Memoires 1973-1974
(2004)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 211]
| |
kou. Dankzij Aurelio Peccei heb ik de directe lijn naar het Kremlin, naar Kosygin. Waarom doe ik er niet meer mee? Frits van Eeden zendt een uitnodiging voor de opening van zijn expositie in Galerie Pulchri Studio op 28 maart. | |
13 maart 1974Als zo dikwijls ging de telefoon en werd er opgehangen. Heb heel innig van Peter gedroomd. Wij waren ergens, of reisden, en waren onafscheidelijk, ook lichamelijk. Schreef hem een briefje dat ik altijd gereedstond om naar hem te luisteren. Casper kwam gisteravond. Soms is hij aanhalig, soms staan bij het minste of geringste zijn haren overeind en heeft hij er het volgende moment spijt van, maar dan is mijn stemming al omgeslagen. Sliep er slecht door en droomde over een Indonesiër die Den Vaderland Getrouwe had gelezen en tegen me zei: ‘Sukarno was een oude gek.’ Hoe kan je in je slaap geshockeerd raken? Ik antwoordde dat hij tegen het einde van zijn presidentschap wellicht politiek verzwakt was geraakt - ook door de isolatie waarin hij verkeerde, door de onbetrouwbare Subandrio gecreëerd - ‘but how dare you talk about this man in this way!’ Maar tenslotte hebben de meeste Indonesiërs Sukarno slechts op afstand of op televisie gezien en hem nooit van nabij leren kennen, zoals ik. Ik werd er wakker van en lag te bedenken wat er over je zal worden gezegd en geschreven na je dood. Een methode om geschiedvervalsing te voorkomen is tell your story yourself. Ik neem me vast voor dit te doen. Had Bung Karno dat maar gedaan en niet via juffrouw Cindy Adams maar op serieuze wijze, zoals we hem op alle mogelijke wijzen hebben proberen duidelijk te maken toen er nog tijd voor was. En dan zijn er natuurlijk de biografen, die over mensen kletsen wiens achterste zij nooit hebben gezien. Gisteren las ik nog een review over een biografie van Marx. Je moet maar hopen dat de biograaf ‘hersens’ heeft en eerlijk is. Om 11.00 uur werd er voor de zoveelste maal getelefoneerd en weer opgehangen. Toen Casper beneden kwam en op de bank in mijn werkkamer zat, werd ik toch weer vermurwd, want hij is beautiful. Hij sprak over zijn grootvader, maar voor mij toch met te weinig echt gevoel. Maar wie ben ik om te oordelen? Hij zat rustig te werken en las ook de verschillende onlangs verschenen artikelen, onder andere het vijf-kolomsartikel in het Leids Dagblad door H. Mulder.Ga naar voetnoot307 Toen hij vertrok plakte hij een vvd-sticker op mijn tr-6. That's okay. | |
[pagina 212]
| |
Reed naar Bilthoven en nam mam mee uit voor het avondeten. We hebben lang nagetafeld. Ik vertelde wat ik over het geweld tegen dieren in films had gelezen en geschreven. ‘Je hebt bereikt dat ik geen hap meer door mijn keel kan krijgen,’ zei ze maar peuzelde haar tournedos smakelijk op. Ik vroeg of zij niet dikwijls depressed was over alles wat er in de wereld gebeurde. Maar zij verstond me verkeerd en antwoordde, ‘O, ja, zeker: het leven is interessant.’ Ik rectificeerde dat ik depressief had gezegd. ‘Dat sta ik mezelf niet toe. Dit heb ik al heel vroeg ontdekt. Er komt nu eenmaal aan alles een einde. Dat zag ik als kind al aan mijn grootmoeder en later bij mijn eigen moeder. Er is niets aan te doen, het is de werkelijkheid. Daarom is het goed dat we allemaal ouder worden en niet één alleen. Trouwens, door depressief te zijn maak je het leven zowel voor jezelf als voor je omgeving onmogelijk. Je kunt twee keuzes maken: Of je maakte er een eind aan,’ en ze liet er met enige felheid op volgen ‘dat zal ik nooit doen, of je maakt er het beste van.’ Ik zou toch zo graag op de band alles wat zij zegt opnemen. Casper en ik reden achter elkaar de stad uit. Ik stopte om tulpen voor mam te kopen. Casper deed hetzelfde voor zijn moeder. Ontmoette Ben van Delden, verbonden aan het coc. Hij vertelde dat zijn organisatie eigenlijk tegen clubs als saunabad Thermos was: ‘Want dat zijn getto's.’ ‘En wat denk je dan dat jullie eigen coc-club is?’ vroeg ik. ‘Die gaan we afstoten,’ zei hij. De sukkel was niet te vermurwen over dit onderwerp. ‘Jullie kletscollege schijnt tegen heel wat bestaande etablissementen te zijn, waar zijn jullie bij het coc eigenlijk voor?’ Hij was niet van plan tekst en uitleg te geven. Ik heb alles wat met het coc verbonden is altijd gemeden als de pest. Geloof niet in georganiseerde homo's. Nergens voor nodig. Dit veronderstelt alleen maar ten onrechte dat we met iets ‘aparts’ of ‘bijzonders’ hebben te maken. | |
14 maart 1974Heb dr. Zairin Zain bezocht.Ga naar voetnoot308 Hij had een nieuwtje. Er was door Jakarta agrement gevraagd voor generaal Sutopo Juwono, directeur van Badan Koordinatie Intelligence, om ambassadeur in Den Haag te kunnen worden. ‘Hij is beschaafd en spreekt zéér goed Nederlands,’ zei dr. Zain. Hij hoopte nog steeds dat ik zijn zuster, Jetty Rizali-Noor, voor Deel II van de Club van | |
[pagina 213]
| |
Rome-interviews zou ontmoeten. Hij liet zich zinnetjes ontvallen als: ‘Maar jij hebt toch overal met je neus bij gestaan?’ ‘Daarom heb ik Den Vaderland Getrouwe geschreven, omdat wat daarin staat waar is.’ ‘Ja, maar dat begrijpen ze hier in Nederland nog altijd niet’. Er kwam een brief van Klaus Amann, de ski-instructeur die ik vorige maand in de trein van Wenen naar Salzburg ontmoette. Hij schreef onder meer: ‘Let me tell you Willem: never have I met someone who told me - within the first two hours - such intimate and true things about myself, and never was I so disturbed and shocked out of my pseudo-contentment. You know this, and that is why your remark about not bothering me and about the two-way street hurt me. If you have decided to break contacts with me - I must accept it - but let me tell you a last word: I thank you for the time you found worthwhile spending with me and the interest you took in me. I have learnt something about life and something about myself.’Ga naar voetnoot309 Dit soort ontmoetingen heb ik in mijn hele leven op de meest onverwachte momenten gehad. Hoe dit precies werkt heb ik nooit kunnen achterhalen of begrijpen. Je ogen ontmoeten ‘de ander’ en vergeleken met het aantal keren dat zoiets in een leven gebeurt, kan je zeggen dat once in a blue moon er een compleet onverklaarbare ‘klik’ van herkenning volgt, die soms bewust, soms onbewust, gepaard gaat met seksuele aantrekkingskracht. In die split second begint één op de zoveel duizend keer een jarenlange relatie, die soms een band is voor het leven. Zo omhelsde ik met mijn ogen vooral drie vrouwen: Micheline Vernier, Inez Röell en Frieda Westerman. Zo leerde ik al mijn (harts-)vrienden kennen. Henk Hofland ‘ontmoette’ ik zo in 1946 bij aankomst in het kamp te Vierhouten, de dag dat feitelijk Nijenrode te water werd gelaten. Op die manier ontmoette ik ook de twee jongens die de belangrijkste rol in mijn leven hebben gespeeld, en met wie ik de innigste relatie zou hebben: Peter (1967) en Eduard (1980). Hetzelfde geldt voor de andere ‘bijzondere jongens’ aan wie andere delen van deze Memoires werden opgedragen. | |
[pagina 214]
| |
Ook mijn in 1990 verschenen boek met Jan Foudraine was een nieuwe poging om na te gaan in welke mate diens ‘ontmoeting’ met Oosterse mystiek hem had beïnvloed en waar hier ook ‘een les’ voor mij - en de lezers - in zou kunnen zitten. | |
14 maart 1974Dineerde met Peter in Le Bistroquet. We bezochten daarna de opening van de tentoonstelling van Frits van Eeden. Dewi belde na middernacht. ‘I have been very mad to you.’ Een aantal Nederlandse journalisten hadden haar advocaat opgebeld en waren met bezwarende artikelen tegen Sukarno naar de tegenpartij gelopen. Mijn eerste reactie was haar te vragen of ze een grapje maakte of dat ze vanuit een partijtje opbelde en te diep in het glaasje had gekeken (overigens niets voor haar). Het ging over haar aanklacht tegen Norma Levy, die een prachtig verhaal over een neukpartij met Bung Karno had opgehangen, wat bewijsbaar niet kon hebben plaatsgehad, want president Sukarno was nooit in Londen geweest.Ga naar voetnoot310 Nu zei Dewi dat we hadden afgesproken dat ik niets zou doen tot zij het groene licht zou geven. Dat was niet waar en dat zei ik haar ook. Maar ze was dermate positief dat ik begon te twijfelen. Ik heb mijn dagboek notities nagelopen en het enige wat ik vind is: ‘de publiciteit moet voorzichtig worden behandeld.’ Ik weet niet meer wat waar is en niet. Misschien heeft zij gelijk. Heb haar een lange brief geschreven. Ze zei: ‘I know you have good intentions’. Het werd niet al te onaangenaam. Misschien ben ik inderdaad te vroeg van leer getrokken tegen derden maar haar zaak is ijzersterk. De nrc publiceert een hoofdartikel mein kampf. Er is blijkbaar in 1971 een wet aangenomen waarbij het verspreiden van materiaal dat een groep mensen op grond van ras of levensovertuiging kan beledigen is verboden. Het is een vervolg op een wetje uit nota bene 1934. Mein Kampf van Adolf Hitler is blijkbaar een verboden boek. De nrc plaatste terecht vraagtekens | |
[pagina 215]
| |
bij dit gebeuren. Ze noemt dit soort strafbepalingen ‘niet erg gelukkig’. Er behoeft niet te worden aangetoond dat een groep mensen - hier de joden - ook werkelijk is beledigd. ‘Helemaal griezelig is het in 1971 geschapen “verspreidingsdelict” op grond waarvan nu wordt opgetreden. Dit verbiedt het in omloop brengen of zelfs alleen maar voorhanden hebben van materiaal waarvan men vermoedt of zelfs alleen maar kan vermoeden dat het beledigend is. (...) Om koud van te worden,’ aldus de nrc. In Den Haag zijn ze hartstikke gek. Het bewijst weer eens hoe joden op de meest eigenaardige manier invloed hebben op plaatsen, waar zij helemaal niet in een positie zouden moeten zijn de wet voor te schrijven of met hun hangups anderen te decreteren. Een boek als Mein Kampf is een uitermate belangrijk twintigste eeuws boek. Het is van vitaal geschiedkundige waarde en toont in belangrijke mate de psychologie die ten grondslag lag aan het ontbranden van de Tweede Wereldoorlog en het resultaat: de vijftig miljoen doden. Dat een dergelijke discussie op die manier in dit land zelfs plaatsvindt, is een beangstigend voorteken. In 1939 was een Nederlandse vertaling van Mein Kampf in de boekhandel verkrijgbaar. Hier komt weer Konrad Adenaurs historische uitlating tegen Sir Ivon Kirkpatrick om de hoek kijken: ‘Het is jammer dat de lieve God de intelligentie van mensen beperkingen heeft opgelegd, zonder ook hun domheid te begrenzen.’Ga naar voetnoot311 | |
15 maart 1974Oud-ambassadeur Djawoto schrijft uit Peking dat opnieuw vrienden door Suharto werden gearresteerd. Admiraal Mardanus was een vriend van Bung Karno. Ik heb hem in 1966 met de nos uitgebreid gefilmd.Ga naar voetnoot312 Generaal SuadiGa naar voetnoot313 en ook kolonel Puguh, een neef van Bapak, zijn nu door Suharto's tugs opgepakt. Dit gebeurt allemaal bijna tien jaar na de coup. Zij zijn de werkelijke helden van Indonesië. Zij moeten natuurlijk als afschrikwekkend voorbeeld dienen. En Bernhard beschouwt Suharto als aangename golfpartner. De prins doet toch ook maar raak. Djawoto is het opgevallen dat Joop van Tijn in Vrij Nederland zijn weerwoord tegen het onzinartikel van Peter Schumacher gewoon heeft laten liggen. Hij vervolgt: ‘What I wanted to explain was the fact that Schumacher's report just contained | |
[pagina 216]
| |
those aspects which the Suharto regime wanted to see published, in effect about Indonesians abroad and Indonesian Chinese in the way Schumacher did. The same way of handling these questions has been done by various Indonesian newspapers. I do not want to trouble you too much with these trivial problems. Opposition against the fascist military regime is growing in Indonesia. In this context, your book Den Vaderland Getrouwe is giving considerable contribution, not only abroad, also inside Indonesia.’Ga naar voetnoot314 Hij acht de publicatie van Norma Levy's leugens een duwtje in de rug voor Suharto en diens campagne tegen Bung Karno en zijn nagedachtenis. Hij vindt het positief dat Dewi een correctie aanbrengt via een proces. De nrc heeft op de voorpagina vermeld dat generaal Sutopo Juwono ambassadeur in Den Haag wordt, welk bericht ik had doorgegeven. Zo zie je wat een uitgebreide Haagse redactie van nrc Handelsblad alzo voor elkaar bokst... Dr. Zairin Zain vertelde dat generaal Alamsjah toneel heeft gespeeldGa naar voetnoot315 om teruggeroepen te worden met als enig doel mee te blijven doen aan het powerplay in Jakarta. Suharto had hem natuurlijk ook om die reden naar Den Haag gezonden. Weer een lastpak minder, Alamsjah, een gezworen vijand van Bung Karno, schijnt nu zijn buik vol te hebben van meneer Suharto. Ernst Meyer, directeur van het Internationale Pers Instituut in Zürich, heeft het ‘weerzinwekkend’ genoemd dat zesendertig journalisten nu op de loonstaten van de cia blijken voor te komen. Begrijp niet dat hij zich hier over verwondert. Wandelde met Peter gisteravond in wind en regen in vijfenveertig minuten naar Zunderdorp. Hij vraagt dan: ‘Heb je een mutsje voor me?’ We keken naar Sonja die Hermine Heijermans in haar show had, maar wanneer Peter een tijdje heeft gezeten zegt hij ‘het wietel’ te krijgen. Vandaar de wandeling. George Tor en een in Marseille gevonden lover boy Serge kwamen langs. In Thermos heb ik een Nepalese jongen in mijn vingers gekregen die weer voor enige dagen ‘rust’ zorgde. | |
[pagina 217]
| |
als je hun vertelt dat er geen grenzen aan de groei zijn. Die zijn er niet...’ Kahn meent dat de aarde twee- tot achtmaal de huidige wereldbevolking kan voeden bij een inkomen per hoofd van de bevolking van tien tot 40.000 dollar, en zeker voor de komende duizend jaar. Ik belde uit pure verontwaardiging Frits Böttcher. ‘Gewoon niet over opwinden, die man is gek.’ Dergelijke uitlatingen zijn natuurlijk ook van de gekken. Maar kan je zo'n man afdoen met wat Böttcher adviseert? Gelukkig kwam Oeroeg gisteravond. Toen Peter om 05.00 uur uit de stad terugkwam viel hij meteen in diens tentakels. Telefoneerde mam. Zij is alleen. Luister naar Debussy voor twee piano's als kalmeringsmiddel. Probeer de wrijving met Peter van gisteravond te vergeten. Casper ontving een brief van zijn hartsvriendin Pauline Barnaart. Wanneer hij haar opbelt gaat zijn hart nog altijd boem, boem, boem. Intussen gaan de nodige andere dames door zijn vingers. Hij had me gevraagd wat hij voor de verjaardag van zijn grootmoeder moest meenemen. ‘Je kan toch niet altijd met een plant aankomen?’ Ik bleef hem een antwoord schuldig, waar ik spijt van heb, want het is een plant geworden. Maar ik ken zijn grootmoeder ook niet. Mam zou ik muziek, een boek of een plaat geven. Er is een rel uitgebroken tussen de vs en West-Europa. Europa verzet zich tegen de koppeling van Washingtons economische imperialisme onder de paraplu van een gemeenschappelijke militaire verdediging. Nixon zond hierover een scherpe nota naar Bonn. Ik verdenk Joseph Luns ervan de hele rel bij Kissinger te hebben aangezwengeld. Kissinger is natuurlijk in wezen een mof en bovendien een jood. Hoe dikwijls heb ik niet, ook tegen Ronald Gase, gefulmineerd tegen deze ongelukkige combinatie van mindscape als voornaamste souffleur voor wat betreft de wereldpolitiek op het Witte Huis? Voeg je daar toch een chronische intrigant en rotzooimaker als Luns aantoe, dan krijg je de poppen wel aan het dansen. Ramsey Clark is wellicht een van Lyndon B. Johnsons belangrijkste benoemingen geweest. Die mans mind opereert zoals het hoort. Hij wijdt een kolom aan de fascistische toestanden in Spanje. Ik had me ook afgevraagd wat de achtergronden waren van de executie van Salvador Puig Antich en heb de Spaanse ambassadeur om meer informatie verzocht. Ambassadeur R. Sedó had me op 7 maart een knipsel uit Le Monde toegezonden, dat ook deze krant had bevestigd ‘that the execution of a death penalty in Spain makes it instantaneous and without pain.’ Ik wilde natuurlijk veel meer weten van de achtergron- | |
[pagina 218]
| |
