Memoires 1979-1980
(2011)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Londen24 oktober 1979 (vervolg)Peter kwam naar het Drury Lane hotel. Hij had een soort borstelkapsel met een soort van golf erin. Het zag er prima uit. Hij verwachtte dat ik zou protesteren. We gebruikten een lunch. Hij vertelde er nu zeker van te zijn met Edwin van Wijk geen permanente relatie te zullen aangaan. ‘Ik houd ontzettend veel van hem, seks is prima en hij is zelfs nog steeds holderdebolder, maar nee.’ Hij oefent met zingen. ‘Ik moet nog veel leren. Mijn stem kàn het gewenste resultaat bereiken.’ Een nieuwe opwindende ontmoeting met de antipsychiater R.D. Laing vanmiddag. Zou er zelfs Lex Poslavsky over willen opbellen. Wat me echter opviel, was dat Laing soms een verhaal van vele minuten afstak zonder me ook maar eenmaal aan te kijken. Ben zelfs gaan verzitten om meer in zijn gezichtsveld te komen, maar het hielp geen barst. Hij keek steeds naar een gefixeerd punt, straal langs me heen, en soms rolde hij hierbij op een vreemde manier met zijn ogen. De boeken van mijn vriend Lloyd deMause, directeur van het Psychohistorisch Instituut in New York, stonden in zijn kast. Ik vertelde dr. Laing over het project in Venezuela en hoe kinderen van Indianen met de Suzuki-methode hadden geleerd viool te spelen en Beethoven voor te dragen. ‘Als mijn kinderen er maar buiten blijven,’ was zijn reactie. ‘Toch is het gelukt.’ ‘Op zichzelf lijkt deze methode interessant. Ze wordt ook in Londen wel gebruikt. Ik heb echter geen kinderen gezien, die eraan blootgesteld zijn geweest. Ik weet niet wat die methode meer in het bijzonder voorstaat. Ik zou geen bezwaar hebben tegen deskundige methodes voor het doorgeven van cultuur aan de volgende generatie. Als dit een fatsoenlijke manier is om kinderen sneller muziek bij te brengen, prima. Maar in vergelijkbare zin wens ik het kinderen niet toe dat ze hun moedertaal van iemand anders dan hun natuurlijke moeder zouden leren’. ‘Ook niet door middel van computers?’ ‘Nee, in geen geval door middel van mechanische technieken of machines. Kinderen moeten zich het gebruik van taal op | |
[pagina 10]
| |
hun eigen wijze eigen maken. Het is waarschijnlijk een uiting van luiheid of irrationele weerzin om kinderen op een zuivere wijze te ontwikkelen. Haalt u zich Plato voor de geest, die een slavenjongen nam voor één van zijn dialogen toen hij sprak over opvoeding of de beschaving van de geest.’ Ik bracht de benadering van het programmeren van kinderbreinen, zoals ik deze al jaren met José Delgado in Madrid heb besproken, ter sprake, dat zonder enige kennis van de biologie van het hoofd, ouders, onderwijzers en verzorgers kinderhoofden vol stoppen met complete onzin, die ze voor een belangrijk deel nooit meer kwijt raken. Dus het doorgeven van achterhaalde ‘wijsheid’ welke van generatie op generatie in een oneindige vicieuze cirkel sedert de middeleeuwen, en daarvoor, door breinen wordt mee getorst. ‘Persoonlijk heb ik een hekel aan deze redeneertrant. Ik heb het gevoel, dat wat Delgado zegt, als u hem juist citeert, onjuist is.’ ‘Delgado's theorieën zijn gebaseerd op biologische feiten.’ ‘Eén van mijn bezwaren tegen Delgado, en anderen zoals hij, is dat zij zichzelf tot deskundigen hebben verheven die anderen als miserabele amateurs beschouwen.’ ‘Misschien zijn ze dat ook wel!’ ‘Niet alle deskundigen, of zelfs maar de zelfverheven deskundigen, hebben Delgado tot deskundige verheven. Voor zover ik weet, is Delgado niet eens een embryoloog. Hij is geen deskundige op het gebied van prenatale ecologie of welk soort onderzoek ook, dat op dit gebied is verricht. Noch is hij een deskundige op het gebied van prenatale programmering van de hersenen van zoogdieren, voor zover mij bekend is. En door te beweren wat u aan hem toegeschreven hebt, lijkt hij grotendeels onwetend omtrent de ontwikkelingen binnen de neuro-fysiologie van de hersenen, of omtrent de gesteldheid van de hersenen bij de geboorte.’ ‘Hij is één der meest vooraanstaande hersenonderzoekers ter wereld.’ ‘Ik weet niet hoeveel tijd professor Delgado besteed heeft aan zijn studies van het brein, welke methoden hij gebruikt heeft en welk bewijsmateriaal hij heeft verkregen. Het brein is in staat tot het vervullen van een enorm aantal functies, waarvan tot slechts een klein aantal jaren geleden gedacht werd, dat het buiten ons vermogen lag om ze te begrijpen. We weten er zelfs nu nog niet veel over. En wat we er wel over weten is oppervlakkig.’Ga naar voetnoot1 | |
