Memoires 1977-1978
(2008)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 281]
| |
Amsterdam27 januari 1978AmerbosEr was veel post. Ik was het meest verheugd met een brief van Aleksei uit Leningrad, ‘three days after the New Year. So many things changed my life. I am married with a pretty girl from Helsinki. I will be very happy to see you in my city.’ Ellen Thomassen schrijft uit Bataan, op de Filipijnen, waar zij met haar man en dochtertje verbljift voor een project van het ministerie van Ontwikkelingshulp. Haar man doet onderzoek onder bouwvakkers die een kerncentrale aan het bouwen zijn. Lukman Hakim, voorzitter van de studentenraad van de Universiteit van Indonesië, heeft gewaarschuwd dat het tot bloedvergieten komt wanneer Suharto in maart tot president herkozen zal worden. Alleen verandering in het nationale leiderschap zou de verbetering kunnen brengen die nodig is. Het leger is in staat van paraatheid gebracht. Hans Waleveld treedt af als hoofdredacteur van de Nieuwe Revu. Hij is het gekonkel en cutthroat business op de redactie beu. Hij vertelde me de intriges niet langer te kunnen verdragen. Lisette Lewin schreef er een walgelijk stuk over in Vrij Nederland, waar overigens hetzelfde gebeurt. Ton Kors kwam langs op Amerbos. Hij beschreef wat er zoal op de redactie van Vrij Nederland aan de hand was. Hij vroeg trouwens: ‘Wat is de eerste regel in je dagboeken?’ Ik ging naar de kast en vond: ‘Er was eens een kabouter...’ | |
29 januari 1978Peter arriveerde uit Londen. Hij had maagpijn. Hij houdt trouwens niet van vliegen. Hij ging eerst slapen. Dr. Jermen Gvishiani had per telegram gevraagd of we in maart aan het boek zouden kunnen werken nu hij niet naar Florida zou komen.Ga naar voetnoot242 Aurelio Peccei zegt steeds dat zelfs hij, de schoonzoon van de premier, nooit zeker is van toestemming om het land te verlaten. Peccei en Gvishiani zijn oude vrienden sinds zij samen Togliatti, de sovjetversie van Fiat, dus de Ladafabrie- | |
[pagina 282]
| |
ken neerzetten. Ik belde assistent Serdiouk in Moskou en hoorde dat Michael Korda van Simon & Schuster als beloofd een telegram had gestuurd om te zeggen dat hij belangstelling had voor ons boek. Cees Meijer, mijn hoofdredacteur bij De Typhoon, heeft inderdaad Beatrix en Claus een brief geschreven over mijn bevindingen in Boedapest. Daarin is voldoende duidelijk geworden dat ook ambassadeur Beelaerts van Blokland zo zijn bedenkingen heeft over het functioneren van het departement onder leiding van Max van der Stoel, en nu dan onder de heer Van der Klauw. H.W. von der Dunk becommentariëert een nieuw boek van dr. J.G. de BeusGa naar voetnoot243 onder de kop: verhelderend boek.Ga naar voetnoot244 Twee achttien centimeter lange portretten van Sukarno en Hitler tegenover elkaar, begeleiden het verhaal op de opiniepagina van de nrc notabene. Hoe is het godsterwereld mogelijk? Zelfs De Beus - en historicus Von der Dunk meent dat historici hem om dit boek ‘zeker dank verschuldigd zullen zijn’ - laat zich verleiden tot dit genre misdadige kwaadsprekerij. Suharto liet honderdduizenden van zijn eigen mensen overhoop schieten. Sukarno heeft als president van Indonesië geen druppel bloed aan zijn handen. De Beus wijst er gelukkig op dat de parallel Sukarno - Hitler ‘discutabel’ is. ‘Dictatoren zijn nu eenmaal agressief, onbetrouwbaar, zien afspraken en verdragen als vodjes papier en worden door toegeven slechts aangemoedigd tot grotere brutaliteit. Zo ongeveer luidt de les van dit boek,’ aldus Von der Dunk. Daarop volgt een slappe analyse van deze historicus - ‘een gelijkenis (tussen Hitler en Sukarno) was er’ schrijft hij gewoon. Hij sluit af met de opmerking: ‘De verontwaardiging waarmee velen hier aanvankelijk de republiek met Nazi-Duitsland vergeleken, getuigt van een verbluffende blindheid.’ Wat te beginnen als de heren historici bakerpraatjes, als dat Sukarno een dictator zou zijn geweest, klakkeloos overnemen zonder in de verste verte te weten over wie zij het hebben? Was Sukarno maar een dictator geweest, dan zou Suharto nooit de kans gekregen hebben hoogverraad te plegen en ook nog onbestraft te blijven. Hij had nooit van Bung Karno af kunnen nemen wat hem toebehoorde en door het Indonesische volk in handen was gegeven. ‘Verhelderend’ noemt Von der Dunk de heer Beus, waarbij je niet moet vergeten dat de verteller van dit soort hocus pocus ‘gewoon hoogleraar in de twintigste eeuw- | |
[pagina 283]
| |
se geschiedenis’ is. Dit is het soort kost dat de nieuwe generaties voorgeschoteld krijgen. Ambassadeur J.H. van Roijen wordt weer als ‘meesterdiplomaat’ aan de man gebracht, door De Beus in hoge mate bewonderd, want in het land der blinden is nu eenmaal altijd éénoog koning. Wanneer je ‘het verhelderende boek’ van De Beus beschreven ziet door de mijns inziens ‘getroebleerde bril’ van de heer Von der Dunk, dan verschijnt er een mislukte historische soufflé in de annalen van de Universtiteit Utrecht, die mij de kriebels bezorgt. ‘De Beus maakt duidelijk, dat Sukarno op een oorlog aanstuurde (inzake Nieuw-Guinea) natuurlijk omdat hij wist dat Nederland alleen zou staan,’ schrijft Von der Dunk ook nog tot overmaat van ramp. Op 28 juli 1993, toen ik het artikel van Von der Dunk terugvond, zond ik een kopie naar de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, Ali Alatas.Ga naar voetnoot245 Hij behoort tot de weinig overgeblevenen, die Sukarno hebben gekend en weten wie hij was. Ik schreef hem uit pure wanhoop over de uitzichtloze strijd, om Sukarno op dit late uur in een perspectief neer te zetten zoals hij was: het tegenovergestelde van een Hitler, laat staan een bloeddorstige dictator - als Suharto - maar een au fond zéér eenvoudige man, die, ondanks alle fouten die aan hem kleefden, maar een doel had: zijn land dienen. Hij gaf er de voorkeur aan in eenzaamheid en afzondering te sterven, boven mee werken aan een massamoord op zogenaamde communisten, waarvan hij wist dat het om patriotten ging die weigerden het land uit te leveren aan buitenlandse economische en politieke belangen. Bung Karno stierf in 1970, straatarm. Suharto, zijn kinderen en familie zijn miljardairs à la de kliek van Ferdinand Marcos. Dat moet en kan dus ook niet anders dan verkeerd aflopen. Of het na het regime Suharto nog mogelijk zal zijn het Sukarno-tijdperk naar waarheid te achterhalen aan de hand van overlevenden die nog weten hoe het echt was, is een pijnlijke vraag. | |
[pagina 284]
| |
maar ik. Ook al heb ik gedurende de jaren een civiele verhouding met De Beus gehad en het uitstekend kunnen vinden met Von der Dunk, die in 1985 een positieve beschouwing over mijn dagboeken publiceerde, ik voel het als een plicht, a must, dat ik tegen een artikel als dit, zo scherp mogelijk in het geweer kom. | |
30 januari 1978Wanneer ik Keke te eten geef, ben ik iedere keer dankbaar dat ik dit voor mijn ouders kan doen. Het is zo vertederend. Ik kijk steeds naar het beestje en vraag me af of ik hem na deze nieuwe reis naar Amerika en Suriname zal terug zien. Ik ben erg close met Peter. De drukproef van het komende artikel van Alissa in Nieuwe Revu is er. Peter las het nauwkeurig. ‘Je bent altijd wel een beetje sensationeel in je uitlatingen maar het is een boeiend artikel.’ Met wat ik over onze verhouding had gezegd, was hij het eens. Dat wist ik ook wel. Ik legde voor Peter een briefje neer dat hij zou zien als hij thuis kwam: welterusten. | |