den. Ramsey Clark verduidelijkt dat er in feite god noch gebod heerst onder Franco. Een schrijver-priester, Garcia Salve (43), werd sedert 1968 tienmaal gearresteerd en zonder vorm van proces veroordeeld. Hij werd een paar maal wreed gemarteld. Hij kreeg negentien jaar, evenals een journalist Nicolas Sartorius Alvarez (35). Franco trekt zich geen bal aan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die mede door Spanje werd ondertekend. Franco is een variant op Hitler en Mussolini. Prins Bernhard gaat, evenals Dewi, met de man op jacht. ‘Moral leadership’, aldus Ramsey Clark, ‘cannot be expected from the United States. Henry Kissinger was in Madrid for “whirlwind talks” with Generalissimo Franco...’Ga naar voetnoot316 Zo gaat dit. Kissinger, de travelling jew, gaat rijsttafelen met Franco, en bei uns in Holland is Mein Kampf verboden. Ze zijn nuts. Peter zat rustig aan mijn bureau te werken. Nu is hij in de trein naar Tilburg. Hij had tranen in zijn ogen toen we afscheid namen bij Centraal Station. De wrijving had me aangegrepen. Hij zei vanmiddag al: ‘Willem, je kunt zo bezorgd kijken.’ Ik zei tegen hem in de auto: ‘Wanneer jij en ik niet meer alles, of bijna alles tegen elkaar zouden kunnen zeggen, dan geloof ik in niets meer.’ Ik zou wel met hem willen meereizen om langer samen te kunnen zijn en verder te praten, ook al eindigde deze Unvollendete weer eerder dan verwacht. Wat zou er nu in hem omgaan? Ik wandelde door het huis en alles ademde nog zijn aanwezigheid. Maandenlang verloopt alles smooth en dan weer opeens deze opschudding en verwarring van gemoederen. Gerard van het Reve was vanavond te gast bij Willem Brugsma op televisie. Brugsma scheen ontredderd te zijn. Ik blijf die Reve een misselijke kerel vinden. De Indonesische lobbyist Martojo belde voor de verandering na een jaar weer eens op. ‘Ik hoor dat er op u is geschoten.’ Ik zei dat ik daar verder niet over wenste te praten, maar wat ik had moeten antwoorden was: ‘Hoe weet u dat?’ Die man is een spion van inlichtingendiensten, maar tenslotte kent dr. Zain hem ook. Martojo vertelde dat er vanuit de gevangenissen informatie naar een Indonesische krant was gesmokkeld. Toen Bung Karno de avond voor de coup in het Senajan-stadion een briefje kreeg dat hij las en verscheurde, zou hij vervolgens kolonel Untung van het Tjakrabirawa-regiment van het paleis opdracht hebben gegeven de betreffende generaals te arresteren, niet te vermoorden. Dat de generaals werden vermoord was het gevolg van de | |
[pagina 219]
| |
onprofessionele wijze waarop de arrestaties werden uitgevoerd. Bung Karno zou hebben gezegd dat bij een Revolutie het soms noodzakelijk was dat jonge officieren oudere broeders arresteerden. Volgens Martojo had Bapak zijn geniale zet aldus bedacht. Er had helemaal geen staatsgreep plaatsgevonden. Volgens het geplande draaiboek zou kolonel Untung een nieuwe revolutionaire raad uitroepen. Ik begreep de portee van Martojo's zogenaamde nieuwe feiten niet meteen. De man blijft een raadsel. Wie is hij? Waarom neemt hij contact met me op? Ik geloof niets meer van hem, al moet ik toegeven dat ik dit nieuwe scenario met enige angst en beven heb aangehoord. Het klinkt een beetje plausibel. | |
18 maart 1974Droomde dat ik in Indonesië was, bang om herkend te zullen worden en dat men mij iets zou aandoen. Ik was met mam op weg naar Bogor. We wilden mevrouw Hartini Sukarno bezoeken. Ik lag wakker en schreef op een blocnote gedachten over Peter, want ik bleef met hem bezig. Zond hem later een expresse en schreef ook aan Ibu Hartini. Intussen is koningin Elisabeth II met het jacht Britannia in Jakarta aangekomen. Dat heeft premier Edward Heath erdoor gedrukt. It's like paying a visit to Pinochet in 1980, want al deze erstwhile moordenaars en dictators worden op den duur acceptabel, zoals de Rockefellers als oorspronkelijke oliemagnaten en gangsters tot de high society zijn gaan behoren, of Leonid Brezhnev die nu een eerbiedige leider is, bij wie men de deur plat loopt, zonder dat iemand er meer over nadenkt wat voor systeem hij vertegenwoordigt. | |
19 maart 1974‘Wel gefeliciteerd met je broer Theo,’ aldus klonk mams opgewekte stem vanmorgen. Dewi belde. Vlak na Anton Koenen die had meegedeeld - zoals Martojo ook al voorspelde - dat Anthonie Dake het met veel rumoer aangekondigde Bambang Widjanarko-rapportGa naar voetnoot317 (dat hem door Suharto's mensen was ‘toegespeeld’ of door de cia, wie zal het zeggen?) nu toch niet zou uitgeven. Martojo zei: ‘Dake voel nattigheid.’ Het heette dat Mouton het niet langer voor 8,90 gulden wilde publiceren. Hij kon geen andere uitgever vinden. Dewi reageerde precies in de roos. ‘En hij is op al die onzin nog wel gepromoveerd!’ Ik schreef Hans Hoefnagels van de Haagse Courant of het hem was ontgaan dat Dake | |
[pagina 220]
| |
zelf de Widjanarko-rommel - waar Hoefnagels een pagina aan wijdde in zijn krant - nu zelfs niet meer publiceerde. Ik spotte: ‘Ga maar naar de tros ermee, daar raak je die rotzooi wel kwijt, daar hoor je zelf thuis.’Ga naar voetnoot318 Bracht mam rozen vanwege Theo's verjaardag. Toen ik het huis in Bilthoven binnenkwam zei mam dat de honden vandaag ook jarig waren en dertien waren geworden. Er is zoveel te melden. Hoe zou ik nog ooit zonder notities maken kunnen leven? Zij vroeg me tevens papieren te tekenen voor een nieuwe overdracht van 35.000 gulden in acf-aandelen. Ik wist eigenlijk niet hoe te reageren. Het is uitsluitend paper-work. Alles blijft bij het oude, ook de aandelen blijven van mam. Maar wanneer zij ooit zal overlijden betalen we veel minder belasting. Ik vind het allemaal erg naar. Had ik haar moeten bedanken? We reden naar Soesterberg en hadden een intens plezierige lunch. Mam eet overdag veel langzamer dan wanneer we gaan dineren. Ik verbaas me steeds meer over haar levendigheid. Ook zij had het programma met Gerard van het Reve gezien en verklaarde de man voor stapelbesjogge. ‘Ik vind het gevaarlijk wanneer dat sujet spreekt over het in brand steken van uitgeverijen,’ zei mam, wat ik alweer vergeten was. ‘Hij brengt mensen nog op ideeën.’ Prins Sadruddin Aga Khan schreef geen tijd te hebben voor een interview voor Deel II. Wie weet heeft Wibo van de Linde met die afwijzing te maken. Schreef meneer Khan een pittig briefje.Ga naar voetnoot319 Peter belde goddank. Hij vraagt dan altijd hoe alles met mij is gegaan en wat ik heb gedaan. Hij dankte voor mijn brieven. ‘Ik had er nog zeven meer willen schrijven,’ zei ik. Zijn laatste woorden: ‘Dag lieve Willem...’ Eindelijk bracht ik een bezoekje aan mejuffrouw G. Büringh Boekhoudt in Baarn. We spraken kort over de botsing aangaande het vermelden van onze relatie in het gesprek met Bibeb. Zij benadrukte dat zij publiciteit verafschuwde. ‘But you expressed fear, that I had kept your letters,’ zei ik, waarop zij stil bleef. Ik blijf vinden dat zij niet eerlijk tegenover zichzelf is. Wanneer het niet de kroonprinses was geweest, die haar andere ‘leerling’ is geweest, maar n'importe welke pietjepuk, zou zij er geen ophef over hebben gemaakt of mij op het matje hebben geroepen. Het is in een dergelijke relatie irrelevant of Beatrix toevallig ook nog lid van het Huis van Oranje is. Wie bij affec- | |
[pagina 221]
| |
tie onderscheid maakt in rangen en standen heeft affectie nog altijd niet begrepen, zeker niet wanneer het om waarachtig affectie gaat. Ik moet trouwens opmerken dat toen ik naar mam keek, die me in de tuin uitzwaaide, er een gevoel door me heen ging dat ik in geen duizend jaar zal weten te omschrijven, laat staan op papier zou weten te krijgen. Zou bereid zijn mijn mening over onze volksschrijver nummer een te herzien als hij me eens liet zien hoe hij een dergelijke emotie op zou schrijven. Telefoneerde Dewi Sukarno om haar erop te attenderen dat de informatie van dr. Go over het oud-Javaanse manuscript dat door koningin Juliana in de verkeerde handen van mevrouw Suharto werd toevertrouwd, nu ook in Newsweek is verschenen.Ga naar voetnoot320 Ik kondigde een bezoek aan haar van Guruh Sukarno aan. Guruh vertelde me trouwens dat Guntur Sukarno hem had geschreven dat zelfs twee van Bung Karno's neven en een oom in Surabaja door Suharto's goon squads waren gearresteerd. Mejuffrouw Boekhoudt vond mijn Club van Rome-boek met Grenzen aan de groei-interviews ‘te veel’. Het zouden twee delen hebben kunnen zijn. Helaas bleek zij professor Delgado nog niet te hebben gelezen. Ik gaf haar een exemplaar van de Hamburg-editie en dacht aan mijn drie voor Duits bij juffrouw Hickmann op het Baarns Lyceum, waar juffrouw Boekhoudt met bijlessen een zeven van had weten te maken. Toch geloof ik dat zij, na een uur naar mijn geklets te hebben geluisterd, moe werd. Het is erg goed met haar. Ik ben blij weer naar haar toe te zijn gegaan. Zij zei: ‘Het heeft mijn oude hart goed gedaan in je brieven te lezen wat het vroeger allemaal voor je heeft betekend.’ ‘U was in mijn jeugd een oase voor me en u bent dit altijd gebleven.’ | |
20 maart 1974SchipholGistermiddag arriveerde Kouznetsov van de sovjetambassade op Amerbos. Hij parkeerde de auto een flink stuk van het huis, gedachtig aan de foto die Anton Veldkamp indertijd voor De Telegraaf had genomen. Hij had twee dagen eerder aan Buitenlandse Zaken moeten melden naar Amsterdam-Noord te zullen gaan, want sovjetdiplomaten mogen niet verder dan Amsterdam zelf.Ga naar voetnoot321 Hij benadrukte dat wanneer hij over het IJ wilde in een auto met een andere nummerplaat dan zijn eigen cd- | |
[pagina 222]
| |
nummer, hij dit ook aan het ministerie moest opgeven. In de ussr waren dergelijke beperkingen thans opgeheven voor de Nederlandse ambassadeur, diens chauffeur en tolk. Zij kunnen nu gaan en staan waar ze willen. Ik gaf hem twee Club van Rome-boeken want hij had een exemplaar nodig voor Foreign Affairs in Moskou. Van Beusekom was niet bereid ze te compenseren. Hij vroeg wie Anthonie Dake was. Ik vroeg me af waarom. Ook was hij verwonderd dat ik Joyce van der Meer van cbs in Den Haag te eten had gevraagd: ‘Zij weet veel en is gevaarlijk’. Maar ik wees hem er op dat zij zelfs zijn eigen ambassadeur Alexandr Romanov al had geïnterviewd, terwijl ik hem nog niet heb ontmoet.Ga naar voetnoot322 Rob Soetenhorst van de nrc was er, en ook Wim Kamerman van het Studium Generale in Rotterdam - in de hoop dat ze Kouznetsov of Romanov eens zouden vragen - George Tor en anderen. Soetenhorst vertelde een der weinige journalisten te zijn geweest die over Den Vaderland Getrouwe had geschreven en het boek ook daadwerkelijk had gelezen: ‘een storm van protest van mijn vrouw en kinderen ten spijt.’ Hij vertelde dat de ochtend dat Dewi's stukken op de nrc-redactie gestolen bleken te zijn, hij en André Spoor ieder wel achtentwintig protesttelefoontjes hadden afgewerkt. En van de zijde van de directie en de redactie was er een orkaan van protest opgestoken: ‘Zie je wel, dat jullie niet met die man Oltmans in zee hadden moeten gaan!’ Het is duidelijk dat degenen die de rel werkelijk ontketenden en de stukken en foto's onder de neus van André Spoor lieten verdwijnen - wie anders dan de bvd en hun handlangers binnen de redactieGa naar voetnoot323 - er precies op uit waren de uitstekende samenwerking tussen Spoor (Soetenhorst) en mij te torpederen? Ik antwoordde: ‘Rob, dat is nu ware dialectiek! Eerst verdwijnen mijn aantekeningen van een hoogst belangrijk vertrouwelijk gesprek met prins Anak Agung Gde Agung uit de bureaulade van Spoor. Dan stel ik Spoor aan Dewi voor, die hem brieven en op mijn verzoek een onvervangbare foto toevertrouwt en dan vraagt hij mij ook nog zijn briefje aan haar te overhandigen, dat alles is zogenaamd zoek.’ ‘Dat is waar,’ antwoordde Soetenhorst. Kees Buurman van de nos-radio kwam later ook nog. Kouznetsov vroeg hem waarom de nos eerst had aangedrongen op | |
[pagina 223]
| |
een snel besluit in Moskou om tot samenwerking te komen, en nadat Kouznetsov zich had ingezet voor de nos-belangen en een snelle reactie had binnengehaald, zat de nos te traineren en trachtte op haar schreden terug te komen. Later zei Kees, toen Kouznetsov weg was: ‘Hij heeft gelijk, dat is inderdaad de situatie.’ Kouznetsov: ‘Het is precies hetzelfde als met een Nederlandse delegatie naar ontwapeningsonderhandelingen in Genève. Wanneer er een besluit moet worden genomen laten ze verstek gaan.’ Kouznetsov vond verder mijn dagboek een gevaarlijke zaak: ‘because sometimes the use of a single word can make all the difference.’ Wat ik allemaal in al die jaren noteerde zou zeker niet altijd correct zijn. Ik antwoordde: ‘Perhaps this is true, but in the mean time my diary comes closer to the truth, than if I was relying on the notoriously unreliable memory of everyone.’ Kouznetsov vertrok voor middernacht, wat eveneens wordt vereist van sovjetdiplomaten, want indien hij nu buiten zijn boekje zou gaan, zou hij op mijn volgende geplande diner op 18 november niet aanwezig kunnen zijn. Zat met Kees Buurman en Sjors Tor tot 02.30 uur na te praten. We zijn overeengekomen dat ik op 22 april de reis van Max van der Stoel naar Moskou zal meemaken, want van sovjetzijde had men er op gewezen dat ik over de voornaamste contacten in Moskou beschikte, je zou ook kunnen zeggen, door Moskou werd vertrouwd. We spraken ook over de vraag waarom zoveel mensen mij haatten, wat ik kon hebben gedaan om zoveel agressiviteit en naijver op te wekken. Ik zei: ‘Vraag het mijn oom Poslavsky. Vraag het wie je wilt, ik weet niet hoe dit komt.’Ga naar voetnoot324 Ze waren eigenlijk verbaasd dat ik van mening was dat Carel Enkelaar eigenlijk alleen met mij in zee was gegaan, omdat Gerard Croiset hem er van had overtuigd dat de algemene roddel klinkklare nonsens was. Dacht dat ze dit wel wisten of anders zouden hebben begrepen. Ze zopen driekwart fles Bols op. Sjors had zeven biertje op volgens de heersende Hilversumse ziekte. Kees is bij Sjors blijven logeren. Ze hebben tot 05.00 uur verder gekletst. Ik houd niet van nachtbraken en heb er nooit aan meegedaan. John Schwitters van de nos meldt dat Henk Hofland razend is dat Schwitters in Spreekbuis schreef dat hij opvallend hetzelfde had opgemerkt als ik in Den Vaderland Getrouwe over Hilversumse toestanden. Het was trouwens ook anderen opgevallen dat het wel al te letterlijk leek op wat Hofland later in de Haag- | |
[pagina 224]
| |
se Post zette. Mijn ‘vriend’ Hofland komt nog steeds heftig in het geweer bij iedereen wanneer het mij betreft. Schwitters mag blij zijn dat Hofland hem nog niet op zijn bek is komen slaan, wat ook een van zijn geëikte methodes schijnt te zijn. Schwitters zal me Hoflands brief toezenden. Wim Wertheim belde dat hij het gesprek van Frits Schaling met ambassadeur Tissa Wijeyeratne in Parijs uitstekend had gevonden.Ga naar voetnoot325 ‘Ik vond het eigenlijk zo uitstekend dat ik niet begrijp dat die man ambassadeur voor de regering-Bandanaraike wil zijn,’ aldus Wertheim. Ik zei tegen hem dat ik mijn mening had gewijzigd ten aanzien van ‘strijd’ teneinde corrupte regeringen, als die van Suharto, omver te werpen. Wertheim: ‘Daarom had je in Den Vaderland Getrouwe het woord burgeroorlog in plaats van oorlog moeten gebruiken.’ Anwar Sadat verdedigt Richard Nixon en is zelfs tegen diens impeachment. Abdel Gamal Nasser draait zich in zijn graf om. Sadat is een verrader. Trouwens, Pravda constateerde met voldoening dat de Arabische ministers in Libië bijeen, hebben geweigerd het olie-embargo tegen de vs op te heffen. Oud nieuws. Gisteren besloten deze ministers in Wenen tot opheffing van het embargo. Maar Pravda vergeleek intussen Henry Kissingers politiek inzake het Nabije Oosten als een berg, die een muis heeft gebaard. Er wordt altijd hoog opgegeven over het genie van Kissinger, maar ik heb er mijn twijfels over. Werd in Luxemburg door de heer J.F.A. Baars en een Engelsman afgehaald op een vliegveld dat niet veel meer dan een hangar omvatte. Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in Luxemburg heeft een Dinner Club. Ze hebben me voor een praatje uitgenodigd. De ontmoeting heeft plaats in restaurant Zum Bock bestaande uit kelders en spelonken. Ik kreeg een kamer in Hotel Francais. Morgen komt Hella Haase eveneens voor een praatje naar de stad. | |
21 maart 1974LuxemburgDe voorzitter was een voormalige Britse journalist, nu vertaler bij het Hof, die van een glaasje hield. De club heeft zevenenveertig leden waarvan er gisteravond vijfentwintig aanwezig waren. Alleen A-klasse ambtenaren werden binnengelaten. Ze wilden de intimiteit van het gezelschap bewaren. Good food: lots of wine. Ik kreeg pas tegen 22.30 uur het woord, wat ik ramp- | |
[pagina 225]
| |
