Memoires 1972-1973
(2004)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 235]
| |
Washington21 november 1972Crisp, sunnish, coldish weather. Dr. Gerald O. Barney van de Executive Office of the President's Council on Environmental Quality had me geschrevenGa naar voetnoot328 dat hij van professor Jay Forrester van mit had gehoord waar ik mee bezig was. ‘Your work is of considerable interest to me.’ Of ik bij een komend bezoek aan Washington hem wilde bezoeken. Ik telefoneerde hem dus en hij zei mij morgen voor de lunch in de exclusieve Cosmos Club te willen uitnodigen, ook om enkele andere heren te ontmoeten. Hij noemde het lid van het Congres, John D. Dingell, die zich vooral met milieuvraagstukken bezighield. Belde Peter in Londen aan het ontbijt in het Cumberland Hotel. ‘God, ik zit net over je te schrijven... Willem, wat lief dat je belt, ik geef je een hele dikke zoen.’ Hij had de acteur Hiram Keller ontmoet, Richards Romeinse vriendje: ‘Maar ik kreeg er ineens genoeg van en ben weggegaan.’ Ontmoette bij toeval Anthony Dake, die zegt een boek over Indonesië, Sukarno en Suharto te schrijven, dat in januari uit komt. Ook zegt hij uit de doeken te zullen doen hoe de coup van 1965 in elkaar heeft gezeten. Inderdaad, daarvoor moet je in Washington zitten. Hij had die frisse meneer H.N. Appel van de nrc- en Algemeen Dagblad-groep nu ook voor de Raad van de Journalistiek gebracht. Ik weet niet precies waarom. Interesseert me ook niet. Ik weet uit ervaring dat Appel primeurs steelt. Hij zei dat André Spoor overwerkt was en wegens ziekte een televisieoptreden had moeten afzeggen. Spoor is niet overwerkt of ziek: hij kan gewoon niet tegen het geïntrigeer en smerige gedoe in die kringen op, waar hij wel aan mee moet doen, wil hij zich handhaven. Er zijn 128 miljoen kalkoenen gefokt om aan de (dringende) behoefte voor Thanksgiving Day te kunnen voldoen. De ziekte huist in hoofden, nergens anders. Henry Kissinger schijnt naar Parijs te zijn gevlogen voor een gesprek met meneer Suharto over de Vietnam-crisis. Dat is een uitstekend adres voor die zaak. Laat me niet lachen. | |
[pagina 236]
| |
22 november 1972Zou professor Harrison Brown, de ‘minister van buitenlandse zaken’ van de National Academy of Sciences al vroeg in de Cosmos Club ontmoeten. Ik logeerde bij mijn lezingenmanager Barbara Applegate en zag geen kans per telefoon een taxi te bestellen. De meeste cab drivers zijn zwart en omdat de Cosmos Club als een bolwerk van apartheid wordt gezien, verdommen ze het je er naartoe te brengen. Moest een taxi op straat zoeken. Een Harvard-professor, Samuel Popkin, is gearresteerd omdat hij het vertikt te getuigen in de zaak van de Pentagon-documenten. Het is een grof schandaal, maar wat wil je met het corrupte leiderschap van Richard Nixon en een verziekte regering. Om 12.30 uur ontmoette ik dr. Gerald BarneyGa naar voetnoot329 en de drie andere heren. Congresman Dingell is bereid mij een gesprek voor mijn boek te geven, aldus de heer Potter. Waarschijnlijk ook een senator. Er wordt aan gewerkt. Zij vonden unaniem dat ik met een belangrijk karwei bezig was. Ze waren bovendien zichtbaar onder de indruk van de reeds gemaakte interviews, wat keuze van persoonlijkheden betreft en hun importantie in de wetenschap en samenleving. Telefoneerde met dr. Philip Handler.Ga naar voetnoot330 Hij gaf me het nummer van Herman Kahn: ‘He is a friend,’ zei hij. En over de vooruitgang met mijn boek: ‘You are doing fine.’ Om 18.00 uur belde de heer Barney tot mijn stomme verbazing bij Barbara Applegate. Hij was op een receptie een meneer BegemannGa naar voetnoot331 van de Nederlandse ambassade tegengekomen, met wie hij enthousiast over de lunch met mij van vanmiddag had gesproken. ‘Oltmans is unreliable. He misquotes people. He misrepresents facts, and he is not objective, a person not to be trusted,’ aldus Begemann tegen Barney. Ik werd absoluut razend. Het was te laat om naar de ambassade te gaan. Ik belde in vertwijfeling naar Henk Leffelaar van de gpd. Henk wist wie meneer Begemann was. ‘Hij behandelt navo-zaken op de ambassade, dus een verlengstuk van Joseph Luns. Hij heeft een Indisch verleden. Hij zal Sukarno ook wel hebben gehaat, dus jou vanzelf,’ zei Henk. Ik herinnerde me nu dat Barney ook zei dat Begemann de Nieuw-Guinea-affaire naar voren had gebracht. Moet je nagaan. Nieuw-Guinea werd op de kop af tien | |
[pagina 237]
| |
jaar geleden aan Sukarno overgedragen! Hoe gaat deze achterklap en gemene roddel van Begemann nu mijn ontmoeting van heden beïnvloeden? Ik kan zo toch niet verder. Begon meteen Barney een brief te schrijven, maar heb die weer verscheurd. Kan beter niets ondernemen tot ik terug ben in Amsterdam. Wanneer ik de huidige ambassadeur, de heer Van Lynden, of wie er nu zit, een brief schrijf schiet ik verder niets op. Ik moet het parlement in deze zaak betrekken: Piet Dankert of Fred van der Spek. Wie is die Begemann-basterd? Waarom doet hij dit? Ken de man niet eens, laat staan dat hij mij kent. Henk Leffelaar vroeg of ik er van op de hoogte was dat Anthony Dake voor de bvd werkte. ‘Geloof ik maar al te graag. Erger, volgens mij werkt hij ook voor de cia.’ Hoe ik dit wist? ‘De man heeft professor Wim Wertheim eens geheime documenten te koop aangeboden, die hij nota bene in Indonesië had gekregen. Dan weet je toch hoe laat het is?’ Bovendien komt hij binnenkort met een Heil Suharto-boek. Do you need to know anything more? Telefoneerde met Margaret Mead. Zij had, via iemand, een persoonlijk briefje aan lady Jackson geschreven dat zij het bespottelijk vond dat zij geld had gevraagd voor een interview in mijn boek. Toen ik tegen Margaret zei dat ik desnoods bereid was 125 dollar te geven, antwoordde zij: ‘That would be unfair towards the others in your book.’ Ik ben nog steeds razend over die meneer Begemann. | |
23 november 1972WashingtonIk besprak het incident met Barbara Applegate. Zij was het er mee eens dat wanneer congreslid Dingell mij nu geen interview zou geven en ook senator Bob Packwood zou wegvallen, dat ik dan wist hoe laat het was. Voortreffelijk gesprek in Psychology Today met B.F. Skinner. ‘We shall never have complete knowledge of anyone's behaviorGa naar voetnoot332 (...). Human relationships will to some extend always be problematical and hence will remain interesting (...). It's the culture that is wrong, not the people.’ Uitstekende ontmoeting met Lester Brown, Senior Fellow aan de Overseas Development Administration. Vorige maand las ik zijn boek World Without Borders.Ga naar voetnoot333 In april schreef hij een zeer positieve recensie over het Club van Rome-rapport in de Sa- | |
[pagina 238]
| |