31 januari 1978Ik had een vreselijke nacht omdat ik merkte dat Peter helemaal niet thuis kwam. Toen ik om 07:00 uur aan een kopje koffie zat, kwam hij stoned binnen, wat ik vreselijk vond om te zien. Hij praatte honderduit en omhelsde me steeds. Ik ging door de grond. Hoe moet het toch verder met hem? Die Peter, die Peter. Ik vroeg me af hoe zijn moeder zou reageren als ze hem in die staat zou zien. Peter wilde zelfs Keke ter afscheid op schoot hebben. Hij stond erop het beestje zelf in de auto te zetten, wat hij anders eigenlijk nooit doet. De hond wist dat het weer zover was, hij trilde over zijn hele lichaam. Het dochtertje van dr. Offereins verwelkomde Keke als een hondje waar ze echt van hield toen ik hem weer naar de kennel in Bosch en Duin bracht. Ik moet er maar gerust op zijn, maar het was even pijnlijk als altijd. Gerard Croiset is er intussen van overtuigd dat Dico kasjewijne is. ‘Die man heeft echter nog meer op zijn kerfstok,’ aldus de paragnost. Hij voorspelde dat na onze publicatie in Gallery in april, het Dimitrov-muisje nog een staartje zal krijgen. Intussen is het Marriot hotel in New York met rechtsmaatregelen tegen Dico begonnen. | |
[pagina 285]
| |
wat het toch precies kon zijn: iedere keer weer afscheid nemen. Vanmorgen vroeg in bed keek ik naar hem en was dankbaar dat hij weer een paar dagen op Amerbos had doorgebracht. We bleven 's avonds thuis en tijdens het avondeten was het gezellig. We bezochten samen tante Meta de Vries in het verzorgingshuis. Haar nichtje Anna Christie was er ook. Ik ergerde me aan de wijze waarop zij met haar tante - als een precious baby - omsprong. Anna Christie streek voortdurend over tantes gezicht. Peter zei: ‘Stroking is so important.’ Peter vond het nichtje ‘een schat’ en nodigde haar uit bij ons te komen eten. Ik heb Peter ook aan Max Westerman voorgesteld om zijn opinie over de jongen te krijgen. Hij mocht hem niet en waarschuwde dat zijn ogen verkeerd stonden. | |
Londen - JFK, Trans World AirlinesBen uitgeput. Val in slaap. Newsweek: suharto strikes back. Daar is deze man altijd meester in geweest. Fay Willey schrijft dat Suharto zich uitstekend schijnt te realiseren dat Bung Karno twaalf jaar geleden mede door demonstrerende studenten uit het zadel werd gelicht. Daarom vindt hij nu keihard te moeten optreden tegen de huidige ongeregeldheden. ‘We are in no mood for tolerance,’ heeft die smeerlap admiraal Sudomo al gezegd. Trouwens, Suharto was in 1965-1967 in staat de studenten tegen Sukarno te mobiliseren en misbruiken, nu keren zij zich tegen hem. Generaal Hartono Rekso Dharsono, de secretaris-generaal van de Association of Southeast Asian Nations (asean) en aanvankelijk een bondgenoot van Suharto, heeft nu gezegd dat de regering van Suharto ‘lost sight of its originals goals and it needs redirection’. Hij zei: ‘For me it is a matter of principle.’ Onbegrijpelijk dat die man, nog wel een luitenant-generaal van het kko (Commando Korps Mariniers), zich ooit met Suharto heeft kunnen inlaten. Hij komt er wel laat achter hoe de kaarten liggen.Ga naar voetnoot246 Bij aankomst belde ik Chase Manhattan om na te gaan of abc-televisie het geld had overgemaakt. Niet dus. Ik moest bij de secretaresse van William Sheehan mijn beklag doen dat ik enkele duizenden dollars aan kosten al enkele maanden had voorgeschoten. ‘I have been most elegant about it, but I do want to receive the money you owe me.’ Overal hetzelfde. | |
[pagina 286]
| |
Zond de volgende telex naar Moskou. |
|