Memoires 1973-1974
(2004)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
Moskou3 december 1973Hotel Leningradske (kamer 1105)Werd door Vladimir Molchanov (23) van het vliegveld gehaald. Hij sprak redelijk Nederlands en is een van de zeven studenten die aan Moskou University onze taal studeert. Hij is met een medestudente getrouwd, Consuelo, momenteel op Cuba. Omdat haar vader van Spaanse afkomst is legt zij zich op die taal toe. De vader van Volodja is componist en directeur van het Bolshoi Theater. Hij droeg jeans, die zijn vader onlangs voor hem uit Italië had meegebracht. Volodja is groot, goed gebouwd, heeft een uitstekend gezicht, een zalige bek, mooie tanden, maar toch voor mij niet sexy. Hij heeft een lieve glimlach, die zeker gedeeltelijk echt is. Hij lijkt me gevoelig. Zijn moeder, die kennelijk belangrijk voor hem is, was eens actrice en van adellijke afkomst.Ga naar voetnoot86 Heb tot laat in de avond met hem zitten praten. De Nederlandse ambassade erkent de Nederlands studerende Russen niet en gaat er van uit dat ze allemaal spionnen zijn, vertelde hij. Hij kondigde vrijwel meteen aan dat dr. Jermen GvishianiGa naar voetnoot87 niet in Moskou was en professor Georgii ArbatovGa naar voetnoot88 ziek. De twee belangrijkste contacten waren al meteen buiten gevecht gesteld. De koffiemachine was vanmorgen defect. Volodja vindt dat niet zo vreemd. Tenslotte kon het Westen 250 jaar werken aan de opbouw van de huidige welvaart. Hier zijn ze pas 50 jaar geleden begonnen. Dit hotel is uit veel marmer opgetrokken en eigenlijk een monster van pomposity. Het schijnt na de Tweede Wereldoorlog op bevel van Joseph Stalin te zijn gebouwd. Vanmorgen ontmoette ik professor Moisey Markov (65), een theoretisch natuurkundige. Hij heeft de titel van academicus gekregen en is secretaris van de faculteit der atoomwetenschappen van de Sovjet Academie van Wetenschappen. Een wat oudere, enigszins nerveuze, zeer ernstige man met zachte ogen. | |
[pagina 56]
| |
Hij ontving me in het presidium van de Academie van Wetenschappen, zelfs in het privé-vertrek van de president M.V. Keldysh. Volodja begeleidde me om te tolken. Ik moest onmiddellijk aan de grove Edward Teller in Californië denken en concludeerde ten aanzien van professor Markov: wat een hemelsbreed verschil als mens. Keek de kamer rond. Op het bureau van dr. Keldish, president van de Academy of Sciences of the ussr, stond niet zoals bij ons een toestel met vele lijnen, maar zes afzonderlijke telefoontoestellen. Een was knalrood en dat was de directe Kremlinlijn. Aan een kant stond een conferentietafel met tien of twaalf stoelen. Een zeer bescheiden boekenkast met weinig boeken, waarvan een paar met Franse titels, de rest in het Russisch. Enkele portretten aan de wand en uitgestalde memorabilia zoals Een model van de raket en het wagentje dat naar de maan werd gezonden. Erg, erg sober allemaal. IJskoud. De eigenlijke vertaling van ons gesprek wordt deze morgen door een mij onbekende man uitgevoerd. Ik vroeg me af of hij een veiligheidspolitieman was. Maar Markov was a jewel. Het gesprek dat ik op tape opnam verliep vlot. Hij bleef nerveus en er stonden druppeltjes op zijn gezicht. Ik kreeg hem toch een paar maal aan het lachen waardoor hij zich wat ontspande. Hij droeg een keurig pak, met een enge das en een steentje erop. Zijn mond leek me een ruïne; wat Molière in de Femmes Savantes omschreef als ‘l'ameublement de la bouche’ was een puinhoop. Hij boog bij het afscheid nemen. Toch een alleraardigste man. Ik vroeg hem bijvoorbeeld hoe men ooit het wantrouwen tussen het Westen en de socialistische landen zou kunnen wegnemen.Ga naar voetnoot89 Bij het afscheid citeerde ik Arnold Toynbee die me had gezegd zich zorgen te maken om zijn kleinkinderen. Maar als een historische optimist antwoordde professor Markov: ‘I too have grandchildren, but I do not worry. I am hopeful and optimistic.’ De essentie van zijn denkwereld leek te zijn: ‘Man can solve all problems, no matter what, given time and patience.’ Ik herinnerde hem aan de uitspraak van Alva Myrdal, de Zweedse minister voor Wetenschapsbeleid, en de vrees dat eens dieven of maffiabenden de beschikking zouden kunnen krijgen over nucleair materiaal. Hij lachte luid: ‘That is no problem in our country.’ Ik zette de tape nog even aan om dit opnieuw op te nemen.Ga naar voetnoot90 | |
[pagina 57]
| |
Vanmiddag in een taxi noteerde ik wat er zoal door mijn bol ging. We stopten voor een verkeerslicht. Keek naar het Moskouse publiek. Sommige oudjes zagen er zo cute uit in de kou met hun wollen mutsen en wanten. Mijn gedachten gingen uit naar graven. De koude winter en een graf in de kille aarde. Mijn vader kwam in beeld en how he faded from our lives. De intense treurnis van mam in 1966, toen dit gebeurde en haar vrolijke lach nu. Vervolgens de crematie van Emile van Konijnenburg en de rookpluim opgenomen in het televisieverslag van diens begrafenis. Vervolgens mijn eigen einde en natuurlijk kwam onmiddellijk Peter in mijn brein naar voren. Later: ‘I am grateful to you and you alone, Peter, since you created the most complete light in my life,’ zou ik op een tape gezegd willen hebben wanneer ik zelf in de aarde word opgeborgen. Misschien met pianomuziek door mijzelf gespeeld. Dan zou ik toch ook mijn ouders, de oorsprong van alle leven in me, moeten danken. Zou Peter een boodschap moeten kunnen