Memoires 1971-1972
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 51]
| |
Amsterdam13 september 1971Er lagen kaarten van Emile van Konijnenburg uit Sitges, Spanje en Frits en Lucia Böttcher uit de Côte d'Or in Frankrijk. De zaakgelastigde van China, Li Mao-lai, zond een uitnodiging om op 30 september de 22ste herdenking van het ontstaan van de Peoples Republic of China te komen vieren. Ik schreef de heer Lo dat ik verhinderd was, maar ook dat ik al enige jaren geleden had gevraagd of ik met Pearl Buck naar Peking mocht en nooit antwoord had gekregen. ‘It looks as if your country does allow either leftist oriented people to come to Peking, as well as the worst imperialist crooks. Perhaps it is an honour by now not to get a reply on a visa request from your office and being ignored in a rude and impolite manner (...).’ Ton Neelissen vertelde dat Ferenc Schneiders hem bij thuiskomst had gerapporteerd dat W. Brugsma zich als een burgerman had gedragen en dat ik me op ‘een ander niveau’ had bewogen tijdens de ontmoetingen in Boston. Wel. What else is new? Neelissen vond de reis van zijn team allerminst een echec want er zou immers volgende maand in Parijs kunnen worden gefilmd. Hij had blijkbaar niet begrepen welke afspraken ik met Aurelio had gemaakt. De heer D.K. van Houten deelt mee dat de Garuda Indonesian Airways geen buitenlandse vliegers aannemen, dus helaas heeft Loet Kilian er geen kans. Overigens vond Van Houten dat het goed ging in het Indonesië van Suharto. Daar denkt Emile van Konijnenburg (oorspronkelijk oprichter van de Garuda) anders over. Suharto heeft trouwens aangekondigd dat geboortebeperking strenger zal moeten worden doorgevoerd in Indonesië. Telefoneerde Dewi Sukarno in Parijs. ‘Why are you calling me?’ vroeg zij. Ik vertelde te zijn opgebeld over een mogelijke introductie bij haar voor iemand, die zich met kunst bezighield. Zij gaf me haar nummer in Gland, bij Genève. We spraken af dat als ik zou bellen de naam Peter zou gebruiken, want zij stond normaliter geen journalisten meer te woord. ‘I am now a banker,’ zei Dewi. ‘Since so many bankers have made a lot of money on me, I decided I am going to make some mo- | |
[pagina 52]
| |
ney out of bankers.’ Zij refereerde aan een ander besluit dat welhaast op een voorgenomen huwelijk leek. Alex van Maarseveen had me gezegd iets dergelijks in New Yorkse kranten te hebben gelezen. Ze zei dat ik gedurende lange tijd haar veel had geschreven en bijvoorbeeld knipsels gezonden, zodat zij tot de conclusie was gekomen dat ik misschien toch oprecht tegenover haar was. Ze had erover gedacht elkaar op een later tijdstip weer te ontmoeten: ‘But you are quite mad (...), your letters, until recently, were so hateful.’ | |
15 september 1971Een pannenkoek met mam op het terras in Lage Vuursche. Zeer aangenaam. Zij geniet er zo helemaal van. Het maakt haar dag compleet. Gaf haar een cyclaam. Kan voor de zoveelste maal weer helemaal niet telefoneren. Wat willen ze toch met afluisteren bereiken? Onverwachts dook Richard Thieuliette op. Hij had his favorite pictures about me meegenomen. Blad na blad met schitterende opnamen. Zijn haar was langer dan ooit. Hij rookte onafgebroken zijn geliefde Gaulloises. Hij had maagproblemen en kwakkelde al drie weken. Hij had een kleine rol in een Italiaanse film gekregen. Hij is in april alleen naar Rome gegaan en verliefd geworden op Hyriam Keller, die in Satyricon speelde. Hij zag Hans Geerlofs alleen nog gedurende de weekends. Hans werkte in Milaan als model. Toch schenen Hans en Richard nog steeds veel van elkaar te houden. Hij zei trouwens grote behoefte te hebben zich uit te drukken: ‘anders rotte hij weg van binnen’. Hij zat languit op de bank in mijn werkkamer en ik dacht: vreemd hoe subtiel een relatie aan warmte verliest met het verstrijken van de jaren. Nikita Khrushchev (77) is begraven. Zijn zoon Sergei (36) voerde het woord. ‘I will not speak about him as a great statesman (...), history will appraise his contributions (...). There were those who loved him, there were those who hated him, but there were few who would pass by without looking in his direction.’ De kinderachtige communistische pers wijdde een regel aan Khrushchevs begrafenis.Ga naar voetnoot61 In de gevangenis in Attica, New York is een massaal oproer uitgebroken. Duizend man hebben de Attica Correctional Facility bestormd, waarbij negen gijzelaars en achtentwintig gevangenen om het leven zijn gekomen. Het moet op een slagveld hebben geleken. Gouverneur Nelson Rockefeller heeft | |
