Memoires 1971-1972
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 108]
| |
Moskou9 november 1971De jongen bij de douane met puberteitspukkels keek van mijn paspoortfoto naar mij en terug en herhaalde dit een aantal keren nadrukkelijk. Bespottelijk. Ik lachte hem toe (en uit) en slaagde erin een halve glimlach aan zijn gezicht te ontfutselen. Er stond een, naar Russische begrippen, slee klaar, die mij door een jongen van Intourist werd aangewezen. De chauffeur droeg een keurige jas en een bontmus. Ik zei: ‘He doesn't look at all like a taxi-driver.’ Maar de Intourist-man had geen benul waar ik het over had - of geen humor. Twee andere Nederlanders stapten achterin. Het leek wel of heel Moskou op de trottoirs wandelde. Er was overal feestverlichting voor de herdenking van de Oktober-revolutie. Zit nu in het ‘moderne’ Intourist-hotel. In de eetzaal kreeg ik een tafel toegewezen met een Jordaniër, die aan zijn ambassade was verbonden. Hij vroeg of ik in Russische vrouwen was geïnteresseerd. Hij had nooit van het Bolshoi Theater gehoord. Wandelde op straat. Twee jongens van tien jaar bleven zeuren om kauwgom. Een blonde callgirl zei: ‘Gutenabend.’ De koude en de wind voelden lekker aan. Praat nog steeds tegen Peter. Vanmorgen was er slechts zwarte koffie te krijgen. Er was geen melk. Overal sta je in de rij te wachten, voor een krant, bij Intourist, voor alles. De benzinestank van de straat drong tot de elfde verdieping door, en ik sloot dus het raam weer. Vrijdagavond zal Spartacus worden opgevoerd. Dan is Hagedorn er en kan hij het ook zien. Op het moment dat ik bij het bureau van dr. Jermen Gvishiani arriveerde, reed hij net voor. Geluk. Hij zei dat hij weg moest maar onze plannen gingen door. Intussen ontmoette ik weer protocolchef Fedorowski, mevrouw Wolkova en een meneer Gumanov van het filmdepartement. Fedorowski vertelde dat de Club van Rome-film inderdaad door een functionaris van de Nederlandse ambassade was gebracht.Ga naar voetnoot137 De man had vervelende vragen gesteld, zoals wat dit allemaal te betekenen had en | |
[pagina 109]
| |
Fedorowski gaf aan dat de Nederlandse diplomaat mij onderuit had proberen te halen en in een ongunstig daglicht had geplaatst. Ik vind dit ontoelaatbaar en onacceptabel. Fedorowski had de man geantwoord: ‘Hij is een bekende progressieve journalist en zeer bekend in Holland’. Ik zal de heer Schmelzer hierover aanspreken. Ik zou er in Propria Cures over moeten schrijven. Gumanov stelde voor naar een permanente overeenkomst en een long-term televisiecontract toe te werken. We zouden bijvoorbeeld een portret van M.V. Keldysh, president van de Sovjet Academy of Sciences kunnen maken. Dat zou ik in ieder geval zelf willen doen. Ik probeerde de heer Geeneman (?) te bereiken, maar hij kon tot 11.00 uur niet worden gestoord. Ook de heer Bauwens (?) liet tweemaal zeggen niet op kantoor te zijn. Wandelde later naar de Nederlandse ambassade voor een gesprek met Dirk Jan van HoutenGa naar voetnoot140 en H.J. Heinemann. Het gebouw stond in de steigers en werd gerenoveerd. Ik heb niet onder stoelen of banken gestoken wat ik van het optreden van de heer Geeneman (?) dacht en protesteerde er met kracht tegen. Later zag ik Das Mädchen von Pskow van Rimski-Kosakov. Erg vervelend dat er geen programma's in het Engels circuleren. Ik liep weer tegen Mohammed, de Marokkaanse student aan, die ik op de vorige reis leerde kennen. Hij zag er aantrekkelijker uit dan ooit. Ik zag deze keer dat hij benen had als van een bull. Hij vindt dat de omstandigheden in de Sovjet-Unie wat verbeteren, maar terwijl de islam ruimte voor het individu laat zich te ontwikkelen, laat het communisme geen individuele expansie toe. Hij verwacht dat wanneer de sovjetmens niet meer