Memoires 1979-A
(2010)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 96]
| |
Amsterdam28 april 1979AmerbosEr lag een welkomstbriefje van Peter en er stonden overal verse tulpen ter verwelkoming.Ga naar voetnoot98 Zelf sliep hij nog. Ik opende de envelop van de amro en zag dat ik nog maar tweeduizend gulden op mijn rekening heb, wat me zeer nerveus maakt, want het zou 5.000 hebben moeten zijn. Begrijp er niets van. Ook een telefoonrekening van duizend gulden. Absurd. Vernu Reizen vraagt om 15.000 gulden voor achterstallige tickets. Problemen. Ik sta in totaal 119.000 gulden in het krijt bij de amro, een bedrag gedekt door de acf-aandelen. Wat moet ik doen? Ik heb zowat het punt bereikt dat ik dit huis moet verkopen. J.J. van Hoeve, oud-Nijenrode collega en indertijd voorzitter van het noib studentencorps, schrijft: ‘Onze Gert is overleden.’Ga naar voetnoot99 Dat vind ik inderdaad een droevig bericht. Ik herinner me hem als ex-marinier en prototype van de veelbelovende Hollandse jongen, die het ver zou brengen. De lange reeks beroertes en de lijdensweg die hij heeft moeten afleggen hebben hem 21 april op 53-jarige leeftijd het leven gekost. Jan schreef een in memoriam. Hij is de slijmjurk gebleven zoals ik me die van Nij enrode herinner, wat hem bij de studenten primus inter pares maakte, alhoewel niet bij mij. Aan Gert behoud ik een zeer positieve herinnering, ook nadat ik hem later in Djakarta weer ontmoette. Herman Wigbold, hoofdredacteur van Het Vrije Volk, zond op 5 april een brief of ik met andere Nederlanders een felicitatie voor de 70ste verjaardag van de koningin in zijn krant wilde zetten. Nu is het natuurlijk telaat daarvoor. Niet meer dan honderd woorden. Ellen Thomassen en Han Blom hebben een jongetje uit de Filippijnen geadopteerd: Michiel David. Onbegrijpelijk. Uit Key West heb ik een brief geschreven naar Vrij Nederland over het geklets van Jeroen Brouwers over Liefdesbrieven van Multatuli. ‘Het is een bekend feit dat “critici” van belangrijke | |
[pagina 97]
| |
psychohistorische werken maar al te dikwijls niet passen in de kleine teen van het genie, waar zij over moeten schrijven.’ Ik vervolgde: ‘Als Multatuli ergens de schurft aan had dan was het lafheid, middelmatigheid, domheid, onwaarheid en onoprechtheid. Hiermee is alle onzin die Brouwers over Liefdesbrieven over twee hele pagina's in de boekenbijlage van vn van 31 maart 1979 heeft bijeengegaard, voldoende gekarakteriseerd. De redacteuren van de boekenbijlage zouden zich wellicht kunnen afvragen of lezers er prijs op stellen een dosis roddel en bagatellen voorgezet te krijgen, wanneer het gaat om een literair oeuvre dat uniek mag worden genoemd in de geschiedenis van de 19de eeuw.’ Rinus Ferdinandusse, hoofdredacteur van Vrij Nederland, antwoordde 23 april dat hij de bemerkingen van Brouwers op de brieven van Multatuli, als gepresenteerd door Paul van 't Veer, helemaal geen muggenzifterij vond. ‘Ik vind het onzin dat je Brouwers in de schoenen schuift dat hij niet (werkelijk) over Multatuli schreef. Brouwers schreef over de bezorging van zijn brieven (door Van 't Veer).’ Ferdinandusse zelf is de ultimate mediocrity. Daarom zit hij op die post van eeuwigheid tot zaligheid. Verder is er de nodige fan mail ook in reactie op de open brief aan beatrix. Cees Meijer zal bij De Typhoon worden opgevolgd door een Parool-figuur, Jan de Vries. Er schijnt een zeer democratische procedure te zijn gevolgd om over de opvolging te beslissen met inspraak van de redactie. De Journalist spreekt over een ‘voorbeeldige’ gang van zaken.Ga naar voetnoot100 Ik kan die krant verder wel vergeten als Cees weg gaat. Weer een outlet minder. Vreemd dat ik bij alle reizen naar Wenen nooit het huis van Sigmund Freud in Berggasse 19 ben gaan bezoeken. Hij heeft er bijna een halve eeuw gewoond en gewerkt alvorens voor de Nazi's naar Parijs, en later Londen te vluchten. Gary Yerkey schrijft er over in de International Herald Tribune.Ga naar voetnoot101 R. Groen van het Eindhovens Dagblad kreeg op zijn redactie bezoek van de manager van de golfclub in Sint Oedenrode en werd in zijn gezicht geslagen, omdat de lezer het niet eens was met een artikel over prins Bernhard. De prins had tijdens een partijtje golf tegen een voorbijschietende motorcrosser ‘rotzak’ geroepen vanwege de overlast door motorgeronk. De journalist Martin van Amerongen is in Oostenrijk veroor- | |
[pagina 98]
| |
deeld tot betaling van een boete van 1.800 gulden wegens belediging van kanselier Bruno Kreisky. Volgens Van Amerongen zou Kreisky de nazi-jager Simon Wiesenthal ‘een joodse fascist’ hebben genoemd. Ook zou Van Amerongen hebben geschreven: ‘Wie Mauthausen heeft overleefd zal Kreisky ook overleven.’ Volgens de Nederlander was Kreisky ‘een paradejood’. Hoe krijg je dergelijke kwalificaties in je geschrijf voor elkaar? Heb van deze Van Amerongen nooit een hoge pet op gehad. De pers staat bol van berichten over de 70ste verjaardag van koningin Juliana. Herman Felderhof sprak met prominenten over hare majesteit in Elseviers Magazine: Toon Hermans, oudburgemeester jhr. C.J.A. de Ranitz en diens echtgenote, de oude hoge commissaris van Indonesië dr. Mohammed Rum, mr. D.U. Stikker, de commissaris van de koningin in Friesland mr. H.P. Linthorst Homan, oud-premier Willem Drees, de secretaris-generaal van de navo Joseph Luns en mr. J. Lachmon, politicus uit Suriname. Professor mr. I.A. Diepenhorst wijdt een beschouwing aan Juliana en het koningsschap.Ga naar voetnoot102 Anton Koolhaas heeft een film van 109 minuten over haar gemaakt met muziek van Rogier van Otterloo. Producent Govert Veldt van Cinecentrum in Hilversum vertelde het Algemeen Dagblad dat de vorstin de drie keer dat zij ondervraagd werd over haar leven, zeer vermoeiend was geweest. ‘Ook met formuleren was zij uiterst voorzichtig. Zij kon heel kritisch zijn. Als een opname wat minder goed uit de verf kwam zei zij direct laten we het overdoen (...). Soms had zij het emotioneel wel eens moeilijk. Toen zij oude filmbeelden bekeek zag zij dingen terug, die zij was vergeten of gebeurtenissen die een diepe indruk op haar hadden gemaakt. Vergeet niet, deze film gaat terug tot haar jongste jaren.’ De koningin lijkt geregeld naar Cinecentrum te zijn gegaan om de vorderingen te bekijken. ‘Haar goed recht, want zij is tenslotte de grote actrice,’ aldus Veldt. Ook opnamen van prins Bernhard zijn aan de film toegevoegd. Vandaag heeft de Volkskrant een bijvoegsel van vele pagina's aan het koningshuis geweid. nrc Handelsblad zal zich wel wachten voor een dergelijk experiment voor een tweede maal binnen enkele maanden. Lezers protesteerden massaal. De groepsfantasie moet immers levend worden gehouden? | |
[pagina 99]
| |
29 april 1979Gisteren was ik doodmoe en erg van streek van alle rekeningen en de wankele financiële situatie. Vandaag benaderde ik Dirk Keijer, die met geen woord repte over de toegezegde 5.000 gulden. Dat zou verlichting brengen. Met Abdelkadir Chanderli waren nog geen zaken gesloten (als het waar is). Intussen had in het Dolder Hotel te Zurich een uitstekende bespreking plaatsgehad over de plannen met Soedan. Dirk zo de komende maand een delegatie van 23 man naar Moskou leiden. Ik zal hem daar spreken. Ik lichtte Gerard Croiset in over de gesprekken met Jeanne de Mohrenschildt en de toch wel enige twijfels, die deze gesprekken bij mij hadden gezaaid. ‘Ik heb die man gezien,’ aldus de paragnost, ‘daar blijf ik bij.’ Ik antwoordde dat Gerard inderdaad juist had voorspeld dat George de Mohrenschildt jegens mij betrokkenheid met de moord in Dallas zou gaan bekennen. George voelde zich op een of andere manier verantwoordelijk. Maar gesteld dat De Mohrenschildt zich die verantwoordelijkheid slechts verbeeldde, zoals zijn vrouw scheen te denken, zou het dan kunnen dat Croiset het ziektebeeld tien jaar geleden had ‘gezien’ en niet de werkelijkheid? Ik vertelde Croiset ook over de mysterieuze dokter Mendoza, die opdook en vervolgens in lucht op ging, na de zogenaamde ‘behandeling’ van De Mohrenschildt. Op deze informatie reageerde Gerard nogal stil en besluiteloos. Ik hoorde hem denken. | |
30 april 1979Ik moedigde Peter aan zijn vriendin Mary Webber in Madrid te bellen. Na het gesprek ging hij zitten en leek er onderste boven van. Hij had haar gevraagd of hij, wanneer hij naar Madrid terugzou gaan, bij haar zou kunnen wonen tot hij een eigen plek heeft gevonden. Hij wil ook modellenbureaus aflopen in Madrid. Het defilé op Soestdijk is in volle gang. Volkomen abnormaal en pathologisch, a product of fear zouden de psychohistorici zeggen. Gisteravond in bed heb ik lang tegen Peter gesproken over hoe ik het leven beschouw. Hij zei vanmorgen er niet van te hebben kunnen slapen, ‘Ik lachte me kapot, Willem.’ De beelden van de ‘eerste familie des lands’ met een koningin die in een boerenkar, omringd met kleinkinderen, de hoek om gaat, kunnen ‘roerend’ genoemd worden. Het is wel uniek maar je moet je er voor hoeden niet aan de collectieve waanzin ten deel te vallen. We dineerden in Le Musicien. Ik zal Peter erg missen als hij | |
[pagina 100]
| |
weer weg is. Hij ging nog even de stad in. Hij liever dan ik: het is een gekkenhuis op Koninginnedag. We keken naar het gala voor Hare Majesteit met de hele koninklijke familie, waarbij duizend kindertjes vanaf het podium haar toezongen, ‘Slaap zacht: de koningin waakt dag en nacht.’ In de roos! Dat is nu exact mijn analyse van de koningsfantasie en het fata morgana van een koningshuis. Het toont aan hoe kinderen, lang voor ze zelfstandig kunnen denken, al geprogrammeerd en vergiftigd raken met klinkklare onzin. Ook Wim Hoogenkamp trad op. Hij deed voor een keer gewoon gelukkig. James Fallows, die als speechwriter van Jimmy Carter ontslag heeft genomen, heeft in The AtlanticGa naar voetnoot103 over vijftien pagina's zijn besluit toegelicht. Een dergelijk openheid over de gang van zaken aan de top is in Den Haag volkomen ondenkbaar. ‘He is a stable, personally confident man whose quirks are few,’ aldus Fallows.Ga naar voetnoot104 ‘I left his service feeling that when moral choices faced him, he would resolve them fairly: that when questions of life and death, of nuclear war and human destruction were laid upon his desk, he would act on them calmly, with self-knowledge, free of interior demonsGa naar voetnoot105 that might tempt him to act rashly or to prove at terrible cost that he was a man (...). Of all the contenders on the horizon, none would be saner or surer than Carter in those moments.’ Dat was dus de rechtvaardiging voor Fallows zelf dat hij voor Carter was gaan werken. Maar nu de rest. ‘I began to realize,’ aldus Fallows, ‘that the absence of passion was as serious a weakness as the lack of sophistication. I started to wonder about the difference between a good man and an inspiring one: about why Jimmy Carter, who would surely outshine most other leaders in the judgement of the Lord, had such trouble generating excitement, not only in the nation but even among the members of his own staff. One explanation is that Carter has not given us an idea to follow (...). I came to think that Carter believes fifty things, but no one thing (...). Carter thinks in lists, not arguments: as long as the items are there, their order does not matter, nor does the hierarchy among them (...). Carters style of thought cripples him (...). Carter cannot explain what he is doing. He is an easy mark for a Patrick Moynihan, a Ronald Reagan or a John Connally who can speak with passion about the decline of American power.’ Dan vertelt Fallows hoe Carter het presteerde tijdens een be- | |
[pagina 101]
| |