geven, die hem juist niet verdrietig zou maken, maar hem moed en kracht zou geven om alleen (zonder kloek) verder te gaan. Dit en veel meer dacht ik allemaal in de auto, tot de chauffeur me tot de werkelijkheid terugriep door te vragen waar ik naartoe wilde. Zit in het conservatorium, kan het programma weer niet lezen. Had gehoopt op piano met orkest, maar het is een pianorecital.Ga naar voetnoot91 De jongeman speelt bijna veertig minuten non-stop een razend moeilijk stuk, dat ik niet echt mooi vind. Hij drukte de pedaal voortdurend tot op de plank in, niet verfijnd of poëtisch. Poor chap, because he must have worked his ass off on this piece. Norbert Wiener formuleert feedback - wat ik niet in mijn dictionaires kan vinden - schitterend. ‘Feedback is control of a machine on the basis of its actual performance rather than its expected performance.’Ga naar voetnoot92 Heerlijk om stiekem wat te lezen, terwijl ik zit te luisteren. Margaret Mead wees me al op het belang van Wiener. Na al het gebonk op de arme Steinway - hij speelde geen fortissimo, hij sloeg gewoon door - kwam een pianostemmer binnenhollen om de zaak na te kijken. Vervolgens Ravel. Een encore werd een zodanig denderstuk dat ik geparalyseerd in mijn stoel zat. Daarna een tweede encore, Debussy. Ook niet echt mooi. De oude baas in de vestiaire was er nog. | |
[pagina 58]
| |
Ik wandelde naar het Karl Marx-metrostation. Ik nam warempel de juiste trein naar hotel Leningradske. Het kostte vijf kopeke. Ideaal. Nu weet ik hoe ook ik heen en weer naar de stad moet. Dacht intens aan Peter en wenste dat we hier samen wandelden. Zond hem een kaart, maar zal ook een brief schrijven. Er wordt in het restaurant gedanst met een verschrikkelijk café-chantantbandje, helemaal van voor 10 mei 1940. Een neger probeert een blondine te versieren. Reizen betekent er voortdurend aan herinnerd worden dat mensen snurken (vanavond tijdens het concert), en dat ze stinken (ook tijdens het concert). Ik begrijp best waarom ik nooit meer naar concerten ga. Mensen kunnen niet echt stil zijn. Ik heb mijn huis en mijn platen. Dat is voldoende. ‘Sooner or later we shall die,’ schrijft Wiener, ‘and it is highly probable, that the whole universe around us will die the heat-death, in which the world shall be reduced to one vast temperature equilibrium in which nothing really new ever happens. There will be nothing left but a drab uniformity out of which we can expect only minor and insignificant local fluctuations.’ Een corpulente heer met een leren arm swingt met een jonge vrouw. De neger heeft nu de blondine aan zijn tafel gemanoeuvreerd. Dit restaurant is een dok voor hetero's. Wat is er anders 's avonds in Moskou te beleven? India zit dikwijls zonder elektriciteit, daar gaan ze uit ellende maar naar bed. | |
4 december 1973Vanmorgen zag ik de zim-limousines met gordijnen waardoor je niemand kan zien voorbijglijden met partijbonzen op weg naar het Kremlin. Geen wonder dat professor Markov het uitgesloten acht dat nucleair materiaal in verkeerde handen valt. Dit is een politiestaat. Om 10.30 uur ontmoette ik de historicus Alexander Yefremov (52). Hij schijnt een boek te hebben geschreven Europa und Kernwaffe. De Amerikanen hadden de tekst ervan gewoon gekaapt en onwettig via het Department of Commerce in de vs uitgegeven. Het was intussen dermate koud in de kamer waar we spraken dat de verwarming eigenlijk alleen maar voorkwam dat je niet bevroor. Ik bracht het gesprek op een uitlating van Luns in Newsweek van 29 mei 1972. Luns had gewezen op het verschil van opvatting in de ussr en het Westen over peaceful co-existence. Luns benadrukte dat terwijl de Sovjet-Unie veel over vrede redekavelde het Kremlin feitelijk uitsluitend in oorlog was geïnteres- | |
[pagina 59]
| |
seerd. Yefremov: ‘De opvattingen van de heer Luns zijn uiteraard niets nieuws. Ik herinner me dat zijn voorganger, Manlio Brosio, aan de vooravond van zijn vertrek letterlijk hetzelfde zei (...). Wat de uitspraken van Luns betreft: uiteraard beweert hij niet meer dat de Sovjet-Unie de wolf is die op het punt staat het kleine Roodkapje aan te vallen. De bewering dat de sovjets een bedreiging vormen, wordt nu in een verhulde vorm ingekleed, namelijk door te verklaren dat de Sovjet-Unie naar een situatie streeft, waarin haar invloed zich geleidelijk over heel Europa kan verspreiden (...). Ik begrijp uiteraard waarom iemand als Luns tot een dergelijke uitspraak komt: hij wil tot elke prijs bereiken dat de escalatie van de militaire uitgaven in het Westen gehandhaafd blijft.’Ga naar voetnoot93 Aardige man, Yefremov. Hij gaf zich helemaal. Hij liep trouwens naar zijn tas en liet een artikel zien dat hij juist vandaag voor Pravda had geschreven over de mythe van te verwachten sovjetagressie tegenover West-Europa. ‘Ik weet natuurlijk niet of ze mijn artikel zullen publiceren,’ zei hij en begon er delen uit voor te lezen. ‘Wanneer Pravda het niet neemt, publiceer ik het,’ zegde ik hem toe. De bediening is allerbelabberdst. De waitress loopt gewoon voorbij, terwijl ik al (luid) om een menu heb gevraagd. Jammer, dat ik niet heb geleerd in het Russisch te vloeken. Het woord ‘dienstbaarheid’ kent de sovjethoreca niet. Om 09.00 uur, toen ik vanmorgen weg moest, was de bank nog niet open in het hotel. Ik haastte me terug, omdat er was aangekondigd dat hij om 13.00 uur zou sluiten. Nam de metro, arriveerde om 11.50 uur, maar om onverklaarbare reden was de bank al dicht. ‘Kon ik om 14.00 uur terecht, als aangekondigd?’ ‘Nee, vandaag om 15.00 uur.’ Daarop ben ik op hoge poten naar de directeur gestapt en raised hell. Hij was zo tegemoetkomend mij tien roebel voor te schieten uit zijn potje bestemd voor theaterbiljetten. Rusland anno 1973! Bestelde een glas rode wijn bij de maaltijd en kreeg natuurlijk witte wijn. Er kwam een soldaat het restaurant binnen, met laarzen aan, en een lijf, niet te geloven. Die zou ik graag in mijn vingers hebben gehad. Hij was bovendien van Aziatische origine. Overigens denk ik dat het in de keuken even koud moet zijn als in het bureau van professor Yefremov, want het eten dat wordt opgediend is eveneens koud. Tamara Sachnazarova van het persbureau Novosti hielp me vandaag met de vertaling. Vriendelijk meisje, maar niet erg aan | |
[pagina 60]
| |
trekkelijk. Haar Engels is redelijk. Ik vroeg haar zowel als professor Yefremov of ze me meer konden vertellen over de mysterieuze journalist Victor Louis. Ze deden allebei of ze absoluut niet wisten wie dit was.Ga naar voetnoot94 Ook vroeg ik Tamara of ze kans zag mij nieuws uit de buitenwereld te verschaffen, want het nieuwste nieuws dat verkrijgbaar was in het hotel was een Britse communistenkrant van 30 november. Het broodje bij de soep was zo hard als steen. De biefstuk met frites was allright. Groenten zijn er niet. Saus kan je ook naar fluiten. Intussen, terwijl ik zat te smikkelen, kwam een kok met een witte muts op door de eetzaal lopen met een po in zijn hand. Zeer onfris. Vanmiddag ontmoette ik professor P.S. Sagdeev (41), directeur van het Institute for Space Research van de ussr Academy of Sciences. Irina Lunatcharskaya, ruimtevaartjournaliste van Novosti, ging met me mee. Ik vond haar meteen al vervelend, een quasi lady die me deed denken aan Russische emigranten in Europa of Amerika. Haar vader, zei ze, was een beroemde volkscommissaris voor Onderwijs geweest, die nog had samengewerkt met Lenin. In dit land is dit vergelijkbaar met een apostel van Jezus. Ik zei later tegen Tamara over Irina: ‘Ze probeert het uiterste om belangrijk te zijn, terwijl ze voor mij onbeduidend is.’ Het gesprek vond plaats in het Institute for the Cosmos. Vrijwel meteen, nadat we met professor Sagdeev, twee van zijn medewerkers, een tolk van het instituut en Irina Lunatcharskaya aan een tafel waren gaan zitten en mijn interview begon, intervenieerde de Novosti-specialiste in het Russisch waarop ik als een grapje zei: ‘Who is interviewing the professor, madame or me?’ Irina deed een hand voor haar mond als om te zeggen dat zij stil zou zijn. Maar even later wilde zij opnieuw een speechje gaan afsteken; ik was niet duidelijk genoeg geweest. Ik stelde publiekelijk dat ik niet van haar interventies gediend was. ‘I don't have here an interview with you, but with professor Sagdeev. I do not like foreign interventions of any kind.’ Dit verpestte de atmosfeer. Ze zat er verder bij met een gezicht als een oorwurm en bleef afkeurende smoelen trekken. Tamara Sachnazarova, die er ook bij was, zei later: ‘Je hebt eigenlijk een kans gemist om hem echt aan het praten te krijgen. Je had bijvoorbeeld kunnen vragen hoe het kwam dat hij zo jong op een zo belangrijke post terecht was gekomen.’ Tegen het ein- | |
[pagina 61]
| |
de van het gesprek vroeg ik Irina nog of zij een suggestie voor een vraag had. Zij dacht dat ik over ‘space aeronautics’ zou moeten spreken. Ze onderstreepte ook nog dat zij Walter Sullivan, Science Editor van de New York Times, had begeleid die haar ook in zijn boek had genoemd. Nu weet ik helemaal zeker dat ik haar weg zal laten. Tamara en ik vervolgden onze tocht naar het Far Eastern Institute of the ussr Academy of Sciences, waar ik de directeur, professor Mikhail Sladkowsky, zou ontmoeten. We waren 45 minuten te vroeg, zodat Tamara voorstelde ergens te gaan zitten tot het 17.30 uur zou zijn. Er was een soort Russische Makro dichtbij, dus stelde ik voor daar een kopje koffie te gaan halen. ‘That is not possible, we will have to go somewhere else,’ zei ze. Maar ik zag een koffiekop met een pluim op een muur geschilderd via een verlichte deur en warempel er waren zelfs zitjes. Vladimir Molchanov en Novosti-redacteur Bogomolov waren nu ook aanwezig. Professor Sladkowsky bleek een oude heer te zijn met een tic aan zijn linkeroog. Zijn bril had ver afstaand kromgebogen oren. Zijn ogen waren vermoeid en een beetje rood doorlopen. Maar hij wist uitzonderlijk goed waar hij het over had. Ik kreeg in ieder geval het gevoel te kunnen vragen wat ik maar wilde. Even later kwamen twee leden van zijn staf binnen: Andrei P. Markov en professor Anatoly Malukhin. Markov leek me veel jonger en een fanatieke omhoogwerker, ambitieus. Iemand die zich niet gauw van zijn plaats zou laten dringen. Malukhin was een weer wat oudere China-specialist, die wel erg de derde viool speelde. Vladimir sloofde zich uit een juiste vertaling te geven en schreef zich een ongeluk met het maken van notities. Er was ook een secretaresse van het Instituut aanwezig. Omdat Sladkowsky vermeed het onderwerp Japan aan te roeren gaf Markov hierover een cadens weg, wat zijn baas kennelijk mateloos irriteerde, want zijn oog begon hevig te knipperen. Op een gegeven ogenblik trok hij professor Markov zogenaamd ongemerkt aan diens jasje, omdat hij het kennelijk met diens tekst oneens was. Deze situatie herhaalde zich, ook toen Malukhin zich eenmaal in het gesprek mengde. Professor Sladkowsky begon doodles te tekenen, een soort pyramide van lijnen, ook enkele Chinese letters. Markov deed hetzelfde, ook een piramide, toen Stadkowsky het woord voerde. Bij vertrek overhandigde professor Sladkowsky mij een exemplaar van zijn in het Russisch geschreven boek China and Russia en schreef er een opdracht in.Ga naar voetnoot95 | |
