Memoires 1979-B
(2011)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |||||||
Moskou16 juli 1979Moskou, National Hotel, kamer 124.Volodja Molchanov haalde me gisteravond aan de nieuwe terminal van Sheremetjewo af. Er waren nu achttien hokjes voor het afhandelen van paspoorten beschikbaar, maar het wachten op de bagage duurde als gewoonlijk eindeloos. Hij heeft erg last van zijn rug. Hij was vier weken in de archieven bezig geweest om nazimisdaden jegens kinderen te onderzoeken. Dat is dus een reactie op de jongste beschuldigingen, ook van uit Israël, dat kinderen in de Sovjet-Unie bij bosjes in gevangenissen worden gemaltraiteerd. Alle geplande concerten van Vladimir Feltsman waren door het ministerie van Cultuur geannuleerd nadat hij een verzoek voor emigratie naar Israël had ingediend. Ze waren nu zeer pessimistisch gestemd over zijn vertrek naar Holland in de nabije toekomst. Een eerste gesprek vandaag met Semjon A. Skachkov, voorzitter van het Staatscomité voor Economische Betrekkingen. ‘Ik wil eigenlijk niet over mezelf spreken,’ begon hij, ‘want ik doe dit vrijwel nooit. Ik begon 50 jaar geleden, toen ik twaalf was, te werken op een arbeiderscollectief. Het waren de eerste jaren na de Oktoberrevolutie. De toestand op het land was moeilijk.’ Nà een uitvoerige verhaal over hoe het hem en zijn kameraden in de oorlog was vergaan, hoe ze met hele fabrieken naar de Oeral verhuisden om buiten bereik van de moffen te komen, vertelde hij dat in 1957 het Staatscomité voor Economische Betrekkingen werd opgericht, opdat rechtstreekse contacten konden worden gelegd voor het opzetten van projecten in de wereld. Er werken momenteel zo'n 50.000 sovjetspecialisten in 79 verschillende landen bij het opzetten van installaties die door de ussr worden geleverd. ‘Neemt u Algerije. Dit land wil socialisme opbouwen. We hebben geholpen met het stichten van een Olie Instituut. Een aantal Algerijnen studeert bij ons om zich later met olieboringen en bouwen van raffinaderijen in Algerije bezig te houden. Ook hebben we geholpen in Algerije een hogeschool voor metallurgie op te zetten. Met | |||||||
[pagina 27]
| |||||||
de rijkdommen aan olie en gas van het land was dit voor hen van groot belang. Vorig jaar werd dertig procent van alle door de Sovjet-Unie aan het buitenland geleverde technische installaties door ons comité verzorgd. Van onze export naar Algerije bedroeg 95 procent complete installaties in 1978. Naar Turkije was dit 80 procent, naar India, Mongolië, Iran en Guinea 70 procent. De raadgevers van Imam Khomeini hebben zelfs bevorderd dat Iran iedere maand meer gas aan de ussr zou leveren. ‘Ik denk dat de profeet Mohammed tot die beslissing van de Imam heeft bijgedragen,’ spotte ik. Skachkov: ‘Het is een zeer ingewikkeld probleem en een open vraag hoe het politieke systeem in Iran zich zal ontwikkelen.’ ‘Voorlopig is de zaak daar drie eeuwen teruggedraaid,’ merkte ik op. Hij bevestigde de mededeling van Dirk Keijer, dat Moskou in Nigeria begonnen was met het opzetten van een staalcomplex. ‘Mijn medewerker is gisteren uit Lagos teruggekomen. Gedurende de eerste fase van dit complex zal er één miljoen ton staal per jaar worden geproduceerd. In India hebben we twintig jaar geleden het Pilai staalconcern gebouwd. Ze producer nu 2,5 miljoen ton staal per jaar. Een tweede door ons gebouwd bedrijf in Bahkara is gereed en vervaardigt 1,7 miljoen ton staal per jaar.’ ‘De staalfabriek in Indonesië is mislukt,’ probeerde ik. ‘De plannen, die Sukarno hiertoe had opgezet, werden door de regering Suharto niet uitgevoerd. Dit was het gevolg van de druk van de Amerikanen op Suharto,’ meende Skachkov. ‘Lon Nol heeft nog naar Hawaï kunnen uitwijken, maar als het zover is denk ik dat Suharto die vlucht niet zal halen.’ ‘In het Verre Oosten zullen nog vele scherpe politieke gebeurtenissen moeten plaats vinden.’ Skachkov is eveneens lid van het Centrale Comité van de Opperste Sovjet. Hij vertelde terloops van de voorstellen van premier Kosygin aan Van der Stoel om tot samenwerking met Shell te komen af te weten. ‘Maar het is de navo-politiek die tussenbeide kwam en die samenwerking heeft voorkomen.’ Natuurlijk is dàt het addertje onder het gras geweest. Die fijne mijnheer Van der Stoel is steeds een exponent van inlichtingendiensten en Koude-Oorlogmanipulatoren geweest. Vandaar zijn faam in Nederland. Ik heb uren met Volodja Molchanov bij hem thuis zitten praten. Consuelo is met zijn moeder op de dacha. Hij vertelde, dat de befaamde kus tussen Brezhnev en Carter in Wenen welis- | |||||||
[pagina 28]
| |||||||
waar in de Sovjet-Unie op televisie te zien was geweest, maar geen enkele krant had deze opname afgedrukt. ‘Wij omhelzen alleen de leiders van socialistische landen op die manier,’ aldus Volodja. ‘Het was daarom een goedkoop en nietszeggend gebaar.’ Het zou er op kunnen wijzen dat die idiote Carter dus het initiatief nam, wat Brezhnev moeilijk kon weigeren. Hij verweet me, dat ik in het Algemeen Dagblad inzake het geklets over het lintje van oud ambassadeur Romanov had verwezen naar ‘welingelichte kringen’, ‘want nu staat in de boeken van de bvd geschreven: Molchanovs welingelichte kringen.’ Hij voegde er aan toe: ‘Ik denk trouwens, dat ze hier langzamerhand ook een flink dossier over jou hebben, of over mij. Ik sta hoog genoteerd, maar niet het allerhoogst. In 1975 zou ik een nieuwe flat krijgen, waar ik al vijf jaar op wachtte. Toen weigerde ik met de missie van Nikolai Pankov mee naar Nederland te gaan. Ik kon naar een andere flat fluiten.’ Volodja verdient 230 roebel per maand, wat mede om die weigering nog niet werd verhoogd. Hij vertelde, dat de Vereniging Nederland-ussr. in juni haar jubileum vierde. Ambassadeur Reinink zond een brief, dat hij verhinderd was, en dat ook alle leden van zijn ambassade verhinderd waren. Ik had die man voor intelligenter gehouden. ‘Er kwam dus niemand van jullie,’ aldus Volodja. ‘Waarom niet? De voorzitter van de vereniging is de schaker Botwinik en de vice-president is een directeur van onze botanische tuinen, die al een leven lang verliefd is op rozen. Kwamen ze niet, omdat onze vereniging films over Rembrandt op de sovjettelevisie laat zien? Of was het, omdat we dansgroepen naar Nederland sturen? De mensen van deze vereniging doen nu werkelijk helemaal niets slechts.’ | |||||||
17 juli 1979Ik heb intens van mam gedroomd. Bij het wakker worden stond ik aan het graf van mijn grootmoeder met mijn vader. Ook verscheen Theo in mijn droom. Ik reed terug naar mam, omdat ik dacht dat zij misschien geld nodig had. Wanneer ik haar hielp, hoefde zij niet speciaal naar de bank op pad. Ik schatte dikwijls van te voren wanneer zij naar de bank moest en belde dan om haar behulpzaam te zijn. Dat verrekende zij later dan weer. Ik vond dit aspect nooit in mijn dagboek opgetekend eigenlijk, maar door deze droom kwam de herinnering eraan terug. Zij wist hoe ik tegenover geldzaken stond. Waarom voel ik me dan toch zo schuldig jegens haar over die allerlaatste maanden van haar leven? Misschien was zij wel echt | |||||||
[pagina 29]
| |||||||
ziek. Zullen die twijfels me blijven volgen tot het einde van mijn eigen leven? Volodja Molchanov zei, dat de bestseller van Hedrick Smith, The Russians voor 85 procent op feiten was gebaseerd. ‘Het boek is bij ons verboden, maar ik denk dat mijnheer TolkunovGa naar voetnoot15 wel een vertaling zal hebben gelezen.’ Hij was Vladimir Lomeiko tegen gekomen. Die had gezegd, dat iedereen aan de top in het Kremlin het boek van Smith behoorde te lezen. Wanneer douanebeambten The Russians in de koffer van buitenlanders vinden, halen zij het eruit. De ontmoeting en het gesprek van enkele uren met professor Oleg Gazenko waren fantastisch. Hij is directeur van het Instituut voor Biomedische Studies, dat zich onder meer bezig houdt met ruimtevaartonderzoek. Gelukkig had hij een uitstekende Engelse tolk en zat ik niet met Volodja's tjap-tjoyvertalingen opgescheept. Er stonden verse bloemen op tafel. Hij schonk me een serie van vier boekwerken, The Foundations of Space Biology and Medicine, die hij samen met Amerikaanse collega's schreef. Daarnaast kreeg ik een Engelse vertaling van werk van Poesjkin. Nadat Gazenko had verteld dat er op toezien dat ruimtevaarders zich prettig voelen een van de taken van zijn instituut is, leek het me een geschikt moment op het vraagstuk ‘brein’ in te gaan. Na een inleiding over goden, symboliek en andere onzin, vertelde ik dat ik een bezoek aan Sir Bernard Lovell in Manchester had gebracht en hoe zijn verhaal mijn inzichten inzake de mens had verdiept en verbreed. Gazenko: ‘Our guest spent one day with professor Lovell. I have only seen him on film. In the field of a general approach to human beings, and there immediate well-being I differ with Lovell. My vision is one of making life on earth better and hap- | |||||||
[pagina 30]
| |||||||
pier. I share concepts with the Canadian writer Hans Selye, who wrote the book Stress without distress of which the basic concept is: love thy neighbor.’ ‘The Jesus Christ concept,’ zei ik, wat gelach teweegbracht. ‘Not only Jezus said so,’ was Gazenko's antwoord. ‘It's a general idea proclaimed by many philosophers. Selye explains that this idea of loving others cannot easily be achieved since it contradicts basic biological laws. Therefore he comes up with a different idea. Roughly it is as follows. Human beings should be useful to other men and women. We have to strive to know as many people as possible we love and respect.’ ‘Unfortunately, the more you get to know people,’ wierp ik tegen. ‘Very often it makes you turn away from them. What I often wondered was: can ordinary people survive without holding on to symbols like the White House, Lenin or the Vatican?’ ‘It is nowadays hardly possible anymore to recall the days that only primitive people and pre-historic creatures roamed the planet. There was an era that these creatures had not evolved as yet into human beings even. Over the past few centuries Man has made a quantum leap into, what we call now, modern times. This new man obviously consists of two parts: on the one side is the biology of man: on the other he is a social creature. This last part I consider equally important. It's evident that many contradictions live in humans, that animals never knew.’ Ik vroeg me af of dit wáár was. ‘Are symbols an outcome of the social side you mention? Are they needed for people to maintain equilibrium between biological facts and reality?’ ‘First of all, I am not an expert in this field.’ ‘Everybody deals with symbols every day, and do so like robots without ever asking proper questions whether this should be done,’ probeerde ik. ‘It is very important for a human being,’ begon Gazenko, ‘to have aims and goals in life. It is important that they are understood and do not contradict reality. But what is likewise very important, and too often being ignored, that we bear in mind the biology of the human creature. We must avoid that biology and sociology come into conflict within the human being. Therefore we have to study in tandem the biological evolution of humans and the social development of man. Let me illustrate this. Biologically, human beings need a certain amount of exercise. In the beginning he collected food and mushrooms with- | |||||||
[pagina 31]
| |||||||
in one square kilometer where he lived. Primitive man moved constantly. Modern man is totally automated through supermarkets, automobiles and elevators. This imbalance between his biological needs, like exercise, and his social activities leads to numerous physical problems from stress to heart failures.’ ‘Then there is the brain, which is “empty” when the baby is born,’ probeerde ik. ‘It contains 14 billion cells,’ reageerde Gazenko. ‘But those cells are not programmed,’ wierp ik tegen. ‘One is not being born as a communist. The brain is being coded with communist ideas from the outside after birth.’ ‘But it is genetically endowed to be capable to do certain things later.’ ‘Yes, to have blue eyes or a talent for music. But one's frame of reference comes from outside.’ Gazenko begreep me niet. ‘What do you mean?’ ‘The environment, parents and teachers bring in values, symbols and all the rest.’ ‘Right. But there is always a certain biological correction.’ ‘How?’ ‘Because there is a system of reward and punishment. Fundamental biological requirements are given entities. Again: we see an intense interplay between biological and social factors.’ Ik vertelde hem over het programma in Venezuela om de intelligentie bij mensen te verhogen. Toen ik sprak over een Minister for the development of intelligence, dacht academicus Gazenko één ogenblik dat het om spionage-activiteiten ging. Dit misverstand werd snel opgelost. Hij dacht dat wellicht in de toekomst een dergelijk programma mogelijk zou zijn. Ik keerde terug naar de oorspronkelijke vraag of mensen zonder fantasiesymbolen zouden kunnen overleven. ‘In school,’ ging ik verder, ‘I learned there was a sun, a moon and a Milky Way. Fifty years later, children learn there are 100 billion Milky Ways. We find the setting of planet earth to be part of an infinite universe that even expands further and further. Where are the boundaries of this universe? Should we not, by now, scrap notions like God, Buddha, Allah and all the rest and accept realities as they are?’ ‘I am afraid you will find me too pragmatic,’ zei Gazenko. ‘My concept of the universe is not that grand. For human beings there are more important things to consider right here, like how to develop a specific and concrete attitude to deal with people around us. I never met you before, and I am pleased I met you today, but my idea of our conversation is to | |||||||
[pagina 32]
| |||||||
be useful to you in such a way as to make you happy. My goal is to be useful to you and to be useful to others, who approach me in the future. I wish to be as useful to other people as possible. I don't know what will happen in 100 or 200 years from now. But I am sure that the best way to live is to provide well-being and prosperity for all and to help arrange mutual understanding between people to gradually develop a concept, that can be shared and understood by all people. Human beings should not bother each other, but should assist each other. And one has to resolve his own problems and not at the expense of others.’ ‘I cannot imagine this human happiness, you keep talking about, being soundly based on a fata morgana like religion.’ ‘That is an easy exit from reality.’ ‘But a dangerous exit in the nuclear age as well,’ stelde ik er tegenover. ‘Right. These exits are dangerous, and not only in the nuclear age.’ ‘Is our happiness possible without outdated religious symbols? The universe is, as it is seems, a more realistic image to hold on to, like the vision of Sir Bernard Lovell. People don't kill each other because Jezus said so. Isn't following the realization of the uniqueness of human life not a better reason not to kill each other? Love thy brother should follow that route and not via mnemonics like “Jezus said so”, or the Ayatollah did. I ask you this because, after all, you are a space man, a scientist directed to the universe.’ ‘First of all: it is not a documented fact that we are unique. Therefore your idea could be erroneous.Ga naar voetnoot16 We must still give an ambiguous answer about intelligence in the universe. Therefore, our uniqueness is not as yet a proven fact. We are aware of the chemical evolution and of the biological evolution. In other words: the evolution of life can lead to the emergence of intelligent creatures elsewhere in the universe. It is very unlikely that such creatures would possess similar intelligence as we possess on the planet. It's almost impossible. Therefore, let's discuss the situation here on earth within the known solar system. Can we consider it a fact that there is no other life-form than here on earth? It is not a proven fact. Despite the Viking Space projects, we have no direct answer. I think, the chance that we will discover extraterrestrial life within our solar system is extremely remote. Nevertheless: we | |||||||
[pagina 33]
| |||||||
don't know the truth. About other galaxies we know even less. Therefore your statement of the uniqueness is not a scientifically proven fact.’ ‘And because we are ignorant of all realities out there, we substitute our stupidity with religious fairy tales,’ hield ik vol. ‘We ought to have more definite goals here on earth,’ probeerde Gazenko. ‘Let us discuss for instance population control. Is this a reasonable goal?’ ‘You know that professor Eugene O'Neill of Princeton, advocates that we could put 17.000 billion human beings via imigration into the universe eventually, so let everybody fuck on for ever. Professor Freeman Dyson speaks of “the greening of the galaxy”, which means planting trees on stars. Do you believe all this? I don't. We must have strict control.’ ‘But population control contradicts basic biological laws of life. I may be wrong, but I seem to remember that thirty percent of the Dutch people are Roman Catholic.’ ‘Yes, unfortunately.’ ‘According to the Vatican, population control is unnatural.’ ‘That's what they say, the idiots.’ ‘But their view is in accordance with basic laws in biology. The basic law is in favor of an increase in population. Therefore it is more reasonable not to speak of a limitation of the human population, but to think of how to provide a better life for these human beings and present them with a better social environment and conditions enabling this population increase.’ ‘You almost present yourself as a partner to the pope. Russians have many children and then they move to Siberia!’ ‘To migrate to Siberia is one possibility. And what is so bad about the pope? He seems to be a nice guy.’ ‘Of course, he is nice, but somewhat a fantastic dreamer at the same time. Imagine, this guy, dressing himself up as a pope, displaying a different miter every day, letting people kiss his feet, and presenting himself as the envoy on earth for God. It is not only ridiculous, it is quite sick. It's nuts.’ ‘I think, for a certain amount of people it presents an exit from their problems.’ ‘I know, but do you think fairy tales help solve real problems? They make them worse. Those crazy religious exists frighten me, because where does the madness stop?’ ‘Yes, I admit, it is a fantasy exit.’ ‘Aha, there we are. Why use in the 20th century exits that worked perhaps in the Middle Ages? Freud explained in The Future of an Illusion, that normal development means that from | |||||||
[pagina 34]
| |||||||
