Memoires 1979-1980
(2011)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |
Moskou12 november 1979Moskou, Ukraina HotelDe aankomst gisteren op Sheremetjewo Airport in Moskou was weer de gebruikelijke ramp. De douanehokjes werden bestormd. De paspoortcontrole duurde 45 minuten. Daarna nog eens 45 minuten om met je koffer langs de douanecontrole te komen. Een Arabische jongen voor me werd dermate grondig doorzocht, dat ik uiteindelijk van rij verwisselde. Volodja Molchanov haalde me af. Hij heeft nu lang haar. Helaas logeer ik hier en heb maar een klein kamertje. Ik heb zelfs geen radio. Ik zeg maar niets, want het kost me toch al 36 roebel, 144 gulden per nacht. Walgelijke prijs voor een dergelijke achterlijke accommodatie. We namen een sandwich. Volodja vertelde dat het Moskouse patriarchaat me volgend jaar voor een reis zou uitnodigen. Dat had aartsbisschop Pitirim bekokstoofd. ‘Ze zijn erg rijk. Ze hebben al die kostbare iconen,’ zei hij. Hij zou zelf misschien voor enkele maanden naar Nederland komen om een ruimtevaarttentoonstelling in Drunen, Brabant te begeleiden. ‘Ik ben alleen bang, dat ik weer van die mijnheer van de bvd zal horen en dan weet ik werkelijk niet wat ik moet doen.’ Ik adviseerde hem zich daar geen zorgen over te maken en probeerde hem wijs te maken niet te denken, dat het weer zou gebeuren. Maar in werkelijkheid bracht het me terug bij de consequenties van mijn brief in De Journalist en wat ik op kro-televisie over dit onderwerp naar buiten had gebracht. Raymond van den Boogaard zal het duidelijk zijn dat ik mijn informaties over de bvd die hem benaderde, van Molchanov moet hebben gekregen. Vroeg of laat steken die twee de koppen bij elkaar en dan hebben we de poppen aan het dansen. Ik moet er deze reis met Volodja openlijk over spreken. Ik moet dit oplossen voor ik vertrek. Ik moet Molchanov eigenlijk waarschuwen dat ik die zaak op gang heb gebracht. Amerika valt, dat ik naar hem zond, is nooit aangekomen. Op het Institute for the usa and Canadian Studies (usa-Instituut) overhandigde Vladimir Krestianov, Senior Researcher, die ook namens professor Arbatov optreedt en veel van diens | |
[pagina 46]
| |
zaken regelt, een stapel informatie bestaande uit veel van de artikelen die Arbatov publiceerde en ander materiaal van het Instituut. Volodja zegt dat mijn contact met Arbatov ‘een serieuze zaak wordt’. Zou het boek, dat ik nu al jarenlang met hem heb willen schrijven, eindelijk van de grond komen? Volodja vertelde verder dat in het laboratorium van zijn vriend, de patholoog-anatoom, speciale antibacteriële pakken gereed worden gemaakt, omdat er serieus in het Kremlin rekening mee wordt gehouden dat de vijanden van de ussr tijdens de Olympische Spelen hier onbekende bacteriën zullen proberen binnen te brengen. Wie zou in godsnaam een dergelijke waanzin kunnen bedenken? De cia is tot letterlijk alles in staat, dat is waar. Molchanov adviseerde verder nooit één woord over hem in een brief te zetten, want correspondentie wordt geanalyseerd door een team van specialisten. Zelfs een brief om te condoleren met het overlijden van de heer Hoekstra van de cpn was nooit aangekomen. Heb urenlang materiaal van Arbatov gelezen. Wanneer ik dit een paar jaar eerder zou hebben gehad, zou ik er een half manuscript uit hebben kunnen samenstellen. Laat ik eerst recapituleren wie hij is. In de oorlog was hij artillerie-officier. Van 1949 tot 1962 werkte hij als journalist in Moskou en in Praag. Hij werd consultant voor internationale betrekkingen van het Centraal Comité van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, (cpsu). In 1968 werd het usa-Instituut opgericht, waarvan hij directeur werd. Sedertdien is hij één der invloedrijkste personen rond het Kremlin gebleven in de ontwikkeling van de betrekkingen tussen de ussr en Amerika. In een lang artikel united states foreign policy and prospects for soviet american relations wijst hij op ‘accommodation’ van Washington bij ‘new realities of the international situation. I might say that us policy is being brought into line to a greater degree than formerly with America's resources, capabilities, potential and national interest.’ Hij signaleerde ‘more and more the bankruptcy of a primitive anticommunist stereotype.’ Niet alle onrust en veranderingen in de wereld werden door Washington meer toegeschreven aan ‘a communist conspiracy’. Dat weet ik zo net nog niet. In Moskou lezen ze op het usa Instituut steeds meer Amerikaanse bronnen en publicaties. Eigenlijk is senator J. William Fulbright met zijn opzienbarende boekje Old Myths and New RealitiesGa naar voetnoot40 in 1964 de baanbreker geweest, om als voorzitter van | |
[pagina 47]
| |
het Senate Committee on Foreign Relations voor te stellen, dat met verouderd, stereotype denken diende te worden afgerekend. Hij schreef in 1964 al dat er anders gedacht diende te worden over China, ook al brak Richard Nixon het bamboegordijn via Henry Kissinger pas in oktober 1971 in het geheim, door Henry naar Peking te sturen en vervolgens zelf naar Mao te gaan. Arbatov schreef in 1975 ‘diep overtuigd’ te zijn in welke richting sovjet-Amerikaanse betrekkingen in ieder geval zich niet zouden ontwikkelen. ‘They will not develop in the direction of an alliance, surely and still less toward a “condominium of superpowers.” For we are speaking here of states divided by profound differences in socioeconomic structures, politics, and ideologies of states belonging to two social systems between which there exists and will continue to exist a historically inevitable competition.’ Op 3 september 1975 schreef Arbatov manoeuvres of the opponents of detente in het blad Izvestia. Hoe meer ik van hem lees, hoe meer ik geïnteresseerd raak om zelf te proberen zijn gedachten uit zijn brein te tappen. | |