[pagina 62]
| |
Tot mijn verwondering gingen ze eigenlijk vrij uitgebreid in op mijn vraag over de op zijn vlucht naar de Sovjet-Unie vermoorde maarschalk Lin Piao. Nadat Sladkowsky ongetwijfeld het officiële standpunt van zijn Instituut had verwoord kwam professor Markov met de woorden: ‘I can give you my personal opinion. May be not even my colleagues will agree with this. My opinion on Lin Piao is as follows: personally speaking and therefore not representing the opinion of the Institute in this case, I never thought that Lin Piao could have been a true supporter of Mao Tse-tung.’ Het werd een lang exposé, voor mij zeer interessant omdat de man tenminste een eigen mening verkondigde.Ga naar voetnoot96 De meeste mensen zijn erg vriendelijk in dit land, althans tegenover een buitenlander. Gesprek met een dame in de coffeeshop. Er is meestal koffie, maar nooit melk. ‘Russia, big but no milk.’ Antwoord: ‘Holland, very small but lots of milk.’ | |
5 december 1973Nationale feestdag. Grondwet van de ussr wordt herdacht. Zo hebben we allemaal ‘iets’ op 5 december. Lees de omslag-story van Newsweek over marxisme.Ga naar voetnoot97 Eigenlijk treurig dat er in Nederland geen linkse, progressieve jeugdbeweging bestaat met werkelijke invloed. De jusos van de spd in West-Duitsland schijnt 250.000 leden te tellen. Van de 670.000 studenten in West-Duitsland zijn er maar 15 procent politiek geëngageerd. Bij ons zou dit cijfer nog wel eens lager kunnen liggen. Dat is natuurlijk een ramp, want de democratie verliest op die manier haar betekenis. Ondanks het vele gepraat over peaceful coexistence begint de sovjettelevisie deze ‘feestdag’ met een film vol luchtalarm, bombardementen en hels vurende kanonnen. Alsof dit niet op geweld gericht zou zijn. Ik denk dat de bedoeling is het nationale gevoel en patriottisme op te wekken. Begrijpen doe ik niets van het Russische gebabbel. Toen Vladimir Molchanov arriveerde hadden we meteen keet over die oorlogsfilm. Hij legde uit dat de kinderen dienden te weten wat er gedurende de oorlog met hun vaderland was gebeurd. ‘Ja, maar moet dit soort geweld constant worden vertoond?’ vroeg ik hem. ‘Wat is het verschil tussen paffende gangsters op de Amerikaanse televisie of onze films over de patriottische strijd? Mijn vader componeert oorlogopera's. One, called The Unknown Soldier, is being | |
[pagina 63]
| |
performed in the Bolshoi right now.’ Volodja's vader schijnt in de stijl van Benjamin Britten te componeren. Ik bezocht mijn oude vriendin Olga Chechotkina, ditmaal in het gebouw van het Sovjet Vrouwen Comité, waarvan zij ondervoorzitster is. De kosmonaute Valentina Tereshkova is voorzitster. Zij had vernomen dat Dewi Sukarno brieven had gepubliceerd.Ga naar voetnoot98 ‘Have you made love to her and have you been unfaithful to Bung Karno?’ vroeg zij met een glimlach. Ik legde haar uit wat we met Sukarno's brieven hadden gedaan. Daarop deed zij een opmerkelijke uitspraak: ‘Salvador Allende made the same mistake as Sukarno. It had become obvious that they both had to fight. You cannot say “no” to civil war. That is the same as surrender. But at least, Allende died fighting.’ Met andere woorden, Bung Karno had zich volgens haar ten onrechte bij de coup van Suharto neergelegd. Hij had wel naar Madiun moeten vliegen en de strijd tegen de verraadplegende generaals opnemen. Olga: ‘Sukarno always played the Army against the pki, but by not taking a stand in 1965, he did not realize that he lost the pki and its support.’ Ik denk dat Bung Karno heel goed wist dat hij alleen kwam te staan. Hij was inderdaad een man die het niet opbracht bewust een bloedbad te ontketenen. Tegen koloniale overheersing, ja, maar onder het eigen volk, nee. Het neerslaan van opstanden in de buitengewesten is onder zijn leiding ook steeds met een minimum aan bloedvergieten tot stand gebracht. Hoewel. Nadat Bung Karno een bloedbad had vermeden, richtte Suharto in ieder geval een gigantische slachtpartij onder Sukarno-aanhangers en communisten aan. Olga oordeelde kennelijk dat de Indonesische president de strijd tegen Suharto had moeten aanbinden. Ik vertelde haar wat er gebeurd was met De Telegraaf en de veroordeling van Peter Zonneveld en over Den Vaderland Getrouwe (wat zij graag wilde hebben: ‘We hebben hier een vrouw die vloeiend Nederlands spreekt’). Op de vraag of ze mij een interview voor mijn komende boek wilde geven antwoordde ze: ‘We hesitate to give interviews. Not so much, because we are afraid to speak, but Soviet journalists feel very responsible towards what they write or say in public. Not like in your part of the world.’ Tegen Vladimir Molchanov zei ze: ‘Willem is no doubt a bourgeois journalist, but it would be interesting to write some day a book about him, how he became the way he is. I know he is honest (...).’Ga naar voetnoot99 | |
[pagina 64]
| |
