Memoires 1978-1979
(2009)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 89]
| |
Genève10 november 1978Hotel du RhôneBroer Theo arriveerde hier gisteren zoals we hadden afgesproken. Hij bouwt op de grond die hij in Florida kocht een huis met drie slaapkamers voor 40.000 dollar. Hij wil zich daar later terugtrekken. We bespraken of ik terug naar de vs zou verhuizen. Hij waarschuwde: ‘Kan jij je Manhattan indenken met die verschrikkelijke Amerikaanse winters?’ Hij had gelijk. We berekenden dat, wanneer ik alles in Holland zou verpatsen, ik 120.000 dollar zou overhouden om terug naar Amerika te gaan. Dineerde met Theo alleen, ik hoop dat Francisco Paesa me dit niet kwalijk nam. Hij vertelde trouwens dat hij Dewi Sukarno weer had ontmoet en haar had gevraagd hem te helpen zich in Frankrijk te vestigen. Zij had aan zijn verzoek voldaan en direct de telefoon genomen. Het vervelende van gesprekken met Theo is dat hij van alles een grapje maakt en je nooit weet wat hij meent. Ik vertelde hem in detail over de dood van Keke. Hij zei geen woord maar ik voelde dat het hem beroerde. Maar hoe gesloten is mijn broer voor iedere emotie? Over Holland is hij helemaal ijskoud. Hij verruilde het land in 1948 voor Zuid-Afrika en heeft geen behoefte er ooit terug te keren. Zelf wil hij dus naar Napels in Florida en doet alsof zijn pensionering niet meer veraf is. Na het eten zaten we nog tot middernacht in de kamer te praten. Broer Hendrik beantwoordt uit Kaapstad geen brieven. Hij weet niets over hem te vertellen. Ik lunchte gisteren met de partner van Dirk Keijer, de heer Baehr. Ik vertolkte mijn gevoelens dat Keijer niet betrouwbaar was in afspraken. Hij bevestigde zelf ook de nodige uitbarstingen met zijn partner te hebben gehad. Intussen probeerde hij onze samenwerking vaag te houden, maar ik liet Baehr alles wat we bespraken schriftelijk vastleggen, maakte fotokopieën en weet nu dat ik hem er aan kan houden. Baehr was zeer verlangend om mijn vriend, oud-ambassadeur Abdelkadir Chanderli te ontmoeten, vanwege diens topcontacten in Algerije als general manager van de gasindustrie. We namen een taxi en bezochten hem in zijn flat in Genève. | |
[pagina 90]
| |
Chanderli vroeg staccato wat we wilden met de bouw van graansilo's in Arabische landen, zoals we met Dewi Sukarno, en haar current flame De Sabran, afspraken. Baehr is eigenlijk een typisch Duitse ouwehoer. Ook broer Theo zei weinig onder de indruk van Baehr te zijn, maar daarentegen Francisco Paesa iemand te vinden die dingen deed. Chanderli verloor zijn geduld niet maar vroeg aan Baehr, ‘Hoe denkt u graan in Soedan te vervoeren, er zijn geen bruikbare wegen?’ ‘Ja dat weet ik,’ aldus Baehr, ‘we zullen er vrachtwagens voor gebruiken.’ ‘Wat voor soort trucks wilt u gebruiken? U hebt zes wielen nodig,’ vroeg Chanderli. ‘We hebben hier een regeling voor getroffen met Mercedes Benz,’ was het weinig overtuigende antwoord. Later vroeg ik hem op de man af: ‘Heeft u niet zitten improviseren?’ Hij antwoordde dat hij de Mercedes Benz-uitvlucht ter plekke had bedacht. Gezellige partner. Baehr kwam met nog een project op de proppen in vier Afrikaanse staten, waaronder het land van keizer Bokassa. ‘That are not serious countries,’ zei ambassadeur Chanderli onmiddellijk. Hij vroeg ook waarom Mauritius op het lijstje van Baehr stond, omdat dit eiland ‘een geval apart’ was. Baehr wurmde zich er snel uit en had kennelijk niet gerekend op een gesprekspartner van het kaliber Chanderli. Chanderli, die nauw betrokken is bij het financieren van Afrikaanse projecten, vertelde dat Ivoorkust om een lening van 250 miljoen dollar had gevraagd voor de bouw van een nieuw ministerie van Defensie, een project dat Chanderli had getorpedeerd als niet ter zake doende. Baehr zei hierop dat hij in Togo een afspraak met de president van het land had. Ik denk eigenlijk dat Baehr constant zit te liegen. Mijn broer vroeg nog waarom niemand over Nigeria sprak. Baehr zei dat dit nu het territoir voor Keijer exclusief was, waar Keijer op zijn beurt aan is gekomen, omdat ambassadeur Romanov in Den Haag vroeger ambassadeur in Nigeria was. Maar Keijer liegt waarschijnlijk even onbegrensd als Baehr, dus broer Theo zei dat hij onmiddellijk via zijn kanalen in Zürich om informatie zou vragen over Baehr en diens kantoor in Zug. Baehr en ik spraken twee uur in de flat van Chanderli, toen twee zonen van school thuiskwamen, ik schat van 10 en 15 jaar. Madame Chanderli bleef afgezonderd. Hij vroeg de groeten aan Aurelio Peccei over te brengen, die vroeg later: ‘Wie is Abdelkadir Chanderli?’ Chanderli is al sedert 1958 in New | |
[pagina 91]
| |
