,’ vervolgde zij, ‘but the coordination with the Dutch Government could have been better. They have done things that would have been better, if they had not been done and others they did not do at all. We had a tremendous protocol problem with the Prince, because his official function is that of an advisor, and yet, he is the second most important person in The Netherlands, the Prince escort of the Queen. Now Rao, my Foreign Minister, was not in town so we put him across the next best choice, our Commerce Minister. Of course, the Dutch will say it was not up to us that the Indian side chose a Cabinet Minister as a partner for prince Clause. What all this amounts to in practice is, for future reference, that if Claus goes on the road, governments will put Cabinet Ministers across the table, but can this be tolerated?’ Mevrouw Gandhi wist dus kennelijk ook niet of ze met Claus moest omspringen als een gewone adviseur van Buitenlandse Zaken of als prins-gemaal van de koningin. Er schijnt heel wat gelazer over te zijn geweest, inbegrepen dat het ‘ongewoon’ is dat een adviseur van een Nederlandse minister wordt geplaatst tegenover de tweede belangrijkste minister in het kabinet van India.Ga naar voetnoot160 | |
[pagina 198]
| |
Ik had gedroomd dat ik in het huis van Peters moeder in Tilburg logeerde. Peter zei twee bedden te hebben gedekt ‘maar als je je eenzaam voelt, kan je altijd naar mijn bed komen’. Er gebeurde veel meer. Ik weet er niet meer van. Ik schreef mejuffrouw Büringh Boekhoudt een briefje dat zij inderdaad gelijk heeft gekregen, dat ik alleen maar gelazer heb gehad met onze autoriteiten in New Delhi, behalve met de heer Froger, maar die kon dus verder niets doen. Het zal me benieuwen wat zij hier straks over vertelt, want zij schijnt er meer over te weten, waarschijnlijk via Beatrix zelf. Ik schreef een artikel voor de gpd over de twee petten van prins Claus, welke in India voor behoorlijke deining hebben gezorgd, zij het achter de schermen. Lunchte met Rajpal Singh Chowdhury, redacteur van het tijdschrift Delhi Recorder. We ontmoetten elkaar in het House of Ming van het Taj Mahal Hotel. Ik dacht dat de Claus-party al was vertrokken naar Bombay, maar ze blijken er nog te zijn. Froger hintte dat er in Bombay misschien een betere mogelijkheid zou zijn een reportage te schrijven. Ik had de grootste moeite de conversatie met mijn collega aan de gang te houden. De man was dermate vet, dermate zelfingenomen en zo onsympathiek - bijna walgelijk - dat het me zelfs de eetlust ontnam. Singh vertelde hoe hij een West-Duitse televisieploeg bij mevrouw Gandhi had binnengebracht voor een interview. Toen haar een vraag over haar omgekomen zoon Sanjay werd gesteld, die inderdaad zeer vijandig was geformuleerd, ontplofte zij met de woorden: ‘Why did they choose to send you here, you have no manners. I may be Prime Minister of India, but I am a lady!’ Hij wilde wel een gesprek met dr. Homi Sethna voor zijn blad hebben voor duizend roepees ‘the monthly salary of one of my reporters. They make between 1.000 and 3.000 roepees a month.’ Soms denk ik als ik een trap af vlieg: ik ben op mijn 55-ste jaar toch in betere conditie dan mijn vader was toen hij zo oud was als ik nu ben. Maar wat gebeurt er als ik op een dag doodval, of in een vliegtuig naar beneden kom, met mijn dagboek? Mijn permanente legaat aan het leven? Is het dit wel? Of heb ik mijn eigen sprookje geschapen, dat mijn nalatenschap uit mijn dagboek bestaat? Of gaat ook dat verloren in een alomvattende atoomexplosie? Wat zou het heerlijk zijn als de mensheid niet mesjogge was geworden, dat men er zeker van kon zijn dat boeken en bibliotheken niet verloren kunnen gaan als gevolg van de zich verspreidende waanzin. | |
[pagina 199]
| |