Russen geven altijd cadeautjes, net als oleh oleh in Indonesië. Ik kreeg een souvenir uit Sovjet-Azië. Ze zei: ‘Some day I will show you Soviet-Asia.’ Russisch Azië intresseeert me in hoge mate omdat mijn grootvader Ilia Graaf Poslavsky uit Tasjkent kwam.Ga naar voetnoot100 Ik kreeg ook nog twee langspeelplaten. Toen prins Claus en prinses Beatrix in Moskou waren hebben zij het Sovjet Vrouwen Comité bezocht. Olga was bij de ontvangst en het gesprek met het kroonprinselijk paar aanwezig. Zij toonde me de conferentiezaal waar de ontmoeting en het gesprek hadden plaatsgehad. ‘It was very funny,’ zei ze. ‘Of course, I am against kings and queens. They were interested to meet with Valentina Tereshkova. I made many notes, even about how Beatrix kept drinking tea. Prince Claus even got almost into an argument. He felt that women should remain at home and take care of their family. So, Tereshkova asked him: “Why did you marry then?” Claus replied: “To have children.”’ Olga vervolgde: ‘I laughed, because I said to myself, you did not marry to get children, but to have her.’ Olga had Beatrix erg menselijk en eenvoudig gevonden, zonder royal airs. Vladimir vertelde achttien uur per dag gewerkt te hebben toen Rudi van Danzig in Moskou was. ‘Hun klassieke ballet was verschrikkelijk,’ zei hij. ‘Ze hebben geen techniek en bovendien werken ze niet. Onze dansers werken.’ Ik zit in het Bolshoi theater en geniet van de Sleeping Beauty. Ik weet verder niets van ballet, maar vind het prachtig. Ik ben bovendien ten aanzien van het verhaal een totale ignoramus. Ik zie een koningskind in een wieg en een heks die wordt verjaagd, maar weet er verder niets over. Het laat me ook koud. Ik ben een muziekmens. Wat me vertederde was het optreden van zestien jonge dansers en danseresjes. Ik vind het walgelijk wanneer mannenrollen door vrouwen worden gedanst. Zelfs kleine jongetjes met violen bleken door de binocle bekeken meisjes te zijn. Had na de eerste pauze willen vertrekken, maar ik bleef toch maar. Voor mij staat vast dat het systeem van Marxisme-Leninisme niet het antwoord is op Kants dictum dat de mens uit kromhout is gemaakt, evenmin geloof ik dat communisme de overlevingskansen van de mensheid bevordert. Wanneer het Leitmotif van een mens freedom is en een vorm van maximale vrijheid van expressie zou moeten bewerkstelligen, dan zal het huidige sovjetsysteem toch heel wat losser moeten worden. Olga Chechotkina gaf me de tekst van een redevoering door | |
[pagina 65]
| |
Valentina Tereshkova in Finland uitgesproken. Zij zei erin (ik herinner me de woorden uit het hoofd): ‘All human beings in socialist countries are being told by society from the cradle up that they are needed and that Soviet society needs them.’ Zou dit een van de redenen kunnen zijn dat je hier optimisme en doelgerichtheid aantreft? Hoe zou het echter zijn wanneer de ussr een der dichtstbevolkte streken van de wereld was? Of, hoe zouden de kaarten liggen wanneer de Sovjet-Unie nu reeds een inkomen per hoofd van bijvoorbeeld 10.000 dollar per jaar had of een bnp van één triljoen? Hoe zou men over de gemeenschap denken, of hoe zou men onder elkaar handelen, wanneer de Russen ook ieder twee auto's in de garage zouden hebben staan? Toen ik tegen Olga zei het een treurige zaak te vinden dat Leonid Brezhnev en Richard Nixon als big pals met elkaar omgingen, ondanks Vietnam, ondanks Watergate, wetende dat Nixon een maffiaoperatie leidde, antwoordde zij: ‘What do you want? Whom should we have dealt with if not Nixon? Who else was there? What should we do? Stop at our borders? If we had done so during World War II, we would have had several million more people, who could have lived with their families within our peaceful borders. We also fought for the freedom of all of Europe...’ Ik heb intussen schriftelijke vragen opgesteld voor een gesprek met dr. Jermen Gvishiani. Vraag me af of ze van voldoende niveau zijn. Russische vrouwen flirten heel subtiel. Ze hebben kennelijk geen notie van mannen die niet in vrouwen zijn geïnteresseerd. Sommige kerels hebben nu ook lang haar, soms zelfs heel lang haar. Toch weten ze er niet mee om te springen. | |
6 december 1973Had het hotel gevraagd om me om 09.00 uur te wekken. Niet gedaan. Rende naar Intourist om mijn vliegbiljet af te geven. ‘You speak German?’ Nee, dus schreef ik het nummer van mijn kamer op een papier. Dat maakte de dame boos. Ze gedroeg zich navenant. ‘And my passport?’ ‘At reception.’ Rende naar de receptie. ‘My passport?’ ‘At Intourist.’ Terug naar de tweede verdieping. Maar goed, dat is part of the deal, wanneer je in Moskou ben. Ik ben er bovendien zeker van dat er spelletjes met de telefoons worden gespeeld. Ik werd, sprekende met het kantoor van dr. Gvishiani, vanmorgen verschillende malen verbroken. | |
[pagina 66]
| |