turday Review. Had een tweede gesprek met de econoom Ezra Mishan, een kale, klein gedrongen, zwaar behaarde man te midden van een chaos van boeken en papier. Hij maakte een eenzame indruk. Hij las voor uit een artikel dat hij over Limits to Growth had geschreven en leek buitengewoon onzeker van zichzelf. Hij drong er met kracht op aan dat ik Milton Friedman zou interviewen: ‘He is the greatest mind in America on this subject.’ Robert Jay Lifton roert zich weer, ditmaal in de Saturday Review van december. Hij legt het ‘gook syndrome’ van Amerikanen uit ‘as an essential part of the collective psychological adaptation of Americans to the inverse moral universe of Vietnam’. Over de onzinnige bombardementen van Nixon en Kissinger schreef Lifton: ‘Psychological guilt and conflict are blocked out in part by the pilot's preoccupation with technical skill and performance.’ Hij noteerde de volgende redenering van een Amerikaanse piloot. ‘When you go down in Laos, you don't face a very bright future. So you need motivation to bomb a place like Laos. This turns out to be mainly professional pride.Ga naar voetnoot334 You become part of the machine as you really do it (...). I haven't bombed now for three months, and I feel out of shape,’ aldus citeert psychiater Lifton een piloot in Vietnam. Ze hebben allemaal een dokter nodig, zowel de piloten die dergelijke verziekte verklaringen afleggen en het niet meer merken, als de idioten in Washington, die jonge Amerikanen dwingen tot dergelijke misdaden, waar misdadig denken uit voortvloeit. Lifton spreekt dan ook terecht van ‘numbed warfare’.Ga naar voetnoot335 | |
Washington - La GuardiaBen rechtstreeks naar de Everard Baths gegaan. Eerst een suck van een Chinese jongen, gevolgd door een tweede beurt door een neger. En for the final kill een blanke Amerikaanse jongen. Drie sucks op een rij. What else is new? Stuur het artikel van Kenneth Goodall over Skinner aan Peter. Ga B.F. Skinner voorstellen zijn gesprek met mij onder redactie van Goodall te accepteren. Twee kaarsen in de kapel van Saint Francis of Assissi. Aarzel nog steeds over Herman Kahn. Wat ik over hem lees is koude-oorlog-retoriek. | |
[pagina 239]
| |
Heb Herman Kahn gebeld. Zie hem zondag. Ontmoette Bob Keedick en zijn rechterhand, miss Schenck, 51 jaar in dienst. Alhoewel ze als voormalige managers van mijn lezingen vriendelijk waren heb ik geen idee of ze me weer een contract geven. Ik gooide het uiteraard op het geven van Club van Rome-lezingen plus het feit dat er een boek op de markt komt in de vs. Kocht Frye boots voor Loet Kilian wat hem blij zal maken. Lees Crimes of War geschreven door Richard Falk, die ik morgen ontmoet, samen met Robert Jay Lifton en Gabriel Kolko. Op de eerste pagina: ‘It would not be practical or even desirable to prosecute our leaders as war criminals. It would not be practical because there does not seem to be any way to constitute a tribunal that would be capable of apprehending the accused defendants and subjecting them to prosecution. It would not be desirable because such a drastic effort to repudiate the political leadership of this country would lead to a decisive kind of domestic turmoil at a time when we needed desperately to move beyond the awful years of involvement in Vietnam by undertaking more constructive tasks at home and abroad.’Ga naar voetnoot336 Wanneer ik zo'n boek opsla realiseer ik me voor de zoveelste maal dat we slechts een Lilliputiaans bergje kennis verzamelen en opslaan in dit korte leventje, waardoor we hoogstens afgebakende fragmenten van de realiteit iets beter kunnen hanteren. Ook in Manhattan op straat lopend maakte ik me zorgen om Peter. Enerzijds gebaseerd op afgunst en jaloezie, omdat hij feitelijk met ‘anderen’ deelt wat eens mijn liefste wens was dat wij samen zouden delen. Anderzijds denk ik soms tot de zeer weinigen te behoren die volop van zijn diepste wezen geniet - en dit ook kent. Maar, ach, uiteindelijk is niets duidelijk, laat staan zeker. Dikwijls knaagt het aan mijn ‘ziel’, om dat mysterieuze woord te gebruiken, vooral wanneer mijn sperma weer in een sauna naar alle kanten in het niets verdwijnt dat ik er niet toe ben gekomen - zoals vaders liefste wens was - de toorts van het leven door te geven. Ik moet naar St. Patricks gaan, of in ieder geval meer tijd besteden aan stille contemplatie. Zo stil en bewegingsloos dat je denkt dat je hart zal stilstaan. Het zal niets oplossen, maar geeft hoogstens een moment de illusie van zielenrust. Ben erg moe. Mijn arm is stijf van de cholera- en tyfusinjecties die ik in de vn heb gehaald. | |
[pagina 240]
| |
25 november 1972New York - Princeton.Op weg naar interview 48. Zit te filosoferen over een boek met interviews met mezelf om eindelijk al mijn gedachten en meningen op een rij te krijgen. Richard Falk, professor in International Law and Practice was een buitengewoon articulated en uitgesproken mens. Op de houten stoep van het huis lag kinderspeelgoed en een volle zuigfles. Ik dacht eerst: waar ben ik terechtgekomen? Twee zoontjes, Dimitri, bijna vier, en een nog kleiner ventje dat eruitziet als een meisje. Ons gepubliceerde gesprek spreekt voor zich.Ga naar voetnoot337 Carl Kaysen, directeur van het Institute of Advanced Study aan Princeton, vond hij maar een arrogante man. Hij had zondag met William Thompson geluncht, die ik nog moet ontmoeten. Zijn boek At the Edge of History heb ik al doorgenomen.Ga naar voetnoot338 Professor Falk vond dat ik ook een zwarte specialist in de serie moest hebben. Vertelde hoe ik volkomen per ongeluk tegen Kenneth Clark was aangelopen. Herbert Marcuse was inderdaad een beetje passé, maar hoe dacht ik over Jane Fonda (die nooit) of haar man, Tom Hayden van wie hij me een telefoonnummer gaf. Of Gloria Steinem. Ook niet dus. Hij sprak over zijn reis naar Hanoi. Hij merkte met onmiskenbare laatdunkendheid op: ‘terwijl Margaret Mead een rede afstak op Yale.’ William Thompson mocht ik Falks groeten overbrengen, ‘Yak, but not to Herman Kahn...’ Kahn zag hij als een verlengstuk van de ‘government’ met zijn Hudson Institute. Falk was een bebaarde man met grote bruine ogen en met eerste grijze haren op zijn hoofd. Ik vond hem aardig. Ik wil hem blijven volgen, als Delgado en Lifton. | |
26 november 1972Trein naar Chappaqua, New YorkBegon twee dagen geleden in Things to Come van Herman Kahn, Thinking about the 70's and 80's.Ga naar voetnoot339 Heb al zoveel onzin gevonden. Die man is niet goed bij zijn hoofd. ‘The only obvious populist leader in America today is George Wallace, who may be the most important man in America...’ Een pagina verderop: ‘Although there have been no elections in Greece, Greek Gallup polls (which seem to be | |
[pagina 241]
| |
