Memoires 1971-1972
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 228]
| |
Amsterdam27 januari 1972Was gisteravond om 21.45 uur thuis en belde eerst mam. Zij was vreemd stil. Waarom denkt iedereen toch eerst aan zichzelf? Lichtte Wim Klinkenberg in, ook wat betreft mijn memo aan de sovjettop. ‘Ik begrijp dat het Den Haag niet onwelkom is wat je deed,’ zei hij. Reed vervolgens naar de nachtsauna en ‘ging af’ als een gieter. Opende mijn cadeautje. Een prachtige marmeren steen uit de Oeral met een fabrieksmerk er op.Ga naar voetnoot282 Henk Hofland is afgetreden als hoofdredacteur van nrc Handelsblad. Hij heeft ontslag genomen, zeggen de bladen. Dat geloof ik nauwelijks. De hoofdredactie wordt ‘gereorganiseerd.’ Henk blijft wel aan de redactie verbonden. De hoofdredactie zal nu worden gevormd door André Spoor en mr. J.L. Heldring. Alle bladen leggen verband tussen zijn verraad met De Telegraaf in mijn huis en dit ontslag. Vreemde zaak. Wat is er werkelijk gebeurd? Ook Luns haalt weer de koppen van de kranten. Over de hele voorpagina kondigt het Algemeen Dagblad aan: noren en denen weren luns. Die man verkeert in constant conflict. Het wordt steeds pijnlijker. Oslo en Kopenhagen willen Luns in het voorjaar niet op bezoek hebben. Dat komt ervan, wanneer je als Luns doet en de regimes van de Griekse kolonels en dat van Salazar in Portugal verdedigt. Soort zoekt soort. Die idiote Jacques Gans noemt me feitelijk: ‘De schaapherder van het Kremlin.’ Hij lijkt inderdaad De Schaapherder van J.F. Oltmans te hebben gelezen. Hij schreef: Want zelfs als schapenscheerder voor het Kremlin kan de zich in alle zieligheid zelf ontmaskerende Oltmans met zijn koude persconferentiedrukte de toets van een nuttig instrument voor dat bolwerk van de rode dictatuur in geen velden of wegen doorstaan. Er steekt geen Perrol met de rode hand van een vroegere Oltmans in deze machteloze dilettant.’Ga naar voetnoot283 Mam scheen zich voornamelijk zorgen te maken over wat Luns | |
[pagina 229]
| |
allemaal tegen mij zou kunnen ondernemen.Ga naar voetnoot284 Ook vond ik haar weer wat dovig. Zij was lastiggevallen door tandarts Baars in Zeist, die mij een belachelijk hoge rekening heeft gezonden waarover ik me bij de tandartsenvereniging heb beklaagd. Baars had mijn moeder zelfs gedreigd met: ‘Ik zal u blijven vervolgen tot uw zoon mij betaalt.’ Ik deed schriftelijk mijn beklag bij de Zeister politie en bracht mam een grote bos tulpen, ook omdat zij morgen een strijkkwartet zal spelen en gasten ontvangen. Gerard Croiset is van mening dat Henk Hofland mij niet opzettelijk in moeilijkheden heeft gebracht. Ik weet het niet. Ik twijfel nog steeds. Er wachtte overweldigend veel post.Ga naar voetnoot285 Om te beginnen schreef mejuffrouw Boekhoudt - tenslotte mijn liefste vriendin: ‘Ik blijf er bij dat ik vind dat je je vreselijk in de nesten hebt gewerkt en ik geloof dat het geen enkel resultaat zal opleveren.Ga naar voetnoot286 Dat de houding van je vriend Hofland een teleurstelling voor je was is duidelijk. Het spijt me ook voor jou. Je zult, vrees ik, na dit alles wel - zoals de bekende uitspraak luidt - a wiser but a sadder man zijn geworden. Ik hoop nu maar van harte dat je werk in Moskou je niet in moeilijkheden brengt. Je weet, ik blijf je met belangstelling volgen.’ Daniel O'Keefe-Browning schrijft dat mijn oude vriend monseigneur HemmickGa naar voetnoot287 op 20 september 1970 is overleden. ‘He was lucid till the end and did not suffer.’ In de Sint Peter Basiliek werd een herdenkingsdienst gehouden. Hij werd begraven ‘in the mausoleum of the Cannon's of St. Peter's Basilica.’ Verder waren er scheldbrieven, ook anoniem en adhesiebetuigingen. Mijn oude hoofdredacteur van De Nieuwsgier in Jakarta, ‘Paatje’ J.H. Ritman schreef: ‘Alle succes toegewenst met uw pogingen licht te brengen in duistere zaken!’ wat me, van hem komende goed deed. Jan Cremer zit nu in Londen en vraagt langs te komen. Dr. Zairin Zain vertelde door de Indonesische ambassade attent gemaakt te zijn op mijn pagina in De Nieuwe Linie. Lucia Böttcher was koeltjes, want Frits had alle publiciteit ‘zéér vervelend’ gevonden. De man draait nu eenmaal mee in het typische Haagse circuit. Na weer allerlei misverstanden belde ik vanavond vijfenveertig | |
[pagina 230]
| |
minuten met Peter (eindelijk). Zijn moeder had zich zorgen gemaakt over alles wat er over mij bekend werd. Hij had zelf ook zijn hart vastgehouden. Voor zijn atheneumexamen had hij het hoogste gemiddelde van de klas gehaald. Maar er waren ook weer vervelende kantjes aan dit gesprek, zoals: ‘Ik heb het recht om alleen te zijn,’ wat waar is, maar waar zijn we dan mee bezig? Misschien had ik niet moeten opbellen, want nu voel ik me erg somber. Het ergste is dat ik hem niet meer blindelings geloof. | |
28 januari 1972Theo Droogh, die zelf in Genève bij die beruchte conferentie met de Indonesiërs aanwezig was en die jarenlang over dat land in Elsevier berichtte schrijft een bemoedigend briefje. ‘Als collega heb ik er behoefte aan u mijn morele steun toe te zeggen bij uw pogen om veler onvrede over de uitlatingen van ex-minister Luns van gefundeerde repliek te dienen (...). Ook ik heb me diep geërgerd over wat hij (na zijn aftreden als minister) over de gang van zaken in Genève heeft gezegd. Ik was er als journalist (vergelijk uit die dagen mijn publicaties in Elsevier) nauw bij betrokken en had uit hoofde van mijn persoonlijke nog steeds bestaande vriendschap met dr. Mohammed Rum inzage in working papers.’ Volgens Theo zou Bung Karno wel degelijk die conferentie hebben willen torpederen - waarvan ik uit persoonlijke contacten met Sukarno (die Droogh dus niet meer had) weet dat dat onwaar is - ‘maar het is niet waar,’ zegt hij nu, ‘dat de delegatie Sukarno zijn zin wilde geven en derhalve op een mislukking aanstuurde. Het was juist de Nederlandse delegatie onder leiding van mr. Luns, die er voor zorgde dat Sukarno zijn zin kreeg (...).’ Hij eindigde: ‘Ik volg uw activiteiten met belangstelling en wens u alle succes toe.’Ga naar voetnoot288 De heer Bennis van vmf verzekerde me dat Frits Böttcher hem had gezegd dat ik in het geval-Luns gelijk had. Ik schreef Böttcher een briefje en probeerde een paar maal te bellen, maar hij blijft kiekeboe spelen. Er kwam een expresse van mejuffrouw mr. M.L.C.M. Poelhekke, waarnemend griffier van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer dat zij me namens de voorzitter meedeelde dat op de zitting van 1 februari pas zou worden besloten of men in zou gaan op mijn aanbod gehoord te worden voor deze commissie. Had hemel en aarde bewogen om dit voor elkaar te boksen. Igor Cornelissen had namens mij | |