13 november 1979Krestianov belde dat ik vanavond een eerste interview met professor Arbatov zou hebben. Daar heb ik sedert ik hem voor het eerst in 1971 ontmoette, voortdurend naar toe gewerkt. Zou het dan eindelijk gaan gebeuren? Volodja Molchanov en ik bezochten de heer Fedijashin bij apn Novosti, de man, die ik verdenk daar voor de kgb aan de touwtjes te trekken. Arbatov had het plan van een boek blijkbaar ook met hem besproken. Des te beter. Fedijashin hield het zelfs voor mogelijk, dat Brezhnev zelf, of anders minister Gromyko een voorwoord zou schrijven. Is dat verstandig? In ieder geval is er nu alle medewerking voor het project. Bij Volodja thuis, met toast, worst, kaas, echte koffie met melk zelfs, heb ik hem verteld over mijn ontboezemingen ten aanzien van de bvd in Holland, en dat ik andere bronnen en gegevens had dan alleen zijn affaires met Raymond van den Boogaard en later met de mysterieuze mijnheer die hem naar Antwerpen achterna was gereisd. Ik verzekerde hem nooit iets te zullen doen waardoor hij gevaar zou lopen. ‘Daar ben ik honderd procent zeker van,’ zei hij. Volodja verzekerde me opnieuw dat, toen hij in Lvov met Nederlandse journalisten aan de zaak Menten werkte en Koen Corver, Raymond van den Boogaard en anderen zich minach- | |
[pagina 48]
| |
tend over mij uitlieten, hij altijd strijk en zet antwoordde: ‘Als jij werk aflevert van het niveau van Willem Oltmans, pas dan heb je recht van spreken.’ En tegen Koen Corver had hij zelfs opgemerkt: ‘Terwijl jij met een dissident op straat spreekt, zit Oltmans voor een gesprek bij president Urho Kekkonen van Finland.’ Volodja vroeg me of ik me wel realiseerde dat Arbatov een jood is. Dat wist ik eigenlijk niet, maar dat maakt mij geen enkel verschil. MacMillan heeft via Ron Taft in New York een concept contract voor het boek met Arbatov opgestuurd. Er zit een concept-brief bij, die professor Arbatov moet ondertekenen.Ga naar voetnoot41 Er staat bijvoorbeeld een clausule in dat Arbatov ‘as long as the MacMillan edition of the work is in print’ voor den duur van vijf jaar (te beginnen op de datum van publicatie van ons boek) geen soortgelijk werk op de markt zal brengen. Hoe kan dit nou? Het onderwerp is de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie ten aanzien van de vs. Arbatov is de belangrijkste specialist op dit gebied in het Kremlin. Hoe kunnen ze zoiets van hem eisen. Vanmiddag een interview gemaakt met Vladimir P. Zinchenko, psycholoog en hoofd van het Departement van Ergonomie aan de universiteit van Moskou. Hij noemde Alexander Luria (1902-1977), Lev Vygotsky en mijn eigen vriend sinds jaren, A.N. Leontiev zijn leermeesters. Zinchenko was prima gekozen als specialist op het gebied van kinderpsychologie. Ik wilde met hem spreken in verband met het intelligentieprogramma in Venezuela. Ik vroeg hem hoe kinderen visuele voorstellingen vormen over ‘de buitenwereld’. ‘Jerome Bruner,’ antwoordde hij, ‘heeft op Harvard een fantastisch experiment uitgevoerd om te ontdekken hoe kinderen verschillende terreinen van waarneming ontwikkelen. Op slechts tweejarige leeftijd kunnen kinderen afstanden en de grootte van voorwerpen waarnemen. Hoe ze dit doen, is voor de materialistische wetenschappen een raadsel. Uit het standpunt van materialistisch georiënteerde psychologen moet het beeld van een oppervlak worden opgebouwd met behulp van handelingen of met de hulp van activiteiten. Dit is niet de opvatting van sovjetwetenschappers, maar gaat terug tot Aristoteles en Spinoza.’ ‘Kinderhersens worden gebrekkig en amateuristisch gepro- | |
[pagina 49]
| |
grammeerd, door ouders en leraren, die niets van hersenfuncties afweten, laat staan van de biologie van het brein,’ wierp ik mijn stelling in. ‘Dat is juist. Je kunt een kind, dus een persoon, maken en breken. Er kan inderdaad heel veel schade worden aangericht. De Amerikanen spreken van verborgen of latente opvoeding als het kind passief is ingesteld.’ ‘Hoeveel eeuwen herhalen zich steeds dezelfde denkfouten en dezelfde onzin en wordt er aan kinderhersentjes geknoeid zonder te weten wat men eigenlijk doet?’ ‘Ik ben het met u eens dat dit inderdaad een vicieuze cirkel is. Het zou nodig zijn die te doorbreken als we dat door middel van handelingen zouden kunnen doen. Maar het centrale probleem van de psychologische wetenschap van heden, is het probleem van vrij handelen.’Ga naar voetnoot42 Vervolgens haasten Volodja en ik ons naar Arbatov. Hij zat voor het eerst werkelijk op me te wachten. Hij stelde een jonge assistent voor, dr. Vladimir Pechatnov, die ons zal helpen met het uittikken van bandopnamen. Als altijd zaten we tegenover elkaar aan de kleine tafel voor zijn grote bureau. Volodja Molchanov zat verderop notities te maken van het gesprokene. We waren het eigenlijk vrij snel eens over de grote lijnen van ons voorgenomen boek. Volodja had gewaarschuwd niet het contract van MacMillan te berde te brengen ‘want als functionarissen moeten tekenen, worden ze altijd bang’. Ik besprak echter alles met professor Arbatov, die bepaalde aanvullingen wilde hebben, waarvan ik hem vroeg deze rechtstreeks aan George Walsh van MacMillan te zenden. ‘Relations between the ussr and the us seem to turn from hot to cool and cool to hot all the time,’ legde ik Arbatov voor. ‘Nobody more than we, desire to have evenhanded and predictable relations with Washington. This desire was many times expressed by our leaders. At the same time you have to face the facts of life. The us and the ussr are actually chained to each other on this planet. Neither side can leave it. Somehow, we have to learn to live with each other.’ ‘We will not obtain fast or easy answers to the problems facing us. What is absolutely necessary at this stage in relations is a sense of direction. Where do we want to go? What development in us-ussr relations do we envisage? If there is a clear understanding on both sides - and this is the case on the Soviet | |