[pagina 11]
| |
De politieke biografie van Klinkenberg over prins Bernhard gaat verschijnen. In Nieuwe Revu zegt Wim, dat hem al jarenlang wordt gevraagd wat hij tegen de prins heeft. Hij antwoordt dan: ‘Niets, want ik ken hem niet. Maar de rol, die hij gedurende bijna 50 jaar heeft gespeeld, bevalt me niet. Hij heeft zich met veel persoonlijk voordeel voor een zeer slechte zaak laten gebruiken.’Ga naar voetnoot2 Ik ben de eerste om te weten, dat je niet kan spreken van ‘een foutloos parcours’ voor Zijne Koninklijke Hoogheid. Ik vind het ook afschuwelijk, dat hij op 30 juni 1934 zich vrijwillig bij Hitlers ss meldde. En wellicht schuilt er veel waarheid in, dat het huwelijk met Juliana in 1937 ‘een I.G. Farben huwelijk’ was. Maar wanneer je Crime and Punishment of I.G. Farben van mijn oude vriend, de jurist Joseph BorkinGa naar voetnoot3 uit Washington hier naast legt, zou er over die liaison dangereuse aanzienlijk meer te zeggen zijn, dan Klinkenberg lijkt te doen. Wat niet wegneemt, dat Wim waarschijnlijk een belangrijk en niet meer weg te denken boek over Bernhard heeft geschreven. Igor Cornelissen gaat in op ‘de geheimzinnige jachtpartijen van Varkensheintje op de Veluwe en elders’.Ga naar voetnoot4 Wanneer de verhalen in de familie kloppen, nam grootvader Ir.H. van der Woude, vanuit zijn jachthuis De Roekel op de Veluwe, aan deze schietpartijen deel, wat misschien niet in alle opzichten een recommandatie is. Mr. Ernst HeldringGa naar voetnoot5 schijnt in 1970 een dagboek te hebben gepubliceerd waar het nodige over drinkgelagen en jachtpartijen uit die dagen in schijnt te staan. Ik maak uit Igors reportage op, dat er veel naslagwerk is verricht, ook door de fameuze Lou de Jong, om scheve schaatsen van binnenuit het Oranje Huis op straat te krijgen. ‘De Raspoetiniaanse François van 't Sant,’ de eerste chef van de Nederlandse geheime dienst in Londen, vertrouweling van Wilhelmina, schijnt een belangrijke sleutelrol te hebben vervuld bij het afweren van chantageaffaires in verband met het losbandige leven van prins Hendrik. Geen gezellige reportages voor Beatrix, die hoog tegen haar wapen aankijkt. Hans de Boer, vicevoorzitter van het cda en voorzitter van de arp zegt in Hervormd Nederland: ‘Er is bij me thuis ingebroken, waarbij uitsluitend mijn politieke archief is doorzocht. Heel ordelijk, maar totaal doorzocht. Een medaille die ik in Moskou | |
[pagina 12]
| |
had gekregen tijdens een bezoek aldaar, had men opgevist en op mijn bureau gelegd met een mes ernaast. Hoe kan iemand weten dat ik zo'n medaille in huis heb en wie is in staat hem te vinden? De affiche van “Stop de neutronenbom” was netjes van het raam gehaald, opgevouwen en op tafel gelegd. Ruud Lubbers en ik hebben tegen elkaar gezegd: wat gebeurt er als wij doorzetten? Ach, we zullen wel zien, mijn benadering ligt vast.’ In 1979 speelde in Den Haag immers de vraag of eerst moest worden besloten om nieuwe kernwapens in West-Europa gestationeerd te krijgen of dat, zoals het cda dit wenste, eerst onderhandeld behoorde te worden voor deze ondingen worden geplaatst. De Boer zei er alle vertrouwen in te hebben dat de cda-koers de juiste was, welke door Lubbers werd gesteund ook al zou de positie van het cda tot een kabinetscrisis leiden. Het zijn toch politiestaatmethoden van de inlichtingendiensten om dergelijke bedreigende stunts bij een Haags politicus thuis uit te halen, vanwege een afwijkende mening inzake ontwapening! Doodzonde, dat ik door de drukte niet alle ervaringen en gesprekken met Peter kan vasthouden. Heb via John Garrett van het Institute of Psychoanalysis alles in het werk gesteld om Anna Freud te benaderen voor een interview. Zij is negentig jaar en al wat verzwakt. Ik heb met mezelf een debatje gevoerd of ik nog een dag zou blijven, om langer bij Peter te zijn, maar het zou 500 gulden meer kosten, en is teveel zelfverwennerij. Ik ga dus terug naar Mokum. Joseph Luns roept natuurlijk in De Telegraaf moord en brand, dat de navo in het geding komt wanneer niet spoorslags wordt besloten tot de modernisering van kernwapens in West-Europa. Er kan niet ‘met lege handen’ met het Oostblok worden onderhandeld, zoals Lubbers en De Boer lijken voor te staan. Alsof het Westen op dit moment, wat kernwapens betreft, het Kremlin geen partij zou kunnen geven. De Telegraaf ondersteunde natuurlijk Luns onmiddellijk met een hoofdartikel de harde realiteit. De krant vindt het ‘ongelooflijk’, dat een aantal cda-politici (lees Lubbers en De Boer) ‘met het hoofd in de wolken aan deze simpele waarheid voorbij gingen’, dus vindt de krant: eerst besluiten tot modernisering en daarna onderhandelen.Ga naar voetnoot6 | |