langrijke rede in juni 1978 voor de Naval Academy, waarin hij de bedoeling, had de Amerikaanse politiek tegenover de Sovjet-Unie uiteen te zetten, de boot te missen. De speech werd een ramp. Carter had aan zijn naaste medewerkers om suggesties gevraagd, onder wie Zbigniew Brzezinski, Cyrus Vance, Andrew Young, Stansfield Turner. Fallows vertelt: ‘Carter assembled his speech essentially by stapling Vance's memo's to Brzezinski's without examining the tensions between them. When he finished rewording the memos, the speech was done. It had an obvious break in the middle, like the splice in film.’ Het effect was dat na gebruik van het materiaal van Vance, dat op verzoening was gericht, hij overging in de benadering van Brzezinski, dat er op neer kwam: ‘And now - war!’ The Washington Post wees natuurlijk onmiddellijk op de presidentiële rede, die uit twee tegenovergestelde delen bestond. Jimmy Carter zelf had er niets van gemerkt. Tijdens zijn laatste jaar op het Witte Huis vroeg Fallows zich voortdurend af: ‘Why should a man as well-meaning and intelligent as Carter blithely forgot the lessons of experience and insist on rediscovering fire, the lever, the wheel.’ Fallows zocht het antwoord in ‘the cast of mind’ van Carter. ‘His view of problems as technical, not historical, his lack of curiosity about how the story turned out before,’ was een reden. Een tweede oorzaak was dat ‘beneath the jokes about peanutsGa naar voetnoot106 and grits, lurked the notion of the southern as moron. Carter was determined to prove that he and his associates had not stepped straight out of the Dogpatch (...). The Georgians saw this prejudice behind every slight - in the use of the phrase “the Georgians” itself, in Brother Billy's rise as the stereotypical idiot from the South, and, most of all in the savagery visited upon Bert Lance.’Ga naar voetnoot107 Fallows: ‘Carter's problem as he took office was like Ghana's on the eve of modernization: how to get the technical know-how without accepting the cultural detritus (...). Carter needed the insider's wisdom about the power game if he was to succeed in office (...). The tragedy of Jimmy Carter was that he knew either.’ ‘Carter's willful ignorance, his blissful tabula rasa, could - to me - be explained only by a combination of arrogance, complacency and - dread thought - insecurity at the core of his mind and soul,’ concludeerde Fallows. Hij citeert Walter Lippmann aldus: ‘An effective president must be articulate. He | |
[pagina 102]
| |
must be able to talk in language which is not the lowest common denominator, but the best. What you must lead in the country are the best in the country and they will carry it on down. There is no use of the president trying to talk down to a fellow who can just about read and write. Let somebody else do that. He must talk to the people who teach the man to read and write.’ Ik zou in dit verband psychiater Arnold Hutschnecker andermaal aan het woord hebben gelaten, die al jarenlang pleit voor selectie van presidentiële kandidaten, zoals men topmanagers voor multinationals als Shell, ibm en Mannesmann op de korrel neemt en van a tot z doorlicht op hun geschiktheid voor de functie. Zou General Motors of Boeing Jimmy Carter een betrekking hebben aangeboden? Ik denk in geen duizend jaar. | |
1 mei 1979nrc Handelsblad schrijft in een hoofdartikelGa naar voetnoot108 Verjaardag dat de koningin ‘zo lang en zo duidelijk’ staatsmansinzicht had getoond. Als constitutionele monarch heb je geen moer aan zogenaamd au courant zijn wat speelt. Juliana was, met Bernhard, tegen de Nieuw-Guinea-politiek van Luns. Het was Bernhard die de kastanjes uit het vuur haalde en de eer van het vaderland enigermate redde. Juliana was compleet machteloos. Het defilé op Soestdijk heeft drieënhalf uur geduurd, dit jaar in ijzige koude en met een bewolkte lucht. ‘Prins Claus en zijn tweede zoon Friso hielden het snel voor gezien. Zij bleven niet in de rij, maar maakten een eigen rondgang (...). Later, samen met vader Claus, rende Friso voor de massa uit en dat leverde hem ver voor zijn broers en neefjes een paar klompen op van de gemeente Culemborg (...)’, aldus een gpd-verslag. Vandaag is de tweede zoon van mevrouw Indira Gandhi, Sanjay in New Delhi gearresteerd tijdens een protestdemonstratie tegen het inrichten van een speciaal gerechtshof om zijn moeder te berechten wegens corruptie tijdens haar regeringsperiode van negentien maanden. De acf zegt tevreden te zijn over 1978, maar is somber over de te verwachten resultaten van 1979. Alleen al de sterke daling van de prijs van kinabast op de wereldmarkt leverde het concern een verlies van veertien miljoen gulden op. Wat moet ik toch met mams aandelen beginnen? Ze zullen steeds verder in waarde dalen. Ik heb een rustige dag. Verdiep me in achterstallige knipsels. | |
[pagina 103]
| |
Zbigniew Brezinski zegt in us News & World ReportGa naar voetnoot109 dat er meer en dieper moet worden nagedacht over de renaissance van de islam. Hij ziet het als ‘a vital civilization, an important religion, a way of life for a very high percentage of the world's population (...). It is a religious phenomenon rooted in certain basic values which are not alien to the Christian tradition. And, yet, many Americans are instinctively perplexed by this development.’ Brezinski zou met mijn vrienden van het Psychohistorisch Instituut moeten spreken, maar dat zal niet in zijn kraam te pas komen. Want de vraag is: waarom heeft juist op dit moment, bijvoorbeeld in Iran, dit ‘terugdraaien van de klok’ op massale schaal plaats? Waarom juist nu een terugkeer naar een religieuze fantasieleider en het oude sprookje van de islam? Time schrijft dat het Supreme Court zegt: ‘The mind of ajour-nalist is fair game in libel cases.’Ga naar voetnoot110 Daar heb ik ook rechtstreeks mee te maken in mijn affaire met Time. ‘The Courts can take journalists notes, take telephone records and the police can march into the newsroom,’ aldus Jack Landau van het Reporters Committee for Freedom of the Press. ‘Now libel lawyers can go into your brain.’ In mijn zaak tegen Time (volgens Time zou ik een door Moskou georkestreerde campagne tegen prins Bernhard of het Huis van Oranje leiden) gaat het erom aan te tonen dat malice (boosaardigheid) in het spel is. Voorheen konden media vrijwel alles over iemand zeggen of drukken wanneer die persoon a publicly well-known personality was. In Dallas hebben de juristen van Time alles in het werk gesteld om aan te tonen dat ik een bekende persoonlijkheid ben. Dat geldt hoogstens enigermate voor Nederland maar zeker niet voor de vs, waar Time de onzin van een Pink House of Orange immers eveneens rondbazuinde? Daar is nu bijgekomen dat Amerikaanse rechters juristen naar Amerbos hebben kunnen sturen om in mijn dagboeken (my brain) te snuffelen. The New York Times besprak de beslissing van het Opperste Gerechtshof in Washington in een hoofdartikel: ‘It left journalists vulnerable to litigation that is not only costly but also disruptive and to some degree intimidating.’Ga naar voetnoot111 En wat helpt het geschrijf in de Times? Geen mallemoer. Mijn oude vriend Eric Hoffer heeft weer een nieuw boek geschreven. William Buckley citeert eruit in de The New York | |
[pagina 104]
| |
Times. Hoffer heeft zijn vooroordelen ‘the testicles of my mind’ genoemd. Hoffer acht à priori-denken een schadelijk vooroordeel. ‘A priori logic assumes that poverty breeds crime, that necessity is the mother of invention, that permissive upbringing will produce self-reliant adults, that authority hampers change. The logic of events shows the opposite to be true.’ Hoffer noemt ook enkele zaken die hem duister zijn gebleven. ‘I cannot understand the passion for immortality: the illusion that there is a cure for all the world's ills; Hitler's rise to power; the morbid hatred of some intellectuals for America; the belief of many people that good things will come to pass without effort; that so many well-educated people consider Lenin a great man.’Ga naar voetnoot112 Vijftien procent van de Amerikanen, twintig miljoen mannen en vrouwen, hebben te eniger tijd hulp nodig als gevolg van psychologische problemen, aldus meent de President's Com-mission on Mental Health. Niet minder dan een kwart van het Amerikaanse volk ‘is under the kind of emotional stress that results in symptoms of depression and anxiety’.Ga naar voetnoot113 Professor Sheila Akabas, van Columbia University zegt: ‘Companies recruit workers but they get human beings(...). And human beings bring problems with them not necessarily created by the work place.’ Amerikaanse bedrijven beginnen advocaten, psychiaters en sociaal werkers in dienst te nemen om de problemen van werknemers te helpen het hoofd te bieden. Brendan Jones interviewde Michael Forrestal, president van de us-ussr Trade and Economic Council waar 150 sovjet- en 300 Amerikaanse bedrijven bij zijn aangesloten.Ga naar voetnoot114 Hij beklaagt zich dat de handel met de Sovjet-Unie de afgelopen twee jaar met vijftig procent is gedaald. Het totaal van de handel tussen de beide grootmachten is twee miljard dollar, waarvan meer dan een miljard de leveranties van graan uit de vs betreft. De handel wordt dan ook opzettelijk door Amerikaanse wetgeving sterk beperkt en bemoeilijkt en dit op grond van het feit dat Moskou niet voldoende joden laat vertrekken. Het is een dankbaar smoesje om te voorkomen dat in de marxistische kolos werkelijke vooruitgang wordt geboekt. De houding van de vs ten opzichte van het Kremlin is een variant op de blokkade van Cuba. De Sovjets mogen nooit slagen met hun socialistische experiment. Er zijn in Amerika weer eens drie boeken over Richard Wag- | |
[pagina 105]
| |
ner verschenen waaronder een biografie door Curt von Westernhagen.Ga naar voetnoot115 Tussen 1865 en 1882 schreef Wagner wat hij noemde ‘een bruin boek’, een apart dagboek voor Cosima Wagner dat wordt omschreven als ‘an intimate chronicle of their married life’. Ik heb dit met een aantal delen, ik geloof in 1968, voor Peter gedaan. ‘His career strikes me as being in “variation form”’, noteerde Wagner eens over Franz Liszt. ‘Nothing exists except the one theme, repeated afresh over and over again, but slightly changed each time, ornamented, decorated, refurbished, now the virtuoso, now the diplomat, now bellicose, now spiritual, always the artist, always endearing, always himself (...). I have nothing against variation form: I think Beethoven used it to the most wonderful creative ends.’Ga naar voetnoot116 Je zult met het schrijven van dergelijke onzin de geschiedenis in gaan. | |
2 mei 1979De brief van Henry EbelGa naar voetnoot117 heb ik aan Georgii Arbatov doorgezonden. Willem Smitt van Privé arriveerde voor een tweede ontmoeting op Amerbos. Mijn open brief aan beatrix vond hij ‘aanmatigend’, ‘al was ik het met veel van wat je schreef eens. Ook was de tekst over de hoofden van de lezers van de Nieuwe Revu geschreven. Ik zou hebben afgeraden die brief te publiceren.’ Ik antwoordde: ‘Daarom zit jij waar je zit en ik op Amerbos. Trouwens, waarom zou je altijd in artikelen het oog moeten richtten op lezers die niet kunnen lezen of schrijven?’ Hij vond mijn interviews in de nrc uitstekend, ‘maar je bent te pro Indira Gandhi’. ‘Wat weet je van haar af?’ ‘Ik heb laatst een televisiegesprek met haar gezien. Zij is een heks,’ aldus Smitt. Hij bevestigde dat Privé zeker geen onaangename zaken over de koninklijke familie kon publiceren, want de meeste lezers waren royalisten. Peter ergerde zich groen en geel aan het geklets van Smitt. Hij ging de polders in. Terwijl we spraken belde Jan van Wieringen uit Washington. Hij zal niet voor 12 mei het Juliana-boek in de Volkskrant bespreken. Toen ik Smitt uitgeleide deed, vertrouwde hij me toe: ‘Weet | |
[pagina 106]
| |
je dat de bvd wist dat ik bij jou was geweest.’ Ik dacht: verdomme, ze zijn dus nog steeds bezig.Ga naar voetnoot118 Hij zei overigens 2.000 gulden te zullen over maken voor de tip dat Gerard Croiset de moeder van prins Bernhard behandelt om pijnen, veroorzaakt door kanker, te helpen verzachten. Ook gaat hij de informatie gebruiken dat koningin Juliana met de grootste moeite moest worden tegengehouden toen Molukkers de Indonesische ambassadeur gijzelden in verband met een bezoek van president Suharto aan Den Haag. Volodja Molchanov schrijft uit Moskou dat mijn reis naar de ussr doorgaat. Hij sluit mijn artikel over Luns voor de The Moscow News bij.Ga naar voetnoot119 | |