infancy to maturity you loose those exits unless you have a mental problem. Jimmy Carter became reborn in those religious dreams at the age of 47. Upon a crisis in his personal life he turned the clock back several centuries. Psychiatrists in the usa told me: “Jimmy began his second infancy.” He entered as reborn Christian the White House as special bonus to the American people. How can this chap bring peace to Israel and the Arabs when he cannot enter into reality within his own mindscape? To come back to your statement that for many people the pope is an exit. That exit is psychologically unhealthy and disturbing, it is even dangerous, because it endangers the equilibrium between biological facts and reality within society. It increases stress on the basis of falsehoods. We must find new escape routes or rather we must mature to the point that we do not need them anymore and live by reality such as the world and the universe really is. Population control should be tackled on the basis of reality and not in line with the fairy tales the pope injects into peoples minds.’ ‘Well, we got lost a bit by discussing symbols,’ stelde Gazenko vast. Ik had ook nog een lang telefoongesprek met Alexandr Romanov. Shell topman Bénard had gekletst tegen André Spoor en collega's, teneinde zijn en Van der Stoels straatje schoon te vegen bij nrc Handelsblad. Ik had Molchanov gevraagd Romanov hiervan op de hoogte te stellen. Hij bleek dit niet gedaan te hebben. Alle Russen zijn liever lui dan moe. Romanov vertelde dat Benard er bij was geweest, toen de vertegenwoordiging van Shell bij hem was komen lunchen. ‘Benard is a Frenchman. Ask that basterd,’ aldus de ambassadeur, ‘whether the Shell in reply to the offer by prime-minister Aleksei Kosygin made one single offer to us. They would divert our conversation to their talks with the Minister for Oil Industry. But I replied to them: “I am speaking here with you directly for prime-minister Kosygin.”’ Het blijft duidelijk dat Van der StoelGa naar voetnoot17 de zaak heeft geflest. Spoor en consorten doen alsof ze er niet achter kunnen komen en noemen zich journalisten. Romanov was helemaal de oude, zoals ik hem ken. Hij werd nijdig over het gedraai en gelieg. Ik besprak met Vladimir Morozov bij tass de leverantie van 60 pagina's voor 1.000 dollar per maand aan nrc Handelsblad via een contact in Brussel. Later sprak ik met Sergei Lossev, de ge- | |||||||
[pagina 35]
| |||||||
neral-manager van tass. We zaten aan zijn conferentietafel. Het nieuws was, dat Somoza naar een Amerikaanse luchtmachtbasis was gevlucht. Eindelijk. Hij lachte om het bezoek van Richard Nixon aan de sjah van Iran in Mexico. ‘Vind je dat gek, nadat de sjah zes miljoen dollar voor de herverkiezing van Nixon neerlegde?’ vroeg hij. Nu ken ik Lossev toch al enkele jaren. Toen ik zei naar Olga Chechotkina te gaan, zei hij: ‘Do you speak Russian with her?’ Ik dacht: hij is gek geworden. Hij weet toch dat ik geen stom woord Russisch spreek of versta! Molchanov verduidelijkte, dat de opmerking van Lossev bewees, dat ze het nog altijd voor mogelijk hielden dat ik een geheim agent was. ‘Waarom word je door Lossev met open armen ontvangen?’ voegde hij er aan toe. ‘Tolkunov zal nooit met jou gaan eten zoals Lossev doet.’ Later maakte Olga duidelijk: ‘Ik ken Tolkunov en Lossev uitstekend. Lossev is een andere man. Ik mag hem graag, hij was als een leerling van mij.’ Later vergeleek ze mij met de journalist Yuri Zukov, die ook alles bijhoudt en dagboeken heeft ‘but you are even more Russian than Zukov.’ Waar ik dus evenmin iets van begreep. Volodja zei, dat een aantal mensen het vreemd en verdacht vond, dat ik zoveel gedaan kreeg in Moskou. ‘Ze gaan er van uit dat je mysterieuze contacten hebt.’ ‘Ach,’ zei Olga tegen me, ‘ik heb mijn naam ook gevonden in een boek over kgb-agenten, dat in het Westen verscheen. Ze gingen er vanuit dat ik kgb moest zijn, nadat de ambassade in Rome mij van 1950 tot 1952 met veel egards behandelde. Uiteindelijk zou ik als Pravda-correspondente door de regering van Alcide de Gasperi zelfs worden uitgewezen.’ Olga vertelde verder, dat haar Indonesische assistente in Djakarta - die ook redacteur voor Gerwani, de vrouwelijke communisten van de pki was geweest - na vier jaar gevangenis er nog eens een straf van veertien jaar bovenop had gekregen. Olga was als altijd hartelijk en onze voornaamste band is tenslotte de gemeenschappelijke ervaringen met Sukarno. Op 20 juli schijnt een parlementaire delegatie uit Indonesië in Moskou te arriveren. Zij wil niet interveniëren om te regelen dat ik Valentina Tereshkova, de voorzitster van de vrouwenbeweging, kan interviewen. Overigens heeft zij een boek over haar ervaringen in Indonesië geschreven, maar de cpsu had er bezwaar tegen, dat het zou worden gepubliceerd. Ook vertelde ze, dat generaal Suhario was uitgekozen om president Ho Chi Minh te begeleiden tijdens zijn bezoek aan Djakarta. Op een avond waren Ho en Suhario er samen tussenuit geglipt en in | |||||||
[pagina 36]
| |||||||
het geheim de stad in gegaan zonder begeleiders. Ho Chi Minh vroeg Suhario of hij voldaan was over de resultaten van de Indonesische Revolutie. De generaal heeft later drie artikelen over dit onderwerp in het pki-blad Harian Rakjat geschreven. Moskou heeft hem toen hij hier woonde een aanbod gedaan om een uitgebreid boekwerk over het sovjetleger samen te stellen, maar hij gaf er de voorkeur aan naar Indonesië terug te keren, ook al zou hij eerst in de gevangenis terechtkomen. Ik woonde een uitvoering van het Kirov Ballet uit Leningrad bij in het theater van Hotel Russia. De muziek van Stravinsky was prachtig, maar daarvoor hoef je niet in een kudde mensen te gaan zitten. Vooral het decor met een volle maan was infantiel. Jonge mensen kleden zich steeds meer in Westerse stijl. Kerels verschijnen nu met een permanent in hun haar en nichterige leren handtasjes. | |||||||
18 juli 1979De assistente van Oleg Gazenko gaf toe dat de meeste journalisten met een vooraf vastgesteld rijtje vragen bij hem komen. Ik was er volgens haar in geslaagd zijn persoonlijke gedachten en gevoelens los te maken en naar buiten te brengen. Ik denk ook, dat Volodja Molchanov, die er een paar uur bij zat, veel van mijn werkwijze leert. Vanmorgen bracht ik samen met Volodja een bezoek aan Anatoly P. Alexandrov, de president van de Academy of Sciences van de Sovjet-Unie. Volodja verduidelijkte dat het paleis van de academie aan de Leninsky prospekt, vroeger aan Graaf Orlov had behoord ‘één der belangrijkste geleerden van de vorige eeuw’. De secretaresse van Alexandrov, een corpulente tante en al 35 jaar in die functie, leidde ons rond en toonde ons de portretten en schilderijen in de ontvangstzalen. We hadden een korte ontmoeting met de president, die opnieuw begon over hoe de kuikens van de kippen in het park op één na door kraaien waren verslonden. | |||||||
[pagina 37]
| |||||||
Ik legde weer eens uit wie professor Alberto Machado was, en dat hij eens in Moskou was geweest maar door niemand serieus was genomen, dat hij nu minister voor de ontwikkeling van intelligentie is en dat de tijd was aangebroken om hem te ontvangen en in contact te brengen met leidende wetenschappers in de Sovjet-Unie. Ik zei maar niet, wat ik werkelijk dacht, dat als één land een minister voor de ontwikkeling van intelligentie kon gebruiken dat de ussr wel was. Hij had er kennelijk nog nooit over gehoord. Hij zei Machado gaarne te willen ontvangen en hem in contact te zullen brengen met collega's. Een assistent van Alexandrov, Evgeny Tabakeev gaf me het nummer van de ambassadeur van Venezuela. Ik belde ogenblikkelijk en zal morgen door de ambassadeur worden ontvangen. Het zou belangrijk kunnen zijn, wanneer naast het Harvard-team van Herrnstein een sovjetteam op de been zou kunnen worden gebracht. Ik ben tenslotte een leerling van Bungkarno. Bij vertrek zei Alexandrov nog - ik mag die man gewoon - dat hij veel journalisten ontving, maar dat hij de ontmoeting met mij bijzonder plezierig had gevonden, vooral ook omdat ik geen vragen had gesteld, die in de richting van sensatiezucht wezen. Ik sprak uiteraard over Philip Handler, de president van de National Academy of Sciences in Washington. Alexandrov zei dat Handler in oktober naar Moskou zou komen. Zelf mocht hij voorlopig op doktersadvies niet reizen. Hij is ook al erg oud.Ga naar voetnoot18 Het volgende bezoek was aan het Centrale Comité van de komsomol, de communistische jeugdliga. Volodja en ik werden te woord gestaan door Boris Pastuchov, de eerste-secretaris en Gennady Yanayev, voorzitter van jeugdliga's. Ze benadrukten dat ik de eerste Nederlandse journalist was die zij ooit hadden ontvangen. Boris verliet halverwege ons gesprek de kamer om Andrei Gromyko te gaan gelukwensen met diens verjaardag maar keerde vrij spoedig weer terug. Gromyko is vandaag zeventig jaar geworden. Er zitten 39,5 miljoen jongeren tot meestal 28 jaar in de komsomol. Ze hebben 434.000 plaatselijke afdelingen door het hele land. ‘We zijn er trots op dat aan de wieg van onze organisatie Vladimir Lenin heeft gestaan. Hij is altijd onze beschermheer gebleven. Ons belangrijkste doel is de communistische opvoeding van de sovjetjeugd, dus dat betekent een opvoeding in de geest van de partij. Dat is de betekenis van komsomol. Wij blijven het troetelkind van de partij. Bij de voorbereiding van de zestigste verjaardag van ons orgaan in het | |||||||
[pagina 38]
| |||||||
najaar van 1978, hadden 140 miljoen jonge mensen onze speciale scholing doorlopen. We zijn altijd trouw gebleven aan onze leuze: “Met de partij, Voor de partij, altijd en overal.” In de burgeroorlog hebben de komsomol-jongeren de sovjetmacht met de wapens helpen verdedigen. Eveneens gedurende de eerste vijfjarenplannen tijdens het proces van industrialisatie van de ussr. Als ik een journalist zou zijn, zou ik alles bestuderen van wat arbeiderscollectieven tot stand hebben gebracht. In de Tweede Wereldoorlog bevonden zich elf miljoen komsomol-leden aan het front.’ ‘komsomol heeft een hele generatie helden van het vaderland opgevoed. Bij de 86ste kilometer van de nieuwe snelweg naar Minsk, staat een standbeeld van een achttienjarig meisje, Zoya Kosmodemyanskaya, die zich vrijwillig aansloot bij de partizanen en vocht bij de verdediging van Moskou tegen de Duitsers. Zij werd gevangen genomen en opgehangen. Dat gebeurde in de winter van 1941. Zij was erg moedig. Haar voorbeeld heeft honderdduizenden geïnspireerd haar te volgen. Ook haar broer ging vrijwillig naar het front. Hij werd artillerist en sneuvelde later bij Koningsbergen. Hij werd ook tot held van de Sovjet-Unie verklaard. Vorig jaar overleed hun moeder. Zij bezocht het Centrale Comité van komsomol dikwijls. Ze zat dan op de stoel waar u nu zit. We voelden dat zij niet lang meer zou leven. Eén van de dwalende sterren in het universum hebben we de naam Zoya Kosmodemyanskaya gegeven.’ ‘We zijn er trots op u te wijzen op het feit dat 47 procent van de jeugd arbeidt in de sfeer van onze materiële productie. Iedere zesde geleerde in ons land is lid van komsomol geweest. Hetzelfde geldt voor iedere vijfde leraar. Er zijn drie miljoen leraren dus 600.000 waren lid bij ons. Van de cpsu waren 70 procent van de leden in komsomol.’ ‘Hoeveel procent van de sovjetjeugd treedt toe tot komsomol?’ vroeg ik hen. ‘Ongeveer 54 procent.’ ‘Ik dacht dat dit veel minder was.’ ‘De meeste mensen denken juist dat het percentage hoger is. We openen trouwens niet de deuren voor iedereen. We willen een avant-garde blijven.’ ‘U past selectie toe?’ reageerde ik verbaasd. ‘Kandidaten moeten ons bewijzen dat zij lid willen zijn. In beginsel kan iedere scholier of student die onze statuten erkent, lid worden. Lenin heeft gezegd: “We willen geen partijleden hebben die het communisme met de mond belijden.”’ | |||||||
[pagina 39]
| |||||||
‘Welke programmeringsprincipes volgt u bij de opvoeding van de jeugd?’ ‘We gaan van het grondbeginsel uit, dat we de jeugd in de geest van marxisme-leninisme grootbrengen. Het gaat dus om het bijbrengen van de theorie van marxisme-leninisme en hoe we denken sociale wetten te verwezenlijken. We proberen hiervan jongeren te doordringen, want zij zullen leiding moeten geven aan maatschappelijke activiteiten. Zij bepalen de burgerzin van de arbeid, en helpen hierbij. Wordt het lid ouder en verhoogt hij het niveau van zijn beroep, dan leren wij de diepere betekenis van de communistische filosofie, dus van het wetenschappelijke communisme en de wetten voor een economische ontwikkeling van de samenleving. komsomol besteed grote aandacht aan deze processen. Alléén boekenkennis voor de communistische jeugd is onvoldoende. Lenin heeft gezegd, dat zonder strijd, zonder praktische activiteiten, die kennis uit boeken niets betekent. Daarom proberen we onze jonge mensen actief te engageren. Ieder lid van komsomol moet een voorbeeld zijn voor zijn vrienden in de arbeid.’ ‘Zijn er jongeren die daar geen zin in hebben?’ ‘Nee, zo werkt dit niet. We stellen een complex van eisen aan een lid. Hij moet goed werken en een maatschappelijke functie bekleden. Hij moet uitstekende kennis van marxisme-leninisme hebben. We zeggen daarom tegen veel kandidaten, dat ze beter nog kunnen wachten en harder moeten werken om lid te kunnen worden. Onze organisatie is een massaorganisatie. De weg naar ons staat open maar je moet het bewijs leveren, dat je gereed bent voor de eer van het lidmaatschap. We zijn tegen het vormen van een elite van zogenaamd verstandige revolutionairen. Maar we zijn er ook tegen om komsomol zo breed te laten worden - in aantallen althans - dat we leden zouden hebben die niet actief deelnemen. Die 54 procent is niet van boven vastgesteld, maar uit de praktijk voortgekomen.’ ‘U bent nog steeds lid van komsomol?’ ‘Ja en dat blijf ik tot mijn dood.’ ‘Mijn indruk was, dat leden slechts tot hun 28ste jaar lid kunnen zijn.’ ‘Functionarissen aan de top blijven voor het leven lid.’ De heren maakten duidelijk, dat zij zich concentreerden op twee hoofdactiviteiten: het opvoeden van jongeren tot patriotten en tot internationalisten. ‘Het salt-ii verdrag wordt met de jeugd besproken. Een jongen van achttien jaar in een fabriek zal niet begrijpen waarom | |||||||
[pagina 40]
| |||||||
tachtig procent van de Amerikanen vóór salt is, maar congresleden tegen stemmen. We werken dus aan het politieke bewustzijn. We scheppen een anti-imperialistische solidariteit en daarnaast leren we hen om te strijden vóór hun eigen rechten. Misschien klinkt wat ik u zeg propagandistisch, maar we spreken nu gewoon vriendschappelijk.’ ‘Hoe draag je die solidariteit over?’ ‘De tragedie van Chili is ook onze tragedie. De tragedie van zwart Afrika is ook onze tragedie. We verklaren niet alleen onze solidariteit, maar we trachten ook concrete hulp te bieden aan mensen die strijden tegen fascisme, imperialisme, neokolonialisme, racisme of andere reactionaire krachten. Sociaaldemocratische politici in het buitenland spreken dikwijls over een nieuwe economische orde in de wereld. Wij zijn van mening dat vooral die landen de schuld van deze miserabele toestanden dragen, die eeuwenlang voormalige koloniale gebieden hebben geëxploiteerd. We kunnen cijfers geven van leden van komsomol die aan projecten werken in Irak, Syrië, Congo en andere landen.’ ‘Een soort Sovjet Peace Corps?’ ‘Nee, het is anders. Het Peace Corps is een vorm van invasie in de Derde Wereld, waarbij filantropische doelen in Washington worden vastgesteld. Onze assistentie is tweeledig: wij bieden hulp per bilateraal verdrag om een economisch project te verwezenlijken. Dat gebeurt dus op staatsniveau. Anderzijds zenden wij op onze kosten onze beste mensen naar zulke projecten om die te helpen realiseren. Via hun arbeid propageren we het socialisme. Ze moeten aan de jeugd in den vreemde tonen welk soort individu het socialisme heeft voortgebracht.’ ‘Het zou nuttig zijn om misschien 10.000 jeugdleden van komsomol naar de vs te zenden,’ opperde ik. ‘We zijn bang daar geen projecten te krijgen, want tot nu toe wil het Amerikaanse congres ons geen gelijke handelsrechten geven.’ ‘Wisten maar meer mensen in de wereld wat in de ussr wordt gedaan ter stimulering van de jeugd. Misschien verloopt het allemaal minder glad dan u vertelt, maar de grondbeginselen liggen er.’ ‘Het is niet alles rozengeur. Wij hebben ook problemen met jongeren, maar we streven ernaar van ieder jong mens iemand te maken die actief aan de samenleving deelneemt. Gebeurt dit? Nee, zeker niet, maar van jaar tot jaar zien we verbeteringen. We zijn optimistisch. Ik spreek openhartig met u.’ ‘Dat voel ik.’ | |||||||
[pagina 41]
| |||||||
‘Hebben we jeugdcriminaliteit? Ja, zeker. Bij een bevolking van 270 miljoen mensen is dit haast normaal. In ieder woud vind je onkruid. Wanneer men zou zeggen dat dit vraagstuk zou zijn opgelost, is dat onwaar. Maar de aanleg voor misdaad in Amerika en het Westen is anders. Wij hebben het probleem van jeugdwerkloosheid bijvoorbeeld niet en hebben een situatie gecreëerd, dat iemand die afstudeert absoluut zeker is van een baan. Op dat gebied ligt in het Westen juist een belangrijke oorzaak voor misdaad. Wij zien drie vormen van belangen bij de jeugd: persoonlijke belangen, groepsbelangen en maatschappelijke belangen. Het gaat erom harmonie te bereiken tussen deze drie vormen van belangen. Iemand van achttien jaar wil verder studeren. Dat is een persoonlijk belang, maar het is ook een groepsbelang, want meer kennis en vaardigheid kwalificeert deze persoon om een hogere bijdrage te leveren aan de samenleving.’ Hij vervolgde: ‘Jeugdmisdaden ontstaan door kleine fouten, die aan onze ordening in de maatschappij kleven. In het Westen zien we veel georganiseerde misdaad, dat weet u beter dan ik. Waar wij ons dus op concentreren, is om de levensomstandigheden voor hen die werken aangenamer te maken, en dat is ons nog niet gelukt.’ ‘De communistische opvoeding begint al in de crèches. Er zit nu eenmaal in de menselijke natuur de aanleg tot slechtheid. Men zou in een vroeg stadium binnen komsomol die neigingen moeten leren onderkennen en behandelen,’ suggereerde ik. ‘Professor Anatoly Alexandrov zei me vanmorgen nog, dat we nog te weinig weten van hersens en de menselijke natuur, maar daar ligt de origine van deze vraagstukken.’ ‘Ik ben geen specialist op het gebied van pedagogie en psychologie,’ antwoordde Pastuchov. ‘Ik ben ingenieur en jurist en zonder teveel zelfreclame te willen maken, ik heb zojuist een proefschrift geschreven als kandidaat historicus.’ ‘Anatoly Karpov vertelde dat hij postzegels verzamelt, maar u verzamelt universitaire graden,’ grapte ik. ‘Het leven biedt mooie woorden. Het draait tenslotte om kennis. In Italië zeggen ze, vier uur slapen, twee uur voor seks en de rest is voor de revolutie. Ik heb twee uur liefde bedrijven overgeslagen en gewerkt. Onze samenleving biedt de mogelijkheden om dit te doen. Hier moet je niet zoals in Amerika 5.000 dollar betalen om te kunnen studeren.’ ‘Wat belangrijk is,’ vervolgde hij, ‘is om jonge mensen, die zichzelf willen verbeteren, realistische en levende idealen te bieden. U sprak over Karpov. Via hem laten we zien dat hij | |||||||
[pagina 42]
| |||||||
niet alleen een briljant schaker is, maar eveneens een breed ontwikkeld mens. De invloed van Karpov op jonge mensen is groot. Men ziet in hem een voorbeeld. Het past mij niet om in discussie te treden met academicus Alexandrov, maar toch geloof ik, dat het sociale milieu bepaalt welke instincten, die de mens nu eenmaal heeft, naar boven zullen komen. Dat is geen polemiek of demagogie. In de opvoeding behoort een eenheid te bestaan tussen gezin, school, werk en het leven op straat. De rol van het gezin is van het grootste belang. Vader en moeder vormen het eerste ideaal van een kind. Wij werken zoveel mogelijk samen met jonge ouders. We hebben een uitgebreide pedagogische opleiding in een systeem verwerkt, gericht op juist jonge ouders. Hiermee hangt ook samen welke instincten zullen worden geactiveerd. Wij richten ons op het opwekken van positieve krachten bij jonge mensen.’ ‘Naarmate de materiële welstand omhoog gaat, zal het cynisme toenemen ten aanzien van hoogverheven idealen. Marxisme-leninisme heeft voor professor Sobolev een geheel andere betekenis als voor een jongen van veertien jaar in de huidige Sovjet-Unie.’ ‘komsomol werkt zodanig, dat de jonge mens de mogelijkheid krijgt om zelf alles wat we leren diep te voelen, te beleven en te overdenken. Alleen op deze wijze zullen we individuele jongeren bereiken. Een jongen van veertien jaar kan niet de volle betekenis bevatten van wat Lenin schreef. Maar we proberen het kind zodanig te stimuleren, dat het zelf de diepere betekenis van Lenin zal proberen te begrijpen. Je leest tenslotte de werken van Lenin tientallen keren. Je verbaast je altijd weer hoe meesterlijk hij alles heeft voorzien. Zijn grootsheid is, dat hij concrete problemen uit zijn tijd belichtte, maar zijn gedachtegang is dermate krachtig, dat zijn woorden tot nu toe hun geldigheid hebben behouden. Hij gaf antwoord op vele vraagstukken, die tot vandaag aan de dag bestaan. Neem de mensenrechten. Hij schreef zestig jaar geleden een artikel waarin hij alles precies aanduidde. Iedere vrijheid is een leugen als die vrijheid in tegenstelling staat tot de belangen van de bevrijding van de arbeid en het kapitaal. Wanneer we met jongeren over Lenin spreken, doen we dit niet in een vorm dat ze hem als een soort God gaan zien. Een God, die als Christus ergens boven in de hemel zou zitten. We beginnen in crèches al met kinderen over Lenin te spreken.’ ‘Ik heb in de Oekraïne op een landbouwbedrijf gezien hoe dat gaat,’ merkte ik op. ‘Het niveau waarop we spreken, hangt natuurlijk af van de | |||||||