persoonlijke ruimte wordt gelaten een explosie onvermijdelijk zal worden. Kocht in Gum, de sovjet-Bijenkorf, twee sets platen van Spartacus, waarvan één voor Thijs Chanowski. Platen kosten hier bijna niets. Nam ook twee symfonieën van Rachmaninov en andere platen mee. De adviseur van Madame Furtsewa, de minister van Cultuur, had reeds negatief gereageerd op ons verzoek om Spartacus te mogen filmen. Fedorowski had nooit begrepen dat de kopie van onze brief aan Furtsewa voor dr. Gvishiani was bedoeld geweest opdat hij een initiatief had kunnen ontwikkelen. Ik zei dat we pas over een of twee jaar wilden filmen, dus dat er rustig wat tijd in de lobby mocht gaan zitten. Ze zouden het opnieuw proberen. Tijdens de confrontatie met Heinemann en Van Houten voer- | |
[pagina 110]
| |
de Heinemann voornamelijk het woord. Ik zei het buitengewoon irritant te hebben gevonden dat de heer Geeneman tegenover Fedorowski had gedaan of hij niet wist dat de film een geschenk voor dr. Gvishiani was, of alleen maar diende te worden geleend voor vertoning. ‘En waarom heeft deze diplomaat gedaan of hij niet wist wie ik was?’ Ik zei van mening te zijn dat de ambassade smerige spelletjes speelde en dat Fedorowski de waarheid sprak. ‘U bent beledigend,’ aldus Heinemann, ‘want het betekent dat u zegt dat ik lieg.’ Ik zei dit woord niet te hebben gebruikt. Ik benadrukte al jarenlang onaangename ervaringen met het ministerie van Buitenlandse Zaken te hebben gehad, inbegrepen een kort geding met Luns. ‘Om politieke redenen,’ antwoordde Heinemann.Ga naar voetnoot141 Hij zei verder: ‘Ik ben pas 31 jaar, meneer Oltmans en tweede secretaris en wie ben ik?’ Hij zei reeds eerder problemen met de heer Fedorowski te hebben gehad. Vervolgens bracht ik de vrij ongepaste ontvangst van dr. Gvishiani in Den Haag ter sprake. Zij vertelden dat een hooggeplaatste Nederlander onlangs insgelijks een low-level-ontvangst in Moskou had gekregen. Het leek er op dat er tit-for-tat-spelletjes werden gespeeld. Maar anderzijds zou spoedig een culturele overeenkomst worden getekend, waarvoor een directeur-generaal van Economische Zaken naar Moskou zou komen. Het lag in de bedoeling daarbij deze ‘hoge functionaris’ te verzoeken mijn Club van Rome-film aan dr. Jermen Gvishiani te laten overhandigen. Inmiddels had de echtgenote van de genoemde directeur-generaal een mental breakdown gehad en nu was de ceremonie voor onbepaalde tijd uitgesteld geweest. Ik probeerde toch het gesprek in een positieve richting te leiden en besprak mijn verschillende projecten en zei het op prijs te stellen in contact met hen te blijven. Vroeg schriftelijk (overhandigde een briefje) om ambassadeur mr. A.G. Tammenoms Bakker te kunnen ontmoeten. | |
10 november 1971,Droomde verward. Generaal Jaafar el Numeiry werd onthoofd. Iemand kwam met zijn hoofd aandragen. Een autobos reed over mijn tr 5 heen. Lees in Robert Jay Liftons Grenzen, wat weer typisch een boekje is waarmee de sovjets zichzelf vertragen door het buiten de grenzen te houden. Er zijn maar weinig Russen in een positie | |
[pagina 111]
| |
zich toegang te verschaffen tot lectuur en informatie uit het westen, terwijl juist massale terbeschikkingstelling van kennis en wetenschap van elders uit de wereld in het belang van de ussr zou zijn. Lifton stelt dat kernwapens ‘de grenzen van ons psychische leven veranderen.’ ‘Ze vervagen de grenzen van onze psychische ruimte, en wel op een manier die beslissend is voor ons denken, ons voelen en ons handelen.’ Vervolgens zet Lifton exact zijn ‘ontdekking’ en de betekenis van psychic immunisation neer. ‘In Hirosjima ontwikkelden de mensen,’ schrijft hij, ‘die aan de verschrikkingen van de bom hadden blootgestaan een verdedigingsmechanisme dat hun gevoel deed ophouden, dat wil zeggen ze werden psychisch zonder gevoel.’ Lifton deed onderzoek naar de gevolgen van Hirosjima. Zij waren zich volledig bewust van wat er om hen heen gebeurde: ‘Ze wisten dat mensen stierven op een verschrikkelijke manier, maar ze verloren eenvoudig hun emotionele betrokkenheid bij dat alles.’Ga naar voetnoot142 Ik vraag me af wat het effect van onbewuste psychische verdoving kan zijn. Waar ligt de grens tussen het bewuste en onbewuste voltrekken daarvan? Mevrouw Wolkova begeleidde me naar het hoofdkwartier van de sovjet-televisie. Ontmoette de heer Alexander Bubmann, met puntbaardje. Hij sprak Duits. Vervolgens gingen we in bespreking met Karen Asaturjan, hoofd van het departement voor co-producties, een Chanowski-achtige figuur. Ik mocht hem wel. We konden uitstekend met elkaar overweg. Maakte alle nodige aantekeningen. Een nieuwe baby is geboren. Ik stelde namelijk een film voor over zowel Keldish als Philip Handler. Er klopt erg weinig in het Intouristhotel. Geld kan je vandaag niet wisselen. ‘Gaat u maar even naar het National Hotel. Pieker er niet over. De seveerster, die me een plaats aanwees in de ontbijtzaal, is herhaaldelijk onbeschoft. Ze hebben geen benul van zich dienstbaar maken voor de clientèle. Heb er maar weer eens de chef bij gehaald en dezelfde juffrouw kwam terug, ditmaal met een smile. Aldoende leert men. Liftons opvatting van een proteïsche mens is uniek. Het zal Peter als muziek in de oren klinken.Ga naar voetnoot143 Het gaat om een oneindige reeks zelf-exploraties; oppervlakkig, diepgaand, een soort psychische ontdekkingsreizen om leven in deze tijd mogelijk te maken. Dit geldt voor alle gebieden van de menselijke ervaringswereld, ook voor politiek, ook voor seksueel gedrag. | |
[pagina 112]
| |
Ik moest zolang op mijn maaltijd wachten dat ik uit de eetzaal ben vertrokken zonder af te rekenen. To hell with her. Om 17.30 uur was ik op de Nederlandse ambassade voor de ontvangst van het Nationale Ballet. De ambassadeur zei mij liever vrijdag dan zaterdag te willen ontvangen. Heinemann kwam op me af en bloosde tot in zijn nek. Liep tegen een student uit Groningen aan, Sjoerd (?), die hier voor zes maanden studeerde. Zijn gulp stond wijd open. Ik heb het hem gezegd. Hij zat lekker in elkaar, maar zijn mond was te klein. Hij was op de hoogte van de Club van Rome. We hadden een uitstekend gesprek. Daarna kwam een jongetje uit Thermos naar me toe (uit het ballet) en nu was het mijn beurt om te blozen. Rudi van Danzig was er, en ook sommige solo-dansers van het Bolshoi Ballet. Maar die Russische jongens zien er helaas uit als goedkope faggots, beetje ordinair. Dr. Mohammed Hatta (69) is in Jakarta in een ziekenhuis opgenomen. | |
11 november 1971Het is kouder geworden en het heeft gelukkig gesneeuwd. Droomde van de dood van Bung Karno. Ik was in Duitsland toen het bekend werd gemaakt en iedereen werd gevraagd in stilte halt te houden. Emile van Konijnenburg was er ook en vertelde dat Bapak de laatste dagen van zijn leven zich in de struiken van villa Wisma Jaso verborgen had gehouden, uit ellende over zijn lot. Droomde eveneens van broer Hendrik en Rita de Wolf. Kwam thuis en had een pannetje melk laten aanstaan. Peter kon ik nergens vinden. Ik realiseer me dat ik nog nooit van Casper heb gedroomd. Om 10.00 uur een ontmoeting met de heer Fedorowski. Als in Moskou te doen gebruikelijk werd thee geserveerd en stonden bakken koekjes en Russische bonbons op tafel. Intussen was hij dertig minuten aan de telefoon. Ik hoorde hem zeggen dat ik hier was als gast van dr. Gvishiani. Later vertelde hij dat de Franse ambassadeur nagenoeg wekelijks ontmoetingen had met Jermen Gvishiani, evenals de West-Duitse, Japanse en soms Oostenrijkse ambassadeur. Hierover zal ik morgen tegen meneer Tammenoms Bakker maar eens een pikant speechje afsteken. Het is heerlijk zonnig, koud weer. De kuddes staan weer als robots in oneindig lange rijen te wachten om tot de tombe van vader Lenin te worden toegelaten. Alexander Mitscherlich heeft over dit onderwerp immers een boeiende studieGa naar voetnoot144 ge- | |
