Memoires 1977-1978
(2008)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
Moskou13 september 1977Hotel RossiaKeke is weer in de gevangenis. Ik denk dat hij die plek van de kennel ruikt, want hij bleef vlak bij mijn voet op het erf van Offereins, alsof hij weer met mij weg wilde. Het duurde op Schiphol weer geruime tijd voor ik door de douane was. Persattaché Prokchorov belde vanmorgen nog om te vertellen dat Volodja Molchanov van apn me had proberen te bereiken en dat verschillende interviews niet doorgingen. Of ik de reis wilde uitstellen. Ik ging er niet op in. Ze leren het nooit in Moskou. Prokchorov wachtte me op bij de slurf van kl 301 en deelde me mee dat de uitnodiging van apn nu toch ook het vliegbiljet betrof. Prima. Ik moest Volodja vragen om een vertaling van een speech van Andropov. Hij wilde verder weten hoe het kwam dat de pers zich hier altijd op dissidenten stortte. Ik zei dat dit met puur antisovjetisme had te maken plus de Joodse invloeden, ook in de mediawereld, die sterk meespeelden. Intussen cirkelden twee mannetjes van de bvd om ons heen. ‘Ach,’ zei Romanov gisteren, ‘de neutronenbom is niets nieuws. Dat was vijftien jaar geleden al bekend, zowel in Amerika als bij ons. Het is veel kabaal om niets. We hebben andere wapens die duizendmaal krachtiger en belangrijker zijn.’ Het was hem opgevallen dat prinses Beatrix met Claus naar het navo-hoofdkwartier was geweest om te worden ontvangen door ‘that bloody Luns’. Hij meende dat dit bezoek onnodig was geweest. Hij zou er Claus mee pesten als hij hem weer eens tegen zou komen en zeggen: nu weet u tenminste alles van de oorlog. Ik las een indrukwekkend uittreksel uit het dagboek van Joseph Goebbels in Der Stern. Hoe hebben de nazi's toch kans gezien hun kansen dermate te verstieren? Hitler bezette met zeven miljoen man vrijwel heel Europa. Waarom is hij toch niet eerst naar Engeland gegaan? Er waren maar zes passagiers in het gedeelte van Warchau naar Moskou. Ongelooflijk. Ze leven inderdaad nog altijd achter ‘een ijzeren gordijn’. | |
[pagina 80]
| |
Zulfikar Ali Bhutto is 5 juli afgezet. Na een soort Suhartocoup, uitgevoerd door generaal Mohammed Zia ul-Haq, was hij eerst onder huisarrest, maar nu is hij in staat van beschuldiging gesteld voor ‘murder by proxy’. Bhutto, eens een goede vriend van Sukarno, is nu in zeer ernstige moeilijkheden. Van nationale held is Bhutto gedegradeerd tot ‘evil genius’ en ‘a 1977 Machiavelli’. Hij wordt van de vreselijkste dingen beschuldigd en wel zeer gedetailleerd. Ik houd mijn hart vast voor die man, die ook bevriend is met Dewi. Ik zal haar vanuit Moskou schrijven. Sukarno had echt geen moordpartijen op zijn geweten. Van Bhutto ben ik minder zeker.Ga naar voetnoot53 de Volkskrant noemde de namen van Joseph en Stewart Alsop, de beroemde journalistenbroers in Washington, als collaborateurs van de cia. Henry Luce van Life en Time heeft zelfs een soort contract met de ‘damned cia’ gesloten over samenwerking, evenals The New York Times, abc- televisie - waar ik net vandaan kom - en andere prominente mediaorganisaties. Waar blijf je als het zover komt? Bij ons is dit op de eerste plaats De Telegraaf die dan ook prompt het zogenaamd populairste ochtendblad is. Wanneer je dan in een reportage in Time leest dat Jody Powell, de voorlichter van Carter, de persmuskieten heeft vergeleken met een horde jachthonden, zoals ze achter Carters vriend Bert Lance zijn aangegaan om hem erbij te lappen, dan vraag je je langzamerhand af waar we aan toe zijn in de wereld. Volodja Molchanov en Tamara Sachnazarova van apn - die elkaar overigens niet kunnen uitstaan - waren op het vliegveld om me af te halen. Tamara zei dat het verstandig was geweest toch maar te komen ‘because nobody knows what will happen in November’. Ik omhelsde hen allebei. Het was als het weerzien van oude vrienden. Volodja had veel Hollandse journalisten moeten begeleiden in verband met de affaire-Pieter Menten. Hij is er honderd procent zeker van dat Menten schuldig is. Hij vond Knoop van het weekblad Accent niet eerlijk, wat we al heel lang wisten. Peter d'Hamecourt van het Algemeen Dagblad was ook geweest. Hij vond hem terrible. Hij had bijzonder prettig gewerkt met Ed van Kan en Ard Horvers van de tros. | |
[pagina 81]
| |
den moest helpen en wilde een boek pakken om het ermee dood te drukken, maar op dat moment werd ik wakker. Wat zou Peter van deze droom zeggen? Hij heeft er altijd een verklaring voor. Volodja haalde me vanmorgen af. We spraken eerst bij apn met de directeur van de redactie voor West-Europa, Vadim Nedbajev. Vervolgens gingen we naar apn-commentator Spartak Beglov. Hij had me in april op televisie gezien in Washington dc. Ik vertelde hem het verhaal van Dimitri Dimitrov. De neutronenbom deed hem denken aan Kaiser Wilhelm in de Eerste Wereldoorlog, die een monster werd genoemd, omdat hij gas gebruikte om tegenstanders te doden en gebouwen te laten staan. Beglov vroeg me of ik bereid was een groep sovjet-journalisten iets te vertellen over hoe ik als journalist de zaken in Amerika had aangepakt. Volodja merkte op: ‘Als we daarbij Ard Korver uitnodigen schrijft hij later “de sovjets bewerken Oltmans”.’ Aan zoiets denk ik nooit want ik ben gewoon niet te bewerken, door niemand, laat staan de sovjets. Vervolgens arriveerden tien tot twaalf jonge mensen, die een cursus Nederlands volgden. Een jongen interesseerde me. Hij heette Victor. Ik stak een speechje tegen hem af, waarop de leraar zei: ‘Wat u nu tegen Victor zegt vertel ik hem al jaren. Hoe weet u dit allemaal? U bent een duivel in mensengedaante.’ Ik zei alleen maar wat ik ‘zag’ in die jongen en wat blijkbaar klopte. We spraken anderhalf uur met elkaar. De meesten wilden in diplomatieke dienst gaan. ‘Ik begrijp ze niet,’ zei Volodja. Ik ook niet, want daarom ging ik na Nijenrode uiteindelijk in de journalistiek. Na een vlugge sandwich in het hotel sprak ik 's middags, met Volodja als tolk, met het hoofd van de afdeling statistiek van het Centraal Bureau voor Statistiek, Leonid Umansky. Niet onaardig. Ik hoorde wat nieuwe ideeën. | |
15 september 1977Kiev, hotel DnjeproIk kwam hier met de nachtrein aan, samen met Tamara. Ik was geradbraakt. De ontmoeting met rechtsgeleerde professor M.A. KroutogolovGa naar voetnoot54 begon met een scène met Tamara omdat de organisatie weer niet klopte. Tamara huilde. ‘Zij huilt elke dag,’ waarschuwde Volodja. Ik was zelf aan het einde van mijn latijn. Ik had maagkrampen omdat ik gisteren bijna niets had gegeten. | |
[pagina 82]
| |
Kroutogolov, die rap Frans sprak, was uiterst verbaal. Ik liet een tape meedraaien. Hij vertelde hoe uniek de nieuwe sovjet-grondwet was, waarin de grondbeginselen van het Helsinki Akkoord voor Europese Vrede en Veiligheid waren opgenomen. ‘Het zou voor mij in de ussr een rustiger gevoel zijn,’ zei hij, ‘wanneer Nederlanders, net als wij, de tien grondbeginselen van Helsinki in hun Grondwet vast zouden leggen.’ Ik vertelde hem dat vrijwel niemand in Nederland wist wat Helsinki betekende en bijna niemand de tekst kende, of zelfs maar had gelezen. ‘Over de onwetendheid in Nederland wil ik me niet uitlaten. Als dit waar is zou dit heel treurig zijn,’ antwoordde hij. Ik legde uit zelfs een boek met interviews over dit onderwerp te hebben geschreven in 1976Ga naar voetnoot55, waar vrijwel niemand in geïnteresseerd was. ‘U bent ook in de nieuwe Grondwet afgestapt van de slogan: dictatuur van het proletariaat?’ vroeg ik hem. ‘Ook dat is de uitkomst van een objectief proces dat al lang aan de gang was in ons land. De dictatuur van het proletariaat was noodzakelijk om de revolutie te ontketenen. Die situatie is inmiddels gewijzigd. We beogen nu niet bij het verdelen van de macht in het land anderen uit te sluiten. Dit gebeurde allang niet meer, maar we hebben het thans geformaliseerd. Het doel is steeds geweest om een communistische partij in een aantal étappes te stichten. Arbeiders zijn sowieso ook in 1977 de overheersende klasse in ons land. Er zijn geen uitgebuite klassen meer. Alle klassen streven eenzelfde doel na. Ik behoor tot de intellectuele klasse. Onze doelen zijn gelijk aan die van arbeiders en boeren. Waarom zouden we die term handhaven? De realiteit is anders. Ons doel is de ontwikkeling van democratie voor alle klassen. In 1918 hebben ze immers voor het eerst in onze geschiedenis het kiesrecht aan arbeiders gegeven?’ ‘Maar niet iedereen had het stemrecht in 1918,’ wierp ik hem tegen. ‘Precies. Alleen zij die werkten namen deel aan het politieke proces. De voormalige klasse die werd uitgebuit, werd volledig buitengesloten. Volgens de toenmalige wet hadden iedere 25.000 arbeiders het recht een afgevaardigde de kiezen. Dat gold voor de industrie. De boeren kozen een afgevaardigde op 125.000 boeren. Aanvankelijk bestond geen gelijkheid tussen fabrieksarbeiders en boeren. Pas in 1936 werd bij een nieuwe Grondwet de gelijkheid voor iedereen geproclameerd. Ook | |
[pagina 83]
| |
voor hen die tot de voormalige uitbuitklasse hadden behoord, tenminste wanneer zij niet langer tegen de arbeidersklasse streden. Wat wel in 1936 werd gehandhaafd was dat vijanden van ons systeem het stemrecht werd onthouden. In 1956 is ook deze clausule geschrapt. Nu gaat men in 1977 nog verder. Nu hebben we het maximum bereikt in universeel stemrecht. Vanaf achttien jaar mag iedereen zonder restrictie stemmen. Dat is de evolutie van onze democratie.’ Professor Kroutogolov wilde nog verder praten maar we moesten ons naar de nachttrein naar Kiev haasten. Ik bereikte eindelijk telefonisch Peter in Londen. Dimitrov had gebeld om te vertellen dat ik zijn plannen had verraden en dat ik hem op televisie een geheim agent had genoemd, terwijl ikzelf een spion was want ik was naar de Sovjet-Unie vertrokken om zijn geheimen te gaan verraden. Zijn telefoonnummers, die ik had geopenbaard, werden constant door journalisten gedraaid. Hij voelde zich volledig verraden. Hij zou nooit meer een woord met me wisselen. Edwin zei dat hij hem wel had gebeld om te horen hoe hij het maakte. Mij dunkt, ik heb Dico ruimschoots aangezegd dat ik genoeg had van zijn bezoek en spelletjes en dat hij voor de bijl ging. Er zat niets anders op, al was het maar om van zijn gezeik af te komen. Bezocht de gerontoloog professor Abraham Mints. Ik vond hem ingetogener dan drie jaar geleden. Minder uitbundig. Hij stelde onder meer voor samen een film over oude mensen te maken, inbegrepen een aantal 110 jaar oude mannen in Georgia. Hij gaf me zijn laatste boek, in het Russisch, en een plaat van Glinka. Hij onderstreepte nogal duidelijk zelf van platen van de Italiaan Fausto Papetti te houden. Eens een Jood, altijd een Jood. | |