[pagina 43]
| |||||||
leeftijd van de kinderen. We zeggen dat Lenin een mens was die van kinderen hield. We vertellen hoe hij onze leider was en stichter van de staat. We willen dat kinderen alle mooie dingen in het leven associëren met Lenin, en niet in abstracte zin, maar als een mens met gedachten en behoeften. We doen dit, omdat een steriele figuur geen revolutie zou kunnen maken. We laten zijn grootsheid zien.’ Na dit inspannende gesprek wilde ik alleen zijn en wat lezen. Time beschrijft hoe anarchie het parool van de dag is in Iran. De werkelijke regeringsmacht zit in Qum, waar de 79-jarige ayatollah Ruhollah Khomeini de lakens uit deelt. Deze week werden alle bedrijven en industrieën in één klap genationaliseerd. Studenten die het land wilden ontvluchten, hielden twintig uur lang 150 gijzelaars op de luchthaven van Teheran gevangen. James Bell schrijft, dat de zogenaamde revolutie van deze ayatollah in Iran tot een nieuw hoogtepunt is geëscaleerd. De man is van zijn god bezeten. Hij is bekend als ‘a practicing mystic’ maar blijft zelfs voor zijn naasten een raadsel. Aangenomen dat de sjah zijn kaarten niet zo slim heeft gespeeld is het duidelijk dat Iran in handen van absolute gekken is gevallen.Ga naar voetnoot19 De benzinestank in de straten dringt door tot in de eetzaal van Hotel National. Volodja had geadviseerd om de pianist Feltsman niet te bellen. Nu bekend is dat hij naar Israël wil emigreren, wordt zijn telefoon afgetapt. Om 20:00 uur haalde Vladimir Feltsman me af. Op 5 juni, twee uur voor hij zou optreden met het Philharmonisch Orkest van Moskou, kreeg hij een telefoontje, dat hij beter thuis kon blijven. Een ander zou als solist optreden. Hij had zelfs al tweemaal met het orkest gerepeteerd. Ook het concert voor de volgende dag werd afgelast. Het publiek werd verteld, dat de pianist ziek was. Prompt belde Voice of America hem op om de zaak met hem te bespreken, maar hij had geweigerd erop in te gaan. De vader van Vladimir is een bekende componist en liedjesschrijver. Hij kreeg een ongevraagd ‘advies’ een brief te schrijven aan de cpsu, waarin hij het verzoek om emigratie naar Israël van zijn zoon afkeurde. Zijn vader heeft dat vervolgens in overleg met Vladimir gedaan. Dit was vooral nodig om te voorkomen, dat zijn vader ook op ijs zou worden gezet. Molchanov wandelde binnen, toen we zaten te praten. Hij gaf me op mijn lazer, dat ik toch vanuit Hotel National naar Feltsman had gebeld, ondanks zijn dringende verzoek dat niet te doen. | |||||||
[pagina 44]
| |||||||
Vladimir Feltsman heeft vier boeken, die bij elkaar 100.000 gulden waard zouden zijn. Hij vroeg zich af hoe hij ze het land uit zou kunnen krijgen. Zou ambassadeur Reinink willen helpen? Ik meende hem dat te moeten afraden, want Reinink helpt natuurlijk nooit. Vladimir werd vanuit Parijs gebeld in verband met opnamen van Schuberts Moments Musicaux en de Wanderer Fantasie voor cbs. Hij kan geen kant op zonder medewerking van het ministerie van Cultuur. Ik adviseerde dat zijn Parijse producer Georges Kadar met Dolf van Dantzig van het Concertgebouw contact zou moeten opnemen. Alex Kagan, zijn jonge zwager, is inmiddels naar Israël vertrokken en is nu op weg naar New York. Volgens de wet was het hem toegestaan, tien stukken kostbaar porselein mee te nemen. Maar de douanebeambte zei: ‘Je bent nog jong, neem jij er maar vijf mee.’ Alex vroeg: ‘Waarom?’ De douanier antwoordde: ‘Okay, dan dus helemaal niets.’ De familie restte toen niets anders dan de porseleinen voorwerpen weer mee naar huis te nemen. We zaten tot middernacht te praten, ook met Sacha, patholoog-anatoom, een vriend van Molchanov. We hadden radijs, tomaat en worst als versnapering. Ik dronk zelfs een slok wodka. De conversatie was af en toe verhit. Ik krijg steeds het gevoel, dat ze me ervan verdenken een soort collaborateur te zijn van het communisme, omdat ik hier zo vaak werk en luister. Met andere woorden, dat ik gemakkelijk voor het Moskouse karretje zou zijn te spannen. Ik kan niet en zal niet, nu niet en nooit, me door dit overall absolutely stinking system een oor aan laten naaien. Ik wil er intussen wel meer over weten en wil niet alleen op anti-slogans afgaan. | |||||||
19 juli 1979Ik werd wakker van de benzinestank in de straat. Had weer een nachtmerrie over dat Peter voorgoed uit mijn leven was verdwenen. Dat spookbeeld keert op gezette tijden terug. Om 07:45 uur in de ochtend staan de eerste groepen al weer te wachten om tot het mausoleum van Vader Lenin te worden toegelaten. Het is gewoon ziek. Bij het monument van de onbekende soldaat staan militairen met een grote krans. Ook daar zal wat gebeuren straks. Ik bracht een bezoek aan de ambassadeur van Venezuela, dr. Ignacio Silva Sucre, die toezegde mijn brief onmiddellijk met de diplomatieke post naar minister Machado in Caracas te zullen zenden. Ik deed er een visitekaartje van Anatoly Alexandrov bij. De regering van Jimmy Carter is afgetreden. | |||||||
[pagina 45]
| |||||||
Ik had een uitstekende ontmoeting met Yevgeni M. Primakov, directeur van het Instituut voor Oosterse Studies.Ga naar voetnoot20 Precies zoals Volodja Molchanov had voorspeld, bleek Primakov tot de Georgii Arbatov-klasse van de ussr Academy of Sciences te behoren. Ik zag trouwens dat Primakov een kwartshorloge droeg en vroeg me af of het van sovjet-makelij was, omdat ik indertijd samen met Francesco Paesa en Jermen Gvishiani over zulke horloges bezig was geweest. Hij zei dat het Japans was. Ik zei hem het een raadsel te vinden hoe de betrekkingen tussen Moskou en Cairo zich recentelijk hebben ontwikkeld. ‘U hebt gelijk,’ antwoordde Primakov, ‘wanneer u aangeeft dat die betrekkingen momenteel verre van goed zijn. Dit is het gevolg van de huidige politiek van Cairo. Wat ons betreft, blijft onze politiek ten aanzien van Egypte onveranderd. Dat wil zeggen, we gaan ervanuit dat het volk van Egypte een beleid zal blijven ondersteunen, dat gericht is op het ongedaan maken van de Israëlische agressie en expansiedrang ten koste van Arabische landen. Wij handhaven deze gedragslijn. De verandering in de verhouding komt dus van Egyptische zijde. In dit verband zijn een aantal feiten aan het grote publiek misschien niet bekend. Enige jaren geleden heeft de journalist Mohammed Heikal enkele interessante boeken geschreven.’ ‘Velen in het Westen beschouwen hem als een collaborateur van de cia,’ merkte ik op. ‘Als dat wáár is, zijn die boeken nog interessanter. Hij heeft namelijk gemeld dat de cia contact legde met Anwar Sadat, waardoor twee kanalen ontstonden: een officieel kanaal en een kanaal via de cia. Dit is direct na de dood van Abdul Gammal Nasser begonnen. Onmiddellijk gingen impulsen van de cia uit naar Sadat, gericht op het verbreken van de betrekkingen met ons. Zo is het besluit van Sadat om een einde te maken aan | |||||||
[pagina 46]
| |||||||
de militaire missie van de ussr in Cairo te verklaren. Zo werd ook eenzijdig het verdrag van samenwerking en vriendschap tussen ons en Egypte opgezegd. Henry Kissinger heeft zelfs gezegd dat hij als minister van Buitenlandse Zaken zes dagen van tevoren op de hoogte was, dat Sadat dit zou gaan doen.’ ‘Onze grote Nobelprijswinnaar Henry Kissinger.’ ‘Ik wil dus herhalen,’ vervolgde Primakov, ‘dat de verantwoordelijkheid voor de verslechtering van die betrekkingen bij Cairo ligt. Ik voeg eraan toe, dat dit gedrag in overeenstemming was met de doelstellingen van de Amerikaanse politiek in het Nabije Oosten. Washington wilde twee pilaren hebben, Egypte en Saoedi-Arabië. De balanceerpolitiek van Washington was erop gericht om Israël met twee conservatieve Arabische landen, Saoedi-Arabië en Egypte te verzoenen. Hiervoor moesten eerst de banden tussen Cairo en Moskou te worden doorgesneden.’ ‘Hoe gaat het nu verder?’ vroeg ik hem. ‘Ik ben optimist, maar ik geloof niet dat er kansen bestaan op een verbetering in betrekkingen tussen Egypte en ons. In ieder geval kan een verbetering niet van één kant komen.’ ‘En zeker niet van een Sadat,’ liet ik er op volgen. ‘In de geschiedenis zien wij, dat leiders komen en gaan, maar volkeren blijven.’ ‘Wat is het standpunt van de Sovjet-Unie inzake de zogenaamde oplossing van het Camp David-akkoord?’ ‘Door uw vraagstelling hebt u het me makkelijk gemaakt om antwoord te geven. Wij sovjetwetenschappers beschouwen het conflict in het Nabije Oosten niet als een gevecht tussen twee nationale bewegingen. Ik weet dat een dergelijke visie in het Westen bestaat. Wij delen die mening niet. Het conflict in het Nabije Oosten is het gevolg van een complex van oorzaken. De voornaamste reden is het zionisme en de latere gedragslijn van Israël jegens het Palestijnse volk. Want op een bepaald moment hebben zionisten gesteld, om het volk zonder land naar een land zonder volk over te brengen. Dit is ons inziens een onjuiste redenering om twee redenen. Volgens ons zijn de joden, die eeuwen lang in andere landen woonden niet het volk, die in het omstreden gebied thuis horen. Voor Hongaarse joden is het vaderland Hongarije, enzovoorts.’ ‘Dat geldt dus ook voor joden in de Sovjet-Unie?’ ‘Natuurlijk! Dat is hun werkelijke vaderland en niet Israël. Bovendien, wat betreft Palestina, dat was geen land zonder volk. Israël heeft een politiek gevolgd om de autochtone bevolking weg te zenden. Dat betekende letterlijk dat de Palestijnen uit hun vaderland werden verdreven. Israël en de zionisten heb- | |||||||
[pagina 47]
| |||||||
ben nooit de suggestie gedaan een land met twee nationaliteiten in het leven te roepen. Ze hebben steeds gemeend één natie te moeten vormen. Wanneer je dat doet, moet je dus anderen wegzenden en dat is steeds hun politieke doel geweest.’ ‘Heeft Stalin in Jalta niet aan dit misverstand inzake Israël meegewerkt?’ ‘We hebben inderdaad in de Algemene Vergadering van de vn meegestemd over de verdeling van Palestina. Maar na die beslissing is Israël Arabische gebieden gaan bezetten en heeft het de eigen grenzen uitgebreid.’ ‘En daar zijn ze sedertdien vrolijk mee verder gegaan,’ constateerde ik. ‘Inderdaad. Dat zijn dus op zichzelf staande redenen voor het voortdurende conflict. Bovendien hebben we te maken met onverantwoordelijke activiteiten van Arabische groeperingen, die blijven verklaren dat ze de joden de zee in zullen drijven. Alles bij elkaar genomen, is het conflict in het Nabije Oosten de uitkomst van de buitenlandse politiek van de vs.’ ‘Onder druk van de joodse lobby aldaar,’ voegde ik toe. ‘Onder meer, ja. Het is dus een complex van factoren, dat daar de druk op de ketel houdt. De vraag is nu hoe dit conflict geliquideerd zou kunnen worden. Daarvoor zullen we ons moeten concentreren op de grondredenen van deze botsing. Zo is een drie-eenheidformule uit de bus gekomen, die wij krachtig voorstaan. Aanvankelijk scheen Washington ook aan deze formule te willen meewerken.’ ‘En deze toverformule is?’ vroeg ik nieuwsgierig. ‘Israël ontruimt alle bezette gebieden. Dat zou de liquidatie betekenen van de spanningen die deze bezettingen veroorzaken. Ten tweede: de Palestijnen zullen zelfstandig moeten worden, inbegrepen het recht op een eigen staat. Niemand heeft het recht de Palestijnen dit te ontzeggen. Daarnaast zullen de vs en de Sovjet-Unie de veiligheid van alle staten in het Nabije Oosten garanderen, inbegrepen de veiligheid van het volk van Israël. De vrede in dat gebied zal van deze formule afhangen. Pas dan zullen we kunnen spreken van een echte vrede. Washington heeft Egypte uitgekozen om tot een zekere ontspanning met Israël te komen, maar via dat beleid blijven alle werkelijke, diepe problemen onaangeroerd.’ ‘Om die reden staat u sceptisch jegens Camp David?’ ‘Camp David heeft niet bijgedragen aan een algemene sfeer, die een werkelijke oplossing van het conflict zou mogelijk maken. Alleen mooie woorden in de richting van de Palestijnen is toch nauwelijks een serieuze methode om de problemen aan te | |||||||
[pagina 48]
| |||||||
pakken? Camp David kapselt eerder het Palestijnse vraagstuk verder in. Camp David diende om de annexatie van de Westbank verder te legaliseren. Camp David schept allerminst de dynamiek die voor een oplossing noodzakelijk is.’ ‘Camp David draait in uw optiek de klok eerder terug?’ ‘Dat is juist.’ ‘Mijn land is in ieder geval een broeinest van joodse agitatie in alle windrichtingen,’ zei ik. ‘In het Westen stelt men dikwijls dat onze positie in deze kwestie verkeerd zou zijn. Er wordt gezegd dat wij tegen een ontspanning tussen Israël en Egypte zouden zijn. Wij zouden ook geen rol bij oplossingen hebben gespeeld. Er wordt verwezen naar onze slechte betrekkingen met zowel Israël als het huidige Egypte, terwijl intussen de Amerikanen doende zijn hun positie in het Nabije Oosten uit te breiden. Misschien hebben dergelijke beweringen wel een grond van waarheid, maar zij bepalen allerminst het beleid van de ussr in deze kwestie. Ik zal u zeggen wat voor ons het belangrijkste criterium is in deze zaak: wij zijn bereid ieder initiatief te steunen dat een werkelijke regeling zou bevorderen. Het is een standpunt, dat we al vele jaren innemen. We wijken er niet van af. We zijn nooit vóór de stappen geweest, die Israël nam om Camp David door te drijven. Wij zijn hier juist steeds tegen geweest. Trouwens, in 1976 had ik een ontmoeting met een aantal van de mensen, die later in de regering Carter terecht kwamen. Jimmy Carter streed die dagen nog om het Witte Huis.’ ‘Wie waren dit?’ ‘Cyrus Vance en Zbigniew Brzezinski. Vance zei bij die gelegenheid veel waardering voor het beleid van Henry Kissinger te hebben gehad, maar vond tegelijkertijd dat zijn beleid de kwestie naar een dood punt dreef. Hij zei: “We moeten deze kwestie samen met u oplossen en het complex van vraagstukken als één geheel opnemen.” Later ontstond inderdaad die gezonde tendens in de regering Carter om het probleem op die wijze aan te pakken. Zo is de gemeenschappelijke verklaring van 1 oktober 1977 ook tot stand gekomen. Maar daarna is een samenzwering tegen die aanpak van de grond gekomen. De joodse lobby in de vs, die zich meer door emoties laat leiden dan joden van andere nationaliteit, probeerde Israël op te zwepen nog meer land te bezetten.’ ‘Welke indruk kreeg u van onze dierbare vriend Brzezinski?’ ‘Een verstandig man. Hij weet veel. Hij neemt een scherpe positie tegen ons in.’ ‘Volgens mij is hij is dermate anti-sovjet, dat de helft van zijn | |||||||
[pagina 49]
| |||||||
staf langzamerhand ontslag heeft genomen,’ zei ik. ‘Hij sleept teveel anticommunistische bagage in zijn brein mee.’ ‘Ja, ook zijn chef van het departement voor het Nabije Oosten, William Cohen, is afgetreden. Hij was juist een uitzonderlijk veelbelovende jonge man.’ ‘Zonde dus,’ meende ik. ‘Cohen zag geen kans te doen alsof hij het eens was met de officiële politiek,’ concludeerde Primakov. ‘Hoe beïnvloedt de situatie in Iran de ontwikkelingen in het Nabije Oosten?’ ‘De revolutie in Iran zet de klok terug. Wij beschouwden het beleid van de sjah als zeer positief. De revolutie van Khomeini levert ons veel werk op, omdat er een aantal nieuwe elementen aan de dag treedt, dat tot dusverre bij ons niet zo bekend was. Het gaat om een nationale, democratische revolutie.’ ‘Gelooft u dat dit een democratische beweging was? Het lijkt meer op godsdienstwaanzin.’ ‘Het is een bevrijdingsrevolutie geweest, die is voortgekomen uit de jongste ontwikkelingen in dat land. Er zijn inderdaad een aantal onvoorziene, bijkomstige ontwikkelingen, die we nader zullen moeten onderzoeken. Om te begrijpen wat er is gebeurd, zal men ook de plaats van de religie in het revolutionaire proces moeten onderzoeken. Dat is een belangrijk thema. Ik geloof zelf niet dat de gebeurtenissen in Iran aanvankelijk op religie waren afgestemd. Maar men heeft nu een sterk religieuze weg ingeslagen. Na de liquidatie van alle oppositiepartijen door de sjah, bleven de shiitische priesters over als enige georganiseerde krachten. Zij kwamen als vanzelf boven drijven. Wat je in Iran ziet gebeuren is een strijd tussen de snelle groei van productie en industrie en het oorspronkelijk feodale regime van de sjah. Bij grote historische omwentelingen zien we dikwijls de grootste onrechtvaardigheden gebeuren.’ ‘U analyseert die zaken als wetenschapper,’ vond ik. ‘Dat proberen we te doen.’ ‘Als Camp David niet werkt, wat moet er dan gebeuren?’ ‘Het mislukken van Camp David zal een nieuwe reeks tegenstellingen veroorzaken. Dat zal leiden tot het bevorderen van een hardere strijd in de Arabische wereld. Het terrorisme kan bijvoorbeeld toenemen. Ook nieuwe militaire conflicten zijn mogelijk. Bovendien, wie komt er na Anwar Sadat? De geschiedenis leert ons dat dit niet een voortzetting van diens beleid hoeft te betekenen.’ ‘China zendt nota bene gevechtsvliegtuigen naar Sadat. Deng Xiaoping lijkt gestoord!’ | |||||||
[pagina 50]
| |||||||
‘U zit niet al te ver van de waarheid,’ zei Primakov. ‘Ook in Israël reageren politici dikwijls te emotioneel. Ze zien blijkbaar geen kans de emotionaliteit in acceptabele banen te leiden. Voor enige tijd zal dit misschien geen directe gevolgen hebben, maar over twee jaar, of over tien jaar, ligt dit anders’ ‘Het is toch levensgevaarlijk beleid, dat de Saoedi's hun veiligheid aan Washington ophangen en bereid zijn de Amerikanen op hun stranden te laten oefenen in verband met mogelijke militaire acties?’ meende ik. ‘Ach, als Washington de Saoedi's wil toezeggen, bereid te zijn troepen naar Riyadh te zenden, laat ze dat dan maar doen. Ik denk alleen niet dat dit zal gebeuren. De Amerikanen willen na het debacle in Vietnam bewijzen dat ze weer gezond zijn. Ik geloof niet alle praatjes die ze in Washington vertellen. Het zou inderdaad gevaarlijk zijn.’ ‘Het is toch ook eigenlijk een gebied dat direct valt onder de invloedssfeer van de ussr, ook al halen de Amerikanen daar veel van hun olie vandaan?’ ‘Om de wereld te verdelen in invloedssferen is een overblijfsel van het imperialisme. Wij zullen hier nooit aan meewerken. Waarom zou Iran bijvoorbeeld tot de zone van Sovjetinvloed moeten behoren? Ik zie niet in waarom. John Foster Dulles wilde een vacuüm om ons heen scheppen. Nu zijn de Amerikanen hun invloed in Teheran kwijt. Moeten wij die invloed dan volgens de theorie van Dulles over nemen? Ik geloof er niet in, evenmin dat ik ervan uit ga dat de grote mogendheden alles zouden kunnen oplossen.’ ‘Ja, in Somalië is het ook anders gelopen,’ gaf ik als voorbeeld. ‘Terwijl veel van de leiders van Somalië bij ons studeerden, waren we niet bij machte de politiek in dat land duurzaam te beïnvloeden. Dat is inderdaad een ander voorbeeld van mijn stelling.’ ‘Daarentegen zijn uw betrekkingen met India stabiel en uitstekend.’ ‘Ze proberen in New Delhi hun betrekkingen met China evenzeer te stabiliseren. Wij zijn hier voor, zolang dit geen nadelige invloed heeft op onze betrekkingen met India. De moderne internationale betrekkingen worden eigenlijk beheerst door de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten, China, Japan en de eeg. Tussen deze vijf partijen zijn de betrekkingen niet altijd even goed.’