zalig vond, want wie was dan nog in de stemming voor een serieus verhaal? De meesten der aanwezigen waren andere Europeanen. Behalve Baars waren er twee Nederlandse tolken. Baars vertelde dat op zijn aankondiging dat ik een boek over de Club van Rome-problematiek had geschreven letterlijk niemand - met uitzondering van de Nederlanders - had geweten dat er een Club van Rome was. Ik hield mijn praatje. Met antwoorden mee sloot de bijeenkomst om 23.45 uur. Iemand vroeg: ‘Where do you think Isaac Asimov gets his information?’ Wat antwoord je op zoiets? Dezelfde kerel: ‘What was concretely achieved by the Club van Rome in Holland?’ Dat was gemakkelijker. Miljoenen Nederlanders denken nu over die problematiek tenminste na. Raakte nog in een conflictje met de voorzitter die sprak over ‘Hope’ in de toekomst. Ik citeerde Somerset Maugham, die hoop ‘the worst evil in Pandora's box’ heeft genoemd, omdat de mensheid van eeuwigheid tot zaligheid met het begrip hoop wordt gepaaid om de ellende van het bestaan maar steeds weer opnieuw te ondergaan. De voorzitter was zichtbaar geïrriteerd. Ik ontving 3.400 Belgische franc voor het dekken van mijn kosten. Vloog terug naar Amsterdam, blij weer in mijn eigen paleisje te zijn. Hans Hoefnagels had Ronald Gase gezegd dat ik hem vijfmaal in Den Vaderland Getrouwe had genoemd en alle vijf keer ‘onwaar’. De betreffende passages waren in de redactievergadering bij de Haagse Courant besproken en voorgelezen. Dat ze mijn boek niet bespraken had gelegen aan het feit dat degene die het zou bespreken niet had geweten wat hij ermee aan moest. Hij had het alleen maar kunnen afkraken. Intussen hadden ze bij de Haagse Courant indertijd van oud-minister Luns een kopie van een rapport van Ronald Gase over de Nieuw-Guinea-affaire gekregen. Of liever Luns gaf het aan Hoefnagels. Ik vroeg Gase: ‘Hoe kwam Luns eraan?’ ‘Er zijn zoveel mogelijkheden,’ antwoordde hij. Ik vertrouw het niet. En nog minder, wanneer je hieruit kunt opmaken dat Hoefnagels een amice van Luns schijnt te zijn. Dan weet je genoeg. | |
22 maart 1974Was bij mam. Zij had in Zuid-Afrika met broer Theo een museum bezocht waar een voorwereldlijke vis was te zien geweest, een soelacanthGa naar voetnoot326 Er was nu een boek over dit onderwerp | |
[pagina 226]
| |
uitgekomen. Het moest bij Broese worden besteld. Zij wees op een bonbonnière en zei: ‘Dat is het eerste cadeau wat ik van jullie gezamenlijk (mijn twee broers en ik) op De Horst heb gekregen. Jullie hadden het in een bazaar in Bilthoven gekocht. Het kostte 60 centen. Jullie zakgeld was 10 cent in de week. Het is een van mijn meest kostbare preciosa.’ Was geroerd. Hoe herinnert zij zich zoiets exact? Zes dagen na mijn primeur in de nrc komt De Telegraaf nu ook met een verhaaltje over generaal Sutopo Juwono's komst naar Den Haag. Ze schijnen daar niet te weten dat de militaire inlichtingendienst in Jakarta bakin en niet baren heet. Intussen maakte het licht Jan Pronk bekend dat ondanks hogere olieinkomsten Nederland de schenkingen aan Indonesië niet zal verlagen zonder overleg met en akkoord van de andere financiers van het corrupte generaalsregime. Francisco Paesa belde over mijn voorstel na te gaan of er een bauxietovereenkomst tussen Suriname, de vs en de Sovjet-Unie mogelijk is. | |
23 maart 1974Peter kwam gisteravond, maar het was niet eenvoudig hem aan het praten te krijgen. Hij was nogal nerveus. Hij schrijft ellenlange verhalen in zijn dagboek, misschien nu zijn voornaamste uitlaatklep. Philip Nasta, zijn oude vriend, scheen hem kalmerende tabletten te hebben gegeven. Hij wilde naar zijn zus, de non, in Helmond om te praten. Ik ging wandelen tussen de huurkazernes van Noord. Het is een afschrikwekkend gezicht om letterlijk al die families aan de noise-box gekluisterd te zien zitten. Massale brain-washing en afstomping via de meest afschuwelijk shit. Wie praat er nog met elkaar. Het is een plaag. Oeroeg kwam gisteravond met het bekende resultaat dat we vandaag allebei uitgepoept zijn. Casper kwam pas om 05.00 uur thuis na een uitje met een secretaresse van Haya van Someren. Hij bleef vandaag lekker lang. Ging pas laat in de middag weg. Kreeg Peter aan de praat over Tilburg en zijn colleges. Hij haat de sfeer, vindt het niveau van de wetenschappelijke medewerkers hopeloos, voelt zich totaal geïsoleerd, knapt vrijwel op iedereen meteen af en vindt dit voor een jongeman van 29 jaar beangstigend, wat het ook wel enigermate is. Hij is bezig met een stuk te schrijven over hoe studenten in Tilburg de studie ervaren. Intussen zijn we weer close alsof er onlangs geen clash is geweest. | |
[pagina 227]
| |
Willem Drees junior (51), fractievoorzitter van ds'70 in de Tweede Kamer, heeft in de nrc voor de dagboekrubriek geschreven.Ga naar voetnoot327 Het is van een ongekende onbenulligheid. Hij zegt dat zijn vader ‘nooit echte memoires wil schrijven omdat hij ideeën, zaken en gebeurtenissen wil behandelen, maar zich niet te zeer over personen wil uiten.’ Nee, hij schrijft niet over personen vanwege de ongeschreven Haagse wet dat de schuinsmarcheerders elkaar ten alle tijden dekken en de hand boven het hoofd houden. Schreef Drees junior een pittig briefje, maar het is eigenlijk niet de moeite waard. John Schwitters van de nos zond me Hoflands kolom van 17 november 1973 uit de Haagse Post getiteld zwarte weken, plus de protestbrief van 13 maart 1974 aan Schwitters waarin Hofland gedetailleerd protesteert tegen Johns opmerking in Spreekbuis, dat zijn geschrijf verdacht veel op passages uit Den Vaderland Getrouwe lijkt. Hij beklaagt zich dat John hem ‘een vorm van plagiaat in de schoenen schuift.’ Hofland wijst er verder op eerder in de hp over dit onderwerp te hebben geschreven en niet minder dan zeven keer in de nrc. Misschien is het ook inderdaad alleen maar toeval geweest. | |
25 maart 1974Waar te beginnen? Altijd wanneer Peter er is schiet mijn dagboek erbij in. Gisteren heeft hij zich in de tekst van professor Hiroshi Minami, psycholoog en verbonden aan het Institute for Social Behavior in Tokio, verdiept. We wilden naar het strand, maar Ronald Gase kwam. Om hem weg te krijgen kondigde ik aan dat we eerder dan afgesproken naar Zandvoort zouden gaan. Peter staat altijd erg lang onder de douche. Toen ik hem aanspoorde te haasten ontstond er een nieuwe clash. Hij wilde meteen naar Tilburg vertrekken, maar toen hij met zijn spullen beneden kwam deden we onze armen om elkaar. We huilden. We reden naar het strand en hebben zo ver gelopen dat de spieren van mijn benen pijn deden. Maar stap voor stap ontdekte ik waar bij Peter de schoen wrong. Om te beginnen, problemen met zijn studie. Verder een reeks vragen en twijfels over zichzelf met opmerkingen als ‘vergeet niet dat ik nooit in die zin een echte vader heb gehad.’Ga naar voetnoot328 Hij vindt zichzelf in de grond van alles ‘lui.’ Het maakt hem wanhopig dat hem de lust ontbreekt dingen, die hij begint, ook af te maken. ‘Er is maar een klein gebiedje van de psychologie dat mij werkelijk interesseert.’ | |
[pagina 228]
| |
Het is me duidelijk geworden dat zijn twijfels over ‘wat doe ik eigenlijk in Tilburg’ het gevolg zijn geweest van zijn reis naar New York met Kerstmis, waar hij een scala van andere mogelijkheden heeft gezien, plus de gouden bergen die verschillende lovers hem boden. Dan heeft hij meteen weer leerproblemen, niet omdat hij de materie niet zou kunnen beheersen, maar veel van wat hij moet kennen interesseert hem geen moer, met bovenaan statistiek. Hij heeft dezelfde aangeboren afkeer van formules en wiskundige interpretaties als ik. Hij heeft al negen statistiekexamens afgelegd, maar er komen er nog zeven. Hij ziet het gewoon niet zitten. Het beroerde is dat ik op Nijenrode en Yale precies dezelfde gedachten en dezelfde problemen had. Daarom ben ik de laatste om hem tot een andere houding proberen over te halen of andere inzichten bij te brengen. Hij sprak met ouderejaarsstudenten om na te gaan hoe de studie zich ontwikkelde. Hier laat de psychologie zich nog leiden door behaviorisme en B.F. Skinner, wat volgens Peter in de vs allang is achterhaald. Hier blijft het bij eindeloze laboratoriumproeven die niets met de werkelijkheid hebben te maken. Hij betwijfelt of dit soort proeven met zijn variabelen en kunstgrepen in verband met het werkelijke leven kunnen worden gebracht. ‘Het leeft niet wat ze doen en daarom doet de studie mij op deze manier ook niets.’ Hij vertelde op het dok tegen Harry Mulisch te zijn aangelopen. Hij had dit met hem besproken. Hij was in zijn wanhoop ook naar Oostelbeers gegaan en had geprobeerd Philip Nasta zijn stituatie uit te leggen. Dat lukte niet, wat Peter nog wanhopiger had gemaakt. Na al mijn aanmoedigingen om psychologie te gaan studeren was ik natuurlijk de laatste om zijn hart bij uit te gaan storten. Hij zei ook bang te zijn geweest bij mij de wind van voren te zullen krijgen. Toen we nu langs de zee liepen en de situatie stap voor stap duidelijker voor me werd, was mijn eerste reactie te zeggen: ‘je verbeeldt je dit allemaal maar, je moet doorzetten, we nemen een repetitor en wanneer je deze eerste hindernissen maar voorbij bent, passeer je de rest van je studie van zelf.’ Trok paralellen met mijn eigen ervaringen en wilde niet dat hij het bijltje erbij neer zou gooien. Maar toen ik eindelijk precies in de gaten kreeg in welk stadium zijn eigen mind zich bevond ten aanzien van zijn studie, verzette ik de bakens 180 graden en adviseerde: ‘Hou er morgen mee op.’ Maar intussen vroeg ik me voortdurend af of dit wel een verstandig advies was geweest. Ik moet onmiddellijk met Lex Poslavsky overleggen. Over dit alles was Peter zeer verbaasd. Hij had geen positieve | |
[pagina 229]
| |
reactie van mij verwacht. Ik gaf hem een serie argumenten om de situatie opgewekt te blijven beschouwen. ‘We breken jouw château en Espagne verder helemaal niet af. We moeten er nu alleen een nieuwe vleugel aan bouwen.’ Hij lachte en gaf me een zoen. We zagen een gesprek tussen Elisabeth Andersen en Herman van Veen, die op een moment tranen kreeg van ontroering wat me nogal overdreven leek. Maar Philip van Tijn, ook zo'n licht, applaudiseerde voor Van Veens gehuil en noemde het een doorbreken van een taboe. We liepen voor het eerst in jaren ons Amsterdamse circuit, inbegrepen de straatjes in de Zeedijkbuurt. Waar te beginnen met terugschouwen op alles wat we bespraken en beleefden? Hij zei bijvoorbeeld, en hier sprak weer zoveel angst uit: (hoe kan ik die angst tocht voor altijd, al was het maar ten aanzien van mij, bij hem wegnemen?) ‘Ik hoop niet dat je later terugkomt op alles wat je zegt...’ Ging naar de sauna en was er zeker van dat in de stemming, waarin ik verkeerde, het bij een stomerijtje zou blijven. Maar een lekker ventje kwam naast me liggen. Het hek was weer prompt van de dam. Maar Peters uitspraken, vooral tijdens de strandwandeling, blijven in mijn hoofd spoken. ‘Ik moet altijd beantwoorden aan het beeld dat zoveel verschillende mensen van me hebben,’ zei hij bijvoorbeeld. Ik kan zoiets niet volgen en overdacht zijn woorden, terwijl ik aan het pianostuderen was. Hij weet hoe iemand over hem denkt. Hij probeert die ander zodoende niet teleur te stellen. Ik kan me zo'n redenering eenvoudig niet voorstellen. Dan zijn er zijn zorgen vanwege de studielening of het voorschot van de overheid. ‘Ik zou niet eens naar Amerika kunnen emigreren voor ik dat geld zal hebben terugbetaald.’ Steeds keren flarden van onze gesprekken terug. Misschien moet ik de journalistiek voorgoed verlaten en in zaken gaan, zoals dat heet. Dan heb ik genoeg om voor alles te betalen, ook voor mezelf. | |
26 maart 1974Ernst Utrecht is in Lembak Pamtai, in Maleisië, aangekomen waar hij aan de Faculty of Law van de University of Malaya doceert. Ondernemende heer. Hij en zijn vrouw wonen er een in bungalow: ‘Je kunt ten alle tijden bij ons logeren’. Ze hebben hem onmiddellijk aan de vertaling van een Engelse wet in het Maleis gezet. ‘Dat Maleisië hier is een onderontwikkeld stuk Indonesië. Er is hier een Maleisische elite, die zijn eigen taal niet spreekt. Vooral in een land als Maleisië voel je duidelijk de grote waarde van Sukarno, onze Bapak, als Nation Buil- | |
[pagina 230]
| |
der. Hier staan ze nog bij wijze van spreken in de houding voor een Engelsman. Feodalism is quite rampant en cia people coming in and out! Rassenconflicten broeien onderhuids naar een uitbarsting toe.’ Maar wat professor Utrecht niet schreef en de conclusie die hij er blijkbaar niet aan verbond, was dat Bung Karno's Malaysia Confrontation feitelijk een belangrijk stuk ‘bevrijding’ inhield. Sukarno wist maar al te goed dat feitelijk in Maleisië het Westen de lakens was blijven uitdelen en dat er van werkelijke onafhankelijkheid van dat land nog steeds geen sprake was. Ik was in Bilthoven en vertelde mam van mijn gesprekken met Peter. Haar eerste reactie was: ‘Laat hem zijn problemen zelf uitzoeken,’ maar dat klonk scherper en onaardiger dan zij bedoelde. Mam zei vvd te stemmen: ‘want dat is de enige partij, die je tenminste niet helemaal financieel uitkleedt.’ Den Uyl misschien ook niet, maar hij is te slap om zich tegen zijn achterban te verzetten. ‘Volgens die mensen moet een glazenwasser evenveel verdienen als een professor,’ zei mam. Ik ben de hele dag bij haar gebleven. Werkte in de tuin. Een dag uit duizenden. Grootvader Van der Woude overleed in Luik, waar hij grootmama en haar tweede man, Ilia graaf Poslavsky, dikwijls opzocht. Hij scheen op Poslavsky gesteld geraakt te zijn. Hij logeerde dan in een hotel. Opa Hap van der Woude is zelfs in Poslavsky's armen overleden aan een hartaanval. ‘Hij heeft jou niet meer gezien.’ Ik was toen één jaar oud. Van der Woude werd in het familiegraf op Oud Eik en Duinen begraven. Nu hoorde ik pas dat hij het jachthuis De Roekel op de Veluwe had laten bouwen omdat hij het oneens was met het door de acf gevoerde beleid.Ga naar voetnoot329 Hij wilde zich niet verder ergeren en trok zich steeds meer terug. Grootvader zei: ‘Ik heb twee schoonzoons, die beiden chemisch ingenieur zijn.’ Hij wilde zich in Zwitserland vestigen en een nieuw concern opzetten. Zowel mijn vader als oom Gerrit Meijer gingen volledig met het project akkoord. Grootvader was pas 53 jaar toen hij al overleed. Daarom is het er nooit van gekomen. Op tafel in de eetkamer stond een doos. Ik keek erin. Vooral brieven en foto's. Brieven van mij aan mijn ouders vanuit Yale geschreven. Ik vond wel dat ik er eigenlijk niet in moest kijken, maar ik was nieuwsgierig. Ik vond een tekening die ik in 1936 had gemaakt, toen ik elf jaar oud was. Ik nam er ook een foto uit op 19 juni 1929 in Bilthoven gemaakt, waarop ik samen met broer Hendrik stond. Ik was vier, allebei in trap- | |
[pagina 231]
| |
autootjes. De herkenning bij die tekening was ongelooflijk. Ik herinnerde me zelfs de details, of ik ze gisteren gekleurd had.Ga naar voetnoot330 Maar waarom zoiets bewaren, voor wie? We bezochten Lex Poslavsky op de W.A. Hoeve. Eerst wilde mam bij de bloemist in Den Dolder viooltjes kopen. Terwijl ik naar binnenging zag ik hoe zij door een dame werd aangesproken en tot mijn verbazing zag ik beide dames naar de bushalte weg wandelen. Later vroeg ik wat er was gebeurd. ‘Zij moest naar Zeist, maar zij leek me niet zo slim, dus ben ik maar even meegegaan om op de dienstregeling te kijken.’ We dineerden in Soesterberg. Zij maakt altijd strijk en zet een opmerking over de mooie bloemen in de hal. Ik wilde met Lex over Peter spreken. Poslavsky stelde een aantal moeilijke vragen die ik lang niet allemaal kon beantwoorden. ‘Wat wil Peter uit de psychologie halen? Toch niet hoeveel mensen hun trui boven of onder de broek dragen? Is hij misschien geïnteresseerd in denken over menselijk gedrag, over gebeurtenissen? Wil hij empirisch-sociale wetenschappen studeren of trekt cultuurfilosofie hem? Hij zal Abraham Maslow wel kennen. Wil hij de kant van de humanistische psychologie op? Het gaat er om dat hij zich een beeld vormt van wat hij ermee gaat doen.’ Erik Poslavsky hoorde zijn vader spreken. De jongen is misschien pas zeven jaar oud en zei: ‘Wanneer Peter psycholoog wordt, oom Wim, laat hem dan maar met mij beginnen...’ Laat nog belde Peter uit Helmond waar hij bij zijn zus, de non, op bezoek was. Hij zei ‘een cascade zielsontboezemingen’ van Trees te hebben gekregen, terwijl hij was gekomen om zijn eigen zielenroerselen te bespreken. Ik vertelde over het gesprek met Poslavsky. Omdat Peter vorige week een boek van Maslow op Amerbos had laten liggen was hij verbaasd dat Lex ook over hem had gesproken. Hij heeft zin om met Poslavsky een gesprek te voeren en zei: ‘Wat een voorrecht.’ | |
27 maart 1974Op weg naar Waalre ging ik eerst naar het graf van vader in Bilthoven en bracht mam croissants. Nam een enorme klootzak mee, die naar Eindhoven lifte, een geologiestudent. Zette een tape aan met Chopin om van hem af te zijn en vroeg of hij van muziek hield. Daarop zei hij ook nog ‘nee.’ Bob Dylan dan? ‘Ja.’ Ik wilde vandaag naar mevrouw Hazeu, omdat enkele maan- | |
[pagina 232]
| |
