Memoires 1972-1973
(2004)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 151]
| |
Amsterdam17 september 1972Amerbos 205Telefoneerde mam eerst. Zij wist dat ik het was.Ga naar voetnoot207 Er was een brief van Peter uit Londen, waar hij een modeshow voor hom had. ‘Dit is een krankzinnige deprimerende wereld, too physical en onecht. Just disgusting,’ schreef hij. Hij schijnt verder besloten te hebben Oostelbeers en Philip Nasta te verlaten. Door de onzekerheid over zijn toekomst noemt hij dit ‘een gevaarlijke situatie’. Ben zeer verontrust en vraag me af of ik naar hem toe moet gaan. Een allerliefste brief van Sukmawati Sukarno.Ga naar voetnoot208 Zij is nog met Didi in Rawalpindi voor een ontmoeting met president Ali Bhutto. ‘My love for your Mother and PrinceGa naar voetnoot209, the most for you.’ DjawotoGa naar voetnoot210 schrijft uit Peking dat hij blij is te horen dat mijn close relations met Bung Karno's familie ondanks de situatie in Indonesië prima zijn gebleven. ‘I fully agree with you: no-one will escape history, not even Suharto.... Hij vertelt verder dat the fascist Suharto regime woedend is geweest over zijn bezoek in juli op uitnodiging van de Algerijns regering aan Algiers ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de Algerijnse onafhankelijkheid. Jakarta had zich vooral gestoten aan de protocollaire ontvangst van Djawoto, welke de Indonesische delegatie onder leiding van sultan Hmangku Buwono IX in verlegenheid zou hebben gebracht. Djawoto had gelezen over de arrestatie van generaal Surjo, die samen met mevrouw Suharto bij malafide praktijken was betrokken. ‘Oil-king Ibnu Suwoto remains “schotvrij”, of course. I think you can still do something by continuing exposure of these corrupt generals and technocrats.... Warm greetings, Djawoto. 9 september 1972.’ Wout Woltz had ik een briefje geschreven dat het me verwonderde dat hij in zijn flutboekje nergens melding maakte van het feit dat ik de Club van Rome bij de nrc en bij de nos exclusief | |
[pagina 152]
| |
had binnengebracht. ‘Mijn versie van de geschiedenis is dat wij het eerst met het verhaal zijn gekomen. Via wiens bemiddeling is mij onbekend.Ga naar voetnoot211 Het zou toch moeilijk zijn voor mij om bronnen te gaan noemen, of niet soms? Overigens zal ik zeker niet nalaten jou een credit te geven wanneer dat gerechtvaardigd is. In die zaken ben ik niet kinderachtig,’ aldus Woltz' brief van 7 september 1972. Over geschiedvervalsing gesproken! Wie de voorgaande delen Memoires heeft gelezen, weet exact hoe ik in Washington via de National Academy of Sciences en dr. Philip Handler het bestaan van de Club van Rome, en Aurelio Peccei, op het spoor was gekomen en hoe als gevolg hiervan de film over Grenzen aan de groei totstandkwam die door Willem Brugsma, Harry Hagedorn en anderen in Hilversum van april tot september 1971 werd tegengehouden. Pas toen het niet langer meer kon, hebben ze met lange tanden mijn film eind september 1971 vertoond, terwijl ik in nauwe en perfecte samenwerking met André Spoor er voor zorgde dat de nrc de primeur kreeg bij de gedrukte media. Plus alle andere Club van Rome-follow-ups die immers eerst naar de nrc zijn gegaan. Dan zou het toch ‘aardig’ zijn geweest van een lid van die hoofdredactie - die er prat op gaat niet kinderachtig met zulke zaken te zijn - om ergens te vermelden dat ‘de ontdekking’ zelf van mij was. Hoofdredacteur Gerard Vermeulen schreef dat mijn gesprek met Sukmawati Sukarno niet de standaard van Panorama haalde. Het was chaotisch van opbouw. Politiek-historische en persoonlijke feiten dwarrelden door elkaar heen. Hij zou daar wel eens gelijk in kunnen hebben. Hij vraagt het opnieuw te bewerken. Ben gewoon emotioneel te sterk bij dat verhaal betrokken. In Boston had ik getelefoneerd met David Riesman, beroemd geworden door zijn boek The Lonely Crowd. Ik bewoog hemel en aarde om hem in mijn serie te kunnen opnemen. Hij schreef nu waarom niet. ‘I simply don't have views on Limits to growth (...).’Ga naar voetnoot212 Het npo, (Nationale Publiciteits Onderneming), wilde op een congres in november het door mij gefilmde gesprek met professor Jay Forrester vertonen. Ik zond hen op 31 augustus een tweetal voorwaarden: vermelding dat het door mij was verfilmd, plus een vergoeding van 1500 gulden. Het bedrag is te | |
[pagina 153]
| |