Ik had een gesprek aan gevraagd met de jurist Vladimir Kudriavtsev van het Instituut voor Staat en Recht, vooral omdat | |||||||
[pagina 51]
| |||||||
ik wilde natrekken of Tolstikov, de nieuwe ambassadeur in Den Haag, inderdaad de schoft was waarvoor Joop van Tijn hem in Vrij Nederland had uitgemaakt. Tot mijn ergernis bleek dat Molchanov de betreffende stukken niet, zoals ik hem had gevraagd, van te voren had doorgegeven. Hij zal wel weer te lui zijn geweest om zaken te vertalen die voor mijn onderzoekje nodig waren. Om te beginnen is dit instituut het centrale apparaat voor rechtswetenschappen voor het gehele land en een onderdeel van de Academie van Wetenschappen. Er zijn dan ook geen studenten. Er werken alleen wetenschappelijke medewerkers en hoogleraren. Alle takken van jurisprudentie worden onder de loep genomen: binnenlands recht, burgerrecht, grondrecht, arbeidsrecht, milieurecht, administratief recht en strafrecht. Ook komt internationaal recht aan de beurt, waaronder zeerecht en ruimterecht. ‘We onderhouden brede internationale contacten,’ vertelde Kudriavtsev. ‘Onze medewerkers wonen in overleg met Buitenlandse Zaken conferenties bij. We hebben ook contacten met Nederlandse justitiële autoriteiten, contacten die we zouden willen uitbreiden. Met Franse collega's hebben we al tien jaar intensieve contacten. Ook met de vs, Italië en recentelijk West-Duitsland.’ ‘Ons Instituut vervult drie hoofdtaken:
Kudriavtsev vervolgde: ‘Als jurist kan ik stellen dat ons streven is maximum wettigheid te bereiken. Onze hele juridische literatuur is hier op gericht. Dit beantwoordt ook onze politieke gedragslijn. Ik werk hier niet als individu. We zijn een staatsinstituut. Veel artikelen door anticommunisten in het Westen verspreid, gaan hieraan voorbij. Daarom bestaat in het buitenland dikwijls de indruk, dat onze jurisprudentie niet ontwik- | |||||||
[pagina 52]
| |||||||
keld zou zijn. Wij boksen hier tegen twee barrières op: ten eerste ons taalprobleem, onze wetgeving is buiten de grenzen vrijwel onbekend en ten tweede de sabotage in het Westen om het publiek aldaar niet breed en objectief over ons te informeren.’ ‘Hoeveel medewerkers heeft u?’ ‘Driehonderd, wat vrij veel is voor een dergelijke instituut. Van deze groep zijn 250 wetenschappers zonder meer hoog gekwalificeerd. We hebben zeventig professoren en vijf van hen zijn corresponderend lid van de Academie van Wetenschappen. Ik ben hier zes jaar directeur.’ ‘Dan weet u waarschijnlijk alles over het vraagstuk van sovjetdissidenten.’ ‘Eén afdeling houdt zich bezig met criminaliteit. Het zou nuttig zijn wanneer men in het Westen inzag, dat die kwestie niet belangrijk genoeg is om er een speciale afdeling mee te belasten.’ ‘Maar het geval Yuri Orlov, die in 1977 werd gearresteerd, hebt u toch onderzocht?’Ga naar voetnoot21 ‘Niet speciaal. In het Westen werd wijd en zijd gezegd dat hij geen misdaad zou hebben begaan, terwijl mijn medewerkers en ik een andere indruk hadden gekregen. In het Westen worden wel meer mensen die een gewone misdaad hebben begaan, voorgesteld als strijders voor mensenrechten of bepaalde ideologieën. De echte inhoud van de criminele daad wordt dan verdraaid. De ware reden waarom een straf werd opgelegd, wordt niet gemeld. Het wordt voorgesteld of iemand vanwege diens inzichten tegen de lamp zou zijn gelopen. Wij hebben al vele jaren in onze wetgeving het principe vastgelegd, dat men geen verantwoordelijkheid dient af te leggen voor de inzichten van een persoon. Er bestaat dienaangaande een citaat van Marx, waar wij het zeer mee eens zijn. Hij zei dat de wet geen belangstelling heeft voor iemands inzichten, maar wel voor diens activiteiten. De inhoud van dit citaat ligt verankerd in onze wetgeving. Het gaat hier om een democratisch grondbeginsel, dat geen verzinsel van ons is maar door burgerlijke democraten alom wordt erkend. Westerse juristen zijn eenzelfde mening toegedaan. Wanneer een burger in ons land afwijkende inzichten heeft van onze regering, dan is dat een persoonlijke kwestie. Ook in ons Instituut hebben medewerkers een eigen mening.’ ‘Ze moeten er alleen hun mond over houden,’ wierp ik op. ‘Nee, ze mogen alles zeggen en bespreken. Maar zij mogen geen activiteiten ontplooien, die de grenzen van onze wetge- | |||||||
[pagina 53]
| |||||||
ving te buiten gaan. Hier vragen we ons dus af: wat staat de wet toe en wat verbiedt de wet. Ieder land kent dergelijke kaders van wetgeving. Men kan twisten over de vraag of het goede of slechte wetten zijn. Onze wetten zijn niet strenger dan de wetgeving in het Westen. Wanneer we er enkele uren aan zouden besteden vergelijkingen te maken, zou u dit inzien.’ ‘Nou, in het Westen zijn oppositiepartijen toegestaan. Wanneer je in de ussr een mening verkondigt die in strijd is met de Partij, dan ben je de sigaar,’ bestreed ik zijn uitspraak. ‘Wanneer u werkelijk kwesties van dissidenten hier nader zou onderzoeken, dan zou u constateren dat hun problemen niet voortkomen uit woorden die deze mensen hebben geuit, maar door absoluut andere redenen en gebeurtenissen werden veroorzaakt. U noemde de zaak Yuri Orlov. Eén van de voornaamste daden van zijn schuld was dat hij naar het Westen berichten heeft gezonden inzake gebeurtenissen en arrestaties in de Sovjet-Unie, die in werkelijkheid niet bestonden. Hij voorzag de Westerse propaganda van een lijst namen, meer dan tien, waarvan na bestudering meer dan de helft niet bleek te bestaan. Orlov verspreidde leugens. In de loop van het gerechtelijk onderzoek hebben we geprobeerd te begrijpen waarom hij dit deed. Het bleek dat hij deze provocaties wilde gebruiken om de betrekkingen van het Westen met ons negatief te beïnvloeden door te verkondigen dat wij de rechten op grove wijze schonden.’ ‘Neem het geval van Vladimir Bukovsky,’ ging hij verder, ‘die in het Westen eveneens werd beschouwd als een fervent strijder voor mensenrechten. Waar nooit nader over werd gesproken, is welke doeleinden deze man werkelijk nastreefde. Hij probeerde een gewapende terroristische groep samen te stellen, zoals die in West-Duitsland bestaan. U moet maar eens zelf het gerechtelijk onderzoek naar Bukovsky nalezen. U zult dan in het proces-verbaal lezen dat we Bukovsky hebben gevraagd wat zijn ideaalbeeld was. Hij antwoordde: “Ik beschouw Boris Savinkov als mijn ideaal”’ ‘Wie is dat?’ vroeg ik. ‘Savinkov was een terrorist uit de jaren twintig van deze eeuw, die een gewapende bende organiseerde en een zeer gevaarlijke man was. Hij was een bekende anarchist. Er bestaat de nodige informatie over die man, ook in het Westen. Hij was Bukovsky's voorbeeld. Daar wordt in het Westen nooit met een woord over gerept. Ik geloof dan ook, dat we zelf te weinig gedetailleerde informatie uitgeven.’ ‘En Andrei Amalrik?’ | |||||||
[pagina 54]
| |||||||
‘Ik herinner me de details niet exact meer. In ieder geval had niemand hier ooit van die man gehoord.’ ‘Ik heb het hier niet veel over Andrei Sacharov, want er zijn tenslotte in alle landen dissidenten. Maar heeft die man ook wetten overtreden, omdat hij nu wordt vervolgd?’ ‘Nogmaals, het gaat ons niet om ideeën maar om daden en activiteiten. Neem pornografie. Men mag alles denken over sekssymbolen, en in bepaalde situaties kan men zich gedragen zo men wil. Maar wanneer men over deze thema's boeken zou willen schrijven of artikelen en foto's willen publiceren en verspreiden, dan handelt men hier in strijd met de wet en is dit als een misdaad strafbaar. Men kan ons conservatief noemen, maar aldus is de wet.’ ‘U beschouwt die wet een vorm van milieuhygiëne.’ ‘Ja. In Italië, en ik geloof ook in Engeland, bestaat laster tegen de overheid als strafbaar feit. U kent toch ook wetgeving tegen belediging van de koningin? Daar oefenen wij ook geen kritiek op uit. Ieder land heeft het soevereine recht haar eigen rechtsorde te bepalen. Onze wet verbiedt anti-Sovjet activiteiten. Dat is het recht van onze wetgevende organen. Dat recht volgen we en passen wij toe. In internationale rechtsverdragen ligt het beginsel van soevereiniteit vast. Ieder land heeft het recht en de plicht haar bestaande wetten in acht te nemen. Dit is normaal. Er zullen in alle landen strafprocessen worden gevoerd tegen wettenschenders, dus ook hier. Wanneer ik Nederland bezoek zal ik me aan de aldaar bestaande wetten hebben te houden. Ik kan een persoonlijke mening hebben, bijvoorbeeld dat sommige wetten asociaal zijn. Toch zal ik me ook aan die wetten moeten houden.’ ‘Toen president Carter op het Witte Huis kwam,’ ging hij door, ‘begon hij een correspondentie met professor Sacharov. Misschien is u dit niet bekend, maar de Amerikaanse wetgeving bepaalt, dat wanneer een Amerikaans burger in contact treedt met een regeringsambtenaar van een ander land - en dat is de positie van academicus Sacharov bij ons - dan is dit een strafbaar feit. Ik kan u die tekst laten lezen. Misschien staat Carter boven die wet. Carter is tenslotte ook regeringsambtenaar. Het staat hem natuurlijk vrij brieven te zenden aan wie hij maar wil. Voor Sacharov was het niet strafbaar, maar u ziet intussen wel, in welke positie de schrijverij van Carter professor Sacharov heeft gebracht?’ ‘Nee, dat zie ik absoluut niet,’ ontkende ik zijn vraag krachtig. ‘Carter, president van de Verenigde Staten, begint te corresponderen met een burger van een ander land en moet zich be- | |||||||
[pagina 55]
| |||||||
wust zijn, dat een dergelijke bezigheid de Amerikaanse burger is verboden.’ ‘Maar hoe kan hij dan daarmee Sacharov in een benarde positie hebben gebracht?’ vroeg ik nogmaals. ‘Nee, ik bedoelde het omgekeerde,’ probeerde Kudriavtsev. ‘Hij brengt zichzelf in een moeilijke positie.’ ‘U bedoelt, dat Sacharov trots met Carters brief begon te zwaaien?’ vroeg ik. ‘Ik bedoelde te zeggen,’ antwoordde Kudriavtsev, ‘dat de verantwoordelijkheid hier dus niet lag bij inzichten of ideeën. Dat is juist de geest waarin we onze toekomstige juristen proberen op te voeden.’ Daarop zette ik uiteen, wat de pas in Den Haag gearriveerde ambassadeur Tolstikov was overkomen, via een leugenachtige publicatie van Joop van Tijn in Vrij Nederland. ‘Ik ken het artikel waar u over spreekt dus niet, maar ik vind het treurig dat dergelijke publicaties in Nederland verschijnen. Anderzijds maakt wat u me vertelt ook woedend. De heer Tolstikov is in ons land een alom gerespecteerd mens. Het is dus zeer onaangenaam om zoiets te horen. Wat betreft zijn voormalige functie van partijsecretaris in Leningrad: natuurlijk kan geen enkele partijsecretaris invloed hebben op ons rechtsproces of op een strafrechtelijke vervolging of andere rechtszaken. Alle burgerlijke of strafrechtsprocedures worden volgens de wet uitgevoerd. Een zeer beperkte kring van functionarissen is hier bij betrokken. Alleen zij kunnen mensen laten vervolgen: dus het openbare ministerie en de verschillende gerechtshoven. Geen enkele beschuldiging kan aan een rechter worden voorgelegd zonder de tussenkomst van een openbaar aanklager, die de zaak onderzoekt.’ ‘Maar kan een partijsecretaris, wat Tolstikov tenslotte was in Leningrad, die openbaar aanklager attenderen op een lastige burger?’ wilde ik weten. ‘Natuurlijk niet. Absoluut niet. De openbaar aanklager is persoonlijk verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wet. Politionele autoriteiten en de militie staan onder leiding van de openbaar aanklager. Beide instanties zijn uiteindelijk verantwoordelijk aan het gerechtshof. Het gerechtshof is onafhankelijk en draagt uitsluitend de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de wet. U kunt dit naslaan in onze grondwet. Alle strafzaken lopen via deze kanalen. Partij-instanties hebben dus geen bemoeienis met deze zaken en mogen er ook geen bemoeienis mee hebben. In onze nieuwste grondwet bepaalt bovendien artikel 6, dat partijorganisaties binnen het kader van de | |||||||
[pagina 56]
| |||||||
grondwet van de ussr dienen te opereren. Dus alle leden van de partij hebben zich streng aan de grondwettelijke bepalingen te houden. Wat in Nederland over de heer Tolstikov werd geschreven is eenvoudig onmogelijk.’ ‘Ik zal u nog iets anders vertellen. We hebben tijdens een aantal partijcongressen met elkaar overlegd, hoe we misdaden door leden van de cpsu begaan, moeten berechten. Kameraad Leonid Brezhnev heeft zich met deze zaak persoonlijk bemoeid. In het verleden werden dergelijke problemen dikwijls eenzijdig opgelost. Dit vraagstuk is tweeledig: 1) Er behoort geen enkele inmenging van de zijde van partijorganen bij rechtszaken voor te komen, en 2) Wanneer we over verantwoordelijkheden van communisten spreken, zullen zij zich nog strenger tegenover de bestaande wetten dienen op te stellen dan partijlozen.’Ga naar voetnoot22 Ik vraag me af waar Peter nu is. Aan de noordkust van Spanje op een fotolocatie? | |||||||
20 juli 1979Ik droomde over Nijenrode en over Peter, maar herinner me, als gewoonlijk, niet meer dan dat. Volodja Molchanovs vertalingen zijn soms afschuwelijk en niet te volgen, maar ik kan me er niet over opwinden, want hij doet zijn best om me te helpen. Hij zegt dat ze via tolken met me spreken: ‘want als je dan later iets schrijft wat ze niet prettig vinden, kunnen ze zeggen dat de tolk niet nauwkeurig heeft vertaald.’ Na enige druk heb ik toch een bezoek aan het ministerie van Buitenlandse Zaken gebracht. Ik eiste gewoon een verklaring, dat nu is gebleken dat ambassadeur Romanov helemaal geen hoge onderscheiding heeft ontvangen, zoals Heldring en anderen in Nederland hebben bericht. Na nog meer aandringen, werd toegezegd dit te zullen afgeven. Ik belde voor een kort praatje met Veronica. Volodja probeert al urenlang een telefonische verbinding met Madrid voor me te krijgen, omdat ik Peter zijn stem wil horen. Het lukt steeds niet. Ik gaf Radio Moskou een interview met vragen over salt-ii en vertelde wat ik van de Vereniging Nederland-ussr vond. God mag weten wat ze er van uitzenden. Ze gaven me nota bene 35 roebel. | |||||||
[pagina 57]
| |||||||
21 juli 1979Op weg naar Zagorsk werd ik ziek en misselijk. Ik moest gebruikmaken van een publiek toilet aldaar, wat zo ongelooflijk smerig en onacceptabel was, ik wist niet dat dergelijke toestanden nog bestonden. Je zat bovendien open en bloot te kijk. Mijn balpen viel in de drab, natuurlijk te smerig om ooit nog aan te pakken. De kerkdienst was prachtig. Russische kerkmuziek is zeer aangrijpend. De iconen waren de mooiste die ik ooit heb gezien. Ik ben nu niet in een stemming voor een lyrische beschrijving. We gingen vervolgens naar een kleinere kapel, met meer muziek, iconen en devote mensen. Er volgde een ontmoeting met aartsbisschop Pitirim van Volokolamsk. Hij was tien minuten te laat, vanwege het bezoek van de metropoliet van Cairo. We wachtten in een ruimte waar het doopfont stond waaruit Volodja Molchanov was gezegend. ‘We moesten het in het strikte geheim doen, want mijn vader was die dagen partijsecretaris,’ vertelde hij. Twee oude dames brachten thee, koffie, taartjes, koekjes, bonbons, een tafel vol, de typisch Russische traditie. Toen Pitirim binnen kwam, zette hij zijn zwarte mijter af en legde zijn kruisen neer. Hij had bijzondere ogen. We raakten vrijwel onmiddellijk in een gesprek, dat twee uur heeft geduurd, en waarbij ik me verbeeldde, dat Volodja in een zekere vervoering raakte. Later liet hij ons nog eens de kerk zien. Hij zette zijn mijter af toen hij een icoon kuste. Een oud dametje dat hij zegende, waarop zij gepassioneerd zijn hand zoende, vertelde dat zij tijdens zijn recente reis naar de vs zijn bewegingen dagelijks via de radio had gevolgd. Volodja mompelde, dat hij door al het gedoe om ons heen zich als een halve heilige begon te voelen. We bezochten per auto de kerk van het Klooster van de Heilige Drie-eenheid (Troitse Sergieva Lavra) waar juist een mis werd opgedragen. De kerk was propvol. We zochten in de werkkamer van de bisschop naar foto's. Ik vond de sfeer bijzonder, met prachtige schilderijen en iconen natuurlijk. De bandopname zal nooit de sfeer van deze middag kunnen weergeven, laat staan dat ik de heldere, serieuze ogen van monseigneur zou kunnen beschrijven. Een gedenkwaardige middag. | |||||||
[pagina 58]
| |||||||
22 juli 1979LeningradWe zijn hier met de nachttrein gearriveerd. Prijs voor mij: 50 Roebel, voor Volodja: 35 roebel. Ik heb eerst geprobeerd mijn oude vriend Alexander Drozzinv terug te vinden. Ik heb met Volodja naar hem gezocht. In zijn flat waren alle woningen na nummer 52 afgebroken, dus belde ik daar aan. Een oude dame verwees ons naar de conciërge. Maar een buurvrouw herinnerde zich Alexander. Hij had een Fins meisje zwanger gemaakt en was met haar naar Finland vertrokken. Hij had dus zijn doel uit de Sovjet-Unie weg te komen, bereikt. Zal ik hem ooit terugzien? We deelden tenslotte een zeer intieme ervaring samen. Het is een rustige dag zonder programma. Ik luister nog eens naar de opname met Cesare Marcetti van iiasa in Wenen. Hij heeft toch wel opmerkingen gemaakt waar ik me erg in kon vinden. Hij vertelde, dat ‘even technologies have a boss, which is metaphysics’. ‘In what way this happens?’ vroeg ik hem. ‘The basic decisions for physics and technology are controlled by extra technological forces. I call them metaphysical.’ ‘But are not all people living with myths and taboos in their heads?’ ‘In a sense, yes.’ ‘And the outcome of such mind operations are disastrous,’ stelde ik. ‘Right. Even science and technology are operating on the same levels and by the same restrictions. The man at the top in a laboratory, the decision makers in general, operate from very narrow premises. Most of the time they say: “I am the father of science.”’ ‘All the misery begins with the automatic programming by parents and teachers, in contradiction with new realities,’ ventileerde ik mijn overtuiging. ‘Yes, and through language. Language is a pool for the preprogramming of minds.’ ‘Among others: language. It's pure amateurism. And then there are the notorious fairy tales,’ vulde ik aan. ‘A study was made of children books from two points of view: 1) in what measure they stress social success, and 2) in what measure they stress the social success of the family. Thirty years later they went back and studied the results. They noted a perfect correlation between society success and family success, or what was programmed through the books and what resulted in real life thirty years later.’ | |||||||
[pagina 59]
| |||||||
‘In what way does education make people lose track of reality? We are being coded with values and notions without any freedom of choice.’ ‘Every society,’ antwoordde Marcetti, ‘if you start with Darwinian prejudice, makes a number of things clear.’ ‘How can anything become “clear” through pseudo-religious myths and fantasies?’ ‘They are necessary for society to function.’ ‘Why?’ ‘Because it is not a bad resolution. We must move slowly.’ ‘That is different from needing it.’ ‘Reality is far too complex. Man cannot face life alone and by himself.’ ‘Do you mean that?’ ‘We need civilization.’ ‘Why not a civilization based on reality and meanwhile dream onwards in the arts, opera, music, novels. Why do we need a dream like worshipping a queen riding in a golden carriage anno 1979?’ ‘Why not?’ was Marcetti's reactie. ‘It is fantasy. It is not true. The lady is a woman like any other. She only carries the label queen. It is therefore mad.’ ‘I spoke like you a dozen years ago. But I got past this stage. Society is not silly. Society is wise. Many “why's” come forth from the necessity for society to be stable.’ ‘In other words, we need mad fantasies to remain stable?’ ‘The societal system must be highly policed to survive. Take Darwin. Darwin was puzzled when he found certain shells in green and others in yellow. But despite of the continuity in his hypothesis on evolution, he never found again one stratum of green shells followed by intermediate colors towards yellow shells. There was no continuity. The reason is that every species which has reached a certain success is highly policed. This means that mutations are muted out during production.’ ‘How to make this really clear to a reader? Are you saying that society should be kept in balance through policing?’ ‘Not in a sense that people should be forbidden to do this or that, but one should not think this or that.’ ‘In other words, the Vatican is right in your view.’ ‘Yes.’ ‘You won't have much trouble with Mao's Red Book, the Communist Manifesto or for that matter the Bible itself?’ ‘It is all a question of measure. You should not tell a society what to do from 07:00 am till 10:00 pm That would give you a | |||||||