honest)Ga naar voetnoot340 indicate that under the reign of the Colonels, the Greeks are one of the most happy and optimistic people in the world....’Ga naar voetnoot341 Blader ook nog eens in zijn laatste artikelenGa naar voetnoot342 waarin hij sprak over ‘Sukarno's fellow-travelling Indonesia’. De man weet echt niet waarover hij bazelt. Dat wordt een gezellige ontmoeting. Toen ik arriveerde opende een vrouw in pyjama met een jas er overheen de deur, een sigaret bengelde uit haar mond: ‘I am Kate Kahn.’ En daar zat Herman, met een ongelooflijke hangbuik, op blote voeten middenin een interview met Readers Digest. Het ging over de successen van Harry Truman. Ik luisterde mee en raakte wat geïrriteerd en vroeg: ‘En wat Truman in China deed, was dat ook een succes?’ ‘Well, perhaps not,’ zei Kahn meesmuilend. ‘You lost China. Do you think Chiang would have done any better?’ ‘Most certainly he would have.’ ‘Economically?’ ‘Of course.’ Ik dacht: laat ze maar laten kletsen anders gaat die man nooit weg. Ben trouwens van 10.30 uur, als afgesproken, tot 13.20 uur in huize Kahn geweest zonder dat iemand op de gedachte kwam thee of koffie te serveren. Er was blijkbaar helemaal niets. | |
Chappaqua - New YorkBen te voet terug naar het station gelopen, want ik had geen zin door Kate Kahn te worden weggebracht, nadat zij zich zo ongeciviliseerd had gedragen. Bovendien, terwijl ik met haar man in gesprek was, riep zij naar ons: ‘I don't understand why Johnson ever stopped the bombing...’ Ik liep liever dan bij een lunatic in de auto te zitten. Herman dacht mij bij vertrek nog een compliment te kunnen maken: ‘It was much better then I thought it would be. I had expected a closed mind, but this was useful...’ Kahn vond de namen op mijn lijst prima. Hij was het eens dat ik nu bezig was ‘with the most important subject now before mankind’. Hij wist zelfs dat er in Holland 200.000 exemplaren van Grenzen aan de groei waren verkocht. Aanvankelijk naar mijn namenlijst kijkende zei hij: ‘But do you understand what they all are talking about?’ | |
[pagina 242]
| |
‘If I do not understand something, I simply ask,’ heb ik geantwoord. ‘I will find out,’ zei hij toen. Hij had al zovele uren gekletst dat het schuim op zijn bek stond. Er wandelde op een gegeven moment een ongezond uitziende jongeman binnen. Ik neem aan dat het een zoon was, veel te dik en eveneens mislukt, maar er volgde geen verklaring of introductie. Ik had het gevoel bij Amerikaanse Papoea's op bezoek te zijn. Hij maakte het ene outrageous statement na het andere. Eerst vertelde hij twee dagen te hebben uitgetrokken om zijn standpunten aan Aurelio Peccei uiteen te zetten: ‘But later I learned that Peccei was distorting my views before unesco, then I was angry with him.’ Hij begon ook over een ontmoeting met Edward Teller en een open confrontatie met hem. Natuurlijk hadden Theodore Sorensen en Arthur Schlesinger jr. nog altijd geen flauw benul van hoe John F. Kennedy in Vietnam terecht is gekomen. Vandaar belandden we op de moord in Dallas en Kate riep er weer eens tussendoor dat ze zeer gekant was tegen complottheorieën. Ik wilde ook zeker zijn van die onzin en vroeg om een verduidelijking: ‘You believe it wasn't a plot and Oswald killed jfk?’ ‘That's right,’ zei Kahn. Maar aan de andere kant wilde hij niet ontkennen dat er vraagtekens geplaatst konden worden. Hij viel ook nog al mee ten aanzien van Fidel Castro. Toen ik hem vertelde dat Richard Nixon mij in 1968 toevertrouwde dat Amerika de Marines naar Indonesië had moeten zenden om de Hollanders tegen Sukarno te helpen noemde hij dat een absurde uitlating.Ga naar voetnoot343 Dat was tenminste toch nog iets waar ik het mee eens was. Herman Kahn lijkt me een gevaarlijke man. Hij is in staat nonstop te kletsen zonder dat er kop of staart aan zijn redeneringen te vinden is. Geen wonder dat Aurelio niet wist wat hij met deze kerel moest beginnen. Gewoon een eng figuur. Bijvoorbeeld zei hij: ‘I would gladly sacrifice the lives of 10 million Americans for our political and moral interests and our moral in general.’ Hij meende het ook nog. Hij is gek. Hij noemde het een pathologische reactie toen ik opmerkte dat het vermoorden van een onschuldige mens even crimineel was als het vermoorden van één miljoen onschuldigen. Hij schakelde over op de eerste vrouw die in de vs met de elektrische stoel was omgebracht omdat zij naar bed was geweest met een getrouwde dominee. Is dat gebeurd? En wanneer je hem dan vangt, ver- | |
[pagina 243]
| |
zint hij weer een andere draai en zegt: ‘Look, forget good or bad, forget whether we should have been in Vietnam at all. We set ourselves a goal, and it looks as if we had some luck after all and are going to make it...’ | |
Dallas, Texas, Statler Hilton HotelSchreef mam en Peter. Nam een taxi naar Charming Lane, waar George de Mohrenschildt tegelijkertijd, in Jeannes auto - met de kap neer, arriveerde. Warme ontvangst. Hij wilde geïnformeerd worden over wie dr. Cyril Wecht was. Om 16.05 uur arriveerde Wecht, eveneens per taxi, gehaast en nerveus, want hij moest om 18.00 uur tijdens een dinerbijeenkomst een rede houden. George verwelkomde Wecht met de woorden: ‘So, you found me.’ Dr. Wecht stelde kalme gerichte vragen. George mocht hem meteen. Hij zei later direct geweten te hebben met een jood te maken te hebben. Toen de Amerikaanse invasie van de Varkensbaai in Cuba ter sprake kwam trok De Mohrenschildt een vergelijking tussen de haat van anti-Castro-Cubanen tegen jfk (omdat Kennedy de clandestiene luchtdekking boven de Varkensbaai terugtrok) en de haat van de joden tegen Hitler. Jeanne bleef ons voortdurend in de rede vallen. Eerst had zij gevraagd of zij weg zou gaan, maar George had gezegd: ‘On the contrary, sit here.’ Maar ze was hinderlijk. Ik heb haar steeds moeten vragen zich niet in het gesprek te mengen. Op een gegeven moment kwam ze met haar fameuze verhaal over haar liefde voor honden en zei: ‘I am a dog.’ Wecht vertrok geen spier maar de hemel mag weten wat hij dacht. Wat zij bedoelde was dat ze voelde, rook en de instincten had van een hond. Zij beschermde haar man en zichzelf als een hond tegen ‘vijanden’, wie dat ook mochten zijn. De Mohrenschildt vertelde dr. Wecht hoe Life magazine een interview met hem was komen maken. Twee dagen later kwam er weer mensen van Life en toonden hem een aantal foto's van Cubanen die mogelijk bij de aanslag op jfk betrokken zouden hebben kunnen zijn. Het ging er om of George, als vriend van Oswald, enige van deze heren met Lee Harvey had samen ge- | |
[pagina 244]
| |