hoog. Ze verdommen bovendien te vermelden dat ik de Club van Rome ontdekte en binnenbracht. Heb mijn lesje geleerd. Hollanders willen permanent voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Wat hebben al mijn reizen me niet gekost?Ga naar voetnoot213 Een man die me al een aantal jaren mateloos interesseerde was dr. Daniel Bovet, een biochemicus die directeur is van het Institute of Psychogenetics and Psychopharmacology in Rome. Aurelio is zo vriendelijk geweest Bovets telefoonnummers te laten opsporen.Ga naar voetnoot214 Deze onderzoeker - in 1957 kreeg hij een Nobelprijs - houdt zich al jaren bezig met de vraag hoe men de intelligentie van mensen zou kunnen vergroten, desnoods met farmacologische middelen. Er is volgens hem zoveel individualiteit in de wereld, ‘even among mice’ dat hij niet bevreesd is voor de totstandkoming van een ‘master race of robots’. Er is daarom ook geen gevaar voor een Brave New World (Aldous Huxley) of Animal Farm (George Orwell). ‘Intelligence is born on the debris of instinct - that is, instinct as codified in the genes came first, but as life developed thought broke out of instinctive patterns.’ Bovet is overtuigd, vertelde hij John Hess van The New York Times, dat ‘thought and behavior are both influenced by heredity and by the environment, therefore, genetics and psychology long at odds are actually complementary’. Vooral ook zijn overtuiging, dat ‘there is no barrier between the psychic and the chemical domains’ interesseert me in hoge mate. Een curieus briefje van Ivan Illich.Ga naar voetnoot215 Bracht mam als cadeautje The Seagull van Richard Bach, uitgeven als een fotoboek. Sliep in Bilthoven eerst een uur van moeheid. Jetlag. Had weinig zin uit eten te gaan, maar ik ging mee voor mam. Werd een beetje nijdig in het gesprek, toen zij het opnam voor de elf Israëli's zonder ruimte te laten voor de Arabische kant van de affaire. Ik heb overigens de 150 gulden, die de Volkskrant met lange tanden voor mijn tip over de Sukarno-kinderen zond, aan ze geretourneerd. Stapte even af bij Gerard Croiset. Ik wilde hem vertellen over mijn reis en de gevoerde gesprekken. Maar daar luisterde hij verder niet naar. Hij begon vrijwel meteen over zijn eigen problemen, zoals een complicatie met de Italiaanse televisie rai. Belde Philip Nasta om uit te zoeken waar Peter was. ‘Je denkt anders over hem dan hij is. Hij is niet zo goed als jij denkt,’ zei | |
[pagina 154]
| |
zijn jarenlange vriend. Ik ging er niet op in en dacht: man, ik weet heus wel dat Peter geen heilig boontje is. Wie wel? Maar voor jou is Peter al jarenlang te goed geweest, want je kunt aan zijn niveau niet tippen. Nasla benadrukte dat hij met Peter een ‘all or nothing’ relatie wilde. ‘Peter wil met mij een vriendschapsrelatie, zoals met jou, maar dat kan ik niet.’ Ik zei hem: ‘Dat wil je niet, want ik wilde ook eerst alles of niets, maar mij is het gelukt een modificatie uit te voeren ter wille van juist die vriendschap.’ ‘Ja,’ aldus Philip, ‘maar bij jou is het nooit anders geweest.’ Grappig dat hij dat denkt. Ik heb jarenlang naar all or nothing met Peter gestreefd, maar dit nooit als eis gesteld om met elkaar om te gaan. Laat staan als eis om vrienden te blijven. Onverwacht dook in de late avond Oeroeg op. Ik was al in bed toen hij belde. Het werd wilde seks, en wat ik nooit doe, ik heb hem genaaid. Mijn Indische tic is fully alive. Hij ging midden in de nacht toch nog naar huis. Spijt me achteraf hem niet met de auto te hebben weggebracht. | |
18 september 1972Er kwam een expresse van Aurelio Peccei. ‘Dear Willem, Thank you for your news bombardment from the United States. It confirms that you can swim in all waters even better and faster than Mark Spitz.’ Hij was zo vriendelijk een brief te schrijven aan U Thant - met het verzoek mij een interview te geven. Hij sloot zoals hij steeds doet een kopie in. Ook een aantal andere adressen en informatie zond hij mee. Ik belde hem op en zei: ‘You really are an angel....’ Heb Lady Jackson, vroeger Barbara Ward, geschreven dat zij de eerste internationale wetenschapper was, die ik ontmoette, die linea recta schriftelijk geld vroeg voor een interview, met uitzondering dan van Marshall McLuhan, die mondeling zijn eis liet vallen. Nam mam mee naar Lage Vuursche voor een chateaubriand, waar ze intens van genoot. Haar hulp was ziek. Mam had gezwollen voeten van een kleine schoonmaak op eigen kracht. | |
19 september 1972Zond Peter - na de boze brief van gisteren maar niet te hebben verzondenGa naar voetnoot216 - een kalme maar cryptische brief: ‘Laat je andere ventjes nu maar even rusten en kom eerst naar mij.’ | |
[pagina 155]
| |