16 september 1977Las het 25 pagina's lange gesprek met Barbara Streisand in Playboy. Peter was er door gefascineerd. Bestudeer altijd de Amerikaanse methode van interviewen. Vijftig procent van dit gesprek had nooit gedrukt behoeven te worden, zoals van welke kant haar neus het beste op foto's toont, of de vraag of zij agressief is in seks. Pure shit. Volodja kende haar niet. Het is prachtig weer. Vanmorgen een ontmoeting met Vladimir Kravets, Deputy Minister for Foreign Affairs van de Ukrainian ss Republic en Boris Chechel, Deputy Chief of Protocol. Niets bijzonders. Vervolgens bezochten we dr. Olga Avilova, een chirurge, hoofd van de Chair of Pulmonology in Kiev. Volodja was niet in staat | |
[pagina 84]
| |
haar uiteenzettingen behoorlijk te vertalen vanwege het niveau van de medische terminologie. Ik had eigenlijk niets. Zij had een pokdalig gezicht en afschuwelijke boerenhanden, bijna onverzorgd, een kromme nagel en een kromme vinger. Zij schijnt echter fantastisch moeilijke operaties te doen. Zij zei dat nieuwe apparatuur voor diagnostiek van Philips uiterst welkom was geweest in haar laboratorium. Tijdens de lunch in het hotel wandelde een blonde jongen binnen. Ik dacht dat hij een landgenoot was, maar het was een Tsjech uit Bratislava. Het was duidelijk dat hij tippelde. Ik probeerde Volodja dit uit te leggen. Ik wil onder geen beding met huilebalk Tamara naar Leningrad. Volodja maakte al grapjes: ‘Dan kan je met haar een couchette delen.’ Dat nooit. Volodja vertelde dat toen zij uit Holland terugkeerde, zij er volmaakt van overtuigd was dat ik verliefd op haar was. Soms spreekt Tamara op de redactie drie maanden niet tegen Volodja. Ondertussen vertelt ze anderen dat hij verliefd op haar is omdat hij met een slechte vrouw is getrouwd. Volodja denkt dat zij uiteindelijk in een kliniek terecht zal komen. Hij raadde me aan bij apn geen specifieke redenen op te geven om niet met haar te willen gaan. Maar dat moet ik wel doen. Ik voerde twee gesprekken met Moskou om gedaan te krijgen dat zij me niet Tamara zouden meegeven, want anders ging ik helemaal niet. | |
17 september 1977MoskouIk reisde met Volodja in een sleeper terug. Hij vertelde dat men in de ussr bevreesder is voor China dan voor de vs. Tamara en een redacteur van apn wachtten ons op. Ik nam de man apart en vertelde hem dat Tamara op één dag soms viermaal huilde, dat zij in Holland mij had omhelsd, niet als een vriendin, maar als een verliefde vrouw en dat ik geen heil zag in een reis met haar naar Leningrad. Gisteravond hadden we nog een lang gesprek met Genrich Maiorov, balletmeester in Kiev.Ga naar voetnoot56 Hij kwam uit de Burjat Republiek bij Mongolië. Hij had Aziatische trekken. Een uitzonderlijk vitale man, die terwijl hij zat te vertellen, opsprong en danspasjes voordeed. Hij ging later zelfs thuis foto's halen. Voldoja had een fles champagne besteld, maar aangezien de balletmeester noch ik dronken, zoop hij de fles in zijn eentje leeg. Ik overwoog deze te betalen, maar besloot van het geld liever Peter nog een keer te bellen. | |
[pagina 85]
| |
Al mijn geprepareerde knipsels, vooral ter voorbereiding op het gesprek met professor Georgii Arbatov, zijn foetsie. Alles. Nu moet ik toch wel denken dat Volodja ze heeft weggenomen. Bah. Wat een ellendig gevoel. Ik wist dat ik ze bij me had in de trein. Of misschien is het vannacht wel uit de coupé gejat door een overheidsagent. Er was bijvoorbeeld een artikel bij over atoomcentrales in de ussr van The New York Times, allemaal waardevol materiaal. Zo'n voorval brengt me in een stemming om nooit meer een stap in dit land te zetten. Ik moet het maar weer verwerken. Volodja zei schijnheilig dat hij niets had gezien. Maar zo'n map raakt toch niet zo maar weg? Ik kan niet bewijzen dat hij het deed, dus ik moet mezelf de schuld geven. Moet beter op mijn spullen passen en de kunst van sublimeren maar weer toepassen. Het laat me niet los. Wat kan ik nu nog schrijven. Ik voel me bestolen. Ik herinner me tegen hem te hebben gezegd over sovjetcentrales te willen schrijven. ‘Dat is tegen ons,’ heeft hij geantwoord, ‘want ze zijn bij jullie toch al tegen deze atoomcentrales.’ Misschien heeft het Times-bureau in Moskou nog een exemplaar van het artikel van Christopher Wren. Ik ben mijn deodorant, wat men hier niet kent, vergeten. Hoogst inconvenient op deze reis. Ik vind dat de mensen op straat toch beter gekleed gaan en meer keuze lijken te hebben dan vroeger. Ik zei tegen Volodja later: ‘De Sovjet-Unie zal zeer veranderen wanneer de vooroorlogse generatie verdwijnt en jongeren meer op de voorgrond treden.’ Voor het graf van Lenin stond weer de eindeloos lange rij mensen in de regen. Sommige jongeren droegen kransen mee. Er was ook een bruidje bij met familie. De traditie wil dat ze dan even bij Big Daddy hun opwachting maken. Dit is het society with father-complex van deze mensen. Bij Intourist was warempel een Algemeen Dagblad te koop, al was die dagen oud. Geen Herald Tribune natuurlijk. Thomas Mann over zijn hond: ‘Zijn leven bestaat uit wachten.’ Mijn arme hond zit in de kennel. Volodja Molchanov: ‘Jullie hebben een vrolijk landje. Ik heb zo'n tweeduizend artikelen over de zaak Pieter Menten in mijn bureaula. Het Nederlandse krantenbedrijf schrijft er al een jaar over. Nog een jaar, dan wordt Menten zogenaamd veroordeeld en dan gebeurt er nog niets. Toen de kgb hier vier Oekraïners opspoorde die aan massa-executies hadden meegedaan, was er een bericht van arrestatie in de pers. Daarna volgde een proces van twee weken. Uitspraak. De volgende ochtend werden zij doodgeschoten. Ik heb met meer dan zes of zeven ooggetuigen | |
[pagina 86]
| |
gesproken. Menten is absoluut schuldig. Maar de advocaat van Menten laat een voormalige Gestapo-chef, Landau, oproepen en deze verklaart dat Menten dat allemaal nooit gedaan kan hebben. Zelfs dissident Amalrik wordt opgeroepen door Mentens advocaat. Dat is toch immers geen serieuze rechtspraak meer?’ Hij vertelde dat er in het buitenland, ook in Nederland, groepen waren die een vrije Oekraïne voorstonden, die in de oorlog met eigen handen aan executies hadden meegedaan. ‘Willem, zij sneden een Jodenster met vijf punten in lichamen. In Engeland woont zo'n moordenaar, waarvan wij weten wat hij heeft gedaan. Intussen demonstreert hij voor de sovjetambassade. Zulke types zitten ook bij Radio Free Europe.’ Tamara had geregeld dat ik professor Alexander Yefremov, de historicus, bij haar thuis zou ontmoeten. Zij woont samen met haar moeder voor wie zij zorgt. Ik vond het eigenlijk triest maar raakte toch vertederd toen ik de twee dametjes zag zitten. Er stond een tafel vol heerlijkheden, tot kaviaar toe. Alles verzorgd en aardig. Ik was laat, want ik was uren bezig geweest om verbinding met Londen te maken en Peter te spreken. ‘You kept professor Yefremov waiting,’ aldus Tamara verwijtend. ‘I don't care if he is the Pope, blame the Soviet telephone company not me.’ Yefremov was weinig origineel of opwindend. De Rockefellers en hun Trilateral Commission streefden naar invloed in het Witte Huis om te bewerkstelligen dat de Amerikaanse regering druk uitoefende op het Kremlin om vooral de Arabieren niet te steunen of wapens te leveren, opdat de Amerikaanse oliebelangen in het Nabije Oosten niet in gevaar zouden komen. Dat zou wel eens waar kunnen zijn. Het verhaal van Dico dat de tsaar zou zijn ontsnapt, noemde Yefremov pure hogwash. Tamara herinnerde zich dat sovjetgeleerden alle gegevens over de moord op de vorst reeds uitgebreid hadden gepubliceerd. Carel Enkelaar zei trouwens gisteren door de telefoon dat hij er enige dagen niet zou zijn. Hij ging naar Sofia. Vertel me niet dat hij naar Bulgarije gaat om gegevens van Dico na te trekken. De Haagse Post schrijft over jonge auteurs als Nicolaas Matsier, Ayelt Kooiman, Doeschka Meijsing en Frans Kellendonk. De laatste is mijn favoriet, niet omdat ik denk hem te zullen lezen, maar die jongen is een beauty met een uitzonderlijke combinatie van innerlijke en uiterlijke uitstraling, die voor mij in de roos zit. Hij studeerde Engelse taal- en letterkunde en woont sinds twee jaar niet meer in Nijmegen, maar in Amsterdam. Hij geeft college aan de Universiteit van Utrecht. Hij debuteerde | |
[pagina 87]
| |
in mei met Bouwval dat al een derde druk beleeft. Hij werkte tweeënhalf jaar aan dit boek. Dat kwam ook doordat hij bijbaantjes had om geld te verdienen. Hij wil in wat hij vertelt niet anekdotisch te werk gaan maar verbanden leggen. ‘Ik schrijf nu eenmaal om bepaalde dingen te ontdekken, om iets duidelijk te maken (...) problemen waar ik al een tijd mee rondloop. Schrijven is voor mij een creatieve manier om die problemen op te lossen of in ieder geval om ze tot klaarheid te brengen. Omdat die problemen vrij complex zijn (lees Bouwval er maar op na) zullen mijn verhalen altijd verschillende betekenislagen hebben. Die problemen eisen een behandeling op meerdere niveaus tegelijk.’ En verder: ‘Anekdotische schrijvers gaan achter een tafel zitten en vragen zich af op welke manier zij hun verhaal moeten vertellen (...). Ik vind dat een schrijver altijd moet proberen een perfecte vorm te vinden, als hij dat niet doet schiet hij voor mij tekort (...). Als schrijver, vind ik, moet je zeer bewust bezig zijn, je mag pertinent niet automatisch schrijven.’ Is schrijven niet een methode van menselijke communicatie waarbij ideeën of informatie worden doorgegeven ter kennisneming? Als (oorspronkelijke) krantenjongen ben ik ervan overtuigd dat eenvoud en spontaniteit in ‘communicatie’ (schrijven) onontbeerlijk zijn om werkelijk over te komen. Wat betekent ‘bewust bezig zijn’? Voor mij is dat synoniem met knutselen, voorbedachte-rade-communicatie. ‘Schrijven is voor mij een organisch proces,’ vertelde Kellendonk aan Jan Brokken ‘dat zich op natuurlijke wijze voltrekt. Alle ingewikkeldheden die in het uiteindelijke resultaat zitten, vloeien voort uit de aard van het probleem, het thema. Die zijn er niet achteraf ingebouwd. Voor mij is dat een kwestie van integriteit.’ Klinkt mooi, maar wat heeft gaafheid van eerlijke communicatie te maken met urenlang aan een passage werken? Ik wil die jongen blijven volgen, ook al denk ik niet Bouwval ooit te zullen lezen. Ik wil hem echt zelf leren kennen, misschien zelfs in mijn vingers hebben voor de completeness. Ik zie trouwens dat Aad Nuis, die ik altijd al een vervelende man heb gevonden, ook gekant is tegen ‘academische schrijvers’, met ‘veel kunstigheid en weinig spontane kracht’.Ga naar voetnoot57 Kijk nog laat naar een ijshockeywedstrijd in Praag op televisie. Er wordt rustig met sticks op elkaar los getimmerd. Het gefluit van de toeschouwers is massaal. De Cincinnati Stringers scoren 5-1. Een paar Yanks hebben hun helmen niet op en spelen met wapperende haren. Heerlijk gezicht. | |