[pagina 231]
| |
Max van der Stoel opgebeld. Anton Koenen van De Tijd hielp ook. Hij belde dat Luns in Ottawa zat en niet via hier naar Brussel op 3 februari zou terugkeren. Ik vroeg assistentie aan Han Hansen, maar die zag het, als gewoonlijk, niet zitten. Schreef een nieuwe brief aan Joop den Uyl om hulp, wie anders in dit vermaledijde politieke broeinest? Heb er bijna de hele dag over gedaan om de stroom knipsels die van Vaz Dias waren binnengekomen enigszins te ordenen. Ook Jacques Gans was weer in het geweer gekomen. Hij refereerde nu aan ‘het artificiële stormpje dat de ijdeltuit Oltmans, ondersteund door onze rode pers, tegen Luns en de navo probeerde op te blazen, heeft mij de stilte van mr. Schmelzer, Luns' opvolger aan Buitenlandse Zaken, wel enigszins verbaasd.’ Om te beginnen behoorde de journalist die mij het duidelijkst bijviel op het moment suprème, André Spoor, niet bepaald tot de rode pers. Bovendien is het duidelijk dat Schmelzer ervoor past zich aan heet water te branden. Schrijvers in de klasse Gans kunnen alles wat gebeurt alleen maar in de controverse links-rechts trekken, alsof er geen grijs zou bestaan. De Telegraaf is gewoon een hetzerig anticommunistenblaadje, waar niemand wijzer van wordt.Ga naar voetnoot289 In het Zutphens DagbladGa naar voetnoot290 word ik een soort James Bond genoemd: de kolom heet: james oltmans. Ik begrijp dat ik op de persconferentie ook heb vermeld dat Hofland me tijdens de fatale avond vroeg Debussy voor hem te spelen en bovendien zei: ‘Willem, weet je dat je mijn beste vriend bent.’ Het blad voegt eraan toe: ‘De Judaskus kent zo zijn variaties.’ Ook schijn ik uitvoerig te zijn ingegaan op de wandeling met Böttcher, Lucia en Ellen Thomassen door de voormalige woning van Luns, en dat ik in de slaapkamer van ‘Madame la Baronne Luns’ een afbeelding van Corry Brokken tegen een deur vond geprikt. Daar is Frits natuurlijk des duivels over. Zijn gevoel voor humor laat hem in de steek. In het Brabants Dagblad verscheen een halve pagina over mijn persconferentie: perfecte show van willem oltmans, ‘Publicist na de “onthullingen” over ex-minister Luns: “Deze zaak blijf ik aanpakken, want ik heb onverdachte getuigen”.’ Trouwens, ik heb in de Noord-AmsterdammerGa naar voetnoot291 verslag gedaan van het feit dat ik de sovjets in Moskou heb ingelicht dat ik hier door smeerlappen in De Telegraaf voor pro-sovjetactiviteiten gericht tegen Luns ben beschuldigd, die iedere grond van | |
[pagina 232]
| |
waarheid missen. Het is maar goed dat ik de sovjets heb geïnformeerd over deze waanzin, die de hemel mag weten waar is bedacht. Ook Nico Scheepmaker is mij eigenlijk in zijn televisierubriek te hulp gekomen. ‘Het is altijd boeiend te zien, hoe mensen zich druk maken over zaken die in feite iets anders liggen. Vice-premier Nelissen zei bijvoorbeeld dat de regering geen behoefte had de beschuldigingen van Oltmans (Olthof zei hij) te laten onderzoeken, want je kon niet alles overhoop halen zodra deze of gene beschuldigingen uitte. Maar ook in dit geval ligt de zaak natuurlijk anders, want de willekeurige journalist Oltmans is niet de enige. Oud-minister Anak Agung van Indonesië heeft dezelfde beschuldigingen geuit. Daar had de minister nog wel even op gewezen mogen worden (...).’Ga naar voetnoot292 Het Dagblad voor Noord-Limburg meldde: hoofdredacteur gewipt door affaire oltmans?Ga naar voetnoot293 beleid van luns wordt misschien doorgelicht, aldus een kop in de Gelders-Overijsselse Courant.Ga naar voetnoot294 rellen om luns de grote, aldus Sander Iedema in het Vrije Volk.Ga naar voetnoot295 hoofdredactie handelsblad kijvend uiteengevallen, aldus De Waarheid over ‘De Hofland-Spoor-Oltmans-Luns-affaire.’Ga naar voetnoot296 Alle bladen wemelden bovendien van de ingezonden stukken. Het is allemaal niet bij te houden. | |
29 januari 1972Gisteren sprak ik een uur met Vladimir Kouznetsov op de sovjetambassade. Ik stelde voor dat de heren op 4 februari nog eens naar een avond in mijn huis zouden komen om zodoende aan het geklets een einde te maken. Hij wilde erover denken. Toen ik gisteren tegen Anton Koenen van De Tijd zei de sovjets opnieuw te willen uitnodigen, zei hij: ‘Dat is gevaarlijk!’ Wat zijn het toch een bange, stomme honden. Anton Constandse: ‘Ik bewonder je zeer,’ wat me van hem komende ten zeerste verblijdde. Poek Zumpolle: ‘Ik moet je de hele dag tegenover iedereen verdedigen.’ Dat zijn dan de mensen (kiezers) waar je voor knokt. Arme Henk Hofland: Jacques Gans is nu zijn belangrijkste be- | |
[pagina 233]
| |
schermheer. Constandse: ‘Als Henk nu nog bij D66 was gegaan, maar de vvd...’ Het vijfde pianoconcert van Saint Saëns blijft sensationeel prachtig. Heerlijk eigenlijk om steeds iets nieuws te kunnen ontdekken. Aurelio Peccei zendt een telegram dat hij Richard Taylor van de bbc heeft geadviseerd contact met mij op te nemen voor hij naar Forrester in Boston gaat; dit in verband met de komende milieuconferentie in Stockholm. De heer Josef Caris uit Den Haag, die me op Amerbos ook al heeft opgezocht, stuurt me uittreksels uit Die Politische Klausel der Konkordate van dr. J. Kaiser. Hij zegt in een begeleidende brief dat ik er rekening mee moet houden dat ik in feite tegen de politiek van het Vaticaan knok; ‘(...) dessen vertrauter Diener und Helfer Herr Minister Luns ist.’Ga naar voetnoot297 Dat ook nog. | |