klm flight 525 naar Rome en Tel AvivDe steward vroeg of ik champagne wilde, maar ik laat me niet verleiden om 11.00 uur 's morgens. Nam sap. Aurelio liet me door zijn chauffeur afhalen. Rijdend langs de zee bij Ostia dacht ik aan Peter, hoe hij ervan zou hebben genoten. De chauffeur ratelde tegen me in het Italiaans. Ik heb geen idee waar hij het over had. Alberto Moravia ontving me in een geruit shirt, met zwarte sweater, hoedje op, vriendelijk bruine ogen. Hij zei geen kinderen te hebben maar wel een vrouw te hebben gehad, dus ik heb dat hete hangijzer maar laten rusten. Hij had een bezoek gebracht aan de president van Bolivia om Che Guevara's vriend Regis Debray uit de petoet te helpen halen. Hij dacht dat het moeilijker zou zijn om Leonid Brezhnev of Richard Nixon te spreken te krijgen. Zei dat hij daar wel eens gelijk in zou kunnen hebben. Hij respecteerde maarschalk Tito zeer en vooral ook Fidel Castro. Toen hij in Bern de Chinezen benaderde werd hij op de stoep ontvangen en geadviseerd naar Chou En-lai te schrijven ten behoeve van zijn vriend Debray. Uiteindelijk hielp zijn Japanse uitgever hem een visum voor Peking te krijgen, maar ondanks dat had hij toch nog tien dagen in Hongkong voor aap gezeten alvorens hij kon afreizen. Ik vroeg hem bijvoorbeeld waarom hij had geschreven dat er geen geheime politie in China was.Ga naar voetnoot217 Tot mijn verbazing antwoordde hij glashard: ‘That is what they told me, but I could not swear to it.’ Hij verontschuldigde zich voortdurend voor zijn Engels, en soms kon ik hem gewoon niet volgen, dan leek hij onsamenhangend. Hij verbleef in een gehuurd huis met een coinphone. Moravia was een teleurstelling, maar ik zal er iets van maken voor het boek. (Dat zou achteraf niet slagen.) | |
Albergo Reale, RomeRichard Thieuliette was niet in Rome. Professor Daniel Bovet was in het buitenland.Ga naar voetnoot218 Aurelio nam me vanavond voor het eerst mee naar zijn Romeinse appartement-penthouse dat magnifiek was. Een butler met witte handschoenen opende de deur. Ik wachtte even in een large size living room, zodat ik tijd had rond te kijken. Veel kunstwerken uit China - waar Aurelio ook voor Fiat heeft gezeten. Alles was aangebracht met exquisite taste behalve op de | |
[pagina 156]
| |
tafel een massief blok van negen zilveren asbakken, dat was minder. Heb anderhalf uur met Aurelio zitten praten en mijn project de revue laten passeren. Hij noemde als verplichte nummers onder anderen: zijn naaste medewerker in de Club van Rome Alexander King, Ralph Nader, Denis de Rougemont, Bertrand de Jouvenel, Jacques Ellul en misschien de Franse communist Roger Garaudy. Aurelio benadrukte dat Garaudy zich tegen de partij had gericht. Ik zei meteen: ‘No, no, no, I do not want to engage in cold war manipulations in my book.’ ‘Perhaps you are right,’ zei Aurelio. Dat ontbrak er nog maar aan. Hij bracht opnieuw naar voren dat nu onze gezamenlijke vriend dr. Jermen Gvishiani ‘always has to watch his back, but he knows, he will be never betrayed by us.’ Aurelio herinnerde zich absoluut niet in Stockholm door Paolo Soleri te zijn benaderd, noch dat hem materiaal zou zijn aangeboden over de Arcosanti Foundation. Na een keer diep adem te hebben gehaald vertelde ik dat Bruna 4500 dollar investeerde in het project en dat ik ongeveer 6000 dollar meer nodig had, hopende dat de Club van Rome 1500 dollar kon bijdragen voor p.r.-doeleinden. Als zakenman vroeg hij meteen of ik een dergelijk bedrag als voorschot beschouwde. Ik antwoordde: ‘Rather not, not between friends.’ Ik vroeg me af wat het probleem was, want tenslotte had ik een vrij belangrijke bijdrage tot de aanpak van de publiciteit van de Club in Nederland geleverd - voor absoluut noppes. Nederland was het enige land in de wereld waar reeds een paar honderdduizend Club-rapporten waren verkocht. Waar bleef dat geld? Hij zou er over nadenken en zien of een gift voor het maken van dit boek haalbaar zou zijn. Eerst had ik in juli een bijdrage willen vragen, maar toen had ik er het hart nog niet voor. Nu had ik een flink stuk werk voor het boek verzet en ging het me gemakkelijker af. After all, I did deliver the goods. Als variant op Margaret Mead noemde hij mijn boek een Almanak de Gotha of the mind. Hij glimlachte toen ik vertelde dat Idris Shah al zes foto's van zichzelf had opgestuurd. Hij liep mee naar buiten om een taxi te zoeken, die mij naar het hotel terugbracht. Zijn dochter en schoonzoon kwamen even binnen. Ik ontmoette hun vier kinderen. De schoonzoon is een Argentijnse diplomaat. De vier jongens waren nog klein, maar ze worden super. | |
[pagina 157]
| |