3 mei 1979Op 10 april schreef de topjurist van Time aan Nieuwe Revu dat Wibo van de Linde niets met de idiote reportage Pink House of Orange, gedateerd 15 maart 1976, te maken had gehad.Ga naar voetnoot120 Samen met Hans Wilbrink heb ik een antwoord voor Time op gesteld. Ik zette er dus in dat Van de Linde Time uitdrukkelijk had geadviseerd de rotzooi niet af te drukken.Ga naar voetnoot121 En hoe kon Wibo niets met een artikel te maken hebben dat het Nederlandse koningshuis betrof, terwijl hij juist correspondent van Time in het koninkrijk was? Het is duidelijk: we zijn weer eens getuige van een rondje schrijven, aangeboden door de inlichtingendiensten via een louche figuur als Robert Kroon. Tamara Sachnazarova van apn in Moskou belde om me er aan te herinneren dat ik bij mijn komende reis de kosten zelf zou moeten dekken. Dirk Keijer had deze uitgaven toegezegd als tegenprestatie voor de contacten die ik hem bezorgde. Ik belde zijn secretaresse, juffrouw Loes, die zei dat Keijer op reis was. Toen ik de villa belde (op hetzelfde terrein dus) kwam Dirk aan de telefoon. Er worden dus weer spelletjes gespeeld. Dat zijn dan je ‘partners’. Het maakt me misselijk wanneer ik iedere keer zoiets ondervind en me realiseer wat a fucking world we live in. Iedere keer verbazen deze dingen me opnieuw. Ik reed er heen. Hij begon met te melden dat toen ik Wil Boezeman van de Vereniging Nederland-ussr had verteld dat Keijer de groep met 120.000 gulden had geholpen en daarom vond dat ze mij nu maar eens, om hem een plezier te doen, | |
[pagina 107]
| |
vliegbiljetten moesten geven, Wim Hulst in de problemen was geraakt. Via Boezeman was er een onderzoekje gekomen en was gebleken dat Hulst de nodige centen in eigen zak had gestoken. Er was een rapportje over gezonden naar de ambassade in Den Haag. Wanneer dit alles de heer Pankov in Moskou ter oren zou komen, zwaaide er wat. Keijer: ‘Je speelt met vuur, Willem. Je bent in financiële problemen en je flipt. Het is allemaal levensgevaarlijk.’ Keijer had Hulst en Boezeman, om zich eruit te redden, wijs gemaakt dat ik de informatie van ambassadeur Romanov had gekregen. Hij vertelde nu dat hij vrienden met me was geworden op advies van Romanov. Het enige wat hij wilde doen, is me een mazzeltje bezorgen, omdat we dezelfde standpunten huldigden. ‘Wijl en mijn familie mogen je graag. We beschouwen jou als een vriend. Ik zal je helpen, maar je moet rustig blijven. Je vertelt mijn zuster in New York dat je met MacMillan een boek met Arbatov gaat schrijven. Dan vertelt zij dit rond en zegt dat je een vriend van haar bent. Uiteindelijk bereikt zo'n nieuwtje ambassadeur Anatoly Dobrynin in Washington. Die gaat dan alarm slaan en geeft door aan Moskou: ‘Beter van niet.’ Keijer: ‘Ik geef je alleen maar een voorbeeld en wat koop je er voor?’ Hij gaf me het gevoel eerlijk en als vriend te spreken. ‘Heeft je moeder je deze dingen nooit verteld?’ ‘Inderdaad,’ antwoordde ik, ‘als mijn moeder me iets op het hart gedrukt heeft, dan is het wel om nooit iemand te vertrouwen, nooit aan iemand confidenties te doen, want niemand zou ons ooit echt helpen.’ ‘Ik zal je helpen,’ zei Keijer. ‘We zullen 5.000 gulden aan Vernu betalen zodat het lijkt alsof je het geld zelf hebt overgemaakt. Ik zal zorgen dat je in Moskou nog eens 3.000 gulden krijgt.’ Deze 8.000 gulden was dan een vergoeding voor het feit dat ik de heer Baehr en Agrartechnik bij Italconsult en Aurelio Peccei in Rome had binnengebracht. ‘Je prostitueert de namen van je vrienden. Je verkoopt Peccei zodoende aan ons.’ Ik dacht dat is wel een heel smerige manier om public relations te omschrijven, waar hij zijn voordeel mee kan doen. Ik kots eigenlijk van de hele gang van zaken, maar ik heb geen keuze. Door de val van de acf-aandelen bezit ik 200.000 gulden minder. Ik moet compensatie vinden via dit soort finder's fees. Vast staat dat ik Dirk Keijer uit mijn ‘computer’ moet halen en nooit meer mijn contacten tegenover hem moet noemen. Niente. Finish.Ga naar voetnoot122 | |
[pagina 108]
| |
In de hal frommelde Keijer een prop papier in mijn hand, een briefje van duizend. Ik was perplex. Josje Hagers van De Telegraaf kwam uren te laat naar Amerbos. Ze stelde zich zeer kritisch op jegens prins Claus. Zij is mee geweest naar Jordanië. Zij had de fotograaf gelast tenminste een plaatje te schieten waarop Claus en Beatrix op zijn minst intiem met elkaar leken om te gaan en aardig te zijn, maar ook dat was absoluut niet gelukt. Ze waren juist koel en afstandelijk jegens elkaar geweest. ‘Misschien had Claus de pest in,’ zei Josje, ‘want het interesseerde hem allemaal niets.’ Tijdens het officiële diner waren er geschenken uitgewisseld. Terwijl het prinselijk paar kostbare cadeaus had gekregen, hadden Beatrix en Claus slechts een boek uit 1923 uit Den Haag meegebracht, geschreven door iemand die toen Jordanië had bezocht. Het was zeer genant geweest. Een hofmaarschalk had haar zelfs toevertrouwd dat iedereen blij was dat de Oranjes weer ophoepelden, want men was finaal uitgepraat geraakt en had geen nieuwe onderwerpen meer weten te bedenken. Zij vertelde dat zij ergens bij Maison zus en zo in Den Haag visitekaartjes had laten drukken en bij die gelegenheid door een boek met voorbeelden had gebladerd. Tot haar verbazing trof zij een kaartje aan van Walter Wunderlich, een voormalige vriend en commandant van prins Bernhard bij de gemotoriseerde afdeling van de Reiter-ss in Berlijn, nu woonachtig op Nieuwe Parklaan 114. De man stond gewoon in het telefoonboek. ‘Henk van de Meijden,’ zei Josje ‘durft zoiets niet. Onze lezers zouden teveel abonnementen opzeggen. Wij hebben domme lezers bij De Telegraaf. De Haagsche Courant zou ermee openen.’ Haar adjunct-hoofdredacteur J.G. Heitink omschreef zij als ‘een man, die achter iedere boom een kgb-agent ziet’. Ik kan ervan mee spreken. Daarom is hij een gemakkelijk werktuig voor inlichtingendiensten, ook in Den Haag, die de Koude Oorlog bedrijven. Ik belde Willem Klinkenberg, die ik in Arti bereikte. Hij werkt aan een boek over prins Bernhard. Hij was stomverbaasd en meende te weten dat het bewuste huis voorheen in bezit van de koninklijke familie was geweest. Hij had de zaak reeds nagetrokken. Wunderlich woonde er inderdaad. Intussen heeft persattaché Prokchorov geregeld dat ik de nieuwe ambassadeur Tolstikov voor nrc Handelsblad kan interviewen. Ik moet vragen inleveren. Op 24 maart 1979 heeft Hervormd Nederland anderhalve pagina opgenomen over mijn laatste gesprek met Gerard Croiset en diens toekomstvisie van de wereld. In een bijvoegsel van nrc | |
[pagina 109]
| |
Handelsblad van 14 april 1979 heeft Paul Abbey, wat een nom de plume is voor een of andere idioot, gemeend de paragnostiek de grond in te moeten schrijven. Hervormd Nederland wordt erin omschreven als ‘een oecumenisch opinieweekblad voor kerk, cultuur en samenleving (...) dat volle pagina's wijdt aan de ene charlatan na de andere’. Gerard Croiset wordt met name genoemd en als ‘mentale flessentrekker’ omschreven. ‘In feite hoort hij thuis in het schemerrijk van de middeleeuwse piskijkers (...) nog nooit is iemand van Gerard Croiset ene mallemoer wijzer geworden (...) de hele man kan naar het rijk der fabelen worden verwezen, waar hij thuishoort.’ Ook professor W.H.C. Tenhaeff wordt door Abbey naar de mestvaalt gedirigeerd.Ga naar voetnoot123 Ik ken Gerard. Hij is een ernstig en consciëntieus mens op wie een woord als charlatan in de verste verten niet toepasbaar is. Dat de nrc zulke onzin afdrukt zonder de geringste kennis van zaken in te brengen, is op zichzelf je reinste kwakzalverij. Nooit zal ik de lange rijen van moedelozen, invaliden en radelozen vergeten die daadwerkelijk verlichting zochten en vonden in de spreekkamer aan de Willem de Zwijgerlaan in Utrecht. Evenmin zal ik ooit vergeten dat Peter zijn nek was ontzet door een duik van een schip in de Adriatische Zee. Wij belden Croiset uit een restaurant in Breda, die zei naar welke bottentrekker in Rotterdam we dienden te gaan omdat zijn 4e en 5e nekwervel ontzet waren. Nadat Peters nek was rechtgetrokken, bleek wat Croiset had ‘gezien’ vanuit zijn woning in Utrecht exact de juiste diagnose te zijn geweest. Hoe dit werkt? Wij weten het niet, maar om het als ‘mentale flessentrekkerij’ af te doen, zegt meer over Abbey dan over Gerard Croiset. | |
4 mei 1979Een lieve brief van mijn oude vriend Jonathan Raymond uit Chicago. Zijn zoon Adam brengt de weekends met hem door. Hij heeft een uitstekende relatie met hem opgebouwd. Hij heeft een huis gekocht wat hij nu aan het verbouwen en opknappen is. Ik schreef hem door zijn brief een heerlijk gevoel te hebben gekregen waardoor veel herinneringen van tijden dat we samen waren boven kwamen borrelen. Ik schreef hem dat Peter naar Madrid zou gaan om in een film te spelen en dat wij ook steeds beter op elkaar afgestemd raken. | |
[pagina 110]
| |
Ik weet honderd procent zeker dat ‘de les’ van Dirk Keijer vruchten zal afwerpen. Ik vertelde hem bijvoorbeeld niet, zoals ik vroeger zou hebben gedaan, dat Walter Wunderlich in Den Haag woont. Wim Klinkenberg is er bovendien met een fotograaf op afgegaan, ook omdat de zaak al via de telefoon was besproken (en dus afgeluisterd) maar de in Den Haag wonende Wunderlich had niets te maken met ‘de’ Wunderlich, eens het ss-vriendje van prins Bernhard. Deze Wunderlich was twintig jaar jonger dan de andere. Op het sovjetconsulaat weigerde een juffrouw aan de balie drie foto's en mijn formulier in ontvangst tez nemen. Ik liet ze dus gewoon achter en begaf me naar Prokchorov. Zijn vrouw serveerde koffie en bleek een arts te zijn, die zich met kankeronderzoek bezighield. Ambassadeur Tolstikov had hem en de tweede man Yuri Timofiev om advies gevraagd over een interview met mij. ‘De heer Timofiev heeft de ambassadeur gezegd,’ aldus Prokchorov, ‘dat wanneer wij zijn eerste persgesprek aan iemand anders zouden geven u zeer ontevreden zou zijn.’ Ik antwoordde: ‘Sorry, ik zou ook teleurgesteld zijn geweest. Immers is de nrc voor een dergelijk gesprek de belangrijkste krant. Het is dus in het belang van de ambassadeur zijn mening aldaar te verkondigen.’ Prokchorov had gisteren als sovj etpersattaché een persconferentie van Ed van Thijn bijgewoond. Hij vond dat de ongeveer vijftig journalisten een duidelijk beter niveau hadden dan de parlementariërs die hij ontmoette. Maandag zou de nieuwe ambassadeur een aantal parlementariërs ter kennismaking ontmoeten. ‘In his shoes, I would not have dreamt to spent time with these idiots,’ was mijn reactie. Maar Tolstikov moet natuurlijk. Toen Casper van den Wall Bake me uitlegde hoe zijn ‘society’-huwelijk in elkaar zou zitten, lachte ik hem in zijn gezicht uit en zei: ‘Count me out.’ Hij weet heel goed dat zolang zijn ouders mij als ‘een schadelijke schurk voor hun zoon zien’, ik nooit een pas in hun richting zal zetten. Maar ik moet hem toch eens vragen wat hij nu eigenlijk van al zijn reizen naar Namibië, Zuid-Afrika, Mozambique of Suriname heeft geleerd. Gerard Croiset belde dat professor Tenhaeff wil dat hij deze Paul Abbey in rechten voor diens geschrijf aanspreekt. Croiset piekert er niet over en heeft gelijk. Nu is Tenhaeff uit zijn humeur jegens Croiset. | |
[pagina 111]
| |