[pagina 88]
| |
18 september 1977In 1956 concludeerde president Sukarno, na zijn eerste bezoek aan de Sovjet-Unie, dat de prestaties van het Russische volk op hun gezichten waren af te lezen. Dat gaat nog steeds op. Vele mensen blijven een ongewassen indruk maken. Toch vang je bij de jongere generatie de eerste signalen van pampered youths op. Zij kleden zich moderner, meer jeans, alhoewel van afschuwelijke Russische makelij. Ben aan Beyond CultureGa naar voetnoot58 van mijn vriend Edward Hall begonnen. Iedere cultuur van iedere groep of ieder volk is uniek natuurlijk. Hij zegt ook terecht: ‘Any Westener who was raised outside the Far East and claims he really understands and can communicate with either the Chinese or the Japanese is deluding himself.’ Toch denk ik dat hoe meer de ‘Amerikaanse cultuur’, van jeans, jazz en Hollywood-junk ook het Verre Oosten zal inunderen, hoe meer culturen op den duur naar elkaar toe zullen groeien en misschien over honderd jaar met elkaar zullen versmelten. Hall citeert de Britse psychoanalyticus R.D. Laing, die er van uitgaat dat de westerse wereld ‘crazy’ is. Hall voegt er aantoe: ‘It is not man who is crazy so much as his institutions and those culture patterns that determine his behavior. We in the West are alienated from ourselves and from nature. We labor under a number of delusions, one of which is that life makes sense, in effect that we are sane. We persist in this view despite massive evidence to the contrary.’ Toch, als je om je heen kijkt gaat het redelijk goed met de Sovjet-Unie. Mensen zien er tevreden en behoorlijk verzorgd uit. De stewardess heeft te veel rommel op haar gezicht en de blonde steward heeft erge guitige ogen. Maar achter al deze façades schuilt een onvoorstelbaar gebrek aan moderne input. We vertrekken op tijd met slechts tien passagiers. ‘The mental maps that we carry with us (...) are little better than those Columbus had when he sailed west to find India in 1492,’ schrijft Hall. Tijdens de lunch in Leningrad vanmiddag ontstond een onvoorstelbare scène met Tamara Sachnazarova. Zij huilde en huilde. Men had gezegd dat ik geen zin zou hebben gehad met haar op reis te gaan. Omwille van mij had zij haar vakantie uitgesteld. Ik was de enige journalist uit Holland die reeds viermaal door apn was uitgenodigd. Zij zou voortaan adviseren mij niet meer te inviteren. De tranenstroom hield maar niet op, | |
[pagina 89]
| |
als van een verliefde griet. Ik was wreed en onmenselijk. Tamara is een mentale puinhoop, ontzettend eenzaam en bovendien onaantrekkelijk, om niet te zeggen lelijk. Vreselijk zielig. Tranen sijpelden op haar brokaatachtige blouse en veroorzaakten kringen. | |
19 september 1977LeningradDroomde dat Casper was overleden en huilde in mijn slaap. Zijn ouders woonden in Bilthoven (in werkelijkheid in Arnhem). Ik tekende het condoleanceregister waar ik een lang verhaal bij schreef. Zijn vader zei blij te zijn mij eens te spreken (in werkelijkheid betreurden de ouders Caspers omgang met mij). Caspers broer had mij een brief geschreven met een foto erbij, maar de vader griste alles uit mijn hand. We vochten om het papier. Heel vreemd. Keke was bij de Bakes thuis, maar ik nam hem mee. Hij was zo blij dat hij over straat rende en mij opnieuw doodsangsten bezorgde. Casper en ik zouden een reis hebben gemaakt, maar hij gaf voor ziek te zijn. Nu vertelde zijn broer me dat hij toen helemaal niet ziek was geweest. Nu was hij dood. Ik voelde me verloren. Ik zal ook nooit vergeten hoe ik in het hotel in Curaçao een taxi naar het vliegveld nam. Hij reed in een andere taxi achter mij, maar ik keek niet meer om. Later zag ik die auto in de verte verdwijnen. Hij werd steeds kleiner en kleiner en weg was hij. Het hele leven is zo. Vanmorgen bezochten we het gemeentehuis en werden ontvangen door Vitold Kublitsky, hoofd van het Foreign Relations department van het Executive Committee van de stad. Het gemeentehuis is het paleis geweest dat tsaar Nicholas i liet bouwen voor zijn dochter Maria. Het is een absoluut grandioos paleis. Er wordt samengewerkt met Rotterdam. Burgemeester Wim Thomassen is hier in 1966 geweest. Voor 1979 staan nieuwe feestelijkheden tussen beide steden op het programma. Er werden 20.000 tulpenbollen geschonken. Ze schijnen irrigatieproblemen te hebben. Tenminste, de Neva veroorzaakt vloedgetij van soms twee meter en er moeten dijken en dammen worden aangelegd, waarbij Nederlandse expertise zou worden aangeboord. Wandelde met Tamara van het gemeentehuis naar de universiteit en genoot van de prachtige bomen. Denkende aan Yastrows verhaal dat mensen uit zeegedrochten waren voortgekomen vroeg ik me af: en bomen? Ik vroeg Tamara aan Sacha van apn in Leningrad te vragen: ‘Do you think the creation of life | |
[pagina 90]
| |
was an accident?’ Hij antwoordde: ‘Perhaps, if I knew who created life I would answer you.’ Zag ook Valéry, de Franssprekende journalist weer terug. Hij had een half jaar ergens in centraal Rusland getolkt voor Algerijnse militairen, die er een opleiding kregen. Hij heeft nog steeds dezelfde lover Nikolai. Op de universiteit ontmoette ik het hoofd van de leerstoel voor filosofie: Ayat Kalistratovich Belykh, professor Vladimir Ivanov (Ethics and Aesthetics) en professor N.S. Alexeyev van de faculteit van rechtswetenschappen, onder meer gespecialiseerd in de Neurenberg-processen tegen de nazi's. Tamara werd bij het vertalen geholpen door een meisje in een oranje, wollen truitje. Zij sprak Nederlands. Er was bovendien een Engelssprekende jongeman. Ondanks deze batterij tolken is weer erg veel verloren gegaan in taal en communicatie. Ik opende met de vraag: ‘Is creation an accident?’ ‘Njet,’ gooide professor Ivanov er meteen uit, die mij een boek met opdracht overhandigde.Ga naar voetnoot59 Hij voegde er aan toe dat de sovjetgemeenschap de mensen bewust programmeert in de richting van vrede en een positieve benadering van de mens. Ik zou hierover willen schrijven, maar ik weet niet of ik uit de bandopname wijs zal kunnen worden. Ontmoeting met Fodor Zukov. Hij had in 1917 op de barricaden gestaan toen de 300 jaar oude Romanov-dynastie omver werd geworpen. Hij maakte deel uit van een communistische commandogroep, die de loyalistische cadetten rond Petrograd (zoals Leningrad tussen 1914 en 1924 heette) moest tegenhouden. De oude baas had een keurig zwart kostuum aangetrokken met een zwarte das. Tientallen gedachten en vragen schoten door mijn hoofd bij de ontmoeting met deze man, ook over hoe ik zelf zal zijn tegen mijn 80ste. Het heilige vuur leefde nog in hem. Ik wilde dat Peter er bij had kunnen zijn. Zukov vroeg me eerst of ik wel de waarheid zou schrijven, want Lenin had al gewaarschuwd: ‘There are many truths.’ Hij vertelde dat Lenin zelf die kerngroep van professionele revolutionairen had gevormd waar hij deel van uitmaakte. Men gaf voorlichting over waarom het noodzakelijk was geworden het tsaristische regime te vernietigen, de grond aan de boeren te geven en het productieproces in handen van de arbeiders te leggen. ‘Als u terugziet op die dagen op de barricaden wat gaat er dan in u om?’ vroeg ik hem. ‘Allereerst, dat Lenins dromen voor ons land werkelijkheid | |
[pagina 91]
| |
zijn geworden. Wij, het sovjetvolk, zijn de werkelijke bezitters van onze grond, van ons productieproces, van onze welvaart en onze toekomst. Voor mijzelf is het een voldoening om te zien hoe mijn zoon professor werd aan de universiteit. Ook mijn achterkleinkind studeert.’ Ik vroeg of hij Lenin had ontmoet. ‘Bij drie gelegenheden. Hij was voor ons een onbeschrijfelijke bron van inspiratie. U hebt zojuist zijn werkkamer bezocht en het balkon gezien, van waaraf hij zijn redevoeringen hield. Ik hoorde hem eens een menigte toespreken vlak bij het Finlyandsky stadion. Hij voorspelde dat het werk waar wij in Petrograd mee bezig waren door het hele land zouden worden gadegeslagen (...). De laatste keer dat ik hem ontmoette was in 1919 toen hij naar Leningrad terugkwam voor de begrafenis van zijn zuster. Wij zijn dankbaar, omdat wat Lenin ons beloofde nu werkelijkheid is geworden.’Ga naar voetnoot60 Wanneer ik de notities, die meer dan vijftien jaar geleden in de toenmalige ussr werden geschreven, teruglees en gereed maak voor publicatie, is dit een nogal emotionele aangelegenheid. Nergens had ik op wereldreizen ooit zoveel gedonder als in de Sovjet-Unie. Elementaire hotelservice bestond gewoon niet. Telefoneren met de buitenwereld duurde vele uren. Een Westerse krant was niet te krijgen, of soms weken oud. Ik had een Japanse zakradio bij me om enigszins op de hoogte te blijven. Nooit was er melk bij de koffie zonder eerst een schandaal met obers of gerants te maken. Ook bij het organiseren van interviews vond je voetangels en -klemmen op je pad. De taalbarrière speelde rampzalige parten. Moskou had zelfs geen telefoonboek. | |
[pagina 92]
| |
op straat. Een krant kostte drie cent. Een rit met de bus of metro enkele centen (kopeken). Iedereen had een dak boven zijn hoofd, misschien een karig eenvoudig bestaan, maar de koek werd zo gelijk mogelijk onder alle burgers verdeeld. De mensen waren wel geïsoleerd van de rest van de wereld, maar dit leek me die dagen een voordeel, want er heerste een vorm van sociale rechtvaardigheid, die je nergens anders vond. Het was een samenleving, die mij, na tientallen jaren in de vs te zijn verbleven, weliswaar tegen de borst stuitte en die ik ook als geheel onacceptabel beschouwde, maar waarvoor ik, in het licht van de geschiedenis van het Russische volk, ook waardering kon opbrengen. Wanneer ik nu, meer dan twintig jaar nadat ik voor het eerst naar Moskou reisde, de televisiereportages zie over wat zich in de voormalige Sovjet-Unie afspeelt, moet ik bekennen dit met gevoelens van schok en medeleven aan te zien. Ik kan me voorstellen dat wat nu gebeurt in dat land door heel veel mensen als een ramp van ongekende proporties wordt beleefd. In dit verband geloof ik dan ook dat het niet zonder betekenis is de notities van die laatste hoogtijdagen van het marxisme-leninisme zo nauwkeurig mogelijk uit te werken. | |
