Memoires 1971-1972
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 214]
| |
Moskou24 januari 1972Hotel National, room 448Droomde dat ik met Peter op het strand was. Hij lag uitdagend te kijken en een vreemde jongen zoende hem. Ik kromp ineen maar probeerde aardig te kijken. Later kwam hij tussen mijn knieën liggen en vertelde dat hij naar bed was geweest met Jaap Jansen en een paar andere jongens, in Maarssen... Heb nog steeds niet uitgewerkte aantekeningen uit Holland. Na de persconferentie liep ik op straat en dacht, kijkend naar de mensen: wat wordt er eigenlijk over de hoofden van iedereen heen met het lot van een land gesold en gemarchandeerd. Als journalist ben je de voorhoede, de vinder van nieuws, van feiten, van waarheid bestemd voor deze mensen. En wanneer je er werkelijk naar op pad gaat besef je hoe er wordt gemanipuleerd en gesold met de werkelijkheid. Zelfs Han Hansen van de Volkskrant belde mij nadat het Nieuws van de Dag uitkwam met een verslag van mijn persconferentie dat wat ze daar schreven ‘volstrekt onwaar’ was. Ik weet het. Wat doe je ertegen? Ik sprak erover met Milo Anstadt, die op zijn beurt Piet ten Nuyl vroeg of er geen aandacht aan kon worden besteed, waar de De Telegraaf mee bezig was. ‘De vara reageert niet op die krant,’ had Piet aan Milo geantwoord. Sandberg, hoofdredacteur van Het Parool, had tegen Milo gezegd: ‘Ik laat me niet manipuleren door Oltmans,’ toen Anstadt vroeg waarom Het Parool niet op mijn persconferentie was geweest en er wel over had geschreven. Ik schreef de heer Werkman trouwens een briefje dat hij kennelijk niet kon lezen vanwege de onzin die hij over Paul Rijkens oplepelde. Hoorde zelf Luns op de radio tegen Link van Bruggen zeggen dat hij zijn secretaresse mejuffrouw Borgman Brouwer opdracht had gegeven ‘volstrekt onbelangrijke stukken’ in de prullenmand te gooien. Hij wist helemaal niet dat er van mij een telegrafische uitnodiging was geweest naar de persconferentie te komen. ‘Volstrekt nonsens wat die meneer (Oltmans) beweert. Hij doet alsof ik helemaal alleen ben geweest (in Genève) en niet was omgeven door ambtenaren.’ Link aan Luns: | |
[pagina 215]
| |
‘Maar zou Oltmans iets van archiefstukken kunnen weten omdat hij ook in uw woning is geweest?’ Luns: ‘Ik wil mij niet aan speculaties wijden.’ Link: ‘Is het niet wat veel drie affaires-Luns in één maand tijd?’ Luns: ‘Er zitten zeker politieke kantjes aan de agitatie van Oltmans.’ Luns zei ‘als oude maten’ met zijn vroegere collega's en premiers uit elkaar te zijn gegaan, en wat wordt beweerd zijn ‘volstrekt boosaardige beschuldigingen. Het moet een heel modeste denker zijn, die deze zaak heeft bedacht (...),’ aldus Luns. Mijn oude muziekvriendin Netty Feldhaus van Ham belde op en vertelde dat ze alles had gevolgd en gezien en dat zij overtuigd was dat ik de waarheid had gesproken, ‘maar de mensen willen de waarheid niet weten Wim.’ Misschien. De Indische jongen die de auto kwam wassen merkte op: ‘omdat Luns voelt dat hij ongelijk heeft geeft hij geen goeie antwoorden: wat een Piet klootzak.’ Vooral de variëteit van stoortelefoons was onbegrensd. Soms zei een stem alleen maar: ‘Stoute jongen...’ Of: ‘Hoe durf je onze Joseph...’ en dan bam de hoorn op de haak. Of: ‘Met mijnheer Oltmans, ja, ik dank u wel, goedenavond.’ Vele malen ging de telefoon en volgde stilte en dan werd er opgehangen. Of: ‘De Russen hebben homofiele foto's van je, ze chanteren je (...).’ Wie zou zoiets doen anders dan de bvd? Wim Wertheim belde en hield een tirade dat het mij altijd om personen ging, maar bij hem was het de massa die op de eerste plaats kwam. Hij betwijfelde of het me zou lukken in de Luns-affaire door te breken. Ik zei dat we niet in een communistische maatschappij existeerden, en dat je hier niet anders correcties kan aanbrengen dan de personen aan te pakken, die de massa besodemieteren. Carel Enkelaar was in Parijs geweest. ‘Je naam hing op de krantenstalletjes.’ Croiset had me geadviseerd om in duidelijke punten mijn standpunt inzake de nos kenbaar te maken. Dit heb ik andermaal gedaan. Harry Hagedorn belde me terug om te zeggen dat hij een nieuwe afspraak wilde maken. Het anp heeft, zoals ik hen dringend had verzocht, inderdaad André Spoor gebeld. Vraag: ‘Hebt u Anak Agung ontmoet en gesproken?’ Tweede vraag: ‘Heeft Anak Agung toen gezegd dat Willem Drees besefte dat Luns flessen trok?’ André heeft beide vragen bevestigend beantwoord. Wat gebeurt er? Niets. Ik heb besloten dat als de zaak voorbij is ik André een foto van mezelf zal geven met een bedankje. In zijn positie heeft hij als een leeuw gevochten. Hij vond zelf dat ik hem er te veel had | |