In The New York TimesGa naar voetnoot124 adverteert een aantal mensen, die zeggen van homoseksualiteit te zijn genezen. Lijk me sterk. Mijn oom, professor Alexander Poslavsky, zei al in 1950 over mijn vriend Bertie Hilverdink dat hij homoseksueel was, er gelukkig mee was en dit met rust moest worden gelaten. Ik heb dat advies ter harte genomen en dat was de enige juiste beslissing ten aanzien van een ware geaardheid. De fbi onderzoekt de betrekkingen tussen Billy Carter en de Lybische regering. Er is voor het eerst een studentenstop voor de rechtswetenschappen afgekondigd. The New York TimesGa naar voetnoot125 schrijft een hoofdartikel When a state goes insane. Het gaat deze keer niet over Iran waar ayatollah Khomeiny 31 maart per referendum 99,7 procent van de stemmen kreeg, wat niet anders dan gelogen kan zijn. Er is eigenlijk geen verschil hoe politieke gelovigen (marxisten) en religieuze gelovigen (islamieten) zogenaamde verkiezingsoverwinningen voorstellen. De Times meldt over Oeganda dat Idi Amin in acht jaar tijd 300.000 mensen zou hebben vermoord, een amateur dus vergeleken bij Suharto. ‘Mostly they disappeared, one at the time, to be shot or starved, bludgeoned with car axes, sledgehammers and machetes or thrown to crocodiles.’ Toen militairen uit Tanzania onlangs de gevangenissen te Kampala betraden, vonden ze ondergrondse cellen, volgepakt met lijken, ‘only a few skeletai figures had survived by drinking their own urine and eating the flesh of the dead’. De krant wijst er op dat veel Oegandezen exact wisten wat er aan de hand was maar uit angst hun bek hielden ‘in a conspiracy of silence’. Precies als in Indonesië in 1965-1966 toen Suharto en zijn gangsters honderdduizenden Indonesiërs vermoordden. Op 4 april maakte nrc Handelsblad trouwens bekend dat de Inter-Gouvernementele Groep voor Indonesië (iggi) reeds 25 miljard gulden in het moordende Suharto-regime heeft gepompt. Nederland is vaste voorzitter en Australië, Oostenrijk, België, Canada, Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Japan, Nieuw-Zeeland, Zwitserland, Engeland en de vs, met het imf, de Wereldbank en andere geldschieters, financieren de coupgeneraals. Een sukkel als minister Jan de Koning (Ontwikkelingshulp) opende de 22ste iggi-conferentie in het peperdure Amstel Hotel met de mededeling dat nu Suharto het nieuwe vijfjaren plan heeft aangekondigd om de armoede aan te pak- | |
[pagina 112]
| |
ken, er meer geld cadeau moet worden gedaan aan dit fascistische regime. Nederland zal de bijdrage verhogen van 130 naar 150 miljoen gulden. Professor Wim Wertheim heeft weer geprotesteerd door er op te wijzen dat 60 procent van de plattelandsbevolking van Java van ongeveer 40 miljoen mensen beneden de armoedegrens van tien gulden per hoofd van de bevolking per maand leeft. Zoiets is onvoorstelbaar. Intussen doen defensiefirma's als Philips en Fokker goede zaken met de generaals door het leveren van vuurleidingen en radar, f-27's voor troepentransport en Rijn-Schelde-Verolme gaat marinekorvetten leveren. Frits de Ridder heeft foto's van Peter gemaakt. Soms heb ik met Ton Kors vervelende ervaringen. Hij had beloofd vanuit de redactie van Nieuwe Revu voor mij een afspraak in New York te maken met S. Amerasinghe, president van de Law of the Sea Conferentie in New York, bij wie ik via oud-minister Tissa Wijeyeratne van Sri Lanka werd geïntroduceerd. Ik belde of het was gelukt. Hij zei dat hij niet langs de secretaresse had kunnen komen. ‘Je laat je toch niet afschepen,’ zei ik, waarop hij de hoorn op de haak smeet. ‘Doe het dan zelf maar,’ riep hij ook nog. Hij belde me nog terug. Ik heb hem er maar niet op gewezen dat hij bij de nrc zat dankzij mij. Gisteren sprak ik opnieuw met hem. Hij vertelde de job bij Nieuwe Revu voorlopig voor drie maanden te hebben aangenomen, ‘want het was een constante dans door mijnenvelden’, althans, zo interpreteerde ik wat hij zei. Hij zei heel voorzichtig te moeten zijn vanwege onze vriendschap. Eigenlijk zie je met open ogen, hoe die mensen zelf worden meegezogen in de rottigheid die hen dag in dag uit in de werkplaats omringt. En ze blijven daar slechts zitten terwille van hun eigen levensbehoud.Ga naar voetnoot126 Misschien moet ik vermelden dat twee dagen geleden toen ik Dirk Keijer in de hal van het Hotel de l'Europe ontmoette, er vrijwel meteen een man niet ver van ons af kwam zitten. We stonden op, Dirk met zijn cognac en ik met een blad met koffie, en verhuisden naar de bar. Dirk doet alsof hij zich bespied en achtervolgd door de bvd voelt. Het kan waar zijn want John Massaut van de acf heeft bevestigd dat de bvd vrijwel onmiddellijk na Keijers bezoek daar voor de deur stond.Ga naar voetnoot127 | |
[pagina 113]
| |
Dirk maakt opmerkingen tegen mij, die ik aanvankelijk eigenlijk niet eens wilde noteren, zoals: ‘Wanneer je dat doet, dan zullen we je moeten laten doodschieten,’ of, ‘...dan laat ik je kop afhakken’. Het doet me angstvallig levendig denken aan de gesprekken met Werner Verrips, die zelf vroegtijdig aan zijn einde kwam. In ieder geval heb ik een ding grondig geleerd: het onderwerp geld is met Dirk Keijer voorgoed taboe, totaal en compleet. Ik hoorde op de radio een imitatie van prins Bernhard, wat absoluut voortreffelijk was gedaan, alleen de tekst was beneden peil. Hetzelfde gold voor een imitatie van Juliana. Dat is dus niet mijn benadering van kritiek op het bestaan van een vorstenhuis. Ik volg een andere route. Aardige brief van Howard Stein.Ga naar voetnoot128 | |
5 mei 1979De Volkskrant heeft een advertentie op de voorpagina voor een elpee met de absolute onzin die ze kinderen hebben laten zingen ter ere van Juliana. Ik heb de opnames van het gesprek met Henry Ebel uitgewerkt. Ik heb de uitwerking bij Adriaan van Dis thuis afgegeven in de hoop dat we er iets mee zullen kunnen doen. Voor de zoveelste maal werd een telefoongesprek verbroken, nu met Jan van Beek van de gpd. De idioten. Jan zei later dat het ook binnenshuis verbroken had kunnen worden, maar hij was alleen in zijn woning, net als ik hier, dus wie dan? | |
[pagina 114]
| |
Harry Diemel van de afdeling reserveringen bij klm belde en zei de open brief aan beatrix te hebben gelezen ‘Ik begrijp niet hoe je het durft.’ Ik legde uit dat een mening hebben, zonder aanzien des persoons, weinig met ‘durven’ te maken heeft. Die reactie komt voort uit de aloude visie dat men met een bovenaards wezen heeft te maken, wat Beatrix zelf overigens ook schijnt te denken. Peter is in Tilburg. Hij belde. Zijn moesje had meteen gezegd dat hij er na die weken Amerbos veel beter uit zag, kleur had en was aangekomen. Ik ben tevreden. Ik mis hem al weer erg. Ambassadeur Tolstikov heeft het verdomd om voor de jaarlijkse herdenking van omgekomen sovjetkrijgsgevangenen op Texel per boot vanuit Den Oever te reizen in plaats van rechtstreeks vanuit Den Helder. Hij is helemaal niet gegaan. Zelfs de burgemeester van Texel, J. Engelvaart, heeft kritiek op de Koude Oorlog-mentaliteit van ambtenaren van Buitenlandse Zaken in Den Haag, waardoor een traditie van dertig jaar is onderbroken. Ze zijn stapelmesjogge. De vraag is echter hoe Van der Klaauw zich door zijn ambtenaren steeds maar weer een oor kan laten aannaaien. Zonder een slappeling te zijn en in de pas te lopen, word je natuurlijk ook geen minister van Buitenlandse Zaken. De van Luns geërfde kliek maakt nog steeds de dienst uit. Ik zie dat mijn goede vriend Antonio de AlmeidaGa naar voetnoot129 op het zevende Cervantes Festival in Mexico collega-dirigent Leonard Bernstein is gaan vervangen. Tony maakt toch wel een carrière. | |
6 mei 1979De Duitse televisie toont een film over Urho Kekkonen en noemt hem ‘ijsbreker tussen de groot-machten’. Dat is hij dus ook precies. Hij wordt met De Gaulle vergeleken maar schijnt steeds meer geïsoleerd te raken. Hij blijft aan, omdat hij het vertrouwen van Moskou heeft, maar het aantal vijanden neemt toe. Hugh Sidey schrijft dat Rosalynn Carter de tweede machtigste persoon in Amerika is.Ga naar voetnoot130 Dit is het gevolg van ‘the unstructured nature of Carter's leadership (...). She is the first woman in the club’ en schijnt meer invloed op Carter te hebben dan zelfs Eleanor Roosevelt had op haar man. ‘She sits in on Cabinet meetings, has dropped around to hear national security discussions. “She is more of a realist than the President,” says one | |
[pagina 115]
| |
aide. “She does not exaggerate like Jimmy (...). The president is nuts about her.”’ Wanneer ik zoiets lees, grijp ik terug naar de aanbevelingen van psychiater Arnold Hutschnecker, die al jaren bepleit dat kandidaten voor het Witte Huis dienen te worden geselecteerd na een grondig psychotechnisch onderzoek. Time meldt verder dat buitenlandse journalisten in Moskou het doelwit zijn van pesterijen, soms in elkaar worden geslagen, ervan beschuldigd worden voor de cia te werken of homoseksueel te zijn. Craig Whitney van The New York Times en Harold Piper van The Baltimore Sun zijn zelfs voor het gerecht gebracht wegens ‘slander and defamation’. Tot dusverre ben ik er blijkbaar doorgerold in de ussr. In India wordt een onderzoek geëist inzake activiteiten van de cia. Senator Patrick Moynihan heeft in een boek over zijn ambassadeurschap in New Delhi gemeld dat de cia rechtstreeks en op verzoek geld heeft gegeven aan mevrouw Gandhi's Congress Party ‘Once the money was given to Mrs. Gandhi herself who was then a party official.’ Mevrouw Indira Gandhi heeft de mededeling van Moynihan afgedaan als ‘malicious, motivated and absolutely baseless’. Om haar van zoiets te verdenken, staat voor mij gelijk aan een even absurd verhaal als zou Sukarno zich ooit verwaardigd hebben geld van de cia te aanvaarden of in handen te nemen. In het gunstigste geval is Moynihan zelf in het ootje genomen door zijn eigen inlichtingendienst. In Washington is een Federal Grand jury begonnen aan een onderzoek over smeergelden van Ford aan Indonesische generaals. Van een hoge militair van Suharto zou vast staan dat hij een miljoen kreeg. De advocaat Roy Cohn, berucht geworden als medewerker van communistenjager senator Joseph McCarthy, is een rechtzaak begonnen namens een aantal aandeelhouders van Ford. Ook andere smeergelden aan het Suharto-regime door Hughes Aircraft en een Amerikaans telecombedrijf zullen worden onderzocht.Ga naar voetnoot131 In Oostenrijk is 90 procent van de kiesgerechtigden naar de stembus gegaan. Kanselier Bruno Kreisky behaalde een nieuwe overwinning en begint zijn vierde termijn als kanselier. Zijn Socialistische Partij steeg van 93 naar 96 zetels. Een triomf voor de 68 jarige politiek leider, die ik bewonder voor zijn beleid van neutraliteit tussen Oost en West. | |
[pagina 116]
| |
7 mei 1979Volodja Molchanov belde al vroeg uit Moskou vanmorgen. Mijn werk en interviews zijn geregeld, maar ze houden de poot stijf: ik moet mijn eigen reiskosten betalen. Ik ben in onderhandeling gegaan met Vernu om te zienof er iets geritseld kan worden. Later bleek dat Wim Hulst wat zal regelen, dankzij mijn relatie met Dirk Keijer; dus toch een waardevol contact. Tante Yuut Mennega-OltmansGa naar voetnoot132 vertelde zich in haar prachtige verzorgingsflat in Soest steeds eenzamer te voelen, omdat steeds meer kennissen en oorspronkelijke vrienden zijn overleden. ‘Je bent op mijn leeftijd overbodig geworden,’ zei ze. Zij is nu 83 jaar. Ik vroeg of er dan geen nieuwe contacten waren te leggen in de flat. ‘Ja, maar de mensen die in aanmerking zouden kunnen komen lezen de Volkskrant.’Ga naar voetnoot133 Ik heb haar een kleine cadens gegeven dat dit toch geen barrière mocht zijn. | |
8 mei 1979Volodja Molchanov belde weer vroeg en wilde dat ik materiaal zou meebrengen om in een gesprek met Komsomolskaya Pravda over ‘jeugd’ te spreken. Gisterenavond heb ik een lezing gegeven voor de Rotary in Bilthoven ten huize van dr. Sj. H.M. Vrind, de specialist die mam behandelde. Ik heb hem er altijd van verdacht dat nalatigheid van zijn personeel de plotselinge dood van mijn moeder veroorzaakte en dat hij nooit echt eerlijk is geweest in zijn informatie over wat er die fatale dag in 1974 gebeurde. Hij liet me de tuin zien en stelde me aan de kinderen voor. Maar door mijn hoofd ging de gedachte, dat hij de laatste persoon was, tegen wie mijn moeder had geglimlacht voor zij stierf, zoals hij me indertijd vertelde. Het huis liep vol. Ik sprak anderhalf uur en kreeg een fles Courvoisier. Mam zou gewild hebben, dat ik aan zijn verzoek te komen spreken, zou voldoen. Ik reed in dertig minuten van Bilthoven terug naar Amerbos. De lichten brandden toen ik thuis kwam. Peter was terug uit Tilburg en keek televisie in mijn werkkamer. Ik had me voorgenomen niet opnieuw de conversatie te monopoliseren, maar er kwam weinig van terecht. Ik had hem zoveel te vertellen. Hij had zalige dagen bij zijn moeder gehad. Zijn fiets was gestolen voor het huis van een vriend, wat hem zeer raakte, ‘want mijn moesje had het ding laten opknappen omdat ik thuis kwam’. In bed begon ik hem te vertellen over tante | |
[pagina 117]
| |