den geleden haar man, ir. H.A.G. HazeuGa naar voetnoot331, was overleden. Zij was echter niet thuis, dus las ik in de auto Newsweek toen een zekere mevrouw Van Dijk arriveerde die ook op bezoek wilde gaan want het was vandaag de verjaardag van de heer Hazeu. Hoe is het mogelijk, want dat wist ik natuurlijk niet. Laatst bezocht ik Anneke Verrips ook al op de verjaardag van haar verongelukte man, zonder dat te hebben geweten. Toen mevrouw Hazeu arriveerde bleek ze erg down te zijn. Ze zei: ‘Als ik morgen te horen zou krijgen dat ik moest gaan zou ik dat niet meer erg vinden.’Ga naar voetnoot332 Zij vroeg naar mijn liefdesleven. Ik vertelde - terwijl ik een kop als vuur kreeg - dat ik met Peter involved was. Ik wist niet of ik ooit met haar in die richting had gesproken en realiseerde me dat het een einde van onze vriendschap zou kunnen betekenen. Zij zei soms niet alles meer te kunnen bevatten. Haar vader was 94 en was nu helemaal kinds. Maar de sfeer was weer even speciaal als altijd wanneer ik haar ontmoet. Reed naar Tilburg, de kap neer, om Peter op te halen. Hij vertelde over het avondeten met de acht nonnen in Helmond. Hij had zich kapot gelachen. Trees had gedroomd dat zij naar een abortuskliniek moest. ‘Moet je je indenken dat een non zoiets droomt,’ zei Peter. Zij bespraken ook de vraag of hun moeder besefte dat hij homoseksueel was. Ik denk dat juist moeders zoiets weten. Ook zijn moeder. We reden naar Erik van der Leeden en Helga in Delft en bleven voor het avondeten. Professor Georgii Arbatov heeft toegegeven dat Radio Moskou tijdens de Oktoberoorlog in het Nabije Oosten er bij de Arabische landen op heeft aangedrongen dat zij een olieboycot tegen de vs zouden instellen. Tot dusverre had men dit ontkend. Nu heeft Arbatov gezegd: ‘Zelfs de sovjetradio kan fouten maken.’ Hij moet absoluut in Volume II van de Club van Rome-interviews verschijnen. cairo de-nasserizes schrijft Arnaud de Borchgrave in Newsweek.Ga naar voetnoot333 Politiek en geschiedschrijving blijft een wrede aangelegenheid. Stalin meende: ‘It is not heroes that make history, but history that makes heroes. It is not heroes who create a people, but the people who create heroes and move history forward.’ Abdel Gamal Nasser voerde die unieke dans uit tussen Egypte en de volkeren van de Arabische wereld en de traditionele im- | |
[pagina 233]
| |
perialistische ‘uitzuigermogendheden’, die hem in de ogen van zijn volgelingen tot maximumleider aller Arabieren maakte. Dit samenspel tussen de situatie, waarin de geschiedenis dit deel van de wereld had geplaatst en het feit dat de collectieve mind van de Arabische wereld rijp was voor een Umwertung aller Werte, plaatste Nasser - die dit aanvoelde en inzag, en bereid was te handelen - in de positie van ‘ultimate hero for all Arabs.’ Zelf schreef hij in 1954 in zijn Philosophy of the Revolution: ‘Within the Arab circle there is a role wandering aimlessly in search of a hero. For some reason it seems to me that this role is beckoning to us - to move, to take up its lines, put on its costume and give it life. Indeed we are the only ones who can play it. The role is to spark the tremendous latent strengths in the region surrounding us to create a great power which will then rise up to a level of dignity and undertake a positive part in building the future of mankind,’ aldus De Borchgrave. Nasser begon zijn pas de deux met de Arabische wereld, zoals Mahatma Gandhi en Jawaharlal Nehru dit in India hadden gedaan, Sukarno met de volkeren van de Indonesische archipel en Mao Tse-tung in China. Hier waren large chunks of the earth waar teeming masses om erkenning van hun menselijke waardigheid riepen ten opzichte van de advanced world, meestal ook de voormalig koloniale en imperialistische mogendheden. Wie herinnert zich niet de beelden van vier jaar geleden waarbij miljoenen rouwende Arabieren, jong en oud, Nasser ten grave droegen? En nu, alsof de held in zijn graf bij het afkoelen een metamorfose zou hebben ondergaan, heeft de ‘de-Nasserization’ van Egypte en de Arabische wereld reeds plaats. Professor Ibrahim Abdoe van Cairo University publiceerde Letters from Hypocristan waarin diezelfde Nasser plotsklaps als prince of tyranny wordt afgeschilderd. Voormalige Nasser-kameraad Anwar Sadat zal wel een duit in het zakje hebben gedaan om het ontmantelen van Nassers heroworship mogelijk te maken.Ga naar voetnoot334 Nu schrijft de hooggeleerde professor dat Nasser ‘a dark era of terror and torture on a scale unprecedented except in Nazi, Fascist and Stalinist times’ zou hebben ontketend. Een idioot zei tegen Newsweek dat in Egypte nu ‘de-Stalinization’ aan de gang was om ongedaan te maken wat de islamiet Nasser zou hebben gewrocht. Nu verschijnen opeens ‘getuigen’ met verhalen over Nassers geheime politie. ‘My penis was wired and electrodes were attached to my skull and then simultaneously electric shocks would be applied to my genitals and brain...’, aldus | |
[pagina 234]
| |
een zekere Mustafa Heikal, broer van de bekende journalist, die na het heengaan van Nasser het verdachte boek The Cairo Documents publiceerde, eerder in deze herinneringen besproken. Intussen verdwijnen een voor een de portretten van Nasser uit straten en gebouwen. De ontmanteling van het eertijdse idool is in volle gang. Het effect van dergelijke georchestreerde campagnes door opvolgers, die op hun eigen piëdestalleke de geschiedenis in willen gaan, is dat Wahrheit und Dichtung alleen maar nog verder worden vertroebeld. Om die reden zinkt de moed ten aanzien van mijn memoires ook mij meer dan eens in de schoenen. Intussen schreef Ruth Sheldon Knowles me uit New YorkGa naar voetnoot335 dat haar boek Indonesia Today - a Nation That Helps ItselfGa naar voetnoot336 was verzonden. Het is inmiddels gearriveerd. Mevrouw Knowles adverteert zichzelf als ‘petroleum specialist, magazine writer, world traveller and foreign correspondent.’ Zij heeft schaamteloos een ‘Heil Suharto’-boek geschreven en stelt het voor alsof Bung Karno de fatale ramp voor Indonesië zou zijn geweest. Nonsens als: ‘I mentioned (to Suharto) that the change I noticed most in Indonesia (vergeleken bij de Sukarno-periode) was the expression on the faces of the people. They were now cheerful, smiling, and animated which was not often the case in Sukarno's time.’ Het boek van mevrouw Knowles is weer een voorbeeld van leugenachtige, nergens op slaande, ongeïnformeerde geschiedvervalsing. Je zou eigenlijk moeten kunnen nagaan of haar meesterwerk misschien door generaal Ibnu Sutowo van de Pertamina oliemaatschappij werd gefinancierd. In ieder geval 's werelds bibliotheken zijn weer een boek ‘rijker’ geworden. Hans Hoefnagels schrijft me kort: ‘Waar is je realiteitszin gebleven?’ Ik zou ‘onzin’ over hem in de nrc en in Den Vaderland Getrouwe hebben geschreven.Ga naar voetnoot337 Hij noemt letterlijk geen enkele onwaarheid. Wat moet ik ermee? G.P. Noordzij van de subfaculteit Politicologie stuurt me Onrust langs de groeigrenzen. A.J. van Dijk kon het niet laten vanavond in de nrc te schrijven: ‘(...) het mag niet worden verzwegen dat de internationaal opererende journalist Willem Oltmans in De Nieuwe Linie Luns met rust laat, maar zich ernstig opwindt over cineasten die zich ter wille van hun product aan dieren ‘vergrijpen’. Dat ik | |
[pagina 235]
| |
schreef dat er geen haan naar kraaide noemde Van Dijk ‘niet meer waar’. ‘Ach’, zei Peter, ‘niet reageren op afgunst.’ Ik ben de plaatsen waar ik Hoefnagels ter sprake breng in Den Vaderland Getrouwe nagelopen en hoef geen woord terug te nemen. Ik ben zorgvuldig te werk gegaan. Maar Hoefnagels, die het door Ronald Gase geschreven rapport door Luns zelf toegespeeld kreeg, is blijkbaar ver genoeg gezakt om onder een hoedje met die meneer in zijn pen te klimmen. Kan me voorstellen dat Hoefnagels, die zich halsstarrig vastklampt aan de Haagse kliek, het onaangenaam vindt zo te boek te staan. Eindelijk kwam Ralphie Nijendorff, mijn lieve oude vriendje, weer eens langs. Het tjotjokt prima met Peter. | |
29 maart 1974Burgemeester J.M.J. Cornelissen van Doetinchem - ben met zijn nogal aantrekkelijke blonde zoon nog eens de koffer in geweest - heeft een inzameling voor de bouw van een ziekenhuis in Noord-Vietnam in ‘zijn’ stad verboden. Fijn type, die burgemeester. Het smoesje was: ‘de organisatoren streven een te beperkt doel na. Ronald Gase heeft opnieuw oud-premier Jan de Quay ontmoet. Deze had hem verteld dat toen hij met de Amerikaanse ambassadeur Philip Young indertijd overleg pleegde de diplomaat hoogstens hints had gegeven over Amerikaanse steun inzake Nieuw-Guinea, maar nooit rechtstreeks over hulp had gesproken in geval van een conflict met Indonesië. Ronald bracht ook een knipsel mee, waarin ‘collega’ Sal Tas mij omschrijft als ‘een onderwereldjournalist’. Wel ja. Toch maar een briefje naar meneer Bauer, hoofdredacteur van Accent. Heerlijke dag. We winkelden in de stad en reden naar de Wassenaarseslag. Bijna geen mensen, toch iets van zon. Peter ging al trimmend nog veel verder het strand op dan ik. Ik zag hem van heel ver over het strand terugkomen. Ik voelde me weldadig en dankbaar dat dit figuurtje in de verte rennend en tuimelend naar mij toekwam. Dichterbij komend zag hij er zo zalig uit met zijn verwaaide haren, een brok gezondheid. We brachten een bezoekje aan Herbert Jochems in Wassenaar. We zagen zijn dieren en wel dertig pauwen. Er nestelen risten reigers verderop, nabij een meertje op zijn uitgestrekte grondbezit. Wanneer hij zich een zin laat ontvallen als: ‘Ik weet eigenlijk niet waarom ik Dewi Sukarno wil ontmoeten,’ klink dit niet al te oprecht. Maar hij kon het met Peter prima vinden en vice versa. | |
[pagina 236]
| |
30 maart 1974Klaus Amann schrijft om een mogelijke ontmoeting in Wenen te coördineren. I would like that. De nrc publiceerde een hoofdartikel pronk en praal.Ga naar voetnoot338 Den Haag mag tevreden zijn dat ik niet in nrc-redactievergaderingen zit, want in deze vorm zou dit artikel nooit gepasseerd zijn. Ze beginnen prima, namelijk met te memoreren dat Den Haag zich over het Pinochet-regime in Chili heeft uitgelaten als ‘beestachtig’ en ‘fascistisch’. Tezelfdertijd heeft Max van der Stoel namens de regering Den Uyl een handtekening laten zetten bij de Club van Parijs, waarmee een schuldenregeling voor Pinochet wordt aanvaard en waarbij 80 percent van de buitenlandse schuld van Chili wordt geconsolideerd. ‘Nu ontstond voor de Nederlandse regering het probleem: hoe vertel ik dit aan mijn kinderen?’ Wat ik nooit zal begrijpen is dat Nederlandse socialisten als Den Uyl, Van der Stoel, Pronk en consorten zich op ideologische basis buiten alle proporties opwinden over Chili, waar Nederland au fond geen flikker mee te maken heeft, terwijl zij Indonesië - waar nog veel beestachtiger ‘nazi’-methoden door Suharto & Co worden toegepast - waarmee wij eeuwenlang een sterke psychologische, politieke en economische band hebben gehad, ongemoeid laten. Het lijkt wel of Suharto kan doen waar we Pinochet juist met krachttermen voor aanvallen. Het zal wel een simpele kwestie van brains zijn. Een andere verklaring heb ik niet voor het onevenwichtige politieke geknoei in Den Haag. Dertig jaar geleden, in 1944, verliet ik het Baarns Lyceum na eindexamen hbs a te hebben afgelegd. Na enige aarzeling om wel of niet naar de Baarnse reünie te gaan arriveerde ik er om 11.30 uur. Een hockeywedstrijd was in full swing. De eerste persoon die ik zag was mevrouw Beun, mijn lerares Nederlands tijdens de oorlog. Ik dacht: ‘prima dat ik ben gegaan’. Ik heb ooit een tien voor een opstel van haar gekregen, naar zij verklaarde vanwege de zelfspot die erin werd verwoord. Dr. Maarten Schneider zei: ‘Dag grote Wim!’ Hij woont in Den Haag en geeft onderricht aan officieren van Landmacht en Marine over de media.Ga naar voetnoot339 Zou met hem over mijn project inzake een boekje over Hilversum moeten spreken. Vervolgens ontmoette ik Margot Goudriaan, nu mevrouw Rein Snoeck Henkemans. Zij woonde in Pretoria.Ga naar voetnoot340 Zij was als vroeger op school | |
[pagina 237]
| |
samen met een van haar beste vriendinnen Walke Prins. Margot was absoluut geen syllabe veranderd. Haar maniertjes, haar stem, alles precies als toen. Paddy van Riemsdijk, vroeger een aantrekkelijke kerel, was met Yvonne Beernink getrouwd. Ik herkende hem nog wel enigszins. Ook de oude vertrouwde conciërge, de heer Smit, was aanwezig. Het was plezierig hem weer te ontmoeten. Hij herinnerde zich dat ik hem als hbs-leerling had gevraagd: ‘Waarom leeft u eigenlijk?’ ‘Wim, ik heb je toen gezegd: “om de mensen te dienen”.’ Hij zei een heel ander inzicht in mensen te hebben gekregen in al die jaren en nog veel meer van hen te houden dan voorheen. Hij vervolgde: ‘Je hebt me bij mijn pensionering een brief geschreven. Die heb ik altijd bewaard, want die kwam uit het hart. Dat heb ik laatst nog tegen mijn vrouw gezegd.’ Eigenlijk was dit het enige zinnige gesprek tijdens de reünie, deze woorden die ik met oud-conciërge Smit wisselde. Liep later nog tegen aunty, mejuffrouw G. Büringh Boekhoudt, aan maar sprak maar kort met haar, want wie weet bracht ik haar weer in verlegenheid als wij samen gezien zouden worden.Ga naar voetnoot341 Mijn oude kameraad Roepie Kruize was er, hij zag me heel duidelijk, maar wendde zich af. Dat is wat ‘de publiciteit’ heeft bereikt. Ik zag mijn oude vriendin Margot van Suchtelen van de Haare, nu mevrouw Baud, nergens. Haar had ik nog wel willen terugzien. Who knows, misschien zou zij nu ook zijn doorgelopen. Ze zoeken het maar uit, als ik maar weet hoe het zit. Maakte later nog een autorit met Peter. Hij leest een boek van Thomas Szasz. We stopten bij een meer en luisterden naar het tweede pianoconcert van Brahms. Er waren kievieten in de weilanden aan het vergaderen. ‘Zie je dat vogels in de natuur afstand bewaren?’ zei hij. Overigens schijnt hij gisteravond een danser van het Scapinoballet in zijn vingers te hebben gehad. Laat maar. Hij is zoveel jonger. | |
31 maart 1974Om 02.30 uur belde Dewi Sukarno op om ons uit te nodigen voor een afscheidsreceptie ter ere van ambassadeur Tissa Wijeyeratne van Sri Lanka, waar ook Chakravarthi Narasimhan van de vn en een aantal Arabische ambassadeurs bij aanwezig zullen zijn. Gisteravond bracht ik Peter bij Lex Poslavsky, mijn oom de psychiater. Ze hebben iets meer dan anderhalf uur samen ge- | |
[pagina 238]
| |
sproken. Hij moet ongeveer dezelfde dingen hebben gezegd, als eerder tegen mij. Hij vertelde Peter over enkele instituten in Zürich en New York - ‘ga er eens kijken’, alsof we ons dit zouden kunnen permitteren - maar op een opmerking van Peter: ‘Als ik mijn huidige studie niet afmaak is dit een ramp,’ gaf Lex hem geen antwoord. Peter vermeed Poslavsky in welke vorm dan ook te bekritiseren, maar toen ik hem vroeg: ‘Wat had je van dit gesprek verwacht?’ zei hij: ‘Niet veel, want tenslotte moet ik zelf beslissen.’ Zijn enige kritiek was, zou je kunnen zeggen, dat hij niet begreep dat er zo'n lelijke reproductie in de entreehall hing. En dat mevrouw Poslavsky gewoon Nescafé-poeder gebruikte. We hebben nog tot 03.00 uur in bed over alles liggen praten. ‘Het is mijn nare kantje,’ zei hij, ‘dat ik de dingen altijd afwacht en hoopt dat er misschien wel eens verandering in komt. Ik ben verliefd op Juan Antonio. Hij meer dan ik. Maar het is in november begonnen - voor Kerstmis. En nog ben ik het.’ Ik probeerde hem te doen inzien dat hij zich dit zelf misschien had wijsgemaakt om de ogenschijnlijk onoverkomenlijke problemen met zijn studie te ontvluchten. Hij zei: ‘Ik heb jou als vriend, en Philip. Ik heb het altijd te gemakkelijk gehad. Ik ben te verwend. Wanneer ik dan die studentjes om me heen zie en naar hun problemen luister, denk ik: misschien moet ik eerst ook zo diep zinken en met mijn kop tegen de muur lopen om sneller beslissingen te nemen.’ | |
Noordwijk aan Zee, strand.Altijd als ik het Palace Hotel zie, denk ik aan de moeder van Henk Hofland en hoe we als Nijenrode-vrienden hier naar zijn ouders gingen als zij enkele weken in dit hotel logeerden. Wekte Peter om 11.45 uur om naar zee te gaan. Ronald Gase wipte binnen om te vertellen over een ontmoeting met kvp-leider mr. C.P.M. Romme. De man herinnerde zich niet ooit dr. Zairin Zain te hebben gesproken. Sukarno was een demagoog en een opportunist en meer van dit vaste kvp-gezeik. Het stupide bij dit soort figuren uit het Haagse is dat ze kletsen over zaken die ze nooit zelf hebben onderzocht. Mij zou Romme nooit hebben ontvangen. In de auto zei Peter het gevoel te hebben te veel aan zijn moeder gebonden te zijn gebleven. Dit heb ik snel uit zijn hoofd gepraat. ‘Bullshit. Je moeder is het meest unieke mens in je leven, ooit. Croiset zegt hetzelfde van mij. Kulkoek. Mogen jij en ik hier please fijngevoelig in zijn in plaats van de ordinaire kudde slaafs te volgen, die het maar al te vaak geen moer kan | |
[pagina 239]
| |
