Memoires 1978-1979
(2009)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |
Madrid8 oktober 1978Hotel SanvyHeb eerst een hele tafel met alle cadeautjes voor Peter gemaakt, zoals onze ouders vroeger op De Horst Sinterklaassurprises arrangeerden. Ik heb de omslag van New York Magazine in kleur laten vergroten en op karton gezet: twee shirts, een voor Edwin, het boek van Hannah Arendt, een fijne sweater en tijdschriften. Het ziet er leuk uit. Hoe dankbaar moet ik zijn dat ik dit kan doen. Hij gaat zeggen: ‘Oh, Willem....’ ‘A library: a wilderness of books,’ aldus Thoreau. Toch word ik misselijk van diens gezeik over de maan, de bomen en de vogels. Peter arriveerde tegen 13.00 uur, in een nieuw colbert. ‘Willem, daar zou je eigenlijk een foto van moeten hebben nemen,’ zei hij van de presentjes die lagen te wachten. Gelukkig gaat zijn musical weer verder en is er woensdag een tweede première. Hij bracht een foto mee van zijn show. Hij staat zelf in het midden.Ga naar voetnoot35 | |
[pagina 43]
| |
tafeltje naast ons. De dag van gisteren is in heerlijkheid weggewaaid. | |
TerrasEr ligt een levensgrote kakkerlak op zijn rug te spartelen. Hoe is hij in die positie geraakt? Zonder assistentie is het waarschijnlijk afgelopen. (Vijf minuten later) Ik kon het niet langer aanzien. Nam een blad van een plant. Hij was zo verstandig zich er aan vast te klampen en ik gooide hem tussen de planten. Lijden is lijden. Newsweek verdiept zich in de vraag hoe Henry Kissinger nu aan zijn poen komt. Hij reist stad en land af voor de Republikeinse partij, welke kaartjes verkoopt van 250 dollar om naar hem te luisteren, waar hij dan zelf 10.000 dollar per praatje aan overhoudt.Ga naar voetnoot36 ‘Henry,’ vertelde een partijvoorzitter in de staat New York hem toen hij ergens laat arriveerde, ‘they will stay till 3 a.m. to hear you. They think it is the Messiah coming.’ De uiteindelijke verklaring voor al deze ellende is dat men een geheugen als een zeef heeft. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat de kudde alle scheven schaatsen van Nixon-Kissinger al weer is vergeten. Kissinger is o.a. consultant voor Chase Manhattan Bank, en spreekt in die hoedanigheid voor nbc-televisie. Hij is adviseur van Goldman Sachs makelaars in effecten, en heeft academische functies aan het Aspen Instituut en Georgetown University. Daarnaast vervult hij een reeks directeurschappen en commissariaten. Met Nancy Rockefeller betrok hij recentelijk het luxueuze River House in Manhattan, een appartement van elf kamers. Hij schrijft memoires die hem miljoenen gaan op brengen. Hij had geen zin om maar gewoon senator in het Congres te worden en 57.500 dollar ‘te verdienen’. Er was meer uit te halen. Ik blijf die man dus tot in lengte van dagen een ontzettende smeerlap vinden, net als Nixon.Ga naar voetnoot37 Robert Blakey van het House Assassination Committee heeft gezegd dat ‘the Mafia had the motive, opportunity and means to kill Kennedy.’Ga naar voetnoot38 Het is nog verre van bewezen, maar het is een maar al te bekend feit dat de ‘mobsters’ de pest aan de Kennedy's hadden en dat Teamsters-baas Jimmy Hoffa op mysterieuze wijze werd omgebracht. Een moord waarvan de Kennedy's werden verdacht, terwijl het vast staat dat jfk de maffia inschakelde om te proberen Fidel Castro om zeep te brengen. José Aleman, een Cubaanse vluchteling, en maffiabaas Santos | |
[pagina 44]
| |
Trafficante hebben over deze zaken in Washington getuigd. Aleman had eerder verklaard dat Trafficante de dood van jfk jegens hem had voorspeld. Na bedreigd te zijn, vertelde hij prompt wat anders. Trafficante zelf vertelde dit nooit te hebben gezegd, maar hij gaf wel toe dat maffiacollega's Sam Giancana en Johnny Rosselli met een moord op Castro beschäftigt waren geweest. Giancana werd dus al in 1975 vermoord en Rosselli in 1976.Ga naar voetnoot39 Wat ook te berde werd gebracht was dat een maîtresse van jfk, Judith Exner, briefjes tussen het Witte Huis en de maffiabazen in Chicago schijnt te hebben vervoerd, welke handelenden over het vermoorden van Castro. In Jiddah, Saudi-Arabië, zijn zes mannen onthoofd. Drie vanwege de dood van een politieman die deelnam aan een inval in een tent die als hoerenkast voor boys werd gebruikt en drie anderen vanwege het molesteren en doden van een jongen. | |