[pagina 50]
| |
side - what our ultimate goal is, for instance, to have truly normal relations and to develop genuine cooperation where it is possible and mutually beneficial, then I think, we only have left a problem in applying time, wisdom and patience. But if the basic attitudes of the us change every four years with another election, then this becomes really difficult. We are simply baffled by these abrupt hot cold turns in American policy or directed towards us from the White House itself.’ Ik vroeg hem hoe lang ambassadeur Anatoly Dobrynin nu in Washington zat. ‘Since 1962.’ ‘Yes,’ zei ik. ‘Since jfk. Even us cartoonists poke fun at the fact that Cyrus Vance and Zbigniew Brzezinski contradict each other continuously.’ ‘Of course, this complicates our task of analysis and makes it much more difficult to study American policy, which, as you well know, is my profession. At the same time, we do understand that we are neither dealing with simply us whims or unpredictability of Americans alone. We understand these hot cold symptoms as a manifestation of the existence of serious policy differences at the top. Each step made in one or another direction, especially when it involves steps in a positive direction, is the result of very serious infighting in Washington itself, among the various politicians and decision makers. There is no secret here. We understand it this way. Everyone who studies the us does.’ Ik schreef vanavond tot 03:00 uur 21 pagina's tekst uit van de tape met Arbatov. Ik kan niet meer. Ik ben misschien op de helft van het gesprek van vandaag gekomen. | |
14 november 1979Om 04:00 uur sliep ik nog niet van de opwinding en het werk. Toen droomde ik van mam. We waren op de fiets. Ik vroeg haar een zekere raccourciGa naar voetnoot43 te nemen. Er was echter niet veel plaats. Mam droeg haar lichtgroene wollen mantel. Omdat ze er schuin langs probeerde te komen en een beweging maakte, rolde er van alles uit haar zakken. Ik herinner me zelfs groene Valda's, die ronde doosjes met pastilles, die we vroeger op De Horst hadden. Half huilende zei mam: ‘Dat was mijn man.’ Ik hoorde in mijn droom haar stem precies zoals die op zulke droeve momenten was. Ik ben er een beetje ondersteboven van en ben bovendien uitgeput. | |
[pagina 51]
| |
Zakte vannacht ook weer eens door mijn bed. Alle Russische bedden zijn te kort. Er was geen warm water vanmorgen. De wastafel liep over. In het snackshopje was een lange rij wachtenden. Er was zelfs geen thee. Ons eerste gesprek vanmorgen was bij de heer Popov, die ik al eerder had ontmoet, de voorzitter van het organiserende comité van de Olympische Spelen in Moskou. John le Noble van het Algemeen Dagblad had me een brief van vijf pagina's gezonden met richtlijnen voor mogelijke vragen. Popov was ook meer dan twaalf jaar onderminister van Cultuur geweest, dus we spraken, zij het kort, over het intelligentieprogramma van Venezuela.Ga naar voetnoot44 Om 15:15 uur bracht ik een bezoek aan ambassadeur Kasper Reinink. Ik had de secretaresse, juffrouw Daaldrop vantevoren gebeld en gevraagd of het mogelijk was dat zij twee boterhammen met Hollandse kaas voor me smeerde, want tegen de tijd dat ik zou arriveren zou er geen tijd meer zijn voor een lunch. Haar reactie was er een van totale verwarring: dat ik zoiets meende te kunnen vragen. Mij leek het de gewoonste zaak van de wereld. Reinink, in een keurig donkerblauw kostuum, met de gebruikelijke pijp, een zilveren kan met thee en koekjes - en dus niet de gevraagde twee boterhammen - kan op gezette tijden genieten van mijn verhalen, kijkt dan met guitige schrandere ogen, en heeft plezier. Ik vertelde hem dat ik Tolstikov had geadviseerd een staatsbezoek voor de koningin met professor De Gaay Fortman te bespreken. Hij informeerde over de missie in Moskou van oud-premier Piet de Jong en een gezelschap van zestig personen uit Nederland, met experts van veertig bedrijven waaronder Shell en de Gasunie. Er zou grote belangstelling van de zijde van de sovjets zijn voor zaken met Nederland hebben bestaan. De regering wilde van haar kant alle mogelijke steun geven, aldus de ambassadeur. De amro gaat een kantoor in Moskou openen. Ik maakte enkele aantekeningen en vroeg hem uiteindelijk formeel, of een interview niet tot de mogelijkheden zou kunnen behoren, wat ik dan in het Algemeen Dagblad zou publiceren. ‘Misschien,’ zei hij, en bedoelde dus ‘nee’. Het is duidelijk, de ambassadeur wil wèl informeel met me spreken, omdat hij misschien informatie te weten komt die hij kan gebruiken, maar officieel gaan Nederlandse ambassadeurs nog altijd niet met me om. | |
[pagina 52]
| |