20 september 1972RomeVanmorgen ontmoette ik om 09.00 uur in Anzio de fysicus Dennis Gabor, die in 1971 de Nobelprijs kreeg voor de ontdekking van holografie.Ga naar voetnoot219 Vlak voor vertrek werd andermaal bevestigd wat ik al zo dikwijls tijdens deze tour d'horizon had gemerkt: hoe weinig ruimte de beroemde denkers elkaar laten. Over McLuhan zei Gabor: ‘I thoroughly dislike McLuhan. He is clowning. He makes fun of us and fun of himself.’ Toen ik als uitsmijter iets vertelde over B.F. Skinner zei Gabor, kleinerend: ‘His little experiments with pigeons say nothing about us, humans. His claims are bigger than his research warrants.’ En zijn laatste opmerking: ‘May be I am not in good company in your series after all (...).’ Ben maar snel vertrokken. Om 12.30 uur ontmoette ik Robert Jungk, een historicus met onduidelijke achtergronden. Professor Gabor vond Jungk een uitstekende keuze.Ga naar voetnoot220 Deze professor bubbelde van joie de vivre en zin om te vertellen wat hij dacht. Hij benadrukte trouwens naar Rome te zijn overgekomen - uit Salzburg waar hij woont - voor ons gesprek. Vroeg me af of Aurelio zijn reis had betaald. Momenteel heeft hij zich in een klooster teruggetrokken om een nieuw boek te schrijven. Er kwamen zinnen op me af als: ‘I like to visit you someday, because sometimes I am lonely...’ Het werd een aardig gesprek.Ga naar voetnoot221 Wandelde nog even Aurelio's kantoor binnen. Zijn beide secretaressen worden stapel van al het Club van Rome-werk naast de normale bezigheden voor Olivetti en zijn voornaamste arbeid voor Ital-Consult. Ze zijn allebei, Elena Tognarelli en Anna Pignocchi, buitengewoon behulpzaam met mijn project. Aurelio gaf me een cheque voor 1000 dollar, waar ik blij mee was. Ik moest een verklaring tekenen: ‘Received as grant from Club of Rome’. Lunch werd in zijn bureau geserveerd. | |
Alitalia, Rome -ParijsToen ik Robert Jungk vertelde vrijwel mijn hele leven een dagboek te hebben bijgehouden reageerde hij met: ‘I wished I had done that. Will you write about it?’ Natuurlijk. Hij scheen meteen de waarde ervan te begrijpen. Een 23-jarige Amerikaan, Gale Ott, uit Temperance, Michigan, is op het graf van John F. Kennedy op Arlington neergeknield | |
[pagina 158]
| |
en heeft een keukenmes in zijn borst gestoken. Hij is een paar uur later in een ziekenhuis overleden. Hoe krijg je het voor elkaar? Aurelio vertelde dat het Rapport van de Club van Rome nu in het Engels, Nederlands, Japans, Italiaans, Frans, Duits, Spaans, Pools Portugees, Fins, Noors, Zweeds en Deens is verschenen. | |
21 september 1972Parijs, OECDOm 08.00 uur heb ik eerst twee kaarsen gebrand in de Madeleine, één voor Peter als altijd. Alles, letterlijk alles hangt af van je eigen innerlijke kracht. Daarnaast is niets, absoluut niets anders zeker, inbegrepen je affecties. Vraag niets. Verwacht niets. Wat je ontvangt is meegenomen, ‘winst’. Gisteravond ben ik met een taxi twintig hotels afgeweest. Dat gebeurt een paar maal per jaar, wanneer er een tentoonstelling of een beurs is. Nu is het de Salon des Autos. Hopeloos. Ik belde ten einde raad Janine Delauny, die in Zwitserland was. Maar na een paar hints zei de man dat ik bij hem kon overnachten. Alexander King was twintig minuten te laat, arriveerde in een donker pak met een stinkende sigaar. Ik had tegen Aurelio gezegd: ‘I have no vibrations with King, but I will do it.’ Dit bleek erg mee te vallen. Het gesprek was kort, maar uitstekend. Hij sprak over Aurelio's motieven met de Club van Rome ‘as pure as anybody's could be,’ waar ik het zeer mee eens ben. Dat viel me ook weer zo op toen ik met hem in zijn zitkamer thuis zat te praten: open, eerlijk, warm, direct, althans as much as can be expected from anyone. Om 10.00 uur was ik in het Collège de France om Claude Lévi-Strauss te ontmoeten. Hij ontving me in een enorme studeerkamer vol boeken en kaarten. In een speciale vitrine was zijn eigen oeuvre uitgestald. Hij sprak voornamelijk over Tristes Tropiques, zijn boek naar aanleiding waarvan ik ook enige vragen wilde stellen. Hij begon met duidelijk te maken dat hij niets had te zeggen over Limits to growth. Ik moest doordrukken om hem er toch over aan de praat te krijgen. Hij noemde op 64-jarige leeftijd zijn leven nog slechts ‘a biographical accident’. Ik vond hem er inderdaad nogal oud uitzien, in zijn pull-over met roze hemd (en een roze ballpoint). Al pratende merkte ik op dat ik al van jongs af aan tot de conclusie was gekomen niet de verantwoordelijkheid te willen dragen voor het leven van een kind. Hij antwoordde: ‘You are so right, but you realized it in time. I have children.’ Hij zei dat hij tegenwoordig snel moe werd. Ik vroeg hem of | |