zien. George telefoneerde Life, over dit tweede bezoek toch achterdochtig geworden, waar men niets wist van foto's van Cubanen en dit tweede bezoek. Ze waren namelijk met z'n tweeën geweest. George zei: ‘One of them looked like a real killer.’ De Mohrenschildt ontkende dat enige Dallas-oliebaronnen iets met de moord van doen hadden gehad. Hij onderstreepte tegenover dr. Wecht dat de cia, gebruikmakend van Cubanen, de moord had uitgevoerd. Jeanne knikte bevestigend. Zij vroeg Wecht trouwens op de man af wat zijn bedoelingen waren met het zich inzetten voor de zaak. Hij gaf een diplomatiek antwoord, maar George geloofde hem. ‘You like anybody who licks your ass,’ zei Jeanne later tegen haar man. Zij benadrukten tegenover Wecht opnieuw met affectie dat Oswald onrecht was aangedaan en dat hen dit speet. Cyril Wecht vertrok haastig met een taxi naar Fort Worth. Wij gingen aan tafel. ‘You would have liked Lee,’ zei George tegen mij. Toen Jeanne weer eens idioot deed en onzin sprak vroeg De Mohrenschildt mij: ‘Geef me Peters adres, ik wil hier weg.’ Zij maakte bovendien een scène nadat George en ik een wandeling hadden gemaakt. Nadat ze ontdekte dat we langs een bepaalde tennisbaan waren gewandeld maakte ze daar een scène over die aan waanzin grensde. Het liep helemaal uit de hand toen George mij vertelde dat Jeanne een afschuwelijke ruzie over een cheque in de Houston Country Club had gemaakt. Mevrouw schakelde over op Russisch. Haar stem sloeg over en zij eiste dat George haar hand zou kussen. Het was dermate gênant dat ik tien minuten buiten ben gaan wandelen. Toen ik terugkwam was het eten gereed en leek alles weer normaal. George bracht me later naar het vliegveld want ik reisde door naar San Francisco. Hij adviseerde me ‘krachtig detectivewerk’ te ontplooien in de Cubaanse samenleving in Dallas, wilden de nos en ik ooit resultaten boeken en er achterkomen hoe de moord op jfk in elkaar zat. ‘The Kennedy's do not want the truth to come out,’ zei George, ‘since they don't want him to have died as a moron. The country doesn't want the truth, because it would mean an explosion. Probably the blacks in this country would want to know, since they naively liked him thinking he was on their side.’ De Mohrenschildt filosofeerde verder: ‘Of course, Dr. Wecht will be famous if he would succeed in unravelling the mystery.’ ‘I want my share in the game, since I worked a long time on this matter as well,’ zei ik. De scènes met Jeanne waren verschrikkelijk. Ik laat het meeste | |
[pagina 245]
| |
uiteraard weg. George probeerde de herinnering eraan te bagatelliseren. ‘If I leave her, she either becomes a drunkard or will end up in a lunatic asylum. That I will not do to her.’ ‘You were a perfect diplomat’ zei hij, ‘you went away at the right moment and came back at the right moment.’ Hij procedeert nog steeds tegen een oliemaatschappij in Oklahoma over een bedrag van 6 miljoen dollar omdat ze een concessie van hem hadden gestolen in Nigerië. Hij gaf de zaak 33⅓ percent kans van slagen. Hij had een schurkachtige joodse advocaat genomen die invloed had omdat hij ook bepaalde vakbonden vertegenwoordigde. Hij zou misdadige methoden volgen indien dit nodig mocht blijken, inbegrepen het vervalsen van documenten, om de zaak te winnen. Altijd wanneer ik terugkom begint George eerst over zijn zieke dochter Nadja.Ga naar voetnoot344 Zij ging nu naar een pre-medical-school en een anti-Castro-Cubaan adoreert haar. Zij was weer vijf dagen in kritieke toestand opgenomen in een ziekenhuis in Florida. George was er onmiddellijk naar toegegaan en was bij haar gebleven. Hij vroeg of ik haar wilde schrijven. Dat deed ik ter plekke. Hij schreef de enveloppe. Sprak ook met hem over de betekenis van Peter in mijn leven en toonde hem foto's. ‘Bring Peter hier, en we gaan samen naar Mexico,’ was zijn reactie. Ik kan nog altijd geen kop of staart vinden aan de werkelijke situatie in huize De Mohrenschildt en weet niet wat te geloven en wat verzonnen is of onwaar. Het blijft een puzzel. | |
28 november 1972San FranciscoGing gisteravond rechtstreeks van het vliegveld naar de steam-room van Turk Street. Had seks met een Mexicaan, Rudolfo. Stond lang onder de douche en voel me uitzonderlijk opgepept. Wat gisteren eigenlijk nieuw was, was dat George voor het eerst toegaf dat hij en Oswald inderdaad met pro- en anti-Castro-Cubanen in New Orleans ‘had fucked around’, zoals ook de officier van justitie, Jim Garrison, steeds maar beweerde. Yevgeny Yevtushenko zegt in Playboy dat ‘many times a thought is more powerful or more profound if it is expressed in a whisper rather than in a shout’. Wanneer de interviewer, Michael Laurence, dan spreekt over ‘selling poems’, zegt de Rus: ‘You are talking about poetry as if it were tooth paste. The poet's role is not to sell poems but to write them. Wealth - by your | |
[pagina 246]
| |
American standards - is a misfortune that cannot occur in a socialist society.’Ga naar voetnoot345 Beatrix en Claus schijnen naar de Sovjet Unie te gaan. Daar wil ik bij zijn. De Telegraaf kwam meteen met een veroordeling en begreep niet waarom de regering-Biesheuvel daar toestemming voor had gegeven. ‘Een dergelijk bezoek verschaft een extra accent, zoals in het verkeer tussen vrienden diensten en gunsten worden bewezen, waarvoor kennissen niet in aanmerking komen,’ aldus dit koude-oorlog-blad.Ga naar voetnoot346 Naar fascistische generaals in Indonesië gaat natuurlijk de koningin zelf - niet eens de kroonprinses - en met uitbundige instemming van De Telegraaf. Maar sovjetcommunisten, ho maar. Ze denken gewoon niet na. | |
Foothill CollegeHeerlijke zon, een schitterende dag. Een student staat achter een luidspreker. Hij wil in het studentenbestuur worden gekozen. Niemand luistert. Iedereen loopt hem straal voorbij. | |
29 november 1972Los Altos HillsPeter was in Groningen. Reed in mijn droom naar hem toe. Ging ergens bij een benzinestation hem opbellen. Toen ik weg wilde rijden was mijn auto gestolen. Het lijkt wel of dromen uitlaatkleppen zijn voor onbewuste angsten. Later kwam hij mijn slaapkamer in mijn ouderlijk huis De Horst binnen in pyjama. Ik herinner me dit detail. Stond op, omhelsde hem en dacht ‘nu moet ik huilen’ om aan mij verdriet uiting te geven. George de Mohrenschildt merkte op, nadat ik vertelde dat Peters vader al 60 jaar was toe hij werd geboren: ‘A boy born from an older man has all the chances in the world to be wise and brilliant.’ Het was de eerste keer dat ik Dallas verliet met het gevoel dat George minder schuldig is dan we steeds dachten, maar wel weet hoe de moord op jfk in elkaar zit. Ontmoette dr. Linus Pauling die in 1954 de Nobelprijs voor chemie ontving. In 1962 kreeg hij een tweede Nobelprijs. Hij schreef een bestseller over vitamine C als bestrijder van een ordinaire kou/griep. Er hing een bord Stop all war now naast zijn telefoontoestel. Hij was nog even bezig met een televisieploeg maar daarna kon ik met hem spreken, niet rustig, want de tv-mensen bleven erbij.Ga naar voetnoot347 | |
[pagina 247]
| |