[pagina 60]
| |||||||
complete rigid society as the Egyptians once knew some thousand years ago. In that case you can only survive when you are physically isolated from other more advanced more vital societies. Mutations are the very basis for evolution. After mutation you have selection and selection tells you whether mutation was right or wrong. It's more subtle than that, but that is the general rule.’ Marcetti vervolgde: ‘Mutation can in certain measure be controlled by organs. Corrections are under control of the genetic system. It tells how many mutations will be accepted. Stability and struggle, or order in progress, as the Brazilians wrote in their national flag.’ ‘When you compare the godlike figure of the emperor of Japan at the top of his nation, and compare him with Giscard d'Estaing, would you say, that the Frenchman is closer to a realistic manager of a multinational affair called France?’ ‘Every society has the problem how to overlap stability and progress. Every species has the continuous problem of adapting to levels of mutation. How many new ideas have to be put to the test: one or a thousand? Or is perhaps one hundred the best? So, what will happen if you launch a new idea to take away the Queen of Holland? Will the provinces start fighting each other? I don't know. However, prior to throwing out an emperor, I would think twice.’ ‘President Herrera Campins of Venezuela appointed a minister in his cabinet for the development of intelligence.’ ‘Ha, ha, ha,’ Marcetti had moeite to stoppen met lachen. ‘They work together with Richard Herrnstein of Harvard,’ ging ik door. ‘Why not? Intelligence is like a muscle, you can exercise and strengthen it. In a technical sense you can develop intelligence, yes. But does this make sense politically, or socially, to have a minister in that field, that is another question,’ reageerde Marcetti. ‘Would it do harm to organize the level of intelligence of the masses, when it can be done?’ ‘If you maintain, that intelligence is both a creative as a disruptive force, perhaps, it makes sense indeed. But then, in order to flourish, society needs all sorts of people.’ ‘If you are serious to make democracy work and want and expect people to vote, it would help if these masses understand more than half of the issues before them.’ Ik vond het nog steeds geen gek idee. ‘But a growth of intelligence might have as well disruptive ef- | |||||||
[pagina 61]
| |||||||
fects. Society is an extremely complex organism. You cannot simply raise the level of sugar intake, for instance, by a factor of five and say, sugar nourishes the brain and therefore it must be good. You run the chance to make everybody sick. Neither can you tamper with society. You have got to introduce new ideas, by testing them, and perhaps let it grow and take root. If it works, it will keep growing. If it doesn't work, the idea will simply disappear. Basically, society functions in a Darwinian manner. Rationalists, or people who think everything can be simply organized by rational decisions, are dead wrong.’ ‘Look how democracy functions at present,’ hield ik vol. ‘Less than forty percent of Americans vote. The masses have lost interest in the democratic process. It all began with the coup d'état to kill jfk. Part of the story is that awareness of what we are, what the world really is, and the present human condition are out of balance.’ ‘Perhaps, society does have trouble to assimilate the consequences of new mutations in all fields, including science and technology,’ opperde Marcetti. ‘What will all this lead to?’ vroeg ik hem. ‘Anything can happen. The peasants killing the emperor or the emperor killing the peasants.’ ‘Are you doing any research at iiasa on these mutations?’ ‘I am working in analytical and synthetic research. I do have some constraints and work in the area of energy. We want to understand, which means elimination of prejudices. Most of my work at iiasa is killing prejudices. It's like shooting in an African Game Reserve. There are many animal lovers protecting ancient ways of hunting. I have myself some problems in this area, but nobody has as yet tried to kill me.’ ‘But some colleagues would like to?’ ‘In particular decision makers. I'm from Brazil. One of our ministers was present when I made a speech about decision makers. I called them at best optimizers, even when they feel themselves to be decision makers. Ask Niki Lauda on his race track: “If you drive your car, are you a decision maker?” He will answer: “Yes I am. Every split second I am taking a decision.” However: if you are objective and look at the race track from a helicopter, you see a very precise development. The car follows a fixed path over the race track. This means, the driver cannot do as he pleases, he has got to follow the trajectory. That is the point I want to make. The decision maker might feel he is one, because he takes a look at problems from inside the brain. If one observes decision makers from the outside, it | |||||||
[pagina 62]
| |||||||
becomes perfectly clear that he is not a true decision maker, like the example of Niki Lauda.’ ‘Besides, many decision makers make decissions based on false information,’ vulde ik zijn pleidooi aan. Ik slaagde er eindelijk in Peter telefonisch in Madrid te bereiken. Ik moet de ramen van de hotelkamer dicht doen om de verschrikkelijke stank van stadsbussen buiten te houden. Ik had eindelijk tijd het gesprek met Pitirim uit te werken. Aartsbisschop Pitirim was twee dagen geleden uit New York teruggekeerd, waar hij een zitting van de wereldraad van kerken in Greenwich, Connecticut had bijgewoond. Hij ontmoette Russisch-orthodoxe Amerikanen en vergaderde met de metropoliet aldaar. Ik vroeg hem of het niet warm was daar. Om die reden meed ik New York in de zomer. ‘Het was dermate warm, dat ik mijn conditie nog niet heb hervonden,’ was zijn antwoord. ‘Ik zat brieven te schrijven en de zweetdruppels vielen van mijn gezicht op het papier.’ ‘Is de Russisch-orthodoxe kerk sterk in Amerika?’ ‘Ik geloof van wel. We hebben enkele miljoenen kerkleden. De afgelopen tweehonderd jaar zijn orthodoxe gelovigen uit alle delen van de wereld naar de vs gekomen. De eersten waren pelsjagers uit Alaska. We vieren het 100 jarig jubileum van de eerste bisschop in Californië. Hij is later heilig verklaard. Het is alleen jammer dat er tegenstellingen binnen de Russische kerk in de vs bestaan omdat een aantal gelovigen aan de monarchie vast wil houden. Het zijn authentieke Russische mensen, en toch hebben zij de schok van de Oktoberrevolutie blijkbaar nog niet verwerkt. Enerzijds beoordelen we hun antisovjet houding als antipatriottisch, maar anderzijds gaat het om Russen, die op hun eigen manier van ons land houden en zouden willen terugkeren. Aan hen die zuivere gevoelens tegenover Rusland hebben behouden, tonen we de breedte van ons hart, ook al wordt door die spanningen een stuk dramatiek in onze verhouding met de kerk in de vs gebracht.’ ‘Toevallig weet ik, dat onder de Russische gemeenschap in Dallas, waar ik graaf George de Mohrenschildt uit Minsk uitstekend heb gekend, ook deze spanningen heersten.’ ‘Dat klopt. In 1963 was ik ook in Amerika. Ik maakte een tussenlanding in Dallas. We waren toen allen zeer onder de indruk van de moord op president Kennedy.’ ‘U bent belast met de publiciteit voor de Russische kerk. Wanneer je dan ziet dat de prachtige kerk op het plein voor het | |||||||
[pagina 63]
| |||||||
Kremlin nog altijd is dicht getimmerd, zou je zeggen dat dit geen slimme zet is voor de promotie.’ ‘Veel toeristen hebben ons hetzelfde gezegd. Ik heb dit ook wel eens met directieleden van Intourist besproken. Ik vind die toestand die u noemt niet helemaal normaal. Intourist zegt ons, dat zij zich erop richten buitenlanders eerder onze prestaties in het economische en politieke leven te willen tonen. Hebt u trouwens de kathedraal bezocht waar de patriarch de diensten leidt? Mijn chauffeur zal u overal naar toe brengen.’ ‘In Zagorsk heb ik gezien, dat jonge priesters in opleiding zijn, terwijl de positie van de sovjetregering jegens de kerken overbekend is.’ ‘We hebben in Zagorsk 400 priesters intern in opleiding terwijl nog eens 800 priesters een schriftelijke opleiding volgen. Op onze cursussen in Zagorsk, Leningrad en Odessa worden momenteel 1.700 jonge priesters opgeleid. Daarnaast houden individuele bisschoppen zich bezig met het opleiden van jonge mensen. Zij selecteren hen zelf en geven een praktische opleiding in hun diverse kerken. Deze bisschoppen organiseren examens en zegenen hen tot priester in.’ ‘Dus de meeste priesters worden gevormd buiten de drie instituten die u noemde?’ ‘Zeker. U kunt dus concluderen, dat onze kerk jonge mensen blijft aantrekken.’ ‘Zoals u weet werd Jimmy Carter in Christus herboren.’ ‘Dat is juist.’ ‘Het is vreemd wanneer dit op 47-jarige leeftijd gebeurt, misschien zelfs lichtelijk abnormaal. Zie je dit verschijnsel in de ussr ook wel?’ vroeg ik hem licht provocerend. ‘Ik kan over de situatie van Carter niet oordelen, omdat ik hem niet persoonlijk ken. Maar in principe kan iedereen in Christus worden herboren. Ik spreek nu over mijn eigen werk en ervaringen. Ik heb gezien hoe jonge mensen uit niet-religieuze gezinnen hier toch tot God zijn gekomen. Het is trouwens niet vreemd wanneer oudere mensen dit overkomt, omdat zij dikwijls op hogere leeftijd over de dood beginnen na te denken. Wat niet wegneemt, dat het verschijnsel van herboren worden soms gepaard gaat met psychologische schokken. Om die reden geven ze ons als priesters veel werk en vragen om extra aandacht. Daarnaast kunnen mensen ook langs rustige en weloverwogen wegen tot religieuze inkeer komen.’ ‘Hoe komt het toch dat mensen niet kunnen leven zonder symbolen, als God, of Vader Lenin?’ ‘Ik ben bang hier een eenzijdig antwoord op te zullen geven, | |||||||
[pagina 64]
| |||||||
want ik ben een mens van God. Ik doceer de heilige schrift. Ik doe veel praktisch werk. Ik neem altijd twee standpunten in. Enerzijds de positie van de Bijbel en anderzijds de algemeen historische, humanitaire positie. Ze staan nooit echt tegenover elkaar, zij bedekken elkaar gedeeltelijk.’ ‘Een estheticus in een klooster in Sinaï uit de zevende eeuw,’ ging hij verder, ‘heeft eens gezegd dat God in het centrum van de wereld is. “Alle mensen bewegen zich van en naar God. Hoe dichter ze bij God zijn, hoe dichter ze bij elkaar zijn.” Dit geldt dus ook voor mij. Het staat immers vast dat een mens een centrum moet hebben? In de familie is dit de vader, in de samenleving is dit de leider, In de wereld is dit God. Maar in ieder mens zit ook een centrumvliedende kracht. Dat is de individualiteit, zijn vrijheid. Ieder mens is zijn eigen centrum, wat we egocentrisme noemen. Alle conflicten en tragedies in de wereld komen voort uit de contradicties tussen sociaal en individueel centrum. Het is een buitengewoon ingewikkeld proces. Het zal waarschijnlijk even lang voortduren als er mensen zullen zijn. Het werkt als een natuurwet. Je kunt het haast niet bestrijden. De Oosterse esthetica bepleit het in balans brengen van deze twee krachten. Kijk zo ziet het parallellogram hierover er uit. Ik zal het voor u zal uittekenen.
‘Het vraagstuk van de vader als symbool is een vraagstuk apart. Het vertegenwoordigt een positieve kracht. Het wordt bestreden door individualisme, egoïsme, racisme en nazisme.’ Ik gaf hem een andere uitleg: ‘Amerikaanse psychohistorici zien in het vadersymbool een compensatie voor geschonden relaties binnen het gezin, een totem dat wordt aanbeden om wat in het leven ontbreekt, aan te vullen.’ ‘Tien jaar geleden was ik eens in Utrecht,’ reageerde Pitirim. ‘Ik was gekleed in civiel tenue. Mijn baard was zwarter dan nu. En kleine kinderen op straat...’ ‘...riepen Sinterklaas. Oh, my God,’ maakte ik zijn zin af. | |||||||
[pagina 65]
| |||||||
‘Inderdaad. Ik kende die legende dus niet, laat staan dat deze Sint Nicolaas zijn zomervakantie eveneens in Nederland doorbracht. Ik werd door kinderen omringd en had geen benul van wat ze allemaal zeiden. Ik heb later in een bakkerij snoepgoed voor ze gekocht en het hen laten geven door een vriendin van mij. Hij vervolgde: ‘Mensen komen naar de kerk om te bidden en zich aan God te wijden. Maar er komen ook mensen naar de kerk met innerlijke problemen. Er komen zelfs mensen, die de kerk in principe afwijzen. Wij voeren dus geen polemiek, geen discussie. We openen slechts onze deuren, voor iedereen. Wanneer een priester niet voldoende geestelijke kracht zou bezitten, dan helpen ons de enorme invloed van onze iconen, onze kerkmuziek en onze religieuze teksten.’ ‘Hoe zou u de betekenis van iconen omschrijven?’ vroeg ik hem. ‘Iconen zijn het symbool van onze innerlijke wereld. Ik zal u straks enkele laten zien.’ ‘Een gevoelsleven dat een moeder des vaderlands nodig heeft uit arren moede over een verpauperd emotioneel leven in de onmiddellijke omgeving,’ vertaalde ik zijn uitleg. ‘Die stelling is niet te bewijzen, maar het zou waar kunnen zijn. Er is wellicht een overeenkomst met de cultus van de Moeder Gods in de orthodoxe kerk. Het heilige beeld van de Moeder van God. Zij, Maria, was een geboren God. Het is een begrip dat bij het Russische volk en de orthodoxe kerk hoog ontwikkeld is. Wij noemen Maria de Moeder van alle levende mensen. Inderdaad hebben veel mensen weinig warmte van hun moeder gekregen. Met die visie op Maria vind men compensatie voor emotioneel onbehagen. Als theoloog en bisschop zeg ik echter dat wonderen gebeuren. In onze kerk leeft het gevoel dat wonderen werkelijk bestaan. Ik zeg dit vanuit een algemeen humanistische positie. Extreme situaties worden via wonderen positief opgelost. Een gelovig mens interpreteert dit als de uiting van Gods kracht.’ ‘Ik vind dit maar een griezelige redenering. Tijdens de nazibezetting waren onze kerken vol. Nu zijn ze bijna leeg. Het wonder werd verricht door een bom op Hirosjima. Metafysica wordt aangewend als psychische hygiëne.’ ‘Toch beschik ik over vele bewijzen dat wat ik u vertelde, de realiteit is. Wonderen voltrekken zich. Ik ben bijvoorbeeld blij dat wij elkaar hebben ontmoet, en dit zeg ik niet om u een compliment te maken. Anderzijds ontmoeten we veel mensen in ons leven maar niet iedereen geeft ons de voldoening die ik | |||||||
[pagina 66]
| |||||||
voel als in dit gesprek met u. Meestal wordt dit naar voren gebracht bij het afscheid.’ ‘U hebt waarschijnlijk kennisgenomen van de massale zelfmoord in Guyana in reactie op een gestoorde predikant die wonderen predikte. In de vs loopt een soortgelijke idioot rond, die zich reverend Ike noemt en achttien Rolls-Royces heeft aangeschaft, zijn kostuums moeten dezelfde kleur hebben als zijn auto's. De wereld raakt mesjogge. Ik ben geen communist. Ik constateer dat er aanmerkelijk minder waanzin in de Sovjet-Unie rondwaart - althans van deze soort - dan in de zogenaamde vrije wereld. Hoe kan ik hierover berichten zonder voor communist te worden uitgemaakt?’ ‘U weet,’ zei Pitirim, ‘ik ben net terug uit de vs. Aanvankelijk heb ik me tot het uiterste ingespannen me aan het leven in Manhattan aan te passen. Ik liep bijvoorbeeld alleen op straat in een gewoon kostuum. Ik sprak met geen mens om alles rustig in me op te nemen. Wat vooral moeilijkheden opleverde, was het bijhouden van de snelheid van spreken in de vs. U hebt wel opgemerkt, dat ik zelf zacht en langzaam spreek. Ik groeide op in een familie van priesters. Ik was het elfde kind. Voor zover we kunnen nagaan, waren alle voorouders priester tot driehonderd jaar geleden. We waren thuis gewend om zacht te spreken.’ ‘Inderdaad,’ beaamde ik, ‘Amerikanen schreeuwen als idioten.’ ‘In persoonlijke contacten met Amerikanen voelde ik voortdurend dat ik onvoldoende was voorbereid op hun natuurlijke drukte en luidruchtigheid. Mijn ritme en mijn stemgebruik is vele malen minder krachtig dan dat van Amerikanen. Dat zijn psychologische verschillen. Dat is één van de componenten, die men in de vs moet verwerken. Stress komt voor bij de mens die niet meer in contact met de werkelijkheid is en daardoor het pad van zelfvernietiging betreedt via drugs en desnoods zelfmoord. De kerken, gesteund door Amerikaanse intellectuelen, zouden het razende tempo van die samenleving moeten proberen terug te dringen. Niet zoals je de teugels van een paard intrekt, want dat zou averechts werken. Het zou moeten gaan, zoals een moeder haar kind kalmeert. Bij ons thuis volgde mijn moeder haar geheel eigen methode. Wanneer we stout waren geweest, kregen we nooit een pak slaag. Ze zei alleen iets kalmerends op een bepaald moment, wat een schokeffect teweeg bracht. Ze leidde eerst de aandacht van het kind af om daarna rustig verder te gaan. Maar om aldus op te treden moet men over enorme innerlijke kracht beschikken.’ ‘Het is nog al niet niks: een natie kalmeren die bezeten is van | |||||||
[pagina 67]
| |||||||
geld, luxe, en meer, meer en meer tot het oneindige,’ merkte ik met enig gevoel van onmacht op. ‘Ik heb de laatste rede van Jimmy Carter op televisie gezien,’ vervolgde Pitirim. Het was een toespraak van een christen, die ook nog verantwoordelijk is voor de hele natie. Het was geen praktische rede van een beroepspoliticus. Er wordt van hem verwachte brede oplossingen aan te dragen voor de problemen van het land. Hij sprak echter over minder consumeren, zuinig zijn, en meer verantwoordelijkheidsbesef bij de burger.’ ‘De man is een veredelde dominee,’ gooide ik eruit. ‘Ja. Luisteraars zijn echter niet rijp voor dergelijke teksten. Onze beweging voor het bepleiten van de vrede, waar de Russische kerk zich ook voor inspant, is niet voortgekomen uit een politieke conjunctuur, maar wordt gedicteerd als gevolg van innerlijk begrip voor de werkelijkheid van de menselijke wereld. Ik denk aan onze gestorven patriarch Aleksei, een jurist, een theoloog en een oude aristocraat. Hij heeft de gehele negenhonderd dagen van de blokkade van Leningrad in de Tweede Wereldoorlog de verschrikking in de stad meegemaakt. Hij had een zeer rijke ziel.’ ‘Kende u hem goed?’ ‘Ik ben 25 jaar lang zijn naaste medewerker geweest. Hij was tezelfdertijd zeer temperamentvol. Hij kon zich plotseling opwinden, dan glinsterden zijn ogen. Je kreeg een gevoel of het leven even stilhield. Maar even plotseling was hij weer rustig. Hij kon ook buitengewoon streng zijn. Dan kreeg je een gevoel of je aan het einde van je leven was gekomen. Maar twee minuten later kon je weer zijn werkkamer binnen lopen. Dan kreeg je een glimlach en wasje weer een vriend. Hij erkende nooit eigen schuld. Gedane zaken namen evenmin een keer. Hij herinnerde zich nooit oude schulden of conflicten. Ook bepleitte hij, dat innerlijke rust vóór alles ging. We kenden een heilige in Rusland, Sint Seraphim van Sarov. Hij leefde van 1759 tot 1833. Gelovigen in de hele wereld kennen hem. Hij zei altijd dat het erom ging een innerlijke wereld van rust te scheppen waardoor duizenden mensen om je heen eveneens gered zouden worden.’ ‘En die innerlijke rust zou uitsluitend te verkrijgen zijn door geloof in God?’ vroeg ik kritisch. ‘Ik weet dat dit erg moeilijk is om te aanvaarden, want alles in het moderne leven is er op gericht de innerlijke wereld van de mens eerder af te breken.’ ‘Tenzij je de weg bewandelt om de realiteit recht in de ogen te zien,’ meende ik. | |||||||
[pagina 68]
| |||||||