[pagina 113]
| |
schreven: Society without Father. Ik heb er wel iets van gelezen, maar ik moet het grondig onder handen nemen. Wanneer je naar de mensen kijkt in Gum realiseer je je dat ze decennia achter lopen. Ze kijken met grote ogen naar je, als buitenlander, wat je tegelijkertijd een apart gevoel geeft. Deze mensen zijn werkelijk in menig opzicht primitief. Over het algemeen zijn de producten die te koop worden aangeboden het goedkoopste van het goedkoopste. Maar je koopt ook wel weer een compleet album van de Queen of Spades van Tsjaikovski voor maar vier roebel en zes kopek. Ik herinner me hoe George de Mohrenschildt vertelde dat Lee Harvey Oswald zeer veel van die opera hield. Er zijn heel wat geile soldaatjes op pad in sexy boots. Ze kijken soms om uit pure nieuwsgierigheid, want ik neem niet aan dat de meesten de mogelijkheid van herenseks onder ogen zien. Zit met mevrouw Wolkova op het vliegveld op Harry Hagedorn te wachten. Lifton: ‘ (...) de weergaloze verbreiding van halfkennis door middel van de media.’ (p. 86.) | |
12 november 1971Vannacht om één uur kwam eindelijk mijn telefoongesprek naar Peter door. Hij was druk bezig en voelde zich heerlijk. Hij wilde naar Maastricht gaan om zijn vriendin Leonie, ‘dat gekke wijf’, te verrassen. Hij herhaalde tweemaal dat hij had geweten dat ik hem zou opbellen. Gistermiddag om 16.00 uur marcheerde Harry Hagedorn naar buiten. Vladimir Opalev en de ambassade in Den Haag hadden toch nog moeilijk gedaan over zijn visum. Hij had me een telegram gezonden dat ik natuurlijk niet had ontvangen. Hij kondigde aan dat hij een hoge functionaris in de Russische ruimtevaart wilde spreken. Ik stelde meteen scherp dat ik hier noch een opdracht, noch een contract voor had. Ik ben beslist niet van plan wie ook via mijn contacten in de kaart te spelen om daarna met een kluitje in het riet te worden gestuurd. Dus de sfeer was eigenlijk meteen weer onaangenaam. Carel Enkelaar had hem gevraagd: ‘Heb je de indruk dat Oltmans ook privé-zaken gaat doen in Moskou?’ Carel DasGa naar voetnoot145 had me bovendien gewaarschuwd vooral niet tegenover Enkelaar van mijn plan om Spartacus te gaan filmen gewag te maken. Liet Harry Gum zien. We gingen naar het theater in het Kremlin en zagen van Assafiev La Fontaine de Bakht chissari. Een vrouw tippelde op Harry en gaf hem haar nummer. Ik kreeg | |
[pagina 114]
| |
bezoek in mijn hotelkamer van een jongen uit Russisch Azië. Vanmorgen spraken we een uur bij het persbureau Novosti met Dimitri Priemski. Harry wilde een gesprek met iemand opnemen dat zondagavond kon worden uitgezonden. Ik liet hem zwemmen en dit lukte dus niet. Een tweede gesprek in het kantoor van dr. Gvishiani, waarbij een meneer Schwartz de heer Fedorowski verving. Harry begon nog even met te onderstrepen dat ik dr. Gvishiani had ontmoet in de tijd, die door de nos was betaald. Ik gaf hem onmiddellijk de wind van voren. Hij kwam er niet meer op terug. Ik heb dr. Gvishiani ontmoet omdat ik Indonesië en Sukarno verdedigde. Om die reden was ik naar Amerika gegaan om de leugens van Luns te corrigeren en via McGeorge Bundy ontmoette ik dr. Philip Handler en via hem dr. Aurelio Peccei en via hem dr. Jermen Gvishiani. Daarbij komt nog dat als ik niet ik was geweest ik niemand had ontmoet. Hagedorn en Neelissen leggen contacten met een visitekaartje van de nos in de hand. Ik leg contacten als Willem Oltmans. Als Willem Oltmans