[pagina 53]
| |
gezegd dat de opstand het werk is geweest van militante elementen, die revolutionaire tactieken toepasten. Er zijn nog acht van de 2.237 gevangenen vermist. Michael Kaufman vult een andere pagina van de Times met details: ‘Rocket-launchers, knives, spears and Molotov cocktails found on prison tour.’ Frisse boel. Ontmoette Aurelio Peccei die voor ontmoetingen met premier Biesheuvel en minister De Brauw - samen met dr. Bortolussi van Olivetti-Nederland - in Den Haag is. Aurelio vertelde dat hij aanvragen had voor interviews van nrc Handelsblad, de Volkskrant en het Algemeen Dagblad. We hebben precies losgemaakt, wat we wilden en noodzakelijk achtten. Ik zei erbij te zullen helpen en tot Bortolussi: ‘I am now dr. Peccei's pupil, like I once was Sukarno's pupil (...).’ ‘Yes, but Sukarno had many wives, I have only one,’ zei Aurelio en hij stak zijn wijsvinger in de lucht. Luns is een serie gesprekken met Michiel van der Plas in Elsevier begonnen.Ga naar voetnoot62 Ik kan er met mijn verstand niet bij hoe deze man er iedere keer weer in slaagt zijn sporen uit te wissen en het verloop van gebeurtenissen naar zijn hand te zetten en te vervalsen. Hij begint uiteraard met zijn stokpaardje: het kleineren van de Kennedy's in hun rol Nederland uit een onmogelijk parket in Nieuw-Guinea te helpen manoeuvreren. Onmiddellijk daarop geeft hij president Sukarno de schuld van het verslechteren van de betrekkingen met Nederland. Allen, die Sukarno werkelijk hebben gekend, van Paul Rijkens (en dus prins Bernhard) tot en met mij, weten dat hij dit liegt. Luns: Maar het is Sukarno geweest die tenslotte het conflict tot zijn hoogtepunten heeft gebracht. Ik moet dus wel eerst over hem spreken. Ik heb mij uiteraard verblijd over zijn val. Het was nodig dat deze man verdween, wilde er ooit weer een werkelijk goede verstandhouding ontstaan tussen Indonesië en Nederland niet alleen, maar ook tussen Indonesië en de andere landen in het Westen. Hij was in feite een dictator. | |
[pagina 54]
| |
Van wat hier door Luns tegen Elsevier is gezegd is absoluut geen woord waar. Wat ons allen die hem van nabij leerden kennen juist verwonderde, was dat hij in de verste verten geen haat jegens Nederland en Nederlanders koesterde, eerder was het tegendeel de werkelijkheid. Nederlanders hadden bij Bung Karno een streepje voor. De ‘diep gewortelde haat’, waar de heer Luns achteloos over sprak alsof dit zo was, bestond niet in Sukarno's mindscape. Luns vervolgde: Een naïeve, maar voor het Nederlands beleid wel hinderlijke rol werd gespeeld door de zogenaamde groep-Rijkens: zakenlieden die dachten dat, door toe te geven aan Sukarno's eisen, de verhouding tussen de twee landen weer goed zou worden en dat onze economische activiteiten dan weer hervat konden worden. De heer Rijkens was van Unilever. Ook bij de Koninlijke waren er die voorstander waren van de afstand van Nieuw-Guinea, maar zij hielden zich rustiger, meer op de achtergrond. Rijkens echter was politiek zeer actief. In die tijd werd wel gezegd dat het buitenlandsbeleid wel eens beter zou kunnen worden gevoerd door een groot zakenman, omdat zulk een figuur de verhoudingen beter zou kennen dan een nogal hautaine diplomaat, die wellicht ook wel bekwaam was, maar die de grote lijnen van de wereldpolitiek niet wist te onderkennen. De activiteiten van de groep-Rijkens hebben de regering nogal wat last bezorgd. Hun activiteiten waren echter wel van een heel ander