Vijf minuten met Peter in Londen getelefoneerd. Hij had de Zwitserse franken al ontvangen. Vervolgens hebben Volodja Molchanov en ik het eerste lange gesprek van een reeks op de band opgenomen met professor Sobolov, de partij-ideoloog en directeur van het Institute of Marxism-Leninism. Hij raakte af en toe zeer op dreef en begon zelfs over de persoonlijkheidscultus te spreken, waarbij Volodja zijn lachen nauwelijks kon onderdrukken. Volodja zei later: ‘In de oorlog tegen Hitler zijn 20 miljoen van onze mensen omgekomen, maar Stalin liet in zijn eentje 17 miljoen mensen afmaken.’ Volodja's grootvader werd dertienmaal gearresteerd en vervolgens gefusilleerd. Volodja's moeder, een actrice, zond een telegram van honderd woorden aan Stalin om in het theater te mogen werken als dochter van haar doodgeschoten vader. Zij kreeg de gevraagde toestemming. ‘En toch, ondanks alles wat hij heeft gedaan,’ zei Volodja, ‘lijkt mijn moeder hem soms te verdedigen.’ | |
15 november 1979Gisteravond gedineerd bij de pianist Vladimir Feltsman. Anja prepareerde een uitgebreide maaltijd, en toch beviel me iets niet. Er heerste een zekere nervositeit tussen die twee. Vladimir was kortaf, anders dan anders. Anja gaf hem in het Russisch instructies over verzoeken, die hij tot me moest richten. Het gaf me een gevoel gebruikt te worden. Ik kreeg een oud boek ten geschenke en een ets, waar er maar vijf van in de wereld waren. Eén had 5.000 Britse ponden bij Sotheby's in Londen opgebracht. Dat maakte het onmogelijk het geschenk te accepteren, want ik heb hun juwelen en kostbaarheden niet naar Nederland meegenomen om er voor te worden beloond. Zij vertelden dat 160.000 Joden op emigratie naar Israël wachten. Via een dame, een Joodse impresario, had hij onlangs nog twee recitals in een paar kleine steden kunnen geven, maar hij wordt nog steeds geboycot, omdat hij formeel verzocht naar Israël te mogen emigreren. Ook concerten in de Oekraïne werden afgezegd. Ergens had hij in een kleine plaats het derde concert van Beethoven gespeeld, waar jonge mensen hem hadden uitgelachen, omdat hij in smoking optrad. Het publiek was tijdens het eerste deel van het concert dermate rumoerig geweest dat Vladimir opstond en weigerde verder op te treden. Zij leven in constante angst dat er iets zal gebeuren. Ze worden constant bespioneerd en misschien zelfs gefotografeerd. ‘Each night, when I go to bed,’ zei Vladimir, ‘I am grateful that everything is still okay.’ Ze zeiden dat er zoveel mogelijk | |
[pagina 53]
| |
brieven naar hen dienden te worden geschreven met aanmoedigingen om te vertrekken. Dat zouden de autoriteiten allemaal in handen krijgen. Ik moest hier niet aan mee doen, want ik werkte tenslotte regelmatig in Moskou. Een Amerikaanse impresario had nu een recital in New York op de agenda gezet. Er zou formeel een verzoek worden ingediend om naar Amerika te kunnen reizen. Ik nam om 22:00 uur een taxi terug naar het hotel. Schreef het artikel met de heer Popov voor het Algemeen Dagblad. Novosti zette de tekst op de telex voor mij. | |
16 november 1979Gistermiddag om 16:00 uur heb ik een tweede lang interview met professor Arbatov gemaakt. Hij besprak het contract van MacMillan eerst onder vier ogen, want het bureau voor literaire rechten in Moskou had een aantal wijzigingen voorgesteld. Men had van die zijde ook geopperd dat Arbatov mogelijk met een andere journalist het boek over buitenlandse politiek wilde schrijven. Hij had echter te kennen gegeven met mij te willen werken. Dienaangaande schreef ik Peter later nog in bed een brief en wees erop dat je je in het leven in een zodanige positie moet zien te manoeuvreren dat je onmisbaar bent, of althans, dat als gevolg van kennis en optreden de keuze op jou valt. Ik heb een brief gericht tot de president van de Academie van Wetenschappen, Anatoly Alexandrov om te vragen of een ontmoeting samen met de ambassadeur van Venezuela mogelijk was, omdat ik wil blijven bevorderen, dat minister Luis Alberto Machado in Moskou komt om het intelligentieprogramma voor Venezuela hier toe te lichten. Als één land in de wereld het opvijzelen van intelligentie kan gebruiken, is dit het wel. Volodja en ik zijn de brief aan Leninsky Prospekt 14 zelf gaan afgeven. Ik lunchte met de tweede man van aartsbisschop Pitirim, Hegumen Innokenti van het Journal of the Moscow Patriarchate, en enkele andere medewerkers. Hij bad aan het begin en einde van de maaltijd. Hij knoopte zijn grote servet rond het prachtige gouden kruis om zijn hals. Het was Volodja eerst niet opgevallen. Hoe kan je zoiets missen? Ik ben uitgenodigd om het volgend najaar als gast van de Russische kerk een reis te komen maken. Ik kreeg een Russische bijbel in groen leer gebonden aangeboden, die Volodja meteen inpikte. Ik kon dit lastig weigeren. Werkte weer twee uur met professor Sobolov. We brachten een fotograaf van Novosti mee om opnamen te maken. Deze Rus gelooft zo helemaal in marxisme-leninisme als redding van | |
[pagina 54]
| |