30 januari 1972Er kwam een expresbrief van Sukmawati Sukarno, dochter van de president.Ga naar voetnoot298 Ik had haar een aantal knipsels gezonden. Ik antwoordde meteen, gericht aan haar and all the children of Bapak. ‘I loved your Father from the bottom of my heart. I knew his faults and saw his weaknesses, but he was a great man, had a warm heart and nobody in Indonesia can walk in his shadow.’ Ik lichtte de familie verder in over het gevecht dat tegen Luns aan de gang was, mede om diens leugens en beledigingen ten aanzien van hun vader te corrigeren. Sprak gisteravond zowel met Koole als met Blokker van de vpro. Ik denk dat ze belangstelling hebben voor een tv-optreden. Joop den Uyl zegt me dat er ‘geen enkele kans’ is dat ik door de parlementscommissie zou kunnen worden gehoord. Lucia Böttcher telefoneerde namens Frits dat Böttcher deze week ‘geen drie minuten’ tijd had mij te ontmoeten. Lunchte met mam in het Zwaantje in Soesterberg, waar ze kennelijk van genoot. André Spoor adviseerde te wachten met een volgende stap tot de commissie in het parlement bijeen was gekomen. De heer D.A. Delprat had aan Heldring (van de nrc) geschreven mij te hebben leren kennen als ‘een uiterst gevaarlijk man.’ Die arme Delprat is me nog altijd een paar honderd gulden schuldig en dat heb ik hem onder zijn neus gewreven. Ik leerde Delprat kennen als een man, die zijn afspraken niet nakwam en boven- | |
[pagina 234]
| |
dien zo bang als een wezel was voor het establishmentGa naar voetnoot299. Spoor zei dat Delprat daarentegen Luns niet anders kon omschrijven - uit persoonlijke ervaring - als ‘een keurig en in hoge mate betrouwbaar man.’ Nota bene! Iemand anders, Spoor wilde niet zeggen wie, maar hij was in ieder geval belangrijk, had naar hem geschreven het niet altijd eens te zijn met mijn methoden en rellen, maar dat deze poging om Luns te ontmaskeren mijn krediet zou verhogen. André zei dat Henk Hoflands huwelijk een ware puinhoop was. Mimi Hofland had Marianne van het Hilton Hotel opgebeld. Zij was er zich de afgelopen vijf jaar niet van bewust geweest dat andere vrouwen een rol in Henks leven speelden. Er is dus geen sprake van dat ik Mimi heb gebeld om me met de huwelijksaffaires van de Hoflands te bemoeien. André begrijpt dit ook wel, terwijl Mimi zelf dit maar al te goed weet. Alleen Henk zelf ziet mij als boosdoener. Alsof ik verantwoordelijk ben voor zijn escapades, hetzij met Marianne, hetzij met Els, hetzij met een Telegraaf-verrader.Ga naar voetnoot300 | |
31 januari 1972Heb Frits Böttcher exact geschreven hoe ik over zijn gedrag ten aanzien van mij denk. Ik maakte duidelijk dat hij, in tegenstelling tot Spoor, die ook een officiële positie heeft, geen poot voor me uitstak tijdens mijn recente gevecht tegen Luns, laat staan publiekelijk zoals Spoor deed en dat ik vond dat hij zich aanstelde. Eigenlijk manoeuvreerde Böttcher met twee gezichten. Ik houd niet van zulke mensen en had de grootste moeite hem niet te schrijven hem een kloot te vinden. Dat kon dus niet ter wille van Aurelio Peccei en de Club van Rome, die ook met die man zaten opgescheept. Later zal Böttcher me ook wel als ‘gevaarlijk’ omschrijven. André Spoor belde 's avonds. ‘Ik word er nu toch wel kriegelig van,’ zei hij boos. De vpro had hem gebeld omdat ik hen naar hem had verwezen ter controle van bepaalde informaties, die ik hen gaf. ‘Ik vloog tegen het plafond,’ zei André. ‘Ik ben journalist. Wat ik weet zet ik in de krant, meer niet.’ ‘Deed je dat maar,’ antwoordde ik. ‘Je zet alleen bepaalde geselecteerde informaties in je krant, maar je houdt de belangrijkste zaken achter om niemand in het Haagje uiteindelijk te erg tegen de schenen te schoppen.’ ‘Wim,’ zei André, ‘ik verzeker je dat het establishment zich de pokken is geschrokken over je rel. Zij houden het eerste half | |
[pagina 235]
| |
jaar hun mond.’ Hij vond het nu geen nut hebben om een uiteenzetting te geven over wat Drees aan Anak Agung had gezegd. ‘Ja, en geschreven,’ zei ik. ‘Waarom is dat niet nuttig? Het komt er juist nu op aan man!’ | |
1 februari 1972De vpro belde. Spoor werkte niet mee: geen uitzending donderdag. In werkelijkheid werd gezegd dat Joop van Tijn een gesprek met Eugene McCarthy had gehad en die dure reis naar de vs moest eruit worden gehaald, dus dat ging voor. Vanmiddag kwam de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken bijeen om zich te beraden over het adres aan de Staten-Generaal zoals door Propria Cures was ingediend. Peter Hagtingius reed met me mee naar Den Haag. De vergadering duurde tot 17.15 uur. Er waren dertig journalisten komen opdraven om te zien hoe het was afgelopen. Henk Neuman sprak me aan en zei nauwelijks te geloven dat ik Peter Zonneveld niet herkend zou hebben toen Hofland hem meebracht. Zo de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Hij stelde wel uitstekende en ter zake doende vragen, ik geloof voor de nrc. Er is dus een besluit gevallen. ‘Er moet een wetenschappelijk onderzoek komen naar het Nieuw-Guinea-beleid van de Nederlandse regering.’ Let op: het stelletje zakken heeft er op toegezien dat de naam Luns niet valt. Het besluit viel met tien tegen acht stemmen, dus ook nog met de hakken over de sloot. Het onderzoek behoort zich uit te strekken vanaf de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië in 1949 tot en met de overdracht van Nieuw-Guinea in 1962. Het gaat de commissie vooral om achtergronden van het beleid van toenmalige regeringen. Twee zaken zullen centraal staan: de mislukte Conferentie van Genève van 1955-1956 en de houding van de Amerikaanse regering ten opzichte van Nederland. Dit zijn dus duidelijk ook de twee punten, waarop ik Luns voornamelijk aanval. Daar weet ik zelf, gezien mijn bronnen, ook het meeste vanaf. Maar wat over de demarches van deze meneer, waar ik me niet in heb verdiept en die ik niet op het spoor ben gekomen? De Kamerleden van de kvp (hoe kan het anders?), de chu, de vvd, ds'70 (met de zoon van Drees) en de Middenstandspartij waren tegen een onderzoek naar het Indonesië-beleid (lees Joseph Luns). Wat zijn dit toch voor mensen? De commissie vond een parlementaire enquête, zoals Propria Cures had gevraagd, een te zwaar middel. De ministers Schmelzer en De Brauw zouden worden gevraagd het onderzoek te doen instellen. | |
[pagina 236]
| |