niet Willem Oltmans was geweest, zou Harry Hagedorn nu niet in Moskou hebben gezeten, laat staan op voorspraak van Willem Oltmans zijn ontvangen in het kantoor van dr. Gvishiani. Vanavond zijn we in het Bolshoi Theater naar Spartak geweest. Ik dacht: kon Peter maar hier zijn. Sommige passages zijn diep ontroerend, ook de muziek. Harry vond het ballet ook prachtig en kende een Duitse regisseur, die bij de film zou moeten worden betrokken. Ik genoot intens en de muziek trok me meer dan eens weg van de dans. Er waren weer allerlei mensen, die hun bek niet konden houden. Achter ons zat een ouder echtpaar, hij in een prachtig uniform. Ik heb me tijdens de voorstelling omgedraaid en ‘shut up’ geroepen, keihard. Harry schrok zich een ongeluk en dacht dat we het risisco liepen gearresteerd te worden. Too bad. | |
13 november 1971Ik wil vier projecten entameren: 1) een televisiefilm waarbij we een aantal verschillende wetenschappelijk instituten bezoeken en in beeld brengen, 2) een film over wat de Sovjet-Unie doet aan milieubeheer, 3) een portret van de heer Keldysh, met of zonder zijn Amerikaanse pendant Handler en 4) het ballet Spartacus met het Bolshoi ballet. Gistermiddag bezochten Harry Hagedorn en ik ambassadeur A.R. Tammenoms Bakker. Hij gedroeg zich formeel en stijf wat Harry niet scheen te verbazen, nadat ik had benadrukt dat andere ambassadeurs soms op wekelijkse basis contact met dr. | |
[pagina 115]
| |
Jermen Gvishiani hadden. (Onder de stoel waarop hij zat lag een stuk lap met spijkers erin van de voering van de stoel.) ‘Wij kennen dr. Gvishiani allemaal,’ aldus de ambassadeur. Hij herhaalde dit tweemaal. ‘Toen vorig jaar (dat moet dus meer dan twaalf maanden geleden zijn) staatssecretaris Van Son hier was heb ik een diner gegeven waar ook dr. Gvishiani bij aanwezig was.’ Dat was waarschijnlijk de eerder in Moskou slecht ontvangen hoge functionaris uit Den Haag. Moet je nagaan. Hij zei van mening te zijn dat de ambassade zich in dit stadium beter niet kon mengen in onze televisiezaken. Ik benadrukte onmiddellijk dat we ook in de verste verten niet de bedoeling hadden hem dit te vragen, maar dat we in zijn rayon, de Sovjet Unie, opereerden en dat het ons goeddunkte hem in te lichten als Nederlanders. Tammenoms Bakker: ‘Alles wat u mij vertelt klopt met de nieuwe lijn zoals door Leonid Brezhnev in het Partijcongres aangekondigd. Ik begrijp natuurlijk dat dit allemaal voor u interessante primeurs zijn en ook misschien commercieel interessant zal zijn, maar u begrijpt wel, zij doen het niet voor niets.Ga naar voetnoot146 En zij doen het ook niet voor een paar blauwe ogen. Wat ik mij steeds afvraag is: wat staat hier tegenover?’ Ik begrijp wel wat hij bedoelde. Het enige wat de sovjet-televisie over ons laat zien is een film over de Zuiderzeewerken of een portret van Rembrandt. De ambassadeur vond dat er ook wel eens een film over de daf automobielfabrieken kon worden vertoond en daar zouden dan voor Nederland commerciële kansen kunnen zitten. Ik dacht: dit moet ik met zowel Aurelio Peccei, die tenslotte Togliatti met Fiat opzette, en dr. Gvishiani bespreken. Op een gegeven moment moet ik tegen Harry ‘lieve Harry’ hebben gezegd, die later zei door de grond te zijn gegaan. Hij zei dat de ambassadeur geen spier had vertrokken en de heer Heinemann, die er voor spek en bonen bijzat, was knalrood geworden. Had er zelf absoluut niets van gemerkt. Harry dacht dat Heinemann een nicht was, later bevestigd door de Indonesiër Sumartono, die ik heb ontmoet. So what? Om precies 17.00 uur kwam een secretaresse vragen of er nog een enveloppe met de koerier mee moest, wat altijd de lullige manier is om een dergelijk gesprek te beëindigen. Ik miste intussen mijn dagboek en Harry's onmiddellijke schrikreactie was: ‘Wat staat er over mij in?’ ‘Alles zoals het was Harry (...).’ Het lag gelukkig bij de desk van Intourist in het hotel. | |