de mensheid dat zijn heilige vuur soms aandoenlijk was om te beleven. Hij is maar tien jaar ouder dan ik, maar lijkt een bejaarde baas. Volodja legt soms scepticisme in zijn vertalingen om mij signalen te geven, maar dat is overbodig. Ik luister uitstekend en denk er het mijne van. Ik had mijn schoenen uitgetrokken onder tafel en Volodja verstopte er één van, zodat ik me even een ongeluk schrok toen we opstapten. Soms denk ik aan mijn vogels op Amerbos. Niemand zorgt voor ze. In het restaurant van het House of Composers, waar we vroeger altijd Aram Khatchaturian ontmoetten, hebben we om 19:00 uur een hapje gegeten en een interview op de band opgenomen met de Georgische professor in de Filosofie, Merab Mamardashvili. ‘Wat is uw mening? Gaan de genetica vooraf aan sociale input vanuit de omgeving?’ vroeg ik hem. ‘Voor mij zijn mensen geen onbeschreven blad. Laten we aannemen dat een bepaald maatschappelijk systeem door middel van een bepaalde conditionering speciale of bijzondere mensen zou scheppen, ongeveer op dezelfde wijze waarop bepaalde producten worden geprogrammeerd als de uitkomst van de bouw en functie van een machine. Of kiezen de Venezolanen soms een weg, gebaseerd op genetische verschillen tussen mensen als een tevoren bestaand gegeven, dat ze als individu onderscheidt over de gehele schaal waarin ze in tijd en ruimte verspreid zijn? Ik bedoel natuurlijk de tijd en ruimte van de menselijke “geografie”.’ ‘Voor mij,’ ging hij verder, ‘zijn mensen niet sociaal of genetisch gepreconditioneerd of bij voorbaat geïndividualiseerd. Ik spreek in termen van het zogenaamde “rationele systeem” als uiterlijke weergave van de innerlijke “hoedanigheid” van de ontvanger, en daardoor zichtbaar in al zijn uitingen voor een absolute waarnemer, die dan zogenaamd zijn handelingen wederkerig kan reconstrueren en reproduceren, of zelfs herhalen.’ In het vervolggesprek noemde professor Mamardashvili Marx, Nietzsche en Freud in één adem. Ik zei dit opmerkelijk te vinden. ‘Waarom?’ vroeg hij. ‘Omdat ze naar mijn mening van cruciaal belang zijn voor ons onderwerp van gesprek,’ antwoordde ik. ‘Inderdaad. Het is Marx geweest, die de vraag poneerde: “Misschien voeden opvoeders de mensen op, maar wie zijn deze opvoeders? Wie voedt de opvoeders op?” Naderhand is deze | |
[pagina 55]
| |
benadering in de doolhof van marxistische ontologie enigszins verloren gegaan, ontaard in het verlichte en beschermende heilstreven van de intelligentsia. Maar het blijft natuurlijk toch een vraag waar niets tegen in te brengen is.’ Hij vervolgde dat Nietzsche, net als Marx, over het ‘menschliche’ of ‘allzumenschliche’ had gesproken. Dit leidde tot Nietzsches begrip ‘Übermensch’ of het leven als vitale kracht zonder een voorafbepaalde vorm te hebben. Nietzsche duidde hiermee op de onmogelijkheid van de wil om een rol te spelen. ‘Om hem dan ook Übermensch te noemen,’ aldus Mamardashvili, ‘was bedoeld als symbool, om aan te duiden, dat er spanningen bestaan in ieder individu, binnen iedere psyche, die er op zijn gericht onze menselijke toestand te overwinnen. Dit vraagt om actieve deelname van de mens zelf. Iets dat hij met zichzelf moet doen. Niet met andere mensen maar persoonlijk doen. Dat is de boodschap van Übermensch. Het Übermensch-idee van Nietzsche is het symbool van deze spanning, die binnen de mens moet bestaan. Het dient niet zondermeer te worden opgevat als een naturalistische aanduiding van een werkelijk bestaand antropologisch type, maar het duidt op de spanning tussen zijn menselijke staat, die slechts menselijk is, en dit doel, dat boven elk van zijn begrensde menselijke situaties uitspringt. In werkelijkheid zal het resultaat iets zijn dat tussen de twee in ligt, of een cartesiaanse mens als een metafysische materie, die een plaats tussen het zijnde of God en het niets inneemt.’ ‘Freud heeft soortgelijke vragen gesteld,’ vervolgde hij. ‘Hoe kan de mens genezen worden? Niet door de overbrenging van de zogenaamde waarheid via psychoanalyse, die dan vóór de ervaring zou bestaan. De mens moet zichzelf in nieuwe bewuste ervaringen opnemen, die niet voorspeld kunnen worden, noch door medicijnen, artsen, psychotherapeuten of door de patiënt zelf. Dit betekent dat er geen ontologische vrije kracht van bewustzijn is. En die kan men niet meten en ook niet in een speciale of gewenste richting dwingen.’ ‘Er schijnen evenveel verschillende mensen te zijn als er vingerafdrukken zijn, en toch is de mens niet een volstrekt duister raadsel, stelde ik.’ ‘Dat is hij zeker niet. Beslist niet.’ ‘Toch is het niet mogelijk om de “chip” in ons hoofd, de hersenen als centrale controlekamer, te begrijpen.’ ‘Ik weet niet of de vraag van het menselijk mysterie verband houdt met de hersenen.’ ‘We hebben toch hersenen nodig om te bestaan, te leven en te handelen?’ | |
[pagina 56]
| |
‘Natuurlijk.’ ‘Dan zijn de hersenen toch het centrale regelpunt van de mens?’ ‘Nee, niet in filosofische zin.’ ‘Dat is mogelijk, maar wanneer het er op aankomt is de filosofie ook maar een liefhebberij, een bepaalde luxe. Bij de beschouwing van de mens moeten we ons aan de biologische feiten houden, waaronder de neurochemie van de hersenen en de werking ervan.’ ‘Nu beweegt uw hand om uw argument kracht bij te zetten. Hoe doet u dat?’ ‘Door een sein vanuit de hersenen.’ ‘Het is een raadsel, hoe uw hand beweegt, dat u niet in een wetenschappelijk kader over de wereld kunt plaatsen. Geloofde u echt, tussen haakjes, dat uw hand door middel van een geestelijke handeling bewoog?’ ‘Ja.’ ‘Waar zit die motor van uw hand dan?’ ‘U beweegt uw handen zelf ook.’ ‘Zeker. Maar dat deed Descartes ook. Alleen hij was zo eerlijk om te zeggen: “Als ik de gebaren heb die ik heb, kan ik ze, omdat het de enige gebaren zijn die ik ken, niet verklaren”. Met andere woorden, Descartes was zich bewust van de gebaren, maar hij kon ze niet verklaren.’Ga naar voetnoot45 | |