Fred van der Spek (psp) zei dat er tijdens de vergadering ‘wel een uur over Oltmans’ was gepraat. Maar ze wilden Oltmans vooral geen zetje in de rug geven. Ambassadeur Anak Agung Gde Agung zei me vanavond, de uitslag ‘een morele overwinning’ te vinden. Hij dankte voor de toegezonden artikelen en zei zeker naar Den Haag te zullen komen om voor het onderzoek te getuigen. Emile van Konijnenburg: ‘Mijn compliment met deze uitslag.’ Ik antwoordde dat ik helemaal niet tevreden was en het een mislukking vond. Max van der Stoel gaf de pers alleen maar ontwijkende antwoorden. Eigenlijk vroeg alleen Neuman pointed questions. Ook Frits van der Poel weerde zich enigermate. Ik gaf een avro-man meteen commentaar dat al om 18.10 uur werd uitgezonden. Ik luisterde er met Peter Hagtingius en Ids Haagsma naar, eigenlijk de enige twee mensen waar ik op dat moment mee samen wilde zijn. Ik bood hen een etentje aan. Drees senior wilde niet dat zijn stem werd uitgezonden, maar als enig commentaar gaf hij dat hij niets met mij of mijn actie te maken wilde hebben. Haal je de duivel. Hij staat toch al in zijn hemd door zich al die jaren door Luns in het ootje te hebben laten nemen. Drees wees er ook nog even op dat ik indertijd het vertrouwen van de groep-Rijkens ook had geschonden. Nee, nee mijnheer. Ik weigerde met een aantal scheve schaatsen van de groep-Rijkens mee te rijden, wat mij geen andere keuze liet dan aan te tonen dat de groep bezig was een valse voorstelling van zaken te presenteren. Alles heb ik hierover reeds gezegd. Luns gebruikte die mededeling van Drees om mij ten gunste van zichzelf verdacht te maken. Ik besprak deze uitlating van Willem Drees meteen met Emile van Konijnenburg, die samen met Paul Rijkens de motor achter de befaamde groep-Rijkens was geweest. ‘Laat hem dat maar zeggen,’ aldus Konijn, ‘het betekent weer een leugen erbij. Straks komen de stukken op tafel, ook de brief van Drees aan Anak Agung, dat is zeker. En wat vooral belangrijk is dat ook Amerikaanse toezeggingen worden onderzocht. Dit betrekt de Amerikanen erin en wanneer vast komt te staan hoe het zit; dan zal Luns ook bij de navo onmogelijk zijn (...).’ Om die reden heb ik dan ook een memorandum over de affaire-Luns voor de Amerikaanse journalist Jack Anderson opgesteld. Ik moet alleen nog een aantal documenten erbij zoeken en kopiëren. Gerard van den Boomen: ‘Het is een overwinning voor je.’ | |
[pagina 237]
| |
Misschien ten dele. Ik ga niet bij de pakken neerzitten en de zaak is nog lang niet afgelopen. Carel Enkelaar: ‘Ik bewonder je om meer dan één reden.’ Ik merk er anders niet veel van bij het sluiten van nos-contracten. Wat wel plezierig was dat Frits Thors het nos-journaal opende met de uitslag van de bijeenkomst van de Kamercommissie dat Luns dus toch wordt onderzocht. In Den Haag had ik als Brugman gepraat, geholpen door een journalist van de Gelderlander, om Frits Verbrakel uit te leggen hoe belangrijk het was om in een commentaar bij de uitslag te vermelden dat Willem Drees aan Anak Agung had geschreven ervan overtuigd te zijn dat Luns hem had misleid. Het enige wat de commentator van de nos uit Den Haag, Hans van der Werf zei: ‘De journalist Oltmans zei ons dat hij blij was met de beslissing (...).’ De klootzakken. Han Hansen had Schmelzer nadien op een ontvangst ontmoet en telefoneerde dat de minister helemaal niet tegen een onderzoek, als bedoeld door de parlementscommissie was. Hansen had er met iedereen uitvoerig over gesproken. Peter was met George, de vriend van Peter Gottmer, naar Brussel geweest voor een modeshow. ‘Ik begrijp niet dat George met zijn dikke reet het podium op durft,’ zei hij. Hij had van buurvrouw Sally in Oostelbeers gehoord dat ik het toch scheen te winnen. Hij wilde alles weten. Lange telefoongesprek met Casper Bake. Hij had samen met Pauline een auto-ongeluk gehad en zijn eend total loss gereden. Ik ga morgen naar hem toe. Ik wil hem zien voor mijn Amerikaanse reis. | |
2 februari 1972Heb het geheugen van Willem Drees andermaal opgefrist. ‘Eerst heeft u gedacht met zwijgen mijn pogingen om de zaak Luns recht te trekken te kunnen dwarsbomen, en nu hebt u gisteravond via de radio een nieuwe leugen aan uw enormiteiten toegevoegd, namelijk dat ik het vertrouwen van de groep-Rijkens zou hebben verloren. Ik heb onmiddellijk met dr. Emile van Konijnenburg, oud vice-president van de klm en naaste medewerker van dr. Paul Rijkens getelefoneerd, die natuurlijk ook direct bevestigde dat uw uitlating niet waar was. Wat bent u toch eigenlijk verdomd slecht geïnformeerd.’ En ik zette uiteen van 1956-1961 geheel in het geheim met de groep verbonden te zijn geweest, maar pas toen de spionage zich met ons ging bemoeien in de figuur van W. Verrips, ik die zaak in de | |
[pagina 238]
| |
publiciteit heb gebracht. ‘U kletst zelfs nog meer dan ik voor mogelijk hield. We zullen zien wiens houding onvaderlands is geweest, de uwe of de mijne! Ik zal ook deze zaak vroeg of laat in de publiciteit brengen inbegrepen mijn correspondentie met u. U bent een veel onfatsoenlijker man dan ik had durven dromen.’ Ik zond een tweede opfrissertje naar professor Fred Polak, die ds'70 leidt. ‘How do you want us to respect ds'70 - or you for that matter - bij een tegenstem in de zaak van een onderzoek naar Luns,’ schreef ik de anderzijds bevriende Polak. Intussen heb ik bij mijn foto een zilveren lijstje gekocht om aan André Spoor te geven. Ik schreef er op: ‘Voor mij ben je onvergetelijk, André, you have my eternal respect voor je houding in de Luns-affaire; zoen voor Julian.’ Op Julian zijn inmiddels twee andere dames gevolgd, maar ondanks een verkoeling tussen Spoor en mij ben ik in 1991 zijn houding van 1972 niet vergeten. De Volkskrant komt met een redelijk artikel. Het is me toch gelukt de brief van Willem Drees aan Anak Agung over een breed front ‘in the picture’ te krijgen, ook al haalt Spoor die drempel weer net niet. Trouw berichtte dat ik gezegd had dat André Spoor een afschrift heeft van de brief van Willem Drees aan Anak Agung. Nu dit naar buiten is gekomen zal Spoor helemaal uit zijn vel springen. Maar de meeste mensen hebben een zetje nodig om met de waarheid voor de draad te komen. Alle andere bladen komen met hetzelfde behoorlijk opvallend opgemaakte bericht. Ik zie warempel dat Jacques Gans zich opnieuw met ons heeft beziggehouden, ditmaal om Vrij Nederland en Igor Cornelissen van een ‘collaboratietoer’ te beschuldigen. Igor had Hofland in vn volledig in zijn hemd gezet, wat hij eigenlijk had verdiend. Nu blijkt dat Gans Hofland in bescherming neemt. Hij liever dan ik. Zelf word ik deze keer door de idioot Gans als ‘ratje’ omschreven. | |
3 februari 1972Professor dr. S.L. van der Wal verklaart in de Volkskrant niet bereid te zijn de opdracht tot een wetenschappelijk onderzoek naar het Nieuw-Guinea-beleid van de regering te aanvaarden. Daar heb je het al. Hij is de eerste in dit land, die voor een dergelijke studie in aanmerking zou komen. Hij ziet op wetenschappelijke gronden bezwaren, omdat hij gevolg zou moeten | |
