Memoires 1976
(2007)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 262]
| |
New York15 november 1976Tegen 23.00 uur arriveerde ik in het Everard bathhouse. Nam een cabine en na een douche ging ik slapen met de deur op een kier. Ik heb tussen de twaalf en vijftien ‘bezoekers’ gehad gedurende de nacht. Uiteindelijk ben ik door een reus van een neger tot de laatste druppel leeg gezogen. Had het niet willen missen. Om 07.45 uur vanmorgen nam ik een kamer in de Van der Bilt ymca aan de 47ste straat. Ontbijt in het Waldorf. Vanmorgen bezocht ik mijn voormalige lezingenmanager Robert Keedick en diens bejaarde assistente sinds jaren, Miss Schenck. Tot mijn verbazing waren ze eventueel geïnteresseerd mij weer voor lezingen te boeken, zeker wanneer ik een samenwerking tot stand zou weten te brengen met New Directions in Washington. Een jongen vertelt op televisie dat hij vijf jaar de bak in draait omdat hij meespeelde in de film Deep Throat; onvoorstelbaar. In de Chinese stad Changsa is een man geëxecuteerd omdat hij een poster met de aankondiging dat Hua Kuo-feng voorzitter van de partij was geworden, van de muur had getrokken. En in Aptos, Californië zijn via postbus 1007T alle boeken over de moorden op jfk, rfk en mlk te bestellen. Men spreekt over assassinology books. Ik kom ook een levendige advertentie over de mogelijkheden om kerstkaarten te bestellen tegen. | |
[pagina 263]
| |
16 november 1976De New York Post meldde in vette koppen dat Christina, de dochter van Aristoteles Onassis, Jacqueline Kennedy, de weduwe van de president en van de Griekse tycoon, met acht miljoen dollar zou hebben afgekocht. Maar het televisienieuws bevestigde dat mevrouw Kennedy het volle pond van haar erfenis opeist. Jimmy Carter illustreerde weer eens overduidelijk hoe de kaarten feitelijk liggen in Washington. Men stelde op zijn persconferentie de vraag of hij president Ford zou ontmoeten. Dat zou gebeuren indien de huidige president hem tot een gesprek zou uitnodigen. Hij voegde eraan toe ook te hopen met Henry Kissinger te kunnen spreken, dus met de twee best geïnformeerde heren in de vs. Maar daarop zei Carter: ‘Next Friday I will meet with the cia.’ Dat is het precies. Geen wonder dat de cia bovenaan Carters lijstje staat. Daar wordt de werkelijke dienst uitgemaakt. Bezocht samen met mijn vriendin Mora HenskensGa naar voetnoot359 de advocaat Harry Torczyner. De aap kwam uit de mouw. Zijn voorgestelde elegante oplossing was Time te verzoeken een donation te geven aan een charity van mijn keuze. Dacht eerst dat hij een grapje maakte, maar hij was bloedserieus. Time zou een proces winnen, volgens hem, omdat ik volgens de Amerikaanse wet a public figure was. Maar dat ben ik misschien in Nederland, maar zeker niet in de vs en het smerige Time-verhaal verscheen even goed in de Amerikaanse editie van dit weekblad. Een gift van Time op mijn verzoek was daarom zo elegant, want in werkelijkheid gaf Time dan toe enigermate schuld te erkennen. Hij gaf toe dat hij dit eigenlijk niet als oplossing had mogen voorstellen zonder mij te raadplegen. Ik verliet het pand in disgust. Torczyner heeft al die tijd eigenlijk niets gedaan en nog minder bereikt. Ontmoette vervolgens Robert Sterneberg, die hier vorig jaar gekomen is als opvolger van die vreselijke man, Sjef van den Bogaert. Nu is hij directeur van The Netherlands Information Bureau, een annex van de permanente delegatie bij de vn. Hij doet aardig en vlot, maar het blijft een eng mannetje. Ik zag Leopold Quarles van UffordGa naar voetnoot360 voorbijschieten en professor P.H. Kooijmans was druk in de weer, want Nederland schijnt morgen in de commissie voor Human Rights te gaan interveniëren inzake Chili, de hobby van Joop den Uyl en Max van der | |
[pagina 264]
| |
Stoel. Men zocht naar telegrammen uit Santiago die foetsie waren. En wie is het licht dat de vitale speech namens Nederland gaat afsteken? Drs. H.J. Heinemann, de rotzak die het nodig vond mij zwart te maken in Moskou bij het kantoor van dr. Jermen Gvishiani, de schoonzoon van premier Aleksei Kosygin. Ik belde Bernard Person, want ik wilde een interviewpagina met hem maken. ‘Ik ben bang, Wim. Ik moet ook mijn vrouw beschermen. Ik zou zeer voorzichtig moeten zijn.’ Kon mijn oren niet geloven. Hier was mijn oudste vriend en collega in New York (sinds 1957) die vervolgens vroeg: ‘Er is zeker geen honorarium bij betrokken? Is dit voor vriendschap? Kan ik het eerst lezen?’ We werden verbroken. Ik heb maar niet meer teruggebeld. Ik schreef een briefje dat ik een boek over Amerika wilde schrijven en hem hierin ter sprake wilde brengen.Ga naar voetnoot361 | |
17 november 1976Eindelijk ontmoet ik dr. Arnold Hutschnecker, een kleine oudere heer, eens als psychiater geraadpleegd door Richard Nixon. Alhoewel ik hem uiteraard over Nixon wilde laten praten en dacht hem behendig in die richting te leiden, verraste hij me met een belangwekkende cadens over Jimmy Carter en diens vrouw. ‘Televisie opent tegenwoordig de ogen van mensen voor wat er werkelijk aan de hand is. Wanneer je naar de ogen van Rosalyn Carter kijkt, kan men zich afvragen: Nixon mag dan gevaarlijk zijn gebleken, maar wat staat ons nu te wachten? Deze dame heeft vanaf het begin van de presidentiële campagne steeds gesproken over “wij” hebben dit of dat besloten. Zij heeft niet een keer gezegd, mijn man is dit of dat van plan. Zij heeft kennelijk enorme invloed en macht over Carter. Ze heeft zelfs gezegd te hopen vergaderingen van het kabinet bij te wonen. De president zelf maakt de indruk van een brave, ijverige boy, die zich uitslooft om twee vrouwen te behagen: zijn moeder en zijn echtgenote. In dit opzicht doet Carter mij aan Napoleon denken. Ook hij deed met ongekend enthousiasme zijn best om zijn mama te plezieren. En in dit geval beiden, moeder Carter en Rosalyn.’ ‘Bekijkt u de situatie niet te veel als een zielkundige, die patiënten onder de loep neemt?’ vroeg ik hem. Hutschnecker: ‘Carter is geen rijp en volwassen mens. Hij is behendig en vaardig. Het is zelfs zeer goed mogelijk dat zijn enthousiasme echt is en dat hij in goed willen doen ook werke- | |
[pagina 265]
| |
lijk gelooft. Hij beleeft dit op eigen religieuze wijze. Maar dat is een dogmatische wijze van beschouwen.’ ‘Wat moet de Amerikaanse burger denken wanneer Jimmy Carter zegt dat hij vijfentwintig maal per dag tot God bidt en om leiding vraagt, zoals hij Playboy heeft verteld?’ Hutschnecker: ‘Dat toont allereerst op milde wijze aan dat hij het vertrouwen in zichzelf volledig mist. Hij ziet zichzelf als de arm van God. Hij luistert naar wat God hem zou ingeven. Hij doet datgene wat God hem zou zeggen te moeten doen. Dat ruikt in het gunstigste geval naar een dictatuur of anders zijn we terug bij degenen die in inrichtingen voor geestelijk gestoorden zitten opgesloten, lijdend aan het zogenaamde Messias-complex.’ ‘U wilt toch niet zeggen dat Carter in conflict met de werkelijkheid verkeert?’ wilde ik weten. Hutschnecker: ‘Zeker niet. Maar toch ben ik zeer bezorgd over enkele van de symptomen, die iedereen in dit land bij Jimmy Carter heeft kunnen waarnemen en waarvan ik er enkele heb aangeduid. Ook ik heb aandachtig naar deze enthousiaste man gekeken tijdens de presidentscampagne tot ik ontdekte dat zijn ideeën en inzichten zich wijzigden afhankelijk van de plaats waar hij zich bevond. Geleidelijk plaatste ik steeds meer vraagtekens bij zijn verkiezingscampagne en tenslotte ben ik mij hoogst onaangenaam en niet op mijn gemak gaan voelen over president Carter. Op het Witte Huis zetelen is natuurlijk wel even iets anders dan succes in het leven hebben als pindaboer.’ ‘Nu zal hij de politiek van de Westerse wereld ten opzichte van de Sovjet-Unie moeten gaan bepalen,’ stelde ik. Hutschnecker: ‘Daar heb je het. Ik beschouw het ontwerpen van de zogenaamde koude oorlog als de belangrijkste daad van krankzinnigheid van onze tijd. Churchill slaagde erin Harry Truman de gedachte van een ijzeren gordijn te verkopen. Onder hun leiderschap ontwikkelde de westerse wereld alle paranoïde gevoelens, die nodig waren voor het instandhouden ervan. Het is maar al te gemakkelijk gebleken om hele continenten met dit denken te besmetten. De volledige Westerse en vooral Amerikaanse economie is op oorlog voeren ingesteld. Na mijn bezoeken aan de Sovjet-Unie heb ik hierover een gesprek gehad met president Gerald Ford. Ik heb toen benadrukt dat wij zelf met onze koude-oorlogmentaliteit de ussr zo sterk hebben gemaakt als zij nu is. Wij hebben de sovjets omsingeld met bases en gezegd: “Maak geen beweging of we zullen jullie vernietigen.” Er is immers geen krachtiger motief voor een land | |
[pagina 266]
| |
te verzinnen,’ aldus psychiater Hutschnecker, ‘dan een machtig arsenaal op te bouwen wanneer het met totale vernietiging wordt bedreigd? Dus om een militair potentieel neer te zetten waar insgelijks niemand tegen opgewassen zal zijn? En nu zitten we midden in een waanzinnige bewapeningswedloop, die wij in het Westen zelf hebben ontketend. Het Westen maakte van deze misdaad een wettige affaire. Jonge mensen werden uit hun gezinnen gehaald en opgeleid om in Vietnam te gaan moorden. Nu zitten we in onze grote steden met verder toenemende moord en doodslag alom, die wij eveneens zelf hebben veroorzaakt.’ ‘U bent waarschijnlijk nog steeds van mening, zoals u in het verleden meer dan eens hebt gesteld bijvoorbeeld in uw artikelen voor de New York Times, dat men politieke leiders met grote omzichtigheid zou moeten kiezen.’ Hutschnecker: ‘Politieke leiders die een dogma volgen, zullen onder alle omstandigheden vroeg of laat tot tirannie moeten vervallen. We zien hiervan de symptomen, vooral in de Sovjet-Unie. Dogma betekent dood. Wat gebeurt er momenteel in Ierland? Het dogma wordt nog verder aangewakkerd. Daarom maak ik me zorgen over de steeds verder om zich heen grijpende ontmenselijking van de moderne samenleving, waarin iedereen steeds meer gericht schijnt te zijn op ik, ik, ik. Ons waardesysteem lijkt dieper te zijn gezonken dan ooit. Een gevoel van hopeloosheid van de burger, als individu, neemt toe. Om die reden heeft dan ook 55 procent van de stemgerechtigden bij de verkiezingen niet op Carter gestemd. De toekomst zal leren of hij de aangewezen leider zal zijn om het ongunstige tij te doen keren. Ik betwijfel het.’ Aan het einde van ons gesprek vertelde ik hem over mijn intense contact met professor José M.R. Delgado in Madrid, die een interview dikwijls een two-way street noemde. Hutschnecker: ‘I was just going to say, if the interviewer is good, the interview is good. You are a brilliant man.’ Barbara, Margaret Meads secretaresse, zei dat haar baas in een studio was voor een gesprek in een televisie-uitzending en of ik rechtstreeks naar 211 Central Park West wilde gaan om haar te ontmoeten. Er lopen hier jongens op straat zoals je ze nergens ter wereld ziet. Ik zou dit in mijn boek over Amerika moeten laten uitkomen, maar hoe? In de subway zat ik op een bank voor twee personen en een kerel met een baard, laarzen, zwarte jeans en verder gekleed in leer drukte zijn knie steeds krachtiger tegen de mijne waar ik prompt een erectie van kreeg. Zulke dingen gebeuren hier dagelijks. Als het spitsuur is, aarze- | |
[pagina 267]
| |
len ze absoluut niet om te onderzoeken wat je mogelijk in je broek hebt zitten. Om 13.00 uur arriveerde ik tegelijkertijd met Margaret Mead bij het flatgebouw. Zij was met de gebruikelijke staf en gekleed in een imitatiebontjas. Haar vriendin en roommate Rhoda Métraux, die ik bij een eerdere gelegenheid had ontmoet en gesproken, keek niet op of om. Ze was bezig met haar werk. Margaret vertelde dat New Directions ‘had no money and certainly no funds to underwrite my lectures’. Zij vond Robert Keedicks voorstel belachelijk en 500 dollar per lezing veel te laag. ‘He should charge groups more for your performance instead of asking us for money,’ aldus dr. Mead. Zij zal zelf Keedick over deze zaak telefoneren. Bovendien wil ze nagaan of haar eigen lezingenbureau in Boston eventueel geïnteresseerd is ook mijn optredens te verzorgen. We wandelden samen naar een restaurantje dichtbij. Het werd een echt gezellige ontmoeting for old time's sake. Ik vertelde haar wat dr. Hutschnecker over Jimmy Carter had gezegd, wetende dat dr. Mead voor Carter campagne had gevoerd. Ze vond Hutschnecker an immigrant psychiatrist, die geen begrip had voor sociale structuren in het zuiden en de plaats die vrouwen daar soms innamen, zoals de moeder en echtgenote van Carter. ‘I always say, going south, my jaws pain me from smiling, while in the north my hands pain from shaking them,’ aldus haar commentaar op Jimmy's eeuwige grijns. Ik geloof trouwens dat toen ik haar de paperback Drive for power van dr. Hutschnecker liet zien, zij het boek meteen heeft gehouden, want ik heb het niet meer. Bij de New York Times ontmoette ik zeer kort de economisch specialist Leonard Silk en vervolgens de commentator, en lid van de hoofdredactie, John B. Oakes. Bij vertrek vroeg ik hem hoe hij tegenover de jfk-affaire stond. Hij dacht niet dat het ooit bekend zou worden hoe de moord in Dallas in elkaar had gezeten. Ik zei verbaasd te zijn geweest dat de Times vandaag geen melding had gemaakt van het feit dat de documenten rond de moord op dominee Martin Luther King vernietigd zouden worden. Hij protesteerde en zei dat de krant het bericht wel had gepubliceerd, liep naar een ezel waarop de Times lag uitgestald en warempel op de een na laatste pagina stond een klein bericht. ‘That item should have been on page one,’ riep ik uit. ‘I agree,’ aldus de journalist Oakes. Eigenlijk had ik willen vragen: ‘Welke idioot hebt u doorgelaten om die stunt uit te halen?’ Maar Oakes was aardig. We bespraken de oplage van de New York Times en hoe diep treurig het was dat op 245 miljoen | |