10 oktober 1978Ben in onderhandeling met de eigenaresse van het Sanvy Hotel om kamer 410 voor Peter op permanente basis te huren. Dan heeft hij tenminste echt een eigen plek. Thoreau is een dromer. Bij babbelt over de tijd dat hij op jacht ging. Wat is eigenlijk het verschil tussen een konijntje dat zigzaggend wegrent om bloedhonden te ontlopen en mensen op straat in Manhattan, die moeten uitkijken voor een verdwaalde kogel? Angst is angst, voor mens en dier. Imminent death moet even angstaanjagend zijn. Zoals de rollende ogen van de geguillotineerde kippen in de slachterij in Hongarije. Afgezien van enkele prachtige passages vind ik Thoreau's dagboek onleesbaar. Waarom zou ik het uit lezen? Omdat hij het is? Rustige lunch op het terras met Peter. De lucht betrok, we moesten naar binnen. ‘Misschien betekent dit het einde van de zomer,’ zei hij. Het begon te stortregenen. Eindelijk ontmoette ik José M.R. Delgado weer, de neurofysioloog van het Centro Ramon y Cajal. Peter had me gezegd, wetende dat Delgado lang in Amerika had gedoceerd en met een Amerikaanse was getrouwd, hoe hij zelf nu tegen Spanjaarden aankeek. ‘Wie is in Spanje geïnteresseerd,’ antwoordde ik. Maar achteraf begrijp ik wat Peter bedoelde, namelijk de achtergeblevenheid en primitiviteit van Spanjaarden in het algemeen (waaronder stierengevechten). Ze zijn eigenlijk nog ongeciviliseerd. ‘Kan je je voorstellen dat deze mensen ons eens bezet hebben gehouden?’ vroeg ik aan Peter. Ik denk veel | |
[pagina 45]
| |
over hem. De moed moet hem meer dan eens in de schoenen zinken hier in Madrid, bovendien ver weg van Edwin aan wiens gezelschap hij zo is gewend. Mijn voornaamste doel is hem steeds gerust te stellen, zekerheid te geven over onze relatie dat hij in dit constante levensgevecht niet alleen is, ooit, en dat ik er altijd zal zijn om hem te ondersteunen. Delgado vertelde toen ik arriveerde dat hij door een dag lang werken in het laboratorium eigenlijk zeer gespannen was. Daar doet hij dan wat aan. ‘I de-tense myself, I change posture. I take a relaxed position in my chair, talk slowly in a low tone of voice so that the situation becomes more relaxed around me. I modified everyone else today. First, I attended a governmental board of the hospital. I think it is even possible to modify the tone of a whole group, by modifying the way in which you present your material.’ Hij wilde eigenlijk een boek schrijven, waar hij momenteel door andere prioriteiten niet toe kwam, en wel over ‘the practical use of your own brain’. Een ander onderwerp dat hem bezighoudt is ‘the engineering of happiness’. Hij heeft er geen tijd voor, want zijn werk op dit ogenblik is ‘research about inhibitory areas of the brain. Epilepsy, for instance, points to high activity in some areas of the brain. If we would be able to inhibit the high productive areas, then we should have the therapeutic solution of many other medical problems. If you study textbooks of physiology, you will see that in behavior this inhibitory action of the brain is practically forgotten, neglected and unused. I think it will be one of the main thrusts of our research. It is very important. The other one, which is perhaps more ambitious, will be the establishment of artificial intra-cerebral connections through the computer. Some areas of the brain are connected with each other. Therefore, the activity of the one area influences the other, because of this interconnection. Some are not connected, but we could establish artificial connections.’ ‘In other words, your are improving the work of the gods,’ concludeerde ik. ‘We are modifying.’ ‘Even human brains?’ ‘No, we work with chimpanzees. We have, for instance, connected some of the limbic areas connected to aggressive behavior. We have connected limbic areas with negative reinforcing structures in the central brain. We have done it in such a way, that when these areas in the limbic system work, we detect the electrical potentials, the patterns of normal functioning of these areas, and then each time that a specific pattern appears, it is | |