[pagina 216]
| |
bijgesleept. Julian en André hadden de vpro-uitzending gezien. Julian had bij het noemen van André's naam haar handen voor de ogen gedaan. Freelancer Julius Visjager belde dat hij wist dat een ambassadeur in Roemenië na intriges door Luns was afgetreden. Toen ik mijn visum haalde op de sovjetambassade in Den Haag verwachtte ik na de hele rel rond sovjetdiplomaten nogal zure gezichten. Maar Kouznetsov zei opgewekt: ‘You are our most famous journalist.’ Wat later: ‘Call me Vladimir.’ Hieruit begreep ik dat de sovjetambassade precies door had welke smerige spelletjes er rond mijn ontvangst thuis waren gespeeld en dat mij geen blaam trof, integendeel, ze wisten dat ik een ‘schoon parcours’ had gereden. Gelukkig. We bespraken de hele affaire trouwens in detail. Ik was de dag na de rel, 19 januari, ook al naar Kouznetsov gegaan, die weten wilde wie Casper was. Ook bespraken we toen de rol van Hofland en wat Marianne ermee te maken had. ‘You are simply naïf,’ zei hij toen, ‘but we know you did not cheat us and was honest.’ Natuurlijk was ik dat van A tot Z. Hij had toen gezegd: ‘As far as we are concerned you can leave now for Moscow, but perhaps you yourself want to postpone this visit, because of all the commotion.’ ‘I have nothing to hide, Vladimir,’ zei ik, ‘it seems to make sense more than ever to show this and leave on purpose now for Moscow.’ Het leek mij een uitstekende timing, juist omdat ik voor communist en sovjethandlanger werd uitgemaakt om nu naar Moskou te vertrekken. Ik realiseer me trouwens, wat zeer ongewoon is, dat ik door al het gedonder in geen twaalf dagen seks heb gehad. Na de duidelijke droom over Peter hier in Moskou is het of hij weer per katapult teruggeschoten is naar de kern van mijn beleven. A man is a man is a man.Ga naar voetnoot266 Dat is precies mijn attitude ten aanzien van Luns. Zelfs Caspers vader, de generaal, kan dit in zijn zak steken, want ook hij hield toen puntje bij paaltje kwam zijn mond op een moment dat hij juist zijn mond open had moeten doen. Die meneer Van Thiel uit Helmond belde weer en zei: ‘Pas op hoor. Ik ben het met u eens, maar ga niet alleen op straat. Het is nu Luns of u. Voor duizend gulden wordt u uit de weg geruimd. Je hebt wel moed, maar je vecht tegen de wereldpolitiek.’ Ik reageerde heel kalm. ‘Wat blijf je koel,’ zei de man die me tutoyeerde. Ik besloot de Rijksrecherche te bellen. Maar | |
[pagina 217]
| |
een juffrouw van het ministerie van Justitie deed dermate vervelend dat ik eerst Gerard Croiset belde. ‘Dat is helemaal niet nodig. Blijf maar kalm,’ zei hij. Loet Kilian, mijn dierbare vriend, had de vpro-uitzending gezien en vertelde er intens van te hebben genoten. Maar hij kent mij ook echt. Op 21 januari belde ik Mimi Hofland. Henk was in een kroeg met Spoor. Ik was bezorgd en vroeg hoe het met hem was. ‘Wat beter,’ zei Mimi. Zij wilde weten wie hij, in plaats van haar, mee naar mijn party had genomen. Ik vertelde een zekere Marianne van het Hilton Hotel. Dit maakte haar boos. Daarop vroeg ze wie hij had meegenomen naar het diner met Böttcher en Enkelaar bij mij thuis. Ik vertelde: ‘een zekere Els.’ Zij scheen zeer verbaasd. Zij was er vanuit gegaan dat hij deze Els al in geen vijf of zes jaar meer had gezien. Ik probeerde haar gerust te stellen en zei dat hij me nog vorige week had gezegd haar nooit te zullen verlaten, maar Mimi zei langzamerhand schoon genoeg te hebben van al zijn affaires en eigenlijk het liefst alleen op een flatje zou willen wonen om van het gedonder verlost te zijn. Wat later belde Henk uit een kroeg. ‘Je bent een idiote aan bewustzijnsvernauwing lijdende klootzak,’ aldus mijn ‘vriend’ Hofland.Ga naar voetnoot267 ‘Nu heb je ook nog mijn huwelijk geruïneerd. Ik heb een advocaat genomen om een echtscheiding te regelen en om zoveel mogelijk geld uit de Dagbladunie te slaan.’ Ik dacht eigenlijk: wat zielig. Alsof ik zijn huwelijk naar de knoppen heb geholpen. Hij had ‘ook nog’ gezegd. Dus wat zou er verder met zijn leven aan de hand zijn na de fatale smokkelpartij van een fotograaf in mijn huis? Even later belde André Spoor: ‘Heb jij Mimi gebeld? Ik was net met Henk in een kroeg. Hij kwam razend terug van de telefoon....’ Ik legde uit gewoon te hebben willen informeren hoe het met Henk was en vervolgens naar waarheid Mimi's vragen te hebben beantwoord. Spoor vertelde dat Heldring zijn hoofdredacteurschap had neergelegd en nog slechts commentator wilde zijn. De financiële directeur Pluygers had Henk er op gewezen dat hij niet als hoofdredacteur gehandhaafd kon worden. Bovendien hadden mederedacteuren Hofland de vraag gesteld waarom hij ‘een dergelijke primeur’ - mijn partij voor Russen - aan De Telegraaf en niet aan zijn eigen krant had gegund. André maakte duidelijk dat Heldring het gedrag van Hofland dermate onacceptabel vond dat hij niet langer met hem in een hoofdredactie wenste te zitten. | |
[pagina 218]
| |
Gerard van den Boomen, hoofdredacteur van De Nieuwe Linie, telefoneerde in het midden van het gevecht dat hij een groot verhaal wilde hebben. Ik herinnerde hem er aan dat hij bij het verschijnen van De Verraders een fijne brief had geschreven ‘dat boek’ niet in zijn weekblad besproken te willen hebben. Nu wilde hij mijn bijdrage zelfs stante pede hebben. Ik bewerkte dus mijn oorspronkelijke artikel voor De Typhoon, dat gemakkelijk uitgebreid kon worden.Ga naar voetnoot268 Vanmorgen hier in Moskou een uur gesproken met de heren Fedorowski en Ananichev in dr. Jermen Gvishiani's bureau. Heb hen compleet ingelicht wat er al zo rond Luns was voorgevallen en hoe men het bezoek van drie sovjetdiplomaten in een verdacht licht had proberen te plaatsen. Nam verder contact op met de staatstelevisie en vroeg of ze mijn brief voor de heer Asaturjan wilden ophalen. Ze hadden een probleem om een auto te regelen.Ga naar voetnoot269 Vanmiddag kwam de heer H.J. Heinemann van de ambassade van 15.00 tot 16.30 uur naar Hotel National. Hij scheen niets van de rel in Holland af te weten. Hij maakte uitgebreid aantekeningen. Hij leek me deze keer genuine. Hij zou morgen nog een borrel komen drinken. De ambassade kon slechts twee tickets voor Spartacus krijgen en die waren ‘natuurlijk’ voor de ambassadeur. Mijn vriend Sumartono kwam naar me toe, zag hoe beroerd ik me voelde en ging weer naar huis om No-Flu dragees te halen. We gingen naar de bar van Hotel Intourist, want 's avonds laat is alles hier dicht. Op de Indonesische ambassade was wel veel over de rel in Nederland bekend, en ook admiraal Muljadi, de ambassadeur, was van een en ander op de hoogte. Aad van den Heuvel had me de eenentwintigste gebeld en gevraagd of ik eventueel bereid was in Brandpunt te verschijnen. Er zou dan na een gesprek met prins Claus met mij worden gesproken. ‘Tenminste,’ zei hij: ‘als je me een of andere “scoop” kunt geven.’ Ik antwoordde dat ik erover zou denken. Op die basis dus niet. Medewerker Duyns van de Haagse Post vroeg om een interview. Rob Kopuit bracht dinsdagavond van 22.30 tot 02.30 uur op Amerbos door (samen met een meisje). Hij adviseerde niet met Duyns te praten. Ik voelde dit zelf precies zo. Kan wel aan de gang blijven. Wie heeft belang bij overexposure? Duyns schijnt wel zaterdagavond aan de deur te zijn geweest. Hij stond als een gek te bellen, maar ik had geen zin open te doen. | |
[pagina 219]
| |