[pagina 116]
| |
In het Bolshoi Theater had mijn oog een Indonesiër opgemerkt. Ik stapte op hem af en zei dat zijn land ‘my favorite country’ was. Hij was de privé-secretaris van de Indonesische ambassadeur admiraal Muljadi die ik uitstekend kende uit Bung Karno's dagen. Sumartono begeleidde de luchtmachtattaché en diens vrouw. Hij was vroeger secretaris van die lamstraal Max Maramis geweest. Hij vertelde dat Maramis Hollanders in het algemeen had gehaat (hij is inmiddels overleden) en in het bijzonder haatte hij Joseph Luns.Ga naar voetnoot147 ‘Wanneer er Hollanders in de buurt waren,’ aldus Sumartono, ‘dan zei hij altijd in het Behasa tegen ons “spreek geen Nederlands”. Hij benadrukte ook altijd: “Waarom gaan jullie toch naar Holland? Ga liever naar Parijs of Genève”.’ Sumartono komt uit Oost-Java, helemaal mijn lievelingsterritoir. Er waren dertien kinderen in zijn gezin. Hij heeft een tweelingbroer, die ook gay is. Hij kende dr. Zain en Emily, eigenlijk iedereen waarover we spraken. Hij was nogal gereserveerd om iets over Bung Karno te zeggen, wat me bevreemdde. Hij begreep dat ik vraagtekens bij Masagung, de uitgever, plaatste maar repte er verder met geen woord over. Wij zaten tot 03.00 uur in mijn kamer te praten. Hij gaf Harry een zoen ‘en ook een kusje voor jou.’ Sumartono is pas 26 jaar en de jongste op de ambassade. Hij is doodongelukkig in Moskou. Hij durft met Russen niet de koffer in te gaan. Gelukkig wordt hij in de ambassade voor lady-killer versleten. Hij waarschuwde dat alles wat buitenlanders doen en laten wordt afgeluisterd en gefotografeerd om later eventueel te kunnen gebruiken. ‘Ze zoeken altijd je foutjes,’ zei hij. Ik ga dr. Gvishiani voorstellen de milieufilm, de telescoop in Armenië en Spartacus voorrang te verlenen. Ambassadeur Tammenoms Bakker onderstreepte dat de medische wereld in de ussr schrikbarend achter was op het westen, maar dat we misschien een film over een hartoperatie zouden kunnen laten zien op de sovjet-televisie. Hij had een officieel bezoek aan Leningrad gebracht en was door de burgemeester ontvangen. De hele stad was opengebroken voor het leggen van nieuwe rioleringen. Dit gebeurde omdat ze een nieuw systeem hadden ontwikkeld voor afvloeiing in de Oostzee door middel van een zuiveringinstallatie met als doel de Oostzee binnen tien jaar ‘schoon’ te krijgen, mits de Scandinavisch landen hetzelfde zouden doen. Dit zou een onderwerp van de milieufilm kunnen zijn. | |
[pagina 117]
| |
Het duurde weer heel erg lang voor ik eindelijk mam aan de telefoon kreeg. Harry belde zijn vriendje Peter. Een soldaat vroeg mij gisteravond of hij met me mee mocht naar Spartacus, want voor Russen is het erg moeilijk kaartjes te krijgen. Het was een fris ventje en Harry zei: ‘Dat was de eerste jongen hier die ik aantrekkelijk vond.’ In Lifton staan schitterende passages. Hij ontwikkelde bijvoorbeeld de term ‘psychisme’. ‘Liever dan Mao te beschouwen als een vader- of moederfiguur voor zijn volk kunnen we hem zien als een de dood overwinnende held die de belichaming van de Chinese omsterfelijkheid is geworden (...). Een beslissende factor bij deze ontwikkeling is Mao's strijd met de technologie geweest, en het feit dat hij zijn toevlucht zocht bij wat ik “psychisme” heb genoemd. Met deze lelijke term bedoel ik de verwarring tussen innerlijke en uiterlijke wereld, in Mao's geval de overdreven nadruk op de revolutionaire wil bij zijn poging om technologische doelen te bereiken. Hier zijn de grenzen (in de zin van innerlijke onderscheidingen, die de mens moet maken) tussen het zelf en de dingen, tussen de geest en zijn materiële producten in het geding.’Ga naar voetnoot148 Lifton spreekt over geheel andere ‘grenzen’ dan de Club van Rome. Het mit-rapport concentreert zich over wat materieel mogelijk en haalbaar is op langere termijn. Lifton dringt concepties en denkwerelden binnen. Hij interpreteert China's gevecht met de technologie - net als de Sovjet-Unie trouwens en alle ontwikkelingslanden - als deel van ‘de onmetelijke verwarring die de planeet in zijn greep heeft.’ Er wordt een verwisselbaarheid van psychische toestand en technologie verondersteld die er niet is. Het zijn psychische drogredenen. Er wordt ogenschijnlijk technologie gezocht, maar er worden gevoelens gecultiveerd. Groeiende innerlijke tegenstrijdigheden leiden tot een vorm van ‘psychische verstikking.’ Er staat zoveel in deze studie, te veel om hier te reproduceren. Om 13.00 uur ontmoette ik Olga Chechotkina van Pravda weer.Ga naar voetnoot149 Er was bovendien een probleem. Mijn visum is tot 14 november geldig en ik moet op 15 november afreizen. Het kan pas op 16 november, als de kantoren weer open zijn, worden verlengd. Ook klopt het niet met mijn hotelvoucher. Ik was gedwongen een gigantische scène te maken voordat alles werd geregeld. Olga vond dat ik ‘een unieke kans’ had er nu in de Sovjet-Unie iets van te maken. ‘If you spoil it, you spoil it for ever in | |
[pagina 118]
| |
all socialist countries (...),’ beklemtoonde zij. Zij bracht een plaat van Khatchaturian mee. Ik vertelde haar wat we hadden uitgespookt. ‘Your ambassador needs Gvishiani more than vise versa.’ Dat wist ik. ‘Once the cultural agreement with Holland has been signed there will be no problem to show a heart-operation on our television.’ We spraken ook veel over Indonesische ontwikkelingen, waarover zij nog altijd uitstekend geinformeerd is. Ik vertelde van Drees, Luns en Anak Agung. Zij vroeg vooral om volgende keer boeken en tijdschriften mee te brengen. Wandelde met Harry in de stad. Hij kocht wat voor zijn vriend Peter. Ik kocht een plaat met Russische legerliederen voor Casper van den Wall Bake. Hebben ergens uitgebreid gegeten. Het was zeer plezierig allemaal. Olga zei: ‘We have had such deplorable experiences with western journalists. If they trust you, be careful.’ In Washington had zij eens voor 150 journalisten een persconferentie gegeven, gearrangeerd door een Mrs. Mayer, de moeder van mevrouw Katherine Graham, de eigenaresse van de Washington Post. Zonder dat zij ervan op de hoogte was gesteld was het gesprek opgenomen door de Voice of America en prompt uitgezonden in de hoop dat zij in Amerika iets zou zeggen, waardoor zij in Moskou moeilijkheden zou krijgen. Typische Amerikaanse naïviteit, want alle communisten, zoals lieve Olga, zijn grondig getraind rekening te houden met het over de schouder meeluisteren. Opnieuw met Harry naar het Bolshoi Theater, want er is nu eenmaal 's avonds niets anders te doen in Moskou. Van Russische films begrijp je helemaal geen moer. Toch vind ik het ook een treurige zaak dat ik eigenlijk geen Ahnung heb waar opera's als La Bohème, Tosca, Madama Butterfly, La Dame Pique, en noem maar op, over gaan. Vanavond was het Bride of the Czar van Rimski-Korsakov. Aangekondigd was Tsjaikovski. Ik dacht meteen: vreemd, dit is andere muziek. Eerst merkte ik echter niets. In een pauze ging ik de hort op in de gangen van het Bolshoi en ontdekte een buitengewoon aantrekkelijk steward van de sas. Ik volgde hem naar een buffet waar ook een superlekkere neger stond. Ging Harry waarschuwen, maar toen we terugkwamen zagen we de Scandinaviër en de neger samen het pand verlaten. Te laat, want het had er dik in gezeten. Uitstekende combinatie. Intussen vertelt Harry me veel over de nos. Begrijp niet dat hij het er uithoudt. Hij ziet overigens mijn standpunt glashelder. Ook hij acht een film met Handler en Keldysh een trouvail. | |