schelen wat er met ouders of stokoude mensen gebeurt, die eenzaam zijn en door kinderen worden veronachtzaamd.’ Hij vertelde vannacht te hebben gedroomd op een schip (het levensschip) via een zee naar een stad, waar de straten rivieren waren, te zijn gevaren. Er kwam een ontzettende storm opzetten. ‘Mijn moeder was er. Ik nam haar hand en zei: ‘Ik zal u redden...’Ga naar voetnoot342 We hebben vandaag zoveel gesproken. Nu is hij vertrokken en zit hij in de volle trein op zondagavond terug naar Tilburg, wat hij haat met al die mensen. Ik voel me zo onmachtig. My heart cries once more, which I had to hide. Hij zei op een bepaald moment bij Lex Poslavsky, over zichzelf sprekende, moeite te hebben gehad niet in huilen uit te barsten. Ik voel me volkomen onmachtig en hulpeloos tegenover zijn huidige tweestrijd en problemen. Henk Neuman spreekt met Luns op televisie. Luns: ‘Het helpt wel in de Kamer, wanneer je de lachers op je hand kan krijgen. Dat is me wel eens gelukt, ook bij de pvda en de Nieuw Linksen...’ (Of bij mij.) Over Max van der Stoel zegt Luns gewoon: ‘Men beweert maar wat en weigert vervolgens een discussie.’ Max van der Stoel zegt dat De Telegraaf doodgemoedereerd had geschreven dat hij als minister vier Arabische ambassadeurs onheus zou hebben behandeld. Nadat de envoys in kwestie dit vervolgens hadden ontkend en tegen dergelijke beweringen hadden geprotesteerd, was ‘dit bepaalde ochtendblad’ gewoon rustig met deze beschuldigingen doorgegaan. Waar verwondert meneer zich over? Weet hij nu nog niet hoe De Telegraaf opereert? Je zou alleen wel eens willen weten wie de ‘bondgenoten’ van ‘dit bepaalde ochtendblad’ binnen het establishment zijn. Door wie worden deze schandaalschrijvers gesouffleerd?Ga naar voetnoot343 | |
1 april 1974Voel me machteloos. Je ziet kinderen zo dikwijls onwijze, verkeerde beslissingen nemen en je kunt er niets aan veranderen. Je verwijt jezelf niet voldoende contact te hebben gecreëerd, zelf niet verstandig genoeg te zijn geweest en voldoende begrip te hebben opgebracht om ze te beïnvloeden, van gedachten te doen veranderen and so forth. Resultaat: onverstandige beslissingen worden herhaald en iedere nieuwe generatie moet opnieuw door schade en schande wijs worden. Ik vind het niet om aan te zien. Trouwens, hoe ben ikzelf niet jaar na jaar altijd | |
[pagina 240]
| |
weer in een herhaling van dezelfde foutieve beslissingen gevallen? Peter weet dat hij zichzelf te veel in de watten legt door opnieuw naar New York en Juan Antonio te gaan. Enerzijds heeft hij behoefte aan een romance met zijn danservriend en wil hij die uitleven, anderzijds weet hij dat er andere plichten roepen. Eindelijk zijn na vier jaar zeven voormalige leden van de Nationale Garde in Ohio in staat van beschuldiging gesteld vanwege het doden van vier studenten bij anti-Vietnamdemonstraties bij de Kent University. Op doden staat levenslang, op verwonden staat één jaar en 1.000 dollar boete.Ga naar voetnoot344 De Waarheid publiceert een kop dat Suharto als zijn vertegenwoordiger naar Den Haag een politiebeul zendt, namelijk generaal Sutopo Juwono, tot voor kort chef van de staatsinlichtingendienst. Het is natuurlijk waar, maar wat doe je er tegen. Den Uyl en Van der Stoel vinden het allemaal prima. Daarvoor zijn het zogenaamde jongens, die het volk vertegenwoordigen. Het volk zelf weet immers van toeten noch blazen. Telefoneerde let LastGa naar voetnoot345 om te zien of alles okay was. Zij is nu 80 geworden en gaat in juni met vakantie naar Zuid-Frankrijk. Gelukkig. Ik herinner me dat toen Peter en Lex Poslavsky beneden kwamen, we kort over mijn dagboek spraken. Ik vroeg Peter om vooral mee te luisteren. Lex vond dat nu de tijd was gekomen alle notities sinds mijn prille jeugd door te nemen. ‘Wanneer je een statement maakt,’ zei hij, ‘dan zit daar een van de draden die door je dagboek heenloopt, ook in. Je zou je nu eigenlijk de verinnerlijking van je dagboek bewust moeten maken...’ Hij dacht dat er enige haast bij was geboden om er op mijn leeftijd van bijna 50 jaar nog het volle profijt van te hebben. ‘Men wordt op zijn vijftigste in Nederland als bejaard beschouwd, Wim,’ zei hij. Dat wordt een soort psychoanalyse bij mezelf. Hij gaf Peter een boek mee dat door Joseph Wortis was geschreven die bij Sigmund Freud in analyse was geweest. Hij moedigde Peter bovendien aan vooral terug te komen indien hij er behoefte aan had. Tegen 19.00 uur belde ik Dewi Sukarno. ‘You have to come to my party,’ zei ze. ‘The Baroness Bentinck-von Thyssen zal er ook zijn - zij heeft veel geld.’ Zij kondigde ook de komst van François Chauvel aan, wiens ouders en zuster ik ken.Ga naar voetnoot346 Zij noemde een reeks gasten. ‘Okay, but will you accept an invitation to dinner for Sunday night?’ vroeg ik. | |
[pagina 241]
| |
‘It depends with whom’ zei ze. Ik antwoordde: Herbert Jochems en Casper van den Wall Bake. ‘What does Jochems want from me? My body?’ antwoordde zij. We besloten dat ik haar party zou bijwonen en zij met ons zou dineren. | |
2 april 1974Vladimir Kouznetsov arriveerde gistermiddag tegen 17.00 uur op Amerbos. Hoorde veel geronk voor de deur. Als cadeau nam hij een fles wodka en twee boeken mee, een over Lenin en een fotoboek over de ussr. Zijn knalpot was blijkbaar vrijwel geheel naar de knoppen. Toen hij tegen middernacht vertrok was dit vrij pijnlijk voor de buurt. We spraken indringend. Hij noemde als een der belangrijkste elementen van het communisme de aandacht, die men besteedde aan het menselijk gedrag, vooral wat betreft de relaties tussen mensen onderling. Ik vroeg hem mij over dit aspect van de sovjetsamenleving materiaal te verschaffen. Ik besefte, naar hem luisterende, hoe bitter weinig we van zijn land afweten. We wijzen het als systeem a priori af, maar eigenlijk zijn we nauwelijks ingelicht over wat men probeert te doen en te bereiken. In 1942 werden pas diplomatieke betrekkingen tussen Moskou en Den Haag geopend. Dit moest wel, want de ussr was een bondgenoot geworden tegen Hitler. Ook Winston Churchill had gezegd dat hij betrekkingen wenste aan te knopen op de dag dat Moskou in de strijd betrokken zou raken. ‘We were so modestly prepared, we didn't even have sufficient rifles to shoot back at the Germans,’ zei Kouznetsov. Hij vertelde verder dat zijn collega's Izwekov en Opalev nu in een Amerikaanse uitgave over sovjetspionnen werden aangeduid omdat De Telegraaf beiden had geïdentificeerd in de rel rond mijn huis in 1972 en hem, Kouznetsov niet, terwijl hij ook aanwezig was geweest. Zo gaat dit dus in ons deel van de vrije wereld. Ik zei hem dat het me nuttige public relations leek wanneer Moskou de schrijver Vladimir Bukovsky nu vrij zou laten, ongeacht wat hij op zijn kerfstok kon hebben. ‘He is not in prison for what he wrote or what he thinks,’ antwoordde Kouznetsov. ‘He is in prison for what he has done.’ Hij zou op den duur wel vrijkomen. Hij noemde de demonstraties bij de ambassade ten behoeve van dissidenten ‘more educative for the Dutch than for us.’ Vorige week had Kouznetsov een dertigtal studenten op Nijenrode toegesproken. Rector Postma had hem voorbereid dat hij mogelijk onbeleefde vragen kon krijgen, inbegrepen subtiele demonstraties als gapen terwijl hij zou spreken. In tegen- | |
[pagina 242]
| |
stelling tot de waarschuwingen van de rector waren de studenten marvellous geweest en hadden vele vragen gesteld. Inderdaad had een student in het begin vol geprepareerde vijandigheid gevraagd of hij de Kouznetsov was, die volgens Die Weltwoche de spionnenschool in Moskou had afgelopen. Maar geleidelijk was de antistemming verdwenen. Ronald Gase bracht enkele studenten mee naar Amerbos. Ik had ook de schrijver Stephen Membrecht en Jeroen Terlingen van het vakbondsblad wik gevraagd. Jeroen zei: ‘Je weet niet hoeveel ik van je boek Den Vaderland Getrouwe heb geleerd.’ Ook Wim Jansen was aanwezig, die nu in de journalistiek gaat. Ronald had een student, Han van der Horst, meegebracht, die sigaartjes rookte en van wie hij zei: ‘Ik vertrouw hem voor geen cent. Hij is een jodenjongen en hij gaat vast iets achteraf organiseren.’ Zelf zal ik zo'n aanduiding nooit maken. Maar ik vroeg me af of ik Kouznetsov, gezien eerdere ervaringen met Russen in mijn huis, moest waarschuwen. Membrecht vond ik er getormenteerd uitzien. Die lijkt de nodige onopgeloste probleempjes in zijn hoofd te hebben. Het Engels van Gase is erbarmelijk. Ik zou voortaan alleen Engels met hem moeten spreken. Toen ik tegen Kouznetsov zei het leven een trieste aangelegenheid te vinden, zei hij: ‘Perhaps this is a matter of intelligence. Intelligent people are liable to think too deep, and examine life too much...’ Eerst had ik Jaap Jansen ook willen vragen. Maar ik kwam hem laatst in de stad tegen en zei hem dat ik eigenlijk een boek met en over studenten zou willen schrijven. Hij begon eerst heel hard te lachen en zei toen opeens: ‘Ik weet eigenlijk niet waarom ik lach.’ Ik moet zeggen, ik ben langzamerhand wel op die jongen afgeknapt. Reed naar Bilthoven. Mam leek weer wat doof. We namen een portje. Voor haar doe ik mee. Dineren in Soesterberg. Zij liet het zich weer uitstekend smaken. Ze had een zakdoek nodig. Ik vroeg: ‘Waarom houdt u die niet bij zich?’ Ze zei haar (afschuwelijke) beige plastictas op de grond te hebben gezet wetende dat ik aan dat ding een hekel had. Ik voelde me verschrikkelijk schuldig. Had ik maar nooit iets gezegd. Speel Tosca en word er nog triester van dan ik al ben. | |
[pagina 243]
| |
fijn voor je’, maar dat bracht ik niet op. Ik zei alleen dat ik hem had gemist. Bij hem hetzelfde. Ik schreef hem een brief van vier kantjes. Gelukkig gaat Casper mee naar Dewi in Parijs. Henk Hofland noemde in een commentaar over de kwestie Richard Nixon senator James L. Buckley de netste en meest geletterde republikeinse senator. Ik geloof graag dat hij dit echt vindt, maar waar haalt hij de onzin vandaan? Ik zal dr. Margaret Mead opbellen en vragen of zij bereid is een gesprek met Peter te hebben over zijn toekomst, als hij de komende weken in Manhattan is. Ambassadeur Tissa Wijeyeratne arriveerde stipt op tijd bij het Zuidoost-Azie Instituut. Zijn ambassade had uit Parijs gebeld dat Georges Pompidou was overleden, wat hij allang in de ochtendbladen had gelezen. ‘They have no brains. They call me here for a trivial protocol matter.’ Frits Schaling, keurig in pak, kwam om 13.00 uur naar Amerbos om een gesprek voor de nrc met hem te maken. Ik bereidde nasi goreng en liet ze samen praten. Frits bleek zeer bruikbaar en aardig. Ik vroeg Tissa tegen de studenten over Bung Karno te spreken. Hij vertelde dat in Parijs een soort anti-Dewi-stemming aan het ontstaan was ‘since she had decided to spoil her life. I thought, for instance, I might put her in contact with some people close to Kadaffi, especially since a lot of money is now streaming to the Near East...’ Nu spreekt hij voor 20-25 studenten. Ik vraag me af of ze beseffen wat ik hier voor hen probeerde te arrangeren. Van den Muizenberg introduceerde de ambassadeur, zoals laatst dr. Margaret Mead. Hij vermeed zorgvuldig mij voor de bemiddeling te bedanken (of te noemen). Zo zijn onze manieren. Tissa spreekt over feodale tijden op Ceylon. Hij sprak over ‘Nescafé revolutionaries’, die geen wortels onder de plattelandsbevolking hebben en om die reden zullen falen. Ik dacht aan de uprising van studenten laatst in Thailand, wat kennelijk wel was gelukt. Na deze ontmoeting werd ambassadeur Wijeyeratne afgehaald door professor Wertheim, dr. Go Gien Tjwan en Jan Pluvier, de anti-Suharto-samenzweerders. Ze gingen in restaurant Sjanghai dineren. Wertheim zei later dat vooral het begin en het einde van de ontmoeting - tenslotte is Tissa een real-pro in Aziatische politiek - uitstekend waren geweest, maar daarnaast waren heel wat meningsverschillen gerezen. De studenten waren daarentegen enthousiast over de ontmoeting met de Sri Lankese diplomaat geweest. Tissa zelf zei me dat het Indonesië Comité in haar benadering cautious was opgetreden. | |
[pagina 244]
| |
Ambassadeur Tissa Wijeyeratne logeerde op Amerbos, wat gezellig en vertrouwd was. Hij voelde zich kennelijk at home, deed een sarong aan en was op blote voeten, die hij onder zich in zijn fauteuil trok. We relaxed completely. Ik vroeg me voor de zoveelste keer af hoe het toch komt dat ik me in het algemeen close en vertrouwd voel met Aziaten en in welke mate dit te maken kan hebben met het feit dat het grootste deel van mijn familie uit Indië komt. Een student uit Sri Lanka, voormalig priester, kwam met Tissa spreken. Later wandelde ik met de ambassadeur op de walletjes. Hij wist niet wat hij zag. Hij kocht verscheidene pornoboekjes en benadrukte net iets te veel dat een vriend, een andere Parijse ambassadeur, hem erom had gevraagd. ‘If my wife would see them she would eat my head,’ zei hij. | |
4 april 1974Peter belde gisteravond laat nog om te bedanken voor mijn expresse. ‘Wat een realistische brief heb je geschreven; ik kreeg tranen in mijn ogen,’ zei hij. Ik had hem een cheque gezonden ter ondersteuning van zijn New York-trip naar Juan. Hij ondervindt zoiets als ‘pijnlijk’. Wat is het verschil tussen het delen van een broodje paling of een biljet van honderd gulden tussen vrienden? Ik zei dat Casper Bake mee naar Parijs ging. ‘Wat fijn voor je, want ik was bezorgd dat je alleen moest gaan - dag lieve Willem.’ Ik vertelde hem dr. Margaret Mead te hebben gevraagd met hem over zijn toekomst te spreken. Terwijl we telefoneerden liep Casper mijn werkkamer binnen. Hij had een probleem: Pauline was in Parijs. Dus wilde hij natuurlijk bij haar en niet bij mij in Hotel Vendome slapen. Maar hoe dit aan te kaarten! Dat soort problemen is mij bespaard gebleven. Om 11.00 uur kwam Guruh Sukarno ambassadeur Tissa Wijeyeratne ontmoeten. We hadden met Casper ontbeten, die het ook uitstekend met de diplomaat kon vinden. Tissa stak een krachtig pleidooi tegen de zoon van de eerste president van Indonesië af over welke mogelijke rol hij in de Indonesische politiek zou kunnen spelen om zijn land te helpen bevrijden uit de tentakels van de huidige fascistische generaals. Tissa adviseerde, zoals hij zelf indertijd in Londen met een paar Ceylonese studenten was begonnen, een begin te maken met een kleine kern medestudenten. ‘Na vier maanden, werd uiteindelijk in Londen een kern van twaalf man gevormd, die de evrijdingsactiviteiten voor Ceylon leidden.’ Guruh diende een lijst aan te leggen van Indonesische studenten in Holland en omgeving. | |
[pagina 245]
| |
Guruh zei dat er 200 tot 300 Indonesische studenten in Nederland waren.Ga naar voetnoot347 Na zijn studie hier zou hij drie jaar in Peking moeten studeren en dan naar Jakarta terugkeren. ‘You will be arrested, that will mean your political career has already begun.’ Had ik het gesprek maar opgenomen! Guruh was onder de indruk. Ik vroeg of hij de ambassadeur wilde begeleiden op een wandeling door het Rijksmuseum. De ambassadeur reed er met mij naartoe. Guruh met Casper. Om 14.30 uur ontmoetten we elkaar allemaal weer. Bij het afscheid legde Tissa zijn hand op Guruhs voorhoofd en zei: ‘I bless you.’ Hij nodigde Bung Karno's zoon naar Parijs uit om in zijn residentie in Neuilly een aantal dagen te komen logeren. Om 20.00 uur waren we op de Erasmus Universiteit om studenten te ontmoeten onder auspiciën van het Studium Generale. Ik keek eens rond. Wat me altijd weer opvalt hier is hoe ongezond de meeste jonge mensen er uitzien. Niet veraf zit een jongen die wel de tering lijkt te hebben. Ze doen kennelijk weinig of niet aan sport. Als je hier Peter naast zet, die straalt van pure gezondheid, is het eigenlijk schokkend. Dat is vooral in de vs wel even anders. Nu is het klimaat hier ook niet om te genieten. Uit solidariteit met de studenten in Chili en Griekenland stonden vlaggen vandeze landen in de hal van de universiteit. Ik vroeg ze: ‘Waarom negeren jullie Indonesië, het op vijf na grootste land ter wereld, waar een stuk geschiedenis van ons ligt?’ Geen antwoord, laat staan een verklaring. De ongeïnteresseerdheid en het complete amateurisme van de media in dit land heeft hier veel mee te mak.Ga naar voetnoot348 | |
5 april 1974Reed uit Rotterdam met een snelheid van 150 kilometer naar Amerbos. Begrijp die 100 km-snelheid maatregel niet. Wie zwaaide er vanuit mijn werkkamer naar de auto? Peter was er net en had een fikse borrel ingeschonken. Voor ik hem vragen kon stellen wilde hij, als gewoonlijk, van alles weten. Hij verheugde zich bijvoorbeeld op Margaret Mead. ‘Vroeger zou ik zoiets nooit hebben gedurfd.’ Hij dronk thee met valium erin om beter te slapen. Maar dat hielp geen pest. Deze week had hij weer zoveel slaapproblemen gehad. Een nacht was hij uit wanhoop maar naar beneden gegaan om brieven te typen. Hoe | |
[pagina 246]
| |