Yuut, hoe oud en overbodig zij zich voelde en hoe triest ik dit vond. ‘Weet je nog iets gezelligers te vertellen,’ vroeg hij. Dus ik heb het weer helemaal fout gedaan. Vanmorgen zei ik tegen Peter: ‘Ik ben nog altijd niet lief genoeg voor je.’ ‘Nee, je luistert niet altijd,’ zei hij. Hans Wilbrink van Nieuwe Revu zei me: ‘Je bent je eigen fan-club behoorlijk aan het uitdunnen.’ Ton Kors schijnt nog steeds pissig te zijn dat ik hem de mantel heb uitgeveegd voor slapheid en slechte afwerking van een simpel verzoekje. Het Centrale Comité van de cpsu in Moskou heeft een decreet uitgevaardigd dat kranten, radio en televisie levendiger, moediger en minder eenzijdig moeten worden. ‘Geen enkele vraag, die de arbeiders verontrust, mag onbeantwoord blijven,’ wordt er gezegd. Ook wil men in Moskou dat ‘het antivolkse karakter van het huidige kapitalisme en de schijnheiligheid van de verdedigers van rechten en vrijheden van burgers’ beter worden gepopulariseerd en voor het brede publiek verduidelijkt worden.Ga naar voetnoot134 Dat is toch opzienbarend in het licht van de sovjetverhoudingen. Ik bezocht Cees Meijer in Zaandam voor een uitsmijtertje in een café tegenover De Typhoon. Hij verzekerde me dat mijn contact met de krant zou blijven bestaan. Naast de huizenhandel en beleggingen wil hij in antiek gaan handelen en een zaak vestigen op het eiland Guernsey, waar oudste zoon Jan Kees dan drie maanden per jaar het directeurschap van zal vervullen. Cees toonde me met trots een hoofdartikel over het verbod aan de sovjetambassadeur om via Den Helder naar Texel te reizen. Hij herinnert er aan dat Nederlandse diplomaten in de Sovjet-Unie ook bewegingsbeperkingen worden opgelegd, ‘maar moeten wij dan van de weeromstuit diezelfde kleinzieligheid toepassen?’Ga naar voetnoot135 Het zijn altijd weer de vaste ambtenaren van de bureaucratie, die de naam en faam van het vaderland verpesten, terwijl zogenaamde bewindslieden slappelingen zijn die zich laten koeieneren. | |
9 mei 1979TimeGa naar voetnoot136 meldde dat de vs in 1950 5.800 psychiaters telde; in 1979 niet minder dan 27.000. ‘Psychiatrists themselves acknowledge that their profession often smacks of modern alchemy - full of jargon, obfuscation and mystification, but precious | |
[pagina 118]
| |
little real knowledge.’ In het proces van de ontvoerde Patty Hearst getuigde een batterij psychiaters dat het meisje ziek was, een andere groep sprak dit tegen. ‘To radicals, feminists and homosexuals, psychiatry is just one more villainous agent of the status quo.’ Thomas Szasz, ‘the most outspoken gadfly of his profession’, houdt vol dat er geen ‘mental illness’ bestaat. Collega E. Fuller Torrey, een andere anti-psychiatrie psychiater, volhardt in de overtuiging dat er hersenziekten zijn, zoals schizofrenie, ‘but they can be treated with only a handful of drugs that could be administered by general practitioners or internists’. R.D. Laing daarentegen is er zeker van dat schizofrenie reëel is ‘and it is good for you. It is a kind of psychedelic epiphany, far superior to normal experience.’ Time wijst er op dat er in de vs meer dan tweehonderd vervangende therapieën in omloop zijn geraakt, ‘each day millions of Americans, talk, scream, confront, jump, paint, dance, strip, tickle and grope their way toward emotional fulfillment, from self-help as biofeedback to Transcendental Meditation (...) Freudian psychoanalysts in particular count for only ten per cent of the nation's psychiatrists.’ Dat er een nieuwe wind waait, staat vast, vandaar dat het omslagverhaal van Time de titel kreeg: Psychiatry on the couch. | |
[pagina 119]
| |
Er bestaat een tendens om psychische problemen snel met chemische middelen te bestrijden. Middelen als valium, librium, lithium en ook thorazine voor de behandeling van schizofrenie komen steeds meer massaal in gebruik. Sommige van deze middelen verstoren het denken en hebben verslavende en andere bijeffecten. Sommige middelen veranderen mensen in zombies. Professor Solomon Snyder van Johns Hopkins University (farmacologie en psychiatrie) voorspelt: ‘As a result of psychopharmacology, psychiatry has come from behind the other medical sciences to a position of leadership. We have got a whole new psychiatry.’ Zijn we bezig in een nieuwe Brave New World van mind controlling drugs terecht te komen? ‘We will learn to think of ourselves,’ voorspelt Arnold Mandell, professor in psychiatrie aan de University of Californië, ‘as an orchestra of chemical voices in our heads. Psychiatry will become the most scientifically precise of medical specialties, relying not only on subjective judgement.’ Time concludeert: ‘Undoubtedly, these rapidly opening bio-chemical avenues will place awesome powers in the hands of psychiatrists. The prospective drugs of the future could, of course, be used to create a Huxleian nightmare. But, in capable hands and under public scrutiny, they need not. At the very least, the drugs may give psychiatry the bold new tools that will enable it to shake off its own current depression and fulfill the high hopes that Freud and his followers correctly held out for it.’ Ton Kors belt dat Nieuwe Revu niet van plan is mij naar de Olympische Spelen in Moskou te zenden, zoals ik enige weken bepleitte. Hij heeft blijkbaar voor elkaar dat hij de interviewpagina, die ik verzorgde, mag gaan schrijven, maar dan wel over lokale grootheden. Hij interviewde drs. A.H. Paape, de nieuwe directeur voor het Rijksinstituut voor Oorlogsdo-cumentatie.Ga naar voetnoot137 Peter heeft weer eens last van een stijve nek. Het windt hem ook op dat er nog geen brief van Edwin is. Ik bood Jan van Beek van de gpd een verhaal aan over het boek van William Hoffman over Juliana. Hij heeft als de bliksem zijn eigen correspondent in Washington, Henk Kolb, gebeld.Ga naar voetnoot138 Nu wordt gezegd dat de vrouw van Kolb contact had met de agente van Hoffman, Lisa Collier. Ik was woedend. Voor de zoveelste maal heb ik eigen belangen te luchthartig | |
[pagina 120]
| |
behandeld, liet ik teveel los en nu maken ze de reportage zelf. Als ik mijn bek stijf dicht had gehouden, zoals Dirk Keijer steeds adviseert, dan had ik de opdracht in de wacht kunnen slepen. Peter vindt ook dat ik altijd veel te open ben. ‘Waarom belt Prokchorov nu niet over mijn vertrek naar Moskou,’ zei ik tegen Peter. ‘Hij belt wel,’ antwoordde hij en op hetzelfde moment klingelde de telefoon. Het interview met ambassadeur Tolstikov zal nu ook definitief plaats vinden en de tijd zal me spoedig worden doorgegeven. Intussen heb ik een artikel over Hoffmans boek grondig herschreven. Adriaan van Dis belde dat het nu prima was. Hij had het per taxi naar de redactie laten brengen. In Teheran zijn opnieuw 21 personen geëxecuteerd, waaronder twee voormalige ministers en een generaal. Ook agenten van de geheime dienst die gemarteld en gemoord hadden, werden tegen de muur gezet. Naar schatting werden al tweehonderd Iraniërs terechtgesteld.Ga naar voetnoot139 | |
10 mei 1979Opnieuw zijn zeven personen in Teheran geëxecuteerd, waaronder enkele industriëlen en een generaal. Premier Mehdi Bazargan heeft geprotesteerd tegen de gang van zaken. ‘As we staged a revolution against tyranny, we should not be tyrannical ourselves, we should be just the reverse. Power and responsibility must be restored to the people.’ Bazargan is een roepende in de woestijn. In Washington werd bekendgemaakt dat er met Moskou overeenstemming werd bereikt over salt ii. Leonid Brezhnev en Jimmy Carter zullen spoedig hun handtekeningen zetten tijdens een topontmoeting. Prins Bernhard heeft de nieuwe studentenflats op Nijenrode in gebruik gesteld. Onvoorstelbaar wat er allemaal is bijgebouwd. ‘Nijenrode wil af van bla-bla image’, schreef W.G.J. Bavelaar in Elseviers Magazine.Ga naar voetnoot140 Het noib zou een wat bekakt schooltje zijn voor de wat zwakkere rijkeluiszoontjes. Het beeld van de school: ‘Het zijn vaak bla-bla jongens, met weinig achtergrond maar wel met een goeie babbel.’ In onze tijd, 1946-1948, kostte het 2.500 gulden om Nijenrode te volgen. Nu is het 7.800 gulden per jaar. ‘De bekende criminoloog professor Buikhuisen vertoefde op Nijenrode,’ meldde Bavelaar, ‘evenals de schrijver-dichter | |
[pagina 121]
| |
journalist Michiel van der Plas, de commentator Hofland, de reclameman Gregor Frenkel Frank, de grootgrutter Albert Heijn, de journalist Willem Oltmans en ook Wim Kok, voorzitter van het fnv, leerde er bedrijfskunde en ontwikkelde er zijn sociale en verbale vaardigheden. Niet allemaal bla-bla dus.’ Dat vind ik dus ook zeker niet. John Jansen van Galen en Herman Vuijsje hebben in de Haagse Post in vijf pagina's een uitstekend overzicht gegeven van de rol van Drees inzake Indonesië.Ga naar voetnoot141 Zij bewijzen wat ik al jaren verkondig, namelijk dat Luns hoofdschuldige is door zijn gelieg en bedrieg, maar dat Drees door grenzeloze naïviteit en onkunde inzake het voormalige Indië, even schuldig is aan het debacle in de voormalige Aziatische koloniën. Drees zegt nu nota bene er spijt van te hebben dat de oorlog tegen Indonesië als politionele actie werd aangekondigd. ‘We hadden eenvoudig (!) zonder enig gerucht te maken, moeten doen wat de tegenpartij ook deed, namelijk het bestand verbreken. En als men ons daarover aanviel, hadden we kunnen zeggen: “dat is nu juist wat de republiek ook doet”.’ Keurige mijnheer die Drees. Na gezegd te hebben dat de politionele acties tot verruiming van de toevoermogelijkheden dienden, vertelt hij nu, 22 jaar later, dat de militaire bevelhebber Spoor en de luitenant-gouverneur-generaal Van Mook er op aandrongen meteen de republiek in Djokja te bezetten. Dat was in strijd met wat Drees de socialisten had toegezegd. Maar Beel (kvp) | |
[pagina 122]
| |
was er voor en uit vrees voor een kabinetscrisis in Den Haag moest de Republiek van Sukarno voor de bijl. De tweede politionele actie in Indonesië noemt Drees nu ‘een noodlottig misverstand’. Hij voegt er aan toe: ‘Op het krankzinnige af’. Dan vertelt de oud-premier dat de ministerraad besloot Djokja aan te vallen. Door een boodschap van de Indonesische vice-president Mohammed Hatta, wilde Drees dit besluit eerst terugdraaien. Hij belde stad en land die avond en nacht af maar kreeg niet voor elkaar dat de aanval werd afgelast. Pas de volgende ochtend bleek dat door ‘telefonische belemmeringen’ de opdracht tot oprukken nog niet was uitgegaan. Socialistische ministers wilden een nieuw ultimatum op stellen, maar een meerderheid in het kabinet wees dit van de hand. Eerst dreigde Drees nog met aftreden maar toen puntje bij paaltje kwam, ging ook hij akkoord met de tweede politionele actie. Wat mij mateloos in het artikel van beide collega's interesseert, is andermaal de bevestiging dat Drees eigenlijk in de grond van de zaak een onwetende Hollandse burgerman was. Hij zag Sukarno als een schurk met wie men niet hoorde te praten. Hoe kwam de man aan die ‘wijsheid’, op grond van welke informatie en argumenten? Drees: ‘De kwestie was dat Sukarno de bondgenoot was geweest niet alleen van Japan, maar van Duitsland en Italië, dat hij Mussolini en Hitler had verheerlijkt, hen zijn vrienden had genoemd, en de wens had uitgesproken dat Engeland en Amerika zouden worden verpletterd. Dat vonden we niet de man die als eerste de bevrijder van Indonesië moest wezen en meteen zeggenschap over het hele land kon opeisen. Dat was voor ons uitgesloten.’ Toen Japan Indië binnentrok was Sukarno voor het eerst in elf en een half jaar een vrij man. Dat zijn sympathie bij zijn bevrijders lag, en niet bij Den Haag, zou zelfs Drees moeten hebben kunnen begrijpen. Dat Sukarno aanvankelijk vanuit een ballingsoord op Sumatra gedacht moet hebben dat de nazi's en Japan de oorlog dreigden te winnen, is aannemelijk vooral gegeven de berichtgeving uit die tijd in de binnenlanden van Indië. De oer-Hollandse Drees ging strikt uit van Haagse normen, die wat hem betrof voor de rest van het universum golden. De man wist noch van Indië, noch van de wereld ene mallemoer. Daarvoor dreef hij op Luns. In de visie van Drees was Sukarno een boef, die niet paste in de Haagse opvattingen van fatsoen. Je ziet weer het verschil in het functioneren van verschillende breinen wanneer geïnterviewden als Sicco Mansholt of Dirk U. Stikker over de kwestie spreken en Drees of Romme. | |
