Memoires 1980
(2011)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Moskou5 mei 1980Moskou, Hotel Academicheskaya, kamer 608Heb geslapen en geslapen! Gisteravond laat heb ik naar Peter in Londen gebeld. Droomde van Casper Bake. Voel me stil en onbestemd, maar de stralende zon vandaag helpt veel. Om 13:45 uur ontmoette ik professor Arbatov. Hij had een gesprek gevoerd met de Italiaanse ambassadeur. Hij gaat met zijn vrouw twaalf dagen naar Italië om lezingen te geven als gast van de Communistische Partij van Italië. Hij vertrekt 11 mei en gaat vanuit Rome naar een Darmouth Conferentie die aan het Comomeer wordt gehouden en komt 31 mei weer in Moskou terug. We wandelden samen naar restaurant Praha waar kamer nummer één voor ons was gereserveerd. Volodja Pechatnov en Sergei Plekhanov waren ook aanwezig. Hij bestelde een copieuze, uitgebreide lunch met een twaalftal vodka toasts, en iedere keer dronk hij zijn glas in één teug leeg. De artsen stonden hem 150 centiliter wodka per dag toe. ‘I could tell you quite a story, Willem, but I won't. But let me tell you this, when Americans with their tendency for overkill launch such an operation in Iran, they might use eight helicopters in the first wave, but they will have at least thirty other helicopters standing by in reserve, or even more. Therefore, to say now, that because one or two got into trouble or had mechanical defects, this sounds, to me personally, not very plausible. It seems to be more likely, that Carter simply chickened out.’Ga naar voetnoot6 Volgens Arbatov was één van de redenen dat minister van Buitenlandse Zaken, Cyrus Vance, is afgetreden, dat hij het oneens was met de instructies ten aanzien van de ussr die hem door Carter en Brzezinski zijn gegeven. Nu is dus oud-senator Edmund Muskie minister van Buitenlandse Zaken. ‘Will he get better guidelines for the meeting in Vienna with Andrei Gromyko?’ vroeg Arbatov zich af. ‘Well, we are not prepared to | |
[pagina 19]
| |
wring our hands and patiently wait until Mr. Jimmy Carter puts his smile back on his face.’ Hij zei terloops dat er bij de begrafenis van maarschalk Tito - ik wist nog niet dat hij was overleden - eveneens momenten zouden zijn voor topoverleg door verschillende begrafenisgangers van Oost en West. Het Politburo moest nog beslissen of Leonid Brezhnev zou gaan. Professor Arbatov vertelde dat Jonathan Power hem herhaaldelijk brieven had geschreven ten einde een tweede interview te kunnen maken voor de International Herald Tribune. ‘Maybe in June, or in combination with the publication of your book.’ Het viel me op dat hij ‘jouw’ boek zei, het is tenslotte ‘ons’ boek. Er was ook enige discussie over de woordkeus ‘de auteur’ in het contract, want tenslotte, zoals het gelopen is, zijn we beiden auteur. Ik weet zeker dat ik hem met sommige vragen heb geïnspireerd. Maar uiteindelijk is hij bezig het eigenlijke boek te schrijven. Het gaat tenslotte om zijn antwoorden. Sergei vertelde dat toen mijn gesprek in Komsomolskaya Pravda verscheen, zij er over hadden vergaderd of dit interview het boek schade zou kunnen berokkenen, vooral door mijn openlijke kritiek op de vs en de Amerikaanse politiek. Ik vroeg Arbatov of ik misschien vaapGa naar voetnoot7 zou kunnen polsen om mijn boek Amerika valt in de Sovjet-Unie uitgegeven te krijgen. Hij antwoordde: ‘Well, we are probably stuck with Carter for another four years, so a book taking the stance (en hij tikte aan zijn voorhoofd) is perhaps not timely.’ Het is eigenlijk doodzonde dat ik geen fractie van onze gesprekken van vandaag hier kan weergeven. Er is teveel gebeurd, om dat met enig succes te kunnen doen. Ik schreef Peter dat ik me uit mijn depressie had gewerkt door actief te zijn en hard te werken. Sergei en Volodja zeiden dat Arbatov zich geheel op het manuscript had gestort, met uitzondering van voorbereidingen voor een communistische conferentie in Parijs. Arbatov zei dat zijn zoon, die zich bezig houdt met bewapeningsvraagstukken, een uitstekend boek had geschreven over de wapenwedloop. ‘Well, with a father like you,’ zei ik. ‘No,’ zei Arbatov, ‘I only saw the proofs. He did it all alone. He really understands.’ | |
[pagina 20]
| |
6 mei 1980usa instituutIk dronk koffie met Edward Ivanian, die toegaf: ‘It was wishful thinking on my part, not to believe that Carter was crazy, when you said it some years ago.’Ga naar voetnoot8 Een uur bandopname met Arbatov voor het boek. Omdat de vs langzamerhand de hele wereld van belang achten voor de nationale veiligheid van Amerika stelde ik hem de vraag of het niet tijd wordt dat de ussr de Veiligheidsraad bijeen roept om dit hete hangijzer te bespreken, vooral omdat het in strijd is met het Handvest van de Verenigde Naties en het internationale recht. Hij luisterde en dacht na. Hij maakte vijf regels notities en schreef er nog het een en ander tussen. Hij keek me nog eens aan en zei: ‘I will try to sell this idea.’ Er zijn opnieuw vier Amerikaanse helikopters in Iran, 150 kilometer binnen de grenzen, verongelukt en een vijfde heli ging verloren door motorpech. Wat bezielt Carter? Wat me trouwens iedere keer weer verwondert, is de volmaakte chaos in de werkkamer van Georgii Arbatov. Hoe wordt hij uit de wirwar van dossiers, boeken en paperassen wijs? Onbegrijpelijk. Lunchte met Volodja Pechatnov; heel behoorlijk en voor nog geen roebel. Hij gaf toe dat ik de eerste was die in Moskou had verkondigd dat Carter lichtelijk gaga was. Nu dacht iedereen er zo over in Moskou. Het moet ook vanuit het Kremlin gezien pure waanzin lijken om gijzelaars te gaan bevrijden uit Iran met een handjevol helikopters. Als dit dagboek ooit de stormen van de tijd overleeft, dan lijkt het toch achterlijk dat ik zelfs noteerde dat Volodja Molchanov me niet op het vliegveld opwachtte. Ik heb voortdurend gegokt dat onze band van vriendschap sterk genoeg zou zijn om mijn ‘verraad’, door de kwestie Raymond van den Boogaard naar buiten te brengen, te overleven. Het ging erom de rotzakken bij de nrc op hun nummer te zetten, en verder om de bvd, mijnheer Wiegel en andere schuinsmarcheerders in Den Haag op hun nodeloze koudeoorlogsgedrag te wijzen. En die vriendschap was sterk genoeg, want Volodja toonde zich later spontaan en helemaal dezelfde vriend als altijd. We omhelsden elkaar als voorheen. Ik bedankte hem voor het begrip. Hij vertelde, dat Van den Boogaard op 7 of 8 april 1980 een telex naar hem en Tamara Sachnazarova had gezonden om te bedanken voor een artikel van Novosti. Hij voegde er aan toe: | |
[pagina 21]
| |
‘Alles wat Willem Oltmans zegt, is geklets. De adjunct-hoofdredacteur Rob Soetenhorst verbiedt hem voortaan voor ons te schrijven.’ ‘Kan je je indenken, Willem,’ zei Molchanov, ‘dat een redacteur van de nrc, of een redacteur van Le Monde, een dergelijk telegram over een persoonlijke ruzie naar Novosti stuurt? Onze hoofdredactie vroeg wat dit te betekenen had. Ik heb geantwoord: “A well orchestrated action against Willem.”’ Hij vertelde dat bij zijn persbureau er verder geen aandacht aan werd besteed en ook Tamara had de boodschap van Van den Boogaard weggelegd als niet ter zake doende. Molchanov voegde er aan toe: ‘Ik haalde Van den Boogaard van het vliegveld, omdat jij het me had gevraagd. Ik kende hem dus niet. Gedurende het eerste half uur van onze kennismaking vertelde hij door de bvd te zijn benaderd.’ Volodja herhaalde het incident. Het is gewoon voor honderd procent waar. De bvd benadert wel degelijk doelbewust journalisten om met spionageactiviteiten bezig te zijn, net als in de vs. En dit is met Van den Boogaard gebeurd. Hij is een leugenaar. Volodja Molchanov vond het onjuist, dat ik met een halve verontschuldiging per brief in De Journalist was gekomen. ‘Jij bent met grote dingen bezig. Wie is Raymond van den Boogaard?’ Ik legde uit dat dit een gebruikelijk compromis tussen André Spoor en mij was geweest, om Spoor niet verder in verlegenheid te brengen, die overigens exact weet hoe de vork in de steel zit. Soetenhorst blijft een slappe lul die voor de bvd en het gelieg van Van den Boogaard gemakkelijk door de knieën gaat. Ik heb Volodja trouwens mijn omslagverhaal voor NieuwsNet over Beatrix en De Telegraaf gegeven. Hij vond het zeer interessant en brengt het naar de Europese afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken om te laten vertalen. ‘Dan zullen alle ambtenaren van het departement het daar ook lezen,’ zei hij. Ik had overigens persattaché Prokchorov van de ambassade gevraagd een exemplaar van NieuwsNet aan Volodja te geven, wat hij niet had gedaan. ‘Hij wilde het nummer misschien zelf houden,’ was de verdediging van Molchanov. Wat een idioten. Vladimir Opalev had Molchanov verteld dat ik de eerste was die hem had opgezocht na zijn terugkeer in Den Haag, om hem van a tot z uit de doeken te doen wat er allemaal met nrc en de bvd was voorgevallen. ‘Naast onze ambassade is een school voor koks en keukenpersoneel. Daar bevindt zich alle afluisterapparatuur van de bvd, dus ze weten nu alles wat jij daar hebt gezegd,’ aldus Molchanov. | |
[pagina 22]
| |
Hij was op 30 april niet op de ambassade uitgenodigd ter gelegenheid van de kroning van Beatrix. Hij zei in de stemming te zijn nooit meer één pas in Nederland te zetten. Hij heeft trouwens meer zin om voor televisie te gaan werken en apn Novosti de rug toe te keren. ‘Dan laat ik Nederland schieten, behalve Vladimir Opalev en jou.’ Hij is overtuigd dat de bvd alles weet, inbegrepen de brieven die ik hem schreef, die zouden gekopieerd zijn. ‘En anders aan de sovjetkant wel.’ Na de ervaring met Van den Boogaard heeft Volodja Nederlandse journalisten ontweken, ook Jan van Beek van de gpd, toen die in Moskou was. Ik wilde de gpd-chef juist bij Volodja binnenbrengen. Een ezel stoot zich natuurlijk ook niet tweemaal aan dezelfde steen. God zij dank heb ik Volodja als vriend niet verloren vanwege dit gevecht tegen de bvd en nrc. | |
7 mei 1980Ik schreef Spoor dat andermaal uit een gesprek met Volodja tot in detail duidelijk was geworden wat er in de kwestie Van den Boogaard en de bvd was gebeurd. Het telegram van deze mijnheer lag in Volodja's lade. ‘Er moet dus een kopie van zijn bij de nrc,’ zei hij. Stephen de Winter is wellicht eveneens een bvd-mol bij nrc Handelsblad. Walgelijk. Trouwens, onderwijzer Gert Kant - de vriend van Aart van der Want - belde onlangs om te zeggen dat een leraar Frans op de lerarenopleiding, H. Brink, eveneens door de bvd was benaderd om studenten te bespioneren. | |
8 mei 1980Ik heb het kantoor van de Russische kerk gevraagd indien mogelijk mij geen vrouwelijke tolk mee te geven en het liefst een Engels sprekende vertaler op mijn komende reis naar Odessa en het zuiden. Al dagen heb ik gelazer met de chef-protocol van het usa Instituut, die eerst mijn visum subtiel saboteerde en er geen enkele dag voor zorgt dat de auto die me ter beschikking is gesteld op tijd is. Vandaag is de emmer overgelopen. Ik had er genoeg van. Toen ik een uur te laat op het Instituut arriveerde en in de antichambre bij de secretaressen van Arbatov zat te wachten, en tegen Sergei Pechatnov mijn beklag deed, wandelde chef-protocol Krestianov binnen. Een klassieke schreeuwpartij ontwikkelde zich, die Arbatov, ondanks de dubbele deuren tot zijn werkkamer, woordelijk kon volgen. Ik zei tegen de man, dat als ik het voor het zeggen had, hij naar Siberië zou worden gezonden, omdat hij een chef-protocol is die het keer op keer | |
[pagina 23]
| |
niet voor elkaar krijgt een auto op tijd te laten uitrijden. De man werd wit van woede en verdween. Sergei zei dat Krestianov een oorlogsheld was met hoge militaire rang. Nu was hij diep gekwetst. ‘So what?’ zei ik. ‘The man cannot even properly arrange a car.’ De secretaressen waren gaan huilen vanwege het geschreeuw en ook zij waren diep gekwetst en teleurgesteld. De hele bende weet eigenlijk niet wat werken is. Iedere ochtend heb ik een uur in de gang op die auto moeten wachten, afgezien van het feit dat die kostbare uren af gaan van de mogelijkheid met Arbatov aan het boek te werken. Professor Arbatov zei met een glimlach de affaire in de andere kamer gevolgd te hebben. Hij wees erop dat Krestianov al een hartaanval achter de rug had. Door al het gedonder konden we maar een kwartiertje spreken over waarvoor ik tenslotte naar Moskou was gekomen, dus ons manuscript leed er onder. Arbatov moest weg naar een lunch met Olof Palme van Zweden. Het zal idioot klinken, maar eigenlijk heb ik geen zin meer in dit boek. Het had zoveel beter kunnen worden mits men er behoorlijk en georganiseerd aan had gewerkt. Bovendien, wanneer je mijn oorspronkelijke vragen erbij neemt, dan vind je er vrijwel niets meer van terug. Ben een lange wandeling gaan maken. Iedereen kijkt strak voor zich wanneer zij een buitenlander aan zien komen, of er wordt ostentatief een andere kant op gekeken. Eigenlijk treurig dat je hier zonder behoorlijke begeleiding, geen mens in dit land ooit echt ontmoet. Goed, ik ken de taal niet, maar dan nog. Niemand wil zijn vingers branden. De huizen, van buiten gezien, kennen geen echte sfeer. Altijd veel licht en kroonluchters want ze schijnen van schemer en atmosfeer niet te houden. Ik herinner me dat Arbatov zijn beiden handen op de mijne legde om me te kalmeren vanmorgen. Ze transpireerden niet en waren niet nat of klef. Prettig gevoel, warm, alsof hij zijn eigen kalmte aan me wilde overdragen. Ik luister naar de tweede symfonie van Mahler. Om 16:30 uur bezocht ik de nieuwe ambassadeur Frans van Agt, die hier van 1954 tot 1957 ook was als jonge diplomaat. Ik liep tegen mevrouw Van Agt aan in de salon, een vreselijk goedkoop mens. Op het moment dat we de werkkamer van de ambassadeur naderden, waar alle vorige ambassadeurs me hadden ontvangen, kwam Van Agt gehaast naar buiten en nam me mee naar een kille, lege kamer. Ik wist ogenblikkelijk dat ik, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Reinink, met deze kloot nooit enig contact zou hebben. Hij zag er uit als een fabrieksarbeider | |
[pagina 24]
| |
gekleed voor diens gouden bruiloft. Ik denk niet dat ooit een ambassadeur dermate de couleur locale vertegenwoordigde als deze mijnheer. Geen persoonlijkheid, geen savoir vivre, eigenlijk de meest hopeloze topdiplomaat die ik ooit in onze buitenlandse dienst ergens ontmoette. Het antwoord van Den Haag op de boer Tolstikov. Toen ik ambassadeur Van Agt vertelde dat ik bezig was een boek met professor Arbatov te schrijven, vroeg hij nota bene wie dit was. Overigens was de functionaris die zich met Olympische zaken scheen bezig te houden bij ons komen zitten. Ik vroeg hem de ambassadeur te vertellen wie Arbatov was. ‘U zult dit beter onder woorden kunnen brengen dan wie ook,’ aldus deze diplomaat. ‘Wel, om kort te zijn, Arbatov is in het Kremlin wat Brzezinski is in het Witte Huis,’ ook al was dit niet helemaal juist, het ging me om de impact van de stupiditeit van de ambassadeur. Na nog meer ongemakkelijke zinnen vroeg Van Agt wie ik in de pers vertegenwoordigde. ‘Ik schrijf momenteel voor NieuwsNet en misschien komt U mijn naam van tijd tot tijd tegen op de opiniepagina van nrc Handelsblad.’ Ik had er spijt van dat ik er zat. Toch heb ik 45 minuten weten vol te kletsen met die zak. Toen ik bijvoorbeeld naar voren bracht dat de ussr er belangstelling voor had de gasleiding naar West-Duitsland tot Nederland te verlengen, zei hij: ‘Daar is mij niets van bekend.’ Hij vervolgde: ‘U zegt dit nu, maar dit is voor mij op dit moment geen verifieerbare informatie.’ ‘Ik heb dit anders al weken geleden geschreven. Licht Buitenlandse Zaken u dan niet in?’ Hij was dermate weinig op zijn gemak dat hij nog een keer wegliep ook, om zogenaamd dringend te telefoneren. Wat een vreselijke man. De diplomaat die me naar de uitgang begeleidde, was wel aardig maar ik zei tegen hem: ‘I will never set foot in this embassy again till this asshole is gone.’ | |
9 mei 1980De overwinning op de Duitsers wordt gevierd. Het wemelt in het hotel van de heren in afschuwelijke confectiepakken, behangen met blikken eretekens en medailles langs de revers en overal waar maar plaats is. Nogal bespottelijk. Do in Rome as the Romans do, maar het is niet mis wat ze hier doen om met hun heldendaden te koketteren. Het is allemaal zo irrelevant en kinderlijk. De auto was opnieuw te laat vanmorgen. We reden naar Volokolamsk, waar aartsbisschop Pitirim de over- | |
[pagina 25]
| |
winningsmis zou opdragen, 114 kilometer van Moskou. Tanja, onze Engels sprekende tolk van het kantoor van de bisschop, en nog een meneer reisden mee. We arriveerden toen de mis in volle gang was. De meeste kerkgangers waren weer de oude dametjes, die dan toch maar enkele uren staan en knielen en staan om de show tot het bittere einde mee te maken. Er waren twee koren uit Moskou gekomen, die veel en veel te hard zongen. De bijna negentigjarige, lijkbleke kosteres wierp af en toe haar ogen uit wanhoop ten hemel als er iets verkeerd scheen te gaan. Ik ‘zag’ haar later in haar lijkkist met een mooie vrome uitdrukking op haar gezicht. Haar vingers waren eigenlijk al krom gegroeid. Ik dacht trouwens veel aan mam. Mam had een vinger die krom was gegroeid, althans een kootje er van. Vlakbij waar ik tegen een zuil stond, zat een oude dame in een zwarte jas met een keurige zwarte hoed op. Ik had reeksen visioenen van contessa's uit de tsarentijd. Je kon waarnemen, dat je met ‘een mevrouw’ had te maken, zeker in vergelijking met de andere dames in de kerk. Alle mensen gooiden slechts munten in de offerschaal. Zij wierp er een biljet van vijf roebel op. Later kwam de schaal nog eens rond en haar biljet was nog steeds de enige kolossale gift. Op een bepaald moment viel me een priester in het bijzonder op met een opvallend gezicht, vol uitdrukking, blond haar en groot. Ik informeerde. Het was Alekseij, een jongen van 28. Een klein jongetje kuste zijn hand. Het was zijn zoontje. Ik wilde met die jongen praten en wist dat ik hem zou ontmoeten. In het kort was zijn verhaal dat hij op school was om te studeren voor elektrisch ingenieur. Iedereen met een minimale opleiding is direct ingenieur in dit land. Hij besloot dat er al genoeg ingenieurs waren en was naar bisschop Pitirim gegaan om meer te weten over de kerk. Hij had, als alle kinderen in dit land, een marxistisch-leninistische opleiding gekregen en toch had hij de weg van de religiositeit gevolgd. Pitirim zei me later: ‘I placed him in the church here in Volokolamsk to let the people educate him in order to become a real priest.’ Ik gaf Alekseij mijn kaartje en zei dat ik absoluut zeker terug wilde komen om meer over zijn leven te horen. Er was een lunch, samen met de leden van de twee Moskouse koren. Pitirim kletste maar door tegen me, want ik zat naast hem. Het ging over wat er in de oorlog allemaal in Volokolamsk was gebeurd. Hij liet me de tuin zien en wees me een plaats aan waar 28 sluipschutters de Duitsers een hele dag hadden weten tegen te houden. Er sneuvelden 24 van hen en slechts vier wisten te ontsnappen. Het trauma van de oorlog | |
[pagina 26]
| |
leeft hier op alle niveaus. We kunnen ons er geen voorstelling van maken wat de Duitsers in de ussr hebben aangericht. | |