[pagina 268]
| |
Amerikanen minder dan een miljoen exemplaren van deze krant aller kranten werd gedrukt, omdat de meeste mensen liever rotzooi - of geen krant - lezen. Hij bepaalde zich tot het trekken van vergelijkingen met Engeland en Frankrijk, waarop ik op een gegeven moment zei: ‘Nou ja en dan heb je de Pravda met 11 miljoen exemplaren per dag.’ ‘Oh, yes,’ antwoordde hij met een gezicht van waar ik in hemelsnaam die vergelijking vandaan haalde. Op Fifth Avenue en 48ste straat stond een jongen, eigenlijk nog mooier en aantrekkelijker voor mij dan Tage Domela Nieuwenhuis. Ik stopte. Hij glimlachte naar me. Ik glimlachte terug en vroeg me af of ik beet had, op welk moment er een beeldschoon meisje kwam aan lopen. Hij glimlachte nog eens. Ze wandelden weg. Ik voelde me behoorlijk opgelaten en in de naad getast. Eigenlijk stond ik voor aap. Reuters meldde uit Jakarta dat het nummer van Newsweek met Suharto op de omslag en de negatieve reportage over wat er in Indonesië aan de hand is, voor het hele land is verboden. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft gezegd dat het artikel ‘vijandig’ was voor Suharto en zijn vrouw. Nee: het artikel was gewoon grotendeels waar en Suharto heeft het laten verbieden. | |
18 november 1976Eindelijk twee kaarsen in St. Patricks gebrand. Dit gebeurt nog maar weinig de laatste jaren. Zag gisteravond twee vroegere vriendjes terug. Eerst Jimmy Nixon, die ik sedert 1959 ken toen hij nog een jonge jongen was. Ik stelde hem voor aan George Brandford en zijn School for (Black) Male Models, waardoor Jim een gevierd model werd. Er waren zeventien jaren verstreken sinds die eerste nacht. Hij wasnu 36 en had in het Amerikaanse leger in Duitsland gediend, was tweemaal in Amsterdam geweest, had een ringbaardje en is display-manager bij het warenhuis Alexanders. Later ben ik met Mora Henskens naar een andere oude vriend gegaan, Charles Harley - voor wie ik een duidelijk zwak had - die inmiddels naast zijn kantoorbaan met black theatre bezig is. Het ging hem voor de wind. Hij gaf me een recente foto. | |
[pagina 269]
| |
Om 09.00 uur ontmoette ik ingenieur Samuel Florman. Hij schreef The Existential Pleasures of Engineering,Ga naar voetnoot362 waarin hij een pleidooi hield tegen de stereotype opvatting dat alle architecten ongevoelige materialisten zouden zijn en zich vijandig zouden opstellen inzake humanitaire waarden. We ontbeten samen in de Yale Club naast Central Station. Maar ons gesprek kwam niet van de grond. We gingen spoedig uit elkaar. Bij Time magazine ontmoette ik Patricia Blake, die niet anders doet dan sovjetdissidentenaffaires aanzwengelen in haar blad. ‘For two years we had every week an item on Solzhenitsyn,’ zei ze zonder schaamrood op de kaken. ‘The other papers had it, so it remained news,’ was nota bene haar letterlijke tekst. Ik kan me niet herinneren me ooit door een dergelijk snertargument te hebben laten leiden. ‘But now the dissident issue is dead,’ vervolgde ze, al had ze me geschreven de dissident Valery Chalidze niet over te slaan tijdens mijn verblijf in Manhattan. Ze werkte nu aan een boek over Solzhenitsyn. ‘And, do you really think that, by doing all this you, are presenting readers a balanced view of what is really going on in the Soviet-Union?’ zei ik en probeerde haar iets te vertellen over mijn recente reizen en die andere kant van de ussr waar weinig of niets over werd gezegd in het Westen. Ja, ze had de naam van dr. Jermen Gvishiani gehoord. ‘Isn't he married to the daughter of Khrushchev?’ aldus Time's sovjetexpert Miss Blake, die niet Khrushchev maar Kosygin bedoelde. Ze wist ook dat haar redactieraad lavish lunches voor professor Georgii Arbatov organiseerde. ‘But I am really a Slavist. I specialize in concentration camp literature.’ ‘You mean Soviet concentration camps?’ ‘Yes, and German camps.’ ‘And what are you doing about such camps in Chili and Indonesia?’ probeerde ik. ‘Unfortunately, that is not my terrain.’ Ze was van 1959 tot 1962 zelf in Moskou gestationeerd geweest, maar de sovjets geven haar geen visum meer. Pas toen ik opstapte vertelde ik haar van mijn gevecht met Time over het onzinverhaal A Pink House of Orange. Het leek eerst of het niet tot haar doordrong dat ik over haar weekblad sprak. Nadat zij dit begreep, pakte ze haast instinctief een telefoon. Mijn volgende stop was mijn oude vriendin, baronesse Jacqueline de Gunzburg. Vrijwel onmiddellijk vertelde zij dat ze op een diner jonkheer Leopold Quarles van Ufford was tegen- | |
[pagina 270]
| |
gekomen (‘we had fun speaking Portugese together’). ‘Why is it whenever I meet important Dutch people, they hate you? Leopold absolutely hates you.’ Ik moest voor de zoveelste keer vertellen hoe ik Sukarno ontmoette in Rome, verwikkeld raakte in de kwestie-Nieuw-Guinea, de Indonesiërs gelijk gaf en me had verzet tegen het botte beleid van Luns met als gevolg dat ik me zijn eeuwige haat en wraakneming op de hals had gehaald. Ik vroeg haar bij een volgende gelegenheid Leopold Quarles eens te vragen wat ik dan precies heb misdaan anders dan in de kwestie van de Papoea's gelijk te krijgen. Jacqueline had in ieder geval Leopold duidelijk gemaakt het prima met mij te kunnen vinden. ‘Perhaps you oppose Willem, because he likes men,’ had ze gezegd. ‘Oh, no, it is not that at all,’ aldus Quarles. Later had zij van de vrouw van de consul-generaal, mevrouw A.M. Campagne, baronesse van Harinxma thoe Slooten gehoord dat Quarles zelf screaming gay was. | |
21 november 1976Newark naar BostonNa een logeerpartij in Westfield, New-JerseyGa naar voetnoot363 ging ik op weg naar Harvard voor enkele gesprekken en ontmoetingen. De verhalen over Chiang Ching, de weduwe van Mao Tsetung, worden met de dag bizarder. Mevrouw Mao en drie jongere naaste medewerkers schijnen het vooral gemunt te hebben gehad op premier Chou En-lai. Samen met medewerker Wang Hung-wen probeerde zij bij Mao twijfels te zaaien over Chou. Aanvankelijk leek het of vice-premier Teng Hsiao-peng hem zou opvolgen, maar dankzij een door mevrouw Mao georchestreerde campagne waarmee ze hem als reactionair betiteldeGa naar voetnoot364, ging de mop toen niet door. Dadelijk nadat mevrouw Mao en haar groep van vier op 6 oktober werden gearresteerd, verscheen de weduwe van Chou weer in het openbaar.Ga naar voetnoot365 Mao mag dan eens hebben gezegd dat een revolutie geen gezellig etentje was, in Peking zien ze kans er een complete burgermansruzie van te maken. | |
[pagina 271]
| |
die op Arlington knielden bij het graf van jfk en ieder een anjer neerlegde. Onvoorstelbaar dat ‘Dallas’ alweer dertien jaar geleden is. Eindelijk ontmoette ik professor Bruce Mazlish van het Massachusetts Institute of Technology, van wie ik al in 1973 het boek In Search of Nixon heb gelezen. Mazlish is psychohistoricus, die onderzoek verrichtte naar de mind van de voormalige president. Daar hij van huis uit historicus is kan men niet spreken van een conventionele biografie, noch van een klinische psychoanalyse. Het terrein van de psychohistorici is zich geleidelijk aan het aftekenen. Mij boeit deze ontwikkeling in hoge mate, omdat ik er meer dan ooit van overtuigd ben dat oorlog en vrede allereerst in de vitale bovenkamer van de participanten beslist zal worden. Ik herinner me het boek van Mazlish en het schokeffect dat het bij me teweegbracht uitstekend. Het bevestigde deels mijn persoonlijke indrukken, die ik opdeed toen ik in 1968 in New Hampshire een paar dagen met Nixon meereisde op verkiezingscampagne. Mazlish wees er in de eerste regels van het voorwoord van zijn boek op, dat de macht van een president van Amerika op 16 juli 1945, met de ontploffing van de eerste atoombom te Alamogordo, New Mexico, een gigantische nieuwe dimensie had gekregen. Wat ik miste was een exacte opsomming van de constitutionele powers van een Amerikaanse president gebaseerd op een Grondwet uit 1776. Mazlish waarschuwde in zijn analyse uit 1972 echter terecht dat deze twee machten samengevoegd in één persoon, die van de man op het Witte Huis, het onder de loep nemen van diens mind, meer dan ooit tevoren in de geschiedenis van de vs en de wereld noodzakelijk maakte. Dat is eveneens de these van dr. Arnold Hutschnecker: waarom testen we een manager van een multinational op zijn mentale gezondheid en niet de president van de vs? Hutschnecker kan erover meepraten, juist omdat hij Nixon in een eerder stadium als patiënt in zijn spreekkamer heeft gehad. Professor Mazlish benadrukte vooral aandacht te besteden aan de bewuste en onbewuste stromingen in het leven van de mens. ‘Daarom hecht ik zoveel belang aan de crisis die Jimmy Carter op 41-jarige leeftijd na een verkiezingsnederlaag onderging. Hij had met 20.000 stemmen het gouverneurschap van Georgia verloren. In een televisiegesprek biechtte hij op dat hij tot die politieke nederlaag eigenlijk altijd alleen met zichzelf bezig was geweest. Hij realiseerde zich toen pas dat hij nooit iets voor anderen had gedaan.’ ‘Is dat waarom de president toen maar uit pure ellende langs | |
[pagina 272]
| |
de deuren van de mensen bijbels is gaan verkopen? Hoe kwam hij op die onzalige gedachte?’ vroeg ik Mazlish. ‘Zijn zuster Ruth Stapleton, een evangeliste, heeft hem dit geadviseerd. Zij schreef een boek, De gift van innerlijke genezing, waarin zij een beschrijving geeft van haar eigen leven en haar redding door de Heer. Zij vertelde mij dat zij na Jimmy's nederlaag samen met hem een autotocht was gaan maken. Zij had hem toen gevraagd of hij bereid was alles in zijn leven voor Christus op te geven. Hij antwoordde: “Dat ben ik.” Daarna werd Jimmy zeer emotioneel en huilde. Later heb ik hem zelf naar dit moment gevraagd, maar hij kon het zich niet meer herinneren.’ ‘Dit gesprek met Ruth leidde tot zijn bijbelkruistocht?’ ‘Hij is toen inderdaad samen met een oudere, eveneens bekeerde man, Milo Pennington uit Texas, de hort op gegaan. Carter heeft me zelf verteld over deze wijze van het verspreiden van het geloof. Hij zei me: “Ik onderging het als een wonder. Ik voelde Gods invloed in mijn leven. Ik belde mijn vrouw op in Plaines, Georgia. Zij zei: Jimmy, je klinkt als een ander mens. Het lijkt wel of je hebt gedronken. Ik antwoordde: Wel, misschien ben ik ook wel een ander mens.” Carter vertelde me dat hij voor het eerst in zijn leven elk individueel mens die hij ontmoette belangrijk vond. “Ik betrapte me er op,” zei hij “dat ik me steeds afvroeg wat ik voor deze mens zou kunnen doen. Vroeger had ik altijd een soort natuurlijk drang gevoeld van: wat kan ik aan die man verdienen? Hoe kan ik beter van hem worden?”’ ‘Psychiater Hutschnecker zei me dat wanneer hij Jimmy Carter op televisie zag hij aan Oliver Cromwell moest denken,’ merkte ik op. ‘U weet misschien dat Cromwell, na zijn bekering schreef dat hij eens de grootste zondaar aller zondaren was geweest. Eigenlijk waren die zonden van Cromwell helemaal niet zo ernstig, zodat we moeten concluderen dat hier sprake was van een onbewuste angst voor ongecontroleerde woede-uitbarstingen. Deze komen voort uit narcistische frustraties of afkeer van ouderlijke invloed of macht. Cromwell zei later dat God hem had vergeven. Wij vinden dit verschijnsel ook bij Carter, die hetzelfde over God zegt. Ook Carter schijnt zijn zonden te overdrijven, terwijl hij zijn agressie voor zichzelf verbergt.’ ‘Eigenlijk,’ vervolgde ik, ‘zou men toekomstige heren, die ambiëren op het Witte Huis te zetelen aan een scrupuleus onderzoek moeten onderwerpen of ze eigenlijk wel goed bij hun hoofd zijn. De post plaatst te veel macht in één paar handen, of liever, plaatst teveel druk op één brein.’ | |
[pagina 273]
| |
‘Ja,’ bevestigde Mazlish, ‘maar hoe zou dit kunnen worden uitgevoerd? Ik vraag me af of Abraham Lincoln een dergelijk examen zou hebben gehaald. Men zou Carters geloof en bekering trouwens ook kunnen uitleggen als een bescherming tegen verkeerde invloeden of immorele handelingen, zoals wij deze bij Nixon hebben gezien. Zijn rotsvaste geloof zou men als een verzekering kunnen beschouwen tegen het de verkeerde kant opgaan.’ Professor Mazlish heeft zojuist een nieuw boek geschreven: Kissinger: The European Mind in American Policy.Ga naar voetnoot366 Het was een buitengewoon prettige ontmoeting. Toch gaat mijn voorkeur meer uit naar het gedachtengoed van Robert Jay Lifton, José M.R. Delgado of Arnold Hutschnecker. De Amerikaanse minister van Handel, Elliott Richardson, heeft in Boekarest een handelsakkoord van 10 jaar met Nicolae Ceausescu gesloten aan de vooravond van een officieel bezoek van Leonid Brezhnev aan Roemenië ‘de wat eigenzinnige communistische bondgenoot van het Kremlin’, aldus de New York Times vanmorgen. Ik ontmoette zijn zoon Henry na afloop van zijn ochtendcolleges op Harvard in de Signet Society om 13.00 uur. Hij was gegroeid en had zijn baard laten staan, maar zijn ogen glinsterden als nooit te voren. We lunchten samen met enkele Radcliff- en Harvard-studenten. Er was een oudere gentleman bij, een professor in de Engelse literatuur, aardig, alert en to the point! Spendeerde nog een uurtje met Henry Richardson alleen. Hij heeft een Rhodes-studiebeurs aangevraagd om twee jaar naar Engeland te kunnen gaan om te studeren. Hij zou ook wel een paar jaar in een ontwikkelingsland willen werken. Zijn vader had zich als republikein in de verkiezingscampagne voor Gerald Ford ingespannen en allerhande kritische dingen over Carter gezegd, maar hij zou desalniettemin graag in de regering-Carter een functie bekleden. Henry is een jongen die me altijd zal blijven interesseren, wel of geen pa als ambassadeur of minister. Architect Samuel Florman vertelde toch iets dat ik moet vermelden. Hij had de vergadering van de Club van Rome in Philadelphia bijgewoond, was zeer onder de indruk van het Pestel-Mesarovic-rapport, maar vond Tinbergens rio-werk gewoon geknoei. ‘In Harpers magazine heb ik dan ook geschreven dat het werk van Tinbergen met een vrome, maar onpraktische preek kon worden vergeleken. A Strategy for the Future van die | |