[pagina 239]
| |
geven aan een duidelijk politiek geladen beslissing. Wat is die man, historicus of ds'70-er? Hij twijfelt wel terecht of alle materiaal beschikbaar zou zijn. Om te beginnen heeft Luns zelf al 1600 stukken op eigen houtje verbrand. Kun je nagaan wat daarbij heeft gezeten! De Telegraaf noemt het gelaste onderzoek in een hoofdartikel heksenjacht. Het blad ignoreert opzettelijk alle via Willem Drees, Anak Agung Gde Agung, Mohammed Rum, André Spoor en vele anderen in de laatste weken bekend geworden bronnen en houdt zich strikt aan het publieke geklets van Luns en Drees. Dat is natuurlijk ook een vorm van ‘journalistiek’ bedrijven. Gisteravond ben ik met mam gaan dineren. Ze vond het uitje heerlijk. Daarna reed ik door naar Arnhem om Casper van den Wall Bake te ontmoeten. Hij zag er super uit en was lief. Hij was gelukkig. ‘Ik doe waar ik zin in heb en ik heb Pauline.’ We zaten tot middernacht op zijn kamer te kletsen. Pauline ging van de zomer als au pair naar Engeland. ‘Laten we samen naar India liften,’ zei hij opeens. Ik reageerde niet, net zomin je een vin verroert als je in de natuur een dier observeert en het niet wilt opschrikken om het kalm in je op te kunnen nemen en te bestuderen. Zijn vader had over mijn gevecht tegen Luns gezegd: ‘Zit op de eerste rij, voor mijn part zit je loge, maar blijf van het terrein, want dit is een gevecht met de messen op tafel.’ Generaal Van den Wall Bake schijnt zelf een dergelijk gevecht te hebben gehad met premier Piet de Jong, bij welke knokpartij prins Bernhard achter Caspers vader had gestaan. Casper is ergens een ideaal vriendje. Hij is gewoon lief en affectionate. Steekt ook altijd een sigaret voor me op. Vanmorgen kwam er een geraffineerde brief van Harry Hagedorn met als aanheft: ‘Zeer geachte heer Oltmans (...).’ Dan weet je het al (nos/tv-p hh/ck). Ze zijn daar allang blij dat de sovjets Keldysh niet beschikbaar stellen, zoals eerst beloofd was en over de ecologiefilm praat hij met voldoende double talk om de zaak permanent te kunne torpederen. Peter belde: ‘Ik ben in bed met griep.’ ‘Dan zie ik je dus niet.’ ‘Is dat alles wat je hebt te zeggen?’ ‘Wat moet ik nog zeggen?’ en bam, telefoon op de haak. Peter is not my friend. Ik geloof niets meer van wat hij zegt. In zijn vorige telefoon had hij nog gezegd: ‘Ik hoop dat ik je naar Schiphol kan brengen en dat we innig zullen kunnen zijn’. Maar ik bleef ijskoud. Hij voelde het. Nu is hij bang om te komen. | |
[pagina 240]
| |
Het hoofdartikel in nrc Handelsblad, kennelijk van Spoor, zonder wrok, is een subtiele distantiëring van mij en wat ik heb ondernomen. Na de moeilijkheden, die een onderzoek met zich mee zal brengen te hebben belicht ‘als rem op een door-lichten van de Nieuw-Guinea-affaire,’ schrijft Spoor dat die rem des te groter kan zijn ‘indien de indruk zou blijven voortbestaan dat de stoot tot dit onderzoek eigenlijk gegeven is door iemand (ik dus) die, vooruitlopend op ieder onderzoek oud-minister Luns, die in deze hele zaak een beslissende rol heeft gespeeld, al van “misleiding” heeft beschuldigd.’ Moet je nu eens zien wat Spoor schrijft.Ga naar voetnoot301 Hij weet precies, even zeker als ik, want we hanteren dezelfde bronnen als Willem Drees, Anak Agung, en hij bovendien Van Roijen, dat Luns de hele Haagse politiek inderdaad heeft misleid. Spoor zegt dat zelf, maar in zijn krant zet hij misleiding tussen aanhalingstekens. Hoe had ik ooit dit verzoek om een historisch-wetenschappelijk onderzoek kunnen bewerkstelligen zonder van de daken te schreeuwen wat ik wist, namelijk dat Luns loog, tegen ons, tegen iedereen, zowel over de Indonesiërs als over de Amerikanen. Want, zo redeneert Spoor verder, die ‘rem’ zal vooral effect hebben op ‘lieden, die toen eveneens een belangrijke rol hebben gespeeld en misschien een andere versie van bepaalde facetten van die zaak aanhangen en nu zullen huiveren ermee voor de draad te komen.’ Precies zoals Spoor huivert om ermee voor de draad te komen. Mij scheldt hij over de telefoon uit dat hij journalist is en in zijn krant zet wat hij weet. Hij doet in de verste verten niet wat hij zegt. Misschien haalt ook Spoor het einde van de strijd niet. Ook hij is bezig door de knieën te gaan. Ik heb hem op 1 februari op de man af afgevraagd of ik bekend mocht maken dat ook hij wist, welke brief Willem Drees aan Anak Agung had geschreven. Hij zei toen ‘ja’. Spoor houdt geen stand. Gerard Croiset zei gisteren dat Spoor helemaal niet boos op me was, zoals hij had doen blijken. Hij weet te goed hoe het zit. Hij heeft in ieder geval nog niet bedankt voor het cadeautje dat ik hem liet bezorgen. Croiset zei dat hij nu meer preventief wil gaan werken. Hij noemde systemen als het Vaticaan en communisme gedoemd om te falen. ‘Alleen in vrijheid kan de mens zijn harmonie bereiken.’ Hij was het eens met wat de heer Caris me probeerde duidelijk te maken, namelijk dat het Vaticaan in wezen een maffiaorganisatie was. ‘Het zijn veldheren,’ aldus Croiset. | |
[pagina 241]
| |
‘Het Vaticaan heeft de massamoord op de Joden toegelaten. Wanneer meneer Oltmans te lastig zou worden zal hij zonder meer (door het Vaticaan) uit de weg worden geruimd.’ Hij zei dat de boodschap van de heer Caris uit Den Haag waar was. Hij adviseerde het contact met Caris aan te houden en af te wachten.Ga naar voetnoot302 K. Helder van de Raad voor de Journalistiek maakt mij er op attent dat eerder dit jaar de nieuwe Wet op de privacy is aangenomen. Dit is het wetje dat nodig was in reactie op de foto die door John de Rooij in de bosjes van kasteel Drakenstein was genomen, en waarop later Claus werd geïdentificeerd gearmd lopende in de tuin met Beatrix. Ik heb me over hoofdredacteur Goeman Borgesius en Peter Zonneveld beklaagd bij de Raad voor de Journalistiek, maar ik heb tevens een klacht ingediend bij de Officier van Justitie te Amsterdam voor het schenden van mijn privacy door fotograaf Peter Zonneveld. Han Hansen liet zich tegenover mij ontvallen dat er kennelijk ‘binnen onze eigen club’ veel te doen was geweest over zijn voorpagina-artikel dat er een kans was dat Luns nu inderdaad zou worden onderzocht. Zo hoor je nog eens wat. Gerard Croiset zei ook dat Henk Hofland ‘omdat hij het zelf niet zou doen,’ niet had