komt dit toch? Er was ook weer wrijving met Philip Nasta geweest, maar hij had hem geschreven: ‘I can now live without you (...).’ Francisco belde uit Genève. We zien elkaar spoedig. Ik vertelde naar Dewi's party in Parijs te gaan. Even later belde Dewi waarom ik Francisco had verteld dat zij een party gaf, want daar wist hij niets van. Gezellig stel die twee. Reed met Peter naar het strand. Het was koud en winderig, maar een prachtige dag. We liepen heel ver. Hij had te slecht geslapen om te gaan trimmen. We werden door de vloed overvallen en liepen door de duinen terug. Dewi verzette haar diner naar zondag, omdat zaterdag een rouwdag is vanwege Pompidou. Nu eten we op zaterdag met Jochems, Casper en Pauline. Hoe komt het toch dat we zulke marionetten van Amerika zijn? De Gaulle stond wel erg alleen met zijn visie van een Europa van de Atlantische Oceaan tot en met de Oeral. Op een bijeenkomst in Den Haag, bijgewoond door koningin Juliana, D.U. Stikker en professor De Gaay Fortman heeft Max van der Stoel weer eens gezegd: ‘De gedachte dat een Verenigd West-Europa - los van de Verenigde Staten - in staat zou zijn onze veiligheid te waarborgen, is voor ons Nederlanders een gevaarlijke illusie, die de internationale verhoudingen meer kwaad dan goed zal doen.’ Van wat ik tot dusverre in Moskou heb gezien en gehoord kan ik me niet voorstellen dat het Kremlin ook maar enig oogmerk zou hebben West-Europa om welke reden dan ook onder de voet te willen lopen. Belde Herbert Jochems op in het Claridge Hotel dat we zaterdagavond zouden dineren. ‘Zit ik hier niet zoet te wachten?’ antwoordde hij. Joop den Uyl doet eindelijk de felste aanval die ik ooit door een gezagsdrager van zijn niveau (premier) op De Telegraaf heb horen doen. Het blad had geschreven dat de socialisten het woord ‘God’ van de munteenheden zouden laten afhalen, maar Den Uyl zei: ‘Het zijn aperte leugens, die als feiten in die krant worden gesteld.’ Ronald Gase liet zijn stuk over Jan de Quay lezen wat op een paar puntjes na okay is. Professor Romme had hem gezegd dat Gase de eerste was die over Nieuw-Guinea was komen praten sinds hij zich uit het parlement had teruggetrokken. ‘Hij liegt,’ had Hofland tegen Gase gezegd. ‘Ik heb tweemaal gevraagd of ik hem kon ontmoeten.’ Hofland schijnt weer lullige opmerkingen te maken als ‘Wim Oltmans heeft andere kwaliteiten dan hij zelf denkt.’ Ik neem het voor kennisgeving aan. | |
[pagina 247]
| |
Peter maakte in de sauna twee nummers met een Zweed en zei: ‘Willem, wat zal ik vannacht zalig slapen.’ Hij gaf me vandaag een paar maal een zoen: ‘Je hebt me zo verwend.’ Ik had een half flesje champagne gekocht. Hij toastte: ‘Op ons geluk,’ wat me zeer verbaasde. | |
6 april 1974Mam belde. Zij was beschaäftigt want er zou strijkkwartet worden gespeeld. Of ik even voor bloemen voor de trouwdag van broer Theo in Lugano wilde zorgen. ‘Waarvan moet ik dit betalen?’ vroeg ik om te plagen. ‘Wil je het even voorschieten? Je krijgt het direct van me terug.’ ‘Mam, ik maakte echt maar een grapje? Ik geef niets om geld.’ ‘In money matters ben ik altijd serious’ antwoordde zij. ‘Je kunt een dubbeltje maar eenmaal uitgeven...’ Die uitdrukking herinner ik me van haar het ganse leven. Daarom heeft zij nog altijd veel en heb ik niets. Lag tot diep in de nacht wakker wachtend op Peters thuiskomst. Hij sliep als een roos. Ik bracht hem naar Utrecht, waar hij als gewoonlijk de trein naar Tilburg nam. Hij bedankte dat ik hem een lift of mind had gegeven. Casper en ik spoedden ons naar Parijs, waar we incheckten in Hotel Vendôme en vrijwel meteen tegen de heer Luns aanliepen die enkele gebouwen verderop een bezoek gebracht moest hebben aan het Ritz Hotel, waar Richard Nixon schijnt te verblijven. Hij is hier voor de begrafenis van Pompidou. Ik denk dat ik niet geheel aardig tegen Casper ben, want ik ben nog steeds totaal met Peter bezig. Maar Casper begrijpt zoiets exact, vreemd genoeg, want tenslotte is hij niet op jongens gericht. Ik ben zeer op Casper gesteld, maar godzijdank niet in love met hem. Er verschijnen plaatjes van maarschalk Tito, die een beer heeft geschoten, de basterd. De Tito's, evenals de beren, zijn in ieder geval uitstervende verschijnsels in deze wereld. Wat zullen de overlevenden doen zonder Tito en zonder beren? In een kerk aan de Rue St. Honoré brandde ik twee kaarsen en concentreerde me op Peter. Een oude dame bespeelde het orgel, zeer sfeervol. Peter had overigens voorspeld dat de kastanjebomen in Parijs al groen zouden zijn. Hij heeft gelijk. Intussen is ons geplande etentje opnieuw verschoven want Dewi moet eerst naar een ontvangst voor president Ali Bhutto van Pakistan, die ook hier is vanwege de begrafenis. Dewi was tijdens ons gesprek bezig wimpers op te plakken. Kartika was blij met het grote chocoladekonijn dat ik had meegebracht. | |
[pagina 248]
| |
Het leek Dewi beter niet haar advocaat Mitchell-Heggs mee uit eten te nemen: ‘Dan zijn we meer als familie onder elkaar.’ Er werd opgebeld. Dewi werd al om 17.00 uur bij Bhutto in het George V Hotel verwacht. Morgen schijnt zij 48 gasten te hebben uitgenodigd. Hoe krijgt ze die in haar appartement? Dit was al in gereedheid gebracht en stond vol bloemstukken. ‘There are some people who overdo things while most people underdo things or don't do what they say they will do.’: ‘What do you prefer?’ vroeg ik. ‘You. I will hire you some day as a secretary. That would be the day.’ Ik dacht: Ze weet niet beter. La Marquise de R. belde om te vragen waar de party morgen was en hoe laat. Intussen wilde Kartika weer spelletjes doen. Ik moest een kleur noemen. Zij rende het appartement rond om die kleur aan te wijzen. Ik zei blanc en ze vloog naar de vitrages. Nee, een andere witte kleur. Ik bedoelde het uniform van haar vader op een portret op een commode. | |
7 april 1974Hotel Vendôme, ParijsPeter maakt zich op voor de reis naar New York en zijn vriendje Juan, zijn grote avontuur. Gisteravond was beladen met explosieve momenten. Ik wachtte, als afgesproken, om 20.45 uur bij het George V Hotel. Er gebeurde niets. Mensen kwamen en gingen. Geen Dewi. Ik belde mevrouw Azuma. Niets. Pas om 21.45 uur verscheen Dewi bij de ingang. Herbert Jochems had Casper en Pauline in de Rue St. Anne opgepikt en had al gezegd dat Dewi hem twee dagen in Genève had laten wachten. Als zij er om 22.00 uur niet was ging hij terug naar zijn eigen hotel.Ga naar voetnoot349 Dewi was slechts naar buiten gekomen om te vragen of het een ramp zou zijn als ze niet meeging, want president Bhutto had haar intussen gevraagd met hem te dineren. ‘I am only once every two years in Paris,’ had hij gezegd, ‘you can see your friends any time.’ Ik moet diep teleurgesteld hebben gekeken. Ik stelde voor dat we op zijn minst even naar het restaurant nabij Rue Wagram zouden rijden om onze gasten uit te leggen wat er aan de hand was. Jochems moet nog veel verontwaardigder hebben gekeken en bleek iedere tact en savoir-vivre te missen om deze emergency elegant op te vangen. Het enige wat Casper zei was dat hij langzamerhand trek had. Dewi en ik legden uit wat er was gebeurd, maar Jochems trok een gezicht of | |
[pagina 249]
| |
iemand zijn speelgoed had afgenomen. Dit zei ik hem ook in zijn gezicht. Intussen hadden we onze bestelling opgegeven en Dewi zei dat ze een plat zou blijven. Ik liet Casper alles maar regelen. Hij doet altijd erg royaal wat ik, wanneer je zelf niets bijdraagt, toch altijd wat dubieus vind. Casper was trouwens, vooral door de aanwezigheid van Pauline Barnaart, absoluut niet zichzelf. Zijn gezichtsuitdrukking was voortdurend gespannen en vreemd en catacomben van tegenstrijdige gevoelens leken boven te komen drijven. Intussen telefoneerde Dewi naar het George V Hotel dat zij over een uur terug zou komen. ‘Het wordt allemaal niets,’ meesmuilde Jochems. ‘Zij praat me veel te hard, en die stem!’ ‘Hoe durf je! Je amateuristische psychoanalyses na vijf minuten slaan nergens op. Zij was immers uitgenodigd door vrienden, in dit geval president Bhutto, die ze al jarenlang kent en die bevriend was geweest met Sukarno. Ook Pierre Trudeau van Canada schijnt er bij te zijn. Wie ben jij? Wie zijn wij? Ze kent je niet eens. Dat ze überhaupt nog hier is bewijst haar loyaliteit tegenover mij. En nu weet je niets beter te doen dan een verongelijkt smoel te trekken. You are ridiculous, Herbert!’ reageerde ik. ‘Ja, je moet me helpen, ik ben je dankbaar dat je me op het goede pad brengt,’ was nota bene zijn antwoord. Maar hij liet zijn steak onaangeroerd en gaf een tip van zes francs op een rekening van 170 francs: Jochems de miljonair. That man is totally underdeveloped and doesn't know his ass from a whole in the ground. Ik zal hem dat nog wel eens duidelijk maken. Na wat garnalen met rijst bracht ik Dewi weer terug naar het George V Hotel. Casper omhelsde haar bij het komen en gaan. Sprekende over Jochems' lama's lanceerde Dewi een grapje over lama's die seks bedrijven als humans. Zij sprak nog wat over Parijs als centrum van beauty, over politiek en vond een privé-dierenpark à la Jochems maar een ‘extraordinary luxury’. Zij verdween. In de auto: ‘Wanneer ik ooit weer trouw, dan trouw ik met Francisco Paesa.’ Nu dat weer. Om de avond recht te zetten stelde ze voor dat we morgen met z'n allen zouden lunchen in de Bar des Théatres vrijwel naast haar flat. Zij zou ook Kartika meebrengen, wat als een extra toegift klonk en wat ik vreemd vond. Daarop stelde ze voor om Jochems, Casper en Pauline mee naar haar ontvangst te brengen, waarop ik antwoordde: ‘Don't. It's better to keep Jochems at a distance.’ Toen ik terugkeerde in het restaurant was Jochems al wat bijgedraaid. Hij lachte weer. En toen ik hen uitnodigde voor | |
[pagina 250]
| |
Dewi's party was alles vergeten en vergeven. Jochems was zelfs enthousiast. Casper threw me a kiss. Intussen had Casper hoofdpijn gekregen, wat ik nogal verdacht vond. Ik merkte verkeerde trekjes in zijn gezicht op. Hij wilde weg. Hij wilde kennelijk maar een ding dat zich gemakkelijk liet raden. Pauline had het kennelijk ook door en stelde voor dat we allemaal nog naar het terras van Deux Maggots zouden gaan in St. Germain. Casper zei dat hij er nooit van had gehoord, nota bene het favoriete terras van Peter en mij, maar dat leek me sabotage. Casper lijkt me op het punt van seks met vrouwen te veel in de sfeer van zijn vriendjes Hein en Martin te zitten, een spoor waar Pauline kennelijk niet van is gediend. Sex for the sake of sex is not her cup of tea. Er komt voor haar meer bij kijken. Bij Casper ook wel, maar dat schiet er op de een of andere manier op het moment suprême bij in. Ik denk dat Pauline hem om die reden afwijst. Op het terras raakte hij nog verder van slag en zei nooit te hebben afgesproken dat we samen zouden lunchen en sprak Pauline en mij tegen. Hij stond zelfs op, stond voor ons tafeltje en zei: ‘Let's split.’ Tot drie keer toe vroeg Pauline hem weer te gaan zitten. Ik zei tegen hem: ‘Casper, je gedraagt je vlerkerig,’ groette Pauline come il faut en zei tegen hem slechts: ‘Dag meneertje’. Ik zei nog wel tegen Pauline: ‘Ik begrijp je niet, he loves you!’ ‘Do you think so?’ ‘I know so.’ Tot zover gisteravond. Trouwens, als Casper verstek laat gaan bij de lunch dan is dit the end of the line of us. Ik ging naar Avenue Montaigne 12. Dewi was zich nog aan het gereedmaken voor de lunch. Kartika huppelde rond en vroeg waar Peter was. Zij haalde haar chocoladekonijn en vroeg hoe we het zouden noemen. ‘Dat hangt er vanaf,’ zei ik. ‘Is het een heer of een dame?’ Zij keek onderzoekend naar het chocoladegeval en zei à bout portant: ‘C'est une dame. On l'appelle Christiane Mignonne Chocolade...’ Ik dacht: waar haalt ze dat opeens vandaan? Zij ging vannacht elders slapen: ‘Parce que Maman a beaucoup de personnes pour le dîner.’ Men zou haar kamer binnen kunnen wandelen en ze zou niet kunnen slapen.Ga naar voetnoot350 Hieronder schreef zij: ‘Les Fleurs et belle.’ (sont belles) | |
[pagina 251]
| |
‘Don't you feel, le monde est belle?’ vroeg ik. ‘Pas tellement,’ zei het kind van Bung Karno, ‘ils sont tant de voleurs!’ We lunchten inderdaad allemaal samen in de Bar des Théâtres. Casper en Pauline kwamen per fiets. Ik vertelde Dewi van mijn gesprekje met haar dochter. ‘I never talk with her like that’. Ik dacht: Dat is erg jammer. Dat doet mevrouw Azuma wel. Dewi vertelde dat president Ali Bhutto veranderd was vergeleken bij vroeger. Hij had niet veel aan de gesprekken deelgenomen: ‘Only when we spoke of Nixon and Watergate (...) but two ladies spoke all the time.’ Zij had slecht geslapen omdat zij wilde nagaan of zij niets voor haar ontvangst ter ere van Tissa Wijeyeratne was vergeten. Tissa wordt minister van Buitenlandse Zaken van Sri Lanka en is teruggeroepen. Kartika was niet meegekomen. Ze had mij gezegd nog veel ‘pour le grand diner de Maman’ te moeten doen. De ambassadeur van Marokko had afgezegd. Er kwamen tien ambassadeurs. Ook mevrouw Bentink had in twee telegrammen vanuit Londen afgezegd. ‘Casper and Pauline are all right, they are beautiful, but what am I going to do with Jochems?’ vroeg ze. ‘You invited him.’ ‘I have only 50 plates and now 60 guests,’ zei ze bezorgd. Herbert Jochems viel in het niet tijdens de lunch in de hoek waar hij zat. Hij had een taperecorder meegebracht, want hij had Dewi vogelgeluiden willen laten horen. Moet je net Dewi | |
[pagina 252]
| |
hebben aan de vooravond van haar ontvangst. Hij vroeg me: ‘Je bent een beetje verkikkerd op Casper. Vind je het dan niet vervelend met Pauline?’ Ik probeerde uit te leggen hoe ik tegenover Casper stond, maar ik maakte me geen enkele illusie dat hij dit begreep. Ik zei gisteravond tijdens het eten, waar iedereen bij was, tegen Casper: ‘Misschien zie ik je minder wanneer je weer bij Pauline bent, maar dat heeft mijn voorkeur.’ Ik vind haar super en buitengewoon goed bij Casper passen. Wanneer hij haar uiteindelijk niet krijgt, is dat zijn eigen schuld. Casper houdt overigens iedere keer zijn hart vast wanneer ik iets zeg. ‘Did Tissa stay in your house?’ vroeg Dewi. ‘Yes, and in the morning he walked into our bedroom,’ waar ik met Casper sliep. Hij schrok zich een ongeluk met het oog op Pauline. Dat is echter bij haar overbodig, want ik denk dat zij precies begrijpt dat we intieme vrienden zijn, no more nor less. Op Dewi's party nam Tissa me direct apart. Hij had, na door de assistente van Wim Kamerman en enkele andere studenten na het gesprek in Rotterdam naar het hotel te zijn begeleid, zeer duidelijk zijn kamernummer uitgesproken hopende dat de assistente hem later met haar gezelschap zou komen vergasten. ‘After looking in exasperation out of the window if she would come I finally went to bed,’ aldus de ambassadeur. Zijn vrouw leek me een Indo-Ceylonese. Zij vroeg of ik haar schilderijententoonstelling eind april in Neuilly wilde bezoeken. Tissa vertelde verder een gesprek met H.M. koningin Juliana te hebben gevoerd tijdens de begrafenisplechtigheid voor George Pompidou. Tijdens de receptie op het Elysées had hij gezegd: ‘I was the last three days in your country, Your Majesty.’ Juliana vroeg met welk doel hij was gekomen. ‘I went to address students in Amsterdam and Rotterdam, and I stayed with a delightful Dutchman, Willem Oltmans, a journalist, and an expert on Indonesia.’ Wat niet uit de verf kwam was hoe hare majesteit hierop had gereageerd, or if she reacted at all. Toch prima public relations van die lieve Tissa. Casper en Pauline arriveerden voor de party op één fiets, Pauline achterop in a cute black and white dress. Tissa vroeg haar: ‘What is your name? So that is the name of the mysterious lady I heard Casper call once or twice in his dreams at Amerbos!’ Toen de zuster van de koning van Maleisië binnenkwam, stelde Tissa haar aan ons voor met de woorden: ‘She is a real bloody princess!’ Hij gaf haar een zoen. De prinses zei: ‘Tissa once asked me to come to Sri Lanka. I asked him “what for?” and he said, to chop your lovely head off.’ | |
[pagina 253]
| |
Narasimhan van de vn arriveerde in gezelschap van de Maharani van Baroda. Hij stelde haar aan ons voor. Zij gedroeg zich quasi arrogant. Ik bedankte hem nog eens voor het interview voor deel II van Grenzen aan de groei. De ambassadeurs van de Filippijnen, Bangla Desh, Turkije en Maleisië arriveerden en veel andere gasten. Dewi was in een strikingly beautiful red dress maar was bijna voortdurend onvindbaar. Zij scheen te willen toezien op wat er in de keuken gebeurde. Dus iedereen stelde zichzelf voor. Ik ontmoette een diplomaat, vroeger verbonden aan de staf van ambassadeur Philip Young van de vs in Den Haag, die andermaal bij hoog en bij laag beweerde dat Washington nooit steun voor Nieuw-Guinea had toegezegd, zoals Luns steeds beweerde. Tenslotte arriveerde ook Herbert Jochems. Ik vond dat hij er vrij shabby uitzag. De ambassadeur van de Filippijnen nodigde hem uit om vogels te komen kijken in zijn land, maar Herbert vergat of vermeed hem zijn kaartje te geven. Tissa plaatste Casper bij de Maharani van Baroda om zelf met Pauline enige tijd aan de haal te kunnen gaan. Zij was ongewoon populair bij iedereen. Toch merkte Tissa later op: ‘How nice it could have been to be here with you, Casper, Pauline and Dewi alone...’ Uit mijn hart gegrepen. Ik mag die man erg graag. Ik ontmoette ook François Chauvel en zijn vrouw. Mijn oude vriendin Pat Chauvel is met een movie director getrouwd en heeft drie kinderen.Ga naar voetnoot351 Oud-ambassadeur Jean Chauvel schrijft een analytisch werk over Charles de Gaulle. François was overigens ouder geworden en zag er slecht uit. Hij moet aanzienlijk jonger zijn dan ik. Om 22.15 uur had ik er genoeg van en wilde weg. Casper wou geloof ik blijven, maar ik nam hem, Pauline en Jochems mee. We gingen naar de Bar des Théâtres. Jochems, die razend was dat ik er een eind aan had gemaakt, zei al bij voorbaat geen geld bij zich te hebben. ‘Nee, ik trakteer,’ zei ik. We zijn blijven dineren. | |