20 september 1977Waar we in onze barrage van kritiek op de Sovjet-Unie maar al te vaak aan voorbijgaan is de werkelijke betekenis van de verschillen van de geschiedenis van de westerse landen met die van Rusland. Stel je voor dat in 1917 zo'n 123 miljoen arbeiders Wall Street hadden bezet en het land op zijn kop hadden gekeerd, zoals hier is gebeurd. Of hoe zouden de vs er vandaag hebben uitgezien als vele van de grootste steden tijdens de Tweede Wereldoorlog met de grond gelijk waren gemaakt, zoals hier is gebeurd. Ik denk nog steeds aan professor Ivanov die zei: ‘Wij programmeren onze jeugd om te geloven in the beauty of men.’ Alle drie professoren, Belykh, Ivanoff en Alexeyev, leken elkaar tijdens ons gesprek volkomen te omhelzen in eensgezindheid wat betreft hun ideeën. Eigenlijk lieten zij blijken de hemel te danken aan deze zijde van de scheidslijn tussen Oost en West te leven. Het vervelende is dat het me niet zou verbazen als er een dag komt dat ze in het gelijk worden gesteld. Er is eenvoudig geen vergelijking mogelijk tussen de sociaal-maatschappelijke oriëntatie hier en in het Westen. Welke van de twee systemen zal blijken voorbestemd te zijn te overleven? Het heeft er welhaast de schijn van dat dit nu al vaststaat, dat wil zeggen, wanneer we überhaupt voorbestemd zijn met zijn allen te overleven. Zullen de verliezers de winnaars mee de afgrond inslepen? | |
[pagina 93]
| |
Dit schreef ik letterlijk in 1977 in Leningrad. Ik zou hierop in 1993 willen antwoorden: het zijn de winnaars, de Amerikanen en het Westen, die de sovjets mee de verdoemenis inslepen. Dat is de uitkomst van glasnost en perestrojka van Mikhail Gorbatsjov en de zijnen. Gorbatsjov omschreef ik op 6 juni 1987 reeds in nrc Handelsblad als de gevaarlijkste man sinds Lenin. Het Westen lijkt winnaar te zijn ten opzichte van de ussr. Maar zoals de Sovjet-Unie en het communisme nu verloren hebben, zal uiteindelijk het liberale kapitalisme eveneens ten onder (moeten) gaan. Daar ben ik van overtuigd. Gisteravond heb ik een uitvoering van Romeo en Julia van Prokofiev gezien om nooit meer te vergeten: smashingly beautiful. Nooit eerder heb ik zo'n prachtige opvoering van enig ballet gezien. Het publiek in het theater was volmaakt spellbound, wat toch erg veel zegt van dit land. Alleen dit gezien te hebben, was de reis naar Leningrad eigenlijk al waard. Prachtig. En daarnaast de ontmoeting met de oude heer Zukov. Het regime is inderdaad bezig, zoals professor Ivanov vertelde, met het gieten van ‘torrents of art and beauty into Soviet souls.’ Ik scheld altijd op de input die communisten geven, maar dit ballet is ook bewust aangegeven input voor Russische breinen. Op den duur zal dit effect krijgen. Het moet van invloed zijn op de geest van deze mensen. Rudolf Nureyev voert hetzelfde ballet momenteel in Londen op. Clive Barnes schreef erover in The New York Times.Ga naar voetnoot61 Het verschil is dat ze hier in Leningrad alleen schone kunsten van de bovenste plank voorgeschoteld krijgen. Er is verder niets anders. In Londen is er tegelijkertijd het nodige andere en minder hoogdravend vertier te beleven. Het is nu eenmaal een wet van Meden en Perzen dat de overgrote meerderheid niet naar Covent Garden holt om Prokofievs ballet te zien, maar naar de pornoshops en live nude shows in de red light districts. Die mogelijkheid ontbreekt in de Sovjet-Unie ten enen male, zodat de geeesten daarop dat punt nog welhaast maagdelijk zijn. Ça se voit partout. Ik zal Peter over dit ballet schrijven. Tamara was weer boven haar theewater. Als ik koffie voor haar haal en haar bedien, kijkt ze weer helemaal verliefd dans la lune. Hopeloos. | |
[pagina 94]
| |
20 september 1977Ik zoek al dagenlang overal naar Alexander, mijn vriendje van vroeger. Hij hing toen rond in de coffeeshop van dit hotel. Zie hem nergens. Wat zou ik die jongen graag weer ontmoeten. Voor het eerst heeft dit hotel nu ook een soort ontbijtbuffet, met crêpes, allerlei soorten broodjes, taarten en koekjes. Het brood is meestal stokoud, maar over het geheel genomen is de verbetering opvallend. Ook de kapjes in het haar van de kokkinnen en dienstertjes maakten een klinisch schone indruk. Valéry van apn kwam met me ontbijten in een Algerijns hemd en met een hoed op. Die man drinkt twee blikken bier aan het ontbijt. Hij had vorig jaar wat pornografische werken geschreven, compleet met illustraties, die hij een keer tijdens een toneelvoorstelling bij zich had in een tas. Die tas was plotseling spoorloos verdwenen. Sindsdien had hij moeilijkheden met zijn bazen van het persbureau en heeft men hem eruit willen schoppen. Er schijnt gesproken te worden over het verzachten van de strenge sovjetwetten inzake homoseksualiteit: ‘Misschien zijn we er in een of twee jaar vanaf,’ zei Valéry.Ga naar voetnoot62 Hij sprak over twee niveaus van gesprekken die mensen in zijn land voeren: de officiële en publiekelijke lezing van de gesprekken en die voor privé, onder vier ogen, wanneer men werkelijk zegt wat men denkt en voelt. ‘Wanneer we bij apn vergaderen,’ zei hij ‘trekt iedereen een serieus gezicht en praten we alleen maar over bagatellen. Maar onder elkaar, en we kennen elkaar natuurlijk uitstekend, op ons bureau, voeren we heel andere gesprekken en geloven we natuurlijk geen woord van al die onzin. Trouwens, niemand in de ussr gelooft een woord van alle officiële onzin. In de Oekraïne, en hier ook, denken ze alleen over een nieuwe auto of andere materiële zaken. Ze zijn tevreden als ze borsch (soep) kunnen eten en één pak, één das en één overhemd is voldoende zolang ze genoeg bier hebben.’ ‘En de jongeren, die lid zijn van de Komsomolsken, geloven zij in de partijpraat?’ vroeg ik aan Valéry. ‘Voor mij staan ze gelijk met de moordenaars in de straten van New York. Ze zijn alleen maar uit op een voorkeursbehandeling via de partij maar geloven er geen zak van. Ze bespieden iedereen en verraden mensen, met hun rapportjes....’ Vanmorgen ontmoette ik de componist Alexander Outechev. Hij is hoofd van de muziekfaculteit van het instituut voor theater, muziek en film. Er zijn duizend studenten aan verbon- | |
[pagina 95]
| |
den. Hij speelt piano sinds zijn vijfde jaar. Ik keek naar zijn manchetknopen van afschuwelijk paars geslepen glas in quasi gouden ovalen. Hij zei ook nog dat alleen amateurs van Rachmaninov houden, waarop ik helemaal op de man afknapte. In het Instituut voor Experimentele Medicijnenstudie ontmoette ik twee Armeniërs, dr. A.A. Totolian, een geneticus, en later kwam er gelukkig ook bij de fysioloog op hersengebied professor Mikhail Vartanian. Sacha van apn had dr. Irina Linnik, curator van de Hermitage op televisie gezien en een afspraak voor mij met haar gemaakt. Zij was een liefje. Zij had zich vooral ook toegelegd om Rembrandts bijeen te brengen, meestal afkomstig van de Russische adel uit de jaren twintig. Die schilderijen zijn gewoon door het volk geconfisqueerd, zoals dat bij communisten heet. Zij sprak zelfs verdienstelijk Nederlands. Zij had ook Beatrix en Claus rondgeleid en had de indruk gekregen dat de prins goed op de hoogte is van kunst, ‘but the princess not so much’. Dat is bekend. Ze hebben haar een vaatje haring aangeboden als geschenk voor de rondleiding; echt vorstelijk. Luns is toch werkelijk besjogge. Nu heeft hij een open brief geschreven aan het adres van de Britse minister van Defensie, Fred Mulley, dat de bezuinigingen die Londen wil doorvoeren onverantwoordelijk zijn tegenover Engeland en de navo ‘because they coincide with an unremitting effort by the Warsaw Pact to improve its offensive capacity and the implications of this for our future security.’Ga naar voetnoot63 Wie stopt die man? Oorlogshitser. Bij terugkeer in Moskou wachtte Volodja Molchanov ons op, wat ik zeer apprecieerde. Ik heb openlijk met hem besproken zeer upset te zijn over de verdwijning van mijn researchmateriaal tijdens de trip naar Kiev. ‘Als je maar niet denkt dat ik het heb gedaan,’ zei hij ontsteld. Ik geloof hem nu ook wel, misschien zelfs helemaal. | |
21 september 1977MoskouAangenaam zonnig weer. Olga Chechotkina vroeg wanneer ik weer in Moskou zou zijn, want haar enige broer had een beroerte gehad. Zij was daardoor gepreoccupeerd. Vorige week was zij nog enthousiast mij weer te ontmoeten. De Financial Times bericht dat de Britse regering de kritiek van Luns afwijst en de bezuinigingen van 230 miljoen pond gewoon zullen worden doorgevoerd.Ga naar voetnoot64 | |
[pagina 96]
| |
In Zuid-Afrika is Steve Biko op dertigjarige leeftijd overleden. Hij had zeven dagen water en voedsel geweigerd en was door artsen onderzocht. Zij besloten hem naar een ziekenhuis in Pretoria over te brengen, waar hij aan zijn ontberingen overleed. Niemand gelooft dat hij een natuurlijke dood stierf. De afgelopen achttien maanden zijn 21 zwarten in Zuid-Afrikaanse gevangenissen omgekomen. Minister van Justitie James Kruger zegt dat men met een campagne van gevangenen heeft te maken, die communistische orders opvolgen en zelfmoord plegen om hun illegale activiteiten niet te hoeven te verraden. Anthony Lewis schrijft: ‘How can people as gifted, as courageous, as profound in their emotions as the whites of South Africa have made themselves stand in the world for deafness, for inhumanity. It clouds the hope that reason can avoid racial catastrophe.’Ga naar voetnoot65 Wanneer de pvda ook maar de helft zou menen van wat zij allemaal verkondigt, dan zou zij Max van der Stoel opdragen uit protest onze ambassadeur terug te roepen. Wat een machteloos gevoel om Steve Biko's dood alleen maar te kunnen vergelden op papier. Le MondeGa naar voetnoot66 meldt dat de rechter in Amsterdam de journalist Hans Knoop heeft verboden tendentieuze berichten over Pieter Menten te verspreiden. Volodja is hier woedend over en gaat de openbare aanklager interviewen om tegengas te geven. Hij wijdt zich helemaal aan de klopjacht op Menten, maar heeft dan ook de opgegraven schedels van de vermoorde personen gezien. ‘Ik hoop dat jij echt bijzonder zal schrijven,’ zei hij tegen me ‘want Koen Corver doet absoluut niets. Dan steekt het des te meer af.’ Het schijnt dat Koen apn ontwijkt, wat reuze stom is, want ze openen deuren en vanaf daar doe je het immers zelf? Zo laat ik juist Corver en de assholes op de ambassade links liggen. ‘Wanneer komt Enkelaar naar Moskou? Waarom heeft de nos hier geen correspondent?’ vroeg Volodja. ‘Dat mag niet van de bvd.’ ‘Arbatov komt om 16.30 uur van zijn dacha om jou te ontmoeten,’ vertelde hij. De lijnen met Londen zijn weer verbroken, er is geen doorkomen aan. In de Hermitage zei ik alleen Rembrandts weergave van de Verloren Zoon te willen terugzien. Ik heb het schilderij langdurig in me opgenomen. Ik herinnerde me het heel anders. Ik wist niet dat de vader lijkt te loensen en ook het hoofd van de zoon leek zo anders. De slof - en blote voet - was er in ieder | |
