Memoires 1973-1974
(2004)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 268]
| |
Moskou22 april 1974Hotel Intourist, 8-18Er waren sneeuwvlagen toen we landden. Vandaag was het somber weer. We reden van het vliegveld naar het hotel in een limousine met een Perzisch tapijtje achterin. Begon allereerst te kijken of Spartak op het programma stond. Pas zaterdag, maar dan zijn we weer vertrokken. Gisteravond heb ik lang met Almar Tjepkema aan tafel gezeten en geluisterd. Hij is wel aardig. Ze beschouwen filmer Roeland Kerbosch blijkbaar niet alleen als concurrent bij de nos maar ook als een gevaar. Ondanks zijn middelmatige persoonlijkheid heeft Tjepkema toch successen geboekt zoals met zijn film over Bangla Desh waarin aasgieren aan menselijke resten plukten. Dat leverde tenslotte miljoenen voor Bangla Desh op. Hij probeert artiest te zijn, maar is het niet. Dat hij links is interesseert me niet. Hij heeft twee kinderen van zijn eerste vrouw en één van zijn tweede vrouw. We waren vanmorgen om 10.00 uur bij apn Novosti. Eindelijk zag ik Vladimir Molchanov terug. Het telegram van Opalev voor een sovjettelevisie crew was gedateerd op 19 april. Het was te laat om dit nog te regelen. Tjepkema roerde daarop de vraag aan of we op een later tijdstip zouden kunnen terugkomen om te filmen. ‘Pas in 1975,’ werd ons officieel meegedeeld. We probeerden onze irritatie te verbergen. Inmiddels was het gezelschap van Max van der Stoel in Moskou gearriveerd.Ga naar voetnoot373 Er zou een diner worden aangeboden door minister Andrei Gromyko in het Huis van Ontvangst op de Leninheuvels. Voorlichtingsambtenaar R.G.J. Sterneberg van Buitenlandse Zaken beweerde bij hoog en laag dat noch Klaas Jan Hindriks noch Kees Buurman van de nos mij ooit voor deze reis hadden opgegeven. Ik wist dat toen zij dit bij bz hadden gedaan, men daar had meegedeeld dat ze hun verzoek beter konden intrekken, want bz beschouwde mij als ongewenst. Maar nu Almar Tjepkema en ik toch in Moskou waren zou Sterneberg over zijn hart strijken en onze namen in de kantlijn schrij- | |
[pagina 269]
| |
ven. We reden in een stoet van tien auto's naar de receptie. De hekken bij de ingang openden zich, maar sloten weer en na veel gelazer konden we te voet verder naar de villa voor de officiële ontvangst. Oud-ambassadeur Lavrov liep er rond, evenals ambassadeur Tammenoms Bakker - met het smoelwerk van gefingeerde vriendelijkheid van de Buitenlandse Zaken-kak. Hij vertelde dat ambassadeur Alexandr Romanov en Vladimir Kouznetsov zich inspanden om een gesprek voor Klaas Jan met Gromyko te regelen. Bij aankomst had ambassadeur Romanov tijdens de officiële begroeting Klaas Jan er meteen uitgepikt en als ‘diplomatic correspondent’ aan minister Gromyko voorgesteld. Klaas Jan zei ook nog vrijdagavond opnieuw een lang vertrouwelijk gesprek met Kouznetsov in Den Haag te hebben gehad. Had hij ook aan mij te danken, omdat ik al jarenlang de openingen heb gebaand. Kouznetsov had bij die gelegenheid de tip gegeven dat er door Van der Stoel en Gromyko over permanente open Europese grenzen zou worden gesproken, wat Klaas Jan op zijn beurt weer aan Van der Stoel had doorgegeven. Je kunt er zeker van zijn dat Klaas Jan de eer voor zijn diplomatieke shuttle naar de sovjets voor zichzelf heeft opgeëist. Hij zou natuurlijk ook tegen Van der Stoel hebben kunnen zeggen: ‘Willem Oltmans heeft deze deuren geopend, waarom kan hij niet mee in het vliegtuig?’ Wat doet het ertoe? Als ik maar weet hoe het in elkaar heeft gezeten. Het is een herhaling van de affaire met de chinese lassers een paar jaar geleden, toen bleek dat ik de enige journalist was die door het politiekordon rond ambassade van Peking kon rijden, omdat ik al jarenlang bezig was geweest contacten op te bouwen. Het officiële diner aan een lange tafel in de Lenin-heuvels werd volkomen overstemd en verpest door een knetterharde zogenaamde floorshow met muziek, wat het gebeuren niet om te harden maakte. Ontmoette avro-correspondent Coen Corver uit Bonn, die Russisch aan het leren is en in 1975 hier komt werken. Hij regelde alles met staatssecretaris Brinkhorst (zei hij) en nu zal Van der Stoel zijn komst bij Gromyko noemen. Hij wist nog te melden dat Philips aanzienlijke, belangrijke contracten in Moskou zou hebben afgesloten, onzin, die ik hem snel uit zijn hoofd praatte De Indonesiër Surjono kwam naar mijn hotel. Hij bleek het artikel dat ik over hem schreef niet te hebben ontvangen. Hij vertelde dat in de jarenlange strijd tussen Djawoto en Adam Malik, bij het Indonesische persbureau Antara dr. Go Gien Tjwan altijd aan de kant van Malik had gestaan. Trouwens, toen niemand van de Chinese gemeenschap in Indonesië het land | |
[pagina 270]
| |
meer uit kon, heeft dr. Go met steun van Malik de gelegenheid gekregen ertussenuit te knijpen en naar Holland te gaan. Wie is toch deze dr. Go, amice van Wertheim? Ik heb hem nooit helemaal kosher gevonden. Surjono verzekert me dat dr. Go nooit pro-Bung Karno zou zijn geweest. Instinctief heb ik dan ook altijd een afstandje tot hem bewaard. | |
23 april 1974Van der Stoel schijnt bij vertrek uit Nederland te hebben gezinspeeld op een gespreksronde met Leonid Brezhnev zelf. President Nikolai Podgorny en premier Aleksei Kosygin staan op zijn lijstje. Ook zei hij ‘geen te hoge verwachtingen’ aan zijn visite te verbinden, wat altijd een gezellig begin is voor het indekken tegen een diplomatiek fiasco. De eerste gesprekken tussen Gromyko en Van der Stoel schijnen ‘stroef’ te zijn verlopen. Wat wil je bij een tête-à-tête tussen twee gepatenteerde zuurpruimen.Ga naar voetnoot374 Gek, maar ik zou het liefste meteen rechtsomkeert maken en naar huis gaan. Vannacht lag ik uren wakker na een aaneenschakeling van nachtmerries. Ben nu bijna 50 jaar en sta zogenaamd in het volle leven - ook al vallen tanden uit en durf je nauwelijks meer koffie te drinken - maar je beseft toch langzamerhand dat je in die onontkoombare cyclus meedraait van leven en sterven. Peter lijkt al weer ‘eeuwen’ geleden naar New York te zijn vertrokken. Maakte een interview met Valentin Berezhkov (58), diplomaat- journalist, die indertijd de onderhandelingen tussen Hitler en Molotov nog had bijgewoond. Tamara Sachnazarova ging mee, wat altijd storend werkt. Maar ze doen hier niets zonder watch dogs. Het schijnt dat Edward Kennedy ook onlangs dr. Jermen Gvishiani heeft bezocht. Zijn assistent Victor Krylov zei me dat een antwoord voor Martin van Doorne al in het Russisch was geconcipieerd en dat ik een in het Engels gesteld antwoord mee zou krijgen. Ook zwengelde ik weer mijn verzoek aan om een film te mogen maken van het Institute for Applied System Analysis in Wenen, waar Gvishiani de voorzitter van is. Zorgde voor contact tussen Han Hansen (Volkskrant), en Henk Enkelaar (nos-radio) met Surjono, opdat zij interviews met hem kunnen maken. Kreeg hoofdpijn van Surjono's voortdurende gegiechel bij de ernstigste onderwerpen. Ik ging zover te zeggen dat ik begreep dat hij langzamerhand na Peking en Mos- | |
[pagina 271]
| |