Bolshoi TheaterEindelijk zie ik het ballet Spartak van Khatchaturian weer. Ik zit op het derde balkon en kan niet goed zien. Ook is veel van het bloot verdwenen. Er ontbreekt iets aan. Khatchaturian is er ook niet meer om ze op hun vingers te tikken. Eigenlijk wond me de voorstelling niet meer op. Ook het applaus was maar lauwtjes Ik werd niet begeistert zoals voorheen. Ik ben weggegaan. De binnenstad was afgesloten vanwege de feestelijkheden. Ik wandelde van het Bolshoi naar Hotel Academicheskaya terug. Op de brug over de Moskou-rivier liep een jongen in een leren jas met grote bruine ogen. Ik sprak met hem. Hij stelde voor dat we een plekje in een dichtbij gelegen park zouden opzoeken. Er waren echter nog veel te veel mensen op straat. Hij was op weg naar een ontmoeting met een jaloerse vrijer. De jongen heette Serge en zei: ‘I wished we had met on a beach under the stars and not here.’ | |
10 mei 1980Veertig jaar geleden begon de rampzalige oorlog, wat Nederland betreft. Ik sla een Oost-Duitse krant open van 8 mei. Luns heeft op een persconferentie in Washington gezegd dat hij en de navo volkomen achter Carters militaire actie in Iran staan. Die man is gewoon ingehuurd om de cia en Washington in de kaart te spelen. Al verdenk ik de cia ervan Carter opzettelijk met een handje vol helikopters op oorlogspad te hebben gezonden, zoals ook professor Arbatov eigenlijk aangaf. Russen kunnen toch wel ontzettend lelijk zijn. Dat wordt misschien allemaal anders, wanneer de welvaart toeneemt en ‘smaken’ worden ontwikkeld. Ik schreef eerst een rustige brief aan Peter. Carter zal niet naar Belgrado gaan voor de begrafenis van Tito. Het zou een schitterende gelegenheid zijn geweest om de Afghanistan-kwestie met Brezhnev te bespreken. Hij ontloopt Brezhnev liever dan hem frontaal te woord te staan. Zoiets begrijp ik dus niet. Indonesië wordt niet genoemd, al kan Adam Malik er geweest zijn. Had Bung Karno geleefd, dan zou hij zeker verschenen zijn. Koning Boudewijn was aanwezig. Waarom zit Nederland toch altijd in de achterste koets wat zulke aangelegenheden betreft? | |
[pagina 27]
| |
Bezocht Olga Chechotkina, mijn oude vriendin uit Indonesië. Zij schreef een boek over haar werkzaamheden gedurende tien jaar in Indonesië. Maar het ligt bij haar thuis in de kast. De communistische autoriteiten staan de publicatie ervan niet toe, terwijl zij toch haar hele leven trouw in Pravda schreef en vicevoorzitster is van het Sovjet Vrouwen Comité. Wat zij heeft te melden, schijnt onvoldoende de partijpolitiek weer te geven. We kregen er een beetje een botsing door, want ze viel terug op het verdedigen van de cpsu. Verder zaten we op dezelfde golflengte. Ik vertelde haar hoe het er met het Arbatov-boek allemaal aan toe ging, en dat ik me te weinig erbij betrokken voelde in deze laatste stadia. ‘I think,’ zei ze, ‘that he could have cancelled his trip to Italy. We have other comrades that could have done that job.’ Zij vervolgde: ‘He should have set everything aside, all the way. Because, no doubt, this book is the most important project now.’ Olga was in Vietnam geweest. Zij ziet China nog altijd als een groot gevaar. Zij zou ook nog een reis naar Indonesië willen maken, wellicht met behulp van Adam Malik, die ze uitstekend kent. Zij gaf me Oorlog en Vrede van Tolstoj in het Frans - wat ik aan Lex Poslavsky wil geven - en Mikhail Lermontov: Selected WorksGa naar voetnoot9. Bij het afscheid vertelde zij dat het Bolshoi Theater achteruit ging. ‘There are young people now, you know.’ Er was een conflict geweest rond de begrafenis van Aram Khatchaturian. Zijn kinderen wilden dat hij in Moskou begraven zou worden. Zijn eigen wens was in Yerevan, Armenië, zijn geboorteland. Uiteindelijk was de patriarch van de Armeense kerk naar Moskou gekomen en besloten werd dat hij in Armenië ter aarde zou worden besteld. Volodja toonde me vandaag het telegram van Raymond van den Boogaard waarin hij schreef dat ik kletsverhalen zou hebben opgehangen. Ik bracht de middag bij hem thuis door. Vladimir Feltsman, de pianist, wandelde ook binnen. Hij vertelde dat hij tegen een bevriende dirigent had gezegd weer te willen optreden en spelen. Hij werd vervolgens opgebeld door een impresario, die hem vroeg om 01.00 uur zich ergens te vervoegen om op te treden. Hij ging naar de aangegeven plaats waar twee officieren op hem wachtten en hem naar de derde verdieping brachten. Hij moest spelen voor ambtenaren van de Academie van de kgb, in een zaal die zo zacht verlicht was dat | |
[pagina 28]
| |
hij de gezichten van het publiek niet werkelijk kon zien. Hij speelde twee stukken van Rachmaninoff. Molchanov is druk in de weer met een boek over nazi-oorlogsmisdadigers die naar de vs zijn gevlucht. Verschillende van die figuren wonen in New York. Hij gaf me een knipsel uit de New York Post van 1 augustus 1977 waarin Boleslav Maikovsky wordt geïdentificeerd, wonende in Mineola, New York, die betrokken zou zijn geweest bij de moord op 25.000 joden in het getto van Riga, Litouwen. Hij gaf me een memo van zes pagina's met additionele informatie. Ik wil graag iets voor hem doen, maar hier heb ik erg weinig zin in.Ga naar voetnoot10 Om 21:00 uur werd ik opgebeld door Sergei, de jongen die ik gisteravond in de stad ontmoette. Hij vroeg of ik in vijftien minuten bij het Bolshoi theater kon zijn om samen op stap te gaan. Had zojuist een douche genomen en wilde vroeg slapen. Okay, in 30 minuten dan. Pieker er niet over. Ik vertelde Molchanov over Sergei. ‘Je hebt toch niets tegen hem gezegd?’ vroeg hij, het voor mogelijk houdende dat Sergei een spion was. Ik ben ook weer benaderd om honderd dollar tegen 200 roebel te wisselen. ‘Ik heb geen zin om naar Siberië te worden gezonden,’ zei ik tegen de jongen met een gouden voortand. ‘Niet jij, maar ik word naar Siberië gezonden,’ zei hij. Lees in Gaylin.Ga naar voetnoot11 ‘One of the traditional defenses against boredom is fantasy,’ schrijft hij. Of is het informatie? Gaylin spreekt over ‘fantasy intruding readily on reality’. Daar ben ik het mee eens. ‘When fantasy fails and when we feel stripped of stimuli, we begin to feel that special kind of restless anxiety that constitutes boredom. Nietzsche has said that “against boredom even the gods themselves struggle in vain.” Even the Gods? Especially the Gods! To know all, to have done all, to have seen all, to predict all - in an unending immortality through an endless infinity of time - would lead quickly from boredom to ennui and despair. Man is the savior of the gods.’ | |
11 mei 1980Sergei Pechatnov belt. Hij heeft zes hoofdstukken af. Deze kan ik bekijken. Er wordt aan het hoofdstuk Economie gedokterd. Edward Ivanian is er ook bijgehaald. Bezocht Tamara Sachnazarova en haar zeventigjarige moeder. Ik heb er wat gegeten maar voelde me niet goed. Alleen al de lading mayonaise op de sla met eieren maakte me misselijk. Ik | |
[pagina 29]
| |
ben echt ziek geworden en wat me zelden overkomt, ik heb overgegeven. Lag te rillen in bed, maar voel me nu beter. | |
12 mei 1980Droomde dat Beatrix en Claus aan het winkelen waren in Amsterdam en daar mejuffrouw Büringh Boekhoudt tegen kwamen. Ze brachten haar naar huis. Ik schrijf Peter; ben in gedachten bij hem. Craig Whitney publiceerde een artikel in The New York Times.Ga naar voetnoot12 Hij schreef dat het Kremlin zich verkeken zou hebben met de invasie van Afghanistan op de schade die dit aan de betrekkingen met het Westen en de vs zou berokkenen. ‘A strange mixture of emotions and motives goes into the formulation of Soviet foreign policy,’ schreef Whitney. Alsof dat aan de andere kant in Washington (of Den Haag, als dat mee zou tellen) niet gebeurt. Ik zit nu al enige jaren dichtbij enkele top-bronnen aan sovjetkant, de heren Arbatov en Jermen Gvishiani. Ik acht wat uit hun koker komt ten aanzien van internationale aangelegenheden verreweg superieur en meer in overeenstemming met de nieuwe realiteiten in de wereld in haar geheel, dan de onzin die er op alle niveaus in Washington (of Den Haag) wordt uitgekraamd. ‘Many experts (sic) in the United States,’ aldus Whitney, ‘are now trying to chart a new diplomatic course, and argue, that their mistake to believe in détente was the result of deliberate deception by the devious men in the Kremlin. As us skeptics point out, the traits of obfuscation and self-aggrandizement go back far before the Bolshevik Revolution.’ Volgens hem zouden de sovjets alleen maar doen alsof ze door de Amerikaanse reacties op Afghanistan verrast zouden zijn. ‘Soviet experts on the United States may actually give their masters in the Kremlin a very clear view of how Washington looks at the world. Soviet statements about not being able to understand the West are only an effort to confound their ideological enemies.’ Ik ken Arbatov, de voornaamste Washington watcher voor het Kremlin, nu toch negen jaar en heb hem uren, dagen maanden, jaren gesproken. Deze man is absoluut niet achterbaks. Craig Whitney projecteert dezelfde vooroordelen die overal in Westerse zenuwcentra worden gedebiteerd ten aanzien van Moskou. In 1978, schreef Whitney, vloog een groep Amerikanen onder begeleiding van sovjettolk Boris door de ussr om kennis met het land te maken. Nadat hij zijn gasten wat beter had leren | |
[pagina 30]
| |
kennen, vroeg Boris de Amerikanen: ‘“Who is it, who pushes the button in the United States and sets off these waves of anti-Soviet propaganda? Things go along nicely between us, and then, all of a sudden, your newspapers are full of stories about dissidents. Who tells you to do this?” For more than an hour, as the plane cruised above the valley of the Volga River, the Americans tried to explain: that, as a rule, press campaigns do not come about in the United States because the government wants them that news depends on events, that dissidents become stories mainly when the Soviet government, by its repressive actions, puts them in the news. “All right, all right,” Boris said. “But tell me - who pushes the button? National Security advisor Zbigniew Brzezinski, The cia? Who?” And the group realized, that Boris, for all his exposure to the us life and values, had learned nothing about free expression and debate in the United States.’ De ellende is dat Boris meer dan goed begreep hoe de vs in werkelijkheid in elkaar zitten, of hoe Den Haag in werkelijkheid in elkaar zit. In een gigantische reportage wordt op gezaghebbend niveau, in nog wel The New York Times, de Sovjet-Unie voorgesteld als geregeerd door imbecielen, inbegrepen de experts die zich met Amerika bezig houden. Maar wat Boris hier te berde bracht, was nu precies in de roos. Dat was wat mij keer op keer is overkomen met ‘de rode knop in Den Haag’ vanwaar opzettelijk gedirigeerde leugens en kwaadsprekerij kwamen om mij in een kwaad licht te plaatsen opdat niemand naar me zou luisteren of me serieus zou nemen. De vraag van Boris in de ussr sluit aan op de opmerking van professor J.A. van Hamel in 1961 jegens mij: ‘Wie de rode knop in Den Haag ontmaskert, bewijst het vaderland een grote dienst.’ Whitney beweert eveneens dat de twee voornaamste Sovjet-Amerika-experts, ambassadeur Anatoly Dobrynin in Washington en Georgii Arbatov in Moskou, geadviseerd zouden hebben, dat Moskou rustig Afghanistan zou kunnen binnentrekken. Op dit moment zal Arbatov mij als Westerse journalist nooit openlijk zeggen dat hij tegen die invasie heeft geadviseerd. Ik ken hem. Ik denk desalniettemin dat hij er tegen was. Het zou zelfs mogelijk zijn dat zijn hartaanval van vorig jaar te maken had met zijn verzet tegen de plannen Afghanistan te bezetten. James David Barber, professor in Political Science aan Duke University schreef: ‘Myth separates the ethical men from the boys.Ga naar voetnoot13 We cannot think of the Ten Commandments without | |
[pagina 31]
| |
picturing Moses, arrived at last on that mountaintop, his beard blowing in the wind as a Voice thunders through the chaos.’ Zij die serieus over politieke ethiek nadenken begrijpen het gevaar van mythologie. Het gaat erom te voorkomen ‘that not one myth can dominate all. Myth now diverges more and more from hard realities, waiting upward into airy anticipations and subjunctive suppositions [zoals Craig Whitney, wo]. Journalism Could, I think, call on old strengths to yank that story back down to earth. Journalism (at least - and especially - in its mythology) is strong on facts.’ Dit zijn onderwerpen, die ik in het boek met Georgii Arbatov had willen aanroeren maar waar we in de verste verten niet aan toekomen. Heb vandaag bijna twee uur met aartsbisschop Pitirim gesproken. Ik heb hem verteld een reportage over pater Alekseij te willen maken, waar hij mee akkoord ging. Ook oud-ambassadeur Alex Romanov ziet Carter nu als getikt. Hij herinnerde zich dat ik hem dit al jaren geleden in Den Haag vertelde. Hij vroeg of mijn boek met Arbatov werkelijk zou uitkomen ‘because the Americans have cancelled contracts before, that were signed with the stroke of a pen’. Wat me trouwens opviel, was dat diplomaat P.J. Wolthers van de ambassade erg verbaasd was te horen dat Komsomolskaya Pravda een interview met mij had gepubliceerd. ‘Wanneer was dit dan?’ Doet zo'n man maar alsof, of zitten ze werkelijk te slapen? Overigens schijnt Jan van Beek, toen hij hier als hoofdredacteur van de gpd was, een auto met chauffeur van de ambassade ter beschikking te hebben gehad. | |
13 mei 1980Heb curieus gedroomd. Anwar Sadat bracht een staatsbezoek aan Indonesië. Ik was mee met andere journalisten. Ook Dewi Sukarno was in Djakarta. We arriveerden op Istana Merdeka en Bung Karno ontving ons als vroeger, wat dus niet kan. Sukarno bevond zich aan de arm van een grote blonde Hollandse marinier, was zeer oud geworden, droeg een kaki regenjas en ik geloof dat hij niet meer goed kon zien. Dewi wilde het protocol verbreken en op hem af vliegen. Eerst wilde ik haar tegenhouden, en toen dacht ik: laat maar, als het echte spontaneïteit is. Bung Karno wees haar echter terecht en zei dat zij haar beurt diende af te wachten. Na afloop van de plechtigheid hoorde ik mijn naam roepen en Bung Karno riep me bij zich, zoals hij dat vroeger deed. Dit soort dromen doet mensen geloven in geesten en de besturing door bovennatuurlijke krachten. Toen ik tegen aartsbis- | |
[pagina 32]
| |
schop Pitirim zei dat zijn assistentes geloofden in reïncarnatie - wat de tolk zondag had gezegd - antwoordde hij dat het beter was de dromen van hysterische vrouwen niet te verstoren. Heb een uur met het reiscomité van de Russische kerk gesproken om de details van mijn bezoek aan het zuiden verder te bespreken. Arthur Schlesinger Jr., eens topadviseur van jfk schreef een onzinverhaal op de opiniepagina van The New York Times.Ga naar voetnoot14 Het eerste nadeel van de mislukte operatie van Carter in Iran zou zijn dat het Ayatollahregime hierdoor ‘verder in de armen van Moskou’ zou worden gedreven. Alsof het Kremlin de armen open houdt voor religieuze hysterici. Maar wat nog erger is, professor Schlesinger haalt het oude verhaal uit de hoed, dat Richard Nixon eens tegen Bob Haldeman, zijn assistent op het Witte Huis, heeft gezegd: ‘Bob, I want the North Vietnamese to believe I have reached the point where I might do anything to stop the war.’ Dus dat Nixon gaga zou zijn. Henry Kissinger schijnt nu ook te hebben gezegd: ‘Our adversaries will behave with more circumspection, if they think the president is crazy.’ Ik vertel al een paar jaar dat Jimmy Carter, de in Jezus herboren colporteur van Bijbels, echt gestoord is. Nu kunnen ze mogelijk hier in Moskou denken dat ik op de lijn van Nixon en Kissinger, en God beter het, van de cia zit om het Kremlin te misleiden. Volodja Molchanov heeft me bezworen nooit of te nimmer naar buiten te brengen, dat hij mij de telex van Raymond van den Boogaard heeft laten lezen, want hij zou er door in de grootste moeilijkheden kunnen komen, bij Novosti althans. Ik vroeg hem of hij bereid was André Spoor de waarheid te vertellen. ‘Natuurlijk zal ik aan Spoor zeggen wat er is gebeurd. Ik heb liever met eerlijke mensen te doen.’ Hij voegde er aan toe: ‘Deze Van den Boogaard is niet belangrijk. Ik zal wanneer ik in juni in Nederland ben zeker geen contact met hem opnemen.’ Hij had eigenlijk na ontvangst van het telegram een telex aan Spoor willen sturen met: ‘Wij vinden het vreemd een telegram te ontvangen waarin de ene journalist zich over de andere beklaagt.’ ‘Stel je voor,’ aldus Volodja, ‘dat een journalist van Le Monde ons een dergelijk telegram zou sturen over een journalist van Le Figaro? Ik denk trouwens dat Spoor op de hoogte was van de telex van Van den Boogaard en anders de bvd wel. Voor mij is de zaak afgedaan,’ aldus Molchanov. Hij wil ook proberen | |
[pagina 33]
| |
een reis voor Jan Cremer en Babette naar de ussr te regelen. Ik heb Jan dit geschreven en zal proberen hen 7 juni in Amsterdam samen te brengen. Ben een kopje koffie gaan halen in Hotel Intourist. Het Kremlinpaleis ligt er prachtig bij in de avond als je van de zijde van Leninsky Prospekt naar de stad rijdt. Bovendien is alles feestelijk verlicht. Ik herinner me dat toen ik Ronald Reagan met professor Arbatov besprak, hij scheen te denken, dat er met hem beter aan een herstel van betrekkingen tussen Moskou en Washington was te werken dan met Jimmy Carter ‘but I don't want to say that in the book’. Trouwens kolonel Jonathan Alford (iiss) heeft uit de tekst van het gesprek met hem geschrapt dat hij van mening was dat ‘The American society was not a mature society.’ Volodja Molchanov vroeg of ik tijdens het gesprek met de heren van de Russische kerk naar voren had gebracht ‘die dame’ in Tasjkent te bezoeken. Ik bevestigde dit. ‘Dat hebben ze meteen genoteerd en nu zijn ze aan de gang gegaan,’ zei hij. Zou dit waar zijn? Volodja vindt ook dat aartsbisschop Pitirim twee gezichten heeft. ‘Weet je wat je hem eens moet vragen? Hoe het komt dat je in onze boekwinkels nooit religieuze literatuur vindt. Die Bijbel die hij jou gaf en die ik nu dus heb, is nergens te krijgen. Wist je dat?’ Mijn tante Lies Poslavsky uit Den HaagGa naar voetnoot15 heeft me het adres gegeven van Tatyana, de dochter van Yuri Poslavsky, de broer van mijn tweede grootvader Ilya Poslavsky. Zij woont in Tasjkent. Ik wil proberen haar te bezoeken want sedert 1977 is er niets meer van de familie vernomen. | |
14 mei 1980Kon ik mam maar opbellen, zoals ik vroeger altijd deed. De lijn naar Londen is weer verbroken, dus ik kon Peter niet bereiken. De Berliner ZeitungGa naar voetnoot16 publiceert twee volle pagina's van een gesprek met Imelda Verrept, voormalig secretaresse bij het internationale secretariaat van de navo in Brussel, geïllustreerd met documenten. Het stuk is voorzien van fotokopieën van navo-documenten zoals een brief van 28 september 1979 voorzien van het stempel ‘geheim’ waarbij Luns rechtstreeks van het Amerikaans ministerie van Defensie in Washington instructies ontvangt hoe hij het besluit over navo-raketten van 12 decem- | |
[pagina 34]
| |