The Christian Science MonitorGa naar voetnoot348 publiceerde een gesprek van een pagina met Margaret Mead ter gelegenheid van haar memoires: Blackberry Winter: my earlier years.Ga naar voetnoot349 Zij neemt terughoudendheid in acht ten aanzien van haar herinneringen en vertelt alleen aardige dingen over familie, vrienden, vijanden en zichzelf. Zij wijdt die houding aan ‘a greater sense of discretion’ van haar generatie. Misschien. Maar ik ben het daar niet mee eens. Over het huwelijk zegt zij: ‘Society forced people into marriage by giving adolescents nowhere else to go, unless they joined the Army or their families had enough money to send them away to college.’ Ze vervolgt: ‘The social pressure to have children is off, so now the question people should ask is “Why should we have children?”, “Are we a suitable couple?”’ Zij vindt dat ‘geliefden’ best een kinderloos huwelijk kunnen testen om na te gaan of in een later stadium - op de basis van een ferme man-vrouwrelatie - kinderen een haalbare kaart zijn. We hebben herhaaldelijk over deze onderwerpen gesproken. Zij zegt ook tegen de Monitor. ‘Homosexuality is very old, and you find varieties of sexual behavior under conditions of freedom and affluence. Homosexuals are simple chosing another male role...’ Telefoneerde met ambassadeur Howard Jones die nu in Californië woont. Hij schrijft een nieuw boek, nu over Zuidoost-Azië in het algemeen. Lieve brief van Peter arriveerde bij de Kelloggs waar ik logeer. ‘Na zo'n afscheid, als in Londen is het altijd leeg en stil, ook al ben je middenin de drukte. Je telefoon (de volgende ochtend) kwam heerlijk onverwacht net toen ik aan mijn koffie zat.’ Zijn economie-examen was een grote flop geweest, maar geen van de anderen had eruit kunnen komen. Hij had het gesprek van Bibeb met Croiset gelezen en vond het ‘wel goed’. ‘Jij wordt nog genoemd naar aanleiding van je reis met Croiset naar Amerika.’ Typisch Bibeb, omdat ik haar aanspoorde Croiset te ‘tekenen’ bracht ze mij in haar artikel. Peter eindigde met me eraan te herinneren algenpillen in te nemen en ‘gezond te eten’. Gaf een lezing op Foothill College geregeld door Marjorie Kellogg. Er waren veel studenten. Ik genoot ervan. 's Avonds reden Bill en Majorie me naar Edward Teller in Berkeley. De man was een lamstraal. Zijn huis werd elektronisch bewaakt. We dienden exacte instructies te volgen om binnen | |
[pagina 248]
| |
te komen. We werden verwelkomd door mevrouw Teller die ons vroeg in een zitkamer plaats te nemen. Er stond een vleugel en het leek wel of de kamer van hout was vervaardigd. Ondanks al het getelefoneer, ook van Marjorie, wist niemand dat we zouden komen. Mevrouw Teller ging de atoomgeleerde van boven halen. ‘What is this all about,’ was zijn openingszin. Dacht: weer een boer, ditmaal uit Hongarije. Hij had blijkbaar ook de correspondentie nooit gelezen en wist niets van Limits te growth. ‘Give me a little lecture what it is about and we can begin,’ was zijn advies. Wat een oceaan van verschil met Linus Pauling, die je met warme menselijkheid tegemoettreedt en je oprecht aankijkt. Raffelde eerst de namen af van de personen van de reeds gereedgekomen interviews. Intussen had hij mijn blocnote met aantekeningen gewoon ter hand genomen en zat erin te bladeren. Bij het lezen van de naam Herbert Marcuse leek hij te exploderen: ‘Now really,’ aldus Teller, ‘I can understand that you intend to write a balanced book with a variety of opinions, but Marcuse! He is in favor of violence, especially left-oriented violence, but of course, he opposes right-wing violence. I hoped you would know better where to draw the line.’ ‘If I can have a fool like Herman Kahn, I can have Marcuse as well,’ antwoordde ik. ‘But then is Marcuse a gold-plated fool,’ aldus Teller. Later kwam hij op Kahn terug en vroeg waarom ik hem ‘a fool’ had genoemd. Ik had dit niet moeten zeggen, want eigenlijk was ik daarmee geen haar beter dan al die wetenschappers die elkaar de grond in probeerden te trappen tegenover mij. Ik gaf als voorbeeld dat Kahn had beweerd dat de planeet gemakkelijk 50 miljard mensen te eten en drinken kon geven. ‘That would be nice,’ zei mevrouw Teller. Kahn had iemand op het Marine Laboratory in Woods Hole gesproken (ben de naam vergeten) die hem zou hebben gezegd dat de aarde 200 miljard mensen zou kunnen behuizen: ‘Because we still are treating our oceans like cavemen.’ Dr. Edward Teller kende de bron persoonlijk en zei: ‘I know him well enough to be able to say he would not make such a statement.’ Hij ging naar boven om iemand te bellen en gaf mij opdracht om vast nieuwe vragen te bedenken. Toen hij beneden kwam vond hij het maar slap hengelen naar de bekende weg. Hij had nu eenmaal Limits to growth niet gelezen en bovendien geloofde hij helemaal niet in een zogenaamd wereldcomputermodel: ‘Because that is nonsense, far too difficult and far too complicated.’ Dat moet een kolfje naar de hand van Bill Kellogg zijn | |
[pagina 249]
| |
geweest die het ook allemaal maar onzin vond. Trouwens, toen hij weer beneden kwam vond hij het blijkbaar kil in de kamer, want hij zei tegen zijn vrouw ‘Miscka!’Ga naar voetnoot350 en snauwde haar af met het bevel direct een vuur aan te steken. Het klein oude dametje, gekleed in een gebloemd broekpak, knielde voor de haard en probeerde het hout aan te steken. Het lukte maar niet tot irritatie van haar man. ‘We will use “fusion” for the fire,’ zei zij nog als grapje. ‘Did you ever see that?’ Teller lag kort daarna ook languit op de grond om de zaak aangestoken te krijgen, wat na lang gemier, gemopper en gevloek gelukte. Ik kon me in de verste verte niet voorstellen dat iemand van zijn niveau, bovendien en plein publique, zich aldus tegenover zijn vrouw zou gedragen. Voor dit incident, toen hij beneden kwam, was ik al dermate over zijn plompe gedrag geïrriteerd geraakt dat ik feitelijk op het punt stond verder voor de eer te bedanken en op te krassen. Mijn inleiding was er al uit, namelijk dat ik weg moest, omdat de Kelloggs in de auto op mij wachtten. ‘Invite them in,’ zei hij toen. ‘I am ready to call the Nazis the greatest danger to mankind, but the Soviets almost are not much less of a danger,’ aldus Teller. Ik antwoordde dat naar mijn mening, en gezien vanuit een nucleair standpunt: ‘The Soviets are a hundred times greater threat then the Nazis.’ Hij wilde weten wat zijn vriend Eugene Wigner had gezegd. Ik vertelde nogal geschokt te zijn geweest dat professor Wigner had gesproken van het doden van zes miljoen mensen in de Sovjet-Unie als zij hun steden zouden evacueren, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Abrupt viel Teller in de rede: ‘I know what Wigner thinks.’ Teller achtte B.F. Skinner helemaal geen psycholoog en deed vervolgens een verhaal over hoe Skinner zichzelf tijdens een televisiediscussie tegen de muur had genageld. Ook was Robert Fano van het mit een bekende voor hem. We gingen nader in op atoomvernietiging. Ik citeerde de Zwitserse psychiater C.G. Jung die Hirosjima eerder een ramp had gevonden gezien vanuit het standpunt van de psyche van de mens, dan een technologische ramp die liet zien waartoe de mens in technisch opzicht toe in staat was. ‘What do you mean,’ zei Teller, ‘I do not understand you.’ Hij vervolgde: ‘I think it was probablyGa naar voetnoot351 a mistake the bomb on Hiroshima, but many people felt at the time...’ Ik viel hem in de rede en zei: ‘Yes, but I am not talking about the question | |