[pagina 159]
| |
hij aan een boek werkte als hij zich op het platteland terugtrok, waar ik hem had getelefoneerd. ‘No, I do mostly mushroom picking there.’ Maar hij had onlangs wel een boek afgemaakt. Het leek me dat hij zelfs moe werd van het luisteren en beantwoorden van vragen. Hij deed me hoffelijk uitgeleide.Ga naar voetnoot222 Hij gaf me een boekje Conversations with Claude Lévi-Strauss door G. Charbonnier cadeau en schreef op een kaartje ‘With best regards’. Bij thuiskomst telefoneerde ik Peter. Hij was aan het verhuizen van Oostelbeers terug naar Tilburg. ‘Ik ben blij dit besluit genomen te hebben,’ zei hij, ‘anders was ik de rest van mijn leven in Oostelbeers blijven hangen.’ Philip heeft 10.000 gulden ten afscheid voor Peter op een bank gestort. Quite generous. Hij voegde eraan toe: ‘Denk nu niet dat ik permanent in Amsterdam bij jou kom wonen. Ik ben niet van plan mij in de armen van een ander te storten. Dat ik jou ontmoet heb,’ waren zijn laatste woorden: ‘is de ramp van mijn leven.’ | |
22 september 1972Rahadian Yamin (36), de zoon van oud-minister Mohammed YaminGa naar voetnoot223 stond onverwachts voor mijn neus. Hij was met zijn vrouw op weg naar New York. Hij is een der meest succesvolle modellen in Jakarta en specialiseert zich in batikkleding. Hij wordt de koning der batik genoemd, want hij heeft er een bedrijf in opgebouwd. Hij bracht cadeautjes van Sukmawati en een lieve brief van haar.Ga naar voetnoot224 Didi en Sukma hebben in Rawalpindi president Ali Bhutto en zijn vrouw ontmoet. ‘Mr. Bhutto also said, that Bapak made Indonesia. They love Bapak.’ Ze sloot een foto in van een standbeeld van Bung Karno door een beeldhouwer Mr. Ooz. Ook schreef ze dat de journalist Kartoppo van Kompas mijn Mohammed Hatta-artikel wil publiceren. Dat wordt nooit toegestaan. Rahadian vertelde slechts te zijn getrouwd omdat zijn vader hem hierom had gesmeekt. Hij heeft twee zoontjes. Hij zou in het volgende nummer van het blad Model naakt poseren. Dit zou een revolutie voor de mode in Indonesië betekenen, zoals hij zei. Hij zou met me uit willen gaan en komt misschien via Amsterdam terug. Hij wil bijvoorbeeld mee naar het dok, waar ik nooit kom. Het is herfst hier. De bossen bij Oirschot ruiken ernaar. Met de volle maan hier zo boven de landerijen begrijp ik goed dat Pe- | |
[pagina 160]
| |
ters ziel in brand staat om deze plek te moeten verlaten. Hij geniet van zijn ven om in te zwemmen, van het trimmen in het bos, van het inademen van de lucht hier als tegenwicht voor het vele gif dat het menselijke milieu uitstoot, inbegrepen de per se op seks gebaseerde vriendschap met Philip Nasta. To each his own. De herenvariant van ‘de prins en prinses leefden eeuwig gelukkig verder’ gaat evenmin op. Seks mag nooit een eis zijn in een liefdesrelatie. Seks blijft het toetje, wat is meegenomen wanneer het wordt geserveerd. Mam had weer kwartet gespeeld. Een van haar partners is Sid Gongrijp, een oud-wiskundeleraar. Hij had zijn partij vergeten; Beethoven moest van blad worden gespeeld. Mam wanhopig: ‘Begrijp je nu een wiskundeleraar die niet kan tellen? Geen van zijn maten duren even lang.’ Gerard Croiset vertelde dat de patholoog-anatoom van Pittsburgh, dr. Cyril Wecht, en Carel Enkelaar een uitstekende lunch hadden gehad die ik dus, omdat ik zelf in Rome was, voor hen had gearrangeerd, tijdens Wechts op-doorreis-bezoek. | |
23 september 1972Sukmawati is speciaal naar Ibu Hartini in Bogor gegaan om mijn brief aan haar persoonlijk te overhandigen. ‘Wat een verrassing en wat was ik blij, toen ik wat van Willem mocht horen. Mijn heel liefste dank voor uw attentie en hulp,’ schreef mevrouw Hartini Al haar kinderen zijn getrouwd. Zij is grootmoeder. Alleen de twee zoons uit haar huwelijk met Bung Karno, Taufan en Bayu, zijn nog thuis. Taufan zit in de derde klas sama en mocht hij slagen dan gaat hij studeren en misschien zelfs in Holland, en dan zal zij mijn hulp inroepen.Ga naar voetnoot225 Van het inkomen als weduwe van Bung Karno blijft het moeilijk te leven. Zij heeft veel bezittingen moeten verkopen, waaronder juwelen die Bung Karno haar had gegeven. Ze leeft feitelijk sinds 1966 van deze verkopen. ‘Mijn enige rijkdom is mijn huis.’ Maar ook dit wil zij verkopen en bescheidener te gaan wonen. Uitgever Masagung had haar getrakteerd op een reisje van vier dagen naar Singapore, waar zij zeer van had genoten. ‘Eigenlijk voel ik nu pas, wat Bapak voor mij betekende. Hoe hij mij verwende. Hoe hij me op een hoog voetstuk plaatste en hoe hij mij eerde. O, Willem, als ik aan hem denk, als ik aan zijn goede daden denk, als ik ook aan mijn gouden tijd denk, besef ik dat ze nooit zullen terug komen. Ik heb hierom zoveel gehuild, dat ik eigenlijk geen tranen meer heb. Moge God, onze lieve Heer, Bapak een goede plaats geven. Driemaal Amen.’ | |