Ahram Khatchaturian is in het zuiden. Ik sprak met zijn zoon in het Duits. In januari dirigeert de maestro een concert in Berlijn. Ik ontmoette Alexandr Nikolajevitch Leontiev (70), een der zeer weinige psychologen van enige bekendheid die de ussr ‘rijk’ is. In 1931 verscheen zijn eerste boek De ontwikkeling van het geheugen, een onderwerp dat me in hoge mate interesseert. In 1963 ontving hij de Lenin-prijs voor een ander boek Ontwikkeling van de psyche. Met A.R. Luria en Lev Vygotsky behoort Leontiev tot de bekendste bestudeerders van de psyche in de Sovjet-Unie, na de ongeëvenaarde Ivan Pavlov. Professor Leontiev bleek een oude man. Ik probeerde me zijn colleges voor te stellen voor studenten twee generaties jonger. Hij was, wat Bertie Hilverdink genoemd zou hebbenGa naar voetnoot101, ‘krempeng’.Ga naar voetnoot102 We spraken Frans. Soms dacht ik: hij zou een Fransman kunnen zijn. Praten, praten, praten. Er was geen speld tussen te krijgen. Tamara Sachnazarova zat er voor spek en bonen bij, waar ik blij om was, want nu er een taal werd gesproken die ik kende wist ik waar het werkelijk over ging. Tamara voelde zich overbodig en zat met haar vingers te trommelen. Plotseling herinnerde ik me Gerard Croisets aansporing - waarover hij me nog tweemaal opbelde - om de parapsychologie te berde te brengen. Leontiev vond dat ook al waren er veel ‘maniacs sincères’ er wel iets aan de paranormale verschijnselen moest worden gedaan. Terwijl ik naar de oude baas zat te luisteren flitste het door mijn hoofd dat ik eigenlijk een apart boek over de Sovjet-Unie zou moeten schrijven. Een soort kiekje van het sovjetdenken en wat er momenteel in dit land aan de hand is, want in een hoofd als dat van professor Leontiev bevindt zich een schat aan informatie en gedachten, die in ons deel van de wereld volkomen onbekend is. Vreemd ook eigenlijk dat ik me juist op deze reis verdiep in The Human Use of Human Beings van Norbert Wiener. Deze mit professor schreef: ‘Thus the nervous system and the automatic machine are fundamentally alike in that they are devices which make decisions they have made in the past. The simplest mechanical devices will make decisions between two alternatives, such as the closing or opening of a switch. In the nervous system, the individual nerve fiber also decides between carrying an impulse or not.’Ga naar voetnoot103 Dit is een aspect dat me eveneens in hoge mate interesseert. Hier wil ik meer over lezen. | |
[pagina 67]
| |
Wiener beschouwt vervolgens ‘the believers in progress, who accept that progress will go on and on without any visible termination in a future not too remote for human contemplation.’ Dat is wat Aurelio Peccei en de Club van Rome ook bezighoudt. ‘The Communists,’ schrijft Wiener, ‘like the believer in progress, looks for his Heaven and Earth, rather than as a personal reward to be drawn on in a post-earthly individual existence. Nevertheless, he believes that his Heaven and Earth will not come of itself without a struggle. He is just as skeptical of the Big Rock Candy Mountains of the Future as of the Pie in the Sky when you Die...’Ga naar voetnoot104 Het gesprek met professor Leontiev zat vol kleine verrassingen. Ik bracht bijvoorbeeld B.F. Skinner en Carl RogersGa naar voetnoot105 naar voren. Leontiev: ‘Ik ben er van overtuigd dat de wetenschappelijke psychologie zich op een andere wijze zal ontwikkelen als respectievelijk Skinner en Rogers menen. Er is namelijk een derde manier.’ Ik vroeg: ‘Mao Tse-tung?’ Leontiev: ‘Laten we hopen van niet (...).’ Het werd een heerlijk lang gesprek.Ga naar voetnoot106 Voor we bij Novosti een bespreking hadden wilde ik met Tamara in de coffeeshop van het Intourist Hotel een sandwich eten. We konden één snee droog brood met een plak kaas krijgen plus een kopje koffie (zonder melk of room) voor $1.10. Ik had slechts één losse dollar en wilde de 10 cent in roebels geven. Dat ging niet. Ik gaf de sandwich à la Russe terug en dacht werkelijk barst. Ik maakte Tamara onomwonden duidelijk wat ik van de Sovjet-Unie anno 1973 dacht. Ik geloof dat het haar kwetste. Misschien maakte ik het nog erger toen ik er aan toevoegde dat een coffeeshop zelfs in India onvergelijkelijk beter gevuld was. Bij Novosti ontmoette ik behalve Vladimir Molchanov en Tamara Sachzarova, de redacteur Aleksei Dumov en de man belast met West-Europa, Victor Michnovitch, een blonde bink, die me aardig leek. We zaten weer aan de bekende Russische conferentietafel met thee en schalen bonbons en koekjes. We bespraken mijn interviews. Ik gaf te kennen met de gedachte te spelen een boekje over de ussr te gaan schrijven. Dumov vertelde dat een Finse journalist met een auto het land was rondgereden. Een Zweed had over communes geschreven. Ik zei: ‘I need to do it with someone, because if I have to wait until I have learnt to speak Russian I will be dead. Let me tap | |
[pagina 68]
| |
knowledge and experience from someone who travels with me, because I will still inject my own questions. Let's do it in 1975.’ Victor begon te zeuren over de yellow-press in het Westen. Niet slim want ze wisten langzamerhand wel dat ik niet aan de riooljournalistiek was gelieerd. ‘Ik denk bij zo'n boek helemaal niet in termen van Oost of West,’ zei ik. ‘Ik behoor tot de Club van Rome en denk global.’ Omdat ik de reis met Vladimir Molchanov wilde maken voegde ik eraan toe: ‘And you, Vladimir, you are my son.’ Tamara lachte. Vladimir vertrok geen spier en vertaalde wat ik had gezegd in het Russisch. Zoiets kan hier blijkbaar (nog) niet.Ga naar voetnoot107 Vervolgens spoedde ik me naar de Nederlandse ambassade - ik nam zelfs de juiste trolleybus - en bezocht de heer R.W. Braakenburg van Backum, nog een jongeman, die zei Russisch te hebben gestudeerd. H.J. Heinemann bleek naar Johannesburg te zijn overgeplaatst. Good riddance. Maar eerst ondervond ik hinder van een politieman voor de ingang, die me zelfs niet toestond aan te bellen alvorens ik mijn paspoort had getoond en mijn naam duidelijk had uitgesproken. De heer B. van B. was het eens dat Philips terughoudend bleef om in de ussr aan de slag te gaan. daf sloeg ik maar even over. Dan gaan ze in dat potje roeren. Er lag een levensgrote blocnote open voor de man, met een geel potlood. Het papier bleef onbeschreven. Ik vroeg waarom de ambassade geen contact onderhield met sovjetjongeren die Nederlands studeerden. ‘Wij krijgen onze richtlijnen nu eenmaal uit Den Haag.’ Ik dacht: dit is het type lul dat de laatste zal zijn om een initiatief te ontplooien om ‘de’ instructies versoepeld te krijgen. Ik vertelde over Vladimir Molchanov, die tenslotte op Louis Couperus zijn graad in het Nederlands had behaald. ‘We hebben allang zo iemand gezocht, omdat Couperus in het Russisch is vertaald,’ zei B. van B. Ik vroeg Vladimir later of dit waar was. ‘Ja, die vertaling stamt al uit 1900.’ Toen ik tegen Vladimir zei dat ik Den Vaderland Getrouwe feitelijk in drie maanden had geschreven, antwoordde hij: ‘Wist je dat Tsjaikovski de Queen of Spades in 44 dagen heeft gecomponeerd?’ Daarna volgde als klap op de vuurpijl van deze korte reis een opvoering van Khatchaturians Spartak in het Bolshoi Theater. Vladimirs vader, directeur van het Bolshoi, had voor tickets op de eerste rij gezorgd. Hij knikte ons vriendelijk vanuit de box voor het Bolshoi-bestuur toe. | |
[pagina 69]
| |
De avond was voor mij een sensatie, beautiful, beautiful, beautiful. Woorden schieten te kort om te beschrijven hoe ik heb genoten, van alles, de muziek, de dans, alles. | |
7 december 1973Vanmorgen wilde ik een by safe hand-brief van daf aan dr. Jermen Gvishiani brengen en werd ontvangen in de hal van diens kantoor waar verder geen stoelen geplaatst zijn, zodat het staande ontvangst is geblazen bij de Vice-Chairman of the Committee of Science and Technology of the ussr Council of Ministers (en schoonzoon van premier Aleksei Kosygin). De heer Schwartz overhandigde ik de vragen voor het later op te nemen interview met dr. Gvishiani. Hij kwam terug met Vladimir Mikheev die zei: ‘U kunt de brief voor dr. Gvishiani aan ons geven.’ Ik weigerde. Hoe lang ben ik nu al bezig die brief van daf persoonlijk te overhandigen? Vervolgens wandelde ik met Tamara naar het kantoor van Valentin Berezhkov (57). Intussen is mijn taperecorder om onverklaarbare redenen bezweken. Ik liet hem in de kamer achter. Hij werkt niet meer. Berezhkov is een journalist-diplomaat met ruime historische ervaring door zijn aanwezigheid bij gesprekken tussen Molotov, Hitler en Von Ribbentrop. Hij redigeert een blad van het usa Instituut van de ussr Academy of Sciences. Ik dacht: nagaan hoe hij op de anti-sovjettirades van Luns reageert. Hij deed dit vervolgens zeer uitvoerig en zette mijn Luns-citaat in een historisch perspectief. Berezhkov: ‘Luns herhaalt dezelfde oude opvatting dat wij rondlopen met een of ander duister plan, dat ten doel heeft de westerse landen te bedreigen. Niets is minder waar. Een dergelijke politiek hebben we nooit gevoerd. Voortdurend hebben we voorgesteld normale betrekkingen aan te knopen met alle landen en tevens de handel evenals de culturele en sociale contacten te bevorderen. Dat standpunt hebben we altijd gehuldigd.’Ga naar voetnoot108 Het was intussen ijskoud in de kamer waar we zaten. Het water was zelfs afgesloten opdat het niet zou bevriezen. Tweemaal gingen de lichten uit en er werd een joke gemaakt dat de cia mijn gesprek saboteerde. Gisteravond was in Parijs het gerucht opgedoken dat Richard Nixon zelfmoord had gepleegd, wat de wereld op zijn kop zette. Vanmorgen bleek het onwaar te zijn. Hij vroeg hoe ik over die meneer dacht. Ik ben van leer getrokken. Berezhkov maakte driftig vele aantekeningen. Ik vertelde hoe ik met Nixon in 1968 had gereisd en eindigde met | |
[pagina 70]
| |
de jongste ervaringen met Luns, Sukarno, Nieuw Guinea, de Kennedy's en De Telegraaf. Hij keek steeds ernstiger en stelde vragen alsof hij nu mij interviewde. Ik bracht nog naar voren het treurig te vinden sedert zondag geen internationaal nieuws meer te hebben kunnen volgen vanwege de black-out op buitenlandse publicaties hier, maar dat protest ging verloren in de mêlée. Toen ik tegen Tamara Sachnazarova van het persbureau Novosti, die me begeleidde, opmerkte dat ik voor Panorama over Valentina Tereshkova wilde schrijven, antwoordde zij: ‘We have bad experiences with Panorama.’ ‘Why?’ ‘Because of Nico Scheepmaker.’ ‘Why? He is one of our best writers?’ ‘But he did not write seriously about the Soviet-Union. He writes detective stories about us.’ Begreep niet waar zij op doelde.Ga naar voetnoot109 Was ik in Amerika geweest zou ik nu op een vliegtuig zijn gestapt. Ik snak naar Amerbos. Maar hier kom je niet zo maar weg. Een gigantische berg papierwerk is daarvoor nodig. De auto, die me morgen vroeg naar de vliegveld brengt, moet vierentwintig uur van te voren worden besteld anders kan je lopen. Had dringende behoefte aan een kopje koffie, maar zonder melk is het ondrinkbaar. Hordes mensen komen van buiten dit hotel binnen om voedsel te kopen en weg te slepen, voedsel dat mensen daar buiten anders niet krijgen. Er is hier bijvoorbeeld een soort patisserie. Popel om naar huis te gaan. Vladimir Molchanov vroeg of ik over deze reis ging schrijven. Ik antwoordde: ‘Nee, maar misschien over Spartak. Toch denk ik dat ik over Moskou mijn mond open moet doen. Wandelde nog in de avond in de sneeuw op het Rode Plein. De beide jonge soldaten op wacht voor het mausoleum van Lenin hadden lijkwitte gezichten. Onbegrijpelijk dat men dit toelaat. Society without Father (Alexander Mitscherlich).Ga naar voetnoot110 Ben nog eens door gum-warenhuis gelopen. Het leek of er meer cosmetica was dan vorig jaar. Over de hele linie leek er verbetering te zijn. Het viel me trouwens in de metro eveneens op dat mensen in het algemeen beter gekleed lijken te gaan. Men is behoorlijk tegen de kou ingepakt. Er is minder obvious dismal poverty dan bijvoorbeeld in de ondergrondse van Manhattan, dat is zeker. Ook geen gekladder op voertuigen. Het leven mar- | |