8 april 1974Op de voorpagina van de Sunday Express van gisteren werd weer op vervelende wijze een interview met Dewi aangekondigd. Als zij iets niet is dan is het the goddess of jewels. Zij spreekt nog wel over Francisco Paesa als haar toekomstige man, maar het is weer helemaal een playgirl-achtig verhaal geworden waar niemand meer de schurft aan heeft dan Francisco. | |
[pagina 254]
| |
Ik telefoneerde mam. Broer Theo had nieuwe aanwijzingen doorgebeld hoe men het beste van Parijs naar Lugano kon komen. Zij vroeg: ‘Is alles goed gegaan met Dewi? Is zij in een acceptabel humeur gebleven?’ Mam kent haar pappenheimers langzamerhand. Casper kwam vertellen dat hij op Pauline permanent was afgeknapt. Ik vrees dat hij zijn zin(nen) niet heeft gekregen (kunnen botvieren). Daar is hij gepikeerd over. Zijn mannelijkheid kreeg een knauw. Maar na uitgeraasd te zijn zegt hij ook wel weer: ‘Ik heb het dom aangepakt.’ Dat kan je wel zeggen. Ik zag het voor mijn ogen gebeuren. Reculer pour mieux sauter is niet in Caspers tactieken opgenomen. Eigenlijk passen die twee uitstekend bij elkaar, maar Pauline wil geen seksobject zijn. Casper behandelt haar op dat punt te veel als andere one night stands, dat is de essentie van hun kortsluiting. Casper kwam om 06.45 uur naar Hotel Vendôme. We vertrokken volgens plan om 07.00 uur richting Dijon, Dole, Nyon. Het was prachtig weer en een schitterende rit. Bomen, bergen, koolzaad in bloei, beautiful. Mijn gedachten waren veel bij Peter. Tegen één uur waren we in Genève. We stopten voor de flat van ambassadeur Hernán Santa Cruz van Chili. Op het moment dat ik wilde uitstappen om een boodschap voor hem achter te laten zag ik tussen mijn stoel en de schakelkast mijn portefeuille met een dijk aan bankbiljetten erin. Als in een flits stak ik die bij me omdat Casper in de auto achterbleef. Hoe komt het dat deze gedachte bij Peter, Frits, Erik, Loet of Richard niet zou zijn opgekomen en bij hem wel? Ik heb er geen antwoord op. Ik weet dat ik er geen enkele reden toe had en dit te vermelden hogelijk unfair is, zelfs zeer onrechtvaardig tegenover de guy van wie ik voorgeef zoveel te houden.Ga naar voetnoot352 Was het omdat ik weet dat hijzelf vrijwel geen geld heeft? Deze handelswijze van vandaag tegenover Casper zal op een dag a dark blot op mijn eigen karakter werpen vanwege het hebben van dergelijke achterdochtige gedachten met betrekking tot een vriend. Vanwaar die vrees om bestolen te worden, terwijl ik zelf, als kind en later als jongeman tot ik naar Nijen- | |
[pagina 255]
| |
rode ging, geld uit de brandkast van mijn ouders gapte? Wat is dit allemaal diep weggedrukt in mijn herinnering. We weten wat onze slechtste daden zijn geweest, daar willen we het minste aan terugdenken.Ga naar voetnoot353 Dewi vindt Herbert Jochems ‘an old bore’, wat hij ook wel enigszins is. Hij gedraagt zich in ieder geval als een verwend kind at times. Ik vroeg of hij haar nu zijn in Italië uitgegeven boek met reproducties had gegeven. Met boerenslimheid antwoordde hij: ‘Ik wil nog een pijl op mijn boog hebben.’ Ik vertelde Dewi dat Jochems me geld had gegeven (het was 4.000 gulden, maar om haar niet nodeloos op te winden zei ik 1.000 gulden) om naar Parijs te kunnen gaan en hun ontmoeting te kunnen regelen. Toch heb ik het gevoel precies één concessie te veel te hebben gedaan. Dewi las het artikel in de Sunday Express regel voor regel en was woedend over de uitdrukking prize pussy-cat. Ook werd benadrukt dat zij Bapaks derde vrouw was geweest. Zij wilde Roderick Mann meteen in Londen opbellen, wat ik haar met kracht afraadde. ‘It won't change the story; neither will you change this reporter. It's too much honour for him if you call now. You are only relieving your anger at your own expense.’ Het zou me niets verwonderen wanneer zij toch heeft gebeld. | |
10 april 1974Lugano, Hôtel Olivella au LacPlezierige dagen met broer Theo en Nellie. Theo en Casper kunnen het prima met elkaar vinden, zoals Theo en Erik van der Leeden, al geloof ik dat Frits van Eeden zijn favoriet onder mijn vrienden is. Casper schijnt Theo ook te mogen, die zich pro-vvd uitliet. Ook vindt Theo Casper veel rustiger dan mij. Anthony Lewis verwoordt eigenlijk nauwgezet mijn eigen gevoelens ten aanzien van Nixon en Kissinger. Henry Kissinger is een tot Amerikaan genaturaliseerde Duitser, met nog steeds een kwalijke invloed heeft in Washington. Kissingers programmering heeft helemaal niets te maken met het fundament van de Amerikaanse collectieve psyche.Ga naar voetnoot354 Kissinger scheen senator Edward Kennedy ‘a remarkably candid’ brief te hebben geschreven. Washington financiert minstens 80 percent van alle uitgaven van de zogenaamde Zuid-Vietnamese regering en levert nog altijd gigantische oorlogsvoorraden aan het Zuid-Vietnamese leger. Nu is het al 1974. Lewis eindigt aldus: ‘That | |
[pagina 256]
| |
is why, despite his other accomplishments, some of us believe that Kissinger will go down in history as a cynical and murderous betrayer of American idealism...’Ga naar voetnoot355 Jarenlang volg ik Lewis' schrifturen. Ik zou de man wel eens willen vragen: ‘Wat denkt u bereikt te hebben met uw artikelen tegen de oorlog in Vietnam over de laatste 12 jaar?’ Ik zag tot mijn plezier dat dr. Margaret Mead (72) in een toespraak tot het Barnard-Columbia Alumni Social Committee heeft gezegd: ‘Male friendships are moving into a period where men are permitted to enjoy each other's company. The past society was very destructive to any male friendship. It was always expressed by that terrible bang on the back...Ga naar voetnoot356 ‘By using the mechanism of projection, a boy may seek in relation with other boys, an idealized image of himself’ - Sigmund Freud. ‘He then loves other boys, as he would have wanted his mother or father to love him.’ - Sigmund Freud.’Ga naar voetnoot357 Nooit eerder las ik deze obvious truths die precies van toepassing zijn op mijn relatie met Peter, denk ik. Maar wanneer Freud dan weer laat volgen ‘there are no happy homo-sexuals’ dan vind ik dat nonsens. Gaf Nellie een sjaal van Dior en zorgde namens mam voor een hortensia voor de trouwdag van mijn jongste broer. Telefoneerde mam in Bilthoven, die alles wilde weten, waar we logeerden, details. Eerst schrok ik omdat ik veronderstelde dat haar stem verdrietig was, maar she was fine. ‘Drive carefully,’ zei ze. Theo adviseerde Amerbos te verhuren, de hypotheek te verhogen en een woning in de vs te kopen, waar ik tenslotte sinds 1958 woonachtig ben. ‘Je houdt er nog op over ook.’ Ik legde uit iets met Francisco Paesa in de ussr te willen gaan doen. ‘Ik hoop voor je dat het lukt,’ zei hij. Zij hebben een aardige flat, een beetje buiten Lugano. | |
[pagina 257]
| |
Gvishiani denken, die ook van alles afspreekt en toezegt en dan volgen telexboodschappen, die alles weer veranderen. We hebben deze dagen veel met Theo gesproken. Hij maakt soms outrageous statements. Het blijft echter allemaal aan de oppervlakte, dicht bij de werkelijkheid zoals dit heet, maar gaat nooit naar de kern, met een groot woord, the mystery of life. Volgens hem blijft alles terra incognita. We beschikken niet over de middelen om het mysterie op te lossen, zelfs niet een tip van de sluier, dus waarom je met dergelijke vragen bezighouden? Ik ben me hier volledig van bewust, maar je kunt hierom toch niet bij de pakken gaan neerzitten en om die reden er helemaal niets aan doen? Ik wil me in ieder geval zoveel mogelijk in mechanismen als denken, voelen en handelen verdiepen en proberen nieuwe mogelijkheden van hanteren te ontdekken. Casper ligt dicht bij Theo op dit punt. Hij illustreert voortdurend dat hij niet bepaald diep doordenkt. Hij vond Theo zeer aardig: ‘En soms is hij geestiger dan jij,’ zei hij. Ik denk daarentegen dat wat Casper als geestig ervaart meer in het straatje van Theo past dan dat van mij. Maar dit soort opmerkingen doet me verder van Casper wegschuiven. Het is unfair om vergelijkingen met Peter te trekken die als Jonathan Raymond minder tangoot met Theo, maar met wie ik me (als met Jonathan) eigenlijk closer voel. Ik heb op tal van terreinen eigenlijk weinig in common met Casper en dat zal wel altijd zo blijven. | |
13 april 1974AmerbosNadat Francisco Paesa zich niet aan onze ontmoeting had gehouden en gewoon was weggebleven uit Genève zijn we rechtstreeks naar huis gereden. Tante Jetty had een attackje gehad en kon één arm niet bewegen. Mam had al gehoopt dat ik eerder terug zou komen. Behalve haar eigen honden waren beide honden van tante Jetty nu ook in Bilthoven wat een ramp was, omdat ze elkaar aanvliegen en mam daar extra last van heeft. Bij thuiskomst lag er een lieve brief van Peter vlak voor vertrek naar New York geschreven. Hij was in Oostelbeers bij Philip Nasta geweest, wat minder prettig was afgelopen. Hij schreef: ‘Je bent eigenlijk al jaren bezig me op een zeer uitgekookte wijze en zeer subtiel een drug toe te dienen, die me steeds meer vervreemdt van al die klootzakken, die bij bossen zijn op te rapen. Heel geraffineerd werk eigenlijk. Als het zo doorgaat komt het er op den duur op neer dat ik alleen maar met jou kan omgaan (beangstigend). Ben ook, vooral dankzij jou, in een uit- | |
[pagina 258]
| |
stekende stemming en vraag me af hoe alles zal verlopen.’ Hij komt op 30 april in Luxemburg aan. Prins Bernhard heeft in De Telegraaf een verklaring afgelegd over zijn werk voor het Wereld Natuur Fonds. ‘Als men mij vraagt waarom ik mij zo druk maak om dieren en niet om mensen zeg ik altijd: mensen kunnen zichzelf helpen, dieren niet. Als een diersoort uitsterft, komt die nooit meer terug.’ Laten we maar niet de vraag stellen hoeveel dieren prins Bernhard in zijn leven voor hun raap heeft gepaft, die zichzelf uitstekend verder hadden kunnen helpen wanneer ze met rust waren gelaten. Die ‘liefde’ voor dieren all of a sudden blijf ik verdacht vinden.Ga naar voetnoot358 Le Monde meldt intussen dat de Bilderberggroep van Bernhard van 19 tot 21 april in Hotel du Mont d'Arbois in Megève bijeen zal komen. Ook die fijne meneer Henry Kissinger zal eraan deelnemen. Aurelio Peccei moedigde me aan de Nigeriaan dr. T.A. Lambo, verbonden aan de who in Genève, in mijn nieuwe serie op te nemen. Maar wanneer ik dan lees, wat die uitkraamt zet ik daar toch vraagtekens bij. ‘There is no doubt,’ aldus dr. Lambo, ‘that some of these so-called witch-doctors, whom I would prefer to call traditional healers, are as valuable in Africa as psycho-therapists or psychiatrists in the Western world. There is no such thing as one medicine.’Ga naar voetnoot359 Houari Boumedienne, president van Algerije, heeft een bezoek aan Richard Nixon op het Witte Huis gebracht. Hij bracht het standpunt van de niet-gebonden landen over, vooral ten aanzien van pogingen van Amerika ‘to build a structure of peace in the world and a stable economic order.’ Volgens de upi voelde Nixon zich steeds minder op zijn gemak onder het spervuur van pijlen die de Algerijn op de Amerikaanse politiek afvuurde. Daarna reisde de Algerijnse president regelrecht van Washington naar Fidel Castro in Havana. Bung Karno was de eerste non-aligned leader die dit in 1961 deed na een bezoek aan jfk. Dit is hem nooit vergeven in Washington. Lunchte bij mam in de tuin. Bleef de hele dag lezen. We dineerden in Lage Vuursche. Toen ik naar Amsterdam wilde terugrijden, zei ze: ‘Deze dag was alsof ik bij jou heb gelogeerd. Bedankt voor je gezelschap.’ Ik ging door de grond, toen zij dit zei. Ik had inderdaad non-stop vijf uren in de tuin zitten lezen, maar ik vond het een oase van rust en heerlijk om er te zijn. Piet Piryns publiceerde een voortreffelijk artikel over de schurk | |
[pagina 259]
| |
Mobutu in Vrij Nederland.Ga naar voetnoot360 De Belgen maken in Congo eenzelfde soort situatie mee als wij in het oude Indië met door de cia in het zadel geholpen (en gehouden) moordenaars als Suharto en Mobutu. Daarom ben ik er dus faliekant tegen dat prins Bernhard met deze basterds gezien wordt. Maar hier kraait er vrijwel geen haan naar. Een voorbeeld: ‘In 1970 kondigde Mobutu een amnestie aan voor politieke tegenstanders, dus ook rebellenleider Pierre Mulele die in Congo Brazzaville verbleef. Hij mocht naar zijn vaderland terugkeren. Er zou hem geen haar worden gekrenkt. Mulele werd door de minister van Buitenlandse Zaken Justin Bomboko met het persoonlijk jacht van Mobutu afgehaald. Hij werd echter op bevel van Mobutu bij aankomst gearresteerd, gefolterd en vermoord.’ vn onderstreept dat Mobutu aan Pierre Mulele ‘zijn erewoord als officier’ had gegeven. Ik schreef Rinus Ferdinandusse maar weer eens een briefje dat ik niet begreep dat als vn op een dergelijke wijze de puntjes op de i zet ten aanzien van de smeerlap Mobutu, waarom doen ze er dan het zwijgen toe wanneer prins Bernhard in een regeringsvliegtuig zijn gouden olifantjes in Kinsjasa gaat uitdelen.Ga naar voetnoot361 In de London ObserverGa naar voetnoot362 heb ik een pagina over de zwarte gevangenen op Robben Eiland bij Kaapstad gelezen, geschreven door Mary Benson. Nelson Mandela (56) is de bekendste gevangene van een groep van veertig. Verder zitten er Walter Sisulu, Govan Mbeki en anderen. Sommige gevangenen krijgen helemaal geen post of bezoek, anderen slechts incidenteel. In totaal verblijven vierhonderd gevangenen op het eiland, tweehonderd ervan zijn criminelen. Mandela werd betrapt op het feit dat hij in het bezit was van een krant... Zijn vrouw Winnie heeft hem kunnen bezoeken. Het artikel luidt: the island where men are broken.Ga naar voetnoot363 Ik schreef de Zuid-Afrikaanse ambassadeur onder meer: ‘Ik behoor niet tot degenen die a priori tegen Zuid-Afrika zijn op basis van zeer onvolledige informatie over toestanden in uw land,’ waarna ik vertelde dat mijn ouders er tien jaar hebben gewoond, mijn jongste broer Zuid-Afrikaan is geworden en broer Hendrik ook al sedert 1950 in Kaapstad verblijft. ‘Maar wat deze reportage beschrijft tart iedere beschrijving. Ik begrijp niet dat dergelijke toestanden in de beschaafde wereld van van- | |
[pagina 260]
| |
daag worden toegelaten. Ik ben er diep door ontdaan.’ Ik heb om commentaar gevraagd. Amerika levert voor een miljard aan wapens aan Saoedi-Arabië. Moskou levert voor vijf miljard aan Syrië. Waarvoor? Ze willen allemaal verdienen aan oorlogstuig dat je eigenlijk in alle redelijkheid niet meer kunt inzetten. Komt er toch oorlog? | |
15 april 1974De lucht is betrokken, wat me tenminste bij mijn typemachine doet blijven. Wat moeten we toch met een tweede paasdag? Het is een verschrikking. Ben in gedachten bij Peter in New York en ook wel bij Casper. Jan Cremer belde. Hij wil in Canada gaan wonen en vroeg om adressen. Ergens is hij een loyale, fidele kerel. Times' commentator Arthur Krock is overleden. Ik vraag me af hoe het gesprek zal verlopen wanneer hij Bung Karno in de hemel tegen zal komen. Krock bekeek de wereld door de bril van een slecht geïnformeerde conservatief. Heb in het verleden wel eens met hem gecorrespondeerd. Hij is 86 jaar geworden. In zijn memoiresGa naar voetnoot364 bestond hij het om de Nieuw-Guinea-kwestie voor te stellen alsof het om pure militaire chantage van Bung Karno ging in strijd met het Handvest van de vn. Hij vond dat zowel Luns als Van Roijen het bij rechte eind hadden, terwijl iedereen, die enigszins naar behoren over dat fiasco is geïnformeerd, zich niet zal haasten de kant van de architecten van deze ramp te kiezen. Krock herhaalt deze onzin een tweede maal op pagina 410. Toch staat zo'n boek tot in lengte van dagen in bibliotheken. Hoe ontwart men in de 21ste eeuw hoe het werkelijk is gegaan? | |