‘De hele wereld vecht tegen de werkelijkheid. Een monnik doorleeft drie stadia. Eerst bereikt hij een ascetische innerlijkheid, dus het bezit van rode, paarse en groene Rolls-Royces laat hij achter zich. Vervolgens richt hij zich op concentratie: dromen over de wereld en de dingen, het losmaken van de materie en het verzamelen van rijke gedachten. Tenslotte zal hij zuivere begrippen vormen, geconcentreerd op God. Iemand die zich op die wijze ontwikkelt, kan krachten ontvangen, die we van God afkomstig noemen. God is immers geconcentreerde kracht. Zolang een mens vasthoudt aan zoveel kleine, wereldlijke behoeften, zal hij niet echt in contact kunnen treden met God. Dat is net als een eenzame, enige stem in een massa mensen: die hoor je niet.’ De bisschop vervolgde: ‘Denkt u maar aan de bergrede: “Zegen de armen.” Armoede is één van die kwaliteiten die door God worden gezegend, wat God “goed” noemt. Het is dus een taak van de kerk en intellectuelen, wanneer men verontrust is met het lot van de wereld, om eerst het menselijke begrip naar pluralistisch bezit, te helpen zuiveren.’ ‘Er is volgens u dus maar één weg om die innerlijke rust te vinden, en dat is via God?’ ‘Exact. Zo is het. Er zijn wegen die er op lijken, zoals de weg van het humanisme, van de esthetica, van zelfopofferende arbeid, door het scheppen van bijzondere waarden, maar eigenlijk zijn dat maar bijzaken, meerijders. God komt iedere positieve zaak te hulp. Soms in meerdere mate, soms in mindere mate, want de mate van hulp hangt af van de intensiteit van contact met God.’ ‘Wat U zegt betekent food for thought. Als de muggen 's avonds dansen, belooft de dag erna een mooie zomerdag te worden. Iets dergelijk is nu aan de gang in mijn hoofd.’ ‘Er zit eigenlijk in de geschiedenis van onze kerk en in de literatuur tot nu toe een witte plek en dat betreft onze getrouwde, orthodoxe, witte priesters. We bezitten een rijke literatuur over monniken, kloosters en kathedralen, maar er is weinig gepubliceerd over getrouwde priesters. Ik voel het mijn plicht hier iets aan te doen. Ik zou een zekere synthese willen bereiken inzake de christelijke familie. Op dit moment kom ik tijd te kort, tot mijn spijt. Soms is er gelegenheid met mijn assistenten en studenten te spreken. Dan draag ik bepaalde gedachten aan hen over. Het is echter niet voldoende.’ De bisschop vertelde over een jongeman die priester wilde worden, Aleksei, die hij onder zijn hoede had genomen, maar die inmiddels was getrouwd. | |||||||
[pagina 69]
| |||||||
‘Aleksei zal u nooit echt kunnen opvolgen, want hij is geen monnik,’ zei ik hem. ‘Ik spreek nu eigenlijk niet specifiek over monniken maar over de cultuur van priesters. De mens houdt ervan definities te zoeken over het totale denken. Er bestaan nu eenmaal bepaalde lijnen en verbindingen bij het denken, die elkaar beïnvloeden. Om deze verschijnsels te begrijpen, analyseren we ze. Intussen is het leven van een priester gebaseerd op een zeer ingewikkelde synthese. Maar die synthese verplaatst zich op den duur naar een bepaald niveau waardoor alles verklaarbaar wordt. Vanaf zijn eerste uur bevindt de priester zich in een toestand van zelfontkenning. Hij cijfert zichzelf weg. Hij komt al om 07:00 uur in de kerk en blijft er doorgaans tot 15:00 uur. Net als een boer, werkt de priester eigenlijk van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat omdat altijd mensen langs blijven komen die hulp en raad nodig hebben.’ ‘Bij de communistische machtsovername werden toch alle eigendommen van de kerk in beslag genomen? Hoe hebben priesters kunnen leven?’ vroeg ik hem. ‘Ja, alles werd weggenomen,’ bevestigde Pitirim. ‘En toch is er een basiskerk blijven bestaan, hoe klein en hoe gehinderd ook,’ constateerde ik. ‘Voor priesters was het een uiterst moeilijke periode. Een aantal van hen had inderdaad geen droog brood meer om te eten. Zij zijn gaan werken in fabrieken en soms op administratieve posten. In de oorlog zijn er weer een aantal kerken open gegaan.’ ‘Zijn de in beslag genomen gronden ooit teruggegeven?’ ‘Neen, de kerk heeft geen eigen gronden meer. De kerk leeft van giften en bijdragen, die zij van de mensen ontvangt.’ ‘Het is haast onvoorstelbaar dat de Russische kerk daarvan al die jaren heeft kunnen bestaan.’ ‘Vergist u niet, er komen altijd nog veel mensen.’Ga naar voetnoot23 ‘Is dat zo?’ ‘Vele mensen die naar de kerk komen, zijn dikwijls anonieme afgevaardigden van anderen. Dit gebeurt vooral in kleinere plaatsen en dorpen. Het is een oude Russische traditie, dat iedereen een kaars behoort te branden. Ook worden namen van mensen aan priesters gegeven, vergezeld van een geldbedrag. Dat houdt verband met de kerkdiensten. De stukken brood kosten dertig kopek. De mensen houden nog altijd van hun kerken. Wanneer men ziet dat er reparaties worden uitgevoerd, komen direct anonieme giften binnen.’ | |||||||
[pagina 70]
| |||||||
‘Verwacht u dat bijvoorbeeld over vijfentwintig jaar, de kerk meer ruimte zal krijgen van het Kremlin?’ ‘Het is moeilijk om dergelijke grenzen en tijdslimieten te overzien. Ik denk maar aan de woorden van Jezus: “doe het als het dag is, doe het nu”.’ Aartsbisschop Pitirim van Volokolamsk gaf me een exemplaar van een uitgave van The Moscow Patriarchate, 1917-1977 dat onder zijn verantwoordelijkheid is verschenen. Ik heb vandaag ook de uitwerking van het gesprek met de 26-jarige schrijver Vladimir Maljagin, dat ik in Moskou maakte, ontvangen. Hij schreef een succesvol toneelstuk over vliegende schotels. | |||||||
23 juli 1979Vanmorgen was de melk in het hotel weer eens zuur vanwege de warmte, dus ondrinkbaar. In plaats daarvan sterke koffie bij het ontbijt. Het blijft gelazer in dit land. Vanmorgen ben ik samen met een medewerker van apn in Leningrad ontvangen door de eerste plaatsvervangende burgemeester op het gemeentehuis. Ik begreep vrijwel meteen dat de ontmoeting op geklets in de ruimte zou uitlopen. Ik roerde wel het hete hangijzer aangaande ambassadeur Tolstikov aan, maar ook daar kwam niets van enig belang uit. Vervolgens had ik een ontmoeting met professor Yevgeni Borisenkov, directeur van het Geophysical Observatory, dr. Nikolai Tolokontsev, directeur van het Instituut voor Sociaaleconomische Vraagstukken van de Academie van Wetenschappen en de psycholoog Valeri Golofast, eveneens aan dit instituut verbonden. Uiteindelijk sloot ook professor Marat Mezevich zich bij onze gespreksgroep aan. Helaas haperde mijn taperecorder voortdurend, wat me wanhopig maakte. Maar belangrijke gedeelte van een levendige conversatie liggen toch vast. Het laatste gesprek was bewaard voor een ontmoeting met de dichteres Nadežda Poljakova, een vrouw van middelbare leeftijd. Ik bood haar met Volodja een maaltijd aan waarna zij aardig los kwam. Zij begon op haar zeventiende een dagboek bij te houden. Op haar dertigste had zij alles verbrand. Wanneer zij erin teruglas vond zij wensdromen terug, die niet werden verwezenlijkt. Of zij vond passages waarbij mensen fraaie woorden hadden gesproken waar zij achteraf niets van bleken te hebben gemeend. Ook waren er naïeve herinneringen en oordelen over moeilijkheden thuis. Zij wilde er niets van bewaren en stak het in de fik. ‘Dan heeft u de belevenissen uit uw jeugd niet op een gezonde | |||||||
[pagina 71]
| |||||||
wijze verwerkt,’ zei ik. ‘Wat u noteerde die jaren, was toch niet gefantaseerd of gelogen maar wáár. Waarom zou u zich generen voor de werkelijkheid en de waarheid?’ Zij begreep me niet of kon me hierin niet volgen. En ik haar dus niet. Nikolai Gogol had ook na gevoelens van onzekerheid het tweede deel van Dode Zielen vernietigd, wist zij nog te melden. Er bestaat niets dommers, dan een dergelijke besluit goed te praten met uitglijders van anderen. ‘Niemand is ècht alleen,’ vertelde zij. ‘Nee,’ antwoordde ik, ‘er zijn veel vogels in mijn tuin en rondom mijn huis. Ik vraag me altijd af wat ze allemaal te kwetteren en bespreken hebben.’ ‘Ze hebben het over jou en de andere mensen, die zij zien,’ aldus Nadežda. Ik zei dat me dat wat te egocentrisch toescheen. ‘Voor mij is eenzaamheid wanneer je het punt hebt bereikt dat je je realiseert dat, wie het ook is, een ouder, een beste vriend, een ieder die je kent, in staat is je voor altijd de rug toe te keren. En wanneer dit niet in levende lijve gebeurt, dan zal het met de dood plaats vinden. Het is daarom noodzakelijk het alleen zijn te aanvaarden als een onvermijdelijke realiteit en op niemand te rekenen.’Ga naar voetnoot24 Ik vervolgde: ‘Gedachten dwarrelen als sneeuwvlokken door je ziel. Hoe orde te scheppen in die chaos van autonome, bewegende, inspirerende gedachten?’ Ik gaf haar suggesties voor titels voor een gedicht: ‘Niemand is onbeschadigd’, of ‘Onbeschadigde relaties (tussen mensen) bestaan niet’. Zij antwoordde dat zij een echtpaar had gekend dat een kwart eeuw het grootste geluk had gekend, tot de vrouw kanker kreeg en overleed. Hij wilde nooit meer trouwen, wat ik kon volgen. En toch probeerde ik haar te overtuigen dat dit soort verhalen over sprookjes van geluk tussen mensen, maar al te dikwijls, eenmaal op de keper beschouwd, andere verhalen blijken te zijn. | |||||||
24 juli 1979MoskouWe namen de nachttrein terug naar hier. Volodja werd door zijn hartsvriend, Sergei, een jonge arts bij de marine, weggebracht. Zij kusten elkaar zoals Russen dit hartstochtelijk kunnen doen, althans in onze ogen. We hebben tijdens de treinreis uren liggen praten. Ik dacht dat we nooit zouden slapen. Ik heb | |||||||
[pagina 72]
| |||||||
intussen ontdekt dat de hele opname met Nadežda Poljakova verloren is gegaan. Jammer. Persattaché Prokchorov in Den Haag heeft Moskou een telegram gezonden, dat minister Van der Klauw van Buitenlandse Zaken gezegd zou hebben: ‘We weten precies wanneer Romanov werd onderscheiden.’ Het gaat dus waarschijnlijk om een andere Romanov, want de oud-ambassadeur werd niet onderscheiden, ook al beweert Jerome Heldring het tegendeel. Eén van de fameuze Overpeinzingen van Montag heeft van Henk Hofland de titel innerlijke toestanden gekregen.Ga naar voetnoot25 ‘Mijn eigen ervaring zegt mij, dat het meestal maar wat aanrommelt in het schemer van mijn hersenpan.’ Hij begrijpt niet ‘hoe afzichtelijke en monsterachtige gedachten zich ongevraagd in het menselijke hoofd kunnen vestigen’. Hij noemt ze ‘grote, onbeschofte kostgangers van het bewustzijn, die in minder dan geen tijd, zonder dat iemand daar iets aan kan doen, de hele denkhuishouding naar hun hand zetten’. Niets aan te doen? Dat lijkt me namelijk de sleutel tot het voorkomen van een dergelijk ontsporen van de geest. Het is eigenlijk geklets. Natuurlijk duikt ook weer het advies op anderen geen kool te stoven, het soort gedrag waar Hofland zelfs jegens zijn beste vrienden matador in is. Ik had een lang gesprek met professor Igor Bestuzhev-Lada, president van de afdeling Social Forecasting van het Instituut voor Sociologie, een organisatie die valt onder de Academie van Wetenschappen uiteraard, zoals al het wetenschappelijk onderzoek daar thuis hoort. Het Instituut voor Sociologie omvat zes afdelingen: de sociologie van de arbeid, de sociologie van ontspanning, de sociologie van opvoeding, de sociologie van de samenlevingsstructuur, de theorie en geschiedenis van sociologie, en de sociologie van het dagelijks leven in de samenleving. Hij zit dus in een onderafdeling van deze laatste studiegroep en houdt zich met toekomstberekeningen bezig. Hij voelt zich blijkbaar verwant met Daniel Bell in Harvard en professor Fred Polak in Nederland.Ga naar voetnoot26 De professor vertelt over zijn recente activiteiten, waaronder het samenstellen van een boek dat vragen stelt als hoe om te springen met toekomstige sociale planning, zoals de aanleg van steden en flatgebouwen, of welke sociale behoeften de toekomstige jeugd zou kunnen hebben. Hij noemde het uitermate gecompliceerd om sociale behoeften op gebied van commu- | |||||||
[pagina 73]
| |||||||
nicatie en wetenschap to berekenen. ‘What will be the future needs in creative work?’ Hij hield zich ook bezig met de vraag waar de Club van Rome mee bezig is: de wereldproblematiek. ‘Some of our academicians take a very cautious position vis-à-vis the Club of Rome,’ verklaarde hij. ‘They take their work very serious, but we oppose, what we call “social pessimism”. It is impossible for scientific communism to have a pessimistic outlook. We are building a new communist society and we must manage to overcome the difficulties. This is our official philosophy. The Club of Rome started out with a very pessimistic report called Limits to growth. It was followed up by more catastrophic reports by Pestel/Mesarovic and Jan Tinbergen, like the rio report, forecasting doom and disaster.’ ‘But look around the world, please. We are getting ever deeper in an insoluble mess,’ riep ik uit. ‘That is true.’ ‘Then why not face it head on? Why continue to dream about nonsense and unrealities? Even illiteracy grows year by year. How can you continue to proclaim your optimism, even if historical optimism is your communistic credo?’ vroeg ik hem dringend. ‘We have a proverb used by our peasants which says that a pessimist is an excellently informed optimist and an optimist is a very well informed pessimist. I agree with the view of some of our academicians, that the situation in the world is indeed very serious. But it is not catastrophic. We must have ideals. We must have a basic concept to face the future. We must follow it. We will continue to establish positive recommendations and seek methods how to put them into action.’ Hij vervolgde: ‘Most people, especially journalists, take very easy and flimsy positions. They advocate catastrophe in Western countries. However, I am convinced that Western capitalism is not an adequate system to tackle social construction. Certainly, there are colossal problems: hunger, growth of population and pollution, of course, these are everywhere. I have a list of 78 of such problems to study from alienation to demoralization, from drunkenness to stress and so on. These are very interesting problems, especially the ones we face in the ussr, which are specific and different from those in the Western world.’ ‘I do not believe that. In the end, our conflicts in society all boil down to the same shit,’ sprak ik hem tegen. ‘We have,’ probeerde Bestuzhev-Lada to verduidelijken, ‘for instance, quite a number of problems to solve within Soviet family structures. These are quite different and not comparable | |||||||
[pagina 74]
| |||||||
to those in the usa or Western Europe. In Western countries these problems were solved over a long period of time. Here they have evolved over the past fifteen years. Fifteen years ago, two-third of our population lived in rural areas. Their way of life was based on having four to six children and it was rather patriarchal oriented. More like in the West during the latter part of the nineteenth century. In a relatively short time, twothird of those people moved into cities, which caused a revolutionary change in the Russian family structure. Massive urbanization caused a sharp drop in children. Two-third of young families have now only one child, one-sixth have two children and one-sixth have no children at all.’ ‘The entire world is aiming at less children, but in the Soviet Union you seem to need more kids,’ zei ik enigszins verbaasd. ‘Certainly, but this does not go for the entire ussr. It's different in our Middle Asia republics, which form about ten percent of our population.’ ‘Your young people are perhaps losing some of these communist ideals, become more cynical and more materialistic?’ ‘No. Fifty years ago the majority of our people lived in rural area's. Only ten percent lived in cities. Our intelligentsia embrace two percent of our people. Now, parents with one child, want it to go to the university.’ ‘Yes, and once he is an engineer or a doctor he earns considerably less money than a bus driver,’ merkte ik sarcastisch op. ‘That is an effect of our Revolution. Fifty years ago we still had few engineers or doctors. Now we have millions.’ ‘But should this matter not be adjusted?’ ‘We have too many doctors and too few bus drivers. Life is answering by itself. It should be adjusted through education, which is my first priority in my research.’ ‘There are about one million villages in the Soviet Union, some very small indeed. Life seems so utterly dull in your country, from newspapers to television, it's all gray and somber.’ ‘Young people are indeed very dissatisfied. Although criminality is quite different from the West. We have no narcotics problem. But excessive drinking is a serious matter. Our cities are becoming too large. We are therefore making plans for medium size towns of 200.000 people. The traffic congestion and problems like too many automobiles are just beginning. In our severe winter climate, cars need garages for instance. Only ten percent of our automobiles have shelters. Therefore, most cars are finished after standing three winters outside in the | |||||||
[pagina 75]
| |||||||
snow and frost. We need more houses. Here, we have only nine square meters per person. In the usa it is 28 square meters per person.Ga naar voetnoot27 We keep building houses, but then discover there are insufficient restaurants. Young people have now clubs where they can play music, dance or exchange ideas. But we have begun to construct discothèques only two years ago.’ ‘What strikes me over the past eight years that I've come here, that Western influences are increasing. You see Russian youngsters wear us Navy shirts or John Travolta sweaters. Western societies are clearly deteriorating towards crime, sex, drugs and pornography beyond any limits. It now starts here. Where will it end?’ ‘My answer here is a mixture of economic and social theory. All human needs are divided into five sections. First, there are rational and material needs, like food and clothing. They have optima, like numbers of calories and so forth. They suffer from the demands for more, more more. More eating, more clothes, the symptom of never being satisfied. That is a gigantic problem indeed. Our elderly or middle aged people never at any time had as much food as is available now. So, they are eating like mad, which creates additional problems. You could call it: a social illness. The next problem is that simple food is no longer acceptable, meals have to be expensive. Quality becomes a matter of prestige. We consider it our task to eliminate this problem by which young people are being stimulated to pay attention to an ever increasing quality of life, because after that, you will see a demand for ever higher quality in food or clothes, to give an example, and the spiral continues endlessly.’ ‘But isn't this linked to human nature? Look how Japan imitates the West and especially America. Jeans have become a universal requirement from Los Angeles to Jakarta. American movies affect the entire globe. How will you handle this Yankee invasion during the Moscow Olympics? Demands of young Soviet people will skyrocket after they have seen those thousands of foreigners existing in an advanced stage of this spiral.’ ‘We understand that these influences are far reaching and influential. But we have begun to construct alternative ways: we, too, will produce high quality foods and clothing.’ ‘What strikes me, is that you continue to speak in terms of rational human beings in the ussr. But human beings here and elsewhere are excessively irrational creatures.’ | |||||||
[pagina 76]
| |||||||
‘Well, it is our task to keep them on the right track. If human beings were truly rational, our Institute would have nothing to do. We must fight this irrationality of so-called prestige competition, showing off that I can afford more than you is nonsense.’ ‘The entire Western consumption economy is based on that lunacy, and our economies flower beyond imagination as Soviet economists and futurologists must be aware off. It's madness, but it's also an epidemic affecting the entire globe. How do you intend to halt this at Smolensk?’ ‘Our number one social need will be good communication between family and friends. Social custom must be developed that schools and restaurants answer the requirements of the day. Then our media, books and science also will have to respond to new demands and desires.’ ‘Don't get angry, but perhaps you recall, that when Hitler came to power, Winston Churchill was enthusiastic. A new wave of thinking blew through Germany. Soviet communism is a far cry away from reprogramming youths in line with modern times.’ ‘When I spoke of increased rationality I did not mean that we should manipulate the minds of young people.’ ‘But how can rationality, as you say, be increased without manipulation?’ ‘The goal of scientific communism is the self-development of the personality.’ ‘But communists guide that personality from the cradle towards communism. I have seen it.’ ‘Yes, but our task as sociologists in the ussr is to play the role of social designers.’ ‘It's an euphemism for brainwashing.’ ‘Not at all. We social scientists organize circumstances, social time and social space. We do this in such a way so we assist young people in self-realization of their personalities. We do not follow a military drill philosophy, no Maoism, no Pol Pot tactics, but we create conditions for self-realization of the personality. This is the position of Marxist-Leninist sociology and scientific communism. However, during the first years of reconstruction the accent was on economics, on more food production, more energy production and so on. Now, we have reached a stage that we pay attention to elaborate social problems. Now we begin to change our priorities step by step. Nevertheless, many people hold on to traditional ways of thinking, and are not open to new initiatives. The larger part | |||||||