Later ben ik naar het huis van een Vrij Nederland-fotograaf gegaan, die eveneens opnamen wilde maken.Ga naar voetnoot270 Op 22 januari belde Igor Cornelissen reeds. ‘Ik hoor, je laat de hp er niet meer in.’ In Amsterdam weten de paparazzi hun ‘nieuwtjes’ snel te verspreiden. De avond dat Rob Kopuit op Amerbos zat te praten belde Henk Hofland. ‘Stap in je auto en kom hier naar de Botticelli-straat,’ zei hij. Dat leek me niet direct het meest plezierige tripje dat ik me kon indenken. Eigenlijk was ik nog laaiend over wat hij me heeft geflikt. Ik kreeg er echter spijt van en besloot hem terug te bellen dat ik bereid was te komen. ‘Blijf maar waar je bent,’ antwoordde hij. Intussen bleek hij die avond iedereen te hebben opgebeld dat ik had geprobeerd zijn huwelijk te torpederen. Milo Anstadt belde en vroeg of het waar was dat ik Mimi Hofland had gebeld. Ik zei: ‘Ja, dat heb ik.’ Voor ik verder kon gaan zei Milo: ‘Dan is het dus toch waar.’ Ik werd woedend en verdomde het tekst en uitleg aan meneer Anstadt te gaan geven en hing op.Ga naar voetnoot271 Ben nu aardig door mijn achterstallige aantekeningen heen. Doodzonde dat ik die spannende dagen gewoon geen tijd had om alles accuraat bij te houden. Heb de laatste dagen hier in Moskou uren extra geslapen en begin weer bij te komen. Ik denk veel aan mijn huis op Amerbos. Hoe zou ik mijn dagboeken tegen onverlaten kunnen beschermen? De vrouw van Anton Koenen interviewde me zelfs voor de Londense Times. Weet niet of zij een letter heeft geschreven. Ook Joyce van der Meer maakte in Nieuwspoort een vraaggesprekje voor cbs. Ik begon met haar te zeggen dat ik haar ervan verdacht cia-bindingen te hebben. ‘I can see now why you have so many enemies,’ zei ze.Ga naar voetnoot272 Toen ik tegen diplomaat Heinemann zei dat als ze me in Holland zouden vragen wat ik nu weer in Moskou had uitgespookt dat ik zou antwoorden kwartier te hebben gemaakt voor Richard Nixon, vroeg de man ook nog: ‘is dat niet gevaarlijk?’ Meneer Duyns van de hp dito. Die nam de bovenstaande mop in alle ernst op, tot ik hem uitlegde dat het maar een grapje was. Duyns: ‘Zo zie je hoe ik onder de indruk van jou ben.’ Carel Enkelaar zou zo'n opmerking onmiddellijk begrijpen. Zondagmorgen had ik mijn moeder gebeld en tegen haar ge- | |
[pagina 220]
| |
zegd dat ik me meer dan eens had afgevraagd hoe het kwam dat het me geen zier kon schelen om in mijn eentje tegenover de hele bende te staan, en wat zij mogelijk gedaan kon hebben om in mij een dergelijke weerstand op te bouwen. Grafoloog Henk Bruinsma zei zaterdagmiddag in de Leidsestraat tegen me: ‘Ik heb altijd al gezegd, jij spreekt de waarheid and you don't give a damn about anyone. | |
25 januari 1972Lijd aan een vorm van slaapziekte: zou nog uren kunnen verder dutten. Karen Ananichev zei gisteren dat zijn film over ecologie in de Sovjet-Unie dertig onderwerpen in dertig minuten behandelde en te technisch was samengesteld. Fedorowski zei dat hij de map met knipsels, die ik voor hem had samengesteld, had doorgegeven aan het ministerie van Buitenlandse Zaken en dat men er daar met belangstelling kennis van had genomen, maar ook veel had gelachen. Ambassadeur Lavrov is momenteel met vakantie in Moskou en rust uit op zijn dacha. Sumartono vroeg me gisteravond: ‘Waarmee voed jij je innerlijke zekerheid?’ Ik zei het niet te weten, maar dat ik denk ermee te zijn geboren en grootgebracht. ‘Hoe kom ik toch in deze situaties als van graniet te zijn,’ vroeg ik mam ook al. Zij antwoordde: ‘Tante Jetty is ook zo.’ Ik vond het geen prettige vergelijking, want deze tante was geen favoriet van me. Ook B.F. Skinner constateert: ‘The great problems of the world are all global.’ Hij noemt dezelfde milieuproblemen als de Club van Rome, maar voegt er dan mijns inziens een uitermate belangrijk aspect aan toe. ‘We must arrange contingencies under which consequences have an effect. How can the cultures of the world bring these terrifying possibilitiesGa naar voetnoot273 to bear on the behavior of their members?’Ga naar voetnoot274 Dat is het natuurlijk precies. Prima dat Jay Forrester in zijn computerstudies vastlegt dat overbevolking, de verkwisting en het opsouperen van natuurlijke hulpbronnen, of de vervuiling van het milieu niet ongeremd zullen kunnen doorgaan tot er een ramp ontstaat. Skinner wijst er op dat het ‘social environment, what is called culture, shapes and maintains the behavior of those who live in it’. Hoe kunnen we dit gedrag zodanig veranderen dat een globale calamiteit wordt voorkomen? Ik denk dat de culturen - en de psyches die aan die culturen zijn verklonken - op deze planeet te veel van elkaar verschillen om te durven hopen op een meer eensluidend gedrag tot in de verste hoeken van deze aarde. | |