17 november 1979Om 18:00 uur ontmoette ik in het Intourist hotel, Svi Cohen, mijn vriend uit het Aeroflot-toestel van Zürich naar Moskou. Hij was gelukkig alleen. We omhelsden elkaar en het was gewoon weer meteen raak. We wandelden naar Hotel National, gaven onze jassen af aan de garderobe en zaten drieëneenhalf uur dermate intens aan het diner te praten dat we ons eten vrijwel onaangeroerd lieten. Svi sprak intens, veel, en zeer beschrijvend. Hij is een geboren verteller, maar is zich dit niet bewust. We stelden al aan het begin vast dat ik gay was en hij dus niet. Hij had wel homovrienden, maar als puntje bij paaltje kwam, zag hij geen kans seks met mannen te bedrijven. Het gevolg was dat de vriendschap voor gays dan over ging in haat. Hij had veel genaaid in Moskou. ‘My body is still warm from this colossal Ukrainian woman I screwed this afternoon.’ Ik zou uren kunnen schrijven over ‘zijn verhaal’. Hij sprak over de macho attitude van zijn vader, die hem verbood te hui- | |
[pagina 57]
| |
len en zich als een man te gedragen. Svi sneed eens in zijn hand, bloedde als een rund en smeekte zijn vader hem naar een ziekenhuis te brengen, wat hij deed. Dat moment was een hoogtepunt voor hem. Hij adoreerde zijn grootvader ‘and just as I mustered the courage at the age of 14 to spend weekends with him, he died.’ Van zijn veertiende tot zijn zeventiende spoot hij heroine, werd hij gearresteerd voor drugsbezit in Israël en kwam daar een maand in de gevangenis. Maar hierdoor raakte hij wel van drugs af. ‘The first weeks in prison I trembled and cried and wished somebody would help me, with 25 men in a cell for 16.’ Een soort Midnight Express-ervaring dus. Vervolgens was hij in Amerika een bouwvakker geworden en werkte hij soms op de 60ste verdieping van een in aanbouw zijnde wolkenkrabber. Uiteindelijk was hij echter houtbewerker geworden, wat me aan mijn oude vriend Jonathan Raymond deed denken, die filosofie studeerde in Boulder, Colorado en als timmerman in Chicago eindigde. Hij sprak over hoe moeilijk het was vakbondslid te worden en over de onbeschrijflijke corruptie die in Amerikaanse vakbonden heerste. Een oudere, zwarte bouwvakker in de Bronx had hem uiteindelijk de vakbond in gekregen ‘but I was afraid of being killed at the time any day, because of the jealousy of other union members’. Later was hij in Michigan naar College gegaan en gaf les in timmeren. Hij trouwde ‘to escape doom.’ Hij voegde er aan toe: ‘I needed the responsibility of being married or I would have gone wrong all the way.’ Hij is van plan in april in Vermont of Maine een stukje land te kopen en te gaan werken als timmerman. Intussen wil hij er ook weer eens een jaartje alleen tussenuit om de wereld in te trekken. Hij had een bruine coltrui aan onder een geruite, wollen hemd met kaki broek, waar een molton rode voering in zat. Hij droeg laarzen. De man is dermate sexy dat ik constant erecties van hem kreeg. We wandelden samen terug van het Kremlinplein naar het Ukraina hotel. Hij wilde zwarte, Russische laarzen kopen, wat we dinsdag samen zullen gaan doen. Ik moet een foto van hem maken. Ik moedigde hem aan om te schrijven, want wanneer hij zit te vertellen, kleurt hij zijn beelden met schitterende schetsjes van situaties. En het gebeurt altijd met een intensiteit, zoals ik denk dat hij ook seks bedrijft. Ik drink uit zijn ogen. Ik zink weg in zijn chemistry. Het is niet zozeer dat hij mooi is. Maar hij is een ‘wild beest’. ‘I like to sink into a woman and come,’ zei hij om duidelijk te maken dat klaarkomen met een kerel voor hem niet mogelijk | |
[pagina 58]
| |
was. Ik bracht naar voren, dat er nog al een verschil bestond om een blow job te krijgen van een man of van een vrouw.Ga naar voetnoot46 Het maakte geen verschil zei hij, want bij een man kon hij absoluut geen erectie krijgen. Ik dacht: jongetje, laat dat maar eens aan mij over. Hij moet sterk beïnvloed zijn geweest door het machogedrag van pa, die uit vrees dat zijn zoon een homo zou worden, mogelijk die zaak opzettelijk heeft overdreven. Svi is zeven- of achtduizend dollars schuldig aan de regering vanwege studievoorschotten en hoopt dat zijn vader erbij te hulp zal komen. Ik vroeg me af of zijn vrouw zich realiseerde, dat hij getrouwd was in een noodsprong om niet ten onder te gaan (in drugs, of homoseksualiteit?). Hij woonde de bevalling van zijn dochter bij. Hij verbrak zelf de navelstreng. ‘Those are the facts of life,’ mijmerde hij. What a beautiful specimen, dacht ik. Ik was dermate seksueel opgewonden vanwege Svi toen ik in mijn kamer van het Ukraina Hotel belandde, dat ik moest masturberen, iets wat ik zoveel mogelijk vermijd, want er is genoeg ‘vlees’ beschikbaar. | |
18 november 1979Ben eindelijk naar een wat comfortabeler hotel kunnen verhuizen, na veel gelazer, als gebruikelijk bij het uitchecken en verblijf nu in het Intourist Hotel. Ook hier kan je het raam beter gesloten houden om de benzinestank uit de straat, zelfs op de tiende verdieping, buiten te sluiten. Ik heb nu 66 pagina's van de gesprekken met Georgii Arbatov uitgeschreven. Er is natuurlijk weer absoluut geen buitenlandse krant te krijgen. Eén Algemeen Dagblad van 8 november. Een taxichauffeur wilde dollars wisselen. Hij droeg een Amerikaanse parka, zoals Loet vroeger had. Ik vermeed erop in te gaan. Ik houd me verre van dergelijke transacties. Zowel het gesprek met professor Vladimir Zinchenko, als met Merab Mamardashvili liet bij mij de indruk achter, dat zulke specialisten zich geïsoleerd voelen en het heerlijk vinden om mensen uit de rest van de wereld te ontmoeten en met hen van gedachten te wisselen. Mamardashvili was bovendien een verkapte dissident. Zo zegt hij meer hoop voor Amerika te hebben ‘where you can speak out, then for this closed society of ours’. Na 1967 had hij toestemming gekregen sommige congressen in het buitenland bij te wonen. Zijn Engels was hopeloos. Ik vraag me af wat er van de tape verloren zal gaan. | |