ber 1979 door de navo-raad zal moeten loodsen. De communistische propagandamachine probeert hier exact op dezelfde manier slaatjes uit te slaan zoals omgekeerd vanuit het Westen wordt gedaan ten aanzien van Moskou. De Amerikaanse Society of Newspaper Editors heeft een brief aan president Jimmy Carter geschreven om uitdrukking te geven aan de bezorgdheid dat de cia journalisten voor spionagedoeleinden inzet.Ga naar voetnoot17 Daar zouden de hoofdredacteuren in Madurodam ook maar eens mee op de proppen moeten komen bij Hansje Wiegel, maar die zou gewoon liegen, zoals hij trouwens heeft gedaan, dat het niet gebeurt. Ik bracht een bezoekje aan Craig Whitney in het kantoor van de The New York Times hier. Een verademing hier een normale, aardige Amerikaan te ontmoeten. Ik lichtte hem in over mijn boek met Arbatov en ook over diens reacties ten aanzien van Afghanistan. Mikhail Lermontov is nog geen 27 jaar oud geworden. Zijn moeder had landgoederen geërfd, en was gehuwd met een arme legerofficier. Mikhail werd door een tirannieke grootmoeder opgevoed nadat zijn moeder overleed toen hij twee jaar oud was. Van kindsbeen af aan trok hij zich het lot van in slavernij verkerende armen aan, in tegenstelling tot andere jonge mensen in zijn omgeving. Hij ging naar een internaat voor kinderen van adellijke families en in 1832 ging hij naar een school voor officieren. Hij werd officier in de Keizerlijke Garde. Hij dichtte toen al vier jaar. Hij beschouwde zichzelf ook als dichter. In 1837 werd Poesjkin in een duel gedood en deze gebeurtenis zou een onuitwisbare indruk op Lermontov maken. Hij wijdde er een gedicht aan dat de tongen los maakte en van hand tot hand ging. Lermontov werd erdoor beroemd, wat tsaar Nicholas i verontrustte. ‘The flame which had just been trampled out by the jack boots of autocracy flared up again with burning intensity,’ schreef Sergei Narovchatov in het boek dat Olga Chechotkina me had gegeven. Hij werd afgedankt bij de Keizerlijke Garde en naar de Kaukasus gezonden om dienst te doen als dragonder. Dit stond gelijk met een verbanning. Voor het eerst van zijn leven kwam hij als jongetje uit een upper class-milieu in contact met het werkelijke leven van de mensen in Zuid-Rusland. In 1840 schreef hij De held van onze tijd. ‘One of the great masterpieces of Russian prose,’ zegt Narovchatov daarover. Maar grootmama had nog altijd veel invloed en regelde zijn te- | |
[pagina 35]
| |
rugkeer naar Sint Petersburg. Hij raakte in conflict met de zoon van de Franse ambassadeur, die hij tot een duel uitdaagde. Het zou er niet van komen, want de Tsaar beschouwde Lermontov als een lastige en gevaarlijke jongeman en hij werd voor een tweede keer verbannen naar de Kaukasus. Ook Lermontov zou bij een duel omkomen. Maar het was een door de tsaristische autoriteiten opgezette valstrik. ‘In fact, it was the work of a regime totally ruthless in its methods of silencing its critics,’ aldus Sergei Narovchatov in een voorbeschouwing van het boek. Zoveel schijnen de regimes van de Russische tsaren niet te hebben verschild van de volksregimes van na 1917. Ging met Volodja mee naar zijn flat. Bij het binnenkomen nam hij de telefoon in de woonkamer op en zette die aan de andere kant van de gang bij de voordeur. ‘Teveel van wat ik hier in huis zeg, is tegenwoordig bekend bij apn-Novosti en dat hoor ik daar dan terug. Ze hebben toch al te kennen gegeven dat ik te open ben.’ Volodja wil er weg. ‘Ik ga liever bij een krant werken waarbij ik tijd heb om andere dingen te doen. Ik ben nu dertig jaar. Ik ben gevraagd om voor de televisie te werken. Maar wat heb je dan? Anderhalve minuut tekst. Wat is dat? Met een artikel kan ik tenminste gedachten tot uitdrukking brengen.’Ga naar voetnoot18 | |
ConservatoriumEr zit een lekkere kerel met een uitstekend lijf, boerenpoten, in leren laarzen niet ver van me af. Zijn aanwezigheid windt me op. Iets verderop valt een soldaat, met een coiffure bloempotmodel, in slaap. Er wordt een dubbel concert van Bach gespeeld. Als Volodja spreekt over de twee gezichten van aartsbisschop Pitirim, vraag ik me af of niet iedereen twee smoelen heeft. Kijk naar Voldoja 1 zelf, die mierzoet aan Pitirim zit te vertellen dat hij en Consuelo met Pasen voor zijn kerk stonden en door de ramen naar binnen keken. Volodja denkt dat Coen Korver, die hier voor de avro zit, door joodse organisaties wordt betaald ‘en misschien zelfs door de bvd’ om allerlei rapporten van dissidenten en andere ondergrondse mensen te verzamelen en naar het buitenland te smokkelen. Hij gebruikt waarschijnlijk Conny Brood voor deze activiteiten, die onlangs in moeilijkheden is gekomen omdat zij dergelijk materiaal bij zich gehad zou hebben. Dat ‘journalisten’ zich hiervoor lenen. Onbegrijpelijk. | |
[pagina 36]
| |
Nam bus 33 van de Lenin Library naar Hotel Academicheskaya. Maar, hemeltje, wat ruiken de mensen hier dikwijls vies. Ook uit de mond. Verkeerd voer. | |
15 mei 1980Ik droomde dat mijn vader overleed. Enkele dagen daarna overleed mam ook. Ik herinner me dat ik zei: ‘Zij wilde natuurlijk niet meer verder leven.’ In werkelijkheid zou mam nog acht jaar na zijn dood leven. Zal nooit begrijpen waar dromen vandaan komen, ook al zit het materiaal er voor in onze hoofden opgeslagen. Lag in bed te bedenken dat indien Volodja Molchanov zou meewerken (willen en kunnen), er een werkelijk schandaal zou losbarsten. Om te beginnen zou hij moeten getuigen dat Van den Boogaard hem inderdaad vertelde door de bvd te zijn benaderd nauwelijks een uur nadat hij op sovjetbodem was geland. Daarnaast zou Volodja meteen naar voren moeten brengen door bvd-agenten naar Antwerpen te zijn nagereisd met het aanlokkelijke voorstel zich als sovjetdissident in Nederland te vestigen. Wat zou meneer Wiegel daar voor weerwoord op hebben? Ik sprak ruim een uur met de Novosti-commentator Spartak Beglov. Volgens Beglov - in tegenstelling tot Arbatov dus - zou het alleen maar slechter worden wanneer Ronald Reagan op het Witte Huis zou komen. ‘Do you know that Reagan already has said that if the ussr would plot a coup in Saudi Arabia, the us should simply present an ultimatum to Moscow.’ Dat zou Richard V. Allen, de oud-medewerker van Nixon gezegd kunnen hebben. ‘Can you imagine,’ aldus Beglov, ‘we doing something with the Saudis? Apart from this ultimatum business it's ridiculous.’ Ik vertelde hem over het Psychohistorisch Instituut in New York en hoe er voor het eerst aandacht werd besteed aan de bovenkamers van politici. Ook vertelde ik over het project van minister Luis Alberto Machado in Venezuela om het intelligentiepeil van de massa op te krikken. ‘But Mr. Oltmans that is anti-Marxist, because we say, matter comes first: the existence of life first and then the “chip”.’Ga naar voetnoot19 ‘But, isn't our brain some three and a half pounds of pinkgrayish matter to begin with an undeniable part of our material existence? The neurochemistry in our heads is there, before we | |
[pagina 37]
| |
develop our psyche. There lays the barometer of our behavior,’ meende ik. ‘But look at clever and intelligent people, like David Rockefeller or Henry Kissinger. Look how they behave in the case of their old friend the Shah of Iran. They tried to save the Shah and moved the us in a war position. You cannot deny that minds are linked materially. So people, even people with brilliant minds, do nevertheless behave in an obsessed way to protect their own creations, their sources of profit, and their money. At the same time, they are promoting Darmouth Conferences - where your friend Arbatov is going now again - to maintain what they call “a dialogue with Communism”.’ Ik was verbaasd over de steek onder water aan het adres van Arbatov en dacht: de man begrijpt er niets van, it would be a long way to Tipperary om het hem te gaan uitleggen. Vervolgens heb ik een fantastisch gesprek met dr. Jermen Gvishiani gehad van bijna twee uur. Eindelijk. Daar heb ik lang naar uit gekeken. Hij begon met een lang exposé van een boek dat hij aan het schrijven was. Ik begreep er maar weinig van. Hij gebruikte een ‘integration system approach, because I donot want to use a mechanistic approach’. ‘Then,’ vervolgde hij, ‘we should deal with global problems and the question: where is humanity today? Then, I want to enlarge upon our knowledge in retrospective analysis, the holistic approach in science - in relation to practice in real life. Here I could speak of the Club of Rome, and it's efforts.’ Ik was nog steeds niet helemaal zeker of het ging om ‘ons’ boek, waar we nu al jaren over spraken en waar nog weinig van terecht is gekomen of dat hij een manuscript wilde maken en mij als ghostwriter erbij wilde betrekken, zoals hij herhaaldelijk voorstelde. Hij vertelde dat het boek van Aurelio Peccei, La qualità umana dat in 1976 bij Arnoldo Mondadori in Milaan is verschenen, nu ook in de Sovjet-Unie zal verschijnen. Gvishiani schreef er een introductie bij. Dat is het boek waar Aurelio in het voorwoord vermeldde dat hij slechts twee vrienden om raad had gevraagd bij het samenstellen van het manuscript, Alexander King, de medeoprichter van de Club van Rome en mij. Ik ben daar trots op omdat ik Aurelio als mens, en als industrieel, hoog achtte. Dr. Gvishiani stelde voor dat we tussen 4 en 6 juni verder aan de outline voor het manuscript zouden werken. Ik polste hem voorzichtig of hij misschien al afspraken met Robert Maxwell had gemaakt. ‘No, I follow your advise, we go with this book to New York.’ Ik gaf toe dat we ongetwijfeld in Amerika het | |
[pagina 38]
| |
best beslagen ten ijs zouden komen, òf met MacMillan òf met MacGraw-Hill. Omdat ik exact wilde weten waar we stonden, zei ik dat ik hem afraadde met ghostwriters te werken, gezien de ervaringen die ik met Arbatov had opgedaan. ‘It is often done in America, and it says “edited by so and so”,’ zei hij. ‘No, it is not necessary, I am not aiming at credit for myself. I help you with pleasure and will be glad to advise you wherever I can. Perhaps you can mention my collaboration in the foreword, like Aurelio did in his book. What I really would like, if we do work on the book together, is later to be able to conduct an interview in depth with you, some dozens of pages, a portrait.’ Toen ik dit later aan Volodja vertelde, zei hij dat slim te vinden. Gvishiani vertelde dat Robert Maxwell een poging had ondernomen hem in Wenen te spreken te krijgen. ‘You know, Maxwell is aggressive. He always wants to do things. Now he plans a magazine to cover us-ussr trade. He seems to have found an editor for it. But he needs additional collaborators in an advisory capacity, and with your permission, I would like to suggest your name.’ Ik antwoordde: ‘I would think that is very interesting, and I am grateful if you do, but perhaps the editor that was named will pick his own people so I don't mind if it would not work out in the end either.’ Ik stelde me Maxwells gezicht voor wanneer Gvishiani mij aan hem zou voorstellen, nu ik hem al geschreven had hem een onbetrouwbare basterd te vinden, wat hij natuurlijk ook is. Onvoorstelbaar dat Gvishiani überhaupt met die crook in zee wil gaan. Ik sprak over de omhelzing tussen Brezhnev en Carter in Wenen, wat nu ‘the kiss of death’ genoemd werd. Gvishiani: ‘I read some American general or admiral calculated that in Caesar's day a soldier cost 70 dollar cents, in Napoleon's time, 3.000 dollars, during World War i 21.000 dollars and during World War ii 200.000 dollars and so on. This was openly published in American media. I cannot understand the ethics of such talk. The situation between us is very dangerous at present. James Reston of The New York Times came to see me. He asked: “What can we do?” He added: “We must not think of today or tomorrow, but of the future.” Actually that is my approach too, especially in my book.’ Gvishiani was van mening dat de media in deze benadering het voortouw moesten nemen. Ik vertelde hem dat ik tegen Arba- | |
[pagina 39]
| |
tov had gezegd dat de Verenigde Naties eigenlijk, op aanvraag van Moskou, een speciale zitting dienden te houden om die zogenaamde ‘veiligheidsbelangen’ van Washington over de hele planeet voor eens en voor altijd afgebakend te krijgen met in achtneming van de belangen van anderen. Hij ging er niet op in en zei: ‘Perhaps a conference could be called in Vienna of key journalists, editors and television people on the subject of how the world could be saved.’ ‘Then Austria should arrange such a round table meeting not the us or ussr,’ zei ik. ‘That is why I suggest Vienna, because Kreisky would be in for it. Perhaps when you meet him again it could be suggested.’ Gvishiani keek er heel ernstig bij en zei trouwens dat wanneer hij zelf Bruno Kreisky weer zou ontmoeten, hij dit onderwerp zou aansnijden. Pas bij vertrek bracht ik het onderwerp van Transol ter sprake. ‘Yes, they sent us a telex, but I am very disappointed. They simply summed up the companies within their own company framework. No, forget about any serious business with Transol.’ Dit irriteerde me. Ik zei hem het hiermee oneens te zijn. Ik zal Dirkx opnieuw moeten telefoneren. Ik heb dit later gedaan om te ontdekken dat het kantoor vanwege Hemelvaartsdag gesloten was, ook zoiets absurds in 1980: Hemelvaart! Volodja Molchanov is ermee akkoord gegaan dat ik de zaak Raymond van den Boogaard met de heer Fedijashin, de één na hoogste baas van apn-Novosti, openlijk bespreek. Hij is bereid te getuigen wat Van den Boogaard over de bvd opbiechtte. ‘Ik schenk dat aan jou,’ zei hij. Ik probeerde dus meteen mee te nemen dat de bvd hem naar Antwerpen was nagereisd om hem over te halen uit de ussr te drossen en zich als dissident in Nederland te vestigen. ‘Wanneer je dat vertelt zie ik jou in geen tien jaar meer,’ aldus Volodja. Daar is het dus nog te vroeg voor. ‘Wanneer je deze zaak openlijk met Fedijashin bespreekt, zal het voor jou gemakkelijker worden ook andere mensen hier op het niveau van Arbatov te ontmoeten,’ meende Volodja. Dat kon me verder geen ene moer schelen. Waar het mij om gaat, is kristalhelder te maken dat Spoor en Soetenhorst mij vroegen een asshole binnen te brengen, die vervolgens misschien wel, misschien niet met de bvd samenwerkt. En is het ronduit belachelijk dat de bvd de grote broer in Washington probeert na te apen en journalisten voor spionage in te zetten. In de vs bestaat hier een levendige discussie over, in Den Haag slaapt men er doorheen. | |
[pagina 40]
| |
Volodja en Consuelo Molchanov schijnen wel over emigratie te hebben gedacht, net als Volodja en Anja Feltsman. Volodja vertelde: ‘Toen ik een paar jaar geleden genoeg had van alles en tegen mijn moeder zei dat ik met Consuelo naar Spanje wilde gaan, antwoordde zij: “Ga je gang, maar ik pleeg zelfmoord.” Als je moeder dat zegt, ga je dus nooit.’Ga naar voetnoot20 Volodja Feltsman had bericht gekregen zich bij de politie te melden. Via eigen contacten was al naar hem uitgelekt dat hem te verstaan zou worden gegeven dat hij geen toestemming kreeg om naar Israël te emigreren, dit als opstapje naar Nederland of de vs. ‘I am not a dissident,’ zei Volodja Feltsman tegen mij, ‘I just want to leave.’ Hij vervolgde: ‘Now I can start trouble for them by organizing international Jewish organizations to agitate on my behalf’ Ik stelde hem voor dat ik hem bij Craig Whitney van The New York Times zou brengen. Ik meende aan Volodja Molchanov te merken, dat hij verscheurd werd door loyaliteit aan zijn vriend Feltsman en loyaliteit aan de ussr. | |
16 mei 1980Dr. Jermen Gvishiani had verteld dat de Zwitserse ambassadeur hem was komen opzoeken om te spreken over de Russische gaspijpleiding naar West-Europa. En wat doet Van Agt, onze peperdure mijnheer in Moskou? Hij is niet eens op de hoogte van de Transol-bezoeken, of doet alsof. Volodja vertelde dat de Oostenrijkse ambassadeur in een gesprek op de Russische televisie ‘vlekkeloos Russisch’ had gesproken. ‘De man sprak even goed onze taal als ik, wat betekent dit? Dat Oostenrijk ons serieus neemt,’ aldus Molchanov. Ik voerde een gesprekje op de ambassade over mogelijke assistentie bij de aanvraag van Volodja Feltsman om naar Israël te vertrekken. ‘Ik mag hier niets over zeggen,’ aldus de consul. ‘Alle vragen aangaande Israëlische emigratie moeten uit Wenen komen.’ Hij wilde wel kwijt dat de emigratie van joden was teruggelopen. Ook vroeg ik een brief door te geven aan oud-ambassadeur Kasper Reinink op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Op het usa Instituut had Sergei Plekhanov een nieuwe openingsvraag bedacht voor ‘mijn’ manuscript met Arbatov. Ik zei dus onmiddellijk: ‘Geen sprake van’. We werden het eens over de titel van het boek: Détente or Cold War iii? De openingsvraag zou dus moeten zijn: Are we now in World War iii? | |
[pagina 41]
| |
Er was weer gedonder met mijn auto vanmorgen. Een medewerker van Arbatov zei: ‘Someone is trying deliberately to spoil your visit.’ Chauffeurs die niet op komen dagen bieden later de meest walgelijke smoesjes aan, want ze weten toch zeker dat ze niet zullen worden ontslagen en gewoon worden doorbetaald. Dat zou je in New York moeten proberen. Je staat binnen de kortste keren op straat. Soms word ik wel doodziek van alles in dit land en raak dan in de stemming om nooit meer terug te willen komen. Voerde een gesprek met de heer Konkov, de Engels sprekende tolk, die mij zal begeleiden op mijn reis als gast van de Russische kerk. Ik lunchte met oud-ambassadeur Alex Romanov en Nikolai Pankov van het Comité voor Europese Samenwerking. Pankov meende dat ik met de ambassadeur een boek zou moeten schrijven over zijn vijfjarige ambassadeurschap in Nederland. Hij is zelf bezig een boek te schrijven over zijn eerdere ambassadeurspost in Lagos, Nigeria. Ik voel er best voor. Pankov vroeg Romanov hierop hem een fles Franse cognac te geven voor het aandragen van het plan voor memoires uit Den Haag. Romanov zei dat Dirk Keijer in Nigeria ‘a marvelous job’ deed en betrokken was bij een contract van miljoenen dollars. Ik belde met Peter in Londen. ‘Wat verwen je mij,’ zei hij. ‘Eerlijk gezegd verwen ik mezelf,’ zei ik tegen hem. Hij is zeer geïnteresseerd in wat ik zal meemaken op mijn reis naar Russische kloosters. Hij vertelde gehoord te hebben dat mevrouw Fatmawati Sukarno, de moeder van Guruh en Sukmawati was overleden. | |
ConservatoriumDe Braziliaanse pianist rolt over zijn noten. Fabelachtige techniek, maar hij gunt zich niet de tijd. De overgangen van forte naar piano zijn te sterk, niet mooi. Droomde weg en dacht aan hoe broer Theo met Nellie zit opgescheept, broer Hendrik Alexander een meisje als dochter aannam en ik ‘heb’ Peter. Dan eindigen mijn gedachten bij mam en hoe diep teleurgesteld zij moet zijn geweest geen kleinkinderen te hebben gekregen. Het zou onverantwoord zijn geweest, zeker in mijn geval. Na het recital een rustige, heerlijke avond bij Volodja en Consuelo Molchanov thuis. Uren gepraat. Consuelo zei niets tegen homoseksualiteit te hebben, maar het jammer van mij te vinden. Op televisie volgden we de conferentie in Wenen en de toespraak o.a. van Andrei Gromyko. ‘Die man spreekt lelijk en | |
[pagina 42]
| |
vreselijk slecht Russisch,’ zei Volodja. Zijn moeder belde vanuit haar vakantie in Sochi. Hij is zeer aan haar gehecht. Hij dacht dat ze me niet in Volokolamsk zouden laten overnachten vanwege de slechte sanitaire voorzieningen. Ook hebben we overlegd of ik via Fedijashin misschien meer informatie zou kunnen krijgen over Nederlandse journalisten, die zich hier eerder door de spionagediensten hebben laten gebruiken, zoals Karel van het Reve en Tony Dake. André Spoor belde op en scheen van zijn recente ziekte genezen. Ik heb al mijn activiteiten haarfijn met hem besproken, ongeacht de luistervinken hier en aan Hollandse kant. Ik vertelde over de lunch met Romanov. Vele landen dingen mee naar Russische energie, behalve Nederland. Ik vertelde ook dat Romanov denkt dat de sovjets geen nafta-kantoor in Rotterdam zullen vestigen, omdat Den Haag niet toestaat dat er sovjetdirectieleden zouden zijn, in tegenstelling tot België. Reeds twintig procent van de sovjetschepen die Rotterdam aandeden, zijn nu naar Antwerpen verlegd. Dit percentage zal nog verder worden verhoogd. We missen voor de zoveelste maal de boot. Ik adviseerde hem om met de heren Onderdijk en Dirkx van Transol te gaan praten. Hij vertelde met Vladimir Opalev, de persattaché en nu eerste secretaris van de ambassade, te hebben geluncht. Spoor werd uitgenodigd om een reis naar de ussr te maken in de herfst. Ik schreef hem bovendien een brief om te helpen mijn Berufsverbot, door Soetenhorst bij nrc Handelsblad opgelegd, op te heffen. Ook verzekerde ik Spoor dat Volodja Molchanov bereid was tegenover hem te bevestigen dat Van den Boogaard wel degelijk de stunt had uitgehaald die ik heb vermeld in De Journalist. Ik gaf dus aan dat de ontkenningen van deze Boogaard alles slechts beroerder voor hem maakten, zeker in Moskou. Ik meldde niet dat Van den Boogaard dat walgelijke telegram over mij naar Novosti had gestuurd, want dan zou Volodja op dit moment in moeilijkheden komen. | |