[pagina 13]
| |
25 oktober 1979Jan Cremer belde dat Leonid Brezhnev dood was. De International Herald Tribune publiceert vanmorgen een foto van Brezhnev, die een gast van het vliegveld in Moskou afhaalt. In het gebouw van The Sunday Times ontmoette ik de historicus en schrijver Peter Watson.Ga naar voetnoot7 Het werd geen eenvoudig gesprek, want hij stelde zich nogal uit de hoogte op. Hij was in het project van Machado geïnteresseerd. Ik gaf hem het contactadres van de minister in Caracas. Hij gaf me het boek Early Experience: Myth and Evidence.Ga naar voetnoot8 De Clarke's bestrijden het uitgangspunt dat de eerste vormingsjaren van een kind bepalend en beslissend zouden zijn voor het verdere leven. Deze onderzoekers stellen vast dat dit niet noodzakelijk het geval is. Ben benieuwd. Toch denk ik Watson niet voor mijn boek Over Intelligentie te kunnen gebruiken. Nadat ik dus mijn stokpaardje van generatie na generatie dezelfde onzin aan nieuwe generaties doorgeven had gelanceerd, reageerde hij in de geest van R.D. Laing. ‘You must know,’ zei Watson, ‘one of the most interesting trends in psychological research at the moment is a kind of reaction against the John Bowlby idea of this sort of crippling effects through maternal deprivation. Bowlby said, that if you have no motherly love, you don't stand a chance in life. Some governments even concluded that mothers should be discouraged to go to work and be with their kids. Children should not be separated from parents, because irreparable damage was done. Many psychologists privately disagreed. But they did not have evidence.’ In de jaren vijftig is onderzoek gedaan, en vastgesteld dat de stelling onwaar was. ‘Having been deprived of normal parental love,’ geeft Watson die conclusie, ‘has not been damaging to children at all. What matters is the general climate and aspects of that sort of thing.’Ga naar voetnoot9 Over zijn boek zei hij het volgende: ‘Over the past twenty-five to thirty years, people have come to accept and to know about the military use of many sciences, particularly biology, physics and chemistry, as in nuclear warfare and the use of chemical and biological weapons. It all became an unpleasant fact of life. But the military was in no way associated with psy- | |
[pagina 14]
| |
chology. Yet, what I have done is to show that the uses of psychology are being now exploited for military purposes.’ ‘And abused,’ vulde ik hem aan. ‘Yes, sometimes, and sometimes not. There is, without people noticing it, a kind of substructure, infrastructure of military psychology. Think-tanks around the world, mainly in America, but elsewhere too, are busily applying psychology for military purposes. Secondly, I like to refer you to the conclusion and the links between military psychology, political psychology and politics. The main danger here lies, that once you start looking at all political conflicts and political situations in a kind of psychological way, you take out of these situations the moral issue. This enables you to do various things in the military way, which I think, don't help. Perhaps you should paraphrase my last chapter.’ ‘What I miss in your enumeration is the psychohistorical side of situations. Are you aware of Lloyd deMause and his Institute in New York?’ ‘No.’ ‘He developed for instance the study of historical group fantasies.’ ‘I have not seen his work,’ zei Watson. ‘Dr. Arnold Hutschnecker, a friend of mine, developed studies that advocate that political leaders, like a president of the United States, should be mentally and psychologically tested, like top managers of multinationals go through mind testing.’ ‘I think this is rubbish, absolute rubbish,’ zei Watson stellig. ‘But testing is more popular then ever. Not everyone has the charisma like jfk had and still could be a great leader.’ ‘In order to be able to run for the White House, the candidate must have been successful in other areas and made name and reputation for himself,’ meende Watson. ‘But Jimmy Carter was a peanut farmer from Georgia, flunked as governor of Georgia and is now in the White House. Don't forget, he sold bibles door to door for eighteen months.’ ‘Perhaps, but he was nevertheless successful, which caused him to rise to the top. That is a better test than one on paper with a pencil.’ ‘But why not an iq test?’ ‘Or a personality test to find out whether the candidate is stable, paranoid or whatever?’ vroeg Watson. ‘You don't believe in that?’ ‘At times it might be useful in a clinical setting. But I don't think a president should be screened out like that. There have | |