[pagina 59]
| |
Terwijl ik aan het gesprek met Mamardashvili, had ik de behoefte aan Lex Poslavsky een paar woorden over hem te schrijven. Mamardashvili kende collega Sobolov uitstekend, noemde hem een eerlijk en behoorlijk man ‘but quite mad in indoctrinational Marxist methods’. Ik herinner me de afschuw op het gezicht van Sobolov, toen ik het onderwerp van homoseksualiteit in de Westerse wereld ter sprake bracht. Na van 12:30 tot 19:00 uur tapes in mijn hotelkamer te hebben uitgeschreven, was ik toe aan muziek. Ik arriveerde in de bekende zaal van het conservatorium, die vrij leeg was deze keer. Een dame kondigde het programma aan, gekleed in een avondtoilet, dat scheef zat en vol vlekken was. Even sjofel als sommige muzikanten van het orkest zijn gekleed. Ik ben er zeker van dat de fluitist in een geleend jasje speelde. Een violiste trad op, behangen met juwelen, tot en met de hand van haar archetGa naar voetnoot47 welke met drie glinsterende ringen is gesierd, wat dus een buitengewoon slecht voorteken is. De blonde pianiste is oké, geen juwelen. Als zij een broer zou hebben, zou ik die wel eens in mijn vingers willen hebben. Net als bij de violiste vraag ik me af wat er met haar gebeurd kan zijn: ze kijkt alsof zij haar laatste oortje heeft versnoept. De boogjes die boven haar ogen zijn getekend, staan helemaal verkeerd, afschuwelijk. Het is moderne muziek pour se rendre intéressant. Het zegt me totaal niets. De componist komt op het podium om éloges in ontvangst te nemen. Het daarop volgende strijkkwartet was interessant. | |
19 november 1979Leningrad, Europa HotelVolodja Molchanov en ik arriveerden hier per trein voor het interview met Natalia Bechtereva, neurofysiologe aan het Pavlov Instituut, ook een oude bekende van professor José Delgado. Het was een bijzondere ontmoeting. Zij gedroeg zich op een bepaalde elegante, maar terughoudende wijze, grenzend aan een vorm van gekunsteldheid. Toch bleef het zeer plezierig. Ik wil meer over haar nadenken. We werden door een medewerker van Novosti van het station afgehaald. Hij leek koud, maar ik voelde me tot hem aangetrokken. Hij leek waardevol, wat verder niet is uit te leggen. We doen toch eigenlijk niet anders dan raden, gokken en uiting geven aan opinies, die eigenlijk | |
[pagina 60]
| |
nergens werkelijk op zijn gebaseerd? Ik waste mijn gezicht en scheerde me in het kantoor van apn Novosti. De ochtend werd in beslag genomen door een gesprek met drie professoren, waarvan Vladimir Yadov, Institute of Sociology van de ussr Academy of Sciences mij het meeste aansprak.Ga naar voetnoot48 Hoogtepunt werd Bechtereva, Chief of the Department of Human Neurophysiology, de prima donna. ‘Ze laat iedereen merken hoe vervelend zij een interview vindt en dat zij het eigenlijk niet behoeft te doen,’ zei Volodja. Ik was het er niet mee eens. Ik maakte duidelijk dat ik het een moeilijk en inspannend gesprek vond, maar opwindend tezelfdertijd. Later aan de dinertafel viel ik in slaap. Ik zou voor het Sunday Magazine van The New York Times over haar willen schrijven. Of zelfs een boek, zoals met Arbatov of Sobolov. Zij gaf me ook geschreven materiaal van haar hand mee. Het boeit me allemaal zeer. We bespraken dus onder andere het intelligentieprogramma in Venezuela. ‘In Caracas wordt aan moeders verteld, via bijvoorbeeld televisieprogramma's, hoe ze met baby's en kinderen moeten omgaan.’ ‘Deze dingen aan ouders uitleggen is alvast een begin,’ vond Bechtereva. ‘Maar wie is de persoon die knap genoeg is om precies te weten wat er gedaan moet worden met de kinderen van nul tot zes jaar en wat het beste voor hen is? Ik ken heel wat onderwijzers met totaal verschillende opvattingen.’ ‘Psychiaters zijn dikwijls meer met kinderen uit welgestelde milieus bezig, dan met kinderen van fabrieksarbeiders, zei ik.’ ‘Natuurlijk kijk ik niet alleen van buiten naar het brein maar ook van binnen.’ ‘Maar ouders maken de problemen van kinderen alleen maar erger, omdat zij zich grotendeels onbewust zijn van het gevoelige mechanisme zelf, de chip in het hoofd van kinderen, waarmee ze constant aan de gang zijn, en onherstelbare schade toebrengen uit onwetendheid,’ zei ik. ‘Ik weet niet of ik het geheel met u eens kan zijn. Ouders kunnen misschien vaak niet met zoveel woorden zeggen of uitleggen, wat ze met hun kinderen aan het doen zijn, maar ze weten het wel. Ze vinden instinctief vaak het juiste pad. Niet in alle gevallen, natuurlijk.’ ‘Ik spreek u niet graag tegen, maar ik ben bang, dat een overgrote meerderheid van ouders hun kinderen voor het leven in | |
[pagina 61]
| |