1 maart 1981Vliegveld New Delhi, 05:00 uurZeven dagen New Delhi liggen weer achter mij en hebben me privé 1.250 gulden gekost. Hoe verdien ik ze ooit terug? Zou John Lennon 275 miljoen dollar bij elkaar hebben gezongen? Ziek. Werkelijk ‘beschaafd’ zijn natuurlijk de Indiërs, niet de Chinezen. Beschaafd in de zin van input. Kijk wat met beide landen na de oorlog is gebeurd: India werd bevrijd door Gandhi en Nehru in 1947, China in 1949 door Mao en Chou En-lai.Ga naar voetnoot161 | |
Ahmedabad, Cama hotelOp weg naar de stad zag ik een zojuist overreden, beige, jonge hond langs de weg. Het bloed liep nog langs zijn bek. Een olifant zou hem netjes met zand overdekken. Het dier zag er vredig uit, met de ogen open. Hier worden kamelen gebruikt als trekdieren. Langs het hotel paradeerden dozijnen ezeltjes die worden gebruikt om zand en stenen te versjouwen. Oneconomischer kan het haast niet. Ik zag ook een soort kleine, behaarde hagedissen die bijna aan mini-eekhoorns doen denken. Overal geiten op straat en hele kuddes schapen. Wat een wereld. Kan ik ooit nog een stuk vlees door mijn keel krijgen? Maar wat eet je dan? Ik maakte een korte wandeling. Hemeltje, de omstandigheden waaronder de mensen hier leven, zijn onvoorstelbaar. Wij vergeten dit. We neigen er althans toe er nooit over na te denken. De gore armoede is mensonterend. En de huizen. Ik durfde er nauwelijks naar binnen te kijken. Wat doe ik hier als westerling om een soort inspectietoertje te maken om de ellende van deze mensen in ogenschouw te nemen? Mijn oude vriend Mohit Sen stond als afgesproken om 15:00 uur voor mijn deur. Na de kennismakingvernieuwende opmerkingen heb ik de bandrecorder aangezet. Hij moest om 16:00 uur al weer weg, wat jammer was, want ik had tenslotte van New Delhi naar Bombay de omweg gemaakt om naar hem te luisteren. Hij sprak weer even gebalanceerd en weldoordacht als ik me hem herinnerde. Hij schijnt midden in zeer gevoelige onderhandelingen te zitten. De onderminister van Binnenlandse Zaken bevond zich in verband hiermee in mijn toestel vanmorgen. Volgens Sen wordt de man hier gehaat en zou hij er beter aan hebben gedaan weg te blijven. De minister-president van de staat Gujarat is erg | |
[pagina 200]
| |
pro-Gandhi. Er moet nu in gesprekken een compromis worden gevonden of de stakingen zullen zich verder uitbreiden. Mohit Sen verdenkt de cia ervan het vuurtje verder op te stoken. Het heeft er volgens hem alle schijn van dat zich een herhaling zal voordoen van de wijze waarop mevrouw Gandhi de eerste keer ten val werd gebracht. De onrust nam indertijd gestadig toe totdat zij werd gedwongen de noodtoestand uit te roepen. ‘We kunnen het niet bewijzen, maar we constateren dezelfde tactiek.’ Gelukkig zag hij kans om 18:30 uur weer naar het hotel te komen. We zetten ons gesprek voort. We konden niet samen dineren in verband met de onderhandelingen, die hij voor mij had onderbroken. Ronald Reagan heeft tijdens een diner met Margaret Thatcher uitgeroepen: ‘The days of Communism are numbered.’ Waar haalt de man de onzin vandaan?Ga naar voetnoot162 Ik vraag me af of Georgii Arbatov er op rekende dat Richard Nixons politiek van detente door Reagan zou worden voortgezet. Alles wijst op het tegenovergestelde. Dat zou een ernstige misrekening geweest zijn. Arbatov was hoopvol over Reagan. | |
2 maart 1981De stad was vanmorgen vol met fietsers, in lange rijen op weg naar de fabrieken, dus wellicht zijn de stakingen opgeheven. Indiërs leven omringd door allerhande dieren. Je raakt in een plaats als deze nooit uitgekeken. De taxichauffeur zei: ‘I don't like Indira. She will make India a widow.’ Hij was een christen. ‘My parents showed me the way,’ zei hij met Jezus op zijn dashboard. | |