[pagina 250]
| |
whether the bomb should have been dropped or not, either on Hiroshima or anywhere else. What Jung meant was the invention of the bomb, the knowledge of the technology to explode such a devise over a large, open Asian city, the psychology, the derailed psyche's who dreamt the thing up, that was the disaster to mankind, not per se the technology as such. What they did with that technology was a calamity of incalculable proportions.’ ‘I do not understand what you are talking about,’ antwoordde Teller flatly. Ik stond perplex. Hoe is dit duidelijker uit te leggen? Later zei Bill Kellogg in de auto dat hij mij ook niet had begrepen en voegde eraan toe: ‘Do you understand yourself what you are talking about?’ ‘I most certainly do, and I most clearly understand what Jung actually meant.’ Ik raakte vervolgens in een verhitte discussie met Bill Kellogg over de vraag of psychologen en sociologen wel als wetenschappers konden worden beschouwd. ‘Wie zegt mij,’ aldus Kellogg, ‘dat een psycholoog geen medisch arts is? Omdat zij zichzelf wetenschappers noemen behoeven zij dit nog niet te zijn of wel soms? Je zou hen hoogstens experimentalisten kunnen noemen.’ Ik wond me hierover op. We namen eigenlijk in een koele stemming afscheid. Bij de vergelijking van de nazi's boven Warschau en Rotterdam met de Amerikanen boven Hirosjima en Nagasaki zei Teller: ‘When Genghis Khan invaded Iran he killed every living thing much more thoroughly then either Rotterdam or Hiroshima had achieved. Khan did a better job of killing without the use of any technology.’ Hij staat op het standpunt dat een atoomoorlog, ook al zal dit een rampspoed betekenen, minder ernstige schade zal aanrichten ‘than our softheaded futurologists predict.’ Toen ik aangaf verbaasd te zijn geweest over de onoverbrugbare controverses tussen Skinner en Chomsky of Forrester en Nordhaus, zei Teller: ‘You seem to forget that scientists are just the same type of people as everyone else, and even probably less objective, because they feel so certain within their own fields of study.’ | |
1 december 1972Los Angeles AirportMargaret Truman publiceert haar memoires, een slap Libelle-achtig verhaal.Ga naar voetnoot352 ‘Dad gave many lectures at universities,’ schrijft zij. ‘Invariably someone would ask him if he ever had | |
[pagina 251]
| |
second thoughts about dropping the atomic bomb. Dad would always say that “it was a question of saving hundreds of thousands of American lives”.’ Wanneer Japan door Yanks bevrijd had moeten worden zouden volgens de berekeningen nog eens 250.000 Amerikanen zijn gesneuveld, plus 500.000 voor het leven verminkte soldaten. | |
Hollywood, Whitley TerraceLogeer bij William Bast en Paul Huson. Quick swim in hun marvellous pool en lunch op het terras. 's Avonds was er een dinner-party met veertien gasten, grass-sigaretten gingen rond, waar ik niet aan meedoe. Er waren acteurs en executives van Paramount en andere filmindustriemensen, maar ik heb me vrij vroeg teruggetrokken en ben gaan slapen. | |
2 december 1972Ontmoette William Thompson. Hij was fantastisch interessant en spoot woorden als een fontein. ‘I have the feeling that I hit a Texas well, not of oil, but of words,’ zei ik tegen hem. Ik denk achttien pagina's tekst te hebben en zei zelf vrijwel niets. De luxe van Hollywood-winkels verbaast me altijd weer. Paul vertelde dat ze zelfs kerstkousen voor honden verkopen. ‘Quite decadent,’ voegde hij eraan toe. | |
3 december 1972Wandelde de heuvel af naar de Holiday Inn voor een kop koffie. De Aziatische jongen, die me bediende, met lang haar en een beautiful smile maakte het begin van de dag plezierig. Prepareerde me op Marcuse en ergerde me aan diens constante terugvallen op Marx en Engels om zijn stellingen te bewijzen. Toen ik weer de berg opliep naar Whitley Terrace kwam een bruine herdershond op me af. Eerst kreeg ik het warm, daar ik niet wist of het beest vriendelijk zou zijn. Het dier liep mee tot aan het hek van Bill Bast. Zoiets kan me grenzeloos verbazen en bezighouden. Bill raakte vannacht voor 120 dollar aan goudvissen uit zijn vijver kwijt omdat wasbeertjes ze komen weghalen. Volgende week om deze tijd ben ik godzijdank weer thuis en hopelijk met Peter. In de Christian Science Reading Room wilde ik een krant kopen. De dame zei: ‘We do not accept money for papers on Sunday.’ Werd aangehouden door een agent op een motorfiets omdat ik ondanks rood licht overstak. Hele discussie. | |
[pagina 252]
| |
4 december 1972HollywoodHet regent. Vertelde Bill Bast van de ‘ontmoeting’ met de cop. Bill: ‘I could have known. I should have given you a note yesterday, saying, “Dear Officer: I have told this man not to jaywalk. He is a dangerous person. Please lock him up and teach him a lesson”.’ Typische Bast humor. I like him. Ken hem nu vijftien jaar. Wat me echter verwonderde dat zijn woede en kritiek wat zijn moeder betrof met de jaren niet was afgenomen, maar steeds weer boven borrelde en allang verwerkt had moeten zijn. Heb mam een artikel gezonden over een fresco dat vanonder zes lagen verf te voorschijn is gekomen. Misschien leest zij het niet eens, maar het zou het begin van een nieuwe golf van gedachten kunnen zijn.Ga naar voetnoot353 Vloog naar San Diego waar Kenneth Goodall van Psychology Today me afhaalde. Witte jeans, blote voeten in sandalen. We reden regelrecht naar het huis van Marcuse. Geen naam op de deur. Marcuse ook in een open hemd, sportbroek en een dikke sigaar. We gingen naar zijn werkkamer, met uitzicht op de tuin. Over Ernest Mandel zei hij: ‘You better give him a tranquillizer first, or he will talk for ever.’ Ik vertelde hem over sommige standpunten van Edward Teller. ‘I only regret,’ antwoordde hij, ‘that I once gave this man a hand, not knowing who he was. He is a dangerous criminal...’ Hij vertelde geweigerd te hebben met William Buckley op televisie te verschijnen. ‘The only one who came on top of Buckley, I have seen, was Abbie Hoffman.’ Marcuse was aardig. Een warme blik. Hij wilde eerst alle vragen weten en liep heen en weer toen ik hem inzicht gaf in wat ik wilde weten. Ik begon met Hegel, die als doel van de geschiedenis ‘the recovery of the unity of human nature’ had gezien. ‘Leave Hegel out: that would get us in too complicated matters,’ was zijn antwoord. Hij was niet enthousiast over John Rawls' boek A Theory of Justice en vond Rawls zelf pitloos. En ineens de uitschieter: ‘Daniel Bell, I hate him!’ Hij legde zijn bezwaren verder niet uit, maar was kennelijk geschokt dat ik op weg was naar deze Harvard-professor. Marcuse vond dat ik Barrington Moore Jr. Reflections on the Causes of Human Misery and upon Certain Proposals to Eliminate ThemGa naar voetnoot354 | |