[pagina 46]
| |
sent by radio to a computer. This computer is instructed to recognize the pattern and then to respond by sending by radio a stimulation to these punishing negative reinforcing areas. So each time when the limbic system talks, beep, beep - then every beep, which is an electrical pattern detected and recognized through the computer, goes back to a negative reinforcing area. Then, somehow, the animal learns to suppress the activity in this specific area of the brain. This way, in the specific case of the chimpanzee, aggressiveness was diminished. Also other effects were obtained. The principle, which I think is important, that we have the technology today to do two things: 1) to establish a direct communication: brain-computer-brain, and 2) to establish artificial links between unrelated areas of the brain. What it all amounts to is that we are able to modify the circuitry of the brain and then can guide, suppress or enhance inter-cerebral activities of the brain. You could call it a third result, which follows from the others. Naturally, we would like to do this in an elegant way, without electrodes sticking through the skin. We are therefore developing a system to detect brain waves, then each time that a specific pattern appears it is sent by radio to the computer.’ ‘Amazing how you are able to detect brain waves.’ Delgado: ‘The final link will be to construct micro-computers that should be implantable within the human organism. In this way, you have the whole net receiving and processing information, plus action through instrumentation that can be implanted through the brain inside the body while modifying the brain itself.’ Ik realiseerde me opnieuw hoe de hersens uit elektriciteit en chemische processen bestaan. ‘Where is the biological clock in the brain? How do we have these sensations of time?’ Delgado vervolgde: ‘Spontaneous behavior requires a tremendous precision in the timing of our muscles, arms, legs and neck. There must be some time-keeping-mechanism in the brain. We can most certainly calculate time. How long are we talking? Five minutes? Not yet one hour. How do we know this without looking at a clock? When I want to, I wake up at 8 a.m. Is this mechanism linked to the heart beat? No. It must happen somewhere inside the brain, probably in the hippocampus. There are some neurons that discharge rhythmically. Perhaps is this rhythm related to the discharge of rhythmic neurons of the hippocampus. This could be one of the elements of our biological clock. We are trying to develop bioelectronic instrumentation. We know that sensory information | |
[pagina 47]
| |
is going to modify brain-structures and brain chemistry. This, we have demonstrated in mice. You can modify sensory input in the brain, the chemistry and the physiology of the brain. This is all very well known through experiments in the us and Sweden. But it became necessary to go one step further. Sensory information coming to the brain from the environment materializes inside the neuronal flesh as nuclei-proteins and other chemicals. In other words, this is like a symbolic turnplate of reality. The chemical structure of the neurons is being shaped. Perhaps, this is the basis of memory. The importance from the philosophical point of view is that in this way you have something that we could interpret as non-material (information). It is really non-material, because the same type of information may be covered by different material carriers. You may write, “I love you” in the sand, or on a piece of paper. You may express the feeling with your hands. But the material carrier is different, while the meaning really is the same. Symbols may be the same, while the material carrier is essentially the symbolic meaning that remains the same through different material carriers. Therefore: it is important to separate the non-material symbol from the material carrier. They have to be investigated separately.’ Het duizelde me wel een beetje, maar ik ben langzamerhand diep overtuigd geraakt dat ‘the brain is the quintessence of our humanity.’ ‘Wordt op die manier het referentiekader in de “mind” gevormd,’ vroeg ik hem. ‘That is right. Thus, the frame of reference of each of us is formed.’ ‘But this begins in the earliest days of childhood.’ ‘Indeed: very very early,’ aldus Delgado. ‘At that time the symbolic codes are learned that determine to a great extend our thoughts and personality that represent the frame of reference for each of us.’ ‘What if this frame, this code is wrongly programmed with complete nonsense, for instance?’ ‘The programming occurs from the outside,’ aldus Delgado. ‘Yes, with those damned fairy-tales of the grandmother being eaten by the wolf.’ ‘The important point, the tragedy, is that the responsibility for the shaping of the brain is in effect not the responsibility of an individual, but a social responsibility. Therefore, we cannot close our eyes and say, let a child develop spontaneously. This is not possible. One of the important discoveries of brain physiol- | |
[pagina 48]
| |
ogy is that the brain by itself - that is by genetic determination - will not shape up, will not develop, will not acquire a frame of reference. This information must come from the outside.’ ‘Communists call this their social responsibility,’ zei ik. ‘So, if we like to see free societies and free individuals, it is society itself that should construct personal freedom inside the brain of the individuals that make up that society.’ ‘How to obtain this goal? By presenting more information about brain physiology?’ vroeg ik. ‘No, not only by knowledge of brain physiology. Politicians and educators should become aware of these facts. They are the ones that should change their minds. They must choose what is the purpose of education and how to execute this purpose. We are educating our children and students to what purpose? To make them slaves or to make them free. This is the tremendous choice that states and their politicians should make. This is the final responsibility for political systems: are we going to turn out slaves or free people, with lack of education or with consequences for education. In an anarchic society results will be unpredictable. Some will be slaves. Others will be rebels without a cause. I am very revolutionary in this respect. I think the greatest revolution thinkable is to think through this question: it is a kind of intellectual revolution for the future, that will be far greater than economic or political, because we are talking of a revolution of the mind. We should bring back to common knowledge what the facts of a biologically functioning brain are.’ Professor Delgado noemde dit denken over de brain en toekomstig gebruik van de hersens - en de programmering van minds - veel gevaarlijker dan bijvoorbeeld de dreiging van een atoomvernietiging. ‘Through all our new knowledge, we may transform, shape, direct and robotize man. I think, the great danger of the future will be, not the replacement of human beings by computers, because this is not possible anyway. The real danger lays in the robotizing of human beings without them being aware that they have been robotized.’ ‘But isn't this the case already?’ ‘Of course we are robotized. Think of our behavior today. Most of what we do is done automatically. Even while we are talking, now, you have triggered me obviously by asking questions. But all these answers come automatically. I can modify a little what I am saying, but I cannot think about the question whether I am going to use a certain verb. It all happens automatically. So, the question is: how to de-automatize ourselves? | |
[pagina 49]
| |