de vernieling brengt uit pure onwetendheid over wat zij hun kinderen eigenlijk aandoen. Een andere vraag is, hoe raakt het brein van een kind ingespeeld op taal en cultuur, hoe vormt het kind een referentiekader?’ ‘Bedoelt u geheugenvorming op lange termijn?’ Dan spreekt zij over een kleinkind; over het programma in Venezuela; over zich herinneren en vervolgt: ‘Nu weten we bijvoorbeeld een aantal dingen over hoe het brein de betekenis van een woord leert of de betekenis van een woord onderscheidt. We weten iets over hoe systemen in het brein gerangschikt zijn, die de moedertaal en andere geleerde talen vasthouden. We weten dat er plaatsen in de hersenen zijn, die twee talen bevatten. Er zijn ook afzonderlijke plaatsen voor het in stand houden van verschillende talen. Dit zijn bevindingen die in de vs werden vastgesteld.’ ‘Fantastisch!’ zei ik enthousiast. ‘Alles wat met het brein te maken heeft is fantastisch. Niet wat we aan het doen zijn, maar het brein zelf is fantastisch.’ ‘Het is het enige instrument waarmee we de mensheid kunnen redden,’ meende ik. ‘Daarom proberen we ook hier te doen wat José Delgado in Madrid probeert, namelijk de grondslag van de hele mensheid te leren kennen.’Ga naar voetnoot49 Volodja voorzag me van typisch Russische roddel, namelijk dat mevrouw Bechtereva recentelijk van haar man was gescheiden enzovoorts. Ik had de neiging haar ten afscheid een zoen te geven, maar een innerlijke stem hield me er van tegen, want die zei: niet te vlug! Ik woonde een concert bij. Bij Ravels Alborada del Gracioso moet ik altijd meteen aan mam denken. Haar lievelingsstuk van Ravel was Gaspard de la nuit. Wat volgde was afgrijselijk. Ik heb er grotendeels doorheen geslapen. Ik geloof ook niet dat ik ooit zoveel lelijke mensen, kromme benen en wat dies meer zij in de pauze heb zien paraderen als hier. Hoe krijgen ze het voor elkaar? Het stuk na de pauze, met Serge Nigg, was fantastisch: een concert met vier verschillende soorten slagwerk. Kwam de solist uit Frankrijk? Ik vond het prachtig. Om die reden ben ik alsnog een programma gaan halen, wat ik eerst had latten zitten omdat ik geen Russisch lees. Zo zie je, je moet altijd overal op af, en alles onderzoeken, want er gebeurt altijd weer iets onverwachts dat verrijkend werkt. Volodja zei dat de zaal de | |
[pagina 62]
| |
mooiste akoestiek van de ussr had. Hij had Vladimir Feltsman er de Hammerklavier Sonata horen spelen evenals het derde concert van Rachmaninoff, wat Vladimirs lievelingsconcert is. Het publiek verraste me, want de solist op het slagwerk kreeg vijf of zes curtain calls. Ik denk natuurlijk altijd wanneer ik in Leningrad ben aan Alexander Druzzin, de jongen met wie ik hier een unieke nacht doorbracht, en die nu in Finland woont en getrouwd is. Bij het afscheid op het station te Leningrad - om met de nachttrein naar Moskou terug te keren - gaf Volodja's beste vriend, de marine-officier Serge Bocarius, mij een marine-embleem met hamer en sikkel als djimatGa naar voetnoot50. ‘Je weet, wat zoiets bij ons betekent,’ vulde Volodja aan. In het hotel liep ik nog tegen de dirigent van het concert voor slagwerk aan met de solist, inderdaad een Franse jongen. | |
20 november 1979MoskouZag kort Svi Cohen, die in gezelschap was van zijn Oekraïense liefje. Op het usa Instituut kon ik van Vladimir Pechatnov twee bandopnamen in ontvangst nemen. Professor Arbatov had op de dacha tijdens het weekeinde, een hele serie schriftelijk gestelde vragen van me beantwoord. Zo schieten we op. Toen ik met Molchanov wegreed bij het Ukraina Hotel zei hij: ‘Zie je die man bij die auto, die houdt jou in de gaten.’ Het zal me een worst wezen. Ik belde met de ambassadeur van Venezuela, die vertelde instructies te hebben ontvangen contact met me op te nemen. Hij wilde weten wat ik de president van de Academie van Wetenschappen, professor Anatoly Alexandrov precies had geschreven. Het gaat erom dat minister Luis Alberto Machado naar Moskou komt om zijn programma hier uiteen te zetten. Er was een televisiegesprek gearrangeerd met Alexei Melnikov van de Central tv van de ussr. Volodja vond dat ik een das om moest doen. Ik verkoos een shirt en sweater met rode foulard. Altijd jezelf blijven, zelfs in Moskou. De laatste vraag was of ik een boek ging schrijven met Georgii Arbatov, waarop ik antwoordde, dat ik hier geen mededelingen over wilde doen alvorens met Arbatov te hebben overlegd. Andere vragen betroffen mijn interviewboek met sovjetgeleerden en persoonlijkheden, wat ik voor Pergamon Press wil schrijven. Ze wil- | |
[pagina 63]
| |
den weten, waarom ik de interviewvorm verkoos. Duidelijk: om zo nauwkeurig mogelijk te zijn en de geïnterviewde de kans te geven de tekst van te voren in te zien. Er werd me gevraagd hoe ik de toekomst zag. Ik nam de Arbatov-positie maar in, namelijk ‘plenty of difficulties, yes, dangerous, yes, but there is no alternative to détente and the necessity for the United States to adapt to new realities’. Zei erbij in de Sovjet-Unie te hebben geleerd ‘optimistisch’ te zijn. Tot mijn verbazing kreeg ik deze laatste dag nog een interview met de minister voor de Gasindustrie zelf toegemeten, de heer Sabit A. Orudshev. Hij ontving me geflankeerd door twee medewerkers, onder wie K.A. Demidov, die ik al eerder had ontmoet. De minister had niet minder dan drie afschuwelijke gouden tanden in zijn onderkaak, was vriendelijk, maar zei eigenlijk helemaal niets. Behalve dan dat hij Cornelis Verolme een buitengewoon aardige man vond. Toen het enigszins interessant werd, en we op Iran kwamen, bleek hij ook nog geneigd partij voor de ayatollahs te kiezen. ‘Waarom bracht de sjah van Iran 12 miljard dollar onder in de vs?’ vroeg hij. ‘Let the Shah stay in Teheran, but let him also return the 12 billion.’ Hij toonde me een maquette van een platform voor gasboringen in zee, zoals het in Moskou was ontworpen. Hij drukte op een knop en een paneel kwam te voorschijn met een gigantische kaart van het netwerk van sovjet gaspijpleidingen, ik meen me te herinneren van in totaal 120.000 kilometer lang. Als geschenk kreeg ik een elektrische Samovar aangeboden, waarvan Volodja Molchanov direct zei, dat ik deze als geschenk diende aan te bieden aan de redactie West-Europa van apn Novosti, wat ik dus heb gedaan. | |
|