gedacht dat Peter Zonneveld die foto's ooit zou publiceren. Waarom smoesde hij dan die avond in mijn huis bijna voortdurend met Zonneveld? Trouwens van Croiset is bekend dat hij signalen die hij opvangt door elkaar haalt. Misschien ‘ziet’ hij wel dat ik niet had verwacht dat Hofland tot walgelijke streken in staat was. Zoals eerst bellen dat Zonneveld een onbekende lifter was. Gisteren heb ik Emile van Konijnenburg in de Travellers Grill gesproken. Hij zei: ‘Werk aan je image,’ en bedoelde dus: draag geen jeans en Frye boots. Onzin natuurlijk. Hij was uitermate positief over alles wat er was gebeurd. Toch ben ik niet vergeten dat ik veertien dagen niets van hem hoorde, juist in die spannende tijd dat ik een aanmoediging van hem best had kunnen gebruiken. Hij kijkt altijd de kat uit de boom en ziet eerst hoe het afloopt en ten gunste van wie. Hij vond het allemaal een voortreffelijk resultaat, maar hij benadrukte dat ik in mijn schrifturen vooral steeds moet benadrukken dat Luns zelf Luns heeft opgehangen en niet ik. Daar heeft hij gelijk in. Ik heb direct een in die zin opgesteld stukje in De Typhoon gezet.Ga naar voetnoot303 Toch was het plezierig hem weer te ontmoeten. Hij raadde me aan uiterst voorzichtig te zijn, omdat vijanden als de heer Del- | |
[pagina 242]
| |
prat en consorten nu alles in het werk zouden stellen om argumenten tegen mij te bedenken en te vinden. Cees Meijer heeft direct een hoofdartikel in De Typhoon geplaatst, novum, wat behandelt dat ik voor het eerst in de jurisprudentie in Nederland een klacht zal laten behandelen op basis van de nieuwe Wet op de privacy. Paul van 't Veer begon vandaag zijn artikel in Het Parool aldus: kop van luns op het blok van nieuw-guinea. ‘Laten we wel wezen: de schijn van “wetenschappelijk onderzoek” die de Kamercommissie verbindt aan zijn wens de Nieuw-Guinea-politiek van 1949 tot 1963 te laten bloot leggen, kan niet verhullen dat het hier om een politieke beslissing gaat. De kop van Luns moet eraf en dat moet gebeuren door hem bij wijze van spreken op het blok Nieuw-Guinea te leggen.’ De druiven zijn weer eens zuur. Hij ziet er zorgvuldig op toe dat ik niet in zijn stuk wordt genoemd. Komt ervan wanneer je zelf braaf op je bureaustoel bij Het Parool zit en schrijft wat er van je wordt verwacht. Wie dit dan niet doet en een eigen weg bewandelt, is een outcast. | |
4 februari 1972Heb toch meer innerlijk verdriet over het wegblijven van Peter dan ik verwachtte. Hij belde wel en zei: ‘Als ik nu bij je was zou ik je een dikke, vette zoen geven, ook al zou je die niet willen hebben,’ wat me overigens wel weer vertederde. Maar zolang ik over reserves beschik om dit soort zaken te verwerken, blijf ik stil en bewaar verdriet voor mezelf. André Spoor belde tegen middernacht. Hij had mijn ingezonden brief gevonden maar had nog geen besluit genomen. luns oogst zelf noemde ik mijn boodschap. Ik herhaalde eigenlijk wat ik in mijn kolom over Luns in De Typhoon had verkondigd, namelijk dat Luns deze moeilijkheden aan zichzelf had te danken. Spoor zei dat het hoofdartikel van gisteren niet door hem maar door Heldring was geschreven, vandaar opeens de distantie ten aanzien van mij. Hij had Trouw meegedeeld dat ik nooit gezegd kon hebben dat hij een kopie van de brief van Drees aan Anak Agung had, want die had hij ook echt niet. De heren van Trouw waren op een fishing expedition geweest; duidelijk. En over mijn cadeautje vroeg hij: ‘Waarom heb je dat gedaan.’ ‘Omdat ik dat zo voelde.’ Vanmorgen had ik een uitstekende ontmoeting met Carel Enkelaar. Hij gaf nu toe dat Harry Hagedorn inderdaad in het vooruitzicht had gesteld dat ik zelf met door mij aangedragen | |
[pagina 243]
| |
projecten niet mee zou gaan. Ook vertelde hij dat Rengelink, de programmacommissaris, in Parijs met De Telegraaf was komen aandragen en Carel had gevraagd: ‘Wat is nu onze relatie met Oltmans?’ ‘Die heb ik vorige week schriftelijk verbroken,’ had hij geantwoord. ‘Het mag vooral niet lijken dat wat nu is gebeurd in Den Haag iets met onze brief heeft te maken,’ aldus Rengelink, Ik weet best waarom ik nooit echt van de grond kom bij de nos.Ze houden rekening met Den Haag, van a tot z. Enkelaar doet alleen maar of hij de dienst uitmaakt, in werkelijkheid is dat baloney. Een secretaresse bij Vrij Nederland met plakhaar, een bête smoel en enorme tieten zei: ‘Maar ik vind Luns zo'n aardige man.’ Het is te hopen dat ze daar alleen maar postzegels plakt. Jacques de Kadt: het geval oltmans.Ga naar voetnoot304 De hele pers had gedaan of er inzake mijn beschuldigingen iets ernstigs aan de hand was. ‘En de Commissie van Buitenlandse Zaken uit de Tweede Kamer meent dat iets uitgaande van de heer Oltmans enige uren van de nationale tijd waard zou zijn. De behoefte om mee te spelen in poppenkastvertoningen blijkt onuitroeibaar: zelfs als de vertoner van de poppenkast Oltmans heet.’ De Kadt vindt dat de kwestie die ik aanroerde reeds tot de historie behoort. Hij noemt mij ‘een Sukarno-jongetje’ die hij ook een keer bij zich thuis ontvingGa naar voetnoot305, maar waarna hij zeker wist dat je met een grote boog om hem heen moest lopen en meer van dergelijk geklets. De Kadt is op zijn retour. Hij kan zijn onzin alleen nog in Accent kwijt, dus als de socialistische volksvertegenwoordiger die bij ultrarechts ten onder gaat. Daan van Rosmalen en dr. F.A. Hoogendijk praten nog eens vier pagina's in Elsevier over de snuffelaffaire in de residentie van Luns en soortgelijke onderwerpen.Ga naar voetnoot306 Ongevraagd begint Schmelzer over de ‘Oltmans-affaire’ en zegt dat toen dit opzien baarde hij een verklaring gereedmaakte voor de pers, maar geen enkele journalist had om zijn commentaar gevraagd. Als ‘primeur’ wilde hij Elsevier meedelen wat hij weken geleden wereldkundig had willen maken. ‘Ik heb geen waardering voor de wijze waarop sommigen blijkbaar de vrijheid menen te kunnen nemen om de naam van een man neer te halen, die enige tientallen jaren de nationale zaak heeft gediend, in overeenstemming overigens met het Nederlandse parlement.’ Iets an- | |
[pagina 244]
| |
ders was van een partijgenoot en opvolger van Luns niet te verwachten, maar ik zou in het jaar 2000 ten aanzien van deze zaak niet graag te boek staan à la Schmelzer nu. Het zal me benieuwen wanneer werkelijk zal worden vastgesteld of Luns inderdaad de nationale zaak heeft gediend, zoals Schmelzer zegt. | |