First, we must be very automatic but with proper automatisms. Then, in order to take only important decisions we must liberate our mind. If we are continuously thinking about what we are going to do, we remain confused. We cannot decide, because there is such a tremendous amount of information, that the brain must deal with, that this is impractical. One of the bases of the functioning of our brain is that we only process a very small amount of information. How many conversations you can listen to simultaneously? One, two, three, certainly not 22. How many words can you pronounce per second? Two, three, not hundred. There is a tremendous limit to everything. We must know and understand these limits. We must realize that we are driven, directed, robotized by our past. Only then you may free your mind for more important things. You may choose your behavior, your thoughts, your ideas, even your feelings. This is the way to de-automatize. Because by continuing to be tremendously automatic in everything, you will be confused and lost. There is nothing wrong being a robot, but be a good one and focus your attention at one thing at the time. You must continuously ask questions: why are you doing what you are doing and unless you know brain physiology and unless you have a purpose you do not know what you are doing.’ ‘How to determine that long-term purpose, by what yardstick and what grounds,’ vroeg ik professor Delgado. ‘Usually this purpose is being determined by civilization, by the very robot in the human being. What I am proposing is that long term purpose should be determined by yourself within the limits of the surrounding civilization. To be able to do this, you must increase your awareness, your intelligence, your capability to decide. In order to do this a new type of education should be introduced. We should aim at the psycho-civilized man, as I call future human beings. It should be a man who understands the determinacy of his own behavior. Therefore, he should introduce a factor of intelligence into these determining elements: where am I going and why?’ ‘But people are already totally caught in a widespread prevailing madness, like continuously increasing senseless weapons of destruction.’ ‘May be you are caught. I am not. That is the difference. A psycho-civilized man should know how to escape even his early conditioning and its various elements of programming. I know I cannot completely escape early brainwashing, but I can try. One cannot completely escape, but one can try to. Some people es- | |
[pagina 50]
| |
cape to Nature, as they call it. But that way you are not escaping at all. You are only escaping from society. Therefore, what we must do is try to understand the causality. In doing this you can move on two levels: 1) at a personal level: your own private personal life, you can try to modify it, you can live in Madrid or New York and 2) at the social level: trying to modify your surroundings, your friends and even your enemies.’ ‘Modify? How?’ ‘Meaning to use communication, the means to modify frames of reference of others. Naturally this depends upon your own skill. A teacher can modify a few students in school. You can modify the United Nations, if you believe in such an institution. When you are a president of a dictatorial power you can modify the opinions of millions. You can be more ambitious and be a philosopher. Because, it should be realized, that the world is not really directed by guns, not even by atomic power, but by ideas. The ideas of Jezus, Marx or Mao have been more important than the discovery of the H-bomb. Atomic energy will be used in the end by the brain of man. So, if we would like to modify mankind, we must try to modify the brain, what goes on in the minds of human beings. The problem is the conflicts that may arise. If you propose new ideas, which might be looked upon as conflicting ideas you may increase the problems in the world. By introducing these ideas you are opposing an already existing system of thinking.’ ‘It is like creating a new theology.’ ‘I am not trying to create a new religion. What I am saying is, that if you propose new theological ideas, or new political ideas, you are opposing the thinking of different groups of people. Like Marxism against Capitalism. Therefore, I am not introducing that kind of new ideas, but just biology, in the sense of investigating the common denominator of all human beings. People need to breathe, whether you are rich or poor. They need to eat and be warm. They need companionship and shelter. There are many basic needs all human beings share. In the same way they have psychological needs. So, we need our pleasure centres in the brain. We need them to be stimulated in order to enjoy life. We need to be comfortable. You can achieve that in many ways. What I am proposing now is a study of the limits and possibilities of brain functions, to examine which one should be developed as much as possible and for what purpose. Always we should pose the same question: for what purpose? In the past these questions were perhaps useless, because there was very little we could do. Today, we not only | |