[pagina 71]
| |
cheert hier ordentelijk en is schoon. Er zijn wel tal van verwonderde en nieuwsgierige blikken van de mensen als ik in een ondergrondse trein binnenkom. Ik dacht: Wel lieve mensen, wij hebben in 1917 Wilhelmina niet geëxecuteerd en zie waar wij in 1973 zijn gearriveerd. Norbert Wiener: ‘In a very real sense we are shipwrecked passengers on a doomed planet (...).’Ga naar voetnoot111 Dat schreef hij al in 1950. Hier spreken de pamfletachtige kranten die men voor een paar kopeke uit de machines op de metrohaltes haalt in de Sovjet-Unie niet over. Dat zijn sombere gedachten die in strijd zijn met het hier gepredikte historische optimisme. Ik wil nu eens een lange tijd thuis zijn, mam veel meer zien en vanzelfsprekend Peter. En ik wil naar het graf van vader. | |
8 december 1973Moskou, vliegveldHet was een romantisch ervaring om 06.00 uur in de duisternis naar het vliegveld te rijden. De Russische houten huizen langs de weg lagen verscholen in dikke lagen sneeuw en er kwamen rookpluimen uit de schoorstenen. De eerste lichtjes knipten aan. Net een verhaal van Poesjkin. Om 07.00 uur 's morgens hoef je niet te verwachten dat je op Moskou Airport iets warms te drinken zou kunnen krijgen. In het hotel was natuurlijk ook alles nog dicht. Om 20.30 uur gisteravond kwam mijn Indonesische diplomatenvriend Sumartono nog naar mijn kamer. Dat was een plezierige verrassing. Ik heb immers een aangeboren zwak voor de Javaan. Toen ik hem naar de uitgang begeleidde liep ik tegen een Braziliaanse zakenman aan met zes zonen van vier tot en met zestien jaar. ‘Je kunt stellen,’ zei hij, ‘dat er hier dertig tot veertig bedrijven zijn die letterlijk de hele handel beheersen - van hotels tot en met staal.’ Hij was nu zeven jaar in de ussr werkzaam. Er waren conclusies te trekken. ‘In meetings with top officials and directors, you notice the enthusiasm of young engineers, who are full of ideas. But, after some time, you literally see them lose interest. In meetings they don't talk anymore. In this country may be 100.000 Russians are holding the top jobs in a country of 240 million. They are, of course, all party members. The rest can't simply pass them.’ Er werd vooruitgang geboekt, maar hij vroeg me: ‘Did you study this situation carefully, where 6 percent of the votes of this enormous count- | |
[pagina 72]
| |
ry rules such a majority of people? How do you think they are being controlled? One way, is by short rations. They keep the masses busy with running to the shops. There is barely enough of everything.’ Hij vond ook de maaltijden in het hotel uitermate slecht. Ik vind het wel meevallen, maar mij stoort de uiterst trage ongeïnteresseerde bediening. Het is 08.30 uur. De winkels op het vliegveld zijn gesloten. Kan niets meer kopen. Droomde intens van Peter en sliep beroerd. Ben ontzettend blij naar huis te kunnen gaan. Het is ijzig koud, zowel binnen als buiten de air-terminal. De ruiten van de bus die ons naar het toestel brengt zijn totaal bevroren. De douaneformaliteiten op dit vroege uur verliepen voor een keer vlot. Ik snak naar the free decadent world.
Blauwe lucht, zon. De motoren beginnen te draaien. Het totaal aantal vertrekkende passagiers op de diverse vluchten vanmorgen was gelijk aan een Amsterdam-jfk-vlucht. Jack Anderson heeft weer eens voor opschudding gezorgd. Iemand in Washington moet hem informatie toespelen. Tot 1971 schijnt de cia onder codenaam Gamma Gupy erin te zijn geslaagd de in de auto's geïnstalleerde telefoons van Leonid Breznev, president Nikolai Podgorny en premier Aleksei Kosygin af te luisteren. Dat is toch wel knap. Hoe brengen ze zoiets tot stand. Wie weet is dezelfde methode gevolgd om mijn huis af te luisteren. Dit heeft De Telegraaf immers geschreven: dat ‘men’ in Den Haag wist wat er op Amerbos werd besproken. Maar De Telegraaf kan dit niet anders dan van de bvd hebben gehoord. Ik zou dit eens met Piet Dankert of Fred van der Spek moeten bespreken. Waarschuwde Sumartono trouwens dat Vladimir Molchanov - die hij ook zo ‘knap’ vond - geen ‘familie’ is.Ga naar voetnoot112 De Telegraaf produceert een vette kop: de koster wil zwijgplicht voor kabinetsleden, door Edo Brandt en Kees Lunshof.Ga naar voetnoot113 Dat verklaart dan een vvd-minister! Het is triest. De Koster vindt dat Max van der Stoel in Den Haag feitelijk de enige bewindsman is die zijn mond over zaken betreffende het buitenlandse beleid zou moeten opendoen. Andere kabinetsleden zouden zich zelfs niet met het buitenlandse beleid moeten bemoeien... Ronald Gase haalde me op Schiphol af. | |
[pagina 73]
| |
Mam was pleased to hear my voice. Peter kwam naar Amerbos. Het was heerlijk hem terug te zien. Een vroege kerstgroet van ambassadeur prins Anak Agung Gde Agung uit Wenen. |
|