[pagina 221]
| |
Spartacus was uitverkocht. Intussen kocht ik in de Gum voor broer Theo de tweede symfonie van Rachmaninov en de vierde symfonie van Tsjaikovski. Mam had gezegd dat hij van symfonieën hield. Er gaat een hele heisa aan vooraf alvorens je bij de staatstelevisie wordt binnengelaten. Wij beseffen in het westen niet hoe ‘vrij’ we zijn vergeleken bij deze mensen. Yuri Pronin - ik schat hem 26 jaar - zal met me samenwerken bij de ecologie-film. Uiteindelijk arriveerde ook Karen Asaturjan. Het ministerie van Cultuur was niet bereid om ons een film van Spartacus te laten maken. Het Bolshoi Ballet wilde zelf op reis. Een film zou de bewegingsvrijheid vertragen. Men beschouwde een film van het ballet nadelig voor toekomstige tournees. Ik bestreed dit en Asaturjan was het met me eens. Hij adviseerde een nieuwe poging te ondernemen, ditmaal via Ahram Khatchaturian zelf, en misschien met de lobbyassistentie van dr. Gvishiani en Olga Chechotkina van de Pravda. Vervolgens deelde hij mee dat de Academie van Wetenschappen per brief had meegedeeld dat ons geen toestemming werd verleend de telescoop in Armenië te filmen, terwijl ook een filmportret met M.V. Keldysh, president van de Academie van Wetenschappen, was afgewezen. Ik was hier verbaasd en teleurgesteld over omdat feitelijk de principeafspraken al in het kantoor van dr. Gvishiani met Gumanov en anderen waren gemaakt. De avond werd echter uniek. Olga Chechotkina kwam in een bontjas naar Hotel National. We spraken eerst samen in de hal. Ik legde haar uit waarover ik in Den Haag met Luns aan het knokken was geslagen.Ga naar voetnoot275 Vervolgens wandelden we naar het appartement van Khatchaturian in het gigantische flatgebouw voor componisten en beroemde musici. Khatchaturian met zijn Armeense kop en golvend grijs haar opende zelf de voordeur, gekleed in een blauwe broek, een fel rood vest en een open wit hemd. Hij verontschuldigde zich voor de wanorde - die erg meeviel - en we gingen naar de eetkamer, waar een tafel stond met acht stoelen. Vrijwel meteen begon een dienstbode met een witte kap op haar hoofd, kaas, allerlei soorten vlees, brood, amandelen en vruchten aan te dragen. Olga vertaalde. De maestro keek naar mij en zei: ‘Hij is zelf Spartacus.’ Hij was nog vol van zijn eerste reis van zeventien dagen naar Californië. Daar had een 22-jarige Amerikaan zijn pianoconcert uitgevoerd. In Las Vegas had hij gedobbeld en tweeënnegentig dollar gewonnen. | |
[pagina 222]
| |
Hij begon vrijwel meteen over Spartacus te spreken en zei: ‘Wees maar getroost: Madame Furtsewa heeft onze Hongaarse kameraden ook geweigerd om Spartacus te gaan filmen.’ Hij wilde zijn eigen positie in deze zaak volkomen duidelijk maken. Hij had geen impresario. Al zijn optredens ressorteerden onder een speciaal departement van het ministerie van Cultuur. ‘All my life,’ zei Khatchaturian met duidelijke ergernis, ‘I have been tied to the Ministry of Culture, therefore Spartak is also tied to them. Madame Furtsewa is a patriot, so she wants the Bolshoi to go to Paris and New York and she wants only the Bolshoi itself to perform Spartacus, not via a film. The production of a film would mean competition for the dansers. That is the official stand, but now I will give you my own thoughts.’ Khatchaturian vervolgde: ‘I think, the financial part plays a big role here. The Ministry of Culture has of course its own contacts everywhere. The same in our literary field and with books. But, perhaps did Madame Furtsewa not think through all the angles. I, as author and composer, I dream to have a film of Spartak.’ Ik vertelde dit al met dr. Jermen Gvishiani in Genève te hebben besproken. Gvishiani stelde voor met de minister te spreken alvorens ons verzoek zou binnenkomen, want na een negatieve reactie was het moeilijk de zaak weer om te draaien. Olga vroeg: ‘En waarom hebben jullie haar dan toch geschreven voordat dr. Gvishiani een kans had?’ Ik zei dat we in Hilversum de snelheid, waarmee men in Moskou zaken afhandelt verkeerd hadden beoordeeld. We dronken Armeense wijn. Khatchaturian vertelde dat deze speciaal was gebrouwen ter gelegenheid van het vijftigjarige bestaan van de Armeense sovjetrepubliek. Olga: ‘You better tell dr. Gvishiani tomorrow, when you see him, that the Maestro is ready to pay him a visit in his office to discuss this matter.’ Later werd de strategie gewijzigd. Khatchaturian zou in de vroege ochtend dr. Gvishiani zelf bellen. Ik moest vooral niet laten merken dat ik hier vanaf wist. Olga vertaalde verder: ‘Hij hoopt dat Madame Furtsewa rekening wil houden met de wensen van de componist, maar dan moet de componist wel ja en amen zeggen op alle door het ministerie gestelde voorwaarden.’ Het klonk of Khatchaturian zelf dacht dat we Spartacus op onze buik konden schrijven. Khatchaturian: ‘Dit ministerie heeft twee hoofdtaken: 1) Russische kunst te verspreiden en 2) dit op de meest voordelige commerciële voorwaarden te bewerkstelligen.’ ‘As in any product,’ zei hij - want soms sprak hij direct tegen mij - ‘you will try to get the best possible price.’ Ik onderstreepte dat Karen Asaturjan ook zijn best deed dit er- | |
[pagina 223]
| |
door te drukken. ‘Ah, Karen, an Armenian’, aldus de componist. We waren tenslotte bereid 300.000 dollar neer te leggen voor de rechten. Olga vertelde hem in het Russisch over mijn achtergrond, hoe wij elkaar in Indonesië op reis met Bung Karno hadden leren kennen. Zij sprak over mijn overgrootouders in Tasjkent, mijn ene grootvader graaf Poslavsky, over de kinineplantages van mijn andere grootvader H. van der Woude. Zij vertelde hoe we eens op reis met Sukarno en maarschalk Voroshilov op Midden-Java met Indonesische en sovjetvlaggetjes hadden gezwaaid, en ik me de wraak en spot van Amerikaanse en westerse journalisten op de hals had gehaald omdat ik eraan mee had gedaan en toen al (in 1957) voor communist was uitgemaakt. We gingen na middernacht weg. Olga zei nooit eerder bij Khatchaturian thuis te zijn geweest. Ik antwoordde dat ik juist daarom dikwijls vanavond aan Bung Karno had moeten denken die ons - Olga en mij - bij elkaar had gebracht. Sukarno's levensfilosofie was op dit belangrijke aspect gebaseerd: hij had namelijk generaal Nasution en D.N. Aidit, secretaris-generaal van de pki, juist samen mee op reis genomen, zowel naar de Sovjet-Unie als naar de vs. Dat was immers de basis van zijn hele non-alignment-filosofie. Bung Karno wilde altijd weer aantonen dat mensen die elkaar haatten, elkaar meestal niet kenden, laat staan begrepen. Die benadering is gegrondvest in de aders van de oorspronkelijke Javaanse cultuur. Suharto begrijpt daar absoluut niets van, maar die heeft er ook de innerlijke beschaving niet voor. | |
26 januari 1972Fedorowski was charmant vanmorgen, maar ik kreeg dr. Gvishiani niet te zien. Hij overhandigde me een doos en zei dat het een afscheidscadeautje was - dacht een moment: wat klinkt dit allemaal naar, alsof ik hier nooit meer terugkom; zou de rel in Den Haag met sovjetdiplomaten dan toch roet in het eten hebben gegooid? Hij benadrukte dat ik het geschenk namens het Committee for Science and Technology of the Council of Ministers, dus van Gvishiani, pas in Nederland open mocht maken. Fedorowski had hem alles verteld, ook over de botsing met Luns. ‘Hij lachte,’ aldus zijn chef -protocol. Hij toonde overigens de Pravda om te bewijzen dat dr. Gvishiani vandaag elders bezig was. De daf-mogelijkheden waren in studie. Ze waren ook geïnteresseerd in contacten met akzo en vmf. Ik vertelde Heinemann te hebben gesproken. ‘They must have sent a telegram to The Hague immediately,’ zei Fedorowski. Hij vroeg me een memorandum over de Luns-affaire samen te | |