[pagina 161]
| |
‘Wacht maar Willem,’ schrijft zij verder, ‘er zal een dag komen, Insjah Allah, dat u in Blitar (bij het graf van Bung Karno) mag komen en natuurlijk naar Indonesia kan reizen. Dan kunnen we weer gaan nakaarten over Bapak en oude koetjes uit de sloot halen. Geloof mij, Insjah Allah, die tijd zal komen.’ Op 28 september gaat zij met Taufan en Bayu naar Blitar. ‘Het is onze gewoonte voor de vastenmaand naar het graf van Bapak te gaan. Volgend jaar is de 1000ste sterfdag van Bung Karno. Ik geloof dat ik de slamatan ter ere daarvan in Bogor wil vieren.’ Verder informeert zij naar Konijn (Emile van Konijnenburg). ‘In lange tijd niets gezien en niets gehoord. Mijn lieve groeten aan hem.’ Ook vraagt zij nog steeds haar ten huize van haar dochter, mevrouw Sukrisno, Djalan Sutan Sjahrir 31 te schrijven om geen argwaan bij de militairen te wekken dat we in contact zijn. Diep treurig dat we dit in Indonesië - mede dankzij de rol van Amerika en Nederland moeten beleven.Ga naar voetnoot226 Vandaag kwam Peter. We hebben urenlang op het strand gelopen. Heerlijk. In de auto zei hij: ‘Denk je dat wij elkaar op een dag zullen gaan vervelen?’ De hemel mag het weten. Hij las het gesprek met B.F. Skinner, maar vond Margaret Mead ‘veel fijner’. We maakten samen een visdiner. Fijne dag. | |
24 september 1972Gerard Croiset belde om te zeggen dat het nuttig zou zijn dat ik dr. Cyril Wecht uit Pittsburgh mee naar George de Mohrenschildt zou nemen. ‘Die man zit jou in het ootje te nemen,’ aldus Gerard, ‘en dr. Wecht zou nuttig zijn als getuige.’ Intussen schijnt Carel Enkelaar bezoek te hebben gekregen van twee diplomaten van de Amerikaanse ambassade en heeft hij ze flink getreiterd over de jfk-affaire en waar we mee bezig zijn. Hun bekken vielen open. Prima. Peter en ik ontmoetten André Spoor en Julian in het Vondelpark-restaurant voor koffie. Henk Hofland schijnt de rel in mijn huis een positieve draai te hebben gegeven, want André vertelde dat hij nu tenminste zijn boek Tegels LichtenGa naar voetnoot227 had afgemaakt, dat over twee weken uitkomt: ‘En hij heeft zich op schrijven gegooid in plaats van meer vrouwen en steeds meer drinken.’ Het zal me benieuwen. | |
[pagina 162]
| |
naar Rome was gekomen en vermoedelijk volgende week wel in Londen zou zijn, maar in de ambassade zou verblijven. Dan moet daf nog langer wachten. Ook had Dennis Gabor hem gebeld dat Herman Kahn in mijn serie niet mocht ontbreken. Eigenlijk verwondert me de hide-and-seek performance van Gvishiani niet zo, want de laatste keer dat ik hem in Parijs ontmoette werd hij door twee medewerkers geflankeerd. Had toen al het gevoel dat er iets mis was. Dineerde met mam in Lage Vuursche. We raakten in een diep gesprek verwikkeld. Ik zei tegen haar dat ik soms, vooral de laatste tijd, naar twee anaks,Ga naar voetnoot228 verlangde. Dit scheen haar te beroeren. Zij vertelde dat vader dit altijd had gehoopt en gewenst: ‘Als ik voor hem kleinkinderen had kunnen krijgen zou ik het graag hebben gedaan, als dit had gekund.’ Het belangrijkste is om mens te blijven. ‘Ik ben mens gebleven,’ zei mam. ‘Je kunt niet alles alleen met je verstand berekenen. Er moeten risico's worden genomen. Loopt het verkeerd af, dan heb je pech gehad maar in ieder geval heb je natuurlijk en normaal geleefd.’ Ze benadrukte echter dat mensen het beste konden trouwen als zij jong waren. ‘Als je ouder bent, zie je alles veel scherper, en dan is het ook niet meer zo gemakkelijk. Tenslotte is niemand perfect. Je vader mag veel fouten hebben gehad, maar hij was in hoge mate conscientiëus en had zijn verantwoordelijkheidsgevoelens. Ik heb het met hem zeer getroffen.’ Ik kreeg het gevoel, as if it gave her a sense of purpose to be able to talk for once seriously instead of the usual superficial dinner table talk. En wanneer zij het gezellig vindt schakelt ze altijd over op Wimmes, wat Peter tegenwoordig ook wel eens doet. We namen samen een chateaubriand en genoten van de sfeer. Voor het eerst reden we weer in het donker naar huis. En wat ik ook steeds samen met haar als aandoenlijk ervaar zijn de kleine anekdotes uit haar leven op 72-jarige leeftijd en zeer veel alleen zijnd. Zo vertelde ze de haan van de buren op De Genestetlaan vervelend te vinden, want hij verjoeg de houtduiven en andere vogels. Op een ochtend kwam zij beneden en dacht eerst dat er een bruin-rode kat bij de keukendeur zat. Het was echter de haan. Letterlijk vertelde zij: ‘Ik zei “ga weg haan” maar na de honden te hebben gevoerd zat het dier er nog. Ik dacht: het beest heeft zeker honger. Ik heb hem voer gegeven, en hij vertrok en heeft zich nooit meer laten zien.’ | |