16 april 1974Er schijnen door de boekhandels negenhonderd exemplaren van Den Vaderland Getrouwe bij Bruna te zijn geretourneerd. Tot dusver werden er maar 5.000 exemplaren verkocht. Had Henk Hofland er maar eens in positieve zin over geschreven. Zijn Tegels Lichten - met nog geen honderdste aan informatie in vergelijking met mijn boek - is immers een bestseller? Een recommandatie van hem zou wonderen hebben gedaan. Hij piekerde er niet over, vriend die hij was, om mijn boek aan te bevelen. Vandaag heb ik het grootste deel van de dag bij mam in de tuin gelezen en gewerkt. Wanneer zal aan dergelijke ontspannen en | |
[pagina 261]
| |
prachtige dagen bij haar een onverbiddelijk einde komen?Ga naar voetnoot365 Ik keek steeds weer naar mams gezicht dat nu zoveel rimpels en plooien heeft gekregen. Er is absoluut niets aan te doen. Het is de loop van ieders lot. We dineerden in Soesterberg. Haar eetlust was weer super. Ze zei 11.000 gulden opzij te hebben gezet niet wetende of de Kinineaandelen dit jaar dividend zouden uitkeren. | |
17 april 1974Max van der Stoel gaat een officieel bezoek aan Moskou brengen. Ik wil mee. Vladimir Opalev, persattaché van de sovjetambassade belde op om te waarschuwen dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de lijst van met Van der Stoel meereizende journalisten heeft gesloten. Ik kan nu al niet meer officieel mee. Klaas Jan Hindriks van de nos bleef vaag toen ik hem direct opbelde. Ik belde Kees Buurman die antwoordde: ‘Ik denk dat er nog mensen uit de Luns-periode op Buitenlandse Zaken zitten die jou niet mee willen hebben.’ Ik hoorde mezelf bij het ophangen van de telefoon roepen: ‘Peter, ik ga met jou mee naar New York: to hell with the basterds.’ Ze leren je in Den Haag met verve de nomenclatura te gaan haten en minachten. Trouwens Buurman en Hindriks spelen onder één hoedje met Buitenlandse Zaken. Mijn reis naar Moskou wordt op die manier onmogelijk. Dat fijne portret, collega Sal Tas, meldt in Accent dat het moeilijk is mij au sérieux te nemen, maar dat hij me geen leed heeft willen berokkenen door te schrijven dat ik tot de ‘journalistieke onderwereld’ behoorde. ‘Het kost me niet de minste moeite de heer Oltmans te verzekeren dat ik hem niet tot de misdadigerswereld maar tot het rijk der schimmige figuren reken, waarvan men niet weet waar ze vandaan komen, waar ze naartoe willen, wat hen beweegt en wie achter hen staan. En daarom blijf ik het een publiek schandaal vinden dat een publiek orgaan als de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken op grond van beschuldigingen van zo'n schimmige figuur een onderzoek wil doen naar de gedragingen van een tenslotte serieuze politicus als Luns.’Ga naar voetnoot366 Organiseerde in een restaurant in Hilversum een ontmoeting tussen Vladimir Kouznetsov van de sovjetambassade en Almar Tjepkema en Klaas Jan Hindriks van de nos om televisie-coverage voor de reis van Max van der Stoel te bespreken. Beide nos-heren droegen kostuums. Kouznetsov arriveerde stipt op tijd. | |
[pagina 262]
| |
Kouznetsov wilde weten of Max van der Stoel, wanneer hij Leonid Brezhnev ontmoette, zou komen als minister van Buitenlandse Zaken of als hoofd van de naar Moskou reizende pvda-delegatie. Klaas Jan besloot snel naar Buitenlandse Zaken te bellen. Hij zou Van der Stoel om 17.00 uur zelf ontmoeten. Kouznetsov adviseerde hen om de nos een televisiegesprek met Andrei Gromyko te laten aanvragen. De ambassade ondersteunde een dergelijk verzoek. Kouznetsov zei een rol te zullen spelen bij het opstellen van het desbetreffende telegram. De minister was op de terugweg uit New York in Warschau uitgestapt, dus een onmiddellijk antwoord was niet mogelijk. In het voorbijgaan noemde ik Harm van Riel (vvd) een idioot, waarop Kouznetsov inviel en zei: ‘Ik heb enkele uren met hem gesproken. Hij heeft duidelijke ideeën.’ Toen ik me daarop liet ontvallen dat eigenlijk de vvd de meeste contacten met zijn ambassade had - zoals hij me zelf had gezegd - ontkende hij dit nu in het bijzijn van mijn collega's. In het begin van ons gesprek zei hij nog iets opmerkelijks: ‘Ik ben naar Nederland gezonden als cultureel attaché, maar ik ben verplaatst naar politieke zaken. Ik vraag me af wat onze vriend - hij wees op mij - hiermee van doen heeft gehad.’ Ik wist niet wat ik hoorde maar besloot het te negeren. De hemel mag weten wat hij kan hebben bedoeld. Klaas Jan hield een effectief pleidooi ten gunste van een televisiegesprek met Gromyko, ook om betrekkingen over de hele linie te helpen verbeteren, waarop Kouznetsov antwoordde: ‘Be careful: protect yourself first, think of yourself.’ Klaas Jan hield voet bij stuk. Kouznetsov adviseerde me dat ik van Buitenlandse Zaken zou moeten eisen met de andere journalisten mee te kunnen reizen in het toestel van Max van der Stoel. ‘That is in the interest of your prestige as a journalist,’ zei hij. ‘If it gives them pleasure to exclude me, let them have the fun,’ antwoordde ik. Toch bleef Kouznetsov volhouden dat het beter zou zijn wanneer ik met het officiële toestel zou reizen. Klaas Jan zei, na een telefoongesprek met Buitenlandse Zaken, dat hij wel de helft van mijn vliegticket wilde betalen, als zijn medewerker in Moskou, maar dat Kees Buurman van nos-radio ‘maar de andere helft’ moest verrekenen.Ga naar voetnoot367 Ik zat tegenover Tjepkema aan tafel, die nog even vertelde dat Harry Hagedorn en Henk Suèr samen Ton Neelissen buiten schot houden als hoofd documentaires en geen documentaires laten maken. Wat is het toch een smerige troep bij de nos. | |
[pagina 263]
| |
Want het is duidelijk dat Neelissen uit hoofde van zijn functie mee naar Moskou zou moeten. Bij het scheiden van onze wegen voor het restaurant liet Klaas Jan zich nog even ontvallen: ‘Toch ben je een schat, ik houd van je.’ Waar had ik dat eerder gehoord: Joop van Tijn! Na overleg met Kouznetsov heb ik Martin van Doorne van daf nu rechtstreeks per brief erop gewezen dat hij niet langer moet dralen, het is nu of nooit. ‘Men is in Moskou evenals op de ambassade in Den Haag zich terdege bewust van beperkte mogelijkheden voor daf. Toch is men van plan overleg te plegen in verband met het gigantische Kama-industriecomplex aan de Wolga. Voor een groot aantal onderdelen van dit project werden reeds belangrijke contracten, voornamelijk met Amerikaanse bedrijven, afgesloten. Maar er zijn een aantal andere onderdelen waarvoor men nog steeds contacten in het Westen legt op basis van afzonderlijke deelcontracten.’ Ik maakte verder duidelijk dat de politiek adviseur van ambassadeur Romanov, Kouznetsov, al enige tijd had opgemerkt met daf een gesprek te willen openen en dat Theo Schaapveld eerst een verkennende ontmoeting met hem zou moeten hebben.Ga naar voetnoot368 Terwijl Buitenlandse Zaken Opalev meedeelde dat het toestel van Van der Stoel vol was en Opalev mij dit doorbelde, vertelde Kouznetsov me intussen dat er plenty plaats was om mee te reizen. Toen ik Klaas Jan vroeg waarom hij niet op eigen houtje met Kouznetsov was gaan lunchen, antwoordde hij: ‘Jij kent de man uitstekend, via jou wordt het een andere zaak.’ Mam is in de zevende hemel. Zij ontving een telegram van broer Hendrik uit Kaapstad dat hij op 27 april in Bilthoven arriveert. Mam was er overigens nogal van geschrokken, speciaal omdat tante Jetty in de Ursula kliniek in Wassenaar is. ‘Ik ben nogal uit mijn doentje,’ zei ze. We lunchten in de tuin. Ze liep langzaam. Ze was erg moe. Zij genoot van het lijsternest bij de eetkamer waar de eitjes waren uitgekomen. De ouders vlogen af en aan. André Spoor liet vijfenzeventig gulden overmaken voor de primeur aangaande de komst van generaal Juwono Sutopo naar Den Haag en ‘vergat’ de primeur over het befaamde Javaanse boek dat mevrouw Suharto laat verslonzen. Professor Utrecht schrijft dat hij door de regering van Maleisië het land wordt uitgegooid.Ga naar voetnoot369 Daar zit Jakarta natuurlijk achter. Hij was van 13 tot 30 maart naar een conferentie in Australië geweest en was een van de hoofdsprekers in Sydney op een | |
[pagina 264]
| |
congres. Ook was hij in de kranten, en op radio en televisie voor het voetlicht getreden wat in Indonesië ‘onrust’ zou hebben veroorzaakt. Hij schrijft dat Jakarta zelfs had gedreigd om alle Indonesische professoren in Maleisië (in totaal 150) te zullen terughalen indien Utrecht niet zou worden uitgewezen. Hij laat een rechtsprocedure tegen die uitwijzing instellen, want op 15 april moest hij er eigenlijk uit. Hij schrijft met name in Engeland een campagne tegen Suharto en zijn generaals te willen beginnen. Dewi Sukarno belde om te zeggen dat Francisco Paesa haar ook wel eens behandelde zoals hij bij mij had gedaan toen hij me voor een dichte deur in Gland had laten staan. Ze had zijn zuster in Madrid gebeld om informatie, maar die loog er ook op los. Dewi zei tegen mij: ‘I am very close to you...’ | |
19 april 1974Vanmorgen om 08.15 uur telefoneerde de heer Opalev dat alles was geregeld. Ik zou tezelfdertijd als Max van der Stoel in Moskou zijn. Bezocht tante Jetty in de Ursula kliniek, gaf haar twee orchideeën namens mam. Het ging wat beter met haar. Zij had blijkbaar haar hoofd gestoten in haar huis in Wassenaar en was pas 16 uur later door de hulp in de huishouding gevonden. Dewi vertelde dat mevrouw Subandrio op 15 april was overleden na een niersteenaanval. Subandrio mocht drie dagen uit de gevangenis komen om bij haar te zijn. Wat een drama. Zijn zoon, die prachtig piano speelde en gay was, was vorig jaar aan een hartaanval overleden. Het was hun enige zoon. Ik sprak met dr. Go Gien Tjwan of we niet iets moesten doen om Subandrio vrij te krijgen, ook al heb ik hem altijd als een rotvent ervaren. Go vertelde en passant dat er gisteren in de Volkskrant een stukje had gestaan over stuntmakers op Nijenrode ter gelegenheid van verkiezingen voor een nieuw studentenbestuur. Hierover doorkletsende schreef het ochtendblad: ‘Het Nijenrode Instituut leverde zelfs in de persoon van de journalist Willem Oltmans één van Neerlands bekendste stuntmakers af...’ Waarom schrijven ze zulke onzin? Haalde mijn visum af en sprak nog even met consul M.H. Nefedov. Voor deze post, had hij in Jakarta gezeten. Hij had er dikwijls gehoord dat ik een troublemaker was. Geen wonder, hij diende er in de Suharto-jaren. ‘Why do I never make troubles in Moscow? vroeg ik. ‘It would not be possible to make trouble there,’ was zijn antwoord. Kouznetsov deed wat koel. Ik had namelijk niet gewe- | |
[pagina 265]
| |
ten dat Tjepkema altijd een visum werd geweigerd voor Moskou en nu slipte hij via de lunch met Klaas Jan Hindriks, Kouznetsov en mij toch naar binnen en bovendien in het kielzog van Van der Stoel. Ik heb Kouznetsov schriftelijk meegedeeld dat mij onbekend was dat Tjepkema zijn land niet in mocht. Weet ik wat die man heeft uitgevreten? Kouznetsov zei overigens dat ik dit onderwerp had moeten laten rusten. Hij zei ook op een berispende toon dat ik niet over de bvd moest spreken. Ik herinnerde me dat ik hem had gezegd dat een collega van ons moeilijkheden had gekregen na een ontmoeting met Kouznetsov en door de bvd op het matje was geroepen. Maar zo werk ik niet. Ik doe en zeg wat ik wil, ongeacht wat Kouznetsov vindt. Toen de kudde journalisten die met Van der Stoel zouden meereizen arriveerde, had ik mijn visum al en verdween. Kouznetsov en opalev gingen ook weg. Ze hadden ondertussen hun loopjongens gestuurd om de honneurs waar te nemen. Henk Enkelaar zat als een razende roebels om te rekenen om te becijferen of hij van zijn daggeldje van de nos iets kon overhouden. Klaas Jan had inmiddels met Van der Stoel gesproken over de Brezhnev-ontmoeting en zei: ‘De minister is volkomen eerlijk en oprecht, wat eigenlijk de reden is dat als een direct gevolg de stemming op Buitenlandse Zaken opmerkelijk is veranderd.’ Ben veertig minuten op het strand gaan wandelen als behoefte aan ‘frisse lucht’. Dr. ir. S.H.A. Begemann, de adjunct-wetenschappelijke attaché in Washington, heeft gedonder gekregen. Dat is de rotzak die mijn contacten in Washington bewust versjteerde door klinkklare leugens over mij te verspreiden. De nrc meldt dat hij ontslag wil nemen omdat hij berichten doorzendt voor publicatie door Economische Zaken, die blijkbaar worden genegeerd. Ook een promotie, die hem klaarblijkelijk was beloofd, is op de lange baan geschoven. Boontje komt vroeg of laat om zijn loontje. | |
20 april 1974Woonde gisteravond een ontvangst ten huize van de Indiase zaakgelastigde Tripathi bij. Het was best aardig en misschien zou ik vaker zulke evenementen moeten bijwonen. De heren J.M.M. van der Pluijm en J.A. Baggerman, respectievelijk hoofdredacteur van de Volkskrant en het anp, vertegenwoordigden met mij de persgenodigden. Ze hadden weinig tot de conversatie bij te dragen. Ook Joyce van der Meer was er. Een Indoloog uit Leiden verkondigde: ‘We need to create better | |
[pagina 266]
| |
people - better students, but we are not good enough ourselves to achieve this.’ Volgens hem waren universiteiten centuries behind. ‘Schrijft u erover,’ vroeg ik hem. ‘Dat zou me mijn baan kosten...’ Of Van der Pluijm te diep in het glaasje had gekeken wist ik niet, maar hij noemde mij ‘een van onze belangrijkste journalisten’ en vroeg me hem te tutoyeren. De Volkskrant opende vanmorgen met een vette kop dat de heer Begemann ontslag had genomen. Ik heb de heer Gerald O. Barney in Washington hier maar eens een pittig briefje over geschreven. Hij was het immers die na de kletspraat van Begemann mijn contacten verder bedierf? Op de terugweg uit Den Haag stopte ik bij het Vondelpark en liep tegen het voormalige vriendje van een Braziliaanse danser aan, Egbert, uit Steenwijk. Hij gaf zijn studie tandartsenij op en zit nu met effecten te rommelen. Hij bleek zeer ongelukkig te zijn. Nam hem mee naar Amerbos wat plezierig was. Egbert heeft twee jongere broers, een tweeling van wie een gay schijnt te zijn. Vanmorgen heb ik me eerst naar Bilthoven gehaast om ter ondersteuning bij mam te zijn. We lunchten in Soesterberg, haalden bloemen in Den Dolder en bezochten samen het graf van vader. Terwijl mam in de richting van het graf wandelde en ik een gieter met water vulde, keek ik haar na. Het is al acht jaar geleden dat vader plotseling doodviel en we hem hier begroeven. Ik keek naar mijn moeder met haar spierwitte haar. Zij liep zo langzaam. Zij rangschikte de bloemen zorgvuldig. Ik zette twee rode rozen neer, als altijd. Zij gooide een paar door konijnen gegraven gaten dicht, zoals ik altijd doe, ik nam een dennenappel van het graf mee.Ga naar voetnoot370 | |
21 april 1974SchipholVandaag is vaders sterfdag in 1966. Er staat een Garuda Indonesian Airways vliegtuig met tweemaal kleine blauwe klm-letters. Dit was eigenhandig Emile van Konijnenburgs werk. Wat was de dank van het vaderland ervoor? Nihil! Verguizing! Een onderscheiding voor het handhaven van Indonesisch-Nederlandse vriendschap ging naar de slijmjurk Hans Martino, die zelfs werd beloond met een toppositie bij Philips. Toen ik gisteren van mam afscheid nam vroeg zij mij een brief | |
[pagina 267]
| |
te ondertekenen die bestemd was voor de notaris vanwege de overdracht van 34.680 gulden aan Kinineaandelen (acf) aan mij.Ga naar voetnoot371 Ik wist niet wat ik moest zeggen. Dr. P.J. Willems, professor in de psychologie te Tilburg, heeft in een brief aan minister Van Kemenade zijn hart gelucht over de zorgen die hem kwellen. ‘Over de toekomst van jonge mensen, die momenteel psychologie studeren,’ zoals Peter. Begin 1974 waren 8500 studenten in Nederland voor psychologie ingeschreven. Willems wijst op het levensgrote probleem dat deze jonge mensen na hun doctoraalexamen absoluut niet aan de slag zullen kunnen in het vak waar ze voor zijn opgeleid. In 1980 zullen 6400 psychologen afstuderen. Waar moeten zij naartoe? Ik heb Willems geschreven dat ik hem zou willen bezoeken om na te gaan of we niet een televisieproductie over dit vraagstuk zouden kunnen samenstellen.Ga naar voetnoot372 Ik ben natuurlijk geïnspireerd door Peter, die straks ook met dit probleem zal zitten. Wanneer ik psychologie zou studeren zou dergelijke informatie voldoende zijn om timmerman te worden. Ik stuur deze zaken niet naar New York op, zoals ik eerst van plan was, om Peter niet nog meer te ontmoedigen zijn studie niet voort te zetten. Almar Tjepkema reist met mij naar Moskou. Hij arriveert laat en heeft een kater van een party. Hij draagt een leren pak. Ik lees. Een fascinerend gesprek met de bioloog Nikolaas Tinbergen. ‘We suffer from far too much input,’ verzucht hij, wat wel eens waar zou kunnen zijn. Zeker met de input onder invloed van televisie-‘bombardementen’. Het is inderdaad zo dat een vis met glinsterende schubben op het moment dat hij beweegt zich tot prooi maakt van de vijand. Het geeft me de creeps zoiets te lezen. Klaas Jan Hindriks reist natuurlijk met Max van der Stoel naar Moskou. Hij zei: ‘We moeten in de ussr als een brain-trust samenwerken.’ |
|