kou een nervous wreck moest zijn: ‘But please do not laugh all the time...’ Het is natuurlijk super kashian dat hij zijn hele familie verloor bij de Suharto-slachtingen onder Indonesiërs. Hij beschouwt het als een troost als ik kom, maar het is deels een bezoeking, deze gesprekken. Andrei Gromyko schijnt de nos geen interview te willen geven. Het zou in strijd met het protocol zijn. Wat een bullshit! Klaas Jan deed een beroep op mij om al mijn relaties aan te spreken en een maximum aan samenwerking te ontwikkelen. Nu de staatstelevisie wel een crew beschikbaar heeft, moest ik met de Nederlandse ambassade voor een regeling zorgen dat deze crew om 12.00 uur binnen het ambassadegebouw gereed moest staan als minister Gromyko daar een bezoek zou brengen. Ik telefoneerde met R.W. Braakenburg van Backum. Hij zou bekijken wat hij kon doen. ‘Dan ga ik maar wat vroeger naar kantoor,’ was zijn antwoord. Klaas Jan bood Vladimir Molchanov op mijn advies een etentje aan. Wat we willen bereiken is dat Gromyko tenminste binnen de Nederlandse ambassade dan een paar woorden voor de camera zal zeggen. Er ontwikkelde zich tussen Molchanov en Klaas Jan ‘een levendige discussie’ over de dozijnen seks- en andere smeerlapperij-advertenties in Vrij Nederland wat Vladimir een blamage voor een serieus blad als vn noemde. Ik moet zeggen, ik heb ze dan ook nog nooit gezien, laat staan gelezen. Intussen kondigde Klaas Jan aan dat indien Gromyko bleef weigeren hij ogenblikkelijk naar Nederland zou terugkeren. Dit is in dit land eigenlijk het laatste middel waar je naar moet grijpen. Tjepkema bepleitte dat dit bezoek gebruikt zou worden om televisieproducties voor de toekomst af te spreken. Ik zag beide heren knokken voor hun belangen en het amuseerde me lichtelijk dat ik hier al drie jaar geleden in Moskou mee was begonnen. Klaas Jan beweerde bij hoog en bij laag dat ‘zijn’ voorwaarde om naar Moskou te reizen een gesprek met Gromyko was geweest en hij, Klaas Jan Hindriks, wilde door niemand gemanipuleerd worden. Ik vroeg me intussen af: ‘Zou Henry Kissinger een interview hebben gegeven?’ Almar Tjepkema vertelde dat toen prins Claus in de nos-studio was en door Carel Enkelaars paladijn Marx werd begeleid. Marx had gevraagd: ‘En hoe gaat het met uw schoonmoeder?’ Claus had zijn wenkbrauwen gefronst. Zijn volgende vraag was nog meer terzake: ‘Vind uw vrouw het niet vervelend wanneer u zo laat thuiskomt?’ ‘Daar is zij aan gewend,’ had de prins geantwoord. Waarop Marx had geantwoord: ‘Oh, maar dan kent u mijn vrouw niet...’ | |
[pagina 272]
| |
24 april 1974Belde vanmorgen Olga Chechotkina van PravdaGa naar voetnoot375 die zojuist uit Noord-Vietnam was teruggekeerd. ‘I liberated the South,’ zei ze. Zij vroeg wat ik als mogelijk resultaat van het bezoek van Max van der Stoel verwachtte. Niets, althans niets meer dan een dialoog der doven. Toen ik zei iets voor Subandrio te willen ondernemen, zei ze: ‘Maar er zitten zoveel mensen in Suharto's gevangenissen.’ Ik dacht: dat is maar al te waar. Ik wil mam opbellen omdat zij zo alleen is nu tante Jetty in de Ursula kliniek ligt. Nieuwe rel. Het gezelschap van de minister bestaat uit D.W. baron van Lynden, J. van der Valk, J.G.N. de Hoop Scheffer, P.J. Polak en als voorlichtingsambtenaar R.G.J. Sterneberg. Deze man belde Klaas Jan Hindriks om 8.30 uur op in zijn hotel op en zei dat wanneer Andrei Gromyko mogelijk op de Nederlandse ambassade door de nos zou worden gefilmd ik er niet bij mocht zijn. Het ging hier om een vertrouwelijke zaak. Ik was hier eigenlijk meer voor nos-radio en meer van dergelijk geklets.Ga naar voetnoot376 Klaas Jan moet een uitvoerig pleidooi hebben afgestoken, maar Sterneberg antwoordde: ‘U weet hoe moeilijk het ligt met meneer Oltmans...’ Klaas Jan beloofde aan Sterneberg de zaak met mij te zullen bespreken. Ik ben razend. Of ik werk met Klaas Jan of ik werk niet met de nos-televisie. We hebben samen met Tjepkema uitvoerig aan de mogelijke vragen voor Gromyko gewerkt. Dat wel. En dan niet bij de opname zijn? Als er ooit iets van komt is dat te danken aan mijn geritsel met Kouznetsov in Den Haag. Ik was wel van harte welkom op een ontvangst op de ambassade om 18.00 uur met alle andere journalisten. Ik herinner me hoe indertijd Cornelis Verolme ook al weigerde dat ik hem voor de nos zou filmen, maar toen had Carel Enkelaar geantwoord: ‘Dat bepalen wij, niet u.’ Carel zit nu in Hilversum. Wat te beginnen? De telefoon met mam naar Bilthoven kwam na veel gelazer door. Toen ik vertelde dat het in Moskou had gesneeuwd werden we prompt weer verbroken. De hele strategie van Buitenlandse Zaken rond deze reis is om mijn medewerking aan de nos-radio en -televisie te saboteren en moeilijkheden rond mijn aanwezigheid te veroorzaken. Welke rol speelt de bvd in dit gebeuren? Zij weten natuurlijk dat ik de contacten legde voor Klaas Jan en Tjepkema, eerst met de ambassade in Den Haag en nu hier. Het is duidelijk dat Klaas | |
[pagina 273]
| |
Jan nu naar Enkelaar belt want hij zat op Hilversum te wachten. Daarna belt hij mij. Een lang telefoongesprek met Klaas Jan volgde. Hij gebruikte argumenten als: ‘Maar Sterneberg heeft toch gezegd dat je om 18.00 uur hartelijk welkom was!’ Ik antwoordde: ‘Ben je nu werkelijk zo naïef of lijkt het maar zo!’ Ik legde hem andermaal uit dat er weer het bekende Buitenlandse Zaken smokescreen rond mijn aanwezigheid lag. Ik herinnerde hem aan de ontmoeting met Sterneberg op 22 april in de gang van het Intourist Hotel, die nota bene vlak voor Hindriks en Tjepkema had gezegd dat Buitenlandse Zaken officieel niets van mijn aanwezigheid in Moskou afwist. Ik heb toen niets gezegd, maar in feite stond ik tegenover mijn collega's voor lul. ‘Klaas Jan, alles wat ik hier doe gebeurt tegen dit licht van sabotage tot en met jullie honorarium aan toe,’ zei ik in woede. ‘Dat vind ik kloterig wat je daar zegt, nu val je mij aan.’ ‘Ja, maar zei je zelf niet na de lunch met Kouznetsov in Den Haag dat je de helft van mijn vliegbiljet wilde betalen maar dat je me geen honorarium kon betalen? Ik werk hier toch ook voor jou? Wie betaalt mijn tijd of betaalt voor mijn opgebouwde contacten en vertrouwensrelaties? Jullie willen alles voor niets hebben, als gewoonlijk.’ ‘Ja, maar dat zei ik toen schertsend; natuurlijk krijg je een honorarium,’ aldus Klaas Jan. Ik wist niet wat ik hoorde na deze volte face in het midden van het gevecht hier om basic journalistic rights tegen de klootzakken in Den Haag. ‘Okay, dat zeg je nu. Wie heeft er gezegd dat we nooit meer samen op reis zouden gaan voor er duidelijke afspraken over het honorarium waren gemaakt? Jij!’ ‘Subdued, dat is waar,’ zei Klaas Jan. ‘Natuurlijk is dat waar, zeg dan niet dat ik kloterig doe, want ik had verwacht dat jij als teamleider zou hebben gezegd: we zijn hier als team, meneer Sterneberg, wij opereren als team van de nos. Ik maak uit wie er bij de opname met de heer Gromyko zullen zijn, dat zijn Tjepkema en Oltmans...’ Ik benadrukte dat ik dit het enige loyale en zakelijke antwoord vond en dat hij dat Sterneberg had moeten geven, zeker na mijn aandeel in de affaire. ‘Ja, maar ik heb toch ook nog geen beslissing genomen?’ vervolgde Klaas Jan Hindriks. Hij wilde ‘het incident’ ook nog met Tjepkama bespreken. ‘Begrijp je dan niet,’ vervolgde ik, ‘dat ze bij Buitenlandse Zaken gewoon bezig zijn om een wig tussen ons te drijven en opzettelijk moeilijkheden te scheppen? Daarmee beogen ze | |