[pagina 163]
| |
26 september 1972Mam voelt zich niet goed, wat me zenuwachtig maakt. Richard Nixon schijnt, ondanks de oorlog in Vietnam, de inbraak in Watergate en alle andere oplichterij, populair te zijn bij de jeugd. Het zegt veel van Amerika in 1972. Of zoals Szent Gyorgyi zei: ‘They like Nixon, because they are rotten themselves.’ Aardige brief van Djawoto uit Peking. Peter zit het weekeinde in Oostelbeers. Hij beklaagde zich: ‘Iedereen trekt aan me. Ik wil het weekeinde nu eens rustig bij mijn moeder zijn, begrijp je dat?’ Hij kan Oostelbeers nog niet echt loslaten, wat eveneens begrijpelijk is. | |
27 september 1972Mam is weer okay. Loet Kilian heeft een zoon, hun derde kind. Geert Mak belt. Fred van der Spek (psp) heeft opnieuw aan de regering-Biesheuvel gevraagd wat er nu met het onderzoek naar Luns en Nieuw-Guinea gebeurt. Fine! Van de heer VAN DER SPEK (psp) aan de Minister-President: Professor Jay Forrester van het mit, vader van het Club van Rome-rapport, doet mee aan mijn boek.Ga naar voetnoot229 Kwam Guruh in de stad tegen. Zijn oudere broer, Guntur Sukarno, had hem gevraagd naar Jakarta terug te komen. Hij ver- | |
[pagina 164]
| |
telde dat de Indonesische ambassade in Den Haag er blijkbaar achter was gekomen dat hij in mijn huis had gelogeerd en dat zij daar uitermate tegen gekant waren geweest. ‘I could not care less what they say,’ zei Guruh. Het schijnt dat de persattaché van de Amerikaanse ambassade bij Enkelaar is teruggekomen met officieel regeringsmateriaal over de jfk-moord. Alsof we dat nodig hebben. Waarom sloven zij zich uit Carel te beïnvloeden? Wil Washington dat we stoppen met onze onderzoekingen? | |
28 september 1972Peter kwam en zag er geweldig uit. De broer van zijn studievriendje, Theo Cammann, was door een vrachtauto overreden en op slag dood. Zeventien jaar. ‘Wat een absurditeit,’ zei Peter. ‘Die jongen had net zijn snor laten staan. De remmen hadden zogenaamd geweigerd. Ik was in tranen toen Theo het vertelde. Het laat me niet los...’ Rahadian Yamin en zijn vrouw Tuti - Guruh vertelde dat zij een prinses was van de Mangkunegoro-familie uit Yogja - arriveerden al om 09.00 uur per taxi. Ze logeren hier. Guruh, die vertelde dat zijn reis naar Jakarta toch niet nodig was, kwam ook. Hij ging achter de vleugel zitten en speelde. Fijn dat hij er was. Hij had een vele maten te grote zware winterjas aangeschaft. | |
29 september 1972De dagen vliegen om. Rahadian smeert veel troep op zijn gezicht dat alles verpest. Hij zag er eigenlijk verschrikkelijk uit zo. Ik heb het hem gezegd. Guruh heeft lessen Nederlands nodig. Ik belde professor Wertheim. Via dr. Go zijn we terechtgekomen bij de heer Sunito in Monster bij Den Haag. Hij was de persassistent van oom Sartono, de voorzitter van het Indonesische parlement in de vijftiger jaren. Small world. Heb hem toen uitstekend gekend. Ben naar Delft gereden om Erik van der Leeden te bezoeken. Het heeft lang genoeg geduurd, die stilte tussen ons. Heb geaarzeld maar liet in Delft een briefje achter. Schreef. ‘I love your new curtains’. Toen hij het vond las hij eerst ‘I love you...’ Dat doe ik toch wel. Eigenlijk bij puur toeval zag ik hem later in Den Haag in zijn auto. We stopten, omhelsden en zoenden elkaar op straat. ‘Ieder haartje van mijn body staat overeind,’ zei hij. Had zelf prompt een halve erectie. Hij zag er lekker uit, baard, corduroy jeans en het juiste type boots. Zijn ogen kijken nog altijd als vroeger recht door me heen. De | |
[pagina 165]
| |