Bombay, Taj Mahal HotelIk ben heerlijk naar het zwembad geweest, heb gezwommen en een massage gehad. Claus en zijn gezelschap zullen om 18:00 uur arriveren. Ik nam een kijkje in de prinselijke suite, vol bloemen, een tafel met flessen drank en veel cadeaus en boodschappen. Dit gedeelte van de etage is afgezet. De heer Froger verblijft op kamer 247. Ik heb een briefje voor hem achtergelaten. Ik heb opnieuw benadrukt dat we bezig waren aan een frontale botsing en gevraagd of hij geen methode kon bedenken om deze te helpen voorkomen. Mijn kamer is maar zestien deuren verwijderd van de suite van Claus, dus hen echt mislopen kan niet meer. | |
[pagina 201]
| |
Het gezelschap is wat verlaat. Er staat een comité in de hal van het hotel ter verwelkoming, met een meisje in Volendams kostuum natuurlijk, ook zo'n reclame. Zij heeft een grote rol met een blauw lint in de hand, een tekening misschien. Toen Claus arriveerde in een auto met vlaggen, zag hij het meisje met haar moeder staan, maar liep er straal langs. Zij schaarden zich dus teleurgesteld bij de menigte. Ook Bosscher en andere assholes van de ambassade in New Delhi zijn weer meegekomen. Later zag ik Froger met de moeder en het meisje spreken op de gang. Die man schijnt te zijn ingehuurd om koninklijke en ambtelijke blunders op te vangen en glad te strijken. Ik heb Claus nog eens goed in me opgenomen en bestudeerd. Hij werd vergezeld door een nogal jeugdige Hollandse veiligheidsagent die de nodige instructies gaf aan Indiase collega's. Het was trouwens dezelfde jongeman die tijdens de persbij eenkomst in New Delhi pal achter me was komen staan. Wat denken ze eigenlijk? Dat ik ‘gevaarlijk’ ben? Als ik die man weer zie, zal ik het hem recht in zijn gezicht vragen. Ik dacht in New Delhi trouwens dat hij bij het kro-team hoorde. Om die reden negeerde ik hem straal. Ik ben waarschijnlijk de enige Nederlander in dit hotel die vanavond naar de Pianosonate van Chopin luistert. En ook de enige Nederlander die leest over neurotransmitters in de hersenen. Vier geüniformeerde bewakers met geweren en een half dozijn detectives houden de wacht op de verdieping van Claus (en mij). De geweren stonden tegen elkaar bij een muurtje. Ik heb twintig minuten met professor Frits van Dam gebeld. Ik heb hem van a tot z gezegd wat ik van de gang van zaken vond, inbegrepen dat Froger de enige was die het fatsoen had mij als landgenoot te groeten bij de persontmoeting in New Delhi. Ook benadrukte ik dat ik nog altijd niet het programma van de prins had mogen inzien, laat staan hebben. ‘Als er fouten zijn gemaakt, dan kan dat en dat zal ik op de ambassade uitzoeken,’ aldus Van Dam. ‘Maar u kunt me geloven, dat ik hen direct opdracht heb gegeven om u het programma en al het andere materiaal te geven.’ ‘Dat is dus niet gebeurd,’ antwoordde ik. ‘Uw opdracht heeft als uiteindelijk resultaat gehad dat ik tot op dit moment geen programma heb.’ ‘Ik zeg u dit niet om te slijmen maar ik heb het werkelijk gedaan, die opdracht werd gegeven.’ ‘Misschien,’ zei ik, ‘maar iedereen in New Delhi heeft mij desondanks straal genegeerd. Waarom was Froger de enige die | |
[pagina 202]
| |
manieren toonde en me kwam groeten? Ik heb ambassadeur Leopold in november 1980 tweemaal ontmoet en uitvoerig gesproken en nu deed hij of ik lucht was. Voor Bosscher en de rest geldt hetzelfde. Wat mankeren die mensen?’ Het is trouwens duidelijk dat ook dit gesprek met Van Dam tot stand kwam als gevolg van mijn briefje aan Froger. Tenslotte is Froger zodoende de enige die daardoor wist dat ik in deze kamer ben. Ik herinnerde professor Van Dam bovendien aan de brief van minister Van der Klaauw aan de nvj, dat ik als alle journalisten zou worden behandeld. In Den Haag is dit immers een bijzondere gunst wanneer je gelijk hebt gekregen in de kwestie Nieuw-Guinea. ‘Bovendien had het u begeleidende gezelschap heel veel plezier over het feit dat ik me bij de persontmoeting in New Delhi in de antichambre bevond, terwijl de Indiase journalisten plaats konden nemen aan de tafel met Claus zelf. U kunt niet zeggen dat ik mij heb opgedrongen. Niemand vroeg mij eveneens aan die tafel plaats te nemen. Wat moeten mijn Indiase collega's, die wisten dat ik de enige aanwezige Nederlandse journalist was, van de situatie hebben gedacht? Mij werd herhaaldelijk gevraagd: “Wat hebben ze tegen jou?” De Indiase zijde was dermate verlegen over wat mij overkwam, dat de directeur voor Buitenlandse Betrekkingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken mij een speciale lunch heeft aangeboden, in aanwezigheid van mevrouw Muthamma en anderen. Dit omdat mijn eigen mensen me publiekelijk als een hond behandelden, mijnheer Van Dam!’ De professor was blijkbaar voldoende onder de indruk. Hij stelde voor samen te ontbijten. Ik raasde door. ‘U hebt me ook niet behoorlijk behandeld. In New Delhi moest ik uit de pers vernemen dat Claus met journalisten had gesproken, terwijl de heer Jongma me juist verzekerde dat er niet met de pers gesproken zou worden omdat er geen tijd voor zou zijn.’ Ik heb Van Dam uitstekend aangegeven wat ik van het gedrag van ‘de heren’ uit Den Haag vond, inbegrepen hem zelf, al zei ik maar niet dat hij me ook straal had genegeerd tijdens het persgesprek in New Delhi. Ik ben er trouwens van overtuigd, dat H.M. Voetelink deze affaire met verve zal entameren. Ik schreef een tweede brief naar de Bhagwan in Poona. Since I was in Poona, I had a long talk with Swami Amrito (Jan Foudraine) en Swami Atit (Peter Kampschuur). | |
[pagina 203]
| |
I also read more of your materials. In Delhi I bought The Eternal Quest. In many respects I agree with you, even very much so. In other respects I find you are contradicting yourself or expose ideas that are baseless or plain nonsense. I guess, if you had not elevated yourself to an almost unapproachable god, it would have been easy to meet you. Now it seems easier to have a talk at the White House than in Poona. Ik schreef dat ik eerst nog meer van zijn gedachten wilde lezen en gesprekken wilde hebben met Amrito en Atit en dan eens terug zou komen in Poona. Actually, why don't you receive ‘non-believers’ who do not want to live in your ashram, who do not wear orange dresses, who do not enter a salt tank or scream at each other in halfway hysterics? I am quite aware of the shit that was programmed into my brain from birth to six and beyond, but that does hardly mean, that I consider you as the only answer to the crisis of humanity. You are presenting one answer out of many. I do want to listen to you, and read you, since I do feel affinity to your thoughts, which came to me through other channels likewise long before I met you. As I am trying to make Amrito see, that you are just as fucked up and mortal as everybody else on this planet, since we are all victimized century after century by the same shit that is being fed into our neurons (reference cadre, brain). Once the mind has been saddled with all these irrelevancies - sometimes with plain madness - the question is raised: how to get rid of it? How to decode poisoned brains? How do we deprogram people? Some who seek a solution will turn to you. I rather go to José M.R. Delgado, the neurophysiologist in Madrid, as I have done for the past ten years. Or I will seek a dialogue with Margaret Mead, B.F. Skinner, Carl C. Rogers, Robert Jay Lifton and others. But, I also would like to talk to you. But as long as you feel, you cannot act and position yourself normally like other thinkers, and seem to be able to only function on a raised platform with a microphone and have everybody lay at your feet, than, my dear Bhagwan, I guess, I will have to go on living without ever meeting you. Did it ever occur to you that a book written | |