[pagina 77]
| |||||||
of leisure time is still being formalized with meetings and so on, in traditional ways, concentrating on the forming of a collective consciousness. It is our task, to organize conditions by which people will move into a more available social space.’ ‘That struck me while talking to archbishop Pitirim, that there is even space for religious feelings in today's Russia.’ ‘Our church plays a traditional role. It took in the past a submissive position versus czarism. Therefore, during czarist days there was no religious fanaticism. The church became strongly opposed to Soviet power during our civil war. More than ninety percent of all churches were destroyed. Maybe 1.600 churches are left in our land. In Moscow a few dozen churches serve eight million people. However, ninety percent of churchgoers are often very old women.Ga naar voetnoot28 Their psychology is not too developed as they have little education, work hard at home or in an office, their lives are not easy and the church is the outlet to turn to. The church talks at least about life after death. Actually, it is our own fault that our system has not yet prepared an outlet in our society that makes sense, so these people still turn to prayers. But you will see few men and even less youths in Pitirims churches.’Ga naar voetnoot29 Hij vervolgde: ‘Our anti-church propaganda has always been a very primitive one. It was more atheistic than even our books said it was. Therefore, basically religious people will not listen. We are presently reorganizing this. For instance, we reshape our ethics towards death. My own concept is, that immortality is impossible. Our organisms will disappear. We should therefore enjoy during life acceptable conditions. Why should there, after seventy years of life, still be unhappiness everywhere? If conditions improved, people would live a hundred years. But our church attacked my views as well of my person for this view. I am convinced that we must develop alternatives to religious thinking. Especially, we should concentrate on the meaning of life. What is our way of life? Why is it like this? What are our moral duties? We must have a new set of commandments to replace those in the bible not to steal and not to kill.’ ‘Freud believed we would loose all this gobbledygook during a maturing process from infancy to maturity,’ vertelde ik hem. ‘My idea is that religion will disappear as a result of the development of social sciences.’ | |||||||
[pagina 78]
| |||||||
‘In this respect, while Pitirim turned out to be a nice man, he seems beyond repair.’ ‘We have now much younger church people coming up, like an archbishop in the Ukraine, who is only forty years old. Some of these young priests are very clever too.’ ‘If you are going to try to change the religious dream, where would you begin?’ ‘Anatoly Alexandrov, as president of the Academy of Sciences is at the top. Then follow the vice-presidents for groups of sciences. This group is in charge of psychology. Another colleague deals with sociology. In principle it could be done. We would have to develop perhaps a hardcore program of manipulation and brainwashing. Another way would be to only elaborate on religious conditions, both in social sciences and in social space, and then say: “If you wish, please, here is another way of a self-realization.”’ ‘Of course, it all begins with the brain and knowing the biology of our heads.’ ‘True. Some years ago, we had great debates whether languages could be taught during sleep. But in my opinion, this approach is very dangerous. We know very little about the brain. First we must conduct a minimum of careful experiments. Only after completing these pilot projects, we could come up with some recommendations. Also, I am afraid, that the religious question is hardly the most urgent problem. The number one topic is hunger. Number two is pollution. And perhaps three is the manipulation of the human brain. I have read some military laboratories in foreign countries are experimenting with the brain. This is very dangerous. This is sciencefiction or anti-Utopia. If they succeed, mankind will disappear and only robots will be left to us. But if proper experiments are conducted, I say: “Why not?” But if individuals will no longer make decisions but some ulterior power, you have fascism, which as we all know is extremely dangerous.’ ‘The sole way to survive, is to make humans understand what life is all about. Collective madness arrived long ago. Four hundred billion dollar for the arms industry. What for? It is insane. People adhere to ideologies which belong in the Middle Ages,’ zei ik. ‘Agreed. We should have certainly more explorative models for the globe as a whole. My first book, If the world disarms, I wrote in 1961, aimed at the meeting of Nikita Khrushchev and John F. Kennedy in Vienna. I concentrated on possibilities of what could be achieved if military expenditures were used for | |||||||
[pagina 79]
| |||||||
social purposes. I am now planning a model for the demilitarization of the world economy. What will be the alternative ways of de-escalation of the military industrial complex and how will the world look without armies and no more arms of mass destruction?’ ‘But especially the us economy is comparable to one huge Krupp factory, a legacy from the Second World War.’ ‘We must enlighten people,’ meende Bestuzhev-Lada. ‘Only the next generation - when we are still alive - will perhaps fully realize what demilitarization means.’ ‘Do you think that will ever happen?’ ‘My philosophy is based on optimism. Life nowadays is like a ship in mortal danger. What to do? As captain of the ship, I must do my duty and do the best I can. We must continue. I see my part as professor in the business of designing social conditions for a better life. And we need better propaganda for this enlightenment.’ ‘If you base your actions on propaganda alone, you are selling apples as lemons. It reminds me of Joseph Goebbels. What we need is more information and more intelligent information.’ ‘Propaganda was the wrong word. Perhaps it's correct to speak of the formation of human intelligence,’ verbeterde Bestuzhev-Lada me. ‘That is exactly what professor Luis Alberto Machado, Minister for the Development of Intelligence in Caracas says!’ ‘As a matter of fact, when we speak of propaganda, we mean actually to make scientific information available to people. unesco also designs social programs. They could be involved with the Venezuelan project.’ ‘Intelligence can be massaged like muscles. In Leningrad one of your scientists said to me that it does not help to improve the intelligence of people, when you do not change social conditions. Eighty percent of the people live in poverty in this world. Why improve intelligence? First create a better life.’ ‘All human needs fall under the human system. It is not correct to mention the need for food or housing in one breath with improving intelligence. It is the system as a whole that matters. Sure, without food, one will not become an intelligent person. Still the need for food is not absolute. Food and intelligence are interdependent. Scientific communism actually means the self-development of the personality.’ ‘And developing intelligence is part of it?’ wilde ik weten. ‘Yes. No man develops only parts of his being, either physiology or psychology. The personality is one whole. We can divide | |||||||
[pagina 80]
| |||||||
a human being into being intelligent, maintaining broad relations in society and behavior.’ Ons volgende bezoek was aan professor Nikolai Blokhin, president van de Academie voor Medische Wetenschappen. Hij was ook president van het Russisch Kankerinstituut. Hij vertelde met een strak gezicht, dat de sovjets het probleem van kanker grotendeels hadden opgelost. Men werkte er al honderd jaar aan want het vraagstuk was al heel oud. Het onderzoek naar kanker begon in 1895 met röntgenstralen, gevolgd in 1898 met radiogolven, terwijl de eerste gegevens in Rusland dateerden uit eveneens 1898 en in 1910 methoden werden gevonden om kanker op te wekken en te onderzoeken. Hij gaf een lang en slaapverwekkend overzicht en verzekerde, dat overlijden als gevolg van kanker de afgelopen vijftien jaar in de ussr stabiel was gebleven. De groei van de ziekte en de stijging van kankersterfte was tot staan gebracht. Het aantal kankergevallen bleef toenemen, maar dood door kanker niet. Bij mannen was de ziekte gestabiliseerd, bij vrouwen liep zij iets terug. De resultaten van succesvol onderzoek en bestrijdingsmiddelen bleek uit de statistieken. Hij wijdde uit over internationale samenwerking op dit gebied. ‘U etaleert weer het typische sovjetoptimisme,’ wierp ik hem toe. ‘Het lijkt me niet slecht om een optimist te zijn,’ reageerde Blokhin. ‘Het is uiterst belangrijk om als uitgangspunt optimisme te hebben. Journalisten vragen ons dikwijls wanneer we het kankervraagstuk werkelijk zullen oplossen, of wanneer we de juiste medicijnen zullen hebben. Dat zijn vragen ontbloot van die factor optimisme. Oplossingen zijn immers niet te voorspellen. We hebben bijvoorbeeld plannen om een aantal instituten voor kankeronderzoek in Siberië op te starten. In Tomsk staat er al een.’ ‘Zal het kankervraagstuk uiteindelijk worden opgelost?’ ‘Het is belangrijk om te onderkennen, dat kanker niet één ziekte is maar een groep van ziekten, die misschien wel op elkaar lijken, maar in wezen verschillend van elkaar zijn. Precies zoals je niet tegen alle infecties één en hetzelfde antibioticum kan gebruiken.’ Ik beleefde dit gesprek als een milde ramp. We snelden van professor Blokhin naar het ministerie van Buitenlandse Zaken. Er was mij een officiële verklaring toegezegd over het lintje van oud-ambassadeur Romanov. Volodja zei, toen we naar boven gingen: ‘Je denkt toch niet, dat je een verklaring zult krijgen?’ Maar ziet: mij werd een korte, officiële | |||||||
[pagina 81]
| |||||||
verklaring voorgelezen, gevolgd door een mondelinge toelichting. Ik mocht deze niet op de band opnemen. Wat voor de zoveelste keer bleek, was dat Volodja weer een essentiële fout bij het vertalen maakte. Dat blijft me bezorgen. Ik diende vijf vragen in voor een mogelijk gesprek met minister Andrei Gromyko. Om 17:00 uur bezocht ik Georgii Arbatov. Hij zag er gebruind uit, maar zei aan een verkoudheid te lijden. We spraken onder vier ogen. Hij had een interessante en drukke reis door Amerika gemaakt en ook Georgia, Alabama, Noord- en Zuid-Carolina en Tennessee bezocht. Men had hem voor Newsweek geïnterviewd. Hij was op Issues and Answers van abc verschenen. Ook Walter Cronkite van cbs had één minuut aan hem gewijd. Maar omdat de ondertekening van salt-ii voor de deur stond, had hij behoedzaam moeten opereren. ‘Because anything I said could possibly be construed against me by the enemies of the Treaty.’ Ik vroeg hem of hij daarover bezorgd was in verband met kritietk uit Moskou. ‘No, I was not worried about home, but about over-exposure.’ Hij vroeg opnieuw hoe ik het interview met hem door Anthony Power in de International Herald TribuneGa naar voetnoot30 had beoordeeld. Ik zei hem dat ik het uitstekend had gevonden. ‘The world is getting so complicated,’ zei Arbatov. ‘I am sure, I don't understand it all anymore, but then, who does? I do not know whether it happens, because I am getting old, but the other day I had to phone my assistant to ask what my phone number at home was. We are in a hurry to understand what is happening globally, because, some day, someone will do something he did not understand and everything will be blown up.’ Na een poosje begon ik weer over het boek dat ik met hem zou schrijven. Ik had het boekje van Chip Bohlen over buitenlandse politiek meegenomen als voorbeeld. Ik probeerde hem te overtuigen, dat we gemakkelijk in vier zittingen van anderhalf uur vier hoofdstukken op de band konden opnemen, wat 100 pagina's zou opleveren. ‘Yes, but in order to improvise, I have to think the subjects through beforehand. But I am not saying no.’ Dit gaf me nieuwe hoop. Hij zou in oktober in Moskou zijn en misschien zouden we dan kunnen werken. Ik diende hem half september per brief aan ons project te herinneren. Ik zette alles op alles om hem te overtuigen er mee door te gaan. Hij rookte zijn pijp. | |||||||
[pagina 82]
| |||||||
Hij vertelde, dat admiraal Zumwalt een student van zijn Instituut, momenteel gedetacheerd bij de sovjetambassade in Washington dc, had benaderd met de mededeling verlangend te zijn professor Arbatov te ontmoeten en te spreken. Arbatov had een dergelijk gesprek inderdaad overwogen, toen hij zelf in Washington was ‘but it was at a time that Zumwalt was very vocal against the salt-ii treaty. So, if I had met him at that moment, it could have been explained that I had tried to change his mind or whatever. I was already screwed by one senator.’ Het plan Zumwalt is dus voorlopig in de ijskast.Ga naar voetnoot31 Arbatov vertelde het lastig te vinden uit te zoeken en te begrijpen wat er op dit moment in Washington speelde ten aanzien van de ussr. ‘Nor what exactly happened around the signing of salt. Please, don't call me the Zbigniew Brzezinski of the Kremlin, because I am not. We do not know in Moscow a position of national security advisor now fulfilled by Brzezinski. Furthermore, there are other people here much closer to a similar position in the Kremlin.’Ga naar voetnoot32 | |||||||
25 juli 1979Toen ik gisteren thuiskwam, wachtte mijn vriend Nikolai Kosterenko uit Kiev op de vierde verdieping op me. Toen ik hem zag dacht ik: wat ben ik begonnen. Hij was voor 20 roebel met de shuttlevlucht van 14:00 uur gekomen. Hij vertelde nu chauffeur op een tankauto te zijn geworden wat extra gevarengeld opleverde. Hij rijdt 80 kilometer per dag en werkt 250 uur per week, inbegrepen het weekeinde, voor 700 roebel per week. ‘Sure, I earn more than a medical doctor or a professor.’ Zijn bagage bestond uit een PanAm-tasje, overgehouden van één van zijn buitenlandse vriendinnen. Hij had een fles champagne, die al half leeg was, meegenomen om te drinken op ons wederzien. Daar deed ik dus niet aan mee. Het leven in Kiev was aanzienlijk verbeterd en behalve joden, wilden veel minder mensen weg dan voorheen. Hij had een Amerikaans meisje van 23 jaar, Abby, teruggezien en hoopte haar hier morgen weer te ontmoeten. Hij had duizend roebel op zak en grapte: ‘I am richer than you are.’ Wat wáár was. Zijn vrouw doceert chemie in Kiev. ‘She is for marriage, Abby is for fucking,’ zei hij. Abby was in Moskou maar was in bed gekropen bij een vriendje uit Maleisië. Hij had duizend dollar gespaard om via Finland het communistische paradijs te ontvluchten. Omdat hij gevangen had gezeten, kon hij niet | |||||||
[pagina 83]
| |||||||
langs legale weg emigreren. ‘But perhaps you could talk on my behalf to the party.’ Ik antwoordde: ‘I will never talk to the Communist Party. They only give tourist visa to party members or komsomol. And, even in their case, two party members have to write letters of recommendation that they will be a guarantee that the person can leave the country. So, why put myself in such a position?’ Overigens, het moet absoluut verschrikkelijk zijn wanneer je je land niet kan verlaten wanneer je dat zou wensen. Ik denk, dat ik net als Nikolai, via Finland zou vluchten. Ik zond K. Giel van het Algemeen Dagblad de informatie, zoals ik die van Buitenlandse Zaken had ontvangen. Het sovjet ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het Algemeen Dagblad het volgende officieel meegedeeld: ‘De sovjetregering, noch het presidium van de Opperste Sovjet hebben exambassadeur Alexandr Romanov bij diens terugkeer van zijn post in Den Haag in begin 1979 onderscheiden, niet met een orde en niet met een medaille. Alle andere beweringen in welke vorm ook betreffende een officiële onderscheiding voor de heer Romanov, beantwoorden daarom niet aan de werkelijkheid en zijn leugens.’ Verder schreef ik: ‘Bij een mondelinge toelichting zei de woordvoerder van het ministerie dat in Nederland grote beroering was ontstaan over een erespeldje voor oud-ambassadeur Romanov dat door vele maatschappelijke organisaties in de ussr aan landgenoten wordt uitgereikt.’ In 1978 ontving Romanov reeds een dergelijk speldje voor zijn ‘werkzaamheden ter bevordering van de vrede’. Ik noteerde een citaat van Oscar Wilde: ‘Ni notre volonté, ni nos intentions ne régissent notre vie. La vie est une question de nerfs, de fibres et de cellules lentement élaborées ou se dissimule la pensée, ou la passion abrite ses rêves. On peut se croire tranquille et fort. Mais une teinte apercue par hasard dans une pièce ou dans un ciel matinal, un parfum spécial que Pon a un jour aimé et qui apporte avec lui de subtils souvenirs, certain vers d'un poème oublié sur lequel on tombe au cours d'une lecture, la cadence d'un morceau de musique que Pon ne iouait plus (...) c'est de telles choses que dépend notre vie.’ Wilde had een probleem met jong zijn. Jeugd is de oerbron van alles, maar - en dit heb ik van mam als filosofie overgenomen - alle fasen van het leven maken deel uit van de realiteit van het universum. En dat oneindige heelal zou ons enige en werkelijke totem moeten zijn. | |||||||
[pagina 84]
| |||||||
Ik werd ontvangen door de hoofdredacteur van Pravda, Viktor Afanasyev, eveneens lid van het centrale comité van de cpsu en vice-president van de International Federation of Journalists. Hij ontving me met een blik alsof hij dacht: daar heb je weer een stommeling uit het Westen. Hij opende ons gesprek met de vraag: ‘Wat kan ik voor u doen?’ Hij, hoofdredacteur van de Pravda? Maar geleidelijk aan veranderde het licht in zijn ogen. Hij ging later zelfs zover om zijn waterski's te gaan halen, die hij wilde laten zien. Op een jongensachtige manier liet hij kleurenfoto's van zijn waterskiprestaties zien. Hij lachte zich kapot, toen ik hem vertelde dat De Telegraaf en Time me hadden beschuldigd van betrekkingen met de kgb. Hij was trouwens overtuigd, zei hij, dat de meeste Westerse journalisten alleen naar Moskou reisden om negatieve informatie op te sporen. En daar heeft hij gelijk in. Hij meende dat Pravda wel degelijk kritiek levert op wantoestanden in de samenleving. ‘Wanneer een journalist uit het Westen sympathiek over ons zou schrijven, zou hij spoedig niet meer acceptabel zijn voor zijn superieuren,’ aldus Afanasyev. Hij vertelde, dat hij in Rome was uitgenodigd tot deelname aan een rondetafeldiscussie. ‘In de zogenaamde “vrije pers van Italië” dook vrijwel meteen nadat de uitzending een groot succes was geworden - dus een discussie tussen Italiaanse en sovjetjournalisten - het bericht op, dat wij één miljoen dollar hadden betaald om die uitzending te doen plaats vinden, opdat we 75 minuten lang konden zeggen wat we wilden. Ik kan u verzekeren, dat deze krant in alle jaren van haar bestaan, nooit over één miljoen dollar heeft beschikt.’ ‘Waar komen dergelijke verhalen vandaan?’ vroeg ik hem. ‘Dat soort canards zijn er altijd geweest. De wereld is vol anti-communisten en antisocialisten. In Il Messaggero van 19 april 1979 werd de beschuldiging aan het Romeinse televisiestation over deze omkoperij gelanceerd.’ ‘Toch probeert vooral de Amerikaanse pers, The New York Times in het bijzonder, objectiever over de ussr te berichten,’ meende ik. ‘Daarin kan ik wel enigszins met u meegaan. De Britse pers daarentegen blijft puur anti-sovjet. Maar zelfs daar verschijnt van tijd tot tijd wel eens een artikel dat de juiste situatie in ons land weergeeft. Ik herinner me een Britse reportage over Siberië, die uitstekend was. Het is inderdaad niet eenvoudig om over een land als het onze te schrijven.’ ‘Er zijn hier niet altijd faciliteiten te krijgen en dan zitten | |||||||