[pagina 253]
| |
zou moeten lezen. Hij vond hem één van de zes of zeven beste minds in Amerika. Moore was staflid van het Russian Research Center van Harvard. Ik probeerde Herbert Marcuse anders te stemmen over Teller door te zeggen dat hij dagelijks piano speelde. ‘That means nothing to me,’ antwoordde hij, ‘Himmler loved to play the piano and Göring loved animals.’ En dan te bedenken dat Teller zich even antinazi uitliet als Marcuse. Over B.F. Skinner zei Marcuse nog: ‘What did he achieve by torturing pigeons all his life?’ Ken Goodall heeft hele donkere ogen. Was het zijn foto in Psychology Today die me werkelijk inspireerde met hem in zee te gaan. Hij draagt al zijn boeken aan zijn lover op. Hij was in analyse geweest bij psychiater Hendrik Ruitenbeek in New York. Hij wilde weten waar Peter mee bezig was en bestudeerde zijn foto. Psychology Today begon vijf jaar geleden met een oplage van 40.000 en zit nu op 750.000. De geldschieters wilden de richting van Newsweek uit. Ik maakte hem nieuwsgierig naar Gerard Croiset en diens ‘inzichten’ in de jfk-moord. Ken had Cyril Wecht ontmoet. De hoofdredacteur van Psychology Today geloofde in het befaamde Warren Rapport over Dallas, dus hij zou een artikel ergens anders moeten zien kwijt te raken. Gisteravond keek ik met Bill en Paul naar opnamen van een begrafenis van een zeventienjarige Vietnamese paratrooper. De huilende familie stond bij het graf. ‘This means nothing anymore to the us television public,’ zei Bill. Ik dacht: is een duidelijker illustratie van wat Robert Jay Lifton ‘psychic numbing’ noemt denkbaar? | |
5 december 1972New YorkWenste dat ik Peter zou kunnen bellen. Doubleday neemt mijn Club van Rome-interviews toch niet. Jan Buis is bezig het boek te plaatsen via Sanford J. Greenburger Associates, Literary Agents. Er is geen andere manier om hier een boek uit te geven. Ik sta met mijn boek in hun circulaire vermeld. Ik ontmoette Francis Greenburger, de zoon, aan wie ik me blauw ergerde omdat hij heel tergend langzaam met open mond op kauwgom smakte. Robert Keedick deelde mee geen lezingen voor me te willen boeken, want het onderwerp van de Club van Rome was niet je dat. Alain Vidal-Naquet heeft een driehoeksverhouding met een Filippino in de vn en met zijn lover. Wel ja. Hij lijkt madly in | |
[pagina 254]
| |
love. Vanmiddag spreekt hij in één van de vn-comités over het onderwerp ‘Jeugd’. Ontmoette Bernard Person. ‘Wie is Margaret Mead?’ vroeg hij nota bene. Person en Alain waren trouwens beiden verrukt van Salvador Allendes toespraak in de vn. Alain wist nog te vermelden dat tijdens een lunch in het vn-gebouw een adjudant van Allende al het voedsel eerst zelf had geproefd. George Bush, de Amerikaanse ambassadeur bij de vn, had een persconferentie gegeven die Alain omschreef als ‘asinine’. Person had Bush juist prachtig gevonden. Lunchte met mijn oude vriend Geza Selmeci uit Hongarije in het restaurant voor diplomaten. Hij vond de vn langzamerhand ook een farce zowel wat politieke macht en invloed als politieke effectiviteit betreft. Hij vond New York, na een aantal jaren te zijn weggeweest, zeer achteruitgegaan. Ik dacht: breek me de bek niet open. In Boedapest was men uitermate kritisch ten aanzien van Limits to growth en de Club van Rome-pleidooien. ‘We must have growth while freedom must be limited. Plans have to be drawn up years ahead. We, too, treasure democracy and freedom, but not the type of freedom as known in your world.’ Hij adviseerde me om na te gaan wat Marx en Lenin hadden geschreven over democratie, het individu en vrijheid. Dit was een must alvorens socialistische landen te bezoeken.Ga naar voetnoot355 Bezocht Jacqueline de Gunzburg. Zij vond mam net als vorig jaar ‘a great lady’. ‘Dat weet ik,’ antwoordde ik haar. Toen zij ook nog begon over een ontmoeting met een jongeman uit Puerto Rico ‘so well built, much more beautiful then your Peter,’ had ik de neiging stante pede te vertrekken. Ik telefoneerde met de heer Gerald Barney van de Council on Environmental Quality in Washington.Ga naar voetnoot356 Hij zei letterlijk: ‘You caused me great embarrassment. Someone went to Begemann's boss and told them you were going to sue them.’ Dus Begemann richtte zich tot Barney met de woorden: ‘You were the only one I spoke to about Willem Oltmans.’ Barney bleek ook reeds naar mijn lezingenmanager Barbara Applegate gebeld te hebben dat ik hem in grote verlegenheid had gebracht. Misschien heeft Begemann inderdaad alleen tegen Barney gesproken, maar het heeft intussen wel het effect gehad dat er een schandaal is ontstaan dat zonder de leu- | |
[pagina 255]
| |
gens van Begemann cum suis er niet zou zijn geweest. Bovendien verlies ik nu voor de zoveelste maal waardevolle en zorgvuldig opgebouwde contacten. Ik krijg Dingell en Packwood nooit meer voor mijn boek. Omdat ik alleen met Henk Leffelaar van de gpd had besproken van plan te zijn een actie tegen deze Begemann te ondernemen, belde ik Henk op. Hij gaf meteen toe naar de opvolger van Egbert Kunst, de heer Viessen, te zijn gestapt om te waarschuwen dat ik Begemann zou aanpakken. Waarom had hij dit gedaan? Om ze te waarschuwen zoiets in het vervolg niet meer te flikken. Had je gedroomd! Ze doen het al vijftien jaar lang! Ik belde Leffelaar terug en vroeg hem, daar hij de heren Viessen en Begemann zo uitstekend scheen te kennen, of hij een ontmoeting voor a.s. vrijdag kon regelen, dan kwam ik daarvoor naar Washington. Henk: ‘Ze zijn natuurlijk als de dood voor je... en trouwens, een rel vind je toch fijn?’ Wie vindt een rel fijn? Ik verdom het om dit soort provocaties van overheidszijde over mijn kant te laten gaan. Ik zal me er eeuwig tegen blijven verzetten en allerminst omdat ik het zo leuk zou vinden. Helemaal niet. | |
6 december 1972New YorkDe New York Times verschijnt vanmorgen met 96 pagina's. Hoe doen ze het? Arme bomen. Ik vind deze rondreis langs de great minds van de moderne wereld maar een teleurstellende aangelegenheid. Ik kan, zeker op dit moment, niet anders doen dan de gesprekken die de heren en dames hebben goedgekeurd, publiceren. Alle gesprekken en belevenissen eromheen noteer ik getrouw en zijn, althans voorlopig, niet publicabel. Intussen is man at large busy screwing himself into extinction, as so many species in the past, tearing the world and the environment right down with him. Après nous le déluge. | |