[pagina 274]
| |
andere Club van Rome-medewerker, Ervin Laszlo,Ga naar voetnoot367 als een fraai sluitend gezang bij de preek van Tinbergen.’ Hij meende dat als gevolg van dit soort lapwerk ‘door helder denkende mensen’ de Club van Rome meer en meer zou worden overgeslagen als niet meer serieus. Maar toen gebeurde iets opmerkelijks. ‘Zoals u weet,’ aldus Florman, ‘heeft vice-president Nelson Rockefeller de vergadering toegesproken in Philadelphia. Hij gebruikte dermate onverbloemde taal, dat ik ervan overtuigd ben dat hij zijn rede van te voren niet had gelezen. Wat hij zei, grensde aan het onaanvaardbare wat betreft de beleefdheid die van hem verwacht mocht worden. Rockefeller was dermate onbeschoft dat zijn gehoor zich afvroeg of men zijn woorden zonder protest diende te slikken. Hij noemde de Club van Rome verschillende malen in hoge mate naïef en onpraktisch. Aurelio Peccei zei dan ook achteraf op een persconferentie: ‘We worden naïef genoemd, maar wanneer iedereen in deze wereld zich wat naïever zou opstellen, misschien zullen we dan eindelijk oplossingen voor onze problemen vinden.’ Aurelio heeft me hier niets over verteld. Ik sprak met professor Carroll Wilson van mit die een speciaal energieonderzoeksteam leidt onder de naam waes. Er wordt in vijftien landen ‘research’ gedaan. Hij heeft zeventig medewerkers, waaronder Theo van Rijn van het ministerie van Ruud Lubbers. ‘He is not working very hard,’ aldus professor Wilson. Met enig zoekwerk heb ik Thomas Utne teruggevonden, de aantrekkelijke guy met wie ik een paar jaar geleden in een bus naar het vliegveld kennismaakte. Ik herkende hem eerst niet. Hij zei zonder blikken of blozen dat het 12 december 1972 was geweest. Hij zag er nu mager, afgereept en slecht uit. Hij heeft een zoontje van zes weken. Hij werkt voor The New Age, waar zijn broer Eric de hoofdredacteur van is. Hij speelt nog altijd iedere ochtend tennis. Ik vond Eric, kennelijk Thomas' antipode, aardig. ‘I would like to spend some time within your head,’ zei hij tegen me. ‘Why do you do what you are doing? What are you achieving?’ Ik antwoordde: ‘One can either live or kill oneself. So, I live, and write my diary every day. I hopefully succeed in leaving a record of my mind, and its development behind, which might assist science to understand the human animal better.’ ‘What gives you the greatest satisfaction out of life?’ was de volgende vraag van Eric. | |
[pagina 275]
| |
‘My piano,’ zei ik zonder de geringste aarzeling. ‘So, it is not relations with people?’ ‘Oh, no, human beings are far too imperfect for that, including myself. I know the limits of human relationships too good.’ Ontmoette mijn oude vriendin Anne Barrett bij het uitgevershuis Houghton Mifflin. Zij droeg nog altijd groene, tweed deux-pièces, maar haar benen leken nu toch echt bonenstaken te zijn geworden. Zij moet 75 jaar oud zijn. In februari gaat zij haar werk verlaten. Vond ook dat zij een zorgelijke hoest had. André Malraux is overleden. | |
24 november 1976Boston- Chicago, United AirlinesHet is weer een van die dagen dat het koud weer is bij een heldere hemel. De vroege ochtendzon produceert de wonderlijkste kleuren. Was al om 06.30 uur op het vliegveld. Op zulke momenten komt de dood van mijn ouders bij me terug. Ik hoop maar, dat wanneer ikzelf aan de dood toe ben, ik zo moe en uitgeput zal zijn dat my life will fold together, like a flower folds and goes to sleep. En dan? What was it all about? George Bush is afgetreden. Dat is een bemoedigende zaak en uitstekend nieuws. Het lijkt er althans op dat Carter niet dezelfde fout als jfk maakt, die Allan Dulles aanhield. McGeorge Bundy is bij Carter geweest. Misschien heeft hij wel iets met het aftreden van Bush te maken gehad, want Bundy was ooggetuige van de reeks cia-debacles waar zijn chef jfk mee werd geconfronteerd. | |
Chicago, Palmer HouseJonathan Raymond was om 19.00 uur in het hotel. Hij zag er eigenlijk verschrikkelijk uit. Zijn handen waren onverzorgd en vies, op het zwarte af. Hij was ongeschoren en verslonsd. Zijn haar veel te kort geknipt, donkere kringen onder zijn ogen, ongezonde kleur, maar slank en oersterk. Zijn zoon Adam is nu zes jaar. We wandelden naar een restaurant en voor het eerst, sinds we elkaar kennen, nam hij mij mee uit. Hoe langer we samen waren en spraken, hoe rustiger hij werd. We bereikten opnieuw de hoogtepunten van intimiteit zoals we die vroeger hadden. Ik denk dat hij veel teveel alleen is. Hij moet gevoeld hebben dat ik hem vanuit een emotie van diepe affectie benaderde, want hij kreeg soms tranen in zijn ogen. Wat zou ik graag willen weten hoe ik Jono op een lieve manier in een beetje andere richting zou kunnen bijsturen. Hij is nu 32 jaar. | |
[pagina 276]
| |
25 november 1976Chicago-MinneapolisSchreef mevrouw Offereins in de kennel in Bosch en Duin hoe bezorgd ik over Keke was. Ik ga Peters vriend Frederick Ress ontmoeten. Ik heb geen regel van het komende gesprek voorbereid. Ik wil volkomen voor hem openstaan. Hij haalde me van het vliegveld af en trakteerde me op een lange lunch in de Northstar Inn, onderdeel van een gigantische shopping arcade. We hebben drie uur zeer intens zitten praten. Een uiterst emotionele belevenis. Frederick is a beautiful person dat heeft Peter uitstekend gezien. Hij kan zich geen beter bij hem passende vriend toewensen, wat ik trouwens vanaf het moment dat ik ze voor het eerst samen meemaakte steeds heb geweten. Fred volgt twee sporen. Enerzijds zet hij zijn ‘Recreational Therapy’ voort, waarbij jeugdige delinquenten worden gerehabiliteerd in het ‘Expeditions of North America Program’. Dit project bestaat voornamelijk uit kleine groepen jongens die uit de gevangenis komen en meegenomen worden naar de meren en daar outdooractiviteiten bedrijven zoals kanosport, bergbeklimmen, zeilen en roeien terwijl in de open lucht wordt gekampeerd. Anderzijds vervolgt hij zijn zangcarrière en zal op zijn 30ste verjaardag, 7 april 1977, Schuberts Winter Reise uitvoeren. | |
Minneapolis-San Francisco, WesternSchrijf Peter een lange brief om hem alles vers van de pers te vertellen. Frederick lijkt te berusten in het feit dat Peter waarschijnlijk nu niet meer naar Minneapolis zal komen. Er is een diepgaand verschil tussen mijn notities op reis in de ussr en nu in Amerika. In de Sovjet-Unie probeerde ik erachter te komen wat voor vlees ik in de kuip had. Het was uitermate moeilijk vanwege de spelletjes die tolk Genia Makarova speelde, waar ik geen controle over had. Hier ligt het accent eigenlijk voornamelijk op informatie, terwijl het beschikbare vlees vrijelijk voor het oprapen ligt. | |
San Francisco, Hyatt on Union Square (middernacht)In het vliegtuig las ik hoe misdaad in San Francisco weer met 11 percent was gestegen. De burgemeester zegt zelf dat er geen buurt meer veilig is. Edwin Golden werd vermoord toen hij zijn hond uitliet. In Boston stond trouwens de zaak eveneens op zijn kop over het overhoop steken van twee Harvard football | |
[pagina 277]
| |
players in een gedeelte van de stad dat de ‘Combat Zone’ wordt genoemd. Andrew Puopolo (22) ligt al dagen in coma in Boston na de messentrekkerij door blacks. Ronald Kessler schrijft in de Washington Post dat Lee Harvey Oswald acht weken voor de moord in Dallas in Mexico-City zou zijn geweest om een deal te sluiten met de sovjetambassade aldaar. De cia zou het gesprek hebben onderschept. Deze maffiaorganisatie heeft gedeelten van dit gesprek niet aan de fbi gegeven of aan de befaamde Warren Commissie, die de Dallas-affaire zou onderzoeken. Er schijnt bovendien een fbi-memorandum te bestaan, waarin wordt bevestigd dat Oswald de Cubaanse autoriteiten zou hebben meegedeeld dat hij jfk zou gaan vermoorden. Al deze zogenaamde nieuwe onthullingen zijn volgens mij een uitstekend gecoördineerde poging om iedereen nog meer zand in de ogen te strooien en de warwinkel van gegevens rond Dallas onontwarbaar te maken. In Londen zijn rechercheurs bij Philip Agee en Mark Hosenball gaan aankloppen met de mededeling dat zij het land moeten verlaten. Dit is dan de vrije Westerse wereld. Agee en Hosenball, zo meldde Anthony Lewis in de Times,Ga naar voetnoot368 ‘are not allowed to know the specific reasons, or the names of their accusers: they have no right to a hearing. They learned only that the authorities suspect them of such things as disseminating information harmful to the security of the state.’ En dit, omdat zij alles in het werk stellen om publiciteit te geven aan de maffiamentaliteit van Washington en haar spionagedienst, de cia. | |
26 november 1976San Francisco, Hyatt.Voor een keertje ben ik aan het klaplopen. Ik heb het management van dit hotel overtuigd dat ik een boek over de vs schrijf. Ik krijg zeven dagen in dit goddelijke hotel gratis aangeboden. Na de ymca in New York is dit werkelijk een treat. Ik heb kamer 2705. Er stond een mand met fruit op me te wachten. Vanmorgen is Philip Agee op Good Morning America van abc. De interviewer durft hem te vragen of hij misschien in het geheim voor de kgb of voor Cuba werkt. Een voormalige cia-agent? Ze zijn mesjogge. Hij werd door Novosti in Londen geïnterviewd. Maakt dit een kgb-agent van hem? En ik dan; ik heb een heel boek in samenwerking met Novosti geschreven. Hij vertelde dat vier Amerikaanse uitgevers zijn boek over de cia hadden afgewezen. | |
[pagina 278]
| |
‘Does the kgb not do the same things as the cia?’ was de vraag van de interviewer. ‘No, I do not know of a Pinochet put into power anywhere by the kgb,’ was het antwoord van Agee. Vooral de mate waarin de cia in de wereld te keer gaat is onvergelijkbaar met de kgb. Ze doen fundamenteel dezelfde dingen. Alleen de lijst van cia-misdaden tegen landen, leiders en moorden op politici, die de vs niet welgevallig zijn, kan onvergelijkbaar worden genoemd. Ook vroeg abc of Agee voor zijn leven vreesde. Hij ontweek het antwoord eigenlijk en zei dat hij zijn eigen cia-dossiers wilde inzien. Hij zou dit via de rechtbank proberen te bereiken. Hij beklaagde zich er over dat hij overal werd lastiggevallen, ook in West-Duitsland en Italië, duidelijk op verzoek van de cia. Wat wil je, we zijn in Europa niets meer of minder dan gewillige puppets van de ploerterij in Washington. Er werd vanmorgen al een levensgrote kerstboom in het hotel aangebracht, ergens in een ver bos omgezaagd. Wanneer zal men, al was het maar ter wille van de bomen, van de waanzin van kerstbomen afstappen? Trouwens de drie kerels die het ding overeind zetten zagen er uit alsof ze uit een Hollywood film kwamen: laarzen met ringen, snorren, lang haar, strakke jeans, alles erop en eraan. De bladen kondigen de bijeenkomst aan van het vierde internationale congres van het World Wildlife Fund in het St. Francis hotel hiertegenover. | |
27 november 1976Het ochtendlicht over de baai is prachtig. Bezocht gisteravond de Rich Street-sauna en herinnerde me de avond samen met Andy Reed aldaar. Ik denk dat ik Caspers armband van olifantenhaar in het bubbelbad ben verloren. Toch vind ik dat deze plek hollend achteruitgaat en in verval verkeert. Daarom ben ik vroegtijdig naar het Hyatt teruggekeerd. Bracht vandaag in Los Altos Hills een bezoek aan mijn vrienden William en Marjorie Kellogg. Aurelio Peccei is gearriveerd en vertelde dat de board van het Worldlife Fund, waar hij deel van uitmaakt, morgen de hele dag vergadert. Hij verwacht dat het knelpunt zal zijn wat te doen met prins Bernhard. De affaire zou een jaar in de ijskast kunnen worden gestopt. Ik belde het nieuws door naar de nos televisie en naar Jan van Beek van de gpd.Ga naar voetnoot369 | |
[pagina 279]
| |