[pagina 204]
| |
about you by a non-lunatic, the present Heil Hitler books about you, do you more harm than good? Usually lunatics attract other lunatics. It seems that your experiment in Poona grows exponentially into a gigantic mental clinic, which is fine, if that is your purpose. My view is, that you should try to attract some people with a mature and balance personality, who are at the same time open to your views in a way that they will reach other balanced minds. It could only happen if you will get support from journalists who don't necessarily idolize you, take you at face value, and report your views in a detached manner, not like devotees, like good Amrito constantly gets carried away. I like him. I like him even very much, but he is like a missile out of its course. With best wishes and greetings to you, the philosopher of Poona. | |
3 maart 1981Het lukte vannacht om 02:00 uur niet om Peter in London te bereiken. Ik liep praktisch tegen ambassadeur Leopold aan toen ik de brief naar Poona ging posten. I ignored him and he ignored me, but it really is absurd. Heb vanmorgen een uur met professor Van Dam gesproken. Toen ik me er over beklaagde nog altijd geen programma te hebben, reageerde hij totaal verbaasd en zo ongeloofwaardig, dat hij gevoeld moet hebben dat de voorstelling van de man me niet eens meer verbaasde, maar hoogstens verdriet deed. Ik hoor Gerard Croiset nog in de rechtszaal uitroepen: ‘Wim liegt niet!’Ga naar voetnoot163 Ik heb Van Dam in vogelvlucht overzicht gegeven van wat me door de jaren sinds Luns en Nieuw-Guinea met De Telegraaf, de bvd, Van Rooijen in Washington, Van der Klaauw recentelijk, enzovoorts, is overkomen. Hij zei hier allemaal niets vanaf geweten te hebben, wat mogelijk waar was. Maar ik had Froger in New Delhi hier behoorlijk over ingelicht. Hij gaf toe, zelfs een paar maal, dat ze wel degelijk hadden geweten dat ik er zou zijn. Dat bewijst dus dat ik aan een gerichte boycot ben blootgesteld geweest. Daarop werd hij weer shifty en veranderde iets van koers. ‘Nou ja,’ aldus Van Dam, ‘ik weet niet meer of ik het hier in India hoorde of in Den Haag, maar ik heb tegen de | |
[pagina 205]
| |
ambassade gezegd dat ze u volledig moesten inlichten. Ik betreur wanneer dit niet is gebeurd. Ik zal het uitzoeken.’ Ik antwoordde: ‘Fijn, maar daar ben ik deze laatste dag van het bezoek van prins Claus niet mee geholpen.’ Ik gaf hem als voorbeeld dat ik in Caracas gewoon met de zaakgelastigde, die me bij een Venezolaanse minister zwart had gemaakt, was gaan lunchen om vervolgens samen met de nvj een actie tegen de man te ondernemen. Van Dam zei dat ik hem eerder over dit alles had moeten informeren. ‘Wat zou me dit geholpen hebben. Tot een totale boycot was van hogerhand allang besloten met het gevolg dat ambassadeur Leopold zich vlerkerig gedroeg en me als een hond behandelde.’ Hij vroeg op een gegeven moment: ‘Gaat u nu weer woedend naar huis, net zoals na de affaire in Caracas die u me hebt beschreven?’ Hij zei ook: ‘Zegt u mij dit: bent u weer niet tevreden?’ Ik kon mijn oren niet geloven. ‘Het is nu voor alles te laat,’ antwoordde ik hem. ‘Ik heb niets tegen u persoonlijk maar als journalist ben ik gepikeerd over de manier waarop ik door u en de anderen ben behandeld.’ Hij zei dat ik hem te allen tijden op het ministerie zou kunnen bereiken indien ik dit wenste. Professor Van Dam benadrukte verder dat deze reis naar India de eerste reis van prins Claus naar het buitenland was geweest in ‘an executive function’. Tot dusverre had hij zich slechts geprofileerd als adviseur tot adviesraden. Na de kroning van Beatrix had hij te kennen gegeven met dit werk te willen doorgaan. Maar deze reis was, aan de hand van een instructie van het kabinet, in een ‘executive capacity’ uitgevoerd. ‘We hebben dit allemaal gedurende een half jaar voorbereid,’ aldus van Dam. Hij zei zich te hebben afgevraagd hoe ik aan de naam van de heer Hoytink was gekomen. ‘Die werd me door mevrouw Muthamma doorgegeven, want ik zocht naar een manier om tot de top van uw gezelschap door te breken toen ik ontdekte weer eens gesaboteerd te worden. Ik weet overigens nog steeds niet wie de man is, want hij beantwoordde mijn brief niet en nam geen contact op ondanks dat ik hem schriftelijk benaderde.’ ‘Maar toen journalisten bij Claus aan tafel gingen zitten, waarom heeft u zich toen niet bij hen gevoegd,’ vroeg Van Dam. ‘Omdat ik door niemand was uitgenodigd aanwezig te zijn, dus ik had geen zin op clandestiene wijze voor de gpd nota bene aan te schuiven.’ | |
[pagina 206]
| |
‘Ja, dat begrip ik,’ antwoordde hij. Omdat dit de eerste ‘executive trip’ voor de prins was, werd hij op advies van professor Van Dam voor de pers afgeschermd. ‘Hij heeft alleen een meisje van de Volkskrant een kort interview gegeven.’ ‘En er is een Brandpunt-crew mee,’ viel ik in. ‘U wist dat ik in New Delhi zou zijn, want Buitenlandse Zaken wist dit formeel via mijn hoofdredacteur,’ vervolgde ik. ‘Waarom hebt u mij vorige week niet meteen terzijde genomen en mij uiteen gezet hoe de kaarten lagen? Waarom heeft men in Den Haag niet meteen gezegd: “Dit kan niet.”? Ontwikkelingshulp zond een map met informatie naar mij thuis. Indien ik ter plekke behoorlijk zou zijn behandeld, had ik mijn volle medewerking verleend en zouden wij een modus vivendi hebben kunnen uitwerken. Ik heb Claus zelf geschreven absoluut niet op een gesprek met hem uit te zijn. Waarom moest ik op een dergelijke manier worden behandeld?’ Na dit gesprek werd het programma van prins Claus in India, smerig en beduimeld onder mijn deur geschoven, toen het bezoek dus al voorbij was. Op het consulaat-generaal hier in Bombay is vanavond een afscheidsreceptie voor Claus. De heer Froger sprak met de kro televisieploeg om opnamen aldaar te bespreken. Ook deze laatste dag van de reis word ik straal genegeerd. Het is een totaal onacceptabele situatie. Ik zond Mr. H.M. Voetelink van Nauta van Haersolte een telegram, dat opnieuw stappen tegen Buitenlandse Zaken nodig zullen zijn. | |
4 maart 1981Ik schreef nog na middernacht aan Van Dam: Wilt u weten wat ik na onze ontmoeting van vanmorgen dacht? U en uw ambtenaren wisten voor vertrek uit Nederland dat ik door de gpd naar India was gezonden en aanwezig zou zijn. Ik ben dus zeer bewust gesaboteerd, iets afgezwakt na protesten van de gpd in Den Haag, maar niet essentieel. En als we dan alles overslaan tot vanmorgen in Bombay, hoor ik u zeggen dat u opdracht gaf mij alles te geven. Wat moest men mij geven? Ik kreeg niets. Ik zag en sprak niemand. Ik werd genegeerd en was een non-persoon. Why? Met welk recht? U zegt te zullen uitzoeken waarom dit allemaal gebeurde. But, if you were half-way sincere in what you told me, you would have seen to it, dat ik tenminste samen met andere Nederlanders hier zou zijn uit- | |
[pagina 207]
| |
genodigd voor de afscheidsreceptie voor de prins, waar ik kennis van nam na op deze laatste dag Uw eigen beduimelde exemplaar van het programma te hebben ontvangen. Personally we get along fine, maar professionally, uw houding en acties waren voor mij een disaster. Ik verzeker u dat ik het thans voor ons liggende, vrij gigantische conflict dat eruit voort zal komen, ten zeerste betreur. Het zou volmaakt onnodig zijn geweest indien ik behoorlijk behandeld zou zijn. Ik vlieg via Dubai naar Amsterdam. De jumbo is volgepropt met honderden arbeidsmigranten, onderweg naar rijke olielanden. |
|