5 februari 1972Ben triest omdat ik in de huidige toestand wat Peter betreft er tegenop zie naar Amerika te vertrekken. Ik zie het publiek van mijn lezingen al weer zitten. Wat moet ik ze in godsnaam vertellen? Ik trek het me zeer aan dat hij niet meer naar Amerbos is gekomen. Van Erik van der Leeden hoor ik ook nooit meer iets. Ook van Richard Thieuliette geen woord. Het kan me ook steeds minder schelen. Bracht twee anjers naar het graf van mijn vader. Er was zonneschijn en ik voelde me erg alleen daar onder de naaldbomen in gebed. Het flitste door mijn hoofd dat mam hier eens ook zou worden begraven. Ik vroeg me af hoelang ikzelf nog zou leven. Nam mam mee voor een rit met de honden. We dineerden in Maasbergen. Zij vindt zoiets heerlijk: een uitje. Ik was even geïrriteerd toen ze zei dat het niemand meer iets kon schelen hoe de Nieuw-Guinea-zaak precies in elkaar had gezeten. Maar even later was het voorbij. Ik ging een stuk vlees naar de honden in de auto brengen, zoals ik altijd doe wanneer we uit eten gaan. Zij stelde voor een portje te drinken op mijn reis, waar ik voor een keer aan meedeed. Ik vertelde hoe de situatie met Peter was. Ik kreeg het erg warm en werd knalrood, maar zij deed of ze er niets van merkte. ‘Dat heb ik vanaf jullie eerste dag geweten,’ zei ze. ‘Je houdt uiteindelijk niemand over,’ antwoordde ik. ‘Dat heb ik je toch altijd gezegd,’ zei mam. En dat is ook min of meer zo. Triest.Ga naar voetnoot307 Nadien stopte ik even bij Gerard Croiset. ‘Je zou de Luns-zaak met een satire moeten kunnen oplossen,’ vond hij. ‘Ze zullen zeker proberen de zaak, die je op gang bracht, te stoppen. Een wetenschappelijk onderzoek betekent niets. Wanneer getuigen niet onder ede worden gehoord komt die zaak toch nooit uit.’ Hij vond echter wel dat ik door moest gaan, maar me meer op de massa moest richten, dus verklaren dat het hele systeem veranderd zou moeten worden om de smeerlapperij kwijt te raken. Hij gaf me heel nadrukkelijk een hand, toen ik vertrok, wat hij meestal niet doet. | |
[pagina 245]
| |
Later op de avond belde ik Emile van Konijnenburg. Hij had ook in de pers gelezen dat het onderzoek naar de rol van Luns nu toch weer op losse schroeven stond.Ga naar voetnoot308 Premier Biesheuvel heeft namelijk meegedeeld dat de regering aan het Rijksbureau voor de vaderlandse geschiedenis een advies zal vragen of er een wetenschappelijk onderzoek naar het Nieuw-Guinea-beleid kan worden ingesteld. De zaak is dus al aanzienlijk afgezwakt. Welke krachten zijn toch bezig in Den Haag? Het Utrechts Nieuwsblad heeft zelfs een kop: uitstel onderzoek nieuw-guinea-beleid. Van Konijnenburg vond dat André Spoor meteen met ambassadeur Anak Agung moest bellen om diens goedkeuring te krijgen de brief van Drees aan hem in zijn artikel op te nemen, want als de zaak nu niet wordt uitgezocht is die kwestie-Luns immers helemaal verdacht. Ik vroeg Konijn of hij niet eerst naar Wenen wilde bellen om Anak Agung over de brug te laten komen wat de pers betreft. ‘Oh, nee,’ zei hij, ‘Ik ken hem zo goed. Als Spoor Anak Agung belt, kan hij suggereren dat de ambassadeur mij in Den Haag belt.’ Altijd hetzelfde liedje. Een ander de kastanjes uit het vuur laten halen. Ik werd bijna woedend. Ik heb langzamerhand geen zin meer Spoor nog eens te bellen. Hij heeft ook vandaag mijn brief niet gepubliceerd. Van Konijnenburg was het er tenslotte mee eens dat we met verdere stappen maar tot april moesten wachten. Ik schreef ambassadeur Anak Agung opnieuw een brief waarin ik hem het kritieke stadium van de actie uiteenzette en hem aanmoedigde met zijn bewijsstuk over de brug te komen. Die brief van Drees zou immers het effect van een politieke explosie hebben en pas dan zouden we verder kunnen. Anton Koenen vertelde dat het vooral Biesheuvel op dit moment slecht uitkwam wanneer er een gigantische rel in Den Haag zou ontstaan. Daarom proberen ze met man en macht een punt achter die zaak te zetten. | |
6 februari 1972Voel me stil en vreemd. Zie als een berg tegen de komende reis op. Peters totale stilte maakt alles nog erger. Maar hoe vaak heb ik dit al ervaren? Wat doet ons altijd weer hopen tegen all odds in? Gerard Croiset zei dat de Amerikanen uit een minderwaardigheidscomplex gevoegd bij angst overal in de wereld troepen en bases hadden gevestigd. De sovjets begonnen nu ook zo te worden ‘omdat zij nog steeds niet weten wat zij willen.’ Hij | |
[pagina 246]
| |
vervolgde: ‘Alleen de Chinezen kan wat de anderen doen helemaal geen moer schelen, want die weten precies waar ze naartoe willen.’ Weer zo'n typisch Croisetiaanse uitschieter. Later vroeg ik me af waarom hij eigenlijk Japan niet had genoemd. Als er een land en volk is dat op koers zit en een doel nastreeft is het Japan.Ga naar voetnoot309 Willem Drees schreef Gerard van den Boomen van de Nieuwe Linie dat hij niet op mijn pagina wilde reageren. Nee, wat moet Drees zeggen: dat het waar is wat ik zeg? | |
panam, vlucht 93 naar New YorkOp Schiphol ontmoette ik eerst Julian Spoor en begreep toen dat zij met André op weg was naar Zuid-Afrika uitgenodigd en uitgeleide gedaan door een diplomaat van dat land. André vertrouwde me tussen neus en lippen nog even toe een brief te hebben gekregen van dr. J.H. van Roijen, voormalige tweede man in Washington dc (in 1958) dat wij gelijk hadden en Luns de zaak beduvelde. Er waren nog meer brieven van invloedrijke personen voor hem op de nrc-redactie binnengekomen. Hij deed wat koel en afstandelijk, maar dat kan ook mijn verbeelding zijn geweest. Julian zei: ‘Ik moest lachen toen er uit dat pakje een foto van jou te voorschijn kwam.’ Vraag me af of ze werkelijk hebben begrepen wat ik met dat gebaar heb willen uitdrukken. ‘Doe er maar een foto van je zoon in,’ zei ik. Heb Spoor maar niet in verlegenheid gebracht door te vragen wat hij met mijn ingezonden brief had gedaan. Het wemelt van konijntjes langs de startbanen, zie er wel een dozijn. Begin nu toch wel zin in deze reis te krijgen. Alleen Peters afwezigheid liep deze dagen als een schokdraad door me heen. Erza Pound zegt te hebben ontdekt dat woorden meer met leugens hebben te maken en met wanbegrip vooral, dan met communicatie. Weet eigenlijk niets over die man. Belde mam ten afscheid. Haar vriendin Annie Wibaut had haar gevraagd of zij zich ook zo oud begon te voelen. Mam had ontkennend geantwoord. Tegen mij zei ze: ‘Natuurlijk voel ik het, maar wat voor zin heeft het erover te jeremiëren.’ Toen ik tegen haar zei dat ik vond dat het leven als een flits voorbijging, zei ze: ‘Well, remember, I am from the past century, and it still looks quite far away.’ Ik leef zelf, alsof dit bestaan eeuwig zal zijn. Maar wie weet, zal deze planeet twee generaties na mij | |