[pagina 97]
| |
geval zoals ik eerder gezien had. Dit tableau fascineert me eindeloos. In een kozijn in de Hermitage zaten vijf militairen, echt voetvolk, vies en smoezelig om met geen tang aan te pakken. Zelfs naakt op een presenteerblad zou ik niet geweten hebben wat met die jongens te beginnen. Ze deden me aan wilde beesten denken. Stel je voor dat Amerikanen, inbegrepen de domste Hillbilly uit het Zuiden, deze soldaten tegenover zich zouden vinden, dan zouden ze nergens zijn. Nu is mijn toiletpapier uit de badkamer verdwenen. Ik werd razend. Eerst werd mijn deodorant gegapt, toen al het researchmateriaal en nu dit. De televisie is kapot en in Kiev, toen ik mijn kamer binnenkwam, zat een schoonmaakster op mijn plee te schijten. Alles stonk. Ik heb toen behoorlijk kabaal gemaakt bij de receptie. Bracht twee uur door met Georgii Arbatov. Hij was inderdaad van buiten de stad gekomen waar hij ergens met het Centrale Comité van de cpsu bezig was een honderdduizendtal brieven met aanbevelingen door te nemen voor de nieuwe Grondwet. ‘You have no idea how thoughtful some of these letters are that come from all kinds of working people. There will be many additions to the basic concept of the new Constitution.’ We waren alleen en het was ontspannen en prettig. Volodja begeleidde me naar het Institute for the usa van de ussr Academy of Sciences waar Arbatov directeur van is. Ik werd door Edward Ivanian, executive secretary van het instituut ontvangen. Hij vertelde al 400.000 exemplaren van zijn boek over Amerikaanse presidenten verkocht te hebben. De oplage in de Sovjet-Unie beloopt honderdduizenden exemplaren en nog zijn ze in een mum van tijd uitverkocht. Ik vertelde Arbatov precies wat er eerst met George de Mohrenschildt was gebeurd en de follow-up met Dimitri Dimitrov, alias Donald Donaldson. Hij reageerde totaal niet op Dico's theorieën dat de tsaar uit Rusland zou zijn weggekomen. Hij vertrok geen spier van zijn gezicht. ‘You must be careful. You acted properly, in my opinion. There was nothing else you could do but make this public, because it would have been very dangerous to walk around with such information.’ Hij bleef zeer ernstig maar ik merkte dat hij het een fantastisch verhaal vond. Arbatov vertelde verder dat C.L. Sulzberger van The New York Times hem in april een aantal malen had opgebeld voor een interview. Dit was niet mogelijk want Arbatov moest naar Amerika. Het leek wel of hij er in retrospect blij om was, nu bekend | |
[pagina 98]
| |
was geworden dat Sulzberger bindingen met de cia had. Hij woonde een redevoering van Jimmy Carter in de Foreign Press Club bij. Iemand in Washington had hem gezegd: ‘Kennedy wanted to prove to his father that he was tough: Nixon, was not tough, but wanted to be tough to the world, while Carter, he doesn't have to prove to anyone because he is tough.’ Hij was verbaasd geweest over het gemak waarmee Carter vragen had beantwoord. Nixon voelde zich altijd in een hoek gedreven. Carter had de indruk gemaakt van iemand die zijn zaken uitstekend beheerste. Dat bracht me ertoe Arbatov informatie te geven over de meningen van psychohistorici en psychiaters als Arnold Hutschnecker, Kenneth Clark, Bruce Mazlish en David Abrahamsen, inbegrepen hoe er over Rosalynn Carter wordt gedacht. Arbatov had Hamilton Jordan, de assistent van de president, wel ontmoet maar diens veiligheidsadviseur, de Pool Zbigniew Brzezinski, had hij gemeden als de pest. ‘Frankly I was afraid to ask a meeting with him.’ Hij herinnerde zich het artikel dat Zbigniew in Newsweek schreef toen Lyndon Johnson zeven jaar geleden had voorgesteld om bruggen naar het oosten te bouwen. In zijn artikel verdraaide hij de bedoeling van Johnson wat betreft het openbreken van Oost-Europa op een manier waarbij de sovjetinvloed zou worden ondermijnd. Hij vroeg of ik wist dat Brzezinski was getrouwd met een nicht van oud-president Eduard Benes van Tsjecho-Slowakije? ‘I felt a man who is capable to distort that matter in such a way I better avoid.’ Ik vroeg of hij meende dat Brzezinski in de klasse van Victor Zorza thuishoorde. ‘I think your analysis is correct,’ antwoordde hij. ‘Anyway, I felt it was better to avoid meeting Brzezinski because he would be quite capable of misconstruing anything I said, and go to Carter with it, which would result in actions that would make matters worse.’ Ik was geschokt. Een sovjetveiligheidsadviseur van Brezhnev, met speciale expertise inzake Amerika, vermijdt zijn Yankee counterpart te ontmoeten om de eenvoudige reden dat hij hem, waarschijnlijk terecht, absoluut niet vertrouwt. Zbigniew is als gevluchte Pool dan ook bezeten van antisovjetisme, begrijpelijk, maar is het zakelijk en nuchter van een Amerikaanse president met een kolossaal minderwaardigheidscomplex inzake buitenlandse zaken, zo'n communistenhater naar het Witte Huis te halen? Dat was overigens altijd mijn bezwaar tegen Henry Kissinger. Een gevluchte Jood uit Duitsland aan de kraan van de Amerikaanse buitenlandse politiek? Daar hoort uitsluitend een Amerikaan thuis. | |
[pagina 99]
| |
Op mijn opmerking dat Amerikanen pas zinnig over oorlog zouden denken en praten nadat zijzelf eens een Hirosjima-bom te verwerken zouden krijgen, antwoordde Arbatov dat de situatie in de wereld ‘ernstig’ was. Om die reden ook was het op dit moment plaatshebbende bezoek van Andrei Gromyko aan de Verenigde Naties, Washington en Jimmy Carter van het grootste belang. Het kon allemaal twee kanten opgaan. Als het uit de hand liep zou de wereld misschien lering kunnen trekken uit een tweede dreiging en confrontatie, zoals indertijd bij de rakettencrisis rond Cuba, waardoor iedereen weer bij zijn positieven kwam, ook al zou dit het risico van misrekening en nog verdere escalatie met zich mee kunnen brengen. Ik vertelde professor Arbatov dat Philip HandlerGa naar voetnoot67 van mening was dat uiteindelijk een atoomconfrontatie onvermijdelijk zou zijn. ‘Well, it might be useful that he is saying these things, because it might alarm some people to the deadly dangers. But, that an atom war would last only 24 hours is, of course, bloody nonsense. Who would be willing to take the decision to destroy Washington and Moscow, or ten cities all at once in both countries? What is any leader going to do when he loses ten cities? Or hundred cities? It is nonsense.’ Professor Arbatov vertelde dat admiraal Elmo R. Zumwalt jr. in een gesprek met Playboy had beweerd dat Leonid Brezhnev tegen Oost-Europese communisten zou hebben gezegd, dat na de politiek van ontspanning tussen Oost en West, de communisten uiteindelijk de hele wereld over zouden nemen. Juist rond die tijd woonde Arbatov op dagelijkse basis vergaderingen met Brezhnev bij. Hij toonde de sovjetleider wat Zumwalt had beweerd. Brezhnev werd woedend en stelde voor dat hij een brief naar Playboy zou schrijven. Arbatov raadde dit af. Maar Brezhnev zei: ‘Doe er alsjeblieft iets aan. Zulke gedachten zijn zelfs nooit bij me opgekomen. Het is een complete leugen. Ik denk gewoon dat wanneer detente eenmaal een jaar of twintig op volle toeren draait, de politiek van ontspanning niet meer omkeerbaar is.’ Ik trok mijn Amerikaanse adresboek en toonde Arbatov het adres van admiraal Zumwalt en vertelde dat ik al lang van plan was hem te interviewen. Zumwalt was trouwens evenals Brzezinski met een vrouw uit het Oostblok, een Russische prinses, getrouwd. Arbatov vertelde dat hij zeker acht of negen journalisten bovenstaande uitspraken van Brezhnev had verteld maar niemand had er over geschreven. Ik verzekerde hem het te zul- | |
[pagina 100]
| |
len doen. ‘Ga je gang,’ zei hij. ‘Je kunt mij citeren dat mij op het hoogste niveau in het Kremlin werd toegestaan deze informatie aan de pers mede te delen. Het is een complete leugen. Het enige wat Zumwalt probeerde te bereiken was de atmosfeer voor detente te verknoeien. Wat het tevens bewijst, is hoe vrij de vrije pers is en hoe moeilijk het voor ons blijft tot ze door te dringen.’ ‘Ja, en als ze zich dan met de Sovjet-Unie bemoeien lanceren ze nog meer geklets in de ruimte,’ zei ik. Ik vertelde wat Michael Eddowes had gedaan met zijn boek over jfk en Dallas en dat er, omdat ik mijn oude vriend Vladimir Kouznetsov in Brussel wilde bezoeken, door idioten van was gemaakt dat ik George de Mohrenschildt aan de kgb wilde uitleveren. Hij luisterde hier met stomme verbazing naar. Ik schreef de betrokken namen voor hem op. Op zijn werktafel lagen de twaalf blauwe boekjes van de Amerikaanse Grondwet waarvan het bovenste voorzien was van een opdracht door chief justice Warren Burger. Ik gaf hem de Bruna-editie van mijn jfk-boekje. Professor Arbatov zei dat hij apn tegen mij had laten zeggen op dit moment geen interview te kunnen geven vanwege het kritieke moment in de betrekkingen met Washington. Men hoopte in het Kremlin dat een en ander weer in positieve banen zou kunnen worden geleid. Ook Henry Kissinger had juist op dit ogenblik in de Wall Street Journal uiteengezet wat er fout was gegaan. Arbatov zelf was eveneens hoopvol. Carter zou zich toch moeten realiseren dat in de eerste negen maanden van zijn bewind helemaal niets positiefs was gebeurd. Wellicht was dit een gunstig moment voor een ommekeer. Toch kreeg ik de indruk dat men in Moskou eveneens rekening hield met het verslechteren van de betrekkingen. Hij sprak over Cyrus Vance, die als minister van Buitenlandse Zaken eigenlijk geen kant op kon vanwege de logge bureaucratie van het State Department, en ook over wapenonderhandelaar Paul Warnke, die hij positief scheen te beoordelen. Harold Brown was als minister van Defensie beroerder dan Melvin Laird van Nixon. James Schlesinger dacht als de rest van de minds van de Rand Corporation en in termen van computerstudies. Ik dacht intussen: These guys in Moscow are catching on to modern times. Toen het Sovjet-usa-Instituut werd opgericht had Brzezinski er de draak mee gestoken en gezegd dat de medewerkers van zijn instituut nu ook alleen maar uit waren op buitenlandse reisjes naar Washington. Arbatov had dit als een persoonlijke | |
[pagina 101]
| |