[pagina 51]
| |
have industrial power, which is continuously increasing, but we have much more knowledge about how the brain works. What we need to ask ourselves is why do we need to develop or to inhibit some of these brain capabilities?’ Professor Delgado vervolgde: ‘Perhaps the most important question is: what is the purpose of human life? The answer should be derived from brain physiology: what for?’ ‘So, now we arrive at your purpose of the engineering of happiness?’ ‘When you answer this question, then I think you can begin to construct a purpose. This is not so difficult. We have a personal purpose in life, which is to a large extend derived from our own education. But we could perhaps be presented with more ideas coming from the outside. Then you have a broader choice. You yourself are a combination of elements coming from the environment and your genes. Shaping up your brain and your personality you yourself had very little to say about the structuring of all these elements. When your flesh eventually disintegrates, when you are dead, everything is over. All right: this is one explanation of the purpose of life. The second explanation: you possess a mortal soul given to you by some mysterious power. What is important is to preserve this soul and save it, as some think, when you die it moves to heaven. What I am proposing is a biological possibility. It is true that our personality is structured by genes given to us by our parents, plus, what is most important, a huge amount of information codes, grammar, words, sensations, whatever, in other words culture. This is what is given to us, and what shapes our personality. The brains consist of a tremendous amount of facts, created by people, most of whom are dead already. All this information is shaping our own neurons, that carry their codes throughout our lives. We, in turn, are passing on this information, these ideas, this culture, to somebody else, in last instance to our environment. So, what happens is that a flow of information, originating from the environment enters our brain and then leaves the brain back into the environment. Perhaps, our personal purpose is to have some personal enjoyment out of life, but we are really just torchbearers. We possess a light. Something given to us from the past, we are handing over to the future. The important thing is not the personal entity, but this torch of life, of information, of poetry, of art and beauty, that each of us carries. Some of our lives are huge. Some of our lives are tiny small, but the end effect is the same, we are carrying the torch from the past to the future.’ ‘Human life,’ vervolgde Delgado, ‘makes principally sense | |
[pagina 52]
| |
through a social purpose. We are part of a group. Our mission is to be aware of this. If we educate people to truly enjoy this biological reality, they would be by far happier. The meaning of life would increase tremendously. This meaning is not really geared to an individual purpose, but a social one. We would reap individual joy to accomplish this purpose coupled to social usefulness by living and working for the good of society on the whole. I see a kind of personal immortality, something that comes from the past and moves to the future.’ ‘It's a much broader view than simply assuming that we all are removed to a happy ever-after,’ zei ik. ‘It is more realistic,’ duidde Delgado. ‘It is more biologically relevant. I am working this concept out in a paper I intend to publish. I call it the slow birth and slow death of human beings. A human being is actually not born at the moment of birth. A baby is only a mass of cells, without awareness, without intelligence, without the ability to communicate. The newly born baby is only the promise of a human being. A human being is slowly shaped, slowly appearing, and therefore, we are only slowly becoming persons. The same way, we die slowly. We die somewhat when a very close friend dies. Something will be missing in our sensory inputs that was there for a long time. We die, of course, when an atomic bomb destroys a city. Gradually more important things will be missing. We decay in our cells, in our hair, in our nails. Slowly, also very important elements of our personality, like our knowledge of the environment through our body, our eyes, our ears, our taste. Therefore our sensory inputs, slowly disintegrate. If we are aware of these realities, we shall be far more adapted to biological realities as well and in this way neither will we be afraid of death.’ ‘What you are saying seems logical.’ ‘Not only logical, it does happen very slowly. It takes a long time to die. Some of my dead friends - professor Delgado wees op portretten en boekenplanken in zijn werkkamer - are still here with me. Lord Adrian died. But he is here in his books, which reflect his spirit and inspiration. They are with me - therefore, somehow he is still alive. You know why: because I am carrying also his torch. It remains a privilege to have been in touch with this wonderful man. Lord Adrian is living somewhat inside myself.’ ‘How do Soviet scientists react to your ideas?’ ‘My contacts in the ussr have mainly been technical, like taking part in congresses. There, you exchange mainly information about biology.’ | |
[pagina 53]
| |
Na het gesprek met professor Delgado nam ik nog een stukje tekst op over de wisselwerking tussen ons. En uiteindelijk belandden we, ook als staartje van het interview bij de vraag wat iemand mist, die leeft aan de hand van anonieme sekservaringen, zoals ik. ‘In Japan zag ik laatst enkele hele mooie vrouwen,’ zei Delgado. ‘Maar ik dacht er niet over met ze naar bed te gaan. Ik kan alleen dan seks met iemand hebben als ik “in love” ben, van iemand houd.’ Zo spreken vrouwen. Ik legde dus mijn opvattingen over het hele seksbedrijf uit. Hij zei dit wel te kunnen begrijpen, maar overtuigd te zijn dat ik veel miste. ‘You have no permanent ties in life?’ vroeg hij ook nog. ‘Yes, I do, but ties based purely on reality,’ zei ik. En hier sprak de grootmeester in biologische realiteiten! Maar ook hij zit vast aan de Hans-en-Grietje-programmering van iedereen en kan als geboren en getogen rooms-katholiek zich niet bevrijden van traditionele uitgangspunten van liefde en huwelijk. Avondeten met Peter. Hij bracht meer tijdschriften mee, waar zijn foto in was verschenen. Het kan hem niet meer schelen. Hij bewaart ze niet eens. Hij zei geschokt te zijn door de plotselinge dood van de zanger Jacques Brel, wat ik zei overdreven te vinden, maar ik verwarde Brel met Aznavour. ‘Ik zong in Londen dikwijls Brel,’ zei hij. ‘Hij was een rasartiest. Hij schreef en zong eigen liedjes. Er zat altijd een trieste realiteit in wat hij voordroeg.’ Brel werd 49 jaar. | |
11 oktober 1978Peter krijgt kamer 412 voor 1.800 peseta's per dag. Hij betaalt zelf 1.000 en ik vul de rest aan. Zal meteen 25.000 aan Sanvy laten overmaken.Ga naar voetnoot40 We aten een visje als lunch op het terras. Hij schreef zijn moeder. Heel sfeervol. Hij vindt het heerlijk vanaf vrijdag in de Sanvy te wonen en op zichzelf te kunnen zijn. Hij ging nog even liggen, terwijl ik de tape met Delgado verder uitwerkte. Vanavond was de tweede première van Ven A Disfrutar in het Teatro Principe.Ga naar voetnoot41 We gingen vooraf naar de Gran Via. Peter bood me een glaasje champagne aan om dit te vieren. Hij zei dat een beroemde criticus, ‘een oude nicht’ erop stond een foto met hem in bloot bovenlijf te laten maken. ‘I have to play the game, because he is influential and powerful, and what I | |
[pagina 54]
| |