[pagina 274]
| |
bovendien dat je het een volgende keer wel uit je hoofd zal laten mij mee op reis te nemen. Via de contacten die ik bij jou binnenbracht hebben we toch feitelijk informatie boven water gekregen, die de heren Van der Stoel, Van der Valk en Polak aanvankelijk niet hadden? Waar wij mee bezig zijn loopt gewoon veel te smooth en dat willen ze niet.’ ‘Ik vind het wel vervelend allemaal.’ ‘Precies, en dat is nu exact wat Buitenlandse Zaken wil bereiken, juist omdat we bezig zijn perfect samen te werken...’ Door dit soort typische Hollandse shit, die ik nu al jaren en jaren ondervind, doemt altijd een toekomstbeeld op van in hemelsnaam maar weer in de vs te gaan wonen. Maar uiteindelijk laten ze je ook daar niet met rust. Vervolgens verscheen Almar Tjepkema in mijn hotelkamer. Ik stak opnieuw een cadens af over deze zaak. Hij luisterde echt en zei: ‘Je hebt gelijk, ik ga nu naar Klaas Jan.’ Het zal me benieuwen wat ze bekokstoven. Klaas Jan behoort te zeggen: ‘Het gaat hier om mijn nos-team, basta.’ Om 12.00 uur sprak Van der Stoel in de gang van het hotel met journalisten. Ik hield me afzijdig. Het was toch niet belangrijk. Hij had premier Kosygin blijkbaar al gesprokenGa naar voetnoot377 en volgens zijn zeggen was hij ‘op een Kremlinmuur van onverzettelijkheid gestoten.’Ga naar voetnoot378 Wel zou premier Kosygin hebben gewezen op de mogelijke samenwerking op het gebied van olie- en gasexploitatie, mede gezien de Nederlandse technische expertise op dit gebied. Maar ten aanzien van de onschendbaarheid van Europese grenzen was Kosygin mogelijk nog harder geweest dan minister Andrei Gromyko. De Telegraaf is met een voorpaginakop gekomen: van der stoel stuit op russische onwil, door Hans van der Kolk. We moesten om 13.00 uur op de ambassade zijn wanneer ook minister Gromyko zou arriveren. Opeens voegde Tjepkema me toe: ‘Willem, wat doet het ertoe of jij om de hoek wacht terwijl wij de opname met Gromyko maken?’ Ik herinnerde me Kouznetsovs opmerking dat het belangrijk was dat ik in het vliegtuig met Van der Stoel meereisde. Beter dan ooit begreep ik wat voor spelletjes voor de zoveelste keer werden gespeeld. Ik stapte met de anderen in een auto en ging mee naar de ambassade. Klaas Jan Hindriks stond buiten het ambassadegebouw, merkte mij op in een van de auto's die aankwamen op en spoedde zich naar mij toe. Hij begon tegen me te spreken, terwijl ik | |
[pagina 275]
| |
nog in de wagen zat. Hij was zeer opgewonden en zag wit. Ik begreep dat hij me het liefst op straat tegenhield om te voorkomen dat ik gewoon het gebouw binnen zou gaan. Maar ik had voor Hans van der Werf op zijn verzoek een stapel films opgehaald en zei die aan hem te willen brengen. Period. De eerste die ik in het gebouw tegen het lijf liep was Braakenburg van Backum. Ik keek hem recht aan en vroeg: ‘Waar denkt u dat u mee bezig bent, meneer?’ ‘Sorry, ik sta hier buiten, we hebben rechtstreeks opdracht gekregen van minister Van der Stoel.’ Tjepkema kwam aanlopen en zei dat hij al had gezegd: ‘Als Oltmans er niet bij mag zijn dan gaat het hele interview met Gromyko niet door.’ Dat viel me eigenlijk mee, maar Klaas Jan was de opperste chef. Nu R.G.J. Sterneberg zich realiseerde dat ik al binnen het ambassadegebouw was en er niets meer aan te veranderen viel, kwam hij slijmen met een glaasje sherry. Ik wees op Braakenburg van Backum en zei: ‘Die man is tenminste eerlijk. Die zegt orders te hebben ontvangen van de minister. You are trying to con me...,’ waarop Braakenburg van Backum zich omdraaide en verdween. Ik maakte Sterneberg duidelijk waarom ik er was. ‘Dan heeft Klaas Jan je niet handig geïntroduceerd, jij bent dus alleen maar adviseur...’ ‘Wie heeft gezegd dat ik het gesprek met Gromyko zou maken? Niemand heeft dit ooit gezegd, ook Klaas Jan niet. Waar bent u bang voor?’ ‘U maakt er een incident van meneer Oltmans. Er is helemaal geen conflict,’ aldus Sterneberg. ‘Ach meneer, you haven't seen anything yet. De rel komt nog, wacht u maar!’ Ik nam mijn dagboek en begon noties te maken. Daarop onderbrak Tjepkema mij en zei: ‘Ga mee Willem, de camera's staan gereed; als Gromyko komt pakken we hem.’ ‘Okay, dat is sportief,’ antwoordde ik. Toen ik binnenkwam keek Klaas Jan verschrikt naar Sterneberg en vroeg waar ik bij stond: ‘Gebeurt dit met jouw toestemming?’ ‘Natuurlijk,’ zei Sterneberg. Het blijft een feit dat zowel Hindriks als Buurman zich tegenover Buitenlandse Zaken als bange kwezels hebben gedragen vanaf het moment dat mijn komst naar Moskou ter sprake kwam. Du moment dat het op stamina aankomt, en een minimum aan standvastigheid wordt vereist, buigen ze als het riet langs de Loosdrechtse plassen. Klaas Jan vertelde later dat Braakenburg van Backum hem had verzocht mij op te dragen het ambassadegebouw direct te verlaten, als om te demonstreren hoe manhaftig hij wel was ge- | |
[pagina 276]
| |
weest. ‘Ik heb het toen als mijn plicht beschouwd je op straat op te wachten. Ik heb enige tijd heen en weer gelopen terwijl ik op jullie auto's wachtte.’ Hij beefde toen helemaal. Ik zag hem trillen toen hij naar argumenten zocht om mij buiten ons ambassadegebouw te houden. Andrei Gromyko arriveerde als laatste. Na een glaasje orange juice in de ontvangstsalon moest het gezelschap naar een ander vertrek lopen waar de lunch wachtte. Wij hadden de camera op de gang opgesteld. Ambassadeur Tammenoms Bakker kwam nog even waarschuwen: ‘Het kan echt geen interview worden, maar wanneer hij hier langskomt, wil hij misschien wel even iets zeggen.’ Op een gegeven moment hoorden wij mevrouw Tammenoms Bakker zeggen: ‘Let's go to lunch.’ En daar kwamen ze aan. Max van der Stoel wees Gromyko ons team aan en zei iets wat niet te verstaan was, waarop Gromyko keihard antwoordde: ‘I don't see them!’ niet als mop, nee, hij zei het zo rottig als hij maar kon. Het gevolg was dat we allemaal razend waren. Klaas Jan riep Tjepkema toe: ‘Nu vertrekken wij meteen!’ Tjepkema probeerde Hindriks nog af te remmen, maar alle verdere afspraken met Novosti en de staatstelevisie werden onmiddellijk afgezegd. Ze gaan zelfs, ondanks de inconvenience, via Oost-Berlijn terug, waar ze ook nog een nacht moeten slapen. Ambassadeur Tammenoms Bakker, die als een der laatsten langs onze camera liep, haalde nog zijn schouders op in een gebaar tegenover ons van ‘het is hopeloos’. We reden met zijn drieën terug naar het hotel. Zij prepareerden zich om te vertrekken. Henk Enkelaar en Hans van der Werf begonnen het voorgevallen incident met Andrei Gromyko aan de grote klok te hangen. Het schijnt vrijwel meteen via de radio naar Nederland te zijn uitgezonden. Han Hansen had al naar de Volkskrant gerapporteerd dat ‘ondanks keiharde afspraken met de sovjetambassade in Den Haag’Ga naar voetnoot379 het plan-Gromyko van de nos in het