belediging opgevat, maar ik vrees dat er intussen waarheid in schuilde. Was Volodja Molchanov niet op advies van zijn vader, directeur van het Bolshoi Theater, Nederlands gaan studeren om zichzelf als tolk onmisbaar te maken en zodoende de gigantische sovjetgevangenis op gezette tijden te ontlopen? Daarop zei Arbatov iets opmerkelijks dat indruk op me maakte: ‘The worst I could dream of for my country, is if we were to follow in the footsteps of the United States.’ Hij noemde de Amerikaanse samenleving verziekt en door en door verrot, iets waar ik al vele jaren van overtuigd ben. Ik toonde hem de uitlating van Jimmy Carter in Le Monde dat ‘la démocratie est le meilleur rempart contre le communisme.’Ga naar voetnoot68 Hij antwoordde dat Carter zelfs nooit in de ussr was geweest. Hij bemoeide zich met Brzezinski en de Trilateral Commission van de Rockefellers ‘to make the West go with the West’. Hij vond de Carter-familie maar een twijfelachtig gezelschap. Ik stelde voor: ‘Carter heeft zich laten interviewen door Playboy. Waarom adviseert u Brezhnev niet hetzelfde te doen?’ ‘Yes,’ zei hij, ‘but we have to think also of reactions to such a move here. A talk like that would also reach the media here and would raise criticisms because of the nature of that magazine.’ ‘Okay, then let him be interviewed by us News & World Report.’ Arbatov vervolgde: ‘Mike Wallace of Sixty Minutes, Walter Conkrite, who said he was ready to go anywhere in the ussr to meet Brezhnev, and Bill Moyers were all here and tried, but prior to his inauguration as president, Brezhnev gave one interview and that was to the Hearst Newspaper Group. Then the French came. And now the Japanese. But I could imagine he would be willing to give an interview to the Dutch television. If you do it cleverly and officially, through our ambassador in The Hague and via apn, it might work.’ Ik probeerde hem meteen in te schakelen om dit in Kremlin-kringen te helpen bewerkstelligen, maar hij onttrok zich aan die mogelijkheid, even snel als hij op de gedachte van een tv-gesprek met Brezhnev was gekomen. Hij merkte aanvullend op: ‘It should be timed correctly. Prior to a summit conference or prior to the Belgrade Conference, something like that.’ Arbatov sprak erover hoe de Britse en Amerikaanse inlichtingendiensten vulpennen boven nazi-Duitsland afwierpen. De pennen veroorzaakten overal brandhaarden met het doel dat de | |
[pagina 102]
| |
Duitsers zich nog rotter zouden gedragen tegen geronselde arbeidskrachten uit andere landen, die op hun beurt nog meer zouden proberen de Duiters te saboteren. De geallieerden, vertelde Arbatov, lieten postzegels maken met het portret van Himmler in plaats van Hitler en wierpen deze boven Duitsland af om de nazi's tegen elkaar op te zetten. Zo maakten de Amerikanen en Engelsen ook voortdurend bekend dat Duitse piloten naar Engeland waren gevlucht en hun toestellen daar aan de grond hadden gezet. Ze gebruikten dan de papieren van neergeschoten Duitse piloten om hun verhalen authentiek te doen lijken. De bedoeling was immers om de ss woedend te maken op de Luftwaffe. Wat Arbatov vreesde was dat de betrekkingen tussen de Sovjet-Unie en Amerika in dergelijke koudeoorlogfasen zouden terechtkomen via dezelfde praktijken als tegen de nazi's. De avond heb ik in het Bolshoi Theater doorgebracht waar Tosca werd opgevoerd. Prachtig, ook al was het dan misschien geen Callas. Ik werd tot tranen geroerd en dacht heel sterk aan Peter als ‘mijn lieve jongen’. Ik ben eerder weggegaan om opnieuw te proberen hem in Londen te bellen. Ik heb Yuri Andropovs redevoering ter gelegenheid van de 100ste geboortedag van Felix Dzerzhinsky gelezen. Leerzaam. Ook hij sprak over de nieuwe Grondwet in wording. ‘One can hear some claim in the West that the rights and freedoms of Soviet citizens as spelled out in the new draft Constitution, although fairly broad in themselves, are reduced to naught by the fact that their application and exercise are made dependent on the interests of the state and society (...). The Soviet people see no contradiction in this kind of dependence. We proceed from the fact that an individual acquires true freedom if his activity fits in with the general trend of social progress (...). Maxim Gorky, a great humanist, said once, “I do oppose the freedom that turns into laxity (...). This happens whenever one, losing the sense of real social and cultural value, gives vent to his latent ancient philistine individualism and cries out: “I am so nice, so original, so unimitable, and here I am prevented from living at my own free will”. It is not so terrible if he only shouts about it, because when he begins to act at his own free will, he ends up either as a counter-revolutionary or as a hooligan.” These words of Gorky retain their full topicality today,’ aldus Yuri Andropov op 10 september 1977. Hij vervolgde: ‘The overwhelming majority of the Soviet people regard the fulfillment of their civic duties and the observance of law and order as their self-developed need, a habit, | |
[pagina 103]
| |
a standard of behavior. However, we cannot close our eyes to the fact that in our society there are still some facts of an underdeveloped sense of civic duty. There are still some embezzlers of socialist property, grabbers and hooligans, as well as some individuals who shirk socially useful work. Therefore, while taking every step to improve the standards of our educational work, notably our legal education, and while attaching paramount importance to persuasion, our state does apply some measures of compulsion against certain individuals committing anti-social actions.’ Volodja Molchanov zei dat hij tegen de tros-filmers had gezegd: ‘Jullie hebben altijd zoveel gedonder bij de douane in Moskou om de apparatuur erin en eruit te krijgen, waarom laten jullie die spullen hier niet op permanente basis staan?’ ‘Je zou het ook kunnen omdraaien,’ zei ik. ‘Is het niet treurig dat er in 1977 nog altijd door jullie geen betere douaneformaliteiten worden geleverd dan het geval is?’ Hij zweeg, want hij weet maar al te goed hoe hopeloos het sovjetdouanesysteem wordt geregeld. | |
22 september 1977Twee Amerikanen arriveren voor het ontbijt; refreshing people. Arbatov hoopt dat zijn land nooit de Amerikaanse kant op zal gaan, maar wat zal de uiteindelijke uitkomst van de wedloop zijn? Het kamermeisje kwam met betraande ogen vertellen dat zij mijn pleerol niet had gestolen. De receptie belde om te zeggen dat zij hier al tien jaar werkte en er was nog nooit iets vermist. Het toeristenbureau belde om te zeggen: ‘We hebben duizenden wc-rollen, u kunt er één krijgen; is dit uw eerste trip?’ ‘Nee,’ zei ik: ‘Sedert 1971 mijn dertiende reis. Maar ik zal voortaan mijn eigen papier meebrengen, net als mijn melk bij de koffie en koffie zelf want ik vraag nu al drie dagen om het schuurpapier dat u een pleerol noemt.’ Tenslotte arriveerde een cheffin bij mijn deur met een rol en de verklaring dat niemand iets had meegenomen. ‘Nee ik heb de rol die er was opgegeten,’ zei ik tegen haar. Eindelijk vier minuten met Peter in Londen getelefoneerd. Hij klonk geruststellend, vertrouwd en loving. Een uur gesproken met Vladimir Lomeiko, welke conversatie ik in zijn geheel op de band heb opgenomen. Aan het einde van ons gesprek merkte hij op dat iemand die over de Sovjet-Unie loog, altijd vroeg of laat ontdekt zou worden omdat hij zijn gastheren dan niet recht in de ogen zou kunnen kijken. Ik | |
[pagina 104]
| |
zou niet graag de professionele bedriegers, geoefend in recht aankijken en liegen of het gedrukt staat, de kost geven. Lomeiko gaf een boeiend exposé. Het Leitmotiv van Vladimir Lomeiko was hoe Oost en West van dit diepgewortelde, wederzijds wantrouwen, dat sedert 1945 de betrekkingen heeft verziekt en in gevaar gebracht, af zouden kunnen komen. De Slotakte van Helsinki was een belangrijke stap in de juiste richting maar er was meer nodig. ‘Men moet eerst de redenen van de achterdocht onderzoeken,’ zei hij. ‘Het is een toestand die op de eerste plaats te maken heeft met het feit dat mensen in Oost en West elkaar slecht kennen. Teveel aspecten van onze samenlevingen worden aan beide zijden onvoldoende begrepen en doorgrond. Dat heeft natuurlijk te maken met de historische ontwikkelingen in Europa. Men breekt in Holland sneller in Duitse auto's in omdat de Duitse nummerborden nog altijd emoties uit de Tweede Wereldoorlog opwekken. Door de eeuwen heen hebben Europese volkeren geschillen met elkaar gehad en werden lessen geleerd. Wij zijn bijvoorbeeld beschreven als absoluut andere mensen dan de rest van de Europeanen. Men zou Russen geen betrouwbaarheid kunnen toekennen. Ze waren in West-Europese ogen immers half Aziatisch? In West-Duitse films worden altijd Aziaten genomen om onze helden uit te beelden. Joseph Goebbels beschreef onze mensen ook altijd als Aziaten. Dit wantrouwen is van generatie op generatie doorgegeven. Het is een primaire vereiste om samen dit wantrouwen en een vermindering daarvan aan te pakken.’ ‘Dan is er de factor van kunstmatig aangewakkerd wantrouwen. Daarbij wordt vooral ingespeeld op de angst voor de zogenaamde groeiende sovjetbedreiging,’ vervolgde Lomeiko. ‘Er zijn mensen en groepen van mensen, die zich meer op hun gemak voelden toen de Koude Oorlog nog in volle gang was.’ Hij sprak tegen dat het sovjetindustriële complex te vergelijken zou zijn met de Westerse oorlogsindustrie. ‘In ons land zijn er geen mensen, die zich persoonlijk verrijken door het vervaardigen van wapens of winst kunnen maken met de militaire industrie. Neem West-Duitsland: terwijl de bevolking over de hele linie de buik vol heeft van oorlog of oorlogsdreiging, wordt de militaire industrie voortdurend verder ontwikkeld door monopolies, geleid door mensen die geld, macht en gezag nastreven.’ ‘U denkt aan Krupp?’ ‘Nee,’ ontkende Lomeiko, ‘Krupp heeft gezworen nooit meer wapens te zullen maken. U kunt echter in ons land geen men- | |
[pagina 105]
| |