[pagina 85]
| |||||||
we bovendien met de taalbarrière,’ wist ik uit eigen ervaring. ‘Meer en meer mensen reizen tegenwoordig naar hier en zien met eigen ogen wat er gebeurt en wie we eigenlijk zijn, dus het wordt steeds moeilijker om anti-sovjetfabeltjes overeind te houden.’ ‘Maar het gevoel voor public relations is hier niet sterk ontwikkeld,’ voegde ik toe. ‘Onlangs bezocht ik Japan,’ ging Afanasyev door. ‘Ik gaf er niet minder dan zeventien interviews en was vijfmaal op televisie. Het is verbluffend wat Japan heeft bereikt en welke vooruitgang daar wordt geboekt. Het schijnt dat ze in elektronica zelfs verder zijn dan het Westen, zelfs verder dan Amerika. We gaan trouwens ook de Pravda per satelliet uitbrengen. Dat wil zeggen dat de krant die dagelijks in een oplage van elfmiljoen exemplaren verschijnt, binnen vijf minuten overal in ons land zal verschijnen. De reportages die ik in Pravda over mijn Japanse reis heb gepubliceerd, werden daar uitgebreid herdrukt. Men tekende aan dat ik ernstig rekening had gehouden met Japanse tradities en gewoonten.’ ‘Toch is er een zekere ontspanning in journalistieke contacten tussen Oost en West merkbaar.’ ‘Dat is zeker waar,’ bevestigde Afanasyev. ‘Vooral sedert het aannemen van de Akkoorden van Helsinki in 1975. Ook in informele contacten is vooruitgang waar te nemen, zowel bij schrijvende pers als bij televisie.’ ‘En tijdens de Olympische Spelen in Moskou zal dit verder worden uitgebreid?’ ‘Inderdaad. Dat mag men verwachten. Maar vergeet u niet: er circuleert aanzienlijk minder informatie over de ussr in het Westen dan omgekeerd. Ik geloof dat wij wel driemaal zoveel over het Westen schrijven als vice versa. Van Hongaarse collega's vernamen wij dat men daar veertien maal zoveel over het Westen schrijft als omgekeerd. Alleen toen Leonid Brezhnev naar Boedapest reisde, doken er plotseling honderden Westerse journalisten op.’Ga naar voetnoot33 Om 14:30 uur ontmoette ik oud-ambassadeur Romanov samen met de heer Nikolai Pankov van het Sovjet Comité voor Europese Veiligheid en Samenwerking. Volodja liet zich tot mijn grote ergernis ook nog zien, terwijl ik duidelijk had gezegd dat ik hem met dit gesprek niet nodig had. Gelukkig verdween hij snel. | |||||||
[pagina 86]
| |||||||
We hadden een uitstekend gesprek. Eigenlijk te goed voor het Algemeen Dagblad. Meer iets voor nrc Handelsblad. Pankov vond ik een beetje indirect, maar Romanov was recht voor z'n raap als altijd. Hij adviseerde me een boek over ontwapening te schrijven. Dat zou absoluut een bestseller worden in de ussr. Hij verwees me naar Tolkunov om uit te zoeken met wie ik dat zou moeten schrijven. Om zes uur kwam ik Nikolai tegen voor het hotel. Hij mocht niet binnen, maar vertelde me dat het beter was als Barbara Herr niet naar Leningrad zou komen. Hij vond het leeftijdverschil (hij was 26, Barbara 40) toch te groot om een serieuze relatie te hebben. Ik hoorde hem aan maar toen ik hem zag weggaan met een Spaanse jongen die hij had opgedaan, was het voor mij klaar. Volodja vertelde me dat Gazenko met me wilde praten over mijn ervaringen in de zaak Kennedy. Mijn reis zit er weer bijna op. De dagen zijn, als steeds hier, omgevlogen. Wanneer zal ik Peter zien? Ik zou het liefste met de auto naar Madrid gaan om hem op te halen. | |||||||
26 juli 1979Toen we gisteren restaurant Praha verlieten, stond de auto van apn op me te wachten. Ik keek naar Romanov en Pankov bij diens Lada, en vroeg me af hoe de oud-ambassadeur zich nu moest voelen, terwijl hij in Den Haag altijd een gloednieuwe Mercedes met chauffeur ter beschikking had. Hij vroeg me nog om Dirk Keijer te vragen bloembollen en tennisracketspray mee te brengen. Pankov vind ik een slijmerige man. Ik mag hem eigenlijk helemaal niet. Wat een volkomen tegenstelling met Romanov, die steeds recht voor z'n raap spreekt. Pankov gaf me een brochure: Dialogue on Disarmament, Towards the European Forum for disarmament and security. De gebruikelijke sovjetpropaganda, maar ditmaal afkomstig van uitgever A. Haucotte te Brussel. Het secretariaat voor een nieuwe dialoog tussen Oost en West over ontwapening is dan ook in België gevestigd. Het verbaast me altijd weer, dat de zuiderburen psychologisch aanzienlijk minder verkrampt met de ussr omspringen dan de bonzen in Den Haag. ‘What can be done,’ aldus de brochure, ‘and what must be done to reverse the dangerous process of senseless over-armament, to ensure the people of the world a real guarantee for a peaceful future, for our and future generations? The worldwide acceleration of the arms race, as clearly shown by the ever-increasing graph of military expenditures, brings in its wake | |||||||
[pagina 87]
| |||||||
repercussions which are detrimental to the stability of the political climate in Europe.’ Op 26, 27 en 28 oktober 1978 werd dus een forum in Brussel bijeen gebracht om een Europese dialoog over dit onderwerp met enige voortvarendheid van de grond te krijgen. Het lijkt me dat ze dit professioneel proberen aan te pakken. Wie is het hier niet mee eens? Romanov adviseerde een boek te schrijven over ontwapening en het zou een bestseller opleveren. Ontwapening was in ieder geval momenteel het belangrijkste onderwerp van gesprek in politiek Moskou. De ambassadeur bevestigde, wat Molchanov me al had verteld, namelijk dat ambassadeur Reinink aanvankelijk had toegestemd de viering van de vereniging Nederland-ussr toe te spreken, maar na vernomen te hebben dat Wim Hulst, de Nederlandse voorzitter, aanwezig zou zijn, had Reinink afgezegd. Ik droomde dat een verslaggever van de kro voor de radio een interview met Brezhnev had gemaakt en dat ik absoluut razend was. Ik zat er met mijn neus op en moest werkeloos toezien hoe mijn plan werd gekaapt. Ik zon dus - als gewoonlijk - op wraak en vroeg me (in mijn droom) af of ik het voorgenomen boek met interviews in de ussr verder zou laten schieten. Ik had bij die poging Brezhnev te interviewen de oudste rechten. Volodja had me gesuggereerd, dat ik hoofdredacteur Victor Afanasyev van Pravda zou vragen in welk opzicht zijn baan verschilde met die van de hoofdredacteur van The New York Times. Eigenlijk geen onverstandige vraag en toch had ik die naast me neergelegd, want ik accepteer geen voorzetten in welke vorm ook tijdens mijn werk hier, ook niet van mijn vriend Molchanov. Een tijd voor een interview met Patolichev van Buitenlandse Handel is nog steeds niet vastgesteld. ‘Je zult zien, dat je om 13:00 uur door hem wordt opgeroepen juist, wanneer je moet gaan lunchen bij Reinink,’ zei Volodja. Ik ontmoette de voorzitter van het Hoge Gerechtshof van de Sovjet-Unie en daarna P.B. Shibayayev, voorzitter van de Centrale Vakbondsraad van de Sovjet-Unie, met ruim 123 miljoen leden. Om precies 13:00 uur was ik bij de ambassade voor de lunch met Reinink. Op zijn uitnodiging was zijn naam doorgestreept. Ik verheugde me er op, want tenslotte kende ik de man al vele jaren, nog uit de tijd dat hij begin jaren zestig zaakgelastigde in Havana was. Een Russisch dienstmeisje stond bij de reeds geopende deur van de ingang der residentie. Volodja maakte een opmerking tegen drie dienstdoende politiemannen. Ik werd voor een keer niet lastig gevallen. Ik ging | |||||||
[pagina 88]
| |||||||
mijn handen wassen, maar het kraantje in het toilet werkte niet. Ambassadeur Reinink wachtte in de grote zitkamer, samen met de heer P.J. Wolthers, eerste ambassadesecretaris. Het begon allemaal zeer vormelijk en gereserveerd maar geleidelijk aan werd de ontmoeting aangenamer en gemakkelijker. De twee uren van ons samenzijn, opende Wolthers nauwelijks zijn mond. Ik vond Reinink deze keer - waarschijnlijk vanwege Wolthers - zeer breedsprakig. Ik sneed dus de affaire Max van der Stoel aan, Shell en de ontmoeting met Aleksei Kosygin, de premier. Reinink had er over gelezen in kranten in Berlijn. ‘Minister Van der Stoel heeft alle betrokken partijen in Den Haag zeker geïnformeerd,’ zei de ambassadeur, waarvan ik dus wist dat het onwaar was. Hij vond dat Romanov en Bénard van Shell in een soort prestigeslag waren gewikkeld, waar niemand wat aan had. Ook onwaar. Oudambassadeur Romanov reageerde alleen op het geklets van Bénard in nrc Handelsblad omdat ik er op aandrong, en nog altijd zo gek ben te willen proberen de waarheid der dingen vast te stellen. Bovendien is het zaak om een smiecht als Max van der Stoel, die in het vaderland geheel ten onrecht nog altijd groot aanzien geniet, te ontmaskeren. Volgens Reinink moesten we ons met positieve ontwikkelingen bezig houden. Ik dacht: hoe bereik je positieve ontwikkelingen als je mandje tot barsten toe gevuld is met rotte appelen als Max van der Stoel. Ik zei dus, dat Bénard, bijgestaan door André Spoor en nrc Handelsblad de geschiedenis probeerde te vervalsen - ook om Van der Stoel weer eens vrij te pleiten - en dat het daarom mijn zaak was die vervalsing aan de orde te stellen. Toch kan je stellen, dat we een soort milde confrontatie kregen over de vraag of Van der Stoel Den Haag en Shell had geïnformeerd, zoals hij had behoren te doen. Toen Reinink dit bleef bevestigen, heb ik met enige felheid naar voren gebracht, dat ik professor Frits Böttcher had ingeschakeld om Wagner hierover te benaderen en die wist maanden later over het voorstel van Kosygin aan Van der Stoel over Shell geen moer. ‘U bent vrij te schrijven wat u wilt,’ zei Reinink ook nog tot overmaat van ramp, ‘maar als ik journalist was...’ Het oude liedje, eieren voor je geld kiezen als journalist, in plaats van je werk naar behoren doen. Bovendien kreeg ik de indruk dat hij, eigenlijk tegen beter weten in, zijn tirades ten gunste van Van der Stoel af stak. Lekker vak dat van diplomaat. ‘Wel, het was misschien allemaal maar een misverstand geweest,’ aldus Reinink als eind van het lied. Hij zei nog dat er al allerlei mensen | |||||||
[pagina 89]
| |||||||
over mogelijkheden voor olieboringen naar Moskou waren gekomen. Bovendien zou Piet de Jong later dit jaar ook nog met een uitgebreide delegatie komen. Reinink probeerde ook nog te ontkennen dat Philips eigenlijk geen zaken wilde doen met de ussr, dus weer zoiets waarvan ik uit de eerste hand wist dat het onwaar was. Ik citeerde dus maar eens uit een gesprek van Joop van Tijn met Frits Philips die onomwonden had verklaard ‘niets met de nazi's en niets met de sovjets,’ dit in één adem natuurlijk, ‘te maken te willen hebben’. Reinink ontkende dit niet, maar zei dat wel iedere maand mensen van Philips in Moskou bij hem op bezoek kwamen. Dat was dus window dressing wat Reinink ook geweten moet hebben. Wat me overigens grenzeloos verwonderde was, dat Reinink zei niets te weten van Joop van Tijns inside story in Vrij Nederland over ambassadeur Tolstikov in Den Haag. Ik vroeg hem dit tweemaal om zeker te zijn, dat hij me niet opzettelijk voor het lapje hield. Reinink weet natuurlijk inmiddels ook dat Van Tijn weer eens geklets van de inlichtingendiensten heeft overgenomen om Tolstikov een oor aan te naaien en daarna verkoos zich van de domme te houden. Oliedom, want waar ziet de man me voor aan? We gingen naar beneden om te lunchen, een maaltijd die redelijk was. Later werd de koffie weer in de salon boven geserveerd. Reinink liet overigens geen gelegenheid voorbij gaan om op het sovjetsysteem te katten. Hij had de sovjetminister van Landbouw een lezing gegeven dat hij meer aan de landbouw moest doen, want nu kwamen de meeste groenten uit Holland en ‘bij ons, waar we nog altijd geen staatskapitalisme hebben’ was dit allemaal immers wel mogelijk. ‘God zij dank,’ zei ik over dit staatskapitalisme, maar eigenlijk had ik er spijt van, want dit speelde Reinink teveel in zijn kaart. ‘Gisteravond was ik nog op een diner,’ aldus de ambassadeur. ‘Sommige staatsfunctionarissen hebben inderdaad een smoking, anderen niet en die bellen dan op om dit aan te kondigen. Anatoly Dobrynin heeft natuurlijk alles tot rok en jacquet toe.’ Ik luisterde naar de bagatellen van de man en vond hem toch eigenlijk niet zo aardig als vroeger. Hij herinnerde me weer aan mijn oom, professor Gerrit Meijer, ook zoals hij over zijn bril heen kan kijken. Ik zei een sigaretje op te steken van het merk waar prins Bernhard beschermheer van is en zijn wapen aan heeft verleend, waarop Reinink tot mijn verbazing antwoordde, ‘Ik doe niet alsof ik hofcontacten heb of in hofkringen ver- | |||||||
[pagina 90]
| |||||||
keer.’ Ik kon mijn oren niet geloven. Waar kwam dit nu weer vandaan: uit een bvd-rapport? Wat ik vooral niet begrijp, is dat mensen als deze Reinink, die hier toch een aantal jaren zijn, niet een stukje van hun gevoel en emoties aan de Russen kwijt raken, zoals dat met mij het geval is. De chauffeur van de auto die ik deze dagen ter beschikking had was bijvoorbeeld een buitengewoon aardige kerel met een open gezicht. Ik kocht een fles wodka voor hem in de winkel voor buitenlanders. Hoe kan je hier al twee jaar zijn en niet van de mensen gaan houden, zelfs niet enigermate? Dan behoor je geen ambassadeurspost in zo'n land te aanvaarden. Terwijl hij dus zijn totale afschuw voor alles wat Russisch is uitspreekt, zegt Reinink tegelijkertijd alles in het werk te willen stellen om een betere verhouding tussen Nederland en de ussr te helpen bewerkstelligen. De ambassadeur zei ook nog, dat hij niet naar de herdenkingsbijeenkomst van de Vereniging Nederland-ussr. was gegaan, omdat de sovjets eigenlijk alle culturele zaken tussen beide landen via die vereniging lieten lopen, ondanks dat er een cultureel akkoord tussen beide landen was afgesloten. Eigenlijk voltrok zich alleen de uitwisseling van studenten en professoren van een leien dakje, de rest was afschuwelijk. Er werden geen balletten of orkesten naar Nederland gezonden. André van der Louw had zich ingespannen het Kirov Ballet uit Leningrad naar Nederland te halen maar Moskou had het plan getorpedeerd. Ik rapporteerde dit aan Molchanov, die zei dat de uitlatingen van Reinink wel eens waar zouden kunnen zijn. Hij wilde een onderzoekje starten. Volodja Molchanov stelde trouwens vandaag tot mijn stomme verbazing voor, dat hij in afspraak met mij een artikel wilde gaan schrijven, waarin hij me zou aanvallen, opdat niet langer zou kunnen worden gezegd, dat ik veel te intensief met de sovjets samenwerkte. Ik antwoordde dat ik mijn eigen gevechten zou leveren en dat ik onder geen voorwaarde een dergelijk idioot plan zou ondersteunen. Toch zal ik hem nog eens vragen hoe hij die aanval op mij zich had voorgesteld. Daarna zal ik andermaal stellen dat hij zich nooit meer zoiets absurds in zijn hoofd haalt. Op weg naar opperrechter Smirnov gaf ik op de ambassade een exemplaar van Europa, mijn interviewboek, voor Reinink af. Bij Smirnov stond een door opperrechter Warren Burger van de vs gesigneerd portret in diens bureau. Hij zei dat Burger vijftien dagen zijn gast in de Sovjet-Unie was geweest. Hij zou binnenkort op tegenbezoek in Amerika gaan. Ik vond rechter | |||||||
[pagina 91]
| |||||||
Smirnov dermate openhartig en vriendelijk, dat ik de bandopname heb stil gezet om hem extra te bedanken voor zijn oprechtheid en een duidelijke poging mij een nuttig interview te geven. Bij vertrek, twee uur later, vroeg hij Volodja zelfs of hij voldoende zijn best had gedaan. Ik kreeg een gesigneerd boekje van hem over het oorlogstribunaal in Tokio. Volodja interesseerde dit materiaal zodanig, dat ik de opdracht eruit scheurde en het aan hem gaf.Ga naar voetnoot34 Volodja heeft me immers zo goed mogelijk bijgestaan. Wanneer je naar de foto's kijkt van de jonge officier van justitie uit de Sovjet-Unie in Tokio, meer dan dertig jaar geleden, en de opperrechter van nu, met de wat trillende handen, die de moeite nam mij het gebouw rond te leiden aan de hand van uitvoerige uiteenzettingen, dan moet je toch wel een ongeneselijke bruut zijn om niet enigszins geroerd te raken. Waarom kunnen Reinink, of andere duur betaalde rijksambtenaren niet een beetje mee smelten en enige affectie en mededogen met deze mensen opbrengen, ook al zijn het communisten in hart en nieren? Ik was in ieder geval aangedaan door deze bejaarde rechter. De dag werd afgesloten met de viering van de dertigste verjaardag van Consuelo Molchanov. Ik vond het een ramp. Volodja Feltsman scheen, net als ik, in een andere wereld weg te dromen. Sacha, de patholoog-anatoom, bezatte zich en debiteerde alleen maar onzin. Ik ben zo snel mogelijk vertrokken. | |||||||
27 juli 1979Ik kreeg van Vladimir Feltsman een set van twee delen van Beethovens sonates voor piano.Ga naar voetnoot35 Hij wilde me ook nog een ets geven, maar die heb ik geweigerd. Ik wil graag helpen, maar als vriend. Ik neem morgen juwelen en kostbaarheden mee naar Nederland. Er was bij vertrek eerst gedonder over de telefoonrekening, die ik gisteren al had betaald. Vervolgens vroeg de kenau op mijn etage om vier roebel voor wasgoed. Ik antwoordde, dat ze een T-shirt van zes roebel hadden kwijt gemaakt en ik dus twee roebel van haar kreeg. Ze zei verder niets meer. Met een slaperig gezicht begeleidde Volodja Molchanov me door de douane. Mijn koffer verliet het land ongemerkt met de hot items - kostbaarheden en juwelen - van Anja Feltsman plus kaviaar voor Dolf van Dantzig van het Concertgebouw. Vladimir Feltsman had me gezegd dat ik voor hem geen waardevol- | |||||||
[pagina 92]
| |||||||
le spullen over de grens behoefde te smokkelen. ‘I don't want anything when I go abroad. I have my hands. But, Anja is a woman.’ Ik zag het toestel van klm al staan, toen was er niets dat ik liever wilde dan vertrekken. Ik vroeg Volodja wat hij met zijn aanvalsstunt op mij wilde bereiken. ‘Ik zou je niet rechtstreeks aanvallen, ben je gek geworden?’ zei hij. ‘We zouden toch kunnen afspreken, dat ik het op een aantal punten niet met je eens zou zijn?’ In het Algemeen Dagblad is mijn reportage verschenen over wat het ministerie van Buitenlandse Zaken over het speldje van Romanov had te zeggen. Op pagina drie, als ‘van één onzer verslaggevers’. Daar ga ik dus niet mee akkoord, maar ik zal dit diplomatiek behandelen. Ik heb tegen Reinink gezegd, dat ik overtuigd ben dat de vs als samenleving, zich in een desintegratieproces bevinden, vandaar mijn boekje Amerika valt. Hij keek ongelovig, maar ik blijf er bij. Gunnar Myrdal heeft voor zijn tachtigste verjaardag een interview aan Kirsten Lundberg van de International Herald Tribune gegeven en stelt ook iets dergelijks. Wanneer hij vandaag de dag naar Amerika kijkt, weet hij maar één woord te berde te brengen: ‘Horrible. We are facing a world where it is difficult to be optimistic. I am very disturbed by events in America. I can foresee a recession, and I hope that an effective anti-inflation policy can be carried out without bringing the country into a recession. Especially the lack of an energy policy is just horrible.’ Ook Myrdal staat op het standpunt ‘that man can be improved, even be perfected, through education’. | |||||||
Warschau - Amsterdam‘Si vous voulez comprendre les autres, il vous faut intensifier votre individualisme.’ - Oscar Wilde. Dat zou wel eens zeer waar kunnen zijn. Toch vind ik dat Wilde ook veel in de ruimte kletst. Vladimir en Anja Feltsman hadden een kleine juwelendoos gereedgemaakt, onder andere met een briljanten broche van niet onaanzienlijke waarde, een gouden horloge, en nogal wat andere waardevolle objecten. Vooral Vladimir was er oprecht nerveus over, dat ik de juwelen mee de communistische grens over zou smokkelen. ‘If there is a God,’ zei hij, ‘he will help you safely through. At 08:00 hours tomorrow morning, I will think of you dear Willem.’ Ik voelde me zelf ook wat nerveus over deze operatie. Als verhaal had ik bedacht dat ik bij mijn | |||||||
[pagina 93]
| |||||||
broer in Zwitserland was geweest als tussenstop naar Moskou en dat hij me had gevraagd de voorwerpen, die aan onze ouders hadden behoord, mee naar Nederland te nemen. Daarmee stelde ik mezelf feitelijk gerust. Volodja Molchanov had een brief van apn-Novosti meegekregen, waarin stond dat ik hun gast was geweest. De hele smokkelpartij verliep rimpelloos. In ieder geval heb ik deze emigrerende Russische Joden in eerste instantie geholpen. In oktober kan ik meer meenemen. Ik zal blij zijn als we weer op Schiphol te landen. |
|