Princeton UniversityZit in een kleine bibliotheek vol met literatuur over atoomwetenschappen, ruimtevaart, tijdschriften en boeken. Ik word er eigenlijk misselijk van om ernaar te kijken. Op een bord staan met krijt tal van wiskundige formules. Ik wacht op Freeman Dysor, een hoogleraar natuurkunde aan het Institute of Advanced Studies hier, die in The New York Times heeft gesproken over de mogelijkheid van ‘the greening of the galaxy (...).’ ‘One thing you can say for sure about the future,’ aldus Dyson, ‘it will not be the way anybody expects.’ Professor Dyson | |
[pagina 256]
| |
ziet ‘biology as the main frontier’. Hij verwacht over misschien vijftig jaar ‘mastery over the basic processes of biology that we have achieved in physics and chemistry.’Ga naar voetnoot357 | |
7 december 1972Lange en uitermate aangename ontbijtontmoeting met Aurelio Peccei in het Delmonico Hotel, waar hij logeerde. Hij sprak telefonisch met Francis Greenburger, omdat ik hoopte dat dit bij deze literaire agent het effect zou hebben dat hij meer zijn best zou gaan doen. Ik sprak ook met Barrington Moore, maar zoals Marcuse al verwachtte, zijn reactie was: ‘Alles wat ik heb te zeggen staat in mijn boek.’ Geen interview dus. Loet Kilian heeft zijn examen, ondanks de inspanning en hulp van Erik van der Leeden, niet gehaald. Dat is voor hem een ramp. Hij was zo dicht bij zijn doel om vliegenier te worden. De laatste loodjes wegen het zwaarst. Mijn interviewprogramma begint gereed te komen. Vertrek naar Boston. | |
Harvard University, William James HallVreemde man Daniel Bell. Ontmoette hem omringd door vele duizenden boeken, die hij nooit gelezen kan hebben. Hij zei vrijwel niets persoonlijke, dus ik nam het gesprek op en ben geëclipseerd. Begaf me naar het Stattler Hilton waar de receptionist vroeg of Amsterdam in Duitsland lag. Telefoneerde tien minuten met B.F. Skinner die nog steeds onder ons gesprek uit probeert te komen. Hij dreigde eigenlijk de hulp van zijn advocaat te zullen inroepen, waar ik me niet door liet imponeren en zei dat de advocaten van Bruna - ter plekke uit mijn duim gezogen - van mening waren dat we helemaal geen permissie van hem nodig hadden om een opgenomen gesprek te publiceren. Maar ik bood andermaal aan zijn interview door Ken Goodall te laten bewerken. Ja. Ken was een prima man, maar was het niet beter het interview helemaal uit mijn boek weg te laten? Dit herhaalde hij. Ik dacht: man mier niet verder, het komt er in.Ga naar voetnoot358 Om 19.30 uur arriveerde mijn vriend Jonathan Raymond. Zeer lang haar, zwarte poriën in zijn gezicht, een oude winterjas, hoge schoenen. Ik zei dat hij er uitzag als een clochard van onder een Seine-brug in Parijs. Zijn handen en nagels waren | |
[pagina 257]
| |
zwart. Hij zag dat ik ernaar keek en zei: ‘My body is very clean.’ Dat wist ik wel. Hij werkt nu in een autobandenpakhuisGa naar voetnoot359 en zei: ‘To be masochistic and perverse.’ ‘In your case more perverse than masochistic,’ antwoordde ik. ‘But at least,’ aldus Jonathan ‘where I am I do no harm to humanity, as so many others do who climb the social ladder.’ Hij zei dat zijn bazen in het pakhuis hetzelfde soort basterds waren als in het Witte Huis. Hij werkte met veel zwarte arbeiders samen. Die bazen behandelden de arbeiders als oud vuil. ‘Why do they have to shout at us, “suck my dick” of “lick my ass”?’ Blijf zeer op Jonathan gesteld, wat hij ook doet of waar hij ook is. Op televisie de ene oorlogsfilm na de andere. Even voor middernacht klonken bij het hotel drie schoten op straat, terwijl Bob Hope bezig was in de Johnny Carson-show te verschijnen. Carson is net zo min van de Amerikaanse tv weg te branden als Willem Duys in Hilversum. Eigenlijk allebei onbenullen. | |
8 december 1972Logan AirportOntmoette achter elkaar Robert Fano op het mit, vervolgens professor Jay Forrester en professor Carroll Wilson op de Sloan School of Management, ook mit. Forrester vroeg me gedurende twintig minuten zijn staf te vertellen waar ik mee bezig was en wat zo mijn ervaringen bij het opnemen van de gesprekken waren geweest. Er was een jongeman bij die juist terug was van drie jaar Indonesië voor de Ford Foundation. Daarna ontmoette ik John Rawls, auteur van een momentele bestseller A Theory of Justice.Ga naar voetnoot360 Hij stotterde enigszins wat het niet gemakkelijker maakte met het oog op de opname. Ik vond vooral de atmosfeer van zijn kantoor, met drie bleke, opgedofte jonge secretaresses ongezond. Ik wist niet hoe gauw ik er weer weg moest komen. Jonathan rolt grass-sigaretten in dubbele vloeitjes. ‘I need it man, to feel good.’ Ik kan me zoiets niet voorstellen. Hij kocht voor veertig dollar een viool en bespeelt deze nu zoals vroeger zijn cello. Zijn roommate heette Ritch. Jonathan is nu 28 jaar. Hij leek of hij het samenwonen met meisjes nu had verruild voor een experiment: het opbouwen van een relatie met een vriend. Hij sprak erover hoe langzaam dit proces zich voltrok. | |
[pagina 258]
| |
Ik vertelde hoe lang het bij mij had geduurd, met altijd weer terugvallen op de oorspronkelijke programmering van het gericht zijn op een vrouw. Het leek me beter om in deze kennelijke overgangsperiode niet al te veel in dit delicate potje te roeren. Vloog naar Washington en interviewde oud-ambassadeur Lincoln Gordon, nu werkzaam aan het Woodrow Wilson International Center for Scholars en reisde door naar Baltimore, Maryland voor gesprekken met Joseph Slater, president van het Aspen Institute for Humanistic Studies en professor Richard N. Gardner, die de Henry L. Moses Chair of Law and International Organisation aan de Columbia Universiteit bekleedt. | |
9 december 1972New York CityWas op weg naar St. Patricks, maar daar eenmaal aangekomen wist ik dat het toch niet het moment was er binnen te gaan. Er was een brief van Peter die me zeer onaangenaam trof. Eerst kreeg ik het er erg warm van en daarna voelde ik me slechts diep gekwetst. Wat een verschil met de toon van zijn vorige brief naar Los Altos Hills. Het lijkt wel of beide brieven door twee verschillende mensen zijn geschreven. Hij krijgt geen zoen als ik terug ben. Hij kan doodvallen. Het lijkt wel of hij mij opzettelijk zo diep mogelijk wilde raken.Ga naar voetnoot361 Boodschappen gedaan. Op weg naar jfk Airport ontmoette ik een Zweedse jongen, Thomas Utne, blond, puberaal en kennelijk nog oprecht. Hij geeft een krant uit in Boston, die zich richt op het introduceren van oosterse mystiek in een westerse technologisch-georiënteerde samenleving. | |
panam flight 92 naar AmsterdamDe piloot zegt: met 100 mijl per uur, wind in de rug, zijn we in zes uur op Schiphol. Ga weer helemaal in Jung op. Zou misschien Carl Rogers nog eens moeten vragen waar Jung gestaan zou hebben ten aanzien van B.F. Skinner. Jung blijft voor mij één der werkelijk wijze mannen die hebben geleefd. Landing. De cirkel is rond. |
|