water was gevallen. Verder dat het nos-team onder protest was afgereisd. Klaas Jan is nog naar Hansen gestapt en kon voor elkaar krijgen dat er aan de tekst werd gesleuteld. Hij had bovendien met Joop van Os in Hilversum gebeld. Deze had gezegd dat dit de derde keer was dat de nos in Moskou had willen werken en het werk was mislukt. Spoedig hierna kwamen vanuit de hoek van Link van Bruggen (radio) en An Salomonson (nrc) - die tot vermaak van de perskudde een kamer schijnen te delen - verhalen dat het gesprekje met Andrei Gromyko door mijn schuld niet was doorge- | |
[pagina 277]
| |
gaan. Wie weet komt De Telegraaf wel binnenkort met dit nieuwe racontar om mijn positie als journalist verder te helpen verzwakken. Maar ik denk dat ik Klaas Jan Hindriks en Almar Tjepkema in deze zaak meer mee heb dan voorheen. Er was bovendien in de delegatie van de minister, die uit Den Haag was meegekomen, iemand geweest die tegen Sterneberg had gezegd ‘om historische redenen’ bezwaar tegen mijn aanwezigheid te hebben, zoals Sterneberg aan Klaas Jan had meegedeeld. Het wemelt natuurlijk van de Luns-mannetjes op dat ministerie. Uiteindelijk zou Sterneberg naar Max van der Stoel zijn gegaan met de mededeling: ‘Ik heb nooit enige last met Oltmans gehad en ik wil geen rel hebben,’ en daarna zou Van der Stoel hebben gezegd dat ik het interview mocht bijwonen en het ambassadegebouw ongehinderd kon betreden. Toen was men mij komen halen. Eigenlijk is deze scène te belachelijk en te kinderachtig voor woorden. Om 18.15 uur waren we opnieuw ter gelegenheid van de receptie voor Van der Stoel op de ambassade aanwezig. Hij was zelf nog elders een aantal eeg-ambassadeurs aan het inlichten over zijn bevindingen. Dergelijke bijeenkomsten zijn criant vervelend. Uiteindelijk arriveerde de minister in gezelschap van zijn echtgenote, een Fannie Blankers-Koen-type. Als iemand geen indruk maakte was het deze huisvrouw van het platteland wel. Lambertus graaf de Marchant et d'Ansembourg beijverde zich om mij aan enige vrouwelijke sovjettolken voor te stellen: ‘They are the last creatures I am interested in,’ zei ik open en bloot tegen hem. Onverwachts stond de heer J. van der Valk voor me, navo-zaken (Luns dus). Ik had de man wel vaker gezien en vermeden wetende dat hij een Luns-adept en een militaire specialist was. Bovendien verdacht ik hem ervan een van degenen te zijn die mij er niet bij wilde hebben. We begonnen een gesprek. Hij zei nota bene dat het hem was opgevallen dat ik bij een persconferentie van de heer Luns in Den Haag veel had gelachen. ‘Waarom niet?’ antwoordde ik. ‘Zijn tegenstanders of kritische vragenstellers zijn zulke ezelsveulens dat ze het hem buitengewoon gemakkelijk maken weinig serieuze en schertsende antwoorden te geven.’ Ik zette verder uiteen waarom ik het mijn plicht achtte defairy-tales van Luns tegen te spreken en diens aperte leugens recht te zetten, dat ik dit allerminst als een persoonlijke vete zag en dat ik in heel wat andere zaken geïnteresseerd was dan Luns of Nieuw-Guinea. Ik noemde bijvoorbeeld de Club van Rome en aanverwante problematiek, de Sovjet-Unie of wat hier gebeurde. Bovendien zei ik het een schandaal te vinden dat Luns de dood van Sukarno een hoogte- | |
[pagina 278]
| |