Nog laat ben ik naar de sauna in Turk Street gegaan en raakte vrijwel meteen verwikkeld in een gang-bang-situatie. In dit soort zaken blijven Amerikanen onovertroffen. Terwijl ik met twee, drie guys bezig was op het grote, ronde waterbed in het bovenste, schemerig verlichte zaaltje, mengde zich een neger in de zaak en begon aan een ideale langgerekte blow-job. Uiteindelijk maakte ik echter een nummer met de lekkerste jongen van het hele stel. De psycholoog Warren Bennis heeft een onderwerp aangesneden dat mij al lang bezighoudt, namelijk de zich steeds verder verspreidende schaamteloosheid in Amerika. God noch gebod lijkt nog te gelden. Bennis: ‘Na het lek van de zogenaamde “Pentagon-documenten” over de oorlog in Vietnam raakte ik eigenlijk nog dieper geschokt door het pornografische aspect van de zaak. Naast de morele tekortkomingen en het bedrog van onze leiders trof mij het naakte feit dat hier een kleine groep mensen, op duizenden kilometers afstand van het strijdtoneel in Azië, in staat bleek beslissingen over leven en dood te nemen aan de hand van de allermodernste technologische hulpmiddelen, zonder dat een van hen ooit had stilgestaan bij de aanblik of de reuk van een door bommen verbrand lichaam. Ik noem dit bestuurlijke pornografie, omdat ook hier afstand wordt genomen van de werkelijkheid en van de directe ervaring. Wanneer acteurs in pornografische films liefde bedrijven, dan zijn dit ook geen mensen die in werkelijkheid geslachtsverkeer hebben, maar die simuleren. Deze films zijn dermate gespeend van persoonlijkheid of van waarneembare sociale karakteristieken dat men eerder zou kunnen spreken van kijken naar het werk van lichaamsingenieurs dan naar werkelijke liefde. Pornofilms tonen slechts liefdeloze seks.’ Ik wil met die man een gesprek hebben. Ik heb een bezoek gebracht aan de bejaarde schrijver Eric Hoffer, een bekende vakbondsleider en een selfmade man. In 1972 publiceerde Harper & Row Reflections on the Human Condition wat me aansprak. ‘Nature attains perfection, but man never does. There is a perfect ant, a perfect bee, but man is perpetually unfinished. He is both an unfinished animal and an unfinished man.’ Hier komen de denkbeelden van professor Delgado bij me terug. Perfectioneer, rationaliseer, breng de input in overeenstemming met nieuwe realiteiten van the human condition en verbeter de mens, diens denken en gedrag. ‘There is something inhuman about perfection,’ meent Hoffer. ‘They who would make man perfect, end up by dehumanizing him.’ Hier zou ik met Gerard Croiset over willen spre- | |
[pagina 280]
| |
ken. Het is het verhaal van de wolf in de steppe en de blindengeleidehond in de stad. Hoffer beschouwt het als even dehumanizing om de op weg naar de moderne beschaving zijnde mens terug naar de natuur te zenden - ‘by making him again one with rocks, vegetation and animals’ - als om de mens verder te vervolmaken door hem in een absolute robot te vervormen. ‘Nature is a self-made machine more perfectly automated than any automated machine.’ Ik belde aan en hij vroeg me naar boven te komen. ‘You are the first man I talk to today (om 16:00 uur), so come in. I have nothing to do. No, I do not need to see your credentials or press card. Go ahead, talk.’ Hoffer had inderdaad de kluiven van een voormalige havenarbeider en miste zijn rechterduim. Hij sloot meestal zijn ogen wanneer hij sprak, als in een vorm van concentratie of trance. Een zindelijk, modern appartement, geen radio, geen televisie, geen telefoon, niet veel boeken, een bed, eigenlijk niet eens een gemakkelijke stoel, zeer Spartaans allemaal. Er hing helemaal niets aan de muren maar het uitzicht over de baai van San Francisco was magnifiek. Hij vertelde zojuist een boek te hebben geschreven, Working and Thinking on the Waterfront. Een van zijn boeken was in Nederlandse vertaling verschenen: De Ware Gelovige, ‘but I gave it to a Dutch woman who visited me.’Ga naar voetnoot370 Het flitste door mijn hoofd: Bill Bast zou van een boek van Hoffer een film moeten maken. Eric vertelde maagproblemen te hebben, maar hij hield nog altijd van een borrel. ‘When you come again, I'll take you to this family. She is a great cook.’ En: ‘Anyway, I will soon die.’ Hij bezat een plank met kleine dagboekjes en zei die te zullen verbranden. Zoiets begrijp ik nooit. Eric schijnt inderdaad kind noch kraai in de wereld te hebben, misschien dat hij daarom zijn weergegeven mind mee naar het crematorium neemt. Toen ik terug naar het hotel wandelde dacht ik: wat kan ik voor de 75-jarige oude baas doen aan wie ik zojuist duizend gulden had verdiend door de publicatie van het gesprek in de Nieuwe Revu.Ga naar voetnoot371 Terug in de Hyatt-kamer luisterde ik naar de bandopname, terwijl er buiten op straat werd geschoten. Amerika anno 1976. Ik belde Bill Bast in Los Angeles en vertelde van mijn ontmoeting. ‘Wim, Jimmy Hoffa has been long dead.’ ‘No Bill, I visited him this afternoon, Eric Hoffer the longshoreman and writer.’ ‘Oh, you mean the old man who constantly tells us what to | |
[pagina 281]
| |
do?’ Bij zo'n reactie zinkt me de moed in de schoenen. Waar te beginnen met uit te leggen dat this old man misschien een waardevol brein tot ontwikkeling heeft gebracht en op zijn minst de moeite waard zou kunnen zijn nader te onderzoeken? Om 20.00 uur belde Aurelio Peccei die bevestigde dat een besluit over de positie van prins Bernhard bij het World Wildlife Fund een jaar was verschoven, zoals hij al verwachtte. Daarop vroeg ik of koning Carl Gustaf van Zweden wellicht de prins zou opvolgen. ‘He wants to,’ zei Aurelio. De een zijn dood is de ander zijn brood. Ook zegde Aurelio toe mij te zullen voorstellen aan Sir Peter Scott, de persoonlijke vriend van prins Bernhard en de huidige chairman van het World Wildlife Fund. Ik schreef broer Theo, maar het kostte me moeite. Ik kon niet nalaten er op te wijzen dat niemand eens op het hondje van mam wilde passen, wanneer ik voor mijn werk een aantal weken overzee moest gaan. Ik ben in dit geval niet in staat mijn gevoelens te verbergen, laat staan tegenover mijn broer die adviseert alles bij elkaar te liegen in brieven ‘om uiteindelijk hetzelfde doel te bereiken’. Alsof dat mogelijk zou zijn. | |
29 november 1976Aurelio belde om 07.20 uur om te zeggen dat de ontmoeting met Sir Peter Scott was geregeld. Hij zou om 13.30 uur in de press room een gesprek met journalisten hebben, ‘if you want to be there’. Vandaag draait het congres van het World Wildlife Fund op volle toeren. ‘You may already know,’ aldus Sir Peter Scott, ‘that our president His Royal Highness the Prince of the Netherlands informed the trustees some weeks ago that he would not be attending the congress and that he had asked me, as vice-president and chairman of the Executive Council to preside. He also announced that he would not be standing for re-election as International President when his term of office ends at the end of the year. The Prince accepted the invitation to become our International President a few months after the foundation of wwf in 1961. In the last fifteen years I believe no-one has done more to advance the cause of nature conservation than he has. He was never content to be a figurehead president. He came to every meeting. He plunged into the active management of the Fund to which he brought a breath of knowledge, enthusiasm and energy, which inspired us all. His obvious deep personal commitment to the conservation of our natural heritage permitted him to carry the message successfully to political leaders and other decision makers. Although he is | |
[pagina 282]
| |
retiring as our president, we know that he will continue to work for our common cause. I hope you will agree that it would be appropriate for us to send him a message of greeting from this congress.’Ga naar voetnoot372 Er is eigenlijk nauwelijks beveiliging voor de koning van Zweden, kroonprins Harald van Noorwegen en andere big shots. Jonkheer John Loudon (Shell) heeft bijzonder aardige ogen. We zaten in een zijkamer en voerden een kort gesprek. Ik zal de heer Loudon later in Den Haag opzoeken. Het gesprek met Sir Peter Scott verliep routineus. Ik heb de tekst onmiddellijk uitgeschreven. Zij is gereed voor verzending.Ga naar voetnoot373 Sir Peter sprak buitengewoon aardig over zijn vriend prins Bernhard: ‘In 1961 had ik op een dag een gesprek met prins Philip en vroeg hem of hij de taak van de Britse afdeling van het wwf op zich wilde nemen. Hij antwoordde de stukken te zullen bestuderen en mij binnen zeven dagen uitsluitsel te zullen geven. Al een paar uur later telefoneerde hij me en zei: “Als u Bernhard voor het wwf wilt hebben, kunt u het hem nu vragen, want hij logeert toevallig in het Claridge Hotel.” Ik spoedde me naar dit hotel. Ik voerde een gesprek met prins Bernhard terwijl hij zich kleedde om naar een diner te gaan. We hebben ons gesprek in de taxi die hem naar zijn gastheer bracht, voortgezet. Prinses Beatrix vergezelde hem. Bij aankomst op de plaats van bestemming stapten wij uit en zegde hij me toe het voorzitterschap op zich te zullen nemen. Er bestaat overigens geen twijfel over dat niets ons méér had kunnen helpen bij het opzetten van onze organisatie dan de steun van de prins. Met Philip en Bernhard hadden wij het niet beter kunnen treffen.’ New York MagazineGa naar voetnoot374 wijdt zeven pagina's aan de constante groei van bloedig geweld in de filmindustrie. Iedereen is er tegen, maar de raison d'être van de makers is ‘audiences seem to enjoy it.’ In de film Chinatown laat Roman Polanski de neus van Jack Nicholson afhakken. ‘Toen na afloop van een voorvertoning in Palo Alto van Rosemary's Baby een vrouw zei: “Jullie moeten je schamen zo'n film te maken”, wisten we dat we een hit film hadden gemaakt,’ aldus de regisseur. In Lipstick ziet men hoe een verkrachter in zijn ballen wordt geschoten. In Satyricon werd daadwerkelijk een hand afgehakt. ‘In reality, murder is an intimate act. In movies like Taxi Driver, murders are committed by strangers. American movies are terrified of inti- | |
[pagina 283]
| |
macy, or even the intimacy of a crime of passion,’ schrijft Farber. Filmmaker Roger Corman draagt de volgende drogreden aan: ‘The United States is the most violent country in the world. We have the most murders and assaults. We have been called the rape capital of the world. I think the function of the artist is to reflect the times.’ Psycholoog Seymour Feshbach: ‘Many people today feel powerless in controlling their lives. That feeling of impotence makes them susceptible to the substitute offered by movies.’ En dan redeneert Farber: ‘One of the functions of popular art has always been to give people some notion of experiences denied to them in reality - a taste of romance, glamour, adventure, danger. But perhaps as everyday life becomes more smoothly homogenized, people need plashier, more grotesque vicarious thrills (...). Violence as spectacle is integral to modern life. Violence begets violence in films. Writers who want to break into the industry know, that violent scripts are the easiest to sell, and so there is an unspoken pressure on them to keep the cycle going.’ Er zijn 4.000 leden van de Writers Guild, die filmscripts schrijven, terwijl de voornaamste Hollywood-studio's vorig jaar maar 55 belangrijke films produceerden. Wat een absolute onzinredenaties. Psycholoog Feshbach denkt ‘that a steady diet of heavy graphic violence in films does not tend to make people indifferent to real-life violence. In the long run people will become inured to violence.’ Ik weet niet of ik niet de voorkeur geef aan de analyse van psychiater Robert Jay Lifton, die spreekt over ‘het immunisatieproces’ dat inzet wanneer je ergens mee wordt dood gegooid. De voortdurende escalatie van geweld via films en televisie, wat brengt dit - en nu ben ik terug bij neurofysioloog José M.R. Delgado - teweeg in de neurochemie van het brein? Psycholoog George Gerbner verrichtte een onderzoek naar geweld op televisie en concludeerde dat verwoede tv-kijkers in veel grotere mate bang zijn voor terreur op straat dan mensen die maar weinig tv-kijken. Gerbner denkt zelfs dat ‘brutal fantasies on television have become an instrument for keeping the population of America on the whole scared and submissive.’ Een zeer griezelige reportage. Wie staat erbij stil? In Times stond een verhaal van een superintendent voor scholen in het Locust Valley School District. Donald Cande vertelt dat zijn kleinzoon Matthew op dit moment twee maanden oud is. ‘Eventually,’ aldus deze ‘pedagoog’, ‘I am going to teach him to shoot and to find and kill wild game without apology.’ | |
[pagina 284]
| |
Meneer Cande had eigenlijk nooit grootvader willen worden, maar sinds het kind was geboren heeft hij veel nagedacht ‘how I will enjoy him most in the years we will have together and about how I might leave him a little richer and better off than he might have been had he not had me for a grandfather. What I have decided to leave him is controversial. I want him to be a hunter like me.’ Ik zond de tekst onmiddellijk naar professor Delgado in Madrid. Zelden heb ik een duidelijker voorbeeld gezien, en dan nog wel komend van iemand die aan het hoofd staat van een aantal scholen, van hoe men van generatie op generatie ongestoord voortgaat de jeugd van morgen te vergiftigen met klinkklare onzinconcepten, zo niet waanzinconcepten. De tekening van een Batavier die een edelhert de genadeslag verkoopt, is tekenend, is illustratief. De vicieuze cirkel van het doorprogrammeren naar de breinen van volgende generaties van totaal achterhaalde bullshit wordt me dan accuraat verwoord door deze sukkel van een superintendent van deze Locust Valley Schools, wiens eigen brein - naar ik vrees - beyond repair is. | |
30 november 1976Aurelio Peccei gaf me een uitnodiging voor een Club van Rome-bijeenkomst te Parijs. Zal proberen erbij te zijn. Ik zei tegen Aurelio dat ik hem gisteren erg goed vond tijdens de ontmoeting met de journalisten. ‘You handled it beautifully. You have changed so much.’ ‘Oh, no,’ antwoordde hij, ‘it all depends on my mood and so many other things. If I had to do it now, it would probably come out differently.’ Hij kan gelijk hebben. | |
[pagina 285]
| |
Tim Page, met wie ik in 1961 naar Belgrado vloog, is een proces tegen zijn eigen blad Time & Life begonnen om 1 miljoen dollar compensatie te krijgen voor de ernstige verwondingen die hij tijdens de oorlog in Vietnam in the line of duty voor zijn bladen heeft opgelopen. In de vs moet je een advocaat nemen om je werkgever tot redelijkheid te brengen. | |