[pagina 123]
| |
Mansholt, partijgenoot van Drees, onderstreept dat Drees steeds van mening was dat Indonesië geen recht had op Nieuw-Guinea. ‘Voor de toekomst van onze jongens zit daar op Nieuw-Guinea nog wel wat in,’ aldus Drees. De voorman van de kvp professor Romme: ‘Drees was er aanvankelijk voorstander van dat Nieuw-Guinea bij Nederland zou blijven. Ik ook, ten onrechte.’ Maar Drees zelf beweert in 1979 nog altijd: ‘Ik zeg nog, Nederland had moreel gelijk door het niet over te dragen. De Papoea's waren veel beter af wanneer ze voorlopig onder beheer van Nederland kwamen.’ In 1956 ging Den Haag er zelfs toe over Nieuw-Guinea weer grondwettelijk tot het koninkrijk te rekenen. Aangezien ik die dagen bepleitte de laatste moot uit de Indische taart ook aan de nationalistische Indonesiërs over te dragen, was ik volgens Luns een landverrader, die een deel van het koninkrijk aan Sukarno gegeven wilde zien. Vrijwel alle gesprekspartners van Jansen van Galen en Vuysje geven hun ongelijk toe en betuigen spijt met uit zondering van Willem Drees. Mansholt zegt hierover: ‘Het is merkwaardig maar typerend voor Drees dat hij nooit heeft ingezien dat we daar kardinale fouten hebben gemaakt. In dat verband was hij niet “de grote staatsman”, maar beperkt en wantrouwend.’ Ik begrijp wel dat Mansholt zijn partijgenoot niet helemaal wil afvallen, maar voor mij is Drees wat Indonesië betreft een nationale ramp geweest. Door prutsers als Drees en Luns, en vele, vele anderen natuurlijk - maar zij hadden de leiding in handen - is de dekolonisatie van Indië op een ‘treurspel der gemiste kansen’ (Jacques de Kadt) uitgelopen. Drees gaat zijn graf in, overtuigd zijnde dat hij ‘moreel’ jegens Indië en Sukarno juist heeft gehandeld. Het geeft exact aan met welk brein de man zat opgezadeld, en daarmee ook wij. Daarentegen zegt oud-minister Stikker nu tenminste: ‘Ik ben mij er van bewust dat mede onder mijn verantwoordelijkheid vele mensen zijn gesneuveld. Dat drukt op mij. Dat hoort te drukken. Ik had vlak voor de tweede politionele actie een kabinetscrisis kunnen veroorzaken. Maar ik dacht toen dat ik daardoor grotere moeilijkheden zou creëren, ook in termen van mensenlevens.’ Ik overwoog na het lezen van al dit geklets opnieuw aan Drees te schrijven. Maar wat haalt het uit? De man is stokoud en je verandert zijn gedachten toch niet meer, laat staan dat hij in zal zien dat hij met kameraad Luns rampen heeft veroorzaakt. Ik moest wel aan mijn vrienden en medestrijders professor Pieter Drost en Emile van Konijnenburg van de klm denken, die er allang niet meer zijn. Ik heb altijd het gevoel ook voor hen te | |
[pagina 124]
| |
moeten opkomen, maar er helpt geen lieve vadertje of moedertje aan: de geschiedenis zal eeuwig vervalst worden. In 1994 ben ik er diep van overtuigd dat toen in 1961 een nieuwe, derde politionele actie tussen Nederland en Indonesië dreigde en Luns bereid leek het op een militair conflict aan te sturen, ik er goed aan heb gedaan een initiatief in Washington te ontwikkelen dat tot een snelle detonatie van die tijdbom heeft geleid. Via veiligheidsadviseur Walt Rostov van president John F. Kennedy vestigde ik de aandacht op het bestaan van de groep vrienden van prins Bernhard. jfk zou later in een geheim telegram aan koningin JulianaGa naar voetnoot142 bevestigen via de prins de juiste en vitale informatie te hebben ontvangen om het besluit te nemen Luns en consorten opdracht te geven Nieuw-Guinea binnen de kortste keren te ontruimen en aan Indonesië over te dragen. In Memoires 1961 heb ik de nodige details vermeld en later zal in 1992 hierover meer volgen. Peter Loeb is van mening, dat Johan Polak ‘een ontzettend lieve man’ is, ‘maar zijn gevoel voor commercialiteit vertrouw ik niet erg’. Peter en ik bezochten Polak en zijn vriend Rik gisteren. Polak vond dat Loeb het boek over Juliana wel moest uitgeven. Ik dus niet en ik heb het afgeraden. Laat Elsevier het maar publiceren. Antoine Bodart wandelde bij Polak binnen toen we er waren. Hij is niet meer zo'n mooie jongen als hij eens was. Hij begreep helemaal niets van mijn uiteenzetting over mythen en symbolen, of fantasiefiguren als een paus of koning.Ga naar voetnoot143 Polak en Rik, zijn aangenomen zoon, blijven vreemde vogels. Ik maakte bonje met Prokchorov. ‘Wat denken jullie wel, dat ik een dansje maak voor een sovjetvisum. Wanneer ik mijn paspoort inlever wens ik mijn visum op een zilveren presenteerblad te krijgen, wat denken ze wel.’ Hij antwoordde: ‘De ambassadeur heeft gezegd dat u een visum als iedereen op de normale manier moet krijgen.’ ‘Ik ga helemaal niet naar Moskou, wanneer dit visum vandaag niet in mijn paspoort staat!’ ‘Alleen de ambassadeur kan u op staande voet een visum geven,’ aldus Prokcharov, ‘want consul Abramov houdt zich aan de regels en er staan tien dagen voor.’ Yuri Timofiev werd erbij gehaald. Er was niets aan te veranderen, maar hij adviseerde dat ik aan het einde van het interview voor nrc Handelsblad een persoonlijk beroep op de ambassa- | |
[pagina 125]
| |
deur zou doen het visum meteen uit te geven. Ik was woedend en zei dat ik geen zin had in een knieval voor een lousy visa en vroeg of dit de dank was van de Sovjet-Unie dat ik me had uitgesloofd eens wat andere informatie door te geven dan de standaard anti-propaganda. Prokchorov: ‘Ik ben maar een zwakke persattaché. Ik heb moeite voor u gedaan dit eerste interview met de ambassadeur te bewerkstelligen, doet u het dan voor mij.’ Prokchorov vertelde dat Tolstikov zeer hard aan mijn vragen had gewerkt. Over het Den Helder-incident wilde hij niet meer spreken want de ambassade had er al een persverklaring aan gewijd. ‘Toen Ed van Thij n hier met een parlementaire delegatie bij de ambassadeur was,’ aldus Prokchorov, ‘gedroeg hij zich als een kind. We hebben gehoord dat Van Thijn nu vragen wil stellen aan de regering over de kwestie Den Helder.’ Eindelijk heeft dus het gesprek met ambassadeur Tolstikov voor nrc Handelsblad plaatsgehad. Vincent Mentzel was aanwezig om foto's te nemen. Tolstikov had het zitje dat vroeger in de voorkamer stond naar de eetkamer verplaatst. Het interview nam ik op band op en aan het einde vroeg ik dus om een visum. Na afloop roerde een medewerker van Tolstikov het Time-proces aan, vanwege mijn kgb-connecties. Ik zei dat ik de opbrengst vrijwillig met de kgb zou delen als ik de zaak in Dallas zou winnen. Tolstikov zelf verliet het vertrek onmiddellijk na afloop van het interview. Die begrijpt van public relations geen moer. Waarschijnlijk een stugge, oude stalinist. Van de sovjetambassade reed ik regelrecht naar sauna Thermos, waar Peter al was, die me verwelkomde met de woorden: ‘Ik dacht zonet nog, God was Willem er maar.’ Later heb ik de tape meteen aan mijn bureau uitgewerkt. Peter was gaan joggen en zette de televisie in mijn werkkamer aan. Er was een verslag over terreur in Italië. Ik raakte geïrriteerd want ik concentreerde me op Tolstikov en gaf hem aan dat hij beter in zijn kamer beneden televisie kon gaan kijken. Ik zei er bij dat ik moe was van al het gelazer vandaag ‘...en ik doe niet de hele dag niets, zoals jij!’ Dat was weer helemaal verkeerd van me, en ik zal er morgen met hem over spreken. | |
[pagina 126]
| |
Hoe is het toch mogelijk dat je nasty bent tegen degenen van wie je het meeste houdt. Ik moet met Peter spreken. Casper van den Wall Bake belde dat hij met Carine ook al geregeld botsingen heeft. Ik heb vanmorgen met Jan van Wieringen van de Volkskrant in Washington gebeld. Hij vertelde met collega Henk Kolb van de gpd een flinke botsing te hebben gehad over het Julianaboek van Hoffman. Jan heeft zich stipt aan onze afspraak gehouden. Hij gaat nu pas over het Juliana-boek schrijven. Ik ontmoette Jan van Beek in de poffertjeskraam op het Malieveld. Na lang getouwtrek is het dan zover: ik heb voor 7.500 gulden het Hoffman-manuscript aan de gpd overgedragen. Ik zie dat ene Mink van Rijsdijk van Trouw een column schreef: oranjehuis totempaal?Ga naar voetnoot144 Hij zegt van Sonja Barend mijn open brief aan beatrix te hebben ontvangen. Eigenlijk had hij liever niet over me geschreven, want hij had in zijn adresboekje namen staan van journalisten die hij meer bewonderde dan mij. ‘Mijn voorkeur gaat uit naar meer bescheiden mensen, naar vaklieden, die niet zo ijdel en praatziek zijn als hij,’ aldus Rijsdijk. Ik kan me niet herinneren de man ooit ontmoet of gesproken te hebben. Hij vindt ook het opsieren van de brief aan Beatrix met het familiewapen van Oltmans volstrekt overbodig, wat waar is. Misschien moet ik onderstrepen dat ik hetzelf belachelijk vond, maar dat Nieuwe Revu-medewerkers dat wapen, La vie est un pélerinage, in mijn werkkamer zagen hangen en vroegen of het gebruikt mocht worden. Ik was hier falikant tegen, maar na enig aandringen ging ik overstag. Ik wilde niet dat het project zou afketsen. Bij het verschijnen van het blad en het constateren dat ze het wapen boven iedere pagina hadden geplaatst was ik werkelijk stupéfait. Hoe verzin je zoiets? Daar moet je een Nieuwe Revu mind voor hebben om dat te bedenken. Geen haar op mijn hoofd had aan die mogelijkheid zelfs gedacht. Uit de rest van Rijsdijks kritiek blijkt dat hij letterlijk niets van mijn verhaal heeft begrepen. Waarschijnlijk ben ik nog steeds niet helder en duidelijk genoeg geweest. Adriaan van Dis belde dat de redactrice van het Z-Bijvoegsel hem had gezegd: ‘Het stuk van Oltmans over het Hoffmanboek komt over mijn lijk in de krant.’ Adriaan vervolgde: ‘En sinds de kapitein (André Spoor) ziek te bed ligt met een bronchiale longonsteking en de matrozen muiten (...). Ik kan wel zeggen: this is an order, maar dan lopen de zaken bij mijn afwezigheid uit de hand.’ Adriaan gaf te kennen, zoals Ton Kors dit | |
[pagina 127]
| |
meldde over Nieuwe Revu, dat hij helemaal dol werd van de constante, onderlinge gevechten op de redactie. Van Oscar Wilde wordt verteld dat hij bij aankomst in New York door de douane werd gevraagd of hij iets had aan te geven. ‘Niets behalve mijn genie,’ zei hij.Ga naar voetnoot145 Driehonderd van zijn brieven zijn door Oxford University uitgegeven, bezorgd door Rupert Hart-Davis. Ze werden op ‘literaire waarde’ geselecteerd. Wat een onzin. Eigenlijk was Wilde geen schrijver, maar eerder een converseur. Hij was een briljant causeur, schreef gedichten en toneelstukken en pas nadat hij in 1884 met Constance Lloyd huwde, is hij gaan schrijven om de kost te verdienen. Ik denk dat de zogenaamde niet-literaire communicaties een belangrijker waarde vertegenwoordigen bij het bestuderen van een persoonlijkheid. Dat zal in ieder geval voor mij gelden, want voor mij geldt het omzetten en vertalen van gedachten en gevoelens in literair jargon als het dragen van een pak met vest en das om er zogenaamd ‘netjes’ uit te zien. Ik ben een blue jeans fanaat en het liefste een schrobberdebonk kleder, wat een overblijfsel is van al die jaren New York. Hetzelfde geldt voor het in beweging zetten van mijn hand om te schrijven: ik heb een natuurlijke flow, wars van iedere gekunsteldheid. Paul Marijnis herinnert aan De Profundis als Wilde's meesterwerk. Dat schreef hij dus in de gevangenis van Reading waar hij na zijn ongelukkige affaire met Bosie, Lord Alfred Douglas, terecht was gekomen. Ik zie dat ik het op 28 november 1971 onderweg van Kopenhagen naar Moskou begon te lezen. Ik pak het uit de kast en inderdaad, er staan prachtige uitspraken in, ‘Niemand is het waardig om bemind te worden.’ (pagina 108),Ga naar voetnoot146 waarover alleen al een verhandeling van tientallen pagina's zou zijn samen te stellen. F.M. Dirkx van Transol in Rotterdam belde dat er voor het toestel naar Genève al 32 standby's waren. ‘Is het niet mogelijk dat we iemand anders voor een gesprek met ambassadeur Chanderli sturen, bijvoorbeeld onze vertegenwoordigers in Brussel?’ Ik zei natuurlijk: ‘Nee, op die manier verlies ik al mijn relaties. Dat is geen niveau. Het gaat erom persoonlijk contact te leggen tussen u en de heer Chanderli.’ Ik belde even later de klm zelf en boekte voor ons beiden zonder enig probleem voor 14 mei. Ik telefoneerde Dirkx het nieuws. ‘Wat,’ riep hij uit. ‘Zijn ze helemaal gek. Ik zal onmiddellijk mijn reisbureau bellen.’ | |