17 mei 1980Ik las een artikel over Claude Picasso. De enige liefde van de schilder was zijn werk. ‘Each woman thought she was the one and only Madam Picasso, but he lived for nothing but himself,’ aldus een advocaat van Picasso in de The New York Times.Ga naar voetnoot21 ‘It is true, that he painted only the woman he was with, but that is because she was there, not because she was the center of his | |
[pagina 43]
| |
universe.’ Het doet me allemaal aan Bung Karno denken, wiens liefde Indonesië was. Ik reed met de tolk Fyodor Konkov naar Volokolamsk en vandaar naar het dorp Spas waar Alekseij Averiynov de priester was, die ik tegen iedere prijs wilde spreken. Het zou voor mij een der meest waardevolle en bijzondere dagen ooit in de Sovjet-Unie worden. We lunchten samen en hebben vele uren van gedachten gewisseld. ‘Laat ik beginnen met je te vertellen,’ begon Alekseij, ‘dat ik tot mijn eenentwintigste jaar nog nooit in een kerk was geweest. Iedereen in mijn familie studeerde. Ik zat zelf op een technisch instituut. Pas toen ik eenentwintig was ben ik in Moskou door een tachtigjarige priester gedoopt.’ ‘Wat bracht je tot die stap?’ ‘Ik heb er eigenlijk geen rationele verklaring voor. Sinds mijn kinderjaren was ik eigenlijk het meeste geïnteresseerd in creativiteit. Maar het probleem van scheppen kan eigenlijk alleen maar door Christus worden opgelost.’ ‘Bedoel je eigenlijk door kosmische krachten?’ ‘Het begint met de opvoeding van het kind en eindigt bij de kosmos.’ ‘Begint het niet bij de kosmische krachten om te eindigen bij het kind?’ draaide ik het om. ‘Het Russische bewustzijn aanvaardt alles, te beginnen bij deze vork en lepel tot en met de kosmos.’ ‘Het is het oude verhaal wat eerst kwam: de kip of het ei.’ ‘Wanneer we in deze termen verder spreken dan hebben we ook de hele avond nog nodig,’ meende Alekseij. ‘Nou, ik denk tot morgen en dat zou me de gelegenheid bieden in Volokolamsk te slapen in het bed van aartsbisschop Pitirim. Misschien word ik nog wel een heilig man door daar de nacht door te brengen,’ grapte ik. ‘Ja, inderdaad, dat is mogelijk.’ ‘Wat is het voornaamste thema in het leven van een orthodoxe priester?’ ‘De daad der schepping. Het Westerse denken en de Westerse opvoeding is gebaseerd op leren en naar school gaan. Voor ons is een woord een magisch symbool dat de wereld beschrijft en weergeeft. Zulke woorden zijn op de eerste plaats dienstbaar aan de orthodoxe kerk en de liturgie. Woorden hebben een belangrijke betekenis. Daarom is de liturgie voorde orthodoxe priester van diepe betekenis. Dit onderwerp was van kind af aan in mijn gedachten. Ik vroeg me wel eens af of ik filosofie | |
[pagina 44]
| |
zou gaan studeren. Tot ik me de vraag stelde: waarom word ik geen priester? Woorden maken dood: de geest doet leven. Dat was een reden. Er is maar een woord vlees geworden, zoals Johannes de theoloog zei, en dat is de scheppende gedachte Gods, Jezus Christus.’ ‘Ik vind dit moeilijk te volgen. De vlucht in het geloof heeft iets van psychische hygiëne, een vorm van geneesmiddel voor het onbegrepene in de kosmos.’ ‘Voor jullie in het Westen is God gestabiliseerd en traditioneel. Voor ons is God het leven zelf zonder een opdeling in andere categorieën. Dit is een doorlopend en voortdurend proces waarmee ik me als dorpsmagiër bezighoud. De magiër moet met woorden kunnen genezen.’ Ik vertelde dat hij geboren werd toen ik van Yale kwam en me afvroeg wat ik in het leven zou gaan doen. Alekseij trouwde toen hij negentien was. Op zijn eenentwintigste kwam hij bij de kerk. Hij had tijdens zijn opleiding tot priester werkjes gedaan als de kerken schoonmaken en aan tafel bedienen. Geleidelijk aan kon hij de priesters assisteren bij het opdragen van de mis, en mocht hij voor de wierookpotten zorgen. Aartsbisschop Pitirim heeft hem tot 1978 bij zich in de buurt gehouden alvorens hem het kerkje in Spas te geven. ‘Mijn leven speelt zich nu geheel rond mijn kerk af. Er zijn natuurlijk op bepaalde feestdagen extra diensten, maar mensen komen iedere dag naar de kerk, soms met hun kinderen, en bespreken hun problemen. Dan is er de zorg voor begrafenissen. Ik lees en mediteer veel.’ ‘Schrijf je ook?’ vroeg ik hem. Maar hij negeerde de vraag. ‘Ik breng ook veel huisbezoeken. Ik kom dikwijls bij de smid in het dorp. Hij heeft een koe. Ik haal daar melk. Hij vroeg me laatst eens: “Bestaan er heksen?” Hij kan met woorden een cirkel in hout trekken. Ik heb het gezien. Ik denk dat het een erfelijk verkregen gave is.’ ‘Geloof je in parapsychologie?’ haakte ik daarop in. ‘Wat bedoel je?’ Ik deed een verhaal over Gerard Croiset. ‘In de orthodoxe kerk hebben we een apart boek met verschillende gebeden voor afzonderlijke gebeurtenissen. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat wanneer iemand ziek is, hij naar de priester moet gaan. Deze zal olie toedienen en je wordt beter. De orthodoxe priester heeft de parapsychologie of andere occulte wetenschappen niet nodig. Het enig noodzakelijke is geloof en vertrouwen op God. Bij godsdienstige overgave zal alles in orde komen. Dat geloof ik. Wat is een geestelijk leven anders | |
[pagina 45]
| |
dan een gevoel voor God, werken voor God en de energie die door vasten wordt verzameld om het leven te herenigen met Christus? Het geestelijke leven van een orthodoxe priester is het mooiste leven dat ik ken. Priesters zijn bovendien optimisten.’ ‘Aartsbisschop Pitirim denkt dat je weer naar Moskou zal terugkeren.’ ‘Daar pieker ik niet over. Hier leef ik,’ zei hij resoluut. ‘De aartsbisschop is nu vijftig jaar oud. Misschien ziet hij je wel als een mogelijke opvolger.’ ‘Dat kan niet, want ik ben getrouwd en heb drie kinderen, dus ik kan nooit bisschop worden.’ Hij vertelde wel elf kinderen te willen hebben. Het schijnt ook te zijn voorgekomen dat getrouwde priesters met toestemming van hun vrouw zich als monnik in kloosters hebben teruggetrokken. ‘Mijn hele bewuste leven heb ik ervan gedroomd een priester in een dorp te zijn. Waarom zou ik ambiëren in een flat in Moskou te wonen? Het leven van een priester speelt zich voor een belangrijk gedeelte in stilte af. Denk maar aan wat Dostojevski hierover heeft geschreven, zoals het verhaal van de monnik in zijn boek over de heilige mannen van Rusland. Hij schreef over de invloed van de stilte vanuit de Russische kloosters op de Russische cultuur. Een monnik heeft enorme invloed gehad op het spirituele leven van Dostojevski.’ Het hele culturele leven van Rusland draaide vroeger om de kerk en de kloosters. ‘God en de kerk zijn idealen die het leven voor ons belichamen. Voor ons is God de mogelijkheid om onszelf in realiteit uit te drukken,’ zei hij. ‘Hoe kan je God met het werkelijke leven vereenzelvigen? Misschien, als je een vlinder in een veld gadeslaat, ja. Maar in het dagelijkse leven bevinden we ons in een goddeloze jungle. God met leven vereenzelvigen is een illusie.’ ‘Ik aanvaard niet dat men op die manier naar de wereld kijkt. Voor mij is de wereld een samenleving waar een ieder zich in overeenstemming met talent en mogelijkheden manifesteert. Het materiële leven werd steeds onbelangrijker al naar gelang ik me op het spirituele concentreerde. Ik heb een religieuze vriend in New York en ken een monnik in San Francisco. Ik hoop nu ook een vriend in Amsterdam te hebben.’ ‘Zeker, voor altijd,’ zei ik hem. ‘Vandaar dat ik de wereld beschouw als een plaats waar vrienden in leven, geen jungle. Mannen met gelijkgestemde meningen en emoties, niet gebonden aan tijd en plaats.’ | |
[pagina 46]
| |
‘Je ziet de wereld aldus vanuit het dorp Spas. Je leeft een dorpsdroom.’ ‘Ja, samen met honderd mensen en drie koeien.’ ‘Daarom zie ik de wereld als een jungle, vies en leugenachtig, waar men neutronenbommen maakt.’ Omdat hij op dat moment per ongeluk zout in zijn koffie deed, zei ik: ‘Zie je wel dat je een dromer bent.’ ‘Weet je dat Mount Athos in Griekenland en het klooster aldaar van de Russisch-orthodoxe kerk een belangrijke rol speelt in het spirituele leven van Rusland? Volgens de traditie koos de moeder van God die berg als haar vaderland. Daarom wil de traditie dat veel Russische monniken eerst een aantal jaren naar Athos gaan om daar te bidden.’ ‘Waarom kijk je bij dit verhaal zo intens ernstig?’ ‘Vind je dat?’ vroeg hij verbaasd. ‘Ja. Wanneer iemand zo diep ernstig kijkt, denk ik dikwijls dat dit hand in hand gaat met een diepe eenzaamheid.’ ‘In mijn geval is een andere uitleg mogelijk. In sommige stadia van een leven wordt eigenlijk de helderheid van het hele leven pas duidelijk. Wat is orthodoxie? Het is je hart uitstorten in gebed, huilen in gebed en je hele wereld verandert. Dat is het verschil tussen ons geloof en de Westerse wijze van geloven.’ Het was alsof ik deze jongeman al mijn hele leven heb gekend. Als journalist moet ik proberen een brug te slaan tussen Alekseij en mijn lezers. Ik moet proberen mijn ontmoeting met hem zodanig te schilderen dat zij kunnen genieten waar ik op dit moment van geniet. Dit waren gedachten tijdens ons gesprek. Om die reden moet ik zorgen ook voldoende foto's te hebben om hem aan mijn lezers te kunnen tonen. ‘Ik reis over de hele wereld en bezocht Patrice Lumumba en Fidel Castro. Maar voor mij ben jij zeer speciaal,’ zei ik tegen Alekseij. ‘Ik voel me bijna machteloos om werkelijk over te dragen wat jou in je diepten beroert. Een chirurg zou heel diep met zijn apparatuur moeten gaan om erbij te kunnen komen. Jij spreekt over het diepste mysterie van de Russische kerk en beschrijf dus de historie van Rusland met wat je me nu vertelt.’ Ik denk dat deze jongen het heel ver kan brengen. Ik heb Raspoetin natuurlijk niet gekend, maar hij lijkt over soortgelijke krachten te beschikken. ‘Je bent geïnspireerd Alekseij, je zult het woord van je geloof uitdragen.’ ‘Als de militie me tenminste er niet van zal weerhouden,’ antwoordde hij tot mijn verbazing. | |
[pagina 47]
| |
Alekseij onderstreepte hoe dierbaar de berg Athos voor Russische priesters was. Er was een Duitse zaagmachine neergezet en een houtfabriekje in bedrijf gekomen. Ik vroeg hem waarom hij geen monnik was geworden en ongetrouwd gebleven. ‘Toen ik me aan het spirituele leven ging wijden,’ antwoordde hij, ‘wist ik niet dat je ook monnik zou kunnen worden.’ Ik had het met de jongeman te doen. Natuurlijk houdt hij van vrouw en kinderen, maar ik vermoed dat hij eigenlijk ‘een geboren monnik’ zou hebben kunnen zijn. Ik vroeg waar zijn lange haar van vorige week was gebleven. Zijn vrouw had er een flink stuk van afgeknipt, wat eigenlijk afschuwelijk was. Dit zei ik hem ook. ‘Ach, ik besteed niet veel aandacht aan de lengte van mijn haar,’ zei hij. ‘Toch zie ik in je diepste diepten een echte monnik,’ hield ik aan. ‘Het hangt ervan af wat je onder een monnik verstaat. Ze zeggen dat monniken in de laatste jaren van hun leven niet in kloosters leven maar zich juist onder de mensen mengen. Voor aartspriesters zijn vrouwen juist dikwijls een grote steun. Ik beschouw het leven van priesters in onze kerk voller en door God gegeven, juist omdat het toegestaan is een gezin te hebben.’ Ik benadrukte nog eens dat ik ondanks alles de indruk bleef behouden dat hij diep in zijn hart alleen was, antwoordde hij: ‘Een echte man voelt zich altijd alleen.’ Ja, maar is Spas met de oude dametjes die hem in dit kerkje de zegen komen vragen de juiste plek om partners for the mind te vinden? ‘You have many illusions,’ zei Alekseij. ‘Amerikaanse psychologen zijn van mening dat de economie van de mind juist illusies uitstekend kan gebruiken. Maar waarom zegt hij opeens dat ik op illusies zou drijven,’ vroeg ik tolk Konkov. ‘He said that only to warm you up to have a fruitful discussion,’ meende de tolk. Dat geloofde ik niet, ook omdat ze zagen dat ik nijdig werd over die illusies, zeiden ze maar wat. Ik hield vol dat ik hoopte dat hij deze plaats weer spoedig achter zich zou laten en in de bewoonde wereld zou komen vooral to be able to enrich his mind with addition input. ‘There are two ways in acquiring knowledge. One: acquiring information from the outside, and two: the way of the spirit. When a man gets knowledge from God directly, without in- | |
[pagina 48]
| |
terruptions, without intermediary, he does so in prayer and liturgy,’ meende Alekseij. ‘Alright, but it is not enough.’ ‘Well, it is enough, since it opens the way to many new ideas and works. It is the only complete way.’ ‘Knowledge from God?’ ‘Yes, that is the perfect way. The first method is to acquire outside information, which is always emotionally colored.’ ‘But are your prayers not filled with emotions too?’ ‘In our country it is said that when prayers are filled with emotions, it is wrong.’ ‘But the mere fact that you pray is an emotion, no? The deepest possible emotion, perhaps, is prayer.’ ‘We don't apply the term emotion to prayer. We don't do that. Let me clarify this. For instance, when a youth prays for his girl's salvation, this is an emotion, but does not much reflect a true prayer.’ ‘For some problems it is better to go and see a psychiatrist,’ onderbrak ik hem. ‘Recently I was saying prayers for a dead man. There were some women around, but also one man stood nearby. He watched attentively what I did and said. What astonished me, was his spirit of almost beyond this world that he radiated. Russian men are always near God, even in drunkenness, as an experience of magicians. They create a world and surroundings according to their own wishes. We pay too much attention and time to men already dead and to little attention to those around us. There is no atheism in Russian men.’ ‘What?’ vroeg ik verbaasd. ‘There is no atheism at all. Atheism does not exist in Russian conscience. There is perhaps unawareness. But there is not such a thing as unbelief.’ ‘It sounds so simple. Are you sure?’ ‘Religion is life itself. The experience of my two years in a village church tells me the same thing. The star will come from the East.’ ‘What do you mean? From Bethlehem?’ ‘It will come from Jesus Christ.’ Hij vertelt negen maanden in het beroemde klooster in Pskov to hebben gewoond. ‘Ik was veehoeder, als een cowboy, op de boerderij van het klooster.’ ‘You lived with priests?’ | |
[pagina 49]
| |
‘No, I was a student. In order to facilitate my route from normal life to priesthood I became a herdsman.’ ‘Where was your wife, milking cows?’ ‘No she was in Moscow. Every three months I would go home.’ ‘With my average I would have to go home every three or four days.’ ‘We have a magazine published by the church. There was an article about an old bishop who had served the church for fifty years and he had twelve children.’ ‘Those days there was no pill.’ ‘He must have been an erotically passionate man. Nevertheless: he had not come more often to his wife then the number of children they had, twelve times.’ ‘How unhealthy,’ meende ik. ‘Before going to his wife to have sex, he would say a special prayer asking God whether it was alright to fuck.’ ‘Father Alekseij,’ zei ik tegen tolk Konkov, ‘is now telling pornographic stories’ ‘I read it in the church bulletin. I am only telling what I read there.’ ‘I am going to Pskov. Do you think I can speak with the monks there?’ ‘I am sure it will be alright.’ Hij nam me mee naar zijn kerkje alvorens de mis begon. In de oorlog was hier gevochten. Er zaten kogelgaten in sommige iconen. Hij liet me ook het altaar zien en zei: ‘Het hele spirituele leven van een priester speelt zich rond het altaar af. Zijn gebeden, zijn meditatie, alles komt van hieruit.’ ‘So I am standing now in your womb, in your kingdom,’ merkte ik op. ‘My heart,’ antwoordde Alekseij. ‘These old Russian icons show the aura's we spoke of before,’ ging Alekseij verder. ‘Spiritual realities were portrayed very well in the 14th and 16th centuries. The lights these people saw are depicted. Yoga's say that aura's are made of different colors. It depends on the intensity of passions. The golden color is just a token of spirituality. Actually we have too much gold in our churches. This is not done to demonstrate Byzantine riches, so to say, but the life of the spirit. For the Lord a blinding white light is presented, the illumination of the holy spirit. We feel here the great spirituality of man and can define it even in a spiritual way. In the Eastern empires the mystics say during prayers that they observe around the head of a man reverbera- | |
[pagina 50]
| |
tions of air, like fireworks. Such a light is presented here,’ wees hij me aan bij een icoon. Even later omhelsde ik hem in zijn eigen heiligdom. Hij verdween even achter het altaar en kwam met een beeltenis van een icoon terug. Tijdens de dienst schreef ik stilletjes in mijn dagboek. De oude kosteres stak de kaarsen aan terwijl Alekseij zich gereed maakte voor de vespers van vijf uur. Zijn zoontje wandelde binnen en leek ook te helpen. Hij sloot een zijdeur, terwijl de vader het altaar bewierookte. Ik zal deze kostbare momenten en hoogst uitzonderlijke middag nooit meer vergeten.Ga naar voetnoot22 Ik heb moeite straks weer te vertrekken. Ik zou een week hier willen blijven en praten, praten, praten, alles in me opnemen, voor altijd. | |
18 mei 1980MoskouBen naar het Ukraina Hotel verhuisd. Volodja Molchanov heeft de heer Konkov uitgelegd hoe hij het beste met me kon werken. ‘Konkov denkt dat ik minstens een majoor van de kgb ben,’ zei Volodja, wat ik niet helemaal begreep. Mijn programma als gast van de Russische kerk was kort en bondig. We zouden om 17:00 uur per trein naar Pskov vertrekken voor een verblijf in de oude kloosters. Ik arriveerde met de heer Konkov op het station, denkende, zoals ik zo dikwijls met Volodja had gehad, een trein met nachtcouchettes naar Pskov te zullen krijgen. In werkelijkheid betraden we een apenkast van voor 1940, zo'n Bello-treintje waarmee we als kinderen van Den Dolder naar Baarn op en neer reisden. Er lagen wat dekens in de bagagerekken. Het was vies en smerig. De bedoeling was op houten banken van een beetje ronde planken de nacht door te brengen. Trein 17! Aarzelde, maar vroeg de heer Konkov of hij zich een idee kon vormen wat ik dacht. | |
[pagina 51]
| |