sen aanwijzen die aan de wapenindustrie verdienen. Die bestaan hier eenvoudig niet. Ik verzeker u dat ik nog nooit een militair in ons land heb ontmoet die het betreurde dat er geen crisissituatie in de wereld was.’ Ik vertelde eens een lezing te hebben gegeven in Detroit, waar zakenmensen hoopten dat er een militair conflict zou komen, want de industrie van dat gebied zou er wel bij varen. ‘Wij zouden de wereld zo graag overtuigen dat we vredelievende bedoelingen hebben, maar het lukt ons niet om andere naties hiervan te overtuigen. In het Westen heeft het militair-industriële complex bovendien gigantische mogelijkheden om een eigen propaganda te voeren gericht op conflicten met ons. Zo publiceerde Lord Chalfont nog in 1976 een artikel in The Times waarin werd aangegeven hoe de Sovjet-Unie het Westen zou gaan aanvallen. Hij zei zelf wel dat we het volgens zijn schema zouden kunnen uitvoeren, maar dat er ook een kans was dat we niet zouden aanvallen. Maar intussen was de schade alweer toegebracht. U kunt niet een artikel met een dergelijke strekking in de sovjetmedia aanwijzen. Wij maken geen horrorpropaganda, zoals in het Westen met de neutronenbom. We protesteren tegen dergelijke wapens, maar we onthouden ons van gruwelverhalen, omdat dit onder onze bevolking menselijke problemen zou veroorzaken. Wij plegen geen propaganda tegen de vs zoals zij tegenover ons voeren.’ ‘In Newsweek werd eens precies uiteengezet wat er zou gebeuren wanneer de Amerikanen een atoombom op Bratsk zouden gooien. Dat is toch crazy?’ gaf ik als voorbeeld. ‘Ze zijn helemaal niet gek bij Newsweek. Ze weten precies wat ze doen. Bovendien komt deze propaganda over de militaire sovjetdreiging altijd ten tijde dat in het Congres fondsen moeten worden gevoteerd voor de militaire uitgaven, dus voor de werkgelegenheid en het winst maken bij het militair-industriële complex. In dit spel manipuleren ze de mensen van de straat, het volk dat de dupe is van al dit gemarchandeer.’ Ook sneed ik het feit aan dat nog altijd geen Westerse kranten in Moskou te koop zijn. ‘Wij kunnen geen goud en dure valuta geven om jullie media in te voeren. Bovendien zouden we hiermee propaganda tegen ons zelf invoeren. Daarnaast zouden vele mensen in ons land hierdoor alleen maar meer minachting voor het Westen krijgen, terwijl het tegenovergestelde wordt beoogd.’ Van Lomeiko hebben Volodja en ik ons naar de Moskouse Journalistenclub gehaast waar ongeveer vijftien collega's ons opwachtten. Tamara Sachnazarova was er ook. Ik probeerde | |
[pagina 106]
| |
haar tot iets wat op een glimlach leek te bewegen, maar het was weer hopeloos. De ontmoeting duurde anderhalf uur. Ze wilden weten hoe ik in de journalistiek terecht was gekomen. Ik vertelde van Nijenrode, Yale en Henk Hofland bij het Algemeen Handelsblad. Vervolgens Sukarno in Rome, en meteen maar naar de Club van Rome, en dat ik in 1971 als gast van dr. Jermen Gvishiani, vice-voorzitter van het Comittee for Science and Technology of the ussr en Council of Ministers in Moskou terecht was gekomen. Spartak Beglov opende met de vraag welke methoden ik gebruikte als journalist. Ik zei dat wanneer ik erop uitging, dit voor mij hetzelfde was als kwartet maken, wanneer ik vroeger op De Horst mijn cello afstemde op de drie andere instrumenten; meestal mijn moeder met altviool, mijn grootmoeder met viool en oom Elie Poslavsky eveneens met viool. Ook noemde ik de slogan van Kees van Langeraad dat een succesvol interview te vergelijken is met een lucifer onder iemands achterste houden. Een journalist die in Colombia had gestudeerd, gaf me een boekje dat hij over Time magazine had geschreven en waarmee hij zijn doctoraal had gehaald. Ook de journalist van Komsomolskaya Pravda, die ik naar Amsterdam had uitgenodigd, was er weer. Hij zei dat hij graag had willen komen, maar hij was door zijn krant ergens anders heen gezonden. Sergei Golyakov, managing editor van de New Times, zei dat hij mij zijn blad wilde sturen en ik gaf mijn kaartje.Ga naar voetnoot69 Dineerde met Spartak Beglov en een apn-redacteur, die zichzelf opdrong en die ik er eigenlijk absoluut niet bij wilde hebben als storend element. Toch voelde ik in de aanwezigheid van de sovjetcollega's een golf van cynisme, ongeloofwaardigheid, scepticisme en vooroordelen jegens mij. Het was bijvoorbeeld duidelijk onmogelijk om mijn indrukken van de Sovjet-Unie te veel te berde te brengen. Ik voelde dat ik dit beter niet kon doen. Volodja zei later dat ik het ‘uitstekend’ had gedaan. ‘Willem, jij moet ook naar Hollywood.’ Agarisjef van Komsomolskaya Pravda had Volodja gevraagd meteen een artikel over mijn jfk-boekje te schrijven. | |
23 september 1977Spartak Beglov sneed gisteren ook het onderwerp van voorlichting van het grote publiek aan, waarvan ik me direct distantieerde door te zeggen dat dit een ‘moeilijk onderwerp’ was. Ik wees op een opkomend verschijnsel: nieuwe generaties mensen in de ussr, meer en meer blootgesteld aan invloeden | |
[pagina 107]
| |
van buiten de Sovjet-Unie en de gevolgen daarvan. Beglov mompelde iets van ‘of course’, maar een andere Rus die me dit hoorde zeggen keek woedend. Sommige oude dametjes in Moskou doen me aan mam denken: natuurlijk, nooit lipstick, een chignon, volmaakt zichzelf, haast maagdelijk. Waarom mocht mam niet langer leven? Toch heb ik die laatste jaren zoveel als maar mogelijk van haar genoten. Er is nu Engelse les op de sovjettelevisie. Ontmoette Sergei Lossev, deputy director general van tass, op zijn verzoek trouwens. Hij bracht enkele pagina's telegrammen van het tass-kantoor uit Tokio mee waarbij de journalist Nobuhiko Ochiai in een serie artikelen in het weekblad Shukan Bunshun had gemeld dat J. Edgar Hoover en de cia ‘had set into action against Kennedy the same underworld-cia team involved in attempts to assassinate Fidel Castro of Cuba, because the liberal, strong-willed president represented “a national security” risk’. Richard Nixon zou vanwege diens nauwe betrekkingen met Hoover van het complot hebben afgeweten. Watergate had te maken met het onderdrukken van gegevens over de moord in Dallas. De Japanse journalist verbindt maffiagangsters Sam Giancana, John Rosselli en Santos Trafficante met herhaalde pogingen Castro te vermoorden, wat waar is. Dezelfde boeven waren later betrokken bij de moord op Kennedy, zoals via de betrokkenheid van David Ferrie. Hij werd vermoord kort nadat officier van justitie, Jim Garrison, in New Orleans hem in de peiling had gekregen. Giancana werd in 1975 vermoord zogenaamd onder fbi-protectie, en nota bene een paar dagen voor hij zou getuigen voor het comité van onderzoek in Washington. Rosselli's lichaam werd in 1976 in Miami Beach gevonden. George de Mohrenschildt pleegde zogenaamd zelfmoord, enzovoort. Lossev wilde weten wat ik hier allemaal van dacht. Veel van deze analyse klinkt heel plausibel. We spraken langdurig over Amerika. Ik lichtte hem natuurlijk ook in over de Dimitri Dimitrov-affaire. Om 15.00 uur ontmoette ik Jermen Gvishiani. Ik werd ontvangen door een nieuwe official voor het protocol, Andrei Stepoura. Victor Krylov zit ergens anders. Dit soort posten verandert hier voortdurend. We zaten in een kamer met een lange tafel voor vergaderingen. Gvishiani had een assistent meegenomen (met een spraakgebrek), een Frans sprekende secretaresse en Stepoura. Ik vond deze entourage nogal vervelend, want dan gaat veel van het vertrouwelijke karakter verloren. Maar ik ben geoefend om me van niemand verder iets aan te trekken en te doen of de anderen lucht zijn. | |
[pagina 108]
| |
Gvishiani begon zelf over ons plan samen een boek te schrijven. Hij excuseerde zich voor de vertragingen. Hoeveel tijd dacht ik nog nodig te hebben? Ik antwoordde dat met wat we reeds hadden driemaal twee uren ons een heel eind in de juiste richting zou brengen. ‘Op 24 oktober zouden we in Finland een paar uur kunnen praten, wat op de band zou kunnen worden opgenomen,’ stelde Gvishiani voor. Ik antwoordde dat ik die dag een lezing in Pittsburgh moest geven. Misschien konden we van 22 tot 24 november in Genève werken? Of anders van 25 november tot 2 december in Wenen. Er zou een ontmoeting met Stanford University worden gehouden en dan kon ik ook andere aanwezigen interviewen. Er was een vergadering van de Club van Rome in Moskou in het House of Friendship geweest, die door 120 sovjetwetenschappers was bijgewoond, waaronder een aantal Academicians, de hoogste graad van wetenschappers in dit land. Dit was een soort doorbraak want men staat al jaren sceptisch tegenover het Grenzen aan de groei-concept van Aurelio Peccei en de zijnen. Intussen was hijzelf directeur geworden van een nieuw Institute for System Analysis in Moskou wat veel tijd van hem vergde. Hij concentreerde zich vooral op komende te verwachten klimaatsveranderingen op de planeet. Hij dacht dat men met de bestudering hiervan in Moskou verder was dan in de vs. Hij wachtte nog op het rapport van de National Academy of Sciences in Washington, uitgegeven door Philip Handler, wat ik al heb. De sovjetstudie zou in 1978 wereldwijd bekend moeten worden gemaakt. ‘I would like you to consider possibilities how best to present this material to the world.’ Ik antwoordde uitstekende contacten met abc-televisie te hebben en dat dit een methode voor publiciteit zou kunnen zijn. Hij vertelde vorige week iemand van abc te hebben ontvangen. Ik vroeg wie het was. Hij kon in zijn rode leren map geen gegevens vinden en vroeg Stepoura de naam op te zoeken. Het bleek William Sheehan, senior vice-president te zijn geweest. ‘Talk to him,’ zei dr. Gvishiani, ‘we might find cooperation and you can take care of Eurovision.’ Hij vertelde kennis te hebben genomen van mijn activiteiten in de vs en de jfk-affaire met De Mohrenschildt en Dimitrov. ‘You made a lot of noise.’ Ik gaf hem aanvullende informatie over deze zaken en dacht: dat vertelt hij vanavond aan de dinertafel aan Kosygin.Ga naar voetnoot70 Ook sprak ik over Jimmy Carter, die met Bijbels langs de deuren was gegaan voor hij op het Witte | |
[pagina 109]
| |
Huis terechtkwam en hoe de psychohistorici in de vs zich over deze symptomen in de breinen van hun leiders bogen. Het scheen hem nogal te amuseren. Stepoura, die stijf en idioot deed toen ik arriveerde, gaf me na afloop een hand met de woorden: ‘I have become one of your admirers.’ Dat was vlug gefikst. We bespraken kort de kansen van Philips. Ik bracht de boodschap van ambassadeur Romanov over dat hij graag een bezoek van Gvishiani aan Eindhoven wilde regelen. ‘Well,’ antwoordde hij: ‘I have more than one pretext to go, because Holland has also become a member of iiasa (International Institute of Applied System Analysis) in Vienna.’ Hij vroeg of ik de indruk had dat Philips nu meer bereid was om met hem te spreken, zich natuurlijk herinnerend hoe hij in het verleden herhaaldelijk werd gebruuskeerd. Hij was vooral geïnteresseerd om met Philips te spreken over consumptiegoederen en misschien videoapparatuur. Maar hij vroeg me er op te letten dat in Eindhoven vooral niet de indruk zou worden gewekt dat hij zat te springen om te komen. Zal ik de idioten bij Philips dan toch maar weer eens benaderen? Hij vroeg ook nog naar Francisco Paesa, Dewi Sukarno's voormalige ‘amant’, die ik al enkele jaren geleden bij hem binnenbracht. ‘Dat is een penibel onderwerp,’ antwoordde ik ‘want mevrouw Sukarno noemt hem nooit meer. Aan die relatie is een einde gekomen.’ ‘Het zag er aanvankelijk veelbelovend uit om met Paesa samen te werken,’ zei Gvishiani ‘maar uiteindelijk he did not deliver.’ We namen hartelijk afscheid. Het was als een ontmoeting tussen oude vrienden, zoiets als bij Arbatov, al voel ik me meer ‘thuis’ bij Gvishiani. Het was inmiddels 16.30 uur.