[pagina 128]
| |
Prettig om met dergelijke leugenaars om te moeten gaan. Dirkx belde terug: ‘Er stond inderdaad een reisgezelschap op dat toestel, maar die hebben gecancelled.’ Geniale vondst, mijnheer Dirkx, maar ik geloof er geen woord van. Jan van Beek vertelde dat Henk Kolb de schrijver William Hoffman in Delaware had opgezocht en geen hoge pet van hem op had. ‘De garnalen, die ze aten, waren ook niet al te best.’ ‘De druiven zijn zuur Jan, voor mijnheer Kolb, die als gewoonlijk heeft zitten slapen.’ Fred Sanders leest het Julianaboek. De gpd-bladen beginnen er woensdag met een serie artikelen over. Jan Sampiemon belde dat Tolstikov morgen op de opiniepagina van nrc Handelsblad zal verschijnen. Intussen zal Hervormd NederlandGa naar voetnoot147 een pagina publiceren over mijn gesprek met Henry Ebel van het Psychohistorisch Instituut in New York. Dewi Sukarno telefoneerde uit Parijs met een uitvoerig verhaal dat het graf van Bung Karno in Blitar was verfraaid en dat er op de sterfdag, 6 juni, een herdenking zal worden gehouden welke geen enkel lid van Bung Karno's familie zal bijwonen.Ga naar voetnoot148 Ik informeerde Jan van Beek van de gpd dat nrc Handelsblad mijn verhaaltje over het Juliana-boek definitief niet meeneemt, omdat redactrice Vera Illés dit beslist niet wil. Wim Klinkenberg zegt: ‘Die juffrouw is een kreng.’ Hij keerde terug van een journalistenconferentie in Liechtenstein. Hij zei compleet gedegouteerd te zijn over de Koude Oorlog-agitatoren, die daar (als journalisten) aanwezig waren. Jaap van Meekren wees premier Dries van Agt er op dat alleen Nederland van de eeg-landen een ambassade in Jeruzalem heeft. Saoedie-Arabië en andere landen zullen hen boycotten, die hun ambassades daar handhaven. En wat antwoordde het rund Van Agt? ‘We laten ons niet door derde landen de wet voor schrijven.’ Typisch Hollandse arrogantie gebaseerd op onkunde en gebrek aan ter zake doende informatie. Maar wat wil je ook met een figuur als Van Agt? Dat noemt men anno 1979 politiek beleid voeren! Peter en ik zijn eerst de film van Bert Haanstra geschreven door Anton Koolhaas ter gelegenheid van Juliana's 70ste verjaardag gaan zien. Koolhaas vertelde Carolijn Visser trouwens dat ‘de mens achter de Koningin geheel was zoekgeraakt,’ in | |
[pagina 129]
| |
tegenstelling tot wat men had willen maken.Ga naar voetnoot149 Vrijwel alle medewerkers, als Jan Roelands, Ton Ruys en Robert Klinkert, vinden het eindproduct ‘een vertekening van de vaderlandse geschiedenis’. Hare Majesteit is een aantal malen in de studio's komen kijken en schijnt heel wat passages te hebben laten schrappen. ‘Ik wilde zo graag dat mens laten zien,’ aldus Koolhaas, ‘maar daar is bitter weinig van overgebleven. Juist over haar persoonlijke leven wilde ze niets zeggen. Ze was bang dat ze iemand zou kwetsen. Ik had haar graag naar de eenzaamheid van haarjeugd willen vragen. Ik voel me zo genomen door de omstandigheden. We kwamen op den duur zo in tijdnood. Die film hebben we met de duivel op onze hielen gemaakt (...). Bij de première zei de Koningin tegen me dat ik haar nooit meer kon zien. Dat wijst niet bepaald op het ontstaan van een persoonlijke relatie nee.’ Er onstond iedere keer als hm naar de vorderingen kwam kijken ‘grote verwarring’. Er moest bijvoorbeeld een beeld uit van oom Egbert, die bij de begrafenis van koningin Emma de Hitler-groet had gebracht voor het Nederlandse vaandel. Koningin Juliana schijnt ook te zeggen dat zij het altijd heel onplezierig vond om via Duitsland naar Zwitserland te reizen. Mam, die de Eerste Wereldoorlog grotendeels in Luik had doorgebracht, weigerde pertinent een stap in Hitler Duitsland te zetten. We reisden voor 1940 altijd via de Franse Vogezen naar Zwitserland. Een keer ben ik met mijn vader samen in een cadillac door Duitsland teruggereden. We namen een paar Hitler-kerels met hakenkruizen op de armen als lifters mee.Ga naar voetnoot150 Peter en ik vonden Juliana erg vreemd geworden, maar dat wisten we eigenlijk al. Een zeer onvolledig en amateuristisch geheel. Ik wilde notities maken, maar er viel niets over op te schrijven. We dineerden gezellig in restaurant Indonesia. ‘Wanneer zullen we hier weer eten,’ vroeg Peter. Hij zei dat hij vroeger op Amerbos dikwijls het gevoel had gekregen op bezoek te zijn. Nu was het huis ook meer van hem geworden. Ik zei hem dat het niet in orde was geweest dat ik blew my lid gisterenavond over de televisie en dat ik met mijn schrijfmachine in de keuken had kunnen gaan zitten. Hij zei vooral mijn tone of voice onaagenaam te hebben gevonden. Ik onderstreepte dat ik er geen moeite mee had hem duizend dollar mee naar Madrid te geven, maar dat ik ondanks alle houden-van-verklaringen zoiets eenvoudigs als een inconvenience over de televisie | |
[pagina 130]
| |
nogaltijd niet over mijn kant liet gaan. Ik ben niet gerust voor ik mij tegenover hem heb verontschuldigd. | |
12 mei 1979Ik heb besloten de bejaarde vader Drees naar aanleiding van zijn uitlatingen in Haagse Post alsnog een briefje te schrijven: Zeer geachte heer Drees, | |
[pagina 131]
| |
Van Roijen zich bij de president van het lezingenbureau waar ik een contract had getekend, om opnieuw te voorkomen dat ik zou slagen in mijn broodwinning. Prokchorov belde: mijn visum is gereed. Hij adviseerde: ‘Noemt u liever niet de naam van ambassadeur Romanov om in Moskou interviews te krijgen, ook niet met uw pogingen de heer Brezhnev te interviewen.’ Ik begreep hier niets van. Hij dacht dat de vice-voorzitter van de Opperste Sovjet, Ruben, zou kunnen helpen. Hij vertelde verder dat Romanov toen ik hem interviewde voor nrc Handelsblad alle antwoorden alleen en op zichzelf had opgesteld, want hij beschouwde zijn staf als assholes; dat wist ik. Tolstikov daarentegen, zou ruimschoots advies aan de staf hebben gevraagd. Haal je de duivel. Romanov was vele jaren in Den Haag geweest. Ik kende hem door en door bij dat interview. Tolstikov is hier pas en weet van toeten noch blazen. Ik herinner me dat halverwege het interview de kok binnenkwam om te vragen of we nog koffie of thee wensten of wat anders. De wijze waarop Tolstikov de man wegwuifde, was absoluut walgelijk. Een blue blood zou het niet in zijn hoofd hebben gehaald personeel aldus te bejegenen. Romanov had er trouwens ook een handje van. Dat noemen ze dan van het volk voor het volk. nrc HandelsbladGa naar voetnoot153 heeft het gesprek met ambassadeur Tolsti- | |
[pagina 132]
| |
kov gepubliceerd. Waar ik dus als kop voor het interview de politieke missie van Tolstikov als Leitmotif had genomen, heeft de redactie dit zonder overleg gewijzigd. De uitsmijter dat Moskou alle akties van mensenrechtenactivisten rond de Olympische Spelen als muggenbeten beschouwde, is opgevoerd als headline. Walgelijk. En zoiets voor de krant welke pretendeert nummer één in de politieke hoek te zijn. Bovendien hebben ze naast mijn interview een doodernstig hoofdartikel juist over mensenrechten geplaatst. Wat is dit dus? Sommige vragen ontbreken helemaal en wanneer ik zeg in Leningrad een film te hebben gezien, hebben ze mijn woorden gewoon bij het antwoord van Tolstikov getrokken. Zulke zaken maken me wanhopig. Ik kan er niets tegen uitrichten. | |
13 mei 1979Peter hoestte weer en ging om die reden in de logeerkamer slapen. Ik lag er wakker van en dacht over zijn aanstaande vertrek naar Spanje. Ik voelde me verdrietig. We zijn naar Zeezicht gereden en hebben als vanouds een zalige strandwandeling gemaakt. Peter ging joggen. Ik las in Stendhals A Roman Journal. Ik zie dat het in Kaapstad is gekocht dus het moet een boek van mijn ouders zijn geweest. ‘Small souls, which cannot elevate themselves will be charmed by the noble air of kings.’ - Stendhal, blz. 37. ‘I believe, because it is absurd.’ - Stendhal, blz. 40. Van de week had ik de roze bruidsschoentjes van mam weer eens in mijn handen. Ik vroeg me af welke maat ze waren. Ik stak mijn hand er in. Had mijn moeder zulke kleine voeten? Ik haalde ook de donkerblauwe kinderschoentjes, die mam van me bewaarde, tevoorschijn. Ik weet nog exact wat een gelazer ik altijd had met het lipje en de knoop. Peter vindt ook dat ik ze moet laten verkoperen. Liep Peter later op het strand tegemoet. We maakten een rit via Bennebroek naar huis. Als ik aan ons afscheid denk slaat het op mijn maag. Iedere gedachte eraan maakt me ellendig, ook omdat we zo'n positieve en constructieve periode doormaakten. Wim Klinkenberg belde dat het gesprek met Tolstikov zeer belangrijk was geweest. ‘Wat zullen er weer een aantal mensen razend zijn,’ zei hij. Hij achtte de tijd voor een boek met Georgii Arbatov ‘zeer rijp’. | |
[pagina 133]
| |
keek naar zijn blonde haar en dacht aan een tekst van Mahler. Peter ging opnieuw door naar het strand. | |
SchipholOp weg naar Genève, Zürich en Moskou. De Sjah van Iran en Farah Diba zijn door Khomeiny en consorten ‘vogelvrij’ verklaard. We zijn terug in de vijfteinde eeuw. China zegt - met Taiwan - nu 960 miljoen zielen te tellen, of bijna een kwart van de wereldbevolking. Nederland is in New York gekozen tot lid van de Commissie voor de Rechten van de Mens in de vn. Oud-minister Max van der Stoel zal er voor Nederland zitting in nemen. Die mijnheer is voor ieders mensenrechten behalve de mijne, zoals hij in Moskou bewees, toen ik als lid van een nos-televisie team niet de Nederlandse ambassade mocht betreden. Onbegrijpelijk hoe zo'n lul altijd weer aan de bak komt.Ga naar voetnoot154 Na 25 jaar televisie is Willem Duys dus eindelijk met zijn gemeenplaatsen en overdreven geklets opgekrast. Frits Abrahams vertelt in de Volkskrant dat Duys in roerend goed gaat doen. ‘De handel is op zichzelf een boeiend vak.’ Ook Abrahams spreekt over ‘de quasi spontane wijze’ die Duys altijd gekenmerkt heeft. Zijn opvolger: Willem Ruis. Even erg. Het volk heeft de televisiepresentatoren die het verdient. Stendhal zegt ergens dat de gevoelens van schoonheid die sommige schilderijen opwekken, niet in woorden zijn uit te drukken. Hoe in woorden samen te vatten wat er in je omgaat, zoals bijvoorbeeld gisteren, die laatste dag met Peter op het strand? | |
Amsterdam-GenèveF.M. Dirkx, in een donkerblauw kostuum met een streepje en het geijkte leren koffertje, is een rechts mannetje. Margaret Thatcher is nodig; in Cuba wordt de rotzooi alleen maar groter; Dries van Agt en zijn team zijn prima; Transol organiseert volgende week een exportdag in Soest waar prins Bernhard en Hans Wiegel aanwezig zullen zijn; hij sloot contracten over de hele wereld; tot dusverre was Dirk Keijer onfortuinlijk geweest met oliecontracten in Nigerië. Door het geklets van Dirkx heb ik geen tijd gehad verdrietig te zijn over het afscheid van Peter. Bij aankomst op Cointrin belde ik Abdelkadir Chanderli. ‘Bonjour cher ami!’ Hij vroeg ons naar hotel d'Angleterre te | |
[pagina 134]
| |