‘Nee.’ ‘Wilt u weten wat ik denk?’ ‘Ja.’ ‘U begrijpt waarschijnlijk wel dat ik echt niet van plan ben de nacht op die manier door te brengen. Ik begrijp bovendien niet hoe u me dergelijk “comfort” durft aan te bieden. I am travelling for pleasure, not for punishment.’ We pakten ons hele boeltje weer op en namen een taxi regelrecht terug naar het Ukraina Hotel. De arme man protesteerde in alle toonaarden. Er zou geen kamer zijn en de monniken kwamen voor niets om 05.00 uur morgenochtend ons van de trein halen. Hij verkeerde in paniek in dit land waar alles bureaucratisch is geregeld. Er was inderdaad in het Ukraina Hotel geen kamer. De heer Smirnov van het bureau van aartsbisschop Pitirim, mijn gastheer, adviseerde dat we de Nederlandse ambassade maar moesten bellen om een kamer te krijgen. Alle kamers in Moskou waren besproken. De ussr, grootmacht anno 1980. Ik legde uit dat nu aankloppen bij de ambassade koren op de molen van de antisovjetdiplomatie zou zijn en dat er een patriottistische oplossing gezocht diende te worden. ‘Past u even op mijn bagage,’ vroeg ik Konkov. Ik ging naar de receptie en legde een visa-card neer. Er was voor dollars natuurlijk ogenblikkelijk een kamer, even afschuwelijk overigens als voor roebels van de kerk. | |
19 mei 1980Zou het liefst nu naar huis gaan na al het gedonder. Tenzij we Pskov en Leningrad nu verder overslaan en we meteen naar het zuiden naar Odessa kunnen vliegen. Konkov zei dat men op het kantoor van Pitirim zeer verbaasd had gereageerd en dat men nu helemaal mijn reis niet meer wenste te regelen. Helaas. Aartsbisschop Pitirim zond een auto en nodigde me uit voor de thee. Ik werd onmiddellijk in zijn werkkamer gebracht en iedereen moest wachten. Hij ontving me eerst koeltjes en begon te vertellen dat ik hem in een zeer moeilijke positie had gemanoeuvreerd door naar Alekseij te willen gaan in Spas, want eigenlijk was mijn vergunning slechts voor Volokolamsk geldig geweest. Spas lag midden in de geheime verdedigingslinie van Moskou en indien een militaire patrouille onze auto had aangehouden voor controle en mij zou hebben gevonden ‘you would have been immediately sent to Amsterdam’. Wel, wel. Ik zei dat ik nooit militair was geweest, niet kon schieten en nog nooit een neutronenbom had gezien. ‘Spas is eighteen ki- | |
[pagina 52]
| |
lometers from Volokolamsk and therefore it was forbidden territory,’ aldus een ernstige aartsbisschop. Ik had met Alekseij in Volokolamsk moeten blijven. Vervolgens het hete hangijzer, de afschuwelijke trein naar Pskov. Volgens Pitirim was het normaal dat men op reis in de wereld wel eens minder comfortabel reisde. Ik antwoordde dat toen ik dertig jaar was en op de fiets in Leopoldstad in Congo zat, me dit geen moer kon schelen. Maar ik was inmiddels 55 jaar geworden en wilde het wat gemakkelijker doen allemaal. Ik was tenslotte op stap voor mijn plezier. Intussen stopte hij een enveloppe in mijn handen om mijn persoonlijke uitgaven op reis te kunnen dekken. ‘Since you are the guest of our church.’ Ik kon later mijn ogen niet geloven. Er zat 300 roebel in, wat hier een waar fortuin is. Absurd eigenlijk. Alles is verder dus toch besproken en geregeld. Toen ik later Volodja belde, zei hij meteen: ‘Oh, you are back to normal, ik hoor het aan je stem.’ | |
20 mei 1980Het is afschuwelijk weer. Ik droomde van mam, van Peter, en zelfs van mijn hondje Keke. Waar komt het allemaal vandaan? Eindelijk een paar Engelstalige kranten kunnen kopen, al waren ze dagen oud. De moeder van Guruh en Sukmawati, Fatmawati Sukarno, is inderdaad overleden. Zij kwam uit Mekka van een bedevaart en overleed in Kuala Lumpur op weg naar huis. Prinses Juliana heeft in Genève bij Christie's ‘a rectangular nephrite tray in Renaissance style Fabergé’ verkocht voor 90.909 Engelse pond. Het was een geschenk van de Nederlandse kolonie in Sint-Petersburg uit 1901 ter gelegenheid van het huwelijk van Wilhelmina en prins Hendrik. Terwijl ik tijdens de lunch de kranten las, kwamen Willem Offenberg (kro) en diplomaat Pieter Jan Wolthers binnen, met nog een figuur van de ambassade. Ze kwamen bij me zitten maar ik moest na 45 minuten weg. Offenberg zei dat Adriaan van Dis een vriend van hem was. Toen ik tegen Wolthers opmerkte dat oud-ambassadeur Romanov had voorspeld dat nog meer sovjetschepen van Rotterdam naar Antwerpen zouden worden verlegd, reageerde hij meteen met: ‘Goed zo, dan zit er minder druk op het openen van een ussr consulaat in Rotterdam.’ Een meer stupide opmerking is nauwelijks denkbaar. Ik wist dit eigenlijk al in 1956, toen ik voor het eerst kennis maakte met de modus operandi van het departement van Luns. Het peper- | |
[pagina 53]
| |
dure ministerie van Buitenlandse Zaken, bedoeld om 's lands belangen te helpen bevorderen, doet overal in de wereld waar het kan het tegenovergestelde. Nederlandse diplomaten in Moskou lijken wel uitgezonden om Koude Oorlog ii te helpen bevorderen. En Dirk Keijer, die heeft geholpen de handel tussen Nederland en de ussr te verdubbelen, wordt gesaboteerd. Sartre schreef L'idiot de la famille over Gustave Flaubert, in drie delen samen 2.801 pagina's, terwijl het vierde deel waarschijnlijk nooit meer zal verschijnen. Sartre concentreerde zich op de vraag: hoe wordt een onbemind Normandisch jongetje de schrijver van Madame Bovary? Vier pagina's lang houdt ook Jan Siebelink zich met die vraag bezig.Ga naar voetnoot23 Is er een waarheid omtrent de mens? Dat is de centrale vraag. In Critique de la raison dialectique stelt Sartre: ‘Er moet er een zijn.’ Na een leven lang antipathie voor Flaubert te hebben gevoeld, heeft Sartre juist hem ‘uitverkoren’ voor deze studie. Sartre veronderstelt ‘dat ieder mens is te kennen, volstrekt transparant is te maken, mits men de nodige documenten bezit en de juiste methode hanteert’. In zes regels refereert het artikel aan Flauberts homoseksualiteit. De vriendschappen met Alfred le Poittevin en Maxime du Camp waren homoseksueel maar platonisch. Hoe werkt dat? Peter en ik zijn twee of drie keer met elkaar naar bed geweest - met seks - in dertien jaar. Sindsdien zijn we intieme vrienden gebleven, volmaakt platonisch, dus zonder seks. Blijft de relatie dan homoseksueel? Misschien. | |
21 mei 1980In Miami, Florida vermoordden vier blanke politiemannen één zwarte. Onmiddellijk braken gigantische rellen uit waarbij tien mensen werden gedood en 200 gearresteerd. Ik ben gisteravond 75 minuten bezig geweest om in het kantoortje van Intourist voor elkaar te krijgen dat ik Peter in Londen kon opbellen. Ik heb heel wat met de dienstdoende dames afgekletst. Ik liet ze mijn gesprek met Komsomolskaya Pravda lezen. Een zei: ‘Ik zie u nu met andere ogen.’ Een ander: ‘Ik vraag me af wat er in uw hoofd omgaat.’ Intussen zeiden ze tegen de centrale dat ik een Amerikaanse journalist was ‘want dan krijg je sneller verbinding’. Toen ik uitlegde niet getrouwd te zijn omdat ik geen kinderen in de wereld wilde zetten, zei een van de dames: ‘We have a Russian proverb that says: “If you are afraid of the wolves, do | |
[pagina 54]
| |
not go to the forest.” Which means: if you are afraid of anything, don't live.’ ‘En wat als er een atoomoorlog komt?’ zei ik. ‘There will be no war. The Americans are not crazy. War would mean suicide.’ Wat me vooral verbaasde, was met hoeveel ernst ze iedere letter van mijn interview uitspelden. Ik kon tien minuten met Peter praten. Hij had een auditie gedaan. ‘Ik vond mezelf de beste, maar they needed a tacky person.’ Hij had waarschijnlijk gelijk. Hij vond dat ik enkele mooie brieven uit Moskou had gezonden. Ik herinnerde hem er aan dat we elkaar twee dagen geleden veertien jaar kenden. ‘We all lost our innocence,’ zei hij. Super om hem voor mijn reis gehoord te hebben. Ik wist dat ik dit moest doen. | |
Vnukovo Airport,Heb via de heer Coté van de amro geregeld dat Peter een extraatje krijgt in Londen. Ik zou niet van de komende reis kunnen genieten, of gerust zijn, wanneer ik constant zorgen zou hebben of Peter wel wat armslag heeft in Londen. | |
Moskou - Odessa, Aeroflot vlucht 1691Het toestel is hartstikke vol, zeer oncomfortabel en warm. Ik kon warempel tien sinaasappels op het vliegveld bemachtigen. Fruit zie je nooit in Moskou, evenmin als groenten. The Times snijdt in een hoofdartikel de mogelijke verwijdering tussen de vs en Europa aan.Ga naar voetnoot24 ‘President Carter's Administration has lost the confidence of Europeans through bad management, while Europeans have failed to give him the support he expects. Europeans are beginning to doubt whether the American system is any longer capable of producing a really good President and a Congress with which he can work.’Ga naar voetnoot25 Het schijnt dat Amerikanen en Russen elkaar tijdens de begrafenis van maarschalk Tito straal hebben genegeerd, terwijl bondskanselier Helmut Schmidt zich het vuur uit de sloffen moet hebben gelopen om detente te redden. The Times signaleert zelfs een tendens in de richting van Europees neutralisme, of ‘Finlandisatie’, omdat ‘a policy of accomodating rather than confronting the ussr’ de voorkeur lijkt te hebben. | |
[pagina 55]
| |
Odessa, zomerresidentie van de patriarch van RuslandWe arriveerden hier rond 14:30 uur in een ijskoude, stromende regen. Zeer onplezierig. Pater Leonid en een non-stop babbelende oudere professor, die Frans sprak en als tweede tolk optrad naast de heer Konkov, haalden ons op het vliegveld af. Ik vroeg om eerst een brief, die ik Peter in het vliegtuig had geschreven, te kunnen gaan posten. Bij aankomst hier in het klooster voor leerling-priesters werd een lunch geserveerd. Fyodor Konkov slurpt en eet als een proletariër, wat ik nog zal proberen bij te slijpen want het is niet om aan te horen. Hij prikt een vis in zijn geheel aan de vork en knabbelt er dan in de rondte aan, om van visvorken maar niet te spreken. Het paleis van de patriarch heeft eenentwintig kamers en ligt prachtig op een hoogte langs de Zwarte Zee. Het ziet er nogal vervallen en weinig onderhouden uit. Ik denk niet dat ik er een kijkje ga nemen. Vraag me af hoe ik het hier tien dagen zal uithouden. Ik probeer druk uit te oefenen de 27ste naar Tasjkent te vliegen zodat we daar meer tijd hebben. Ze lieten me het verblijf zien waar kardinaal Willebrands had gelogeerd. Ook moest ik de boomgaarden bewonderen. Er staan prachtige kastanjebomen - als op Nijenrode. Er zijn een boerderij en een begraafplaats voor monniken en priesters. Overal lopen studenten van het seminarie maar ik heb nog geen opvallende gezichten gezien. Ik ben naar de avonddienst gegaan in de kapel. Hoe meer ik naar Russische kerkmuziek luister, hoe meer ik me afvraag of dat de stem van het echte Rusland is zoals het sinds mensenheugenis was. Ze geven elkaar allemaal zoenen en kussen elkaars handen. De iconen worden bewierookt en een groepje hysterische oude dametjes uit het dorp komen de diensten blijkbaar bijwonen. | |
(schrijvend tijdens de mis)Ik hoop niet dat ik hier verliefd word op een der priesters in Odessa. Spas is tenminste nog te bereizen als ik Alekseij weer zou willen zien, maar Odessa zou een kostbare zaak worden om te gaan forenzen wanneer ik in Moskou zou zijn. Ik stond bij het altaar naast een priester, en gedurende een uur voltrok zich een stil geheim spel, van tegen elkaar aandrukken en lichamelijk contact en verder niets. Heel opwindend. Later zag ik hem met andere studenten praten. Er werd naar mij geloenst. Mijn kwade geweten zei me dat hij ons geheim had verklapt. Dan weten ze het nu allemaal. Of zal het toch ons geheim blij- | |
[pagina 56]
| |
ven? Zal ik eens een ‘echt gesprek’ onder vier ogen met die jongen hebben? Er zijn ook stouterds onder de jonge priesters. Hun ogen fonkelen van guitigheid. Ik moet aan mijn grootmoeder Poslavsky denken die een aantal jaren in Rusland was. Wat is er in haar omgegaan? Woonde zij ook kerkdiensten bij? | |
(nog steeds tijdens de dienst)Onze ogen ‘raakten’ elkaar. Nu ben ik absoluut zeker van die jongen met zijn beautiful faint smile on his face under the eye of God. Ik zou hem ter plekke willen omhelzen. Hij hunkert naar affectie. Avondeten met pater Leonid die in de oorlog tanks op het slagveld aanvoerde en al twintig jaar het seminarie hier leidt. Hij vertelde dat de studenten met drie tot zes personen op een kamer slapen. De opleiding duurt vier jaar. Dan zijn ze monniken en dragen de zwarte, vierkante hoeden met lange zwarte sluiers. Om priester te worden, moeten ze eerst trouwen en een scheiding is niet toegestaan. Hoe moet ik de aanrakingen met die jongen aan Peter beschrijven? Zelfs onze handen raakten elkaar. Om 23:00 uur gaan de lichten uit. Gelukkig heb ik muziek bij me en een draagbare radio. Mijn kamer in het klooster is zeer eenvoudig, maar oke. Er is slechts een wastafel, geen douche, en alleen koud water. Ze lopen toch wel achter. | |
22 mei 1980Vandaag is het feest van Sint Nicolaas Ik ging naar de vroege ochtendmis. De kerk was al hartstikke vol. Aan een kant zat een monnik de biecht af te nemen. De mensen buigen hun hoofd voorover en de monnik in kwestie legt de punt van zijn gekleurde ‘sjaal’ op hun hoofden en het gemompel begint. Ik moest aan Gerard Croiset en Lex Poslavsky denken. Aan wie heeft de mens in de problemen meer steun: de monnik, de psychiater of de helderziende? Ik luisterde en luisterde en keek naar de gebeurtenissen en de muziek ter ere van Sint Nicolaas. Ik voelde me alsof ik op ongepaste wijze bezig was een ander in gebed te begluren. God mag weten hoe ik dit allemaal aan Peter moet vertellen. Er zat een kreupele bedelaar op een bank toen ik door de tuinen van de residentie wandelde. Het is nog steeds kil. Seringen komen schuchter in bloei. De bomen lopen overal uit. De vogels waren druk in de weer. Er lag een aantal schepen op de rede van Odessa, die je vanuit de hoogte kan zien. De kustlijn | |
[pagina 57]
| |
lijkt niet romantisch, zoals aan de Franse Rivièra. Er zijn ook geen palmbomen. Straks in Oezbekistan zal ik weer op mijn verhaal komen. Er zat bij de tweede mis een andere biechtvader in de stoel. Een oud dametje snikte en huilde en verdween onder de sjaal van de monnik. Hoe zouden deze mensen aankijken tegen Brezhnev en Arbatov? Een volgende patiënte bij de zielenherder vroeg kennelijk of hij een Bijbeltekst wilde lezen. Er volgde een lunch. Professor Nicolas Poltprazky, een Frans sprekende begeleider, was ook van de partij. Ook mijn vriendje zag ik zitten. Hij glimlachte heel lief. Er zitten ook oude monniken in de zaal, met gezichten die uitnodigen tot lange gesprekken. God, was Peter maar mee. | |
In de tuin van de patriarchDe zon is doorgebroken. De lucht is blauw. Het is goddelijk warm. Ik luister naar Ballades van Chopin en zit op een houten bank in de geur van dennen en heerlijkheid. Ook de vruchtbomen staan in bloei. Ik probeer Peter de sfeer in een brief te beschrijven: the more a sense of beauty overwhelms you, the less will words be able to describe it. De abt van het klooster komt langs. De man kijkt altijd stuurs en geïrriteerd. Hij zal wel een probleem hebben, waarschijnlijk seksueel. Hij zal de diverse jonge monniken wel achter hun pijen aan zitten. Behalve mijn favoriete jongen is er nog een monnik met een beetje een-hoge-bloeddruk-gezicht, maar verder een zalig hoofd met dikke krullen. Wanneer hij de zwarte toeter niet vol op zet, ziet hij er echt leuk uit. Zijn ogen verraden een mengelmoes van er met zijn monnikschap nog niet uit zijn, gemengd met een dosis wanhoop, een dosis nieuwsgierigheid. Om kort te gaan, wanneer onze blikken elkaar kruisen, wekt hij de drang bij me op to make love to him, to let him unwind his passions, his innate drives and needs, that must be buried deep in himself with indescribable loads of psychic pressures. Ja, zo is het. Zijn gezicht is een beetje opgeblazen. De fysieke kurk is kennelijk nooit echt met elan van de fles gevlogen. Waar laten monniken hun sperma? Wil er maar liever niet over nadenken. In hun wastafels? Ik heb pater Leonid voorgesteld voor ik afreis een soort persconferentie of lezing te geven voor alle honderd seminaristen. Ik wil een brief aan Alekseij in Spas sturen en zal Fyodor Konkov vragen die in het Russisch op te stellen. Schreef ook naar Lex Poslavsky. Ben naar een theater gegaan voor een operette voorstelling, | |
[pagina 58]
| |
een muzikale komedie Charley's aunt. Rampzalig entertainment voor een stad met een miljoen inwoners. West-Graftdijk-stijl. Na afloop raakte ik in gesprek met pater Leonid over de menselijke geest, de geest van God, en dat het Christendom superieur zou zijn omdat Jezus zijn leven gaf, ook voor hen die hem doodden. ‘En wat betekenden de kruistochten dan?’ vroeg ik hem. ‘Those people, who did those things, were no followers of Christ,’ antwoordde hij. Ik zei tegen mezelf: maar intussen dachten de kruisridders wel dat zij de enige juiste godsdienst vertegenwoordigden, wat hen het recht gaf ‘andersdenkenden’ de keel af te snijden. Ik zei hem dus dat ik het een teken van onbeschaafdheid vond, om te denken de enige ware godsdienst te belijden. Terwijl we het dus steeds meer oneens werden, wierp hij me voor de voeten dat ik geen godsdienstig mens was. Ik zei dat hij zich op een voetstuk plaatste alsof hij zelf God was, maar dat ik niet dacht dat de ware God ooit zo'n toon zou aanslaan. Volgens Leonid zullen zij die niet de goddelijke geest zoeken en vinden geen vergiffenis voor hun zonden ontvangen. ‘Sorry, Father,’ zei ik, ‘God is bigger than that. You speak about God as if he is a human being, with all the usual human shortcomings.’ Later stelde ik hem de vraag of hij de grens kende tussen ‘reality and hallicunation’. Hij stelde een tegenvraag: ‘Do you know what is a thought?’ En daar kon ik dus niet mee uit de voeten. Wat is een gedachte? A passing shadow wandering through the soul? Het is in ieder geval iets volkomen onafs. The way we function, we are incapable ofgrasping anything approaching a complete thought. Wat me eigenlijk verontrustte, en dit heb ik Leonid ook gezegd, was dat hij zo zeker van alles leek te zijn. Ik vroeg hem: ‘Can we be certain of anything beyond the fact that we exist, the sun, the moon and the earth?’ Dit vond hij onzin. ‘For me, this is no argument,’ aldus Leonid. ‘Christ said. And therefore that is the gospel truth.’ Stel je voor dat het christendom het enige ‘ware’ godsdienstige systeem zou zijn. Hoe krijgt een brein het voor elkaar zoiets absurds te denken? | |
[pagina 59]
| |
een gay-monnik verder gestaakt kan worden. Als ze er zijn, zitten ze in de kast of vinden ze mij maar niets. Hetzelfde gevoel dat je soms hebt na een middag voor niets op jacht te zijn geweest in sauna Thermos, ook omdat de crop defunct is. Ik vroeg iemand waarom het kruis in Rusland, behalve een horizontale balk eronder nog een schuine balk draagt. Toen Christus vermoord werd en verraden was door twee dieven kreeg er een berouw, dat is de bovenste balk, de andere is de onderste. Ik herinnerde me hoe ik in 1961 in het kantoor van hoofdredacteur Henk Lunshof bij Elseviers, voorstelde in de zaak Werner Verrips, de heer Paul Rijkens een weegschaal in handen te geven met in het het bovenste schaaltje ikzelf, en het doorslaande schaaltje Verrips als cia-agent. Cartoon Eppo Doeve
Ik bezocht pater Simeon, de administrateur van het seminarie. Ik kreeg langspeelplaten van kerkmuziek en een zak vol prullaria. We roerden het onderwerp aan dat ogen dikwijls uitdrukken wat de ziel beroert. Ik vroeg hem hoe het kwam dat de rector van de priesters altijd nors en boos keek. ‘That is because his mother is dying. She lost her memory. He just paid her a visit’. | |
[pagina 60]
| |