[pagina 15]
| |
been in the past and there will be in the future people in high places which are mad.’ ‘But Nixon was an absolute crook from day one. It could have been amply established prior to entering the White House. Hutschnecker had him as a patient.’ ‘The books written on Nixon by some of the psychohistorians are ridiculous. They concentrated on the man's weaknesses and ignored his strengths. Politicians do not emerge at the top of the heap unless they are tough characters. They may have all kinds of idiosyncrasies. Thank God for that. I don't think, this should be grounds for stopping someone to become president.’ ‘I recall, jfk consulted psychiatrist professor Bryant Wedge and his team before he went to meet Nikita Khrushchev in Vienna in 1961. Dr. Wedge told me how they had studied the psychology of Khrushchev to advise jfk how to handle the man.’ ‘Yes, in a sense it is fantasy to think one can operate this way. Of course, you can pick up data from films and speeches, but to try to be in anyway systematic in that is ridiculous. Situations change. This approach of psychohistorians is ultimately having the effect of downplaying the importance of a situation and playing up the importance of personality. I was once commissioned by an American publisher to write a book about that. A thing as “a personality” does not exist, therefore the Bryant Wedge approach for jfk was a con job. I am not saying that people don't have personalities. What I mean here is, that the inconsistency in behavior of a person, be it Khrushchev or Nixon if you like, are to me as important and numerous as the consistency. It is about time, we paid more attention to the consistencies, while it is far from bad to be inconsistent as well. After all, if you are not inconsistent, you would never change. You would never grow or change your mind.’ ‘The depressing thing in psychohistory,’ vervolgde Watson, ‘is that it is like a kind of psychological thriller. Psychohistorians are looking for the similarities, for the clues that build up a personality. That is essentially what they are doing. That is okay, of course. It is perhaps even fun, but it does not necessarily mean anything. There are people who are in love with people. That would be to conclude, that they would never end or break off an affair. But people do. People are being driven to it in the end. A situation becomes intolerable. This has nothing to do with the personality. They could still be in love with that person.’ ‘Yet, the outcome, that results in the collision, is a product of the personality,’ concludeerde ik. | |
[pagina 16]
| |
‘Psychology should in the future be more interested in discrepancies in human nature. It is not a bad thing to be inconsistent from time to time or even all the time.’ ‘Still, to aim at raising the level of intelligence, as they are now trying to do in Venezuela, is a positive venture,’ meende ik. ‘You cannot help people, that don't want to be helped. And, until people are ready for help, they won't stick to your schemes. The same goes for learning. People learn in all sorts of ways. You cannot suddenly appear with huge programs aimed at raising intelligence levels. People will not buy it. Maybe some do.’ ‘But Washington succeeded very well in training its soldiers in Vietnam to look upon the Vietnamese as the enemy. The Viet Cong were crooks, to be killed in blind rage.’ ‘The idea behind that was to make American soldiers more efficient killers, to make them less remorseful about killing,’ verklaarde Watson. ‘Yes, in your book you speak of “training disassociation of emotions from atrocities”.’ ‘This is still going on,’ bevestigde Watson. ‘There have been various techniques devised to make the enemy less than human. But, this again, is the main thrust of military psychology. If you are conducting anthropological or social psychology studies of potentially enemy groups, it is often said, as Senator J. William Fulbright used to say: “The more you know about your enemy, and the more you will like him, the more there is a chance for peace.” I think, there is now sufficient evidence to show that this is absolute bullshit.’ ‘I am sorry, but I agree with Fulbright. There is a difference between not liking someone from another nation or culture, or wanting to kill the other man.’ ‘It depends on whom you are talking about. A large thrust of the research has been aimed to produce information that shows that other races and nationalities have different customs and different practices and so on. I think, it is very often within human nature to capitalize on those differences and these differences become reasons for saying: we are better than them. In some curious way, by some curious alchemy, the more you know about these groups, the more reasons you have and the more justified you feel for disliking them, or even to take action against them. There is plenty of evidence to show, that this is what happened in Vietnam. One of the jobs of the psychological warriors in Southeast Asia was to find these differences and then try to attach attitudes to them, as if these differences | |
[pagina 17]
| |
were raw material for the superiority of Americans over the enemies they were fighting there.’ ‘It is pure hate-mongering,’ vond ik. ‘But there is much evidence of this. The bloodiest wars are always civil wars, when people know about the people they are fighting. It is as if the knowledge conspires to make the cruelty greater. Because if there is not much difference between you and the enemy, you have to manufacture spurious differences, which you then have to hang on to, because otherwise there is no reason to fight the war to begin with.’ ‘One of the effects of psychology is,’ ging hij verder, ‘that if you take the view that there are two political systems, which are equally legitimate, than you can say your enemy has a legitimate reason for fighting against you. If on the other hand, his system is not so much a political system but rather a political expression of a wonky personality, then you say his politics are not genuine politics, because he is really psychologically unwell. Then your actions turn into a kind of therapy. Therefore, you maintain that your motivation to kill is alright. Whereas, if you happen to think that your enemy has a good case for wanting to be independent, for instance, then why should we be fighting? He does not want to fight us? He just wants to be independent. And that is another effect of military psychology, to engender war rather then to point towards peace.’ ‘Every year, some 65.000 young Americans graduate in psychology. Do you think some will continue to explore psychohistory and become therapists in relation to foreign affairs?’ ‘So many of these approaches to international affairs did not work. The cia capers like trying lsd did not work. They might be colorful and interesting, but you cannot use lsd as a weapon, because it has an unreliable effect on people. The last thing a military commander wants, is uncertainty in any situation. So a lot of the sciences applied, was bad science, also for reasons of secrecy. What you are getting now is, that people will be more careful spending their money. They are only going to finance projects that will have a chance of working. After what we could call “a colorful period”, it will now become more prosaic, more boring, but more effective.’ Ik lunchte met Peter in het Hilton hotel. De 500 piek, die ik als steuntje in de rug had meegebracht, wilde hij niet hebben. Ik heb ze in zijn sporttas gestopt, wetende hoe goed hij ze kan gebruiken. Misschien komt er eens nog een dag dat ik echt totaal geen geld meer heb, maar dan zal ik tenminste de genoegdoening hebben, dat toen ik over fondsen beschikte, ik deze met | |
[pagina 18]
| |
mijn vrienden deelde en vooral met Peter, althans zo goed mogelijk. ‘You always make my bloodpressure jump, met al je meligheid en gedoe,’ zei Peter tijdens de lunch, welk samenzijn onmogelijk is om te beschrijven. Hij was later zo lief me naar Heathrow te begeleiden. Ik begrijp eigenlijk niet waarom ik zo triest was, zo emotioneel en zo ongelukkig, toen ik hem omarmde bij het afscheid. Ben ik te gespannen? Verdrink ik in mijn eigen preoccupaties? Of zijn de dingen gewoon goed zoals ze zijn? Ik weet het echt niet. |
|