1 december 1976HollywoodPaul Huson, de vriend van Bill Bast, pikte me gisteren bij het Roosevelt hotel op. Ik logeer daar altijd als ik hier ben. Paul liet me After Dark zien met een foto van Peter erin.Ga naar voetnoot375 In de zitkamer telde ik 24 lampen die brandden. Ik merkte dit tegen Bill op, die onverschrokken antwoordde: ‘We are placing eight additional spots on the ceiling, on each side, because the paintings are badly lit, they are too dark.’ Hij liet een Sony videorecorder zien, prijs: 1.200 dollar. ‘When I am at a dinner, I can copy in the mean time any program that is being shown in my absence.’ Bill Bast denkt dat Jimmy Carter over achttien maanden een oorlog in het Nabije Oosten zal beginnen in verband met de olieprijzen. ‘I know, I am not one of your pundits, but I think we will at least be marching into Saudi-Arabia. Perhaps, we will only leave Iran alone, because we made a pact with the Shah. I feel, and this is a gut feeling, that the American public is fed up with the Arabs. We never understood why the war in Vietnam was fought, but in the Near East it is a matter of bread on the table. Since the 1973 oil crisis unemployment soared and so did inflation. The American public is now saying “fuck them!” Carter is an asshole, who is going to say, we will do this | |
[pagina 286]
| |
- and they will do it quickly, and with no compromises at all. Then, after we have put out the fires, started by the infuriated Arabs, we will simply run the oilfields and bring the world oil prices down. The entire world will scream, about which no-one will be able to do anything.’ Bill zei ook dat, omdat hij niet op Gerald Ford kon stemmen en omdat Carter een ass-hole was, hij het stemmen maar helemaal heeft laten schieten.Ga naar voetnoot376 | |
Los Angeles - Phoenix, ArizonaPaul Huson gaf me een essay van veertien pagina's over de ontmoeting met Gerard Croiset afgelopen zomer op Amerbos in Amsterdam. Het is uitstekend geschreven, in hoge mate informatief en precies zoals het is geweest.Ga naar voetnoot377 Het verbaast me altijd weer hoeveel je en route vergeet wanneer zo'n ontmoeting via een rapport in je herinnering terugkomt. Bill Bast adviseerde me de film Network van Paddy Chajevsky niet over te slaan. Bill hielp me via de Writers Guild in Hollywood contact te leggen in New York voor een ontmoeting met deze scenarioschrijver. Prachtige avondzon boven de bergen rond Phoenix. Ik zou willen dat Peter dit zag. Ik moet hem hier brengen. Ergens daar beneden bevindt zich mijn oude vriendje van het Baarns Lyceum, Wicher de Marees van Swinderen.Ga naar voetnoot378 Ik denk dat zijn broer, ambassadeur Quirijn van Swinderen, mijn boek Den Vaderland Getrouwe best zal hebben doorgegeven. Wicher heeft echter altijd de neiging gehad zich aan te stellen om totaal anoniem te blijven. Hij bedankte me er in ieder geval niet voor. Inderdaad: Van Swinderen, W. 6801 Camelback Road, Scottsdale, 949-1398. Hij staat in het telefoonboek. André Watts speelt Liszt op televisie. Hij is nu 30 jaar. Fantastisch. Hij studeerde in Boedapest, wat direct te merken is. Middernacht. Een afschuwelijke misdaadfilm over college kids, maar ik kijk er toch naar. Televisie werkt verslavend. Niet dat het me inspireert de straat op te gaan, een revolver te kopen en rovertje en reizigertje te gaan spelen. Maar - en dit is het standpunt in de ussr - dit soort films kan hen die zich in randgebieden van de misdaad bevinden, misschien inderdaad doen overhellen zich fulltime in het ruige, avontuurlijke, gevaarlijke misdaadleven te storten. Het nieuws op Channel 3 is volledig een soort misdaadbulletin en aanverwante rotzooi. Een of andere idioot heeft met zijn vrachtauto de hekken van het Witte Huis geramd ‘to wake the | |
[pagina 287]
| |
man (Gerald Ford) up before he kills us all,’ aldus de bestuurder. | |
2 december 1976Scottsdale, ArizonaOm 08.00 uur bereikte ik telefonisch Wicher van Swinderen. Hij scheen oprecht verrast en vond mijn stem veranderd. Hij komt naar het motel voor de lunch. Nam een taxi naar Arcosanti van Paolo Soleri.Ga naar voetnoot379 Een paar jaar geleden bezocht ik reeds architect Soleri en de bouw van ‘A City of the Future’ in de woestijn, honderd kilometer van Phoenix. Ik wilde zien hoe de vorderingen waren geweest. Er werkt maar een honderdtal jonge mensen aan Arcosanti, de meesten vrijwilligers en studenten. De vooruitgang is uiterst traag, maar er zit beweging in. Soleri zelf was in New York om een toespraak te houden en fondsen te werven, maar Bank Upshaw, een medewerker, leidde me rond en gaf me alle nodige informatie.Ga naar voetnoot380 Arcosanti blijft een uniek experiment. Het huis van de Soleri's zou zelf uitstekend een verfje kunnen gebruiken, maar het lijkt duidelijk een op-een-schoen-en-een-slof project.Ga naar voetnoot381 Wicher van Swinderen kwam precies op tijd voor onze lunch. Ik zag hem door de deur komen en dacht: hij is oud geworden; hij lijkt ook kleiner dan vroeger en wat is zijn hoofd groot. Hij had veel rimpels in zijn gezicht gekregen, was kalend op zijn voorhoofd en de tand des tijds was duidelijk zichtbaar. Maar tenslotte had ik hem in bijna 25 jaar niet gezien. Ik zal er zelf ook wel op achteruit zijn gegaan. Geleidelijk realiseerde ik me hoeveel we elkaar eigenlijk te vertellen hadden. | |
[pagina 288]
| |
Ik kon hem niet bereiken daar hij de meeste tijd doorbrengt in de flat van zijn vriendin Beverly. Ik heb hem getroffen, toen hij even vijf minuten thuis was om iets op te halen. Hij vertelde me dat hij bij een benzinestation in Los Angeles heeft gewerkt toen hij net in de vs was.Ga naar voetnoot382 Intussen studeerde hij, volgde een ba course in political science en werkte voor een bank. In 1959 vestigde hij zich in Phoenix, Arizona. Hij houdt zich nu, samen met een Nederlandse partner, met real estate bezig. Hij dacht dat ik naar Arizona was gekomen om de vriend vanprins Bernhard, E.F. Hauser, te benaderen. Hij reed me langs diens villa. Dat is de laatste persoon ter wereld aan wie ik mijn tijd zou besteden. Hauser was volgens Wicher nu in moeilijkheden. Zijn Koreaanse vrouw behandelde hem als oud vuil. Wicher liet me ook andere villa's zien die hij met zijn partner had gebouwd, de ene nog luxueuzer dan de andere. Hij vertelde eigenlijk met oliebaronnen uit het Nabije Oosten te willen werken, die hier zouden willen investeren. Hij is zelfstandig ondernemer en loopt met een oproepapparaat op zak dat inderdaad een paar maal afging. Hij neemt vlieglessen en gaat veel vissen. Hij leek me helemaal veramerikaniseerd te zijn. Hij was sedert 1966 niet meer in Holland geweest. Hij hoopte dat ik niet over hem zou schrijven in mijn artikelen, want dat zou hij erg vervelend vinden.Ga naar voetnoot383 Hij vroeg naar mijn ouders en broers. Eigenlijk werd duidelijk dat we over de hele linie nog altijd op dezelfde golflengte zitten. | |
Phoenix - Austin, TexasBij een tussenlanding in Odessa, Texas, verlaat een jongen om in te bijten het vliegtuig. Wat hier allemaal rondloopt, grenst aan het ongelooflijke. Ik zag in Phoenix op het vliegveld twee jongens met een meisje die eveneens aan het ongelooflijke grensden, van perfecte lichamelijke makelij. Nam in Austin een kamer in een beetje een ouderwets hotel, Driskill en dineerde in een kamer met houten panelen en kaarslicht. Een blonde ober deed zijn best het de gasten naar de zin te maken, op het overdrevene af, zoals Amerikanen kunnen zijn. | |
[pagina 289]
| |
Ik wil eerst David Russell terugvinden.Ga naar voetnoot384 Ik belde het radio- en televisiestation waar hij in 1974 werkte. Ik werd van het kastje naar de muur gezonden, maar ging onverstoord verder en probeer nu Wally Pryor, een vriend van David, op te sporen. Intussen werd op mijn kamerdeur geklopt. Een security guard met een revolver in een open holster stond voor me - bloosde hij? - en vroeg of ik de gordijnen van mijn kamer wilde sluiten. Ik was te verbouwereerd om ad rem te reageren en heb schaapachtig alright gezegd, maar ik had die kerel bij zijn arm moeten pakken en binnenhalen. Wie weet lukt het hem terug te laten komen als ik de gordijnen openlaat. Nam een taxi naar The Warehouse in Pear Street, een gay place, maar deze was gesloten. De chauffeur was een jonge hippie met zeer lang haar en een grote pet. We raakten in gesprek. Hij zette de meter af. We reden rond. Zijn vader was in diplomatieke dienst. ‘Yes, as children, we had red passports.’ Hij was drie maanden getrouwd geweest met een Duits meisje maar nu sliep hij alleen nog met meiden en wilde verder ‘vrij’ zijn. Om de hoek van het hotel was een gay bar, Friends and Lovers (entree 50 cent). Hier kende men David Russell; ik liet een briefje voor hem achter. | |
3 december 1976Wandelde naar de L.B.J. Library voor een ontmoeting, na vele jaren, met de eerste veiligheidsadviseur van jfk op het Witte Huis, Walt Rostov, de man met wie ik het debacle van Luns op Nieuw-Guinea aanvankelijk in elkaar zette. Hij zag er bruinverbrand en buitengewoon gezond uit. Ik had me erop voorbereid een verouderde man terug te zien. Niets daarvan. We spraken over onze eerste ontmoeting in Connecticut in 1960 en vervolgens over mijn bezoek aan hem op het Witte Huis op 5 april 1961. Ik vertelde hem in 1970 een film met McGeorge Bundy, Theodore Sorensen, Arthur Schlesinger jr. en alle andere jfk-medewerkers te hebben gemaakt voor de nos, om aan te tonen dat Luns alles bij elkaar loog over jfk om via Amerikaanse druk het gedonder over de Papoea's met voortvarendheid te beëindigen. ‘You should have come to me,’ aldus Rostov, ‘I was the only one present during the vital confrontation between jfk and Luns about New-Guinea, and perhaps someone of the State Department accompanying Luns. | |
[pagina 290]
| |
He, too, watched that confrontation. Yes, Luns was angry, but the President remained very calm. I think, in fact, Luns' behavior amused him. He flatly told Luns: “one war in Asia on my hands is enough. We will not fight or go to war over New-Guinea.”’ Rostov gaf aan dat jfk zelfs aanzienlijk verder was gegaan in zijn gesprek met Luns dan deze woorden weergeven. Toen ik tegen hem zei dat hij in zijn boekGa naar voetnoot385 wel erg summier was geweest met twee pagina's over de Nieuw-Guinea-kwestie en Luns zelfs helemaal niet had genoemd, antwoordde hij: ‘After all, he still lives and is active.’ Wat heeft dat ermee te maken? Wanneer je een boek van 740 pagina's schrijft over een bepaald stuk geschiedenis mag toch wel in enige mate feiten worden verwacht, ongeacht of de schurken nog rondlopen of niet? Dan is de historicus Arthur Schlesinger in zijn Thousand DaysGa naar voetnoot386 aanzienlijk exacter geweest over de verschillende rollen die meneer Luns gespeeld heeft. Toen ik tegen Rostov opmerkte dat naar mijn mening generaal Al Haig diende op te hoepelen bij de navo - evenals Luns natuurlijk - antwoordde hij: ‘Well, it now all depends on what kind of job Al is doing in Brussels.’ Een onzinredenering, want we weten genoeg van Haighs' rol in het Nixon Witte Huis om die man als laatste in de wereld - samen met Luns nog wel - in het Europese potje van de koude oorlog te laten roeren. Levensgevaarlijk. ‘One thing,’ aldus Rostov, ‘you learn at the summit in Government, is what little power we have and how little we can really do in world-affairs.’ ‘Why don't you write more about this subject for the Sunday Magazine or the New York Times?’ vroeg ik hem. ‘They won't print me. I tried through my friend Max Frankel.’ Daar zie je weer hoe de free press in werkelijkheid functioneert. Stom genoeg had ik niet voldoende geluidsband bij me, maar een belangrijk gedeelte van het gesprek staat wel op band. | |
16.00 uurRamp. Ik slaagde erin David Russell, na eerst zijn ouders in Llano, Texas te hebben bereikt, in Houston aan de telefoon te krijgen. Hier was ik voldoende opgewonden over om het meteen in mijn dagboek te willen schrijven. Ik bleek het eerste deel dagboek van deze reis te zijn verloren. Alles weg, al mijn | |
[pagina 291]
| |
notities, clippings, gedachten. Toen ik in de hotelkamer iets in het volgeschreven deel wilde opzoeken, miste ik het pas. Alles ondersteboven gekeerd. Weg. Ik vermaande me zelf niet in paniek te raken. Na het bezoek aan Rostov heb ik enige tijd op de trappen van de kathedraal in de zon zitten schrijven. Omdat de stenen eigenlijk koud waren haalde ik het eerste volume dagboek uit mijn tas en ben erop gaan zitten. Ik moet het hebben vergeten toen ik terug naar het hotel ging. Haastte me terug naar de kerk. Overal gevraagd. Niets gevonden. Ben de verschillende afvalmanden op straat rond de kathedraal afgegaan, misschien had iemand het weggegooid. Deed navraag bij het nabijgelegen postkantoor. Peter zou hebben gezegd: ‘Willem, ik heb een gevoel dat je het terugkrijgt.’ Nu zit er een gat in deze reis dat niet is te vervangen. Heb aangifte van vermissing op het politiebureau gedaan. | |