Ik ging naar een tandarts omdat een tand had losgelaten. Het was in een wip gebeurd maar onze chauffeur was meteen verdwenen. Professor Poltprazky, die me begeleidde, werd uiteindelijk razend. ‘Pas pour moi mais pour vous,’ zei hij ook nog. Ze doen maar raak in dit land. De tandartsinstallatie was onvoorstelbaar primitief. Vanuit mijn stoel keek ik naar een schitterende icoon waar een kaars bij brandde (in het atheïstische Rusland). Terug bij het klooster ging ik naar de mis. Er worden tien zaterdagen achtereen bidstonden voor de doden gehouden. Er staan tafels vol broden, vruchten, eieren, koekjes en allerhande versnaperingen in de kerk. Ik legde een dollarbiljet op de schaal bij de collecte. Toen het ding eindigde bij de oude monnik aan de kassa, waar ook kaarsen te koop zijn, griste hij de dollar weg en stopte deze in een lade. Boris kwam met een kaars op me af. Ik probeerde er onderuit te komen maar hij stond erop dat ik die zou ‘inwijden’. Ik begaf me dus naar een icoon maar voelde me opgelaten. Ik kan eigenlijk niet meer, zoals ik jarenlang in het Begijnhof en in St. Patricks in New York heb gedaan, kaarsen branden en een kruis slaan. Het was lief van Boris. Spanje en Australië gaan wel naar de Olympische Spelen in Moskou. Carter staat steeds meer in zijn hemd. Gelukkig. | |
24 mei 1980Ik zit in de tuin. Een flauw straaltje zon. Het blijft koud en winderig. Dit was de trouwdag van mijn ouders. Het begin van mijn pèlerinage. Om 10:00 uur werd mijn wens vervuld. Leonid kwam me halen. We begaven ons naar het bijna volle auditorium van het seminarie. Mijn oog viel onmiddellijk op mijn speciale vriendje, die glimlachte. Ik werd door de rector ingeleid en Konkov vertaalde. Hij zei twee vragen te hebben: wilde ik wat vertellen over mijn komende boek met Georgii Arbatov en wilde ik uitwijden over de moord op jfk in Dallas. Ik noemde de jfk-affaire sensationeel, maar wat nu gebeurde met Jimmy Carter aan het roer in de vs noemde ik gevaarlijk. Daarna vertelde ik over mijn eigen ervaringen in de moordzaak. Er waren erg veel vragen. Beschouwde ik Carter als een godvrezend mens? Geloofde ik zelf in God? Ik ben maar niet over Freuds boekje De toekomst van een illusie of Jungs vermanende woorden over ‘psychische hygiëne’ begonnen, want dan sla je het fundament onder hun eigen ‘fabeltjes van La Fontaine’ weg. Ik zei wel tegen de seminaristen dat ik wel eens aan een goden- | |
[pagina 61]
| |
wereld twijfelde nadat ik meer over neurofysiologie en de mind in het algemeen had ontdekt. Ik vertelde over José Delgado in Madrid, Luis Alberto Machado in Caracas en van mijn bemoeiingen om beide geleerden, de neurofysioloog en de Minister voor de Ontwikkeling van Intelligentie in Venezuela, bij de president van de Academie van Wetenschappen van de ussr, Anatoly Alexandrov te brengen. Ik denk dat de aankomende priesters het plezierig hebben gevonden. Ik kon het in hun ogen zien en aan hun reacties merken. En terwijl ik dit in de tuin zit te schrijven, komt een stokoude monnik langs met een ladder over zijn schouder. Hij buigt en neemt zijn bruine muts af. Hij heeft een goddelijke smoel, bijna kinderlijk van onschuld. Een seminarist vroeg wat ik van Afghanistan dacht. Ik antwoordde dat drie achtereenvolgende regeringen in Kaboel om assistentie van Moskou hadden gevraagd. Tenslotte lag het land in de invloedsfeer van de Sovjet-Unie. De vs deden hetzelfde in Cuba zonder dat daarom gevraagd was en hadden op hun bek gekregen. Een ander vroeg of Amerikanen even godsdienstig en patriottisch waren als Russen. Ik vertelde hen trouwens dat men geregeld had dat ik in Odessa naar de mis voor Pinksteren zou kunnen gaan, maar dat ik liever bij hen in het klooster bleef, wat applaus opleverde. De rector stak een dankrede af en omhelsde me drie keer (hij kuste) en wenste me een lang leven. De aankomende priesters zongen vervolgens The Song of Longevity. Het ergste van alles was dat mijn bandopnameapparaat was afgelopen en dat ik eerder een gesprek met professor Fred Polak en generaal Cor Knulst uitwiste, zonder het te beseffen. Het apparaat werkt niet meer behoorlijk. Dit gebeurde nadat ik het apparaat op een middag in het Ukraina hotel onbewaakt achter liet. Om razend te worden dat er weer mee is geknoeid. Er werd een groepsfoto gemaakt en mijn favoriete ventje stond onmiddellijk naast me. Deze keer nam hij openlijk mijn hand in de zijne. Na afloop toonde hij me zijn kamer, waar hij met vijf andere jonge priesters woont. Ik zag twee bedden tegen elkaar staan. Ik dacht: aha, dus toch. Maar hij wees me nadrukkelijk welk zijn bed was, apart. De rector ontving me opnieuw in zijn kamer om het gastenboek te tekenen en geschenken te overhandigen, met koffie, cognac en champagne. Gisterenavond was mijn tolk echt dronken. De rector benadrukte dat dit de eerste keer was dat er ooit in het klooster een lezing en ontmoeting zoals met mij had plaats gehad. De samenkomst werd eenstemmig als een groot | |
[pagina 62]
| |
succes bestempeld. Wat me ook verbaast, is dat nu ze me enigszins hebben leren kennen, ze heel anders naar me kijken. Ik zie overal vriendelijke ogen op me gericht. Overal ter wereld lijkt het zo makkelijk om mensen te ontmoeten op basis van oprechte gevoelens. We maakten een rondvaart door de haven van Odessa. Ik was te laat voor de vespers. Het was vol en druk. Ik ben weggegaan. De kapel was gesierd met halve bomen en jong groen. De priesters droegen groene gewaden en mijters met fonkelend geslepen glas. Fyodor Konkov, die na de lunch zich weer bezatte, zei dat het wel degelijke echte juwelen waren. Boris zei dat vele studenten nog vragen hadden. Zelf wilde hij weten wat er in Iran zou gebeuren en hoe ik dacht over de driehoek Amerika, China, Japan. Japan gaat trouwens toch naar de Olympische Spelen in Moskou. Ik vroeg pater Leonid of ik morgen in de eetzaal met de studenten zou kunnen lunchen om nog verder vragen te beantwoorden. Hij antwoordde: ‘Soon they go on vacation. As you know this week they have their exams. They will go all over our vast country and say they met a famous journalist, doing all these things, who met all these famous people. They never met such a person before in their lives. And certainly, no-one spoke to them as you did, or considered them important enough to come here and do so.’ Boris vulde aan dat eens in de maand iemand van een lokale wetenschapsraad naar het klooster kwam om internationale politiek aan te roeren, maar mijn benadering en wat ik had gedaan, was het beste dat ze ooit hadden ervaren. In 1994 schreef de oud-ambassadeur in Moskou, jhr. mr. J.L.R. Huydecoper van Nigtevecht me een brief, waarin hij zei niet bereid te zijn te bemiddelen in mijn conflict met de staat, zoals ik de toenmalige premier Ruud Lubbers in een vliegtuig naar Zuid-Afrika had voorgesteld. Huydecoper gaf als één der redenen op dat ik een boekje over de ussr had geschreven ‘en me in dienst zou hebben gesteld van het Kremlin’. Ik heb hierop geantwoord in mijn in 1994 verschenen boek Persona Non Grata.Ga naar voetnoot26 Onvoorstelbaar dat dergelijke onzin uit de mond van een ambassadeur komt. Ik was jarenlang bezig in de voormalige Sovjet-Unie om grenzen te doorbreken en openingen te creëren tussen Oost en West. Zo ook op dit klooster in Odessa, dat is alles. Wist Huydecoper niet beter of deed hij als boodschappenjongen van Den Haag maar alsof? Wat | |
[pagina 63]
| |
deed deze mijnheer om aantoonbaar detente te bevorderen tussen Oost en West in Europa en de wereld? Hij kon niets doen en mocht niets doen. Hij kreeg zijn lesjes opgelepeld door idioten in Den Haag. Ik was vrij en handelde naar eigen goeddunken. | |
25 mei 1980, PinksterenIk droomde dat mam en haar interieurverzorgster Gé samen op de grond in de keuken zaten. Gé zei: ‘I like you.’ Daarop antwoordde ik: ‘Dan zijn er tenminste twee mensen in de wereld die dit doen.’ De duiven koerden al vroeg deze ochtend. Als jongetje op De Horst had ik al opgemerkt dat dat regen voorspelde. Het regent pijpenstelen. | |
KapelDe monnik, met een lange grijze baard, zijn oren zijn krom naar voren gegroeid door jarenlang de hoge zwarte toeter verkeerd op te zetten, staat bij het altaar met een bos seringen in zijn linkerhand geklemd. Als hij bidt, perst hij zijn ogen ferm dicht en vallen extra zware plooien in zijn verweerde gezicht. Zo denkt hij dichter tot God te komen. Onvergetelijk. Er mag geen foto van worden genomen. Bovendien vind ik het een vorm van voyeurisme naar biddende mensen te staren, die zich mentaal naakt voor hun God opstellen. Ik luisterde naar de zingende koren en de kerkmuziek, zoals ik hier iedere dag heb gedaan. De Vespers van Rachmaninoff vind ik schitterend. Ik had tegen de koorleden willen zeggen: Your own child always plays the piano more beautiful than Arthur Rubinstein. Men gaat met brood rond en een soort paddenstoel. Het zou heiligschennis zijn als ik er wat van zou nemen. Ik ben er niet ‘rein’ genoeg voor. Ik zocht mijn ventje en zag hem eindelijk tussen de tientallen priesters. Hij wierp me weer die heerlijke glimlach toe. Wat heb ik toch met hem? Ik ken niet eens zijn naam. Ik stond schuin achter het altaar in de coulissen om alles wat er gebeurt goed te kunnen zien. De jongen kwam naar me toe en bleef naast me staan. Twee nonnetjes, één met een erg lief, stout gezicht, gaven me tulpen en seringen namens de moeder-overste. Af en toe zei mijn vriendje iets in gebroken Engels tegen me. Hij is vergeleken met mij toch wel erg klein. Er werden drie gebeden gezegd. Iedereen knielde op de grond, dus op de stenen. De mis voor Pinksteren was lang, drie uur en twintig minuten. Ik was wat te laat omdat Boris verzuimde me tijdig wakker te maken. Ik lunchte zogenaamd met de studenten maar ik zat aan de tafel | |
[pagina 64]
| |
met de rector en de hoge pieten. Ik merkte dat we ander voer kregen dan de studenten. Ik vroeg of ik de soep kon krijgen die ook aan de seminaristen werd geserveerd. Dat kon niet, wat me ergerde. Ik had er dus niets aan met de jongens te lunchen. Dat is de ellende op dit soort tournees. Je ontmoet, voor mij althans, de verkeerde mensen. Later verliet ik gewoon de rectors tafel en ging bij de studenten zitten. Ik dacht: Bung Karno zou hetzelfde hebben gedaan. Tijdens de rondreis met maarschalk Voroshilov in 1957 verliet Bapak de hoofdtafel en kwam bij mij zitten om het gamelanorkest uit te leggen. Ik had mijn eten laten staan en zat bij het orkest. Dit had Bung Karno gezien. Vanmorgen heb ik aan het ontbijt zowel tolk Konkov als professor Poltprazky gezegd dat ze als kaaiwerkers aan tafel zaten en dat ik er misselijk van werd, van hun geslurp en gesmak. De professor verstond het Engels tegen Konkov niet en vroeg wat ik zei. À contre coeur, de man is tenslotte zeventig jaar, heb ik het gezegd. Ze waren kennelijk gekwetst. Bij de lunch werd er eindelijk geruisloos gegeten. Een seminarist vroeg me wat buitenlanders van de ussr dachten en wat mijn eigen indrukken waren. Ik vertelde dat alles me tegenstond toen ik voor het eerst in 1971 naar Moskou kwam. Hoe moeilijk het verder was Russen te leren kennen zonder de taal te beheersen. Dat ik altijd ‘de verkeerde’ mensen ontmoette, zelfs hier in het klooster, ook al had ik hevig geprobeerd barrières te doorbreken. Dat ik was gekomen om jonge priesters te leren kennen en niet de rector, professoren en leiding. Ik kreeg de indruk dat deze uiteenzetting als een lopend vuurtje is rond gegaan. Later zag ik kans met professor Poltprazky een gesprek met mijn ventje te hebben, in het Frans dus, vertaald in het Russisch. Hij heet Fyodor Batarchukov en gaat straks naar het Drievuldigheidsklooster van de heilige Sergius in Zagorsk. Hij zal er vier jaar gaan studeren en zei nog niet besloten te hebben of hij priester of monnik wil worden, dus of hij trouwt (priester) of niet. Overigens bleek Konkov gefantaseerd te hebben dat priesters moeten trouwen. Ze mogen trouwen. | |
[pagina 65]
| |
Nadien bracht professor Poltprazky me naar de residentie van de patriarch en gaf me een rondleiding van twee minuten. Het interesseerde me geen moer dit zogenaamde zomerpaleis. Pater Nicholas bezwoer me toch alles te gaan zien, maar ik vond het zonde van de tijd. Ze zullen me wel een ‘dirage’Ga naar voetnoot27 vinden. Ze stonden meteen onder elkaar te smoezen toen ik weer voet bij stuk hield. Een aardige jongen kwam me bedanken. Ik vroeg hem dit in mijn dagboek te doen. Hij schreef: ‘Thank you for your visit, I wish you health and a peaceful sky, Archpriest Vasily Multykh.’ In de oude zis-limousine van de metropoliet zijn we naar de catacomben van Usatovo gereden. Eigenlijk interesseerde me dit niets. We zijn eerst gestopt bij een laarzenwinkel omdat ik echte Russische soldatenlaarzen wilde hebben. Toen we van de trip terugkeerden, kwam mijn ventje met een gigantische camera in een plastic zak. We namen foto's, ook van elkaar. Hij hield mijn hand vast en dat was toch een vorm van in elkaar overstromen. Hij komt uit het gebied van de Don en is de oudste van twee zonen. Pater Nicholas zei dat hij wilde dat Fyodor een monnik werd, opdat hij later bisschop kon worden. Hij schijnt de beste leerling in zijn klas te zijn. Nicholas gaf hem het hoogste cijfer voor geschiedenis van religie. Overigens schijnt pedagogie of psychologie niet op het rooster van het klooster te staan. Het was doodzonde om met Fyodor via een absolute idioot met een alpinopetje te moeten converseren.Ga naar voetnoot28 | |
[pagina 66]
| |
Fyodor: ‘I feel, they mistrusted you at first, perhaps they still do. He did not say so openly, but Father Leonid was afraid you would perhaps say certain things to us that were not acceptable. But they did not have to leave out anything you said.’ Leonid heeft beslist twee gezichten: een bijna diabolisch, het andere vriendschappelijk en soms warm. Wat zou ik graag met de priesters hebben gesproken, zonder ‘waakhond’ Leonid, alleen met Konkov. Vanavond is de hemel prachtig. met sterren en een maan. De hekken van het klooster en de deuren van de dependance waar ik in slaap, gaan 's nachts op slot. Als ik zou willen gaan wandelen, zou ik via een raam naar buiten moeten klimmen. De duiven zwijgen. Het wordt prachtig weer morgen. Schreef voor het slapen nog een brief aan Peter. | |
27 mei 1980‘Toevallig’ was mijn ventje op weg naar de kapel toen we om 07:30 uur de residentie van de patriarch verlieten om naar het vliegveld te gaan voor de vlucht naar Moskou. Zo kon ik nog eenmaal zijn hand vasthouden. Hij had een afschuwelijk, groen hemd aan. Ik drukte hem op het hart monnik te worden. Josef, de chauffeur van de oude zis-limousine, zei dat de ontmoeting met de seminaristen een eclatant succes was geweest en dat pater Leonid er sceptisch tegenover had gestaan, want de jongens moeten afgeschermd en beschermd worden. Voor Leonid was mijn bezoek al aan het ontbijt voorbij, alsof ik al vertrokken was. Niemand zei een woord. Je kon de lucht snijden Op het vliegveld zei ik ten afscheid tegen Leonid: ‘Jammer dat u me niet vertrouwde waardoor u er niet in slaagde me het gevoel te geven dat ik werkelijk welkom was.’ Hij sputterde wat tegen, maar ik zei: ‘Sorry, that is what I felt,’ en liep weg. | |
Moskou, Hotel SovjetskayaDit is een verblijf voor vips en gasten van de cpsu, een der duurste en best geoutilleerde hotels van Moskou, een soort Des Indes exclusief voor partijleden. Het zal me worst wezen. We wilden gaan lunchen maar werden weggezonden. De service blijft, zelfs in een plek als deze, erbarmelijk. Volodja Molchanov bracht me naar de hoge baas bij apn Novosti, de heer Fedijashin. Ik vroeg Volodja ons alleen te laten. Hij wist toch wat ik wilde bespreken. Ik vroeg Fedijashin recht voor zijn raap of men bij apn Novosti informatie had over buitenlandse journalisten die bindingen hadden met inlichtingendiensten. Die had hij niet, misschien kon ik meer te weten ko- | |
[pagina 67]
| |
men op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik vertelde dat ik een campagne was gestart om een einde aan dergelijke praktijken te maken, zoals in de vs momenteel veel te doen is over journalisten die voor de cia werken. ‘I am afraid you will lose your battle, because they can do anything they want,’ zei hij. Ik voerde aan dat ik een uitstekende jurist, Hans Voetelink, had ingeschakeld. ‘Still, they will stop you,’ aldus Fedijashin. Bij mijn vertrek zei hij: ‘You will always find an abri with us in the ussr.’ ‘Then I would become a Dutch dissident,’ zei ik. Hij lachte. Hij wist niets van mijn gevecht tegen Time. Ik belde Peter in Londen. Hij had de overmaking door Coté niet ontvangen, wat me zeer ergerde. Die service bij de amro is deplorabel. Volodja Molchanov zat het gesprek dat ik met Peter voerde voor Consuelo te vertalen en zei later: ‘Kan je je die arme afluistertolk voorstellen die dit gesprek van jou met Peter moet rapporteren? Het ligt morgen op het bureau van Fedijashin.’ Peter had vandaag acht brieven tegelijk uit de ussr ontvangen. Hij had een pot koffie gezet waarna hij de brieven begon te lezen. He loved some letters ‘as you described the light falling onto the priest's hair!’ Hij woonde met Edwin van Wijk meditatieoefeningen bij. Ik ging mee naar Volodja en Consuelo. De tass-correspondent in New York was bij hen een hele avond over Amerika komen vertellen. Hij had uitgelegd hoe knotsgek het dagelijkse leven in de vs was ‘waar jij ons nooit over vertelt,’ aldus Volodja. ‘Wel,’ wierp ik tegen, ‘ik schreef Amerika valt.’ Ik vertelde Volodja hoe het gesprek met Fedijashin was verlopen en dat hij uiteindelijk had gezegd dat er altijd een plaatsje voor mij zou zijn in de ussr. ‘Dat zou hij nooit hebben gezegd, als ik erbij was geweest,’ was zijn reactie. Liet het eten naar mijn kamer brengen, wat absoluut voortreffelijk was bereid, maar ook erg duur was. Volodja had me verteld dat burgemeester Ivo Samkalden eens in het Sovjetskaya was ondergebracht. | |
[pagina 68]
| |
benen lagen uren tegen elkaar, wat me zeer opwond, terwijl hij met zijn laars soms mijn sneaker leek te omkrullen. We arriveerden hier om 07:30 uur en werden door Vladimir afgehaald, een priester met een grijs puntbaardje. Logeer in hotel Tasjkent met de gebruikelijke gammele kamers. Ik probeerde me in te denken hoe Tasjkent eruit gezien kon hebben toen mijn grootmoeder Poslavsky hier voor de Eerste Wereldoorlog was. De treinverbinding naar Moskou dateert uit 1899. Ik ben met een gids van Intourist de stad in gegaan om even van de heer Konkov verlost te zijn. We bezochten een bazaar. Dan zie je het schrijnende verschil tussen wat hier aan groenten en vruchten allemaal te koop is in tegenstelling tot in Moskou. Toch was Aziatisch Tasjkent maar half zo romantisch als ik me de plaats had voorgesteld. Eigenlijk zijn alle sovjetsteden - evenals in Amerika - het ‘slachtoffer’ van een en hetzelfde boek dat studenten op scholen voor architectuur ter beschikking hebben. Alles ziet er hetzelfde uit. Noord, zuid, oost, west, afschuwelijk. Bezocht het museum van Tasjkent. Een conservatrice leidde me rond. Zij vertelde dat er sedert 1867 drie gouverneurs-generaal van de tsaar voor Russisch Azië waren geweest, waarvan er dus een de vader van grootvader Ilya Poslavsky moest zijn geweest. Op een bovenzaal was over een hele muur een foto afgedrukt van het Witte Huis in Tasjkent, met de kanonnen ervoor, waar de gouverneurs-generaal van de tsaar en hun familie woonden. Het is na de revolutie met de grond gelijk gemaakt en een fameuze Lenin Bibliotheek - ook in alle sovjetsteden te vinden - is op die plek neergezet. Heb geprobeerd informatie te vinden over het epoque van onze voorouders in Oezbekistan. Ze woonden ook een deel van het jaar in Sint-Petersburg. Er was absoluut niets te vinden, niet in de bibliotheek en ook niet in verschillende boekwinkels die we afstruinden. Om 16:30 uur vond ik het flatgebouw waar tante Tatyana (Tata) woonde, tweede verdieping. Zij opende de deur, schrok zich een rolberoerte, hand aan een gerimpeld gezicht, erg mager en oud en zei meteen: ‘C'est un Poslavsky.’Ga naar voetnoot29 Ik legde uit dat ik geen Poslavsky was, maar slechts een grootvader van moeders zijde had gekend en dat was graaf Ilya Poslavsky, die met mijn grootmoeder was hertrouwd. Tata droeg een eenvoudig jurkje en zei dat zij zich ervoor geneerde. Zij was een Russische vertaling van een Engels boek aan het lezen. Het lag open op haar tafel. De flat bestond uit | |