[pagina 119]
| |
14 november 1971Volgens Olga Chechotkina was Ahram Khatchaturian ‘de grootste levende componist.’ Hij schijnt zojuist weer een belangrijke prijs te hebben gewonnen. Tammenoms Bakker haalde het voorbeeld van de sovjetinvasie in Tsjecho-Slowakije om aan te toenen hoe weinig de sovjets ‘de waarheid’ op prijs stellen. Ook de ondertekening van een handelsverdrag met Moskou wordt tot februari uitgesteld om onduidelijke redenen. Volgens mij zijn ze aan beide zijden als schooljongens bezig. Toen ik de ambassade uitwandelde zei een secretaresse, mejuffrouw Meindert (?): ‘U bent een open boek.’ Ik antwoordde natuurlijk: ‘Dat denkt u maar.’ Waarop diplomaat Heinemann meteen inviel: ‘Ziet u wel, u bent doortrapt, meneer Oltmans.’ Ik glimlachte naar de man en dacht: wie van ons tweeën laat zich nu in de kaart kijken? Ik vraag me wel eens af wat er allemaal over mij in Buitenlandse Zaken-files gaat verschijnen. Ik verduidelijkte aan Harry Hagedorn dat ik voor iedereen opensta en iedereen met open vizier tegemoet-treedt, ook een Tammenoms Bakker, Heinemann en wie het mogen zijn tot ik merk dat ik wordt verneukt; dan pas draai ik de schroeven aan. Ik begin steeds weer met er van uit te gaan dat ze geen vijanden zijn, geef hun the benefit of the doubt totdat anders word bewezen. Skinner: ‘Men have generalized the feelings of good things and called them pleasure and the feelings of bad things and called them pain, but we do not give a man pleasure or pain, we give him things he feels as pleasure or painful (...). Epicurus was not quite right: pleasure is not the ultimate good, pain the ultimate evil:Ga naar voetnoot150 the only good things are positive reinforcers, and the only bad things are negative reinforcers (...).’Ga naar voetnoot151 Skinner plaatst gevoelens (ik droomde dat ik Emile van Konijnenburg een nieuwe auto van mij liet besturen) op de tweede plaats. ‘The important thing is not the feeling but the thing felt,’ zegt hij. Ik ben hier niet zeker van en je zou hier diep over moeten nadenken. Voor mij zijn gevoelens par and parcel van de ziel, de psyche van het individu, verweven met het hele netwerk van er zijn. Er is meer dan ‘positive reinforcers’. The feeling of sadness, the feeling of loss, zoals de dood van je vader, zijn tezelfdertijd onverbrekelijk deel van de werkelijkheid, van de kosmos zelfs. Sadness is a negative reinforcer, but “good” as well, since it is a true feeling, a true (onuitwisbare) emotie. | |
[pagina 120]
| |
Skinner: ‘ (...) the physically attractive reinforce sexually.’Ga naar voetnoot152 Daar weet ik van mee te spreken. Ik moet er steeds denken aan hoe Peter door de telefoon zei: ‘Ik voel me zalig, ik heb veel gedaan (...).’ Hij is bezig een man te worden nu, in David Riesmans begrip van ‘een persoonlijkheid.’ Ik probeer in Peters leven als ‘positive reinforcer’ te werken. Ik denk daar ook in een aantal opzichten in te zijn geslaagd. Het is stralend weer en koud, dus prettig om te wandelen. Sumartono kwam langs. | |
16.45 uur, Airport, vlucht KL 302De lucht is prachtig. Rode en andere schakeringen bij een ondergaande zon. Sumartono kwam ons nog groeten. We moeten via Riga, want het is niet toegestaan over de ddr te vliegen. Open de Herald Tribune en de eerste die ik zie is Adam Malik naast Chiao Kuan-hua uit Peking, die overigens de Bandung Conferentie van 1955, door president Sukarno bijeengeroepen, aanhaalt. Vreemde zaak om opeens weer kranten te lezen die actualiteit uit de wereld hebben aan te bieden. In dit opzicht staat Moskou in het teken van onwetendheid. Het is allemaal oerdom van de his Masters Voice-scriptschrijvers in het Kremlin. |
|