16.50 uurBen helemaal naar en apathisch. Misschien niet zoals Paul Léautaud eens schreef toen een uitgever een deel van zijn dagboek had weggemaakt dat dit hem het gevoel gaf of een arm was geamputeerd, maar toch ben ik in hoge mate geïrriteerd over mijn eigen stomheid. David werkt in Houston in het Cortland restaurant. Hij was nogal koel door de telefoon. Hierdoor reageerde ik navenant en zei: ‘Alright, I'll see you in February or so.’ Ook dáár ben ik upset over. In het hotel is ook niets gevonden.Ga naar voetnoot387 Ik belde George de Mohrenschildt en kreeg zijn vrouw aan de lijn. Jeanne vertelde dat George in een ziekenhuis lag en dat zij niet van plan was me te vertellen waar. Ik wist eigenlijk niet of zij het meende, want meestal heeft zij sowieso een glaasje te veel op. Op Bishop College antwoordde men dat professor George de Mohrenschildt niet langer op de docentenlijst voorkwam. Erg, erg vreemd. Waar is hij? Later wist ik Patrick Russell, de advocaat van De Mohrenschildt, te bereiken. Hij vertelde dat George in een psychiatrische inrichting was opgenomenGa naar voetnoot388 omdat hij aan een severe case of prosecution disorder leed. ‘It began about six months ago. At first, Jeanne was quite hysterical about it, but lately she has been facing up to it. For the past two weeks, George has been receiving shock treatment. It is better to leave him alone at the mo- | |
[pagina 292]
| |
ment.’ Ik geloof er niets van en wilde eigenlijk naar hem toe, maar dit wordt met kracht door Jeanne de Mohrenschildt en zijn advocaat afgeraden. De Associated Press meldt dat de fbi either accidentally or deliberately drie brieven van Lee Harvey Oswald heeft vernietigd die hij vanuit de Sovjet-Unie zou hebben verstuurd. Het is steeds duidelijker wat een smerige zaak Dallas is. | |
23.55 uurEr is een wonder gebeurd. Nog steeds compleet navrant over het verlies van mijn dagboek - ik was al in bed en keek televisie - ben ik weer op gestaan. Ik wilde Wally Pryor van het station ktbc eigenlijk een briefje schrijven om te bedanken voor zijn hulp en te zeggen dat ik David had bereikt. Ik besloot het briefje zelf weg te brengen, vooral toen ik vanuit mijn hotelraam keek over het donkere, wat mistige Austin. In de verte zag ik de kathedraal waar ik mijn dagboek had laten liggen en links ervan was het televisiestation. Na de brief tegen middernacht aan de portier van station ktbc te hebben overhandigd, schoot het door mijn hoofd dat ik nog een keer naar de kathedraal wilde teruggaan. De weg vanaf het tv-station liep naar beneden. Er hing een afvalbak tegen een lantarenpaal met een gleuf om afval in te werpen. En ik zag onmiddellijk dat mijn rode dagboekcahier er bovenop lag. Ik begon zowat te huilen. Ik nam het in mijn handen en liefkoosde het bijna; het voelde koud en moist aan. Mijn god, als ik niet de | |
[pagina 293]
| |
ingeving had gekregen om Wally nog even te gaan bedanken voor vertrek morgen, als ik niet dat ommetje was gaan maken! Bovendien, was ik van de andere kant de heuvel opgekomen, dan zou ik mijn dagboek nooit hebben kunnen zien liggen. Ik was inwendig door het dolle heen van vreugde. Het herinnerde me in alle opzichten aan de keer dat we in Greenwich Village bij Wrangler's de sporttas van Peter kwijtraakten. Ik heb me toen ook dermate op de vermissing geconcentreerd dat ik een half uur later Peters tas - als door een onzichtbare hand gedreven - in een afvalmand van Greenwich Village Park terugvond. Stille kracht. Ik geloof erin. Eigenlijk zijn dit soort voorvallen beangstigend. Het lijkt op een goddelijke ingeving. Ik schrijf daarom ook direct op wat er gebeurde. | |
4 december 1976Ik vlieg via Dallas naar Atlanta en dan met Piedmont Airlines naar Ashville, North-Carolina, want ik wil Andy Reed gaan opzoeken. Het blijft haast niet te geloven dat ik mijn dagboek op het nippertje heb teruggevonden, op straat nog wel. Schreef een stukje voor de gpd over het gesprek met Walt Rostov. Andermaal staat onomstotelijk vast dat president Kennedy op 16 april 1961, minister Luns op het Witte Huis in het bijzijn van Rostov overduidelijk heeft gemaakt, dat Nederland op geen enkele manier op Amerikaanse militaire steun op Nieuw-Guinea behoefde te rekenen. Waarom was eigenlijk ambassadeur J.H. van Roijen niet bij dit cruciale gesprek? Luns is namelijk ook na 16 april 1961 gewoon doorgegaan met liegen en heeft volk, regering en parlement steeds verzekerd dat Den Haag op Amerikaanse steun kon rekenen. Ik merk dat ik steeds minder, ook op reis, over mam schrijf of over mijn ouders in het algemeen. Ik mis nu ook minder dan eerst het schrijven van de vele kaarten en briefkaarten, die ik haar van al mijn reizen toezond. Mam heb ik bijna 50 jaar van mijn leven meegemaakt en vooral de laatste jaren van haar leven heb ik intens beleefd. Twee jaar na haar dood neemt de intensiteit van ‘haar missen’ reeds af. Wat zijn we toch voor wezens? Moet ook steeds aan die arme George de Mohrenschildt denken, in een psychiatrische kliniek? Het wil erbij mij niet in dat er niet iets is gebeurd. Die man is volkomen normaal. Ook was het plezierig Wicher de Marees van Swinderen eindelijk terug te zien. Ashville heeft een klein vliegveld dat door heuvels en bergen is omgeven. Het was volle maan en de lucht was mooi en helder. | |
[pagina 294]
| |
Peter moet na de show in Londen nu ongeveer zijn gaan eten. Er stonden zeker vijftig privé-vliegtuigen geparkeerd. De oude man, die me van het vliegveld naar het Great Smokies Hilton reed - en een vette sigaar rookte, wat me aan mijn vader deed denken - vertelde dat er soms zoveel sneeuw in de bergen lag, dat men slechts met stokken gewapend naar boven ging, ‘because the rabbits are unable to flee.’ Nabakov noemde zijn memoires Speak Memory wat een prachtige titel is, maar helaas spreekt een geheugen maar zeer gedeeltelijk. De voornaamste functie van het geheugen is ‘vervalsen’, meestal onopzettelijk en in onwetendheid. Ik heb mijn dagboek. Om 22.00 uur kwam Andy Reed naar het hotel. Hij deed meteen zijn schoenen uit. Even daarna kleedde hij zich uit, kwam in bed waar ik televisie lag te kijken and we took off. Ik zei nog: ‘Andy, let's wait, let's wait.’ We raakten meteen in een nummer verwikkeld en het was eigenlijk heerlijk. | |
5 december 1976Ashville, North-CarolinaAndy was helemaal in het zwart gisteravond en droeg goedkope juwelen, ketting en armband. De bruine schoenen pasten er niet bij. Ik schrok eigenlijk eerst. Hij zag bleek en hij had een snor, die ergens niet bij hem past. Mijn eerste gedachte was helaas: hij ziet er uit als een goedkope rent boy. Hij is nu 23 jaar en zijn ogen glinsterden op een bepaalde manier. Dat blijft. Zijn body voelde glad en was gewoon lekker, alhoewel ik de eerste symptomen van een buikje waarnam. Zijn vader, die een hartaanval had gehad, is nu weer beter. Andy wil naar New York in januari en college lopen aan de Columbia Law School. Ik belde Carel Enkelaar om de laatste gegevens inzake George de Mohrenschildt door te geven. Hij wilde meteen Gerard Croiset raadplegen. Intussen vertoonden alle televisiestations deze zondagmorgen dezelfde geëxalteerde televisiedominees. Wat gebeurt er met de breinen van een natie, wanneer ze iedere zondag met dergelijke explosieve ladingen van hysterische onzin worden opgezadeld? Laat Delgado daar in godsnaam eens antwoord op geven! Wat dit betreft liggen de sovjets een halve eeuw voor op de Amerikanen. Enkelaar belde terug. Croiset had een kleine gezette man in tennis- of golfkleren met een korte broek ‘gezien’, die vlak bij de flat van de De Mohrenschildts woonde en die ‘alles precies wist’.Ga naar voetnoot389 Ik liet doorschemeren dat het beter zou zijn indien ik | |
[pagina 295]
| |
naar Dallas zou terugvliegen om de gegevens te onderzoeken en vooral om erachter te komen wat er met George aan de hand was.Ga naar voetnoot390 Enkelaar wilde zich niet binden. Enkelaar bevestigde dat mijn informatie uit San Francisco over het wwf in Het Journaal was gebruikt. Na ter kerke te zijn gegaan pikte Andy me op met een andere set jewelry. Ik zie hem nu toch met hele andere ogen. Ik geloof trouwens dat hij gisteravond na mij gezogen te hebben, verwachtte dat ik hetzelfde bij hem zou doen, maar daar ben ik niet toe in staat. Dat maakt zo'n rencontre inderdaad een eenzijdige affaire, maar ik breng het niet op. Ik probeerde hem te stimuleren met schrijven verder te gaan - in plaats van een rechtenstudie te beginnen - en zei dat, indien iemand er de tijd voor had, een prachtig boek met Eric Hoffer geschreven zou kunnen worden. Ik weet niet of hij luisterde. Ik zou het eigenlijk zelf willen doen, maar daar gaat tijd in zitten en wat moet er dan al die tijd met Keke gebeuren? Lunchte met Andy op het vliegveld. Warren BennisGa naar voetnoot391 zei ook dat wat generaals in Washington in de war room uitkienen en besluiten, een vorm van pornografie omdat het zich ver van de werkelijkheid afspeelt. ‘Actors in porn films,’ schreef hij, ‘are not real people making love, but appendages of sexual organs engaged in mechanical acts. These appendages are so without personalities or identifiable social characteristics that, as one movie critic pointed out, they are more about physical engineering than about love. Loveless sex. Distant, remote, calculated, vicarious.’ Ik blijf met dit beeld bezig. ‘The war room in the Pentagon,’ schrijft hij verder, ‘is as distant from the reality of war as downtown Boston's so-called “combat zone”, the festooned, free area for porno sales, is from the reality of sex.’ En dan beschrijft hij hoe de minister van Defensie, Robert McNamara, zich geagiteerd buigt over de rapporten uit Vietnam en de details van de te voeren oorlog op een stuk papier uitrekent. En aan het slot van zijn calculaties vraagt hij de generaals om 206.000 soldaten meer naar Azië te zenden ‘into a war he now knew could not be won and McNamara concentrated instead on the logistical problems of getting the soldiers there. That is Administration. And as he fulfilled the requirements of efficiency and effectiveness, during | |
[pagina 296]
| |
his own final days as Secretary of Defense, his wife reports that he began to grind his teeth - every night - while tossing fitfully.’ Ik moet de heer Bennis vinden. Ik krijg tranen in mijn ogen als ik aan Keke in zijn kooi denk. Wat zou mam hiervan gevonden hebben? Hij is in goede handen bij dr. Offereins. Ik zal Parijs maar overslaan zodat ik eerder thuis ben. | |
6 december 1976Washington D.C.Logeer bij mijn oude vertrouwde lezingenmanager Barbara Applegate. Ze was erg down toen ik arriveerde, maar geleidelijk I lifted her spirits. Op mijn nuchtere maag luisterde ik naar een discussie op nbc televisie of de 418 mannen en 5 vrouwen die op de voltrekking van hun doodvonnis in de vs zaten te wachten, naar de andere wereld geholpen moeten worden of niet. Ik zond Eric Hoffer een expresse en stelde voor samen een manuscript te schrijven. ‘We find it easier to believe in God than in the purposeful working of blind chance,’ zegt hij in Reflections on the Human Condition. Of: ‘Take man's most fantastic invention - God.’ Of: ‘Man made God in his own image. In whose image did he make the devil? Is there a confrontation? God and man on one side, the devil and nature on the other?’ Fraaie onderwerpen voor de televisiedominees in dit land die zondags massaal de televisiekanalen vervuilen. Ontmoette Bung Karno's vertrouwde advocaat Joe Borkin die sedert 1956 ook mijn vriend is. Geruit jasje en cream-colored pet. ‘You look like an English country-squire, Joe,’ zei ik. Hij wilde niet dat ik ons gesprek op de band opnam. ‘Why don't you take notes,’ zei hij. Toen ik de naam van dr. Arnold Hutschnecker liet vallen, toen we over Nixon spraken, trok Joe een boek uit de kast van Robert N. Winter-Berger The Washington Pay-Off.Ga naar voetnoot392 Hierin schrijft deze auteur dat hij op 16 november 1965 dr. Hutschnecker bij een diner in Washington had ontmoet. Henry Ford en diens dochter Charlotte hadden de psychiater geraadpleegd, evenals Elisabeth Taylor, Celeste Holm, Hildegarde Kneff en andere beroemdheden. In dit boek werd naar mijn vriend als ‘Hutschie’ verwezen. Ook Joe stak de draak met hem. Het wordt voorgesteld alsof dr. Hutschnecker vrijelijk zijn patiën- | |
[pagina 297]
| |
ten - en ook Richard Nixon - op dinner parties te berde bracht. In 1970 toen Nixon de desastreuze beslissing nam om Cambodja binnen te vallen vluchtte de president naar zijn huis in Florida, ‘and Hutschie was there making an emergency housecall, trying to piece together Nixon's shattered ego.’ Wat zou er van waar zijn? Anderson Suit Asks $22 Million Inmiddels is Joe Borkin een proces tegen Richard Nixon en negentien van zijn medewerkers begonnen namens de journalist Jack Anderson. De eis tot schadevergoeding bedraagt 22 miljoen dollar. ‘10 million for the violation of First Amendment rights to gather, report and publish the news, 10 million as punitive damages, one million for the violation of privacy and one million for violation of liberty and property’. Joe gaf me een kopie van het stuk van 13 pagina's zoals het op 27 september 1976 naar het United States District Court for the District of Columbia is gegaan.Ga naar voetnoot393 Het document is ondertekend door Borkin en vier andere advocaten waaronder Andra Oakes, de dochter van John B. Oakes van de New York Times. Ik schreef haar vader het een treurig zaak te vinden dat zijn blad geen beschouwing van Walt Rostov wenste op te nemen. Ik vraag me overigens af hoe Joe en zijn team ooit denken een cent van de regering en al die men- | |
[pagina 298]
| |