[pagina 69]
| |
twee kamers die naast meubilair waren volgepakt met koffers en dozen. Een ongelooflijk eenvoudige keuken. Alles was net geschilderd. Zij was een belangrijk deel van 1979 ziek geweest en had in een hospitaal vertoefd. Zij had wel eens tegen de plaatselijke autoriteiten gezegd dat eens wellicht neven uit Holland zouden komen. ‘Die zullen we nooit toestaan u te bezoeken, want we willen niet dat zij zien wat uw levensomstandigheden zijn,’ hadden de autoriteiten gezegd. Het was me dan toch gelukt, dankzij de medewerking van aartsbisschop Pitirim. Het werd een absoluut emotionele ontmoeting. Fyodor Konkov zei later zelfs: ‘I even wept a bit.’ Zij wilde niet dat ik een bandopname maakte want daar was haar stem te lelijk voor. Zij had foto's van Lies Poslavsky uit Den Haag ontvangen en foto's teruggezonden van de familieleden in Tasjkent, maar die waren nooit gearriveerd. Ik moet naar haar hebben gestaard. Ik trachtte me voor te stellen hoe zij in betrekkelijk grote staat geleefd moet hebben toen de tsaar het land regeerde en de Poslavsky's in Tasjkent resideerden als vertegenwoordigers van de vorst van Rusland. apn Novosti wilde eerst met Moskou overleggen of mij een foto van het gouverneurspaleisje van voor de revolutie mocht worden gegeven. Het lijkt in orde te komen. Ik ben bovendien nog steeds in de weer om historisch materiaal over de Poslavsky's te vinden. Tata legde uit hoe de Poslavsky's in elkaar zaten: De gouverneur-generaal graaf Ilya Titovich Poslavsky was gehuwd met Alexandra Vladimirovna Ostrovskaya. Er ging een koffer open en er kwamen foto's uit. Een foto van het genoemde echtpaar, de ouders van grootvader Poslavsky dus. Zij hadden vijf kinderen. Ilya, de tweede man van mijn grootmoeder, Alexander, Vladimir, Tatyana en Yuri. Mijn grootouders Poslavsky bevonden zich op een missie voor de tsaar naar Washington op een schip op de Atlantische Oceaan toen de Revolutie uitbrak. Zij woonden vervolgens enkele jaren in Bisbee, Arizona, waar grootvader als mijningenieur werkte. Zijn drie broers, de graven Alexander, Vladimir en Yuri Poslavsky, werden als voormalige tsaristische officieren door Stalin later gearresteerd en naar concentratiekampen gestuurd, waar zij om het leven kwamen. De weduwe van graaf Yuri Poslavsky, Valentina bevindt zich in Tasjkent en woont in bij haar dochter professor Olga Poslavskaya verbonden aan de Faculteit van Geografie van de Universiteit van Tasjkent. Haar dochter trouwde met een mijnheer | |
[pagina 70]
| |
Petrov. Zij hebben een zoon Maxim Petrov, die de laatste mannelijke afstammeling in rechte lijn van de gouverneur-generaal graaf Ilya Poslavsky is. Tata is een dochter van gravin Tatyana Poslavsky en heeft een dochter in Moskou, Irina, die ook een zoon heeft. De begeleider hier, pater Vladimir, is een nog groter asshole dan Fyodor. Ik zit natuurlijk voor in onze auto. Achterin zitten zij constant te smoezen, de hemel mag weten waarover. Ik moet ze zien kwijt te raken. Eerst Vladimir. ‘Ja,’ waarschuwde Konkov, ‘maar vergeet niet dat we de gast van de kerk zijn en dat pater Vladimir alles voor ons betaalt.’ Dat was waar. Wanneer Fyodor en ik een eenvoudige schotel bestellen, neemt Vladimir de duurste biefstuk op het menu, kan de zaak vervolgens eigenlijk niet alleen naar binnen slobberen en dan krijgt Konkov de andere helft: these two men make me sick. They play host to me, and in the mean time they drive up the bills to fill their own stomachs to the hilt. Jammer dat ik maar weinig notities van de ontmoeting met Tata heb uitgewerkt. Zij gaf me een zilveren mes, vork en lepel met het grafelijke wapen van de Poslavsky's om aan de familie in Holland te geven. Tata vertelde dat de ouders van grootvader door militairen een kerk hadden laten bouwen en aan de stad Tasjkent hadden geschonken. De overgrootouders waren onder het altaar in anonieme tombes begraven, samen met een kind dat op vijfjarige leeftijd was gestorven. We reden dus naar deze kerk. Ik sprak met de dienstdoende priester en zei dat ik de graven wilde bezoeken. Dat kon natuurlijk eerst niet. ‘Ja, daar liggen een paar skeletten,’ zei de priester, die kennelijk niet wist wie het waren. Ook werd de tombe gebruikte als berghok voor bezems en emmers en ander gereedschap. Ik kreeg een kaars en daalde af en inderdaad, ik zag drie blanco grafplaten, twee volwassenen en een kind. Ik vroeg of het mogelijk was een dodenmis op te dragen ter ere van de Poslavsky's. Dat was mogelijk. Het moest drie roebel kosten. Ik protesteerde en zei dat hij zich er niet met een jantje-van-leiden af moest maken. Nee het was beslist niet meer. ‘Met beide koren?’ vroeg ik. Inderdaad. Ik besloot tien roebel te geven. Terug in het hotel had ik geen zin om opnieuw met die twee smakkers aan tafel te zitten. Ik vroeg of men mijn diner boven wilde serveren. Dat ging niet. ‘Okay, dan ga ik morgen terug naar Moskou,’ antwoordde ik. Er zat niets anders op. Ik baalde van deze twee heren en alles wat hier problemen zijn, maar voor ons de normaalste zaak van de wereld is. ‘I refuse to go | |
[pagina 71]
| |
on with this shit and I want to be left alone,’ zei ik tegen Konkov. Ik had opnieuw een emotionele ontmoeting, ditmaal met vier generaties van een andere tak van de Poslavsky's: de bejaarde weduwe van graaf Yuri Poslavsky, haar dochter de professor, haar kleindochter en achterkleinzoon Maxim. De oude gravin was een frêle dametje met een haarscherpe geest, die rookte als een schoorsteen en haar sigaretten in een lang pijpje deed. De flat van de familie bevond zich in een buitenwijk van Tasjkent. Daar waren ze dan, drie generaties Poslavsky-dames. Gravin Valentina Poslavsky leek op een prinses uit de tsarentijd, de uitstraling van une grande dame de l'ancien régime of every inch a lady. Zij meende dat ik Poslavsky-trekken had, wat natuurlijk niet kan. Ik legde uit dat haar zwager weliswaar de enige grootvader van moeders zijde was die ik had gekend op de Villa des Marronniers in de Ardennen, maar dat mijn werkelijke grootvader Ir. H. van der Woude was geweest. Van haar dochter, professor Poslavskaya, kreeg ik een boek dat zij geschreven had met een opdracht erin.Ga naar voetnoot30 Kleindochter mevrouw Ilyana Petrov, leek me helaas a mental case. Zij schijnt een zenuwinzinking te hebben gehad. Toen Maxim Petrov thuiskwam, gaf zijn grootmoeder de jongen een liefdevolle kus op zijn voorhoofd - iets wat onze grootmoeder Poslavsky ook altijd bij ons deed - maar zijn moeder zat op hem te vitten. Hij studeert geologie van het poolgebied, is lid van de Pioniers, en is een enthousiast skiër - hij ging zijn skischoenen halen - en schijnt deel uit te maken van een skicommando. Na de universiteit zal hij als luitenant dienst doen in het leger. Hij had bruine ogen, clear as a bell. Het is niet eenvoudig om alle emoties samen te vatten, voor hen zowel als voor mij. Voor het eerst sinds de Revolutie is er contact tussen beide families. Ik berichtte de ervaringen in een brief aan Lex Poslavsky en tante Jetty, die Tata uitstekend gekend bleek te hebben toen zij als jong meisje de cello en de gamba (instrument met zeven snaren) op het conservatorium in Sint-Petersburg studeerde, dus allemaal voor de omwenteling van 1917.Ga naar voetnoot31 Eindelijk krijg ik mijn avondeten op de kamer geserveerd zodat ik de ‘begeleiders’ en hun ongemanierdheid kan ontlopen. Ik ben later nog wat gaan rondwandelen en ontmoette drie landbouwstudenten. We zochten een plek om een glas wijn te | |
[pagina 72]
| |
drinken maar de stad was potdicht. Steeds word je aangeklampt door jonge mensen die jeans willen kopen. Toen ik in 1948 in de Verenigde Staten arriveerde, was dat ongeveer het eerste wat ik kocht. Nu zijn de Russen aan de beurt met een jeans-rage. Een jongen liep mee naar mijn kamer. Hij paste een jeans van mij maar die was te groot en te wijd. | |
30 mei 1980Ik droomde van een lunch met Georgii Arbatov en Leonid Zamyatin. Ik herinner me er in de ochtend vaak weinig tot niets van. De mis voor de overgrootouders Poslavsky zal op het middaguur zijn. Fyodor Konkov belde namens mij de familieleden om hen te informeren. Gisteren toen ik bij de kerk mijn camera uit de auto wilde gaan halen, zat er een bedelaar, heel, heel oud en krakkemikkig. Ik dacht: laat ik hem maar tien roebel van Pitirim geven. De man sloeg een kruis en was zo verbaasd dat hij begon te buigen en te huilen. Vreselijk gevoel, ook voor mij. Ik belde gisteravond met Volodja Molchanov in Moskou. Ik vertelde dat er een dodenmis voor mijn overgrootouders van moeders zijde zou worden gehouden. Het bleef doodstil aan de andere kant. Ik denk dat hij de consequenties van die stap van mij zat te berekenen. Voor sommige mensen moet een dodenmis in Tasjkent voor de voormalige gouverneur-generaal en diens echtgenote hetzelfde zijn alsof je in Den Haag een mis laat opdragen voor A. Seyss-Inquart. Dit is een aspect dat ik voor ik vertrek nog eens met de historica in het museum wil bespreken. Mevrouw Ilyana Petrov en haar zoon Maxim kwamen met een arm vol rozen naar de mis. Er was een koortje van drie dames. Omdat het vrouwen niet is toegestaan achter het altaar te komen, opende de kosteres het luik naar de catacombe waar de graven van de Poslavsky's zich bevinden. Maxim nam de de rozen mee en plaatste die op de tombes. Het was de eerste keer dat hij er was. Ik heb van de hele mis een bandopname gemaakt die uitstekend is gelukt. De heerKonkov probeerde stilletjes voor me te vertalen wat er werd gezegd en gebeden. Maar op een ogenblik was hij zo geëmotioneerd door de hele situatie dat ik - en dat hoor je helaas op de tape - tegen hem zei: ‘Can't you translate first and cry later?’ Konkov zei dat het een prachtige mis was geweest. Ik bracht vervolgens witte bloemen bij Tata. ‘La vie est un | |
[pagina 73]
| |
cauchemar,’ zei ze. Vlees kost vijf roebel per kilo op de markt. Ik kan geen tijdschriften of boeken kopen die ik nodig heb. Het leven is zo moeilijk her. Zij had een brief voor Lies Poslavsky in Den Haag geschreven. Ook had zij wat foto's klaargelegd om mee te geven. Daarna dineerde ik bij de aartsbisschop van Tasjkent, Bartholomei. ‘We are very glad to meet our dear guest and we are grateful for his stay in sunny Tashkent. We wish him health, success in his noble work and a long life, with God's grace.’ Tegen het einde van de maaltijd vroeg ik hem of hij een gebed wilde zeggen voor de Poslavsky's en in het bijzonder voor de laatste mannelijke telg uit dit geslacht, Maxim. Hij verdween en kwam terug met een soort guirlande, groen van kleur, om zijn nek waarop hij samen met Vladimir gebeden uit de orthodoxe kerk begon op te zeggen. Ik vond het een buitengewone | |
[pagina 74]
| |
gebeurtenis. Al die jaren hoorde ik over de Poslavsky's in Tasjkent en hoe grootmoeder met de familie per trein van Oezbekistan naar Sint-Petersburg reisde voor het paasfeest bij de tsaar. Ik ben nog laat een wandeling gaan maken en vond een park waar ik op een bank ging zitten. Een van drie jongens kwam naast me zitten en legde zijn hoofd in mijn kruis. Een tweede werd bang, want het was duidelijk dat het op katjesspel zou uitlopen. De derde, best een lekker jongen, nam me mee naar een afgelegen, wat meer bebost gedeelte. Ik moet zeggen: hij gaf me een zeer professionele blow job, de eerste in Russisch Azië. | |
01:10 uurIk hoor iets verschrikkelijks. Het gaat me door merg en been. In de verte is ergens een hond overreden. De herinnering aan de bloederige schilderijen en foto's uit het museum van Tasjkent vanmiddag versterkten mijn gevoel van onbehagen. Ook door het daaropvolgende gesprek tijdens de lunch in het Islamitische Centrum. Mijn gezelschap leek het peil van de hoogste klasse van een lagere school niet te zijn ontstegen. Absolute assholes en dwepers. Absoluut schokkend! Executies met zwaarden; te zien was hoe de kelen van de ongelovigen werd afgesneden. Ik denk dan altijd aan de doodsangst die er moet zijn als het staal het vlees splijt. | |
01:20 uurKan niet slapen. | |
01:30 uurToen Maxim met me naar de catacombe van zijn overgrootouders ging, plaatste de kosteres heel lief eerst een kaars in de ruimte. Maxim daalde af en plaatste de rozen. De priester die de kerk beheert, zei bij aankomst dat het nooit de graven van de Poslavsky's konden zijn want dergelijke prominente personen zouden vorstelijke graven hebben. Maar Fyodor Konkov legde uit dat de omstandigheden van de Revolutie die veiligheidsmaatregelen hadden vereist. Toen zette de priester grote ogen op alsof hij de belangrijke ontdekking deed dat de gouverneur-generaal van de tsaar in zijn kerkje begraven lag. Hij wist waarschijnlijk ook niet dat de Poslavsky's het kerkje hadden laten neerzetten en aan Tasjkent geschonken. Tijdens het diner liet ik de aartsbisschop de groepsfoto van de Poslavsky's zien, waar alleen graaf Ilya Poslavsky niet op stond. | |
[pagina 75]
| |
Hij was in 1901 naar het buitenland vertrokken om te studeren. ‘So, the Poslavsky's were buried in that church,’ vroeg de aartsbisschop. Ik bevestigde dit. Het is nu dus bekend geworden terwijl de familie het misschien vooralsnog geheim wilde houden. Ik vroeg me af of ze me dit nu zullen verwijten. Het is beter schoon schip te maken. Nu zullen de autoriteiten geen stomme streken meer uithalen, het is 1980. De priester vroeg aan Ilyana Petrov, of zij een Poslavsky was. ‘Nee,’ zei ze, ‘but I carry this family in my heart.’ Ik heb haar trouwens op het hart gedrukt om Maxim Engels te laten leren ‘voor later’.Ga naar voetnoot32 Vanmiddag ben ik opnieuw naar de historica in het museum gegaan om alsnog meer te weten te komen over de achtergronden uit de tijd dat overgrootvader Poslavsky gouverneur-generaal voor Russisch Azië was. Mijn eigen overgrootvader, Alexander Oltmans, was toen president van het Comité van Bestuur van de Nederlands Indische Spoorwegmaatschappij. Een van twee zijden op Azië georiënteerde familie. Zij vertelde dat er in 1912 een opstand in Tasjkent was uitgebroken. Gouverneur-generaal Poslavsky vroeg Sint-Petersburg om aanwijzingen hoe te handelen. Het bevel kwam: ‘Crush the rebellion.’ De historica zei: ‘This gubernator Poslavsky was a tool of the Czar, you know.’ Veertien opstandelingen werden opgehangen, 200 werden naar Siberië gestuurd. Er was een boek geschreven over die periode: Uprising of the soldiers. De auteur was een zekere Tutujan.Ga naar voetnoot33 Lenin moet later naar Tasjkent een brief hebben geschreven waarin hij zijn trotst uitte over de in Tasjkent uitgebroken rebellie. ‘When the Revolution arrived, the gubernator was not executed, he simply went away,’ zei ze. In 1916, tijdens de Eerste Wereldoorlog, zouden soldaten in Oezbekistan zijn geronseld voor dienst aan het front. Opnieuw waren hiertegen opstanden uitgebroken. Men weigerde aan de oekaze van de tsaar gehoor te geven. Tijdens het diner heb ik tegen de aartsbisschop gezegd dat de mooie irissen die de tafel sierden, op de markt twee roebel per tak kostten. Bij vertrek bood hij me de hele bos ter afscheid aan. Er waren ook nog andere gebruikelijke cadeautjes. Een typisch Russische gewoonte. Ik vroeg hem uitdrukkelijk vooral de kok te bedanken die buitengewoon heerlijke gerechten had gemaakt. Dat hij net de opmerking had gemaakt dat een christen geen vlieg behoorde te doden, en prompt daarop een ge- | |
[pagina 76]
| |
braden konijn liet serveren, was aanleiding om de bisschop op een tegenstrijdigheidje te wijzen. De kokkin werd trouwens tevoorschijn getoverd en met toestemming van de bisschop gaf ik haar twee irissen. De fles wijn die ik kreeg, gaf ik aan onze chauffeur. Ik schreef in het gastenboek en bedankte de aartsbisschop voor zijn gebed voor Maxim Petrov Poslavsky, als laatste afstammeling van een (voor mij) bijzondere familie, wat ik hem had verzocht. ‘A noble gesture,’ zei Bartholomei. ‘No, not at all, it is natural,’ antwoordde ik hem. Maar ik geef toe dat ik tijdens het gebed van de bisschop bij het horen van de naam van Maxim emotioneel werd. Toen ik mijn handtekening in het gastenboek zetten en Maxim opschreef, was ik in tranen. Het ging tenslotte om de achterkleinzoon van de gouverneur-generaal van de tsaar. Ik ga in Holland alle Poslavsky's bij elkaar roepen om alles te vertellen. Ik schreef Peter over alles, luisterende naar zijn lieveling Mahler. | |
31 mei 1980Tijdens het diner zei aartsbisschop Bartholomei in zijn tafelrede dat ik beroemd zou worden wanneer ik zou blijven helpen vrede te bevorderen. Ik antwoordde dat ik allerminst de behoefte had om beroemd te worden, maar dat ik met mijn dagboek een bijdrage hoopte te leveren bij het bestuderen van het menselijke brein en hoe dit een leven lang vorm krijgt. Ik vertelde het verhaal van de stewardes die, nadat de piloten waren omgekomen, een jumbo aan de grond probeerde te krijgen zonder het instrumentarium te kennen. | |
11:20 uurWe vliegen met een hoogst oncomfortabel, tweemotorig toestel (zonder airconditioning) naar Bukhara. We werden opgewacht door een priester, zijn vrouwelijke boekhouder en een tolk. We waren nu dus zeven man sterk. Ik liet mijn lunch boven serveren om van het getetter af te zijn. Het was een dag van sightseeing. We bezochten inderdaad schitterende plekken als de graftombe van de Smanid dynastie uit de negende-tiende eeuw. De Kalyan Minaret dateert uit de twaalfde eeuw. Toch ben ik minder geschikt voor dit soort visites. We hebben zelfs locale islamitische dansen gezien. Om 17:30 uur ben ik naar de mis gegaan. Ik kwam in een als kerk ingericht zaaltje met 25 oude dames als kerkvolk. Honderden vliegen raasden naar hartenlust rond. Ik ben na een half | |
[pagina 77]
| |
uurtje weer vertrokken. De zwaluwen scheerden over de binnenplaats bij het ondergaan van de zon. De hemel mag weten waar zij zich zo druk over maakten. Straks gaan ze slapen en nemen de kalongsGa naar voetnoot34 hun plaats in. | |
1 juni 1980BukharaMeer monumenten. Toeristen worden doorgaans niet naar moskeeën begeleid. Ik ben niet naar Bukhara gekomen om te lunchen met priester Gregory. Heb en passant een poging ondernomen ergens melk te vinden, want ik zie iedere dag alleen kans ijs te bestellen en die in de koffie te kieperen. We zijn overal naartoe gereden. Nergens één druppel melk. De melk die er is, wordt in alle vroegte afgeleverd en is meteen uitverkocht ook omdat geen enkele koelkast werkt waarin de melk bewaard zou kunnen blijven. Ik zei tegen Fyodor Konkov: ‘Net als Hitler, liever kanonnen dan melk.’ Ik probeerde hem duidelijk te maken dat ik liever mensen wilde ontmoeten en spreken dan van het ene dode paleis der imams naar het andere te worden gesleept. Er zijn nog vijf moskeeën in gebruik van de 350 die er vroeger in Bukhara waren. Na veel gedonder kon ik dan toch een moskee bezoeken. De gebedesruimte bleef taboe. Ik kon de gebeden horen maar zag niet veel. Ik zit op een soort binnenplaats te luisteren in de koelte van de schaduw. Duiven zijn hier veel kleiner, beige en bruin. We vertrekken naar Samarkand. | |