en hoger niveau dan die van een journalist zoals Oltmans. Hier benutte Luns de mogelijkheid om de groep van Paul Rijkens (zie delen II, III, IV en V van mijn Memoires) af te doen als hinderlijk en naïef. Haast amusant is dat hij mij in dit verband noemt, terwijl niet de groep-Rijkens, maar juist ik in april 1961 het initiatief nam bij de regering Kennedy erop aan te dringen de vs ertoe te krijgen Luns te dwingen met zijn onzin over de Papoea's voor eens en voor altijd op te houden. En natuurlijk werd onze actie geconcentreerd op leugenaar Joseph Luns, want de minister beduvelde de hele kluit in Den Haag op een meer dan schandalige wijze. Hij sprak inderdaad namens een in Den Haag vastgestelde politiek, maar wanneer de minister politici leugens op de mouw speldde - zoals aan de lopende band is geschied - dan is hij dus ook wel degelijk de figuur op wie het accent behoort te vallen. En dit is precies wat de groep-Rijkens (en ik) bij onze lobby in de vs hebben gedaan. Luns heeft dit nooit vergeven. Maar de stakker dacht alleen aan zichzelf en aan zijn | |
[pagina 55]
| |
prestige als minister. De geschiedenis heeft uitgewezen dat hij in de kwestie Indonesië op geen enkel moment in zijn loopbaan het landsbelang heeft gediend. Hij volgde slechts zijn persoonlijk anti-Sukarno obsessie, waar hij nu in de volgende bewoordingen naar verwijst. Het begon in 1952. Ik was nog maar kort minister toen ik, in juni 1952, een reis naar Azië maakte. Ik was er nog nooit geweest en ik vond, nu ik de verantwoordelijkheid droeg voor het Indonesië-beleid, dat ik de voornaamste landen moest leren kennen. Ik heb toen een reis gemaakt langs India, Pakistan, Birma, Thailand, de Maleisische Federatie, Indonesië en Australië. Het was een oriëntatiereis en ik ben overal heel goed ontvangen door de staatshoofden, de premiers en de ministers van Buitenlandse Zaken. Maar ineens - ik was in Singapore, twee dagen voordat ik vandaar naar Indonesië zou gaan - moet Sukarno, in een van die onberekenbare buien die hij had, gezegd hebben: ‘Als die mijnheer Luns denkt dat hij door mij ontvangen zal worden, vergist hij zich.’ Ik las die uitlating op de telex. Men vroeg mij onmiddellijk om commentaar en ik heb toen gezegd: ‘Ik heb een uitnodiging om te komen van de Indonesische regering; ik heb nooit gevraagd of ik president Sukarno mocht bezoeken. Dus de kwestie doet zich eenvoudig niet voor.’ Ik heb er ook later in Indonesië, waar ik door de regering hartelijk ontvangen werd, nooit meer een toelichting op gevraagd en er dus ook niet op gekregen. Bij de officiële diners werd steeds een dronk uitgebracht op ratoek Juliana en ik dronk steeds op ‘de president van Indonesië’. Luns bereikt voor mij de bloody limit nu hij in gesprek met Michiel van der Plas een bezoek van Sukarno aan Nederland zegt altijd te hebben afgewezen, omdat hij koningin Juliana een ontmoeting ‘met deze gedegenereerde man’ wilde besparen. Hij zei het als volgt: Men heeft in sommige kringen wel eens de theorie ontwikkeld dat wanneer wij onmiddellijk na de Ronde Tafel-conferentie en de daaropvolgende soevereiniteitsoverdracht of in een iets later stadium president Sukarno zouden hebben uitgenodigd voor een officieel bezoek aan Nederland, ons veel later leed bespaard zou zijn gebleven. Ik heb dit altijd bestreden. In de eerste plaats waren er tot 1950 zoveel diepe wonden geslagen in het Nederlandse volk dat een bezoek toen psychologisch nog onmogelijk zou zijn geweest. Vervolgens begon Indonesië daarna al onmiddellijk met het schenden van het Ronde Tafel-verdrag. En in de derde plaats kreeg Sukarno's gedrag in het openbaar tijdens andere staatsbezoeken al zo'n aura om zich heen van bedenkelijkheid dat naar mijn mening onze vorstin een ontmoeting met deze gedegenereerde man bespaard moest blijven. Hoe dan ook, het was onmogelijk gezien de heersende mentaliteit in Nederland. Te veel verdragsschendingen kwamen over ons heen, te vele honderden waren gedupeerd, te veel vernederingen hadden wij moeten slikken. Ik ben van mening dat een dergelijk bezoek van Sukarno aan Nederland niets zou hebben bijgedragen tot verbetering der betrekkingen. Het laatste wat ooit van president Sukarno gezegd kan worden was dat hij gedegenereerd zou zijn geweest. Het is waar dat de Islamcultuur in tegenstelling tot onze monomane echtverbin- | |