sen los te peuteren. Het is misschien ook meer een operatie om aandacht te vestigen op het in hoge mate onwettige optreden van de Witte Huis-top.Ga naar voetnoot394 Gisteravond dineerde ik met Barbara Applegate. Net als bij de Kelloggs in Californië vorige week, raakte ik in een regelrecht twistgesprek over de Sovjet-Unie. Ik nam het standpunt in dat er veelzijdige positieve aspecten aan de communistische samenleving in haar geheel waren en dat wanneer ze in Moskou maar meer tijd van leven hadden er een kans was dat er een over de hele linie rechtvaardiger samenleving tot stand zou kunnen komen dan in het Westen. Deze veronderstelling maakte ook Barbara woedend. We hadden een nare botsing. Ze keek naar me met die I feel sorry for you blik, als gevolg van mijn schuchtere poging persoonlijke indrukken van mijn sovjetreizen weer te geven. The House Select Committee on Assassinations begint van de grond te komen. Ze hebben een budget van vijf miljoen dollar en zitten met een staf van 35 man samengepakt in een suite van drie kamers. De mij bekende Bud Fensterwald, die zijn eigen clubje runt om Dallas te onderzoeken, heeft tegen de Washington Post gezegd zeer positief te staan tegenover Richard Sprague die het onderzoek gaat leiden. De advocaat Mark Lane, die de Citizens Commission of Inquiry oprichtte om de jfk-moord te onderzoeken, is al even enthousiast over het komende werk van Sprague en Co. Bracht een bezoek aan Tom Matthews van New Directions om de mogelijkheden te onderzoeken van lezingen onder hun auspiciën. Hij gaf me een recente speech van voorzitter Russell Peterson te lezen, maar eigenlijk was het meer van dezelfde bla, bla, bla in de trant van Tinbergen en anderen. Ik vind zulk geklets een vorm van beduvelen, want je weet van te voren dat met de beste wil van de wereld niemand ooit iets zal ondernemen inzake deze dringende onderwerpen zonder er ten lange leste toe te worden gedwongen. Bovendien wijdde Peterson slechts vijf regels aan de wapenwedloop, dan weet je al hoe laat het is. Matthews: ‘Yes, Russ does sound as a preacher. His speech is like a sermon. What they have to do in this outfit is to define the battlefield. What is happening now with New Directions, is that we are drifting like the Hindenburg.Ga naar voetnoot395 If we go on like this, we will collapse. They lack experience in recruiting | |
[pagina 299]
| |
power. You have got to have a power constituency of your own. You have to form a political movement aimed at a specific goal. To organize the American people you should base your action on (one) feelings and (two) fear. The two are closely allied. Nuclear proliferation has reached the point, that people are getting mad about it. But you need allies on the Hill (Congress). We need a legislative lobbyist.’ Ik stelde voor dat Margaret Mead, als chairperson van New Directions, misschien Edward Kennedy mee zou kunnen krijgen. ‘Margaret is only lecturing people,’ aldus Tom. ‘she would not know what to say. Kennedy would listen politely and then what? It is too easy to set up an appointment with Edward Kennedy. First, you have got to define the battlefield.’ Tom vroeg me aan Peterson een brief te schrijven over wat ik van zijn rede vond, ‘but leave him his dignity, Willem.’ Na dit gesprek bracht ik niet meer de moed op ook nog eens over mogelijke lezingen voor New Directions te beginnen. Mijn volgende bezoek gold mijn oude persoonlijke vriend dr. Philip Handler, president van de National Academy of Sciences, die een vol uur voor me had uitgetrokken. Aan het begin van de ontmoeting vroeg dr. Handler: ‘What do you want to talk about?’ Ik begon maar met wat volgens hem een ernstiger probleem was, nuclear proliferation of population control. ‘That is no question, that are just words. It is like asking me, what is more important lunch or dinner? If you ask me, however, “if you had one wish, which question would you solve first?”’ waarop hij zei dat ik de bandrecorder kon aanzetten?Ga naar voetnoot396 We spraken over mijn klacht tegen Time en zoals Joe Borkin mij eerder had verzekerd, was ook dr. Handler van mening dat Time niet staande zou kunnen houden dat ik, althans in de vs, a public fgure was. De stelling van Harry Torczyner slaat nergens op, zoals ik steeds van mening ben geweest. Handlers betrekkingen met de ussr Academy of Sciences zaten op een dieptepunt ‘since I sent them a cable about Andrei Sacharov. Within several weeks after that message I had some five Russians come and see me, all telling me that it was not because of my cable, that Sacharov's life was saved. So, I said to myself, if so many Soviets come to tell me the same thing, it must be untrue.’ Ik vind het niet prettig wanneer hij zo spreekt. Ook de vluchtelingenkwestie en het moeilijke vertrek van joden uit de ussr had de betrekkingen met de Sovjet Academie verder verzuurd. ‘We are in an interregnum,’ zei hij. Ik had in de Washington Post gelezen dat hij gisteren een rede | |
[pagina 300]
| |
had uitgesproken voor het William and Mary College in Williamsburg, Virginia over Science in a Free Society. Hij gaf me de tekst die begon met een citaat van Robert Paul Wolff. ‘Truth consists in the conformity of thought to reality; genuine knowledge consists in the rationally grounded apprehension of that reality.’ Dan zegt hij: ‘It is both the glory and the curse of the human brain, that we must forever live with truth, once it has been gained. Surely, it is far more dangerous to live with ignorance than with truth (...). The most bitter controversies of our time are certain to be those that arise out of attempts to understand ourselves.’ Wanneer je ziet wat Stephen Klaidman in de Washington Post over de speech van dr. Handler berichtte en wat hij in werkelijkheid allemaal te berde bracht, kan je slechts concluderen dat ‘de journalistiek’, ook op het niveau van de Post, zich nog in een stadium van de middeleeuwen bevindt. Natuurlijk is the understanding of man de kwintessens tot het benaderen van alle problemen in de wereld. Zonder meer inzicht te verwerven in de modus operandi van het brein bestaat er geen enkele uitkomst op een verbetering van het menselijke lot dat afstevent op zelfvernietiging. Handler gaat uitvoerig in op de wapenwedloop. In Washington is in oktober een rapport uitgegeven dat verklaarde dat de mensheid een kernoorlog zou overleven.Ga naar voetnoot397 Een kernexplosie van 10.000 megaton - overeenkomend met tien miljard ton tnt (denk je de waanzin even in) - zou op het noordelijk halfrond na 25 jaar weer tot ‘tamelijk herstel’ van het ecologische evenwicht leiden. Alleen al het praten over dergelijke gevaarlijke onzin lijkt me desastreus. Dr. Philip Handler had bovenstaand rapport van een begeleidende brief voorzien, waarin hij ernstig waarschuwde voor ‘de economische, sociale en politieke consequenties van de resulterende doodsangst over de hele wereld’, die hij volslagen onvoorspelbaar noemde. Ik denk dan altijd: waarom begon hij zijn rijtje niet met de psychologische consequenties? In Williamsburg kwam hij gisteren op dit onderwerp terug. ‘Lest anyone harbor any notions that nuclear war and its consequences are containable, last year the Academy released a report indicating that in addition to the local holocaust, and in addition to radioactive fallout on a continental scale, a major exchange of nuclear weapons could ravage the entire planet by destruction of the stratospheric ozone layer in both northern | |
[pagina 301]
| |
and southern hemispheres. Already the East-West component of a nuclear confrontation is capable of placing one-half billion people in the northern hemisphere at fatal risk in any one day (...). If at times the world seems peopled with madmen, need the scientific community associate itself with the madness? And yet, 25 percent of all the technical people in the world are involved in preparing for conflict. Annual global military expenditures, including those of developing nations, exceed 250 billion dollars - while some of us fret over the availability of capital to pursue relatively modest development programs in some of the very same countries.’Ga naar voetnoot398 In het Hilton hotel had ik een ontmoeting met de beide Dallasonderzoekers, David Seay en Randall Smith, over het project dat zij voor de Columbus School of Law van de Catholic University of America in Washington dc uitvoerden.Ga naar voetnoot399 Het lijkt gedegen en bevat een lijst van elf pagina's met in alfabetische volgorde de namen van mensen met wie George de Mohrenschildt te maken had. Op het eerste gezicht zie ik al meteen dat bijvoorbeeld de moeder van Jacqueline Kennedy, Mrs Janet Auchincloss, ontbreekt. George miste eens zijn adresboek. Het lijkt wel of David en Randall het te pakken hebben gekregen. Ze vroegen bijvoorbeeld of ik het gevoel had gevolgd te worden. ‘Hardly,’ heb ik geantwoord. | |
Washington dc - La GuardiaIn de taxi naar het vliegveld betrapte ik me er op dat ik mam zat te vertellen wat ik de laatste dagen allemaal had gedaan. Ben in New York regelrecht naar de Everards baths gegaan en raakte entangled met een Japanse jongen, die insisteerde dat ik in hem klaar zou komen. Ik wil dit eigenlijk niet en verzon smoesjes, dat ik hem pijn zou doen. ‘Slow, slow,’ zei hij en duwde mijn penis in zijn lichaam. Het was eigenlijk allemaal heel plezierig, maar nu leef ik weer de komende vijf dagen in doodsangst dat ik een druiper van hem kan hebben opgelopen. Zag de film Network en inderdaad, nu ben ik helemaal verlangend om Paddy Chayewsky te ontmoeten. Het ergerde me eigenlijk dat hij in de film bijvoorbeeld zegt dat naties als multinationals zouden moeten worden gerund, want dat zeg ik al heel lang. | |
[pagina 302]
| |
9 december 1976New YorkDr. Margaret Mead vertelde gisteravond dat zij niet, zoals zij had beloofd, met mijn lezingenmanager R. Keedick had gebeld. Wel had zij haar oor te luisteren gelegd, hoeveel ik voor een lezing moest krijgen. ‘You tell Mr Keedick that you should get at least 1.000 dollar per lecture.’ Mijn Indonesische vriend Hashram Zainuudhi, de architect, maakt het uitstekend. Hij ontwerpt momenteel een winkelcentrum voor Koeweit. Daarna heeft hij een project in Kairo. Hij was van plan met een jongere broer, die 28 was, een kantoor in Jakarta te openen, maar de jongen stond voor een stoplicht te wachten op zijn motorfiets, werd aangereden en is overleden. Hashram vertelde dat mijn intiemste vriend in Indonesië, Harisanto - eveneens architect - schitterende contracten had binnengehaald, waaronder een overeenkomst met de World Health Organisation om voor 7 miljard roepia klinieken te bouwen. ‘Santo is very good in dealing with lower personnel,’ aldus Hashram, ‘but less efficient in dealing with his equals. He never puts anything in writing and is being pushed around and taken advantage off.’ Ik ken dit maar al te goed van mezelf Santo en ik lijden aan hetzelfde euvel. Ontmoette de heer Leo van Münching, die sedert 1933, na een overeenkomst met Dirk Stikker te zijn aangegaan, Heineken in de vs vertegenwoordigt. Zijn kantoor is op de 37ste verdieping van het Sperry Rand Building. Dikke pens, grijs vest, nauwelijks behoorlijk meubilair. Hij wist te vertellen hoe mijn Nijenrode-vriend Siebe Minnema bij Heineken zijn congé had gekregen.Ga naar voetnoot400 Hij noemde Freddie Heineken ‘a fool, who stole the control of the company, en die bij de hoerententen komt aanrijden in een auto met chauffeur, die het naamplaatje Heineken op zijn pet droeg.’ Hij schijnt alles wat met Holland te maken heeft te verafschuwen, maar hij pochte dat Hare Majesteit de Koningin hem had onderscheiden. Dat kennen we, die Haagse notoire lintjesregen, die door rijksambtenaren wordt voorbereid en door Juliana bekrachtigd. Toch was Münching wel een aardige en outspoken kerel. Hij was aan de jaarbalans bezig. Harry Torczyner zei dat aan dr. Philip Handler vragen of ik een public figure was in termen van de wet, hetzelfde was als je tandarts om een juridisch advies vragen. Ik zei maar niet dat advocaat Joseph Borkin in Washington dezelfde mening als Handler was toegedaan. Torczyner zei vandaag nog met advocaat East- | |
[pagina 303]
| |
man over mijn zaak te hebben gesproken, die eveneens van mening was dat ik wel een publiek figuur was. ‘They are all crooks,’ zei ik tegen Torczyner, want ik weet dat het niet waar is. Overigens schijnt Torczyner mijn handschrift te hebben laten analyseren: ‘It is splendid,’ was het enige wat hij er over zei. | |
10 december 1976Mijn nieuwe contract, geldig tot 1979, om voor R. Keedick lezingen in de vs te geven is getekend.Ga naar voetnoot401 Bob Keedick is trouwens geïnteresseerd met Eric Hoffer een overeenkomst voor lezingen te tekenen. Hij vroeg of ik daarbij wil helpen. Ik lees een andere rede van dr. Philip Handler waarin hij zegt: ‘In a historic sense, the scientific endeavor began only yesterday, yet we have come a wondrous distance from our primeval ignorance in so short a time; 90 percent of all that science has learned has been gathered during the working lifetimes of those in this hall. And that fact indicates how rudimentary must be our understanding.’Ga naar voetnoot402 Atlas MagazineGa naar voetnoot403 publiceert een afschuwelijk artikel over prins Bernhard: ‘the merchant prince’, die door de mand viel en door ‘frugal queen Juliana was kept on a short leash.’ De ondertitel: ‘High living and shady deals end a royal masquerade’. Er wordt benadrukt dat prins Bernhard voor de oorlog ‘a probationary member of the Nazi ss’ was geweest en prins Claus wordt opgevoerd als een voormalig lid van de Hitler Jugend als gediend hebbende in een Panzer Division van Adolf Hitler. Vrijwel alle crooks waar de prins mee in de handel is geweest, tot en met een in de vs als gangster bekend staande Robert Vesco, worden een voor een genoemd. Eigenlijk kan je na dergelijke publiciteit als lid van de familie Van Oranje de tent maar beter sluiten. | |