punt van zijn leven had genoemd, waar Van der Valk het nogal eens mee scheen te zijn. Een gay guy uit Amsterdam, student Slavische talen, stevende tijdens de receptie op me af. Er waren ook andere studenten. Ik zag twee meegereisde secret agents, marinierstypen. Ze vertelden dat ze geen microfoons in de ambassade hadden kunnen vinden omdat deze in de muren zijn ingebouwd. ‘Wanneer zij werkelijk iets belangrijks hebben te bespreken gaan onze diplomaten de straat op.’ Ik wreef Braakenburg van Backum nog eens onder de neus waarom de ambassade niet een man als Vladimir Molchanov uitnodigde die op Couperus was afgestudeerd en vloeiend Nederlands sprak. | |
25 april 1974Ik heb zin weer te vertrekken. Ben veel met Peter bezig en heb van mijn ouders gedroomd. De vrouwelijke Cerberus op de etage snauwde dat ik voor telefoongesprekken moest betalen, wat ik reeds had gedaan. Er werd lang in de boeken gezocht en later meegedeeld dat het een vergissing was. ‘Dan mag u die dame op onze etage wel eens zeggen gasten niet af te snauwen,’ antwoordde ik. Almar Tjepkema kocht kinderboeken voor zijn kroost. Ton Neelissen zei vroeger ook wel eens iets aardigs over Almar. Dit deed ik dan af met I don't like him. Ik heb mijn mening gewijzigd. Wandelde nog op het Rode Plein en kocht Borodins' tweede symfonie. Ambassadeur Tammenoms Bakker schijnt gezegd te hebben: ‘Het zou nog dramatischer zijn geweest als de heer Gromyko het gesprek wel zou hebben toegestaan.’ Van sovjetzijde werd beweerd dat Gromyko alleen maar te kennen heeft willen geven dat de besprekingen met Max van der Stoel niet erg plezierig waren verlopen; door zijn koele reactie wilde hij afstand bewaren. Van der Stoel had tegen Klaas Jan Hindriks gezegd dat hij zo'n officiële visite nodig vond om de man die achter de instructies stond aan de conferentietafel persoonlijk te leren kennen. Tijdens een pauze in het Bolshoi Theater had Gromyko bijvoorbeeld onverwachts iets gezegd van: ‘Moeten we fatalistisch zijn ten aanzien van de ontwapening?’ Van der Stoel: ‘Ik heb toen natuurlijk daarop onmiddellijk ingehaakt.’ Er was ook overwogen om ambassadeur Tammenoms Bakker op film vast te leggen, maar ze vonden de man een zak en zagen er vanaf. Mijn standpunt was, zak of niet, vastleggen! Uiteindelijk heb ik op een zo prettig mogelijke manier afscheid genomen van de ambassade en Sterneberg. | |
[pagina 279]
| |
Neem de vroege vlucht naar Wenen. Wat me steeds opvalt is dat de soldaten aan de vertrek-gates er altijd keurig en onberispelijk uitzien, met gepoetste laarzen en uniformknopen. Alleen aan de gezichten zie je dat het een volk van ‘arrebeiders’ is. De upper-class en elites werden doodgeschoten. Ze hebben het van de grond af aan opnieuw moeten doen. | |
WenenJe komt hier in een totaal andere wereld na Moskou. Ik bracht eerst een brief naar de flat van Klaus Amann. Ik had een telegram moeten zenden want hij was weg. Had hem graag teruggezien. Vanmiddag heb ik de Poolse wetenschapper Adam Schaff (61) uit de inner-circle van de Club van Rome geïnterviewd. ‘Are we also going to talk about the chronic socialist planners?’ vroeg hij al meteen aan het begin.Ga naar voetnoot380 Na ons gesprek riep hij een assistent, de Fransman Claude Aquistagace, binnen.Ga naar voetnoot381 Hij wilde met ons de opzet van een boek bespreken, waarin vertegenwoordigers van alle Europese staten aan het woord zouden komen, zowel uit West-Europa als uit Oost-Europa. De ussr ziet dit project wel zitten. Moest aan Peters voorspelling denken toen in 1968 De Verraders was uitgekomen. ‘Nu komen er vanzelf meer, Willem.’ Na gedane arbeid verlang ik intens om naar Amerbos te gaan. | |
Wenen-AmsterdamIk zie tot mijn schrik dat oom Tjalie Robinson (73) is overleden. Ook Loesje Hamel, Cremers oude vlam, is niet meer. Zij was pas 35 jaar. Zou er een brief van Peter zijn? |
|