[pagina 56]
| |
dingen meerdere vrouwen toestaat. Sukarno heeft inderdaad meer dan één echtgenote gehad - in tegenstelling tot de heer Luns - maar dat hij om die reden gedegenereerd zou zijn geweest is complete wartaal en juist dit aspect van Sukarno's leven haalt Luns steeds weer naar voren. Ik heb me in die dagen gruwelijk geërgerd dat een Nederlandse minister zich in die zin uitliet over de inmiddels overleden grondlegger van de Republiek Indonesië. Luns deed overigens hetzelfde met de Kennedy's, toen zij zich niet meer konden verweren tegen de valse beschuldigingen van deze gedegenereerde man.Ga naar voetnoot63 | |
16 september 1971Vanmorgen bracht ik Aurelio Peccei met mijn tr-5 bij minister De Brauw. Ferenc Schneiders was aanwezig met een nos-team en maakte filmopnamen. Van de Thorbeckelaan reed ik naar Frits van Eeden. Hij was lief. Hij heeft nu een jonge Deense dog, Rut. Ook hij had Death in Venice gezien en was er holderdebolder van. Hij zette meteen koffie en bereidde een uitsmijter. Ik zei dat ik een beeldje van twee paardenkoppen prachtig vond. ‘Je krijgt nog hondervijftig gulden van me dus je kunt het voor driehondervijftig gulden hebben,’ zei hij.Ga naar voetnoot64 Om 17.00 uur had ik voor Aurelio een ontmoeting geregeld met enkele journalisten in het Amstel Hotel. Ik reed dr. Peccei van Den Haag naar Amsterdam. Refererend aan zijn ontmoetingen in de residentie zei hij: ‘Wanneer je de memoires van Harold Wilson leest, dan zie je dat er in de wereld maar al te vaak beslissingen worden genomen met zicht op een week vooruit. Wanneer we voor beschaafde mensen door willen gaan, zal dit moeten veranderen.’ Ik herinnerde me zijn artikel in The New York Times onder de titel the threat to man is man himself. Hij schreef toen: ‘The earth is a closed system, which can accommodate this humanity if it behaves civilly and accepts a Spartan existence, without any profound gaps between the different peoples but which can support only a far smaller population if it wants to enjoy a high quality and standard of life, freedom of movement and opportunity (...). We and mandkind generally must invent anew the modes by which to survive and progress on our changed planet.’Ga naar voetnoot65 Ik weet niet meer hoe we op Henry Kissinger kwamen, maar | |
[pagina 57]
| |
Aurelio vond hem ‘a cold fish’ en dat is hij ook precies. Peccei's eigen handelsmerk is zijn outgoing en warme persoonlijkheid. Er wachtten een vrij belangrijke groep journalisten. Louis Sinner van het Algemeen Dagblad had hem al vanmorgen in Hotel De Wittebrug gesproken.Ga naar voetnoot66 André Spoor had een verslaggever gestuurd. Het anp was aanwezig, evenals de avro en voor Harry Lockefeer van de Volkskrant (economische redactie) had ik een afzonderlijk gesprek gearrangeerd. Collega Harry leek wel een schooljongen met een blocnote, die zonder het minste savoir vivre mijn vriend, de voorzitter van de Club van Rome, benaderde. Ik verwonderde me eigenlijk over zijn uitgesproken gauche-heid. Aurelio, daarentegen, geeft zich steeds weer helemaal en lijkt werkelijk begeistert wanneer hij deze onderwerpen aanroert. | |
17 september 1971Droomde akelig van Peter. Hij was verdwenen. Ik kon hem nergens vinden. Gisteravond sprak ik viermaal telefonisch met hem in Brabant. Ook weer gedonder met mijn telefoon. Een onbekende stem zat weer eens op de lijn. ‘Waarom luisteren jullie me af,’ vroeg ik. ‘Waarom zouden we dit doen,’ was het antwoord. De heer Herbert Jochems, schijnbaar een puissant rijke schilder uit Wassenaar, zond een echtpaar naar me toe om te vragen of ik contact wilde leggen met Dewi Sukarno, want hij wilde de weduwe van de president een schilderij schenken. Ontmoette Wim Hoogenkamp in gezelschap van de veiligheidsagent, die me laatst op Schiphol binnenste buiten had gekeerd, omdat ik een grapje maakte over wapens bij me hebben. De vork zat dus anders in de steel. Ontmoette Neelissen, Schneiders en Brugsma in het American Hotel. Ik moest nog eens duidelijk maken dat in mijn film twee primeurs zaten: 1) de Club van Rome en 2) het oprichten van een think tank tussen Oost en West. | |