[pagina 247]
| |
verdwijnen met alle leven dat heeft bestaan. There are already half a million man-made chemicals in use today. No-one can predict their behavior on the long run. Anthony Lewis, mijn favoriete commentator, wijdde een serie van drie artikelen aan to grow and to die. Ze zijn helemaal aan de limits to growth-filosofie van de Club van Rome gewijd.Ga naar voetnoot310 In Engeland hebben een groep wetenschappers een blueprint for survival doen uitgaan.Ga naar voetnoot311 ‘The principal defect of the industrial way of life with its ethos of expansion is that it is not sustainable,’ zeggen ook zij. ‘Its termination within the lifetime of someone born today is inevitable - unless it continues to be sustained for a while longer by an entrenched minority at the cost of imposing great suffering on the rest of mankind. We can be certain, however, that sooner or later it will end (only the precise time and circumstances are in doubt), and that it will do so in one of two ways; either against our will, in a succession of famines, epidemics, social crises and wars; or because we want it to - because we wish to create a society which will not impose hardship and cruelty upon our children - in a succession of thoughtful, humane and measured changes.’ Speculeren over rationele reacties en het met verstand en intelligentie oplossen van de problemen van deze planeet lijkt me an expertise in futillity, zelfs voor Britse geleerden. Zij vervolgden: ‘Unfortunately, we behave as if we knew nothing of the environment and had no conception of its predictability, treating it instead with scant and brutal regard as if it were an idiosyncratic and extremely stupid slave (...). We tremble over our wheat fields and cabbage patches with a desperate battery of synthetic chemicals, in an absurd attempt to impede the operation of the immutable “law” we just mentioned, that all ecosystems tend toward stability, therefore diversity and complexity, therefore a growing number of different plant and animal species until a climax or optimal condition is achieved (...). We know, however, that the combined effects of pollution and habitat destruction menace the survival of no less than 280 mammal, 350 bird, and 20.000 plant species (...). Homo sapiens himself depends on the continued resilience of those ecological networks of which eagles and primroses are integral parts. Industrial man in the world today is like a bull in a china shop, with the single difference that the bull with half the information about the properties of china as we have about those of ecosys- | |
[pagina 248]
| |
tems would probably try and adapt its behavior to its environment rather than the reverse.’ Dit is natuurlijk exact de benadering van Aurelio Peccei en de Club van Rome waar ik me totaal in kan vinden. Om die reden heb ik me dan ook uitgesloofd deze zaken in een nos-documentaire (26 september 1971) aan de orde te stellen. ‘Continued exponential growth of consumption of material and energy is impossible,’ zeggen de Britse geleerden. Een kind kan dit op zijn vingers aftellen. Wat zij ook benadrukken in hun Blueprint is dat regeringen en politici de wereld nog altijd gefragmenteerd beschouwen, in landen en groepen van landen in plaats van in een geheel. ‘Major political parties seem mesmerized by two dominating notions: that economic expansion is essential for survival and that the best possible index of progress and well being is just that.’ Je ziet de komende ramp en ellende zich voor je ogen aftekenen: er komen steeds maar meer miljoenen en miljoenen mensen bij, die in het leven moeten worden gehouden. Hoe? Wanneer er geen economische expansie en dus steeds minder betaald werk mogelijk is, hoe moeten die honderden miljoenen mensen overleven? Anthony Lewis houdt zich hier terecht in zijn kolommen indringend mee bezig. Hij richt het vuur op de dwarsliggers, à la Hofland, die zeggen dat wij met onze waarschuwingen mesjoche zijn. Professor Henry Wallich van Yale University is zo'n kletskous, die Lewis als volgt citeert: ‘It's an alarming commentary on the intellectual instability of our times,’ aldus Wallich in Newsweek, that today mileage can be made with the proposal to stop America dead in her tracks (...). As long as there is growth everybody will be happier (...). By allowing everybody to have more and refusing to limit resources available for consumption we shall also have more resources to clean up the environment.’ Lewis zegt dan: ‘If professor Wallichs opinion is representative for the American intellectual community, it is an alarming comment on our awareness of the most important facts of life today. For he is evidently in a state of ecological illiteracy.’ Ik ken er in Holland ook een paar in die categorie. In zijn tweede kolom zegt Lewis: ‘In the memory of the race, man has always struggled to overcome the limits imposed by nature. His success has been spectacular, especially in this last century (...) but growth is approaching its earthly limits (...). World food production increased by a third between 1951 and 1966. That required increases over those fifteen years of 63 per cent in the money spent annually on tractors, 146 per cent in spending for nitrate fertilizers, 300 per cent on pesticides.’ Zijn | |
[pagina 249]
| |
derde kolom begint met: ‘A hundred years ago John Stuart Mill urged human society to limit its population and wealth and seek a stationary state. He had a vision of a cramped and depleted earth. He sincerely hoped, he said, that men will content to be stationary long before necessity compels them to it.’ Met andere woorden, Stuart Mill geloofde dus nog in the sanity of man. Vergeet het maar. Schreef drie brieven aan Peter. Alle drie mislukt. Zend dus drie regels met het adres van Leonard Freed waar ik zal logeren. We zijn boven Long Island. Het landschap is wit. Het sneeuwt. |
|