11 december 1976Voerde een gesprek met Richard Price bekend geworden door zijn boek Bloodbrothers.Ga naar voetnoot404 Zijn eerste roman heette The Wanderers. Hij vertelde sinds zijn achtste jaar te hebben geschreven. Zijn grootvader publiceerde Jiddish poetry. In Cornel was En- | |
[pagina 304]
| |
gels niet zijn sterkste vak. Hij behaalde zelfs een graad in Labor Relations. ‘Wie weet op zijn achttiende jaar, wat hij met zichzelf wil gaan doen?’ zei hij. Toch is hij in weerwil van alles schrijver geworden. Wanneer hij een roman begint heeft hij een waslijst van gegevens en anekdotes verzameld, meestal vanuit zijn familie en onmiddellijke omgeving. Hij zegt zich te concentreren, niet zo zeer op het verhaal, maar meer op de characters van de mensen, die erin voorkomen. ‘Hoe leer je die karakters echt kennen? Stel, er komen twee mannen in je verhaal voor. Hoe hen te doorgronden of uit te beelden? Ik begrijp mezelf niet eens,’ vroeg ik hem. ‘It is an evolutional process. You have got to start at some point. You let your man walk around, and the more he does and the more time I spend with him in the novel, the more he will start flashing out. You can't give birth to a full blown person. So, you start off with pain. You take that person and his pain, put him in different situations and the character evolves. It's just like a person reaching maturity. You describe the trials and conflicts he goes through. I am never more than one paragraph ahead of myself. I never know what is going to be on the next page.Ga naar voetnoot405 It happens intuitively and all spontaneous. All I need is a vague idea what I am heading for. Characters, Willem, they come by themselves.’ ‘What is easier for you, to bring pain to the character of a man or a woman?’ ‘A man, because I am a man.’ ‘So what about women?’ ‘They don't evolve as well. I do not understand women as well as I do men. I am not a woman. How men think is easy. I bank on my own thinking and experiences. My women characters result more from observation as opposed to my feelings. I can observe intimacy. I can experience intimacy with somebody, but I cannot crawl inside them. I can only crawl inside me. Every character in my novels is in a way an extension of me.’ ‘How are your relationships with your friends, thus, other men?’ vervolgde ik. Price: ‘I have experiences with them and one becomes his ex- | |
[pagina 305]
| |
periences. At present, I am trying to write about isolation, sexual compulsiveness. People complain about loneliness, and to what extent are they committed to that loneliness? I am also exploring anonymous sexual gratification as commonly and widely practiced in New York City today. That is why I also spent some time in the Amsterdam red light district. Why do people go into that kind ofintimacy for perhaps two hours, rather than for instance talk? It reminds me of putting a bandage on a cancer. It is misdirected energy. People seem to be lying to themselves all the time. Isn't it the case of “I want someone for myself, but I really don't”?’ ‘Neussnuitwerk op de walletjes heeft natuurlijk ook niets met affectie to maken.’ ‘I am not naive about it. It's a substitute for intimacy and has a double function.’ ‘Toch heeft seks een rol to spelen in menselijke intimiteit.’ ‘I am interested in the person that uses sex as substitute for human intimacy, like the man going to a burlesque show and masturbates under his hat. The need for tenderness is transgressed into sexual obsession.’ ‘Ben jij een nachtvogel? Want hoe anders verzamel je materiaal dan door de straat op to gaan?’ ‘I am not isolated. Compulsiveness is also part of me. I do not even understand why it is in me.’ Hij zei veel plezier te hebben van college's geven in writing courses. ‘It's a power trip. I wear long hair, I curse in class, I give easy grades and I know my own shit. The students know. Everybody else knows. I got the job through my books. I appreciate being appreciated. You cannot teach how to write. But you can turn somebody onto their own creativity as a kind of therapy. Nobody knows how to write. The only thing I like to write about is people. I am unable to write about trees, mountains or buildings. Time is the most precious thing in the world, to have the time to write. I possess an infant state of curiosity. As a young boy I was part of a Bronx-gang. That's why I wrote about the atrocities people commit on each other in the name of brotherly love. I wrote about how children are being brutalized and victimized under the aegis of what is called “love”. Then later, the children themselves acquire the power to become brutalizers. So we see how generation upon generation continues to live by misunderstanding and murderous behavior in the name of love. When I was a kid, the sabotage of my heart was done in the name of love. This constant discouraging me, the discouraging of my passions, I passively under- | |
[pagina 306]
| |
went. But when I became a man, and acquired the power to manage my own identity and see clearly what had happened, I will be able to give a different kind of love to my children. People's lives have been butchered up so much in the name of “love”. That is why there is so much isolation. Their associations with love give bad memories. If that is love, forget about it, we jerk off somewhere. To them, intimacy becomes terrifying. I try to show how cyclical misunderstanding and cyclical hatred are the result of all of this. And how do you stop these cycles? Come to grips with your history. Reappraise what you thought that love is. If you have a cold heart look into where you are coming from in order to be able to shift gears on where you are going. I am myself in the middle of rethinking and refeeling. This means that all I have ever been told about people, about myself and my relationships with people, everything is shifting gears. It is a massive job, I know. In my books I want to make people rethink where they are going. You will never be able to love anyone if you don't get your shit together first. Kids can go through two kinds of hell. Hell, blatant, and so obvious, because parents are drunks and no good and the environment is bad. But then there is the other kind, a more subtle form of nightmare, where everything appears perfect, and still, all of a sudden, at a certain point in life, he jumps over a cliff, or shoots 31 people after climbing a tower in Texas with a telescopic rifle. That is the psychosis type of hell. It all appears to be right, but there's something fundamentally wrong. Perhaps, you can't even put your finger on it.’ Zat stil naar hem to luisteren en observeerde deze jongen van 26 jaar, een authentiek product van Amerika en de straten van New York in de late zestiger en begin zeventiger jaren. ‘The hell these kids come from is too hard to think about and think through, to confront themselves with the basic problem. The result is their lives derail forever. Of course, in this country a lot of people are being trapped becoming parents. Everybody else is so busy trying to be “good”, that they in fact are killing each other. “Good” children get married. They do what they are supposed to do, but they never have a chance to become real human beings. They are trapped before they really can do anything with their lives. Then they develop this restless undercurrent of thinking, “If it weren't for you, I could have been (...).” The mentality develops: “I gave you my life, you owe me your life, I gave up mine for you”. This is the predominant undercurrent of too many marriages and kids grow up in the shadow of it. They become intimidated by that subverted rage in- | |
[pagina 307]
| |
side parents.’ ‘You see, Willem,’ vervolgde hij: ‘If you hate your life because of what life did to you, you have no love to give. In environments, as I described to you, you do not really learn to communicate and furthermore, how to talk about what you don't feel yourself? Later, you have no love to teach, nothing to instruct, so if you don't learn yourself about these things by rethinking and refeeling everything from the beginning, the cycle continues and you have nothing to transfer to the next generation. Most children therefore are being educated in the absence of love. Screaming at children or disciplining them in the name of parental love has nothing to do with love. Tenderness is an obligation, it is a law in the educational process. These are the things I am trying to write about.’ Liep tegen A. Antung Sufi aan, de voormalige chauffeur van ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto.Ga naar voetnoot406 Hij is altijd een aantrekkelijke kerel geweest. Hij had nu lang haar en was ontwerper en artiest geworden. De metamorfose van het donkere pak met pet was compleet. Veel Indonesiërs blijven hangen in Amerika als ze eenmaal in het Amerikaanse leven worden meegezogen. Eric Hoffer belde op de valreep uit San Francisco. Hij wilde wel lezingen geven voor Keedick. Over mijn voorstel samen een interviewboekje te maken zei hij. ‘In principle, it is okay. Let's see how it goes. It depends a lot on your questions.’ Dit was een prettig bericht. Ik ben begonnen zijn boek On the Waterfront te lezen. Afgezien van hoe prettig ik me bij de man voelde, is het nu ik hem lees, alsof ik met een oude bekende zit te praten. Ik zal me intens op deze oude man concentreren om er iets moois van te maken. En dan te bedenken dat ik op deze gedachte kwam in Ashville, toen ik met Andy Reed zat te praten. Ik ben alleen bang dat Hoffer het product is van te veel isolatie. Wanneer er helemaal geen kritiek meer op je afkomt, kàn dit niet gunstig uitwerken. | |
New York - Londen, panamVerlang intens naar Peter en hem in mijn armen sluiten. Er wordt Ardmore Farms orange juice geserveerd. Ik ben er zeker van dat het rotzooi is. Het jumbotoestel is tot de laatste plaats bezet. Afschuwelijk. Sympathiseer met de stewardessen. ‘The optimal milieu for me,’ schrijft Hoffer, ‘is to be surrounded by people and not to be part of them.’ Ik ken dit gevoel | |
[pagina 308]
| |
maar al te goed. We zijn trouwens helemaal nooit een deel van onze omgeving. Dat is één reden waarom de fictie van de New Marxist Man nooit zal werken of tot stand zal komen. | |
12 december 1976Londen, Europa hotelEr was geen boodschap van Peter op het vliegveld Heathrow. Een beetje een afknapper, want met een telefoontje zou hij me blij hebben gemaakt. Ik dwong mezelf er niet van uit mijn humeur te raken en nam de subway naar Victoria Station en een taxi naar het Hilton. Het hotel was vol. Kwam in het Europa hotel terecht. Ik hoorde dat Peter inmiddels in de flat van Edwin van Wijk was getrokken op Charingcross Road, waar zij geen telefoon hadden. Ik haastte me terug naar het Hilton waar even later Peter binnen wandelde. Hij had wel degelijk een boodschap op het vliegveld achtergelaten. Hij wachtte al sinds elf uur op me. Ik was intens blij. Overhandigde zijn kerstcadeautjes uit New York. Daar was hij weer erg blij mee. Hij kreeg tranen in zijn ogen toen we over Frederick Ress in Minnesota spraken, dus die jongen zit nog heel diep in hem. Hij wilde alle details weten van mijn ontmoeting met Fred, wat hij had gedragen en hoe hij eruit zag. ‘Frederick wants to pass on to me a strong feeling of guilt, that I went to London instead of to him,’ zei hij. ‘Well darling,’ antwoordde ik, ‘one of your strongest points is, that when you know you did the right thing, no-one can instil such feelings into you.’ Hans Loonis, de fotograaf, had kerstkaarten voor hem gemaakt van een foto, die hij van hem had genomen. Het was heerlijk om weer samen te zijn. Hij verdient uitste- | |
[pagina 309]
| |
kend. Hij toonde met trots een cheque-book van Barclays Bank. Punctueel, kwam hij om 19.00 uur terug. Hij had een tafeltje gereserveerd. We dineerden met Edwin. Peter trakteerde. We waren het met elkaar eens dat het de hoogste tijd werd om samen - onder vier ogen - weer eens echt bij te praten. Soms denk ik, als ik naar hem luister, dat hij het van zich af bijten van mij heeft geleerd. Ik herinner me tegen hem te hebben gezegd dat als ik - zoals Croiset voorspelde - stokoud zou worden, ‘I might some day turn into your Keke.’ | |
13 december 1976Ik probeer Offereins in Bosch en Duin te bellen om te horen of de hond okay is. ‘De hond is prima, maar mager,’ aldus mevrouw Offereins, ‘we hebben zijn nieren onderzocht. Hij is gezond, u kunt gerust zijn.’ Droomde van Casper Bake in Afrika. Peter heeft bij de gym zijn rug verrekt. Hij kan niet op of neer. Hij kan vanavond niet optreden. Ben ongerust, want het is hetzelfde euvel van tien jaar geleden toen we Gerard Croiset raadpleegden en bij dr. Meijer in Rotterdam terechtkwamen, die zijn rug genas door zijn nekwervels recht te trekken. Bracht een kort bezoek aan mijn oude vriend Lord Chalfont. Professor Georgii Arbatov heeft gezegd dat het Jimmy Carter's top priority behoort te zijn, de sinds lang vertraagde salt-2 besprekingen over een Strategic Arms Limitation Treaty nieuw leven in te blazen. In dit opzicht vond Arbatov uitlatingen van Cyrus Vance, die door Carter is aangewezen om Henry Kissinger op te volgen, ‘bemoedigend.’ We dineerden met Eric Kilner - de initiatiefnemer van Carte Blanche die Peter in Amsterdam ‘ontdekte’ - in restaurant Giovanni, wat plezierig was. Edwin is openhartig. Ik vind hem zeer aardig. Vertrek morgenochtend vroeg naar Amsterdam en ga bij aankomst eerst Keke bevrijden.
(wordt vervolgd) |
|