Nedbajev van apn bood me een etentje aan samen met Volodja Molchanov in een nogal luxueus restaurant. Hij zei me als ‘moeilijke journalist’ te beschouwen, maar wel ‘interessant’. Ik vroeg hem waarom ik altijd vice-ministers en vice-presidenten van academies en instellingen ontmoette. ‘Onze ministers en hogere functionarissen zijn dag in dag uit met de problemen van onze economie bezig. Ieder uur dat zij kunnen winnen is meegenomen. Daarom staan hun plaatsvervangers journalisten te woord.’ Ik zei een interviewboek met sovjetgeleerden te willen schrijven. Hij vroeg het project op papier te zetten. Na het eten met Nedbajev ging ik mee naar Volodja's huis, waar Consuelo op ons wachtte. Hij stelde me voor aan buren, de pianist Vladimir Feltsman en zijn vrouw Anja. Feltsman | |
[pagina 110]
| |
won op negentienjarige leeftijd de prix d'excellence in Parijs. Ik voelde me zeer tot hem aangetrokken, baardje, open ogen, geïnteresseerd in Messiaen, in een overigens ongezellige flat. Kon mijn ogen niet van zijn handen afhouden. Hij schijnt niet veel te studeren momenteel. Hij gaf me een plaat van de beide Chopin-concerten door hem gespeeld. Hij had al contacten met Het Concertgebouw gehad om het tweede concert van Brahms te komen spelen. We hadden koffie met een grote taart. Ze boden Cointreaux aan, maar dat wilde ik niet. Ze hadden natuurlijk toch al weinig. Ik voelde me er erg thuis. Ik had een beetje het gevoel, trouwens bij alle ontmoetingen deze dagen, een soort attractie te zijn vanwege de publiciteit, ook hier, inzake de jfk-affaire. De trip van tien dagen is alweer voorbij. Onbegrijpelijk. | |
24 september 1977Volodja haalde me al om 05.20 uur in hotel Rossia af om me naar het vliegveld te begeleiden. Hij had een cadeautje voor Peter, een dienblad met een Russische theepot erop geschilderd. ‘Remember, you will always have a friend in Moscow,’ benadrukte hij. Hij verwachtte overigens dat Aleksei Kosygin zou aftreden. ‘Dat heeft hij al vijfmaal gevraagd. Gvishiani zal dan een zeer hoge functie krijgen of hij verdwijnt totaal van het toneel. Misschien is hij om die reden dan ook geïnteresseerd om nu een boek te schrijven met jou.’ Hij zei dat de Club van Rome maar weinig publiciteit had gekregen en werd afgedaan als een puur burgerlijke organisatie. | |
su flight 211Ik opperde tegen Volodja, denkende aan wat journalist Valéry in Leningrad had gezegd: ‘Ik denk dat burgers hier twee gezichten hebben, een voor wat ze bij apn verkondigen en een ander thuis tegenover Consuelo.’ Hij reageerde niet. Volodja was opgewonden over het bericht dat boven een dorpje ten noorden van Leningrad een ster ‘als een kwal in de zee’ boven de huizen was verschenen. Veel mensen dachten vanwege een geelachtig licht dat een atoomoorlog was uitgebroken. ‘Je zult zien dat er mensen naar een psychiatrische kliniek moeten,’ zei hij. De geleerden schijnen voor een raadsel te staan over wat het kan zijn geweest. Volodja zei: ‘Jouw positie in de Sovjet-Unie begint gunstiger te worden dan voor de meeste communistische journalisten.’ Goed teken. | |
[pagina 111]
| |
Dit had een non-stopvlucht naar Zweden moeten zijn, maar er wordt in Leningrad geland om extra passagiers te laten instappen. Le Monde meldt dat mevrouw Gandhi op beschuldiging van corruptie op 17 september 1977 werd gearresteerd. Schokkend nieuws. Eveneens werden sommige van haar naaste medewerkers opgepakt. Oud-premier Ali Bhutto van Pakistan werd opnieuw gearresteerd, eveneens op 17 september, ook met een aantal medewerkers. Hij zou verantwoordelijk zijn voor het vermoorden van enkele personen, wat zijn situatie aanzienlijk precairder maakt dan die van mevrouw Gandhi. | |
StockholmHet prachtigste weer van de wereld. Na wat zoeken vond ik het Sturebadet, waar een oud dametje achter de kassa zat. Entree achttien kronen. Er liep inderdaad een half dozijn nichten rond, die open en bloot met elkaars pikken speelden maar verder stelde het niets voor. Een zeer amateuristische toestand vergeleken bij Amsterdam, New York of San Francisco. De schok na Moskou was groot. Zweden doet me het meest aan Zwitserland denken, landen die buiten de oorlog bleven. Wat hier aan jongens rondloopt, ogen, gezichten, lijven, haar, huidskleur, jeans, stijl, noem maar op: een gigantische grabbelton. Ze lijken in een gareel te zitten wat geen ruimte voor uitspattingen laat. Gevolg: een hoog percentage zelfmoorden. Ze zitten in een val. De tegenstelling met Moskou is schokkend. De Zweedse samenleving versus het sovjetconcept van beter iedereen wat, in plaats van een welvarende top en de rest armoezaaiers. Ik zie in De Telegraaf dat ambassadeur Piet Schaepman door Max van der Stoel voor onbepaalde tijd met ziekteverlof is gezonden. Hij schijnt een open brief in De Telegraaf te hebben gezet waarin hij de minister en de top van het departement ervan beschuldigde de naam van Nederland in het buitenland in diskrediet te brengen. Daarop zond Van der Stoel het hoofd van de Rijksgeneeskundige Dienst, drs. Cees Koning, naar Singapore om Schaepman op te halen. Hij verklaarde de ambassadeur echter geestelijk en lichamelijk gezond. De ambassadeur is naar Den Haag gekomen en werd door Van der Stoel met ziekteverlof gezonden. Schaepman pikt het niet en gaat naar de rechter. Misschien is deze ambassadeur te lang buiten geweest waardoor hij de situatie in Den Haag uit het oog heeft verloren. Van der Stoel is natuurlijk useless. | |
[pagina 112]
| |
25 september 1977De herfstkleuren zetten door, prachtig. Peter vertelde over een brand te hebben gedroomd. ‘Daar hebben we het over gehad toen we in het St. Regis logeerde,’ zei ik. Werk aan de in de ussr opgenomen gesprekken. | |
26 september 1977Nam een metro naar Hässelby om professor Clarence Blomquist te ontmoeten, die een belangrijke rol speelde in het congres van psychiaters in Hawaï waarbij de Sovjet-Unie werd veroordeeld. Hij wist niet dat The Moscow News hem had geciteerd: ‘I and many other people have tried to study these case reports of some Soviet dissidents who were interned in mental hospitals and most of us who have done this have found these people are or were ill.’Ga naar voetnoot71 Hij bevestigde dit tegenover mij, alhoewel hij eraan toevoegde: ‘Het is natuurlijk uitermate moeilijk voor ons, en ik spreek tevens namens een groep Deense collega's die geen Russisch spreken, om een oordeel te vellen. Maar hetzelfde geldt voor bepaalde kringen in andere landen, die zoveel ophef maken over wat wordt beschreven als terreur in psychiatrische inrichtingen in de ussr.’ Blomquist doceert medische ethiek en is verbonden aan de psychiatrische afdeling van het Karolinska ziekenhuis in Stockholm. Hij moet nu namens de conferentie de Verklaring van Hawaï schrijven. Zij bevat een tiental paragrafen over een door alle landen in de wereld te aanvaarden ethiek in de psychiatrie.Ga naar voetnoot72 Hij schreef negen ontwerpen. Het laatste werd met 44 stemmen - en geen stemmen tegen - aangenomen, ook door de Sovjet-Unie. Hij vertelde dat na afloop een woedende Amerikaanse journalist van The Honolulu Advertiser op hem was afgestormd: ‘Kijk wat u hebt gedaan, nu zijn de sovjets ermee akkoord gegaan.’ Sommigen hadden er juist naar gestreefd te voorkomen dat er een Verklaring kwam waar Moskou zich in zou kunnen vinden. ‘U moet zich voorstellen, hoe abnormaal de stemming is geweest,’ vervolgde Blomquist. ‘De Amerikanen hebben 19.000 psychiaters die vertegenwoordigd zijn in de World Psychiatric Association. De sovjets hebben 34.000 psychiaters. De Amerikanen hadden in de wpa 30 stemmen, en de sovjets slechts 23. En waarom? Omdat de Amerikanen meer contributie betalen aan de wpa. Het komt er op neer dat, hadden de sovjets er maar meer geld in gestoken, zij een meerder- | |
[pagina 113]
| |
heid van stemmen zouden hebben behaald en op alle punten hun zin hadden kunnen krijgen.’ Hij vertelde dat Zweden zes stemmen in de wpa bezat. Het is een feit dat buitenlandse waarnemers weinig anders kunnen doen dan de dossiers bestuderen die de sovjets over patiënten in psychiatrische klinieken vrijgeven. Het zou voor Moskou het eenvoudigst zijn geweest als zij de rapporten die zij over bekende dissidenten in bezit hebben gewoon vrijgegeven zouden hebben om aan te tonen dat ze niet goed bij hun hoofd zouden zijn. Maar dat is dan weer in strijd met de medische ethiek. Er werd een middenweg bewandeld. Er zijn een twaalftal ‘casestudies’ op vertrouwelijke basis aan de wpa ter beschikking gesteld. De zaken zijn grondig onderzocht en de ontvangen dossiers waren ‘volkomen in orde,’ aldus Blomquist, die ze zelf had bestudeerd. Hij begreep ook wel dat de critici van sovjetpsychiatrie hierop antwoordden met te zeggen dat het eenvoudig is om zulke zaken in elkaar te zetten en zogenaamd vrij te geven. ‘Als dat het geval is geweest,’ zei professor Blomquist ‘dan is het bijzonder knap gedaan.’ In New York werd een Russische dissident aan een dertigtal psychiaters getoond. Hij sprak geen woord Engels. Er was een tolk nodig. ‘Ik vraag u,’ aldus Blomquist ‘hoe kan iemand zich een oordeel over deze man vormen na een dergelijk voor propagandadoeleinden in elkaar gezet gesprek? Alleen na een langdurige behandeling door een Westerse collega die perfect de Russische taal beheerst, zou een dergelijk onderzoek waarde hebben.’ Hij vertelde dat een Zweed uit een psychiatrische kliniek was weggelopen en in Polen politiek asiel had gevraagd. ‘Hij zou door ons tegen zijn wil onrechtmatig zijn behandeld. Wij weten exact dat de betrokken patiënt psychopaat is maar we kunnen tegen zulke beschuldigingen weinig uitrichten want de dossiers behoren geheim te blijven.’ ‘Maar u wilt toch niet zeggen dat er in sovjetinrichtingen geen misbruik zou voorkomen?’ ‘Zeker niet. Er zullen zeker psychiaters zijn die meer loyaliteit voelen voor het sovjetsysteem dan voor de belangen van hun patiënten. Maar volgens onze informaties betreffen het uitzonderingen. In Hawaï was duidelijk dat de antisovjetlobby van Amerikanen, Canadezen, Australiërs, Nieuw-Zeelanders en Engelsen bijzonder goed was georganiseerd. Waarom wordt er geen aandacht gevraagd voor dergelijke misbruiken in Argentinië of Chili? In Zuid-Afrika bevinden zich niet minder dan negenduizend zwarten in bijzondere inrichtingen. Ze worden als ziekenhuizen door een bedrijf gerund en gefinancierd door | |
[pagina 114]
| |
Pretoria. Als dekmantel zou er slechts een psychiater voor die negenduizend “patiënten” zijn. Dat zegt een rapport van de who. Een zwarte die op straat zonder pasje wordt aangetroffen, kan door iedere politieman naar een dergelijke inrichting worden verwezen. Er bestaan slavenverhoudingen in die situaties.’ Hippocrates besefte al in de vijfde eeuw vóór Christus dat een arts een beroepsgeheim diende te bewaren. Dr. Margaret Mead wees er eens op dat vóór het aanvaarden van de eed van Hippocrates patiënten aan de heidenen waren overgeleverd. ‘The patient could never be certain, when he hired a doctor for some white magic, that one of his enemies had not paid to dispatch him with black magic.’Ga naar voetnoot73 Achter dit hete hangijzer wordt waarschijnlijk nog altijd de nodige ellende en veel onrechtmatigheid verborgen. Heb The File on the Tsar van Anthony Summers en Tom Mangold te pakken gekregen.Ga naar voetnoot74 De laatste dagen van die familie in Jekatarinenburg moeten werkelijk een hel zijn geweest. Afschuwelijke reportage. Toch denk ik dat Dimitri Dimitrov luchtkastelen najaagt met zijn verhalen over een vlucht naar Roemenië en een dagboek van de tsaar dat aldaar gevonden zou zijn. Na de lunch heb ik het blauwe trammetje naar Salsjöbanan genomen om te zien wat Aurelio Peccei en de Club van Rome aldaar uitvreten. Aurelio was nog niet gearriveerd. Ik liet een boodschap achter of hij me in hotel Terminus wilde bellen. | |
27 september 1977Van de 104 miljoen werkkrachten op het Afrikaanse continent is niet minder dan 60 miljoen werkloos. Los dat maar even op. Ik ga naar huis. Ik heb geen zin meer in de Club van Rome en het gedoe er omheen. Aurelio is er trouwens nog steeds niet.Ga naar voetnoot75 |
|