[pagina 224]
| |
stellen. Waarom niet? Ik gebruikte er ongeveer een uur voor en bracht het naar zijn bureau. (14 pagina's). Telefoneerde met Gerard Schuijt in Amsterdam. Er was verder geen nieuws. Luns is buitenslands en laat niet van zich horen. Khatchaturian zei dat hij me nog een paar ‘facts’ (met nadruk) wilde vertellen. ‘In 1968 stelden de Amerikanen voor dat zij mijn derde symfonie wilden opnemen. Ik ging ermee akkoord op voorwaarde dat ik de opname zou kunnen bijwonen. Dat was overeengekomen. Ik werd uitgenodigd op een middag in Chicago aanwezig te zijn. Toen ik arriveerde zeiden ze: “De opnamen zijn gemaakt en wel onder Leopold Stokowsky”.’ Hij was nog steeds verontwaardigd. ‘They stole my music! I turned towards the concert hall and shouted: let someone, who knows Russian, translate my words, because the interpreter refused to do so.’ Hij herhaalde: ‘They stole my music, pam, pam, pam, the tempi were wrong, where there should have been a culmination it was entirely wrong...’ Het ellendige was dat de Sovjet-Unie geen deel uitmaakte van de Conventie van Bern over auteursrechten, zei hij. De Armeens-Amerikaanse vriendschapsliga in Los Angeles heeft de maestro een Mercedes S1-280 cadeau gedaan. Hij schatte de waarde op 16.500 dollar of meer. Olga zette zijn bril op om de schenkingspapieren te bestuderen. Er was in Californië een monument opgericht om de Armeniërs te herdenken, die door de Turken waren afgeslacht. De Turkse ambassadeur in Washington had protest aangetekend, maar de Armeniërs in de vs hadden voldoende invloed kunnen uitoefenen om er voor te zorgen dat Spiro Agnew zelf bij de onthulling aanwezig was. Olga dacht dat de Armeniërs ook voldoende financiële invloed hadden om dit te bewerkstelligen. Madame Khatchaturian nam me bij de hand naar een andere kamer, waar haar nichtje en een oudere heer dia's van Californië aan het bekijken waren. Olga vroeg om een portret met de handtekening van de maestro. Khatchaturian zocht overal naar een witte stift. Daarna was de vraag hoe de punt te scherpen. Daarop kwam zijn schoondochter thuis, in witte jeans, blond en een zonnebril (op de late avond). Zij sprak wat Engels. Zoonlief leek me nogal een lulletje. Ik vroeg of hij ook musicus was. Nee, hij was artiest. Olga kreeg zelfs twee portretten, beide getekend. ‘He does not want to impose, but he wants to give you one too,’ zei Olga. Ik antwoordde: ‘I do not want one.’Ga naar voetnoot276 Ik zag de verschrikte | |
[pagina 225]
| |
gezichten. ‘Tell him, Olga,’ vervolgde ik, ‘dat nadat ik het werk heb gedaan en een film over Spartacus heb gerealiseerd, ik zeer vereerd zou zijn een gesigneerd portret te mogen ontvangen.’Ga naar voetnoot277 Khatchaturian vroeg zijn vrouw, de vooraanstaande zangeres Nina Makarova: ‘Can I write “I love you” on the photograph for Olga?’ Mevrouw Khatchaturian is behalve zangeres ook een uitstekende pianiste. Zij componeert ook. Ze had nogal lelijke korte vingers. Ik vroeg me af hoe zij octaven kon grijpen. Bovendien was de rode nagellak absoluut afschuwelijk. Zij toonde knipsels van haar optreden op Cuba in 1960 en foto's met Fidel Castro, Che Guevara en Osvaldo Dorticos. Aan haar zijde eveneens een Armeniër, Anastas Mikoyan. Zij speelde enkele etudes en nocturnes, die zij had gecomponeerd. Zij plaatste vervolgens het script van haar symfonie op tafel en de maestro riep: ‘This is not a woman's music!’ Ik durfde niet te vragen of de symfonie ooit was uitgevoerd. Ze toonden de grote salon, waar een vleugel stond. Naast een levensgroot portret van zijn moeder in een Perzische miniatuurlijst stonden er gesigneerde portretten van Igor Stravinski, Leonid Brezhnev, Dimitri Shostakovich, Charlie Chaplin, André Ansermet, Arthur Rubinstein en anderen. ‘Ik zond Rubinstein eens een gelukstelegram, geadresseerd aan “de koning der pianisten”. Daarop zond hij mij die foto retour uitgedost als koning George V.’ Overal stonden koffers. Het appartement verkeerde inderdaad in een staat van rommel en chaos. De fauteuils waren van ijzer, de hemel mag weten met wat overtrokken. Bij het weggaan wierp ik een vluchtige blik in de badkamer: er hing kilo's wasgoed te drogen. Hij vertelde ook een huis in Armenië te hebben en een dacha, zevenenveertig kilometer buiten Moskou. ‘Daar staan twee vleugels,’ zei de maestro, ‘want mijn vrouw en ik werken apart van elkaar.’ Spartacus had hij geschreven in een bungalow tachtig kilometer buiten Moskou, beschikbaar gesteld voor componisten. Hij kon daar helemaal alleen zijn en maakte er dagen van 09.00 tot 21.00 uur. De eerste uitvoering vond in Leningrad plaats. Hij herhaalde nog eens: ‘You are Spartak (...).’ Olga verklaarde dat Khatchaturian de film met mij wilde maken vanwege mijn enthousiasme. Toen Olga opmerkte: ‘But perhaps the Ministry of Culture wants to deal directly with the Americans through their contacts,’ antwoordde Khatchaturian tout court: ‘I want to do it with him.’ (Daarna volgde de uit- | |
[pagina 226]
| |
eenzetting hoe hij in Chicago bij opnamen van de derde symfonie was bedrogen.) Hij toonde ons een fotoalbum met opnamen met Paus Paulus, U Thant en Abdel Gamal Nasser. ‘Nasser decorated me with a big star. The ladies would have loved to wear it,’ zei hij. Er waren ook foto's met premier Kosygin en zijn vrouw en de Gvishiani's. Ook een opname van Khatchaturian zittend in de stoel van de president in de bioscoopzaal van het Witte Huis. Bij het vertrek zei hij nogmaals: ‘You have to overcome Madame Furtsewa...’Ga naar voetnoot278 Olga Chechotkina omhelsde mevrouw Khatchaturian en zei: ‘You have to join our Soviet Women's Committee.’ Olga zit hier zelf ook in. Ik keek haar later na toen zij de ijskoude Gorky Street opliep. Olga vertelde hoe zij zich had ontfermd over de dochters van D.N. Aidit,Ga naar voetnoot279 toen zij in Moskou waren. In enkele jaren spraken zij vloeiend Russisch. Zij nam een van de dochters, die toen 16 jaar was, mee naar Spartacus. Het kind had getrild van opwinding. ‘Zij was al bezig van ons af te drijven, maar toen ik haar reactie op Spartacus zag dacht ik, we moeten haar voor ons zien te behouden. Maar de beide meisjes zijn nu in Peking en onder Chinese invloed...’ Soms vraag ik me af of deze aantekeningen werkelijk een tip van de sluier over een dergelijke unieke avond oplichten. Ik heb mevrouw Khatchaturian ook omhelsd en gezoend. Om 16.00 uur belde ik Fedorowski of hij mijn memorandum had ontvangen. ‘Not only did I receive it,’ zei hij, ‘we hebben uw stuk reeds vertaald en het wordt nu gexeroxt en verzonden naar het ministerie van Buitenlandse Zaken, professor Georgii Arbatov, zoals u hebt gevraagd, en naar de kranten.’ ‘Ik wil vooral dat mijn vriend dr. Gvishiani het zal lezen,’ zei ik. ‘Of course, dr. Gvishiani will have it. It is very important for us to know if Luns is a dishonest man. I met him. I was a guest in his house. I met his daughter, then 16, and his son, 12. I know what kind of man he is.’ Ik was tevreden. Het was een heldere gedachte om dit memo bestemd voor deze topkring samen te stellen en in ieder geval veiliger om Moskou hier in te lichten dan via de ambassade in Den Haag met a bunch of amateurs (met uitzondering van Kouznetsov dus). Het is zelfs essentieel dat de sovjets weten wat voor een onbetrouwbare manipulator aan het hoofd van de navo staat. Kocht Aida. Heb nu wel weer zin om naar Amerbos te gaan. | |
[pagina 227]
| |
Sumartono kwam nog even afscheid nemen. Hij stelde me voor aan een miss Kamzil van de Indonesische ambassade. Ze waren van mijn knokpartij op de hoogte. ‘U moet stalen zenuwen hebben voor zo'n gevecht,’ zei ze. ‘Misschien, maar ik heb ze dus. En je moet er vooral zeker van zijn dat je eerlijk bent.’ Zij had in Noord-Korea gewerkt voor generaal Hartono van de kko (mariniers), die vanwege Suharto zelfmoord heeft gepleegd. Ik sla een Telegraaf open en wat zie ik. Jacques Gans produceert een kolom de de kop de schaapherder. De stakker. Dat moest Jan Frederik Oltmans eens weten.Ga naar voetnoot280 ‘The only solution to simplification is to learn how to deal with complexities.’Ga naar voetnoot281 - B.F. Skinner. |
|