need now is publicity.’ Hij voegde er aan toe dat de man op subtiele manieren probeerde Peter mee de koffer in te krijgen, waar dus geen enkele kans op is. Na afloop van de show is er een feest met de cast. Ik probeerde 24 rode anjers aan hem overhandigd te krijgen en wilde die, dacht ik, even afgeven aan het theater. Er ontstond een fikse scène want dat wordt in Madrid niet gedaan. Ik heb de show trouwens gezien. Ik wou maar dat hij wat anders deed. ‘Ja, een kantoorbaantje,’ zei hij toen we er vanmiddag over spraken. ‘Of wil je dat ik weer aan kinderen les ga geven?’ Hij voegde er aan toe: ‘I absolutely loathe them, I hate them.’ Hij vertelde me daarop weer allerlei details over zijn ervaringen als onderwijzer in Tilburg vroeger. Ik moest hem gelijk geven. | |
12 oktober 1978Toen ik gisteravond na de show in de Sanvy kwam heb ik Peter een brief van vijf kantjes geschreven. Ik was moe, verdrietig en ontdaan. Ik heb namelijk werkelijk moeten huilen toen hij het liedje Soy gay zong. Hij zat er bij op de rand van het podium en zijn stem was waarachtig heel mooi. Ik was er eigenlijk ondersteboven van. Ook de modulaties waren prachtig, the way he switched to very forceful singing. Die andere jongen schreeuwde, maar Peter zong. Zouden zijn lessen in Londen zoveel vruchten afwerpen? Hij was er ook volkomen in zijn element bij, ook al heeft hij de neiging, ik kan dat waarnemen, niet echt helemaal ontspannen te zijn. Iemand had over ‘the cold professionalism of Peter van de Wouw’ geschreven, vertelde hij. Die andere jongen, Carlos, komt eigenlijk als een soort seksbom over. Peter heeft ook wel eens iets houterigs op de Bühne. De show heeft een prettig tempo. De muziek is nogal opwindend. De hele voorstelling is het beste wat ik Peter ooit heb zien doen. Ik schreef dus dat ik me realiseer dat hij aan het doen is wat hij het liefste wil en dat hij kennelijk een heerlijke tijd in Madrid heeft. Hij draagt, ook op de planken, een cockring, wat me eraan herinnert, hoe hij die dingen voor het eerst samen met mij in San Francisco kocht. Ik weet niet waarom dit nu zo nodig is, maar ik zeg er niets over. Heb met veel plezier gevolgd waar hij mee bezig is. Ben de hele ochtend al op de rand van tranen. Toen ik Frederick Ress schreef over alles was ik helaas meer geëmotioneerd dan bij Edwin in Londen. Als hij direct komt, hebben we nog maar twee uurtjes samen voor ik weer vertrek. Ik voel me van binnen huilerig en ben in dit opzicht als mam. | |
[pagina 55]
| |
Aeroporto, Madrid,Het is allemaal alweer voorbij. Gelukkig kwam hij al vrij vroeg naar het hotel. Hij stelde honderd vragen over hoe ik de show had gevonden en hoe hij er uit had gezien. Hij vroeg ook zijn moeder te schrijven hoe alles was geweest. Hij had al spullen meegebracht en begon de kamer te vullen, met zijn vitaminepotten en een aantal kleren in de laden. Ik dank de hemel dat ik heb kunnen helpen met zijn kamer in de Sanvy. ‘Je hebt me deze keer werkelijk overladen met alles, Willem,’ zei hij. ‘Dat krijg je later dus minder,’ zei ik, waarop hij verbaasd keek. Ik was weer in tranen toen hij kwam en we over zijn lied spraken. ‘Weet je wat ik in die song eigenlijk zeg? Ik schrijf een brief aan mijn ouders om ze te vertellen dat ik “gay” ben.’ We zoenden elkaar driemaal ten afscheid. Ik zette hem af bij zijn flat. Hij vertelde gisteren: ‘Ik gaf twee klassen tegelijk les in Tilburg. Wanneer je de ene groep werk opgaf dan luisterden de anderen naar wat je zei. Moeders kwamen bij je klagen over de geslotenheid van hun kind. Dan besteedde je dus extra aandacht aan dat kind en moedigde het bijvoorbeeld aan. Inderdaad zag je dan soms fantastische resultaten. Dacht je dat de pastoor (de directeur) van de school enig idee had waar je mee bezig was? Hij kletste alleen maar over de Bijbel en God. Ik zag echter heel goed hoe zo'n kind opbloeide. Mijn zus Trees gaf les op de kleuterafdeling. De pastoordirecteur probeerde haar te naaien. Onwerkelijk. Ik heb sedertdien voor dit soort situaties diepe minachting behouden. Dan zei ik tegen zo'n kind: “kom eens hier mijn duif,” of ik noemde het kind “mijn appel”. Dan kreeg ik prompt een reprimande wegens gebruik van onparlementaire taal....’ Jammer dat ik ons gesprek over zijn Tilburgse periode niet opnam. Wat wacht me allemaal in Amerbos? Ik ga eerst die arme hond bevrijden uit zijn kennel. |
|