relatie met Helga was okay Hij produceerde een naaktfoto van zichzelf en schreef erop: ‘Voor Wim - Erik.’ Helaas vergat ik hem mee te nemen. Ik zal hem uit Mexico schrijven. Het is stil op Amerbos als Peter weg is. Vanmorgen gaf ik Rahadian een uitgebreide preek. Guruh luisterde gespannen mee. Ik probeerde hem te inspireren andere doelstellingen na te streven dan koning van batik te worden genoemd en dag in dag uit met zijn uiterlijk bezig te zijn. Politiek, waar hij zoveel van bij zijn vader had gezien, liet hij graag aan anderen over. ‘If Bung Karno had reasoned the way you do, Indonesia would perhaps still be waiting for a liberator, as Mozambique now is waiting for another Patrice Lumumba to liberate them from the Portuguese,’ zei ik tegen hem. Ik arriveerde op de persconferentie van premier Biesheuvel in Nieuwspoort toen deze al was begonnen. Tegen het einde ervan vroeg ik hem of nu minister De Braauw van het toneel was verdwenen misschien minister Van Veen de brief over Nieuw-Guinea zou doen uitgaan? ‘Wie bent u ook al weer,’ zei Biesheuvel zich enigszins belachelijk makend. ‘O, ja, wel de prioriteiten en de moeilijkheden over die zaak zijn groot geweest. ‘Daarom heb ik ook maar een paar maanden gewacht,’ zei ik, hem in de rede vallend. ‘Ik ben u dankbaar voor uw begrip,’ vervolgde Biesheuvel en kletste nog wat meer, maar er gebeurt blijkbaar niets. Die man geneert zich niet eens voor zijn onzinpraat. | |
30 september 1972Schreef de heer Biesheuvel, minister-president, vanmorgen als volgt: Alhoewel ik gisteren op uw wekelijkse persconferentie volgens het boekje met enige humor de vraag stelde over het onderzoek naar Nieuw-Guinea, wil ik u toch privé mijn mening kenbaar maken dat ik het maar een droevige zaak in de democratie vind, dat wanneer een commissie uit het parlement om een onderzoek vraagt (met 10 tegen 8 stemmen) de regering duidelijk alles in het werk stelt om de zaak op de lange baan te schuiven... Met uw verklaring dat er andere prioriteiten de afgelopen maanden waren geweest, nam ik natuurlijk geen enkel genoegen en het zou gemakkelijk zijn geweest een onaardige vraag te bedenken, but I am not educated that way. Liever zeg ik u privé - en u kunt mijn brief als niet geschreven beschouwen, since it's | |
[pagina 166]
| |
a man to man message - dat ik het maar een slappe en respectloze zaak vind. | |
1 oktober 1972De heer Sunito kwam op cs aan. Ik haalde hem af en nadat Guruh was gearriveerd bespraken we de mogelijkheden voor lessen Nederlands voor Bung Karno's zoon. Sunito dacht Guruh in acht maanden Nederlands te kunnen leren à raison van vijftien gulden per uur. Guruh doet me soms aan zijn vader denken. Hij heeft mooie handen. We aten sandwiches. Provo Bernard de Vries is vier jaar in Italië geweest - heeft films gemaakt - en is nu onderwijzer. ‘Ik heb haast een zinnelijke behoefte mijn hersens te gebruiken.’ Wat zou Peter hierop zeggen? Marjorie Kellogg heeft op wonderbaarlijk efficiënte manier mijn gesprekken voor de volgende Amerikaanse reis in elkaar gezet. Heb ontmoetingen met Elisabeth Mann-Borghese, Linus Pauling, Edward Teller, Edward T. Hall en Barry Commoner. Fantastisch! | |
2 oktober 1972Dineerde met mam in Lage Vuursche. Carel Enkelaar had haar gebeld dat hij me wilde zien. Zij was bang dat ons etentje niet door kon gaan. Maar zij ging natuurlijk voor. Omdat ik via Parijs naar Mexico vertrek was mam emotioneel vanavond. Ik was eerst naar het graf van vader geweest met twee rozen. Het was een mooie herfstmiddag. Ik stond stil onder de bomen over het onoplosbare enigma van de dood te piekeren. Het gesprek met mam kwam op botsingen tussen geliefden. Zij vertelde met tranen in haar ogen dat vader nooit ging slapen als zij een verschil van mening hadden. He always made up before sleeping. ‘Het is toch ook geen doen om als kat en hond te leven,’ zei ze. Ik geloof dat ik met Frieda hetzelfde nastreefde, en vooral ook met Peter, maar ik ben er niet zeker van. Bij Gerard Croiset hing een bord: ‘Gesloten wegens opruiming van stenen’. Hij vertelde nog een nieroperatie te moeten hebben. Volgende week komt Bibeb weer bij hem. Hij had een geval in behandeling van een vijftienjarige Mexicaanse jongen die door een 24-jarige man was meegenomen en vermoord. Ik zag de foto. Vreselijk. Gabriel Smit gaat zijn boek bewerken. Hetty Wertheim bedankte voor de foto die ik van hen met Sukmawati had genomen. Zij schreef: ‘We vonden haar zo lief en bescheiden en ook zo openhartig en “echt”. Heel anders dan je eigenlijk van een dochter van een president zou verwachten. | |
[pagina 167]
| |
Zet daar nou zo'n opgeprikte Beatrix naast met die eeuwige gemaakte glimlach! Ook Guruh hebben we met genoegen ontvangen.’ | |
3 oktober 1972TEE Amsterdam-ParijsPeter stapte in Roosendaal in. Omdat de Vendôme weer vol was zijn we in Hotel Raphael. Het is schitterend herfstweer. We hebben het erg goed en genieten intens. Een crudité op St. Germain, daarna een paar uur naar de sauna in Rue Poncelet. Peter pakte een Thaise jongen, ik een Vietnamees. Daarna terug naar St. Germain voor avondeten. |
|