gaan. Om 10.20 uur arriveerde hij daar in gezelschap van Djamal Lakhdari, voormalig directeur-generaal van Sonatrach en momenteel advocaat hij het Hoge Gerechtshof in Algiers. Hij was gisteravond gearriveerd en zou om 12.30 uur naar Algiers terugvliegen. Chanderli legde uit dat de heer Lakhdari namens een hoge autoriteit in een Arabisch land sprak, die een toppositie bekleedde en tekeningsbevoegdheid had voor het sluiten van contracten. ‘Daarom heb ik gewacht,’ aldus Chanderli, ‘tot ik jullie een werkelijk uitstekend aanbod kon doen.’ Hij had ook in de bar van het Churchill Hotel in Londen een dijk aan Arabische oliehandelaren kunnen brengen, die allemaal crude aan te bieden hadden, ‘maar geen van hen was in een positie werkelijk een contract te tekenen’. De heer Lakhdari wilde (van Dirkx) antwoord op de volgende vragen hebben: 1) What is the maximum price acceptable above the opec price, now at 18 dollar and something? Dirkx zat te zeuren over de kwaliteit. ‘If you want 28, you can get as much as you want, but 34-36 indicates top quality,’ aldus Lakhdari, wat dat ook betekend mag hebben. 2) By what route would the commission be paid, (ik spitste mijn oren), because the signed price on the contract would not be ‘the’ price, the ceiling price. Dirkx antwoordde ‘Via a letter of credit on a Swiss Bank.’ Tegen mij zei Dirkx: ‘We worden volledig gedekt door amro want we zijn een eerste klas bedrijf.’ Djamal Lakhdari antwoordde: ‘If I was your lawyer, I would advise you another way.’ Omdat niemand hierop reageerde, bracht ik dit punt later nog eens naar voren, maar er werd niet op ingegaan. Het zou een letter of credit worden. 3) Welke hoeveelheden wilde Dirkx hebben? Dirkx: ‘This depends on the port and the composition’. Er volgde meer over-en-weer gepraat. Vervolgens zette Chanderli uiteen, die een soort voorzitterspositie bekleedde bij het gesprek tussen Lakhdari en Dirkx, dat de hoeveelheid 30.000 vaten per dag zou kunnen zijn of 1,2 miljoen ton in een jaar. Later zei hij tegen mij: ‘Dat zou een bedrag van 140 miljoen dollar betekenen.’ Lakhdari benadrukte dat zijn opdrachtgever deze olie in drie tot vier maanden verkocht wilde hebben, wat Dirkx prima scheen te vinden. Later zei Chanderli tegen Dirkx: ‘I worked with these peopleGa naar voetnoot155 for a long time. If all | |
[pagina 135]
| |
goes well, they will come back to you with a similar deal in seven months. In my opinion you have an excellent agreement here. I have to make a speech in Houston, but I probably will invent an illness, because I want to see how this is coming along.’ 4) Lakhdari vroeg welke leveringstijd Dirkx verwachtte. Dirkx wilde op zijn beurt weten of met mammoettankers zou worden gewerkt. Dat was het geval. Chanderli verduidelijkte: ‘If for instance Lybia had such an offer, the crude would go to Spain and Dirkx could refine the oil there. If he was getting oil from some Arabian country instead, the refining would be done elsewhere, what would cut down transportation costs.’ Daar zat ik dan als toehoorder in Genève van een oliecontract met mensen, die ik had samen gebracht. Ambassadeur Chanderli kende ik al in sinds de jaren vijftig toen hij vertegenwoordiger was van Algerije bij de Verenigde Naties in New York. Dirkx had ik via Keijer opgepikt. Het uiteindelijke doel: een commissie opstrijken om mijn financiën eindelijk te kunnen oppeppen.Ga naar voetnoot156 Lakhdari wees er op dat zijn client ‘a fast, clean deal’ wenste, ‘totally protected from a legal point of view and one million tons would not attract attention. It will be dealt with by third parties on a highly confidential basis.’ Dirkx vroeg of het op de naam van Chanderli zou gebeuren. ‘Not even that, because I deal through a company name.’ Refererend aan zijn eigen commissie zei de oud-ambassadeur: ‘And I am cheap.’ Onder vier ogen vertelde Chandeli dat Algiers hem de post van ambassadeur in Mexico had aangeboden, maar hij wil als burger in Genève blijven wonen. Hij zei ook dat de heer Baehr (partner van Keijer) hem eindelijk had opgebeld. ‘If it is true what he said, that the president of Togo knows about a threenation deal for 100 million d-Mark, there is a chance the deal will come off, because I told Baehr we are ready to bring in 40 million. Once you have that, the rest will follow easily.’ Chanderli zei ook dat een Amerikaan een boek had geschreven om aan te tonen hoeveel wereldleiders tegenwoordig eigenlijk ziek zijn, te beginnen bij Brezhnev. ‘But, I think these people are sick in the head,’ en hij tikte aan zijn voorhoofd. ayatollah Khomeiny achtte hij Torquemada, Rasputin en Robespierre all in one. ‘They all ended bad, but I think so will the Shah and so | |
[pagina 136]
| |
will Khomeiny: they will both end their lives through assassinations.’Ga naar voetnoot157 Dirkx vroeg hem of hij dacht dat ook de Sjah vermoord zou worden. ‘Surely,’ aldus Chanderli, ‘they will find a way.’ | |
Genève-Zurich, Swiss AirIk denk terug aan diner met Peter gisteravond, hoe hij onder het genot van een Macon-wijntje over zijn vader vertelde.Ga naar voetnoot158 Hij moet zo jaloers zijn geweest, dat hij zelfs niet wilde dat een arts zijn moeder onderzocht. ‘Als mijn moederGa naar voetnoot159 geen zin in seks had, sprak hij dagenlang niet. Ik wist als kind wat er haperde. I simply learned to turn off and go away. Als mijn ouders een scène hadden, dan rende ik naar mijn tante, de zuster van mijn moeder, die in dezelfde straat woonde. Deze vond het zalig als er weer sensatie en wat te kletsen was.’ Toch heeft Peter zich met zijn vader verzoend toen deze in het ziekenhuis stervende was. ‘Ik ben blij, dat je bent gekomen,’ had hij gezegd. Ik kon niet alleen zien, maar vooral kon ik diep aanvoelen, hoe het feit dat hij me dit vertelde, hem zeer emotioneerde, maar ik was er zeker van dat hij zijn werkelijke emoties probeerde te verbergen. Ik kon er verder niets over zeggen als gevolg van mijn eigen hang-ups uit mijn jeugd. We spraken verder. Er volgde een aantal details over zijn vele zussen, hun huwelijken en problemen.Ga naar voetnoot160 | |
Holiday Inn, Room 929Cyrus Eaton is overleden. In 1901 als loopjongen begonnen bij John Rockefeller senior. De man was vóór bruggen bouwen naar de Sovjet-Unie en China. Hij had gelijk. | |
15 mei 1979ZürichIk wekte Peter als gevraagd om 07.00 uur want hij wilde weer naar het strand gaan. Chanderli herinnerde er overigens terecht aan dat Jimmy Carter zich pas openlijk had uitgesproken tegen executies in Iran nadat een vooraanstaande Iraanse jood werd vermoord. Nadat Dirkx had gezegd dat er de afgelopen 25 jaar weinig in de petroleumsituatie in de wereld was veranderd, merkte Lakhdari op: ‘You are forgetting that oil producing nations then were | |
[pagina 137]
| |
still being looted and exploited.’ Ik voegde er aan toe: ‘Yes, now they also think in western terms and are fastly copying western imperialistic methods just like the Soviets are doing.’ De beide Algerijnen meenden overigens dat de Rotterdamse oliehandel een zeer slechte naam had in oliekringen. Regeringen waren dieven. In Frankrijk was de belasting op petroleum van ff 2,80 per liter niet minder dan ff 2,35. In Holland ging er 49 cent naar de belasting op fl 1,20 per liter. Zo hoor je nog eens wat. Transol bestaat elf jaar. Aanvankelijk kocht Dirkx natuurlijk een Rolls Royce om zijn successen te onderstrepen, maar hij vond dat die auto's slecht op de weg lagen en deed de wagen van de hand. | |
14.00 uur, Zürich- WarchauTime gaat uitvoerig in op salt ii.Ga naar voetnoot161 Wat een volmaakt absurde geschiedenis als je de getallen op de kaart van Nigel Holmes bekijkt. Tanks: us 12.100 - ussr 50.000. Erger: 2.026.345 Amerikaanse soldaten versus 4.400.000 sovjetsoldaten, enzo-voorts. Van 16 tot 18 juni zullen Brezhnev en Carter in Wenen bijeenkomen en het nieuwe akkoord ondertekenen waar zes jaar over is onderhandeld. ‘What it seeks to do,’ aldus Time, ‘is maintain a strategic balance that deters nuclear war by allowing each super power a force that could suffer a surprise atomic attack and still be capable of launching a devastating and acceptably destructive counterattack.’ En verder: ‘More important perhaps the new treaty establishes a psychological climate for better relations between Moscow and Washington.’ Help het je geloven. Frank Trippett schreef al vorige week: ‘The calculations that measure national strength in military terms are as impenetrable to the civilian-on-the-street as the formulas of the ancient alchemists’Ga naar voetnoot162 Het nieuwe nummer van Time spelt in detail uit - over achttien pagina's - hoe de onderhandelingen zijn gelopen. Een adembenemend verhaal. Bijvoorbeeld: Andrei Gromyko bezocht Carter op het Witte Huis om opnieuw beperkingen van aantallen raketten te bespreken. ‘Jimmy Carter tried a bit of poker himself. Carter told Gromyko he welcomed the progress that had been achieved and expressed the hope that the remaining differences could be narrowed. The Soviets ultimately got their way on the overall aggregate of 2.250 for total strategic systems, while the us got its way on the mirv aggre- | |
[pagina 138]
| |
gate of 1.200 (...). At the end of the meeting, both sides considered a major breakthrough, Carter showed Gromyko a plastic model of us and Soviet icbm's.’ ‘Now you see why it is so important to limit these things,’ zei Carter tegen Gromyko, alsof deze niet wist waar het over ging. Gromyko zit notabene al sinds 1939 in de buitenlandse dienst van de ussr. In Genève werd vorig jaar juli gehakketakt over hoeveel kruisraketten per bommenwerper zouden zijn toegestaan. ‘The Russians wanted a limit of 20 cruise missiles per plane. Under their formula, a b-52 with 20 cruise missiles would count as one launcher against the subceiling of 1.320; a modified Boeing 747 armed with 80 cruise missiles would count for four launchers. The us wanted an “averaging approach” pegged to the number of 35, so that taken together a b-52 with 20 missiles and a 747 with 50 would count as two launchers, since 20 and 50 average out to 35 per plane. After relentless haggling, the Soviets inched up to 25 and the us inched down to 30 as the base number.’ Dit leest als Alice in Wonderland stuff. Wanneer je zo'n verslag nauwkeurig leest, gaan je haren over-eind staan. Ik verdiep me liever in dr. Lewis Thomas, bioloog en onderzoeker, nu chief executive van het Memorial Sloan-Kettering Cancer Center in New York. Zijn The lives of a cell: Notes of a Biology Watcher heb ik in 1974 gelezen. Prachtig. Paul Gray vraagt zich af ‘what in the world can Thomas find to be so hopeful about?’Ga naar voetnoot163 ‘As it turns out, almost everything. Most simply, Thomas argues (in: The Medusa and the Snail: More potes of a Biology Watcher) that the overwhelming tendency in nature is toward symbiosis, union, harmony. The post-Darwinian view of life as a constant murderous struggle (...) do not match the facts that Thomas has seen. Even what looks like random slaughter may be the opposite. “Take,” Thomas suggets, “the case of the nudibranch (a sea slug) and the medusa (a jellyfish) that live in the Bay of Naples. The slug lives with a tiny fragment of the medusa permanently and parasitically attached to his mouth. The vestigial jellyfish apparently is still able to reproduce: its offspring swim off and become normal adult jellyfish. The slug also produces larvae, but these are rather quickly trapped and subsumed by the new jellyfish.” Aha, one would think, the jellyfish are getting back at the slugs for prior mutilations. No such thing. “Soon the snails,” Thomas writes, “undigested and insatiable, begin to eat, browsing away first at the ra- | |
[pagina 139]
| |
dial canals, then the borders of the rim, finally the tentacles, until the jellyfish becomes reduced in substance by being Baten, while the snail grows correspondingly in size.” At the end, the jellyfish are once again tiny parasites, and the whole cycle begins anew. Which one is the predator then, and which one the prey? This underwater dance lends Thomas' new book its title and occupies the first essay: its implications echo through all that follows. Life may not be a matter of eat or be eaten: it may boil down to eating and being eaten.’ Eigenlijk is het net zo'n vervelend verhaal als de raketten van Brezhnev, Carter, Vance en Gromyko. Lewis Thomas heeft, mede gebaseerd op ervaringen in ziekenhuizen, zich verdiept in het verschijnsel ‘dood’. Het zou wel eens helemaal niet het angstaanjagende gebeuren kunnen zijn, waar vele mensen zo bevreesd voor zijn. Hij baseert zijn gedachten op ervaringen van mensen die dicht bij de dood kwamen voor zij werden gered. ‘Their testimony suggests a peaceful experience. When death is imminent, the brain apparently realizes that pain can no longer be useful as an alarm to spur escape. So, the pain is turned off and replaced by a kind of blissful surrender.’ Thomas schrijft: ‘If I had to design an ecosystem in which creatures had to live off each other and in which dying was an indispensable part of living, I couldn't think of a better way to manage.’ |
|