SamarkandWe werden afgehaald door pater Sergei, een kleine man met zijn haar in een knoetje, die me vier iristakken aanbood. De tand die in Odessa was gerestaureerd, begon weer behoorlijk pijn te doen. Watten met cognac hielpen geen moer. We gingen dus naar een ziekenhuis waar een tandarts er naar keek. Hij had een mooi gezicht, dat me aan Martin PortierGa naar voetnoot35 deed denken; of eigenlijk meer aan zijn moeder. Fyodor tolkte en zei moeite te hebben het kromme Russisch van de tandarts te begrijpen. Ik wilde dat de zenuw gespaard werd. Hij zei echter dat mijn tandvlees te ver was ontstoken en de zenuw had aangetast. Het ding moest de nek omgedraaid worden. Hij gaf me een van de meest akelige verdovingsinjecties die ik me kan | |
[pagina 78]
| |
herinneren, met een naald waarover ik hem vroeg of die niet voor een paard was bestemd. Ik maakte een wandeling en liep tegen een soldaat aan die in Cuba had gediend en zich verstaanbaar kon maken. | |
2 juni 1980Ik droomde dat ik in een auto zat met mijn ouders en broer Theo. We reden van een bergwand af maar op een of andere manier bleven we hangen aan planten en bomen. Het doet me denken aan hoe we in mams Oldsmobile voor de oorlog een bergweg naar Arosa in Zwitserland opreden en mam die aan de kant van de afgrond zat en heel bang was. Ik droomde ook van Peter en veel meer, maar ik herinner me niet meer dan dit. Richard Thieuliette is jarig. Het is schitterend weer. De dag begon met een nieuwe scène. De dame van Intourist vroeg of ik me wilde melden bij haar directeur. Ik zei: ‘Nee, pater Vladimir behandelt mijn reis.’ ‘U wilt dus niet gaan?’ ‘Neen.’ Later zeurde zij opnieuw en het begon me te vervelen. Ik stuurde er Fyodor Konkov opaf. Intussen vroeg ik de ober om melk bij de koffie. Toen hij steeds weer zei dat er geen melk was, stond ik op en zei zelf in een winkel melk te zullen gaan halen. Toen kwam hij snel met twee glazen koude melk aanzetten. Hoe werken deze breinen? We hebben een Pionierskamp buiten Samarkand bezocht. Er bevonden zich twee oude villa's op het terrein. Een er van moet de zomerresidentie van de Poslavsky's zijn geweest. Het kamp werd in 1927 opgericht en was het oudste in Oezbekistan. Tante Tatyana heeft het beschreven. De familie begaf zich vroeger te paard en met koetsen naar deze plek, die gewoon was ingepikt en voor het publiek - en de kinderen - werd opengesteld. Ik zag de heldere beek met een soort zanderig strandje waar Tata over had gesproken. De omgeving was droog en heuvelachtig maar vooral koel. Zou nog duizend vragen hebben voor de Poslavsky's in Tasjkent. | |
Moskee Khoja AhrarEr lopen vijf kleine jongetjes, één op blote voeten, met een lief klein hondje. De tuin rond het gebouw is een droom. Oude bomen, een rustige vijver, vele verschillende vogels. Prachtig. De imam riep de gelovigen met twee handen aan zijn hoofd. Hij zei later dat er 4.000 gelovige islamieten in Samarkand waren. Op drukste dagen kwamen 500 mensen naar de moskee. Pater Sergei liet ik een foto van overgrootvader Poslavsky zien. | |
[pagina 79]
| |
Hij zei dat deze inderdaad een generaalsuniform van de tsaar droeg. Hij wilde als hij in Tasjkent zou zijn de geschiedenis van de Poslavsky's nagaan. Zijn vader was een arts. Hij wilde monnik worden. De revolutie maakte dat onmogelijk. Hij werd onderwijzer en journalist. Hij gaf toe te hebben gezondigd ‘but I confessed to archbishop Boris’. Gemakkelijk. ‘My whole life was a preparation for my present state of mind,’ zei hij. Hij scheen het met me eens te zijn dat de moderne wereld nog altijd zowel priesters als psychiaters nodig heeft. Hij meende eveneens dat psychologie op een seminarie als in Odessa een plaats moest krijgen. Na de lunch bezochten we zijn kerk. Hij toonde icoon na icoon. Mischa, onze Russische chauffeur, zei nog nooit in een kerk te zijn geweest. Hij wilde nu zijn zoon en dochter de iconen laten zien. Een non stond erop dat ze ons haar kamer kon tonen waarvan de muren waren volgeplakt met bidprentjes. Priesters en nonnen, een uitstervend ras. Daarna werden we vergast op een schaal halfverrotte aardbeien. Toen hij ook nog een fles champagne wilde opentrekken verzocht ik hem dit vooral niet te doen. Hij deed het toch. Terug in het hotel begon de dame van Intourist, Natasha, weer te zeuren over een ontmoeting met de directeur. Ik heb het tenslotte maar gedaan en de man uiteengezet dat zijn hotel shit was, de badkamer was shit en de hele show deed me denken aan een tweesterren hotel in het hart van Afrika. Vliegen beheersten het luchtruim in de eetzaal, melk was er nooit, en de vliegtuigen van Aeroflot leken meer op een sauna dan op een vliegtuig. Hij schreef alles op. Ik vroeg hem wat hij met die notities eigenlijk deed, want duizenden toeristen voor mij moesten hem hetzelfde hebben gezegd en er verbeterde absoluut niets. ‘Most tourists don't tell us as frankly as you did what they think,’ zei hij. | |
Samarkand - MoskouTerwijl we in een snikhete cabine van het Aeroflot-toestel zaten te wachten op vertrek, ontstond vertraging omdat de piloten en het andere vliegend personeel tassen vol vruchten en groenten in het vliegtuig laadden om in Moskou hun handeltjes mee te drijven. | |
[pagina 80]
| |
De Britse Morning Star is het papier waarop het gedrukt is niet waard. Belde tante Jetty in Wassenaar om te vertellen dat ik in Tasjkent tot de Poslavsky's was doorgedrongen. Zij was verblijd en verrast. Ik voerde een uitstekend gesprek met Georgii Arbatov, ook over zijn recente bezoek aan Italië. De hoofdstukken i, ii en iii van ons boek zijn nu gereed. Aan de rest wordt verwoed getypt. Arbatov sprak over Ronald Reagan, die het ambt mogelijk van Carter gaat overnemen. ‘He has some real bad people around him, like Richard Allen, and worse, Richard Pipes. But, perhaps, he gets rid of these people later. They shed these people in America like a snake sheds his skin.’ Hij had lang gesproken met zijn collega Y.M. Primakov, omdat ik een soortgelijk boek over het Nabije Oosten met Primakov zou willen schrijven.Ga naar voetnoot36 Hij adviseerde professor Anatoly Alexandrov, de president van de Academie van Wetenschappen van de ussr, mee te werken aan mijn project. Hij stond op en liep heen en weer, terwijl hij uiteenzette hoe het boek verder in te richten. ‘Between you and me, don't tell MacMillan. A Party Congress is upcoming, so in order to be on schedule he should have the book of the presses in July with a scheduled appearance in the United States at a later date.’ Het beste zou een persconferentie in Washington plaats kunnen hebben in aanwezigheid van ambassadeur Anatoly Dobrynin. Ze zullen me in Holland nog meer haten als ik daarbij aanwezig ben. | |
4 juni 1980Ik ben het manuscript aan het lezen. Volodja en Sergei voorspellen dat het 400 pagina's zullen worden. Het is een chaos. Het wemelt van de typefouten, pagina's die niet aansluiten, enzovoorts. De ambassade van Venezuela bevestigde dat minister Luis Alberto Machado zowel Anatoly Alexandrov als een van zijn collega's naar Caracas had uitgenodigd. Ook dat is dus gelukt. ‘You might add, that although you disagree with some of my views, it could still be a small and modest contribution to better understanding between our two countries,’ zei Arbatov toen we het voorwoord bespraken. ‘Bring in a touch of humor,’ voegde hij er aan toe. Ik doe het op mijn eigen manier. Als het | |
[pagina 81]
| |
goed is vlieg ik de zevende met het manuscript naar Amsterdam. Ik stuurde MacMillan in New York een telegram. Verder informeerde ik Craig Whitney van The New York Times hier dat het boek bijna klaar was. ‘It certainly would be a news story,’ zei hij. Oud-ambassadeur Romanov was aan de late kant. We lunchten samen. We spraken lang en het was opnieuw buitengewoon plezierig. Romanov vertelde dat prins Bernhard op zijn persoonlijke postpapier, met zijn eigen wapen, een brief had geschreven waarin hij de uitnodiging aanvaardde om in februari 1976 uit naam van het Wereld Natuur Fonds naar Moskou te reizen. Max van der Stoel blokkeerde het prinselijke bezoek aan de Sovjet-Unie met als smoesje dat het koninklijk paar in 1976 al vele verplichtingen voor buitenlandse staatsbezoeken op zich had genomen. ‘Then came the bloody Lockheed affair,’ aldus Romanov, ‘and that brought him into trouble with the government. He told me about this himself. I raised the matter again with Chris van der Klaauw after he had become minister, who replied, that the prince lost most of his posts and it would be difficult to arrange.’ Romanov antwoordde Van der Klauw: ‘We don't invite posts to our country, but personalities.’ Het ministerie van Buitenlandse Zaken herinnerde Romanov er vervolgens aan dat hij via het ministerie met de koninklijke familie diende te communiceren. ‘Don't remind me,’ had hij geantwoord, ‘I know. But his Highness asked me to phone him directly.’ Toen ik de opmerking maakte dat prins Bernhard soms de verkeerde vrienden had uitverkoren, zoals in het geval van de sjah van Iran, zei de oud-ambassadeur: ‘That is not fair to say now. We had good relations with the shah too. We built many plants in Iran and he sent gas to Armenia and Georgia.’ ‘Okay, but Bernhard turned the shah into a personal friend, which is a different matter.’Ga naar voetnoot37 Romanov vertelde dat prins Claus ervan droomde eens de reis met de Trans-Siberië Express te kunnen maken. Tijdens een bezoek van de Romanovs aan DrakensteynGa naar voetnoot38 moest prins Willem-Alexander naar bed. Hij zei toen dat hij dat pas zou doen als zijn ouders hem ‘Sacha’ noemden. Ik stelde hem voor om een persoonlijke brief met gelukwensen aan Claus en Beatrix | |
[pagina 82]
| |
te schrijven, die ik mee kon nemen en zelf bij Froger zou afgeven. ‘Next summer, when we work on the book, I will come to Holland for some research and then I will visit the new queen. Therefore, a letter now, will be a good preparation.’ Ik zou samen met Romanov een boek gaan schrijven over zijn periode als ambassadeur in Nederland. Ik vertelde hem in geuren en kleuren over mijn ontmoeting met de Poslavsky's in Tasjkent. Hij was van mening dat ik hierover moest schrijven omdat het mogelijk maken van mijn bezoek aan de familie bewees dat de Sovjet-Unie de verplichtingen van de Slotakte van Helsinki nakwam. Later bracht ik een bezoek van anderhalf uur aan aartsbisschop Pitirim om hem te vertellen over de reis en hem nogmaals te bedanken. Ik vroeg ook om de foto's met Alekseij in Spas. Hij zei dat de fotograaf zijn tas en alle negatieven was kwijtgeraakt. Er was dus niets. Ik was razend. ‘Voor mij was het bezoek aan Spas een hoogtepunt. Ik heb op uw fotograaf vertrouwd. Zo schrijf ik niets.’Ga naar voetnoot39 Pitirim zei: ‘I have to tell you, you are my bold experiment.’ Hij hoopte dat ik over de Russische kerk zou schrijven ‘to explode the ice of indifference so that the people in the west understand a bit more.’ Ik zei best een boekje van 75 pagina's met hem te willen schrijven in de vorm van een lang gesprek. ‘It could carry the title of The Unknown Church,’ zei hij. Ik zei dat het me geshockeerd had te zien hoe bij begrafenissen de dode man of vrouw open en bloot in de kist ligt. ‘Even people who do not know the dead person will walk up to the coffin and kiss the deceased in out country,’ aldus Pitirim. De aartsbisschop vond dat ik Alekseij niet moest verafgoden. Alsof ik dat had gedaan. Ik vond hem gewoon een schat. Maar voor pater Nikolai, die had vertaald, was dit blijkbaar als verafgoding overgekomen. Pitirim had ook vernomen dat ik in het gesprek met Alekseij veel van mijn eigen denkbeelden had geëtaleerd en de priester, being a gentleman, had dit hoffelijk over zich heen laten komen. Maar in de toekomst zou Alekseij wel bepalen waar we over zouden spreken ‘and he might be able to open a world for you that you have never entered before. Dostojevski said that this was like travelling in foreign countries one had never visited before.’ Pitirim beklaagde zich ook dat vele Westerse bezoekers gesprekken met hem en an- | |
[pagina 83]
| |
dere priesters aanvingen met vragen als: ‘Are you communist agents? Or what is your relationship to the cpsu?’ | |
5 juni 1980Ik vertelde Edward Ivanian in het usa-instituut wat ik in Tasjkent met de Poslavsky's had meegemaakt. ‘Your story gives me goose-pimples,’ zei hij. Oud-ambassadeur Romanov verscheen in het hotel. Hij had twee handgeschreven ontwerpen bij zich voor de brief aan Beatrix, beiden in haphazard English en met de nodige spelfouten. Romanov zegt dat hij worstelt met zijn brief aan Beatrix. ‘It is two pages and too long,’ zei hij. ‘I wrote her that my family is fine, also the grandchildren, but it has to be done with dignity.’ ‘As well as with affection,’ voegde ik eraan toe. ‘Exactly,’ antwoordde hij. We werkten samen aan de tekst. ‘Your Royal Majesty’ begon het heel aandoenlijk. Ik legde uit dat dit dubbelop was. Hij schreef dat mevrouw Romanov het druk had met de kleinkinderen, drie in totaal. Hij had zijn dagelijkse diplomatieke bezigheden gestopt want na vijfendertig jaar was het genoeg geweest. Hij was nu verbonden aan het Afrika Instituut van de Academie van Wetenschappen en bezig een boek over Nigeria te schrijven ‘where I spent the seven best years of my life’. Ik adviseerde die zin weg te laten. Het leek me niet handig dit te schrijven na net vijf jaar in Den Haag gewerkt te hebben. Hij feliciteerde Hare Majesteit met haar ‘promotie’ naar het koningschap. Letterlijk stond er: ‘with your promotion to the top’. Hij voegde er aan toe: ‘Let us write top with a T just for fun.’ Romanov hoopte dat onder haar regeerperiode de betrekkingen met de ussr zich zouden intensiveren. Daarop volgde een passage over de spanningen in de wereld waarin hij zei te begrijpen dat zij onder de huidige omstandigheden de Olympische Spelen in Moskou niet zou kunnen bezoeken. ‘But perhaps, prince Claus and my friend Sacha (prins Willem-Alexander) can come.’ Later vroeg hij me aan de heer Froger te zeggen dat hij zich beschikbaar stelde als gids, mochten zij toch naar Moskou komen. Ik heb het allemaal wat bijgeslepen. Hij leek er tevreden mee te zijn. Hij eindigde de brief met een groet aan haar ouders. Hij tekende en we sloten de enveloppe met lijm en plaatsten deze weer in een andere enveloppe. Terwijl ik dus de tekst voor hem uittypte op mijn draagbare Olivetti, ging de ambassadeur naar mijn badkamer en draaide | |
[pagina 84]
| |
daar een ongelooflijke drol. Ik heb de ramen wijd open gezet toen we voor het avondeten samen naar beneden gingen. Romanov zei dat Edward Kennedy een verkiezingsoverwinning op Jimmy Carter had geboekt. De sovjetmedia spraken er met geen woord over. Volodja Molchanov zei ook al dat het een schandaal was wat men op sovjettelevisie liet zien. ‘It is an insult to the intelligence of the proletariat and they will never understand or learn about what goes on in the world,’ aldus Volodja. Ambassadeur Romanov omhelsde me met drie dikke zoenen ten afscheid. Gewoon, open en bloot in de hal van het hotel. | |
6 juni 1980Bung Karno's verjaardag. De eerste Olympische sporters zijn gearriveerd. Some have exquise bodies. Om 17:00 uur ontmoette ik Georgii Arbatov. Omdat ik Arbatov in mijn vaste column voor Gallery had genoemd, had nu ook Penthouse om een full-length interview met hem gevraagd. ‘I refused to do it,’ zei Arbatov, ‘because they would not understand here, why I had granted them an interview. Penthouse argued that even Fidel Castro had given them an interview. Well, if I was in Castro's position I would also do it.’ Intussen had hij ook een interview geweigerd met Der Stern, evenals een gesprek van een uur met bbc radio. Hij had dit allemaal geweigerd omdat het hem teveel vermoeide en onder druk zette na zijn recente hartaanval. Maar misschien zou Kevin Klose van The Washington Post wel een gesprek krijgen. Arbatov zei dat hij nooit akkoord zou zijn gegaan om samen dit boek te maken, wanneer hij van tevoren had geweten wat dit allemaal betekende. ‘That's why I told you, let's talk one week, and I will type the tapes in full,’ zei ik hem. ‘Yes, you deceived me: let us drink on the great deceiver!’ aldus Arbatov. Hij vond intussen dat de kans groot was dat ons boek een bijdrage zou leveren tot detente. Na een afscheidsetentje met Fyodor Konkov ging ik naar de flat van Volodja en Consuelo Molchanov. ‘Consuelo heeft voor jou een kippetje gemaakt,’ zei Volodja. We hebben heel lang zitten praten. De 130 roebel die ik over had van de trip naar Tasjkent liet ik in een enveloppe bij hem achter. Ik vertelde van de drie jongens in Tasjkent en de blow-job van nummer drie. ‘Never tell anyone and don't repeat the story,’ raadde hij aan. | |
[pagina 85]
| |
‘The kgb is always watching special people like you. If they want to arrest you, they send you a boy and you'll get caught. Then you'll have the choice between prison for a year or work for them.’ Het is inderdaad misschien toch te gevaarlijk zoiets te doen. Volodja vertelde dat Hendrik Everaars, die van 1975 tot 1977 op de ambassade zat, een speciale bvd-man was. ‘Nu is hij door Pieter Jan Wolthers opgevolgd’. Dit wond me nogal op omdat Wolthers aanwezig was zowel bij mijn gesprek met ambassadeur Van Agt als met ambassadeur Reinink. Dat je niet eens zonder tegenwoordigheid van de spionagedienst met je ambassadeur (als journalist) kan spreken. Te gek om los te lopen. ‘Het feit dat Fedijashin niet met jou over deze zaken wil praten, betekent dat ze niet weten wat je er mee zal gaan doen,’ meende Molchanov. ‘Wat zal je schrijven wanneer een van onze mensen met jou spreekt? Ga je zeggen, dat je een hoge kgb-functionaris hebt gesproken? Kijk maar: eerst ontvangt dr. Jermen Gvishiani jou twee uur lang onder vier ogen en daarna heb je weer moeite om hem te spreken te krijgen.’ ‘Ja, je zou er goed malende van worden,’ zei ik. ‘Ze aarzelen over jou.’ ‘Arbatov aarzelt in ieder geval niet, evenmin als Romanov.’ ‘We weten trouwens exact wat Coen Korver hier doet,’ zei Molchanov. Daar heb je het weer: journalisten die niet zuiver op de graad zijn. Hij vertelde dikwijls vragen van mensen, ook vrienden, te krijgen over mijn gesprek met Komsomolskaya Pravda. Een oudklasgenoot van hem die nu als kapitein dient in een kazerne vijftig kilometer buiten Moskou, had hem verteld dat de hele legerplaats de opgave had gekregen mijn interview in Komsomolskaya Pravda te bestuderen. Daarna was het besproken in alle klassen waar politieke vraagstukken werden bestudeerd. Zelfs Volodja Pechatnov, naaste assistent van professor Arbatov, had Volodja vragen over mij gesteld. Molchanov drukte me op het hart nu niets meer tegen de bvd te ondernemen en eerst veilig het boek van Arbatov in Nederland gelanceerd te krijgen. Dit advies liep parallel aan dat van Fedijashin: ‘Don't try to fight them.’ Om 22:20 uur kwam Volodja Pechatnov het manuscript van Arbatov bij me in het hotel brengen. Het zag er keurig uit. Ieder hoofdstuk zat in een aparte plastic folder van het usa Instituut. En het hele zaakje zat in een kartonnen doos. Sergei Plekhanov belde om me goede thuisreis te wensen. | |
[pagina 86]
| |
7 juni 1980Om 05:35 uur belde Konkov vanaf de receptie. Hij was met een auto van aartsbisschop Pitirim gekomen om me naar het vliegveld te begeleiden. Ik had 25 kilo overgewicht, wat 110 roebel kostte. | |
Aeroflot 229, Moskou - AmsterdamVerlang naar ‘'t Amerbos’, zoals Peter altijd zegt. De auto staat op Schiphol. Ik hoop dat hij start. |
|