York een vriend. Ik vroeg hem of hij memoires zou schrijven. ‘Zeker niet.’ Daar heb je het weer. Chanderli is te prominent geweest om ooit de waarheid te kunnen vermelden. Toen ik met Baehr in Hotel de la Paix terugkeerde stond prinses Beatrix in de hal. Ook dat nog. Zij wachtte kennelijk op haar vader. Ik bestudeerde haar van waar ik zat via een spiegel en het viel me voor de zoveelste maal op wat een nare uitdrukking ze heeft en wat een onaantrekkelijke trut ze eigenlijk is. Als ik niet een belangrijk gedeelte van haar persoonlijkheid door mejuffrouw Büringh Boekhoudt had leren kennen, zou ik haar ongetwijfeld helemaal uit mijn ‘computer’ halen. Zij droeg een groene soepjurk en haar coiffure zat weer verkeerd, jasses. Bernhard arriveerde en zag me toen hij door de draaideur kwam. Hij liep op zijn dochter af en zei kennelijk dat hij me had gezien, want hij maakte met zijn hand en duim een achterwaartse beweging naar de plaats waar ik zat. Even later kwam dr. Aurelio Peccei uit de lift. Hij overzag het ‘slagveld’. In een hoek van de lobby dus zkh en prinses Beatrix met enkele heren van het gevolg, en aan de andere zijde Theo, Francisco Paesa en ik. Ik stevende op Aurelio af, die me iets toevoegde in de zin van ‘onderscheid moet er zijn’, dus dat hij eerst met zijn oude vriend alleen ging zitten. Hij zou later met zkh, diens dochter en de heer Loudon van de ShellGa naar voetnoot71 dineren. Ik zat met Aurelio om adviezen te vragen hoe ik in Tokio het beste te werk zou kunnen gaan. Natuurlijk zou ik contact opnemen met het Japanse lid van de Club van Rome, Saburo Okita. Maar hij maakte me ook attent op Keidanren, de belangrijkste Japanse club, welke zich met China bezig hield en noemde de baas van de organisatie Mr. Doko. Vervolgens introduceerde ik Baehr. Ik had hem op het hart gedrukt beknopt te zijn. Dat lukte deze keer enigermate. Afgesproken werd dat er in januari een ontmoeting in Rome zou zijn. Aurelio heeft de Adela Bank opgericht in samenwerking met enkele Amerikaanse senatoren. Zeker 150 internationale banken nemen er aan deel. Adela is gericht op hulpverlening in Latijns-Amerika. Chanderli had ons al gezegd dat het een zeer pretentieus project was. Aurelio ging naar boven om zich gereed te maken voor de maaltijd met Beatrix en Bernhard. Broer Theo vertelde ons dat hij betrokken was bij de financiering van de bouw van een villa voor Kadaffi in Libië via Zwitserse en Italiaanse bedrijven. Opnieuw kwam Nigeria ter spra- | |
[pagina 92]
| |
ke. Terwijl Theo, Paesa, Baehr en ik in de ene helft van de hotellobby verder spraken, vulde de andere helft zich met een gezelschap dat een diner van het World Wildlife Fund zou bijwonen. Ik zag Sir Peter Scott en de Egyptenaar Mohammed Kassas, beide heren die ik al jaren kende en heb geïnterviewd. Later kwam Aurelio weer uit de lift, liep regelrecht op ons af en zei tegen mij: ‘I come first to you, so now they will have a reason to be mad at me.’ Hij zei dat hij eigenlijk te lui was geweest om zich om te kleden. Hij droeg toch al een donker kostuum. Eerder zei hij dat hij allang met pensioen had moeten gaan, maar dan ging je sneller achteruit dan wanneer je gewoon bleef doorwerken. Drie veiligheidsbeambten, onder wie een met een snor en een ander, een soort mariniers-type, hielden me voortdurend in de gaten. Een kerel, een lange slungel, ging vlakbij waar wij zaten in een stoel hangen. Ik stond op en vroeg of hij Nederlander was. Daarop vroeg ik hem het gezelschap over te brengen dat ik hier toevallig was en niet op oorlogspad en dat ik me absoluut niet met het gezelschap zou bemoeien en er niets over zou zeggen of rapporteren. Terug in ons hotel had ik de telefoon al in mijn hand om Rob Soetenhorst te bellen dat Bernhard en Beatrix in Genève waren, maar ik dacht: niet doen, want ik heb gezegd het niet te zullen doen. | |
Genève-Rome-New DelhiHeb er lange tijd naar uitgekeken naar India terug te gaan. Ook om mevrouw Gandhi weer te ontmoeten, vooral nu zij twintig maanden na een vernederende nederlaag weer een comeback schijnt te maken. nrc Handelsblad meldt: conflict rond Luns in navo smeult voort.Ga naar voetnoot72 De man heeft deze keer keet gemaakt met de West-Duitse minister van Defensie, Apel. Bonn schijnt de modernisering van het West-Europese atoomarsenaal niet alleen aan militairen te willen overlaten, temeer daar generaal Alexander Haig, als voormalig naaste medewerker van Nixon, een ‘politieke opperbevelhebber’ is, die bovendien schijnt te dingen naar het Witte Huis. Tijdens een bijeenkomst van de Nucleaire Planning Groep is er een scherpe woordenwisseling tussen Luns en Apel ontbrand. Luns, die de vergadering voorzat, zei zich niet door Apel de mond te laten snoeren. Kortom, het werd een ordinaire bonje, zoals de hele carrière van deze fundamenteel onbeschaafde cda'er met rotzooi is omgeven. Sytse | |
[pagina 93]
| |
van der Zee vervolgt dat dit geforceerde conflict te maken kan hebben met een Duitse wens Luns te laten oplazeren in Brussel. | |
02.40 uurAankomst New Delhi. We all compose our own life's symphony. |
|