18 september 1971Haalde Peter in Tilburg op. Eindelijk hadden we weer helemaal contact. De unieke vibraties van vroeger kwamen terug. Hij is veel thuis en zei veel verhalen over zijn vader te horen, ook van zijn zussen, maar vooral van zijn moeder.Ga naar voetnoot67 Hij was blij met de Frye boots die ik uit New York had meegenomen en wil | |
[pagina 58]
| |
de voor een jack betalen. Dat doe ik dus niet. Ik denk dat zijn studie atheneum vlot verloopt. Hij was ook naar een paar lezingen over meditatie geweest. We zagen de film Le souffle au coeur, dineerden in de Cave Internationale en sliepen niet al te laat. Jammer dat zulke dagen schaars zijn. | |
19 september 1971De kro heeft nog altijd niet mijn reis met Aad van den Heuvel naar Wenen afgerekend. Er is gezeur over het bedrag. Wat zijn het toch een kruideniers. Gisteren waren we al vroeg op het strand en hadden een absoluut heerlijke dag. Peter rende heel ver en danste en sprong en haalde allerlei gymnastische capriolen uit. Mijn beste vrienden kwamen naar Amerbos voor het diner, Richard, Frits en Erik. Dus samen met Peter was dit voor mij een ongekend hoogtepunt. Frits kwam pas om 20.00 uur. Hij had tegen een agent te paard op het Scheveningse strand gezegd dat hij zijn hond Zoef kwijt was. Deze had het dier blijkbaar opgespoord en bracht het naar het atelier van Frits. Hij had de agent binnengevraagd en het gevolg was dat ze in de koffer terecht waren gekomen. Zo gaat dat. Toch geloofde ik het verhaal niet helemaal. Erik was, door de problemen met zijn vrouw Helga, twintig keer bij een vrouwelijke psychiater in behandeling geweest. We gingen in de Cave eten en Peter verscheen in een hemmetje met blote armen en bovenlijf. Niemand zei er iets van. Ik hoopte maar dat ze zouden denken ‘een overblijfsel van zijn bloot’ in Man en Muis.Ga naar voetnoot68 Richard rookte hasj. Ik heb ze alle vier vanavond in mijn armen gesloten. Het was alsof ik voor hen alle vier precies dezelfde gevoelens had. Peter vond Richard lief en zei prima contact met Erik te hebben gehad maar tussen Frits en hem is een zekere spanning. Het verwonderde Peter dat ik het verhaal van de bereden politieman eigenlijk niet geloofde. Vanmorgen filmde ik met de nos een gesprek met minister jonkheer J.H. de Brauw. Hij vertelde tegen Aurelio te hebben gezegd: ‘U bent een verdacht persoon.’ En waarom: ‘Hij is een Fiat-tycoon.’ Ik moet verbaasd hebben gekeken, waarop de minister een brief liet zien van ambassadeur H.N. Boon in Rome, die een bezoek aan Aurelio had gebracht en een rapport aan De Brauw had gezonden. ‘Ik mag u dit eigenlijk niet laten lezen,’ aldus de minister. Boon rapporteerde dat Peccei zich verdienstelijk had gemaakt in het verzet in Noord-Italië. Maar hij was ook voorstander van de nationalisatie van de Fiat-fabrieken. De familie Agnelli heeft dit weten te voorkomen en | |
[pagina 59]
| |
zond Peccei vervolgens ‘als banneling’ naar Argentinië als Fiat-directeur aldaar. Ik dacht: is dat alles? De minister wilde de band van ons gesprek terugluisteren. Privé vroeg ik hem naar zijn moeilijkheden met studenten. Hij somde op dat vijftig procent van alle studenten hun studie niet beeindigt, terwijl ieder student de regering gemiddeld 15.000 gulden per jaar kost. ‘U zou dit haarfijn op televisie moeten uiteenzetten,’ zei ik. ‘Dat heb ik nu inderdaad nodig,’ antwoordde hij. Ik zal dit aan Carel Enkelaar doorgeven. Nam mam mee naar de Lage Vuursche voor het diner. Zij huurt het huis in Bilthoven van tante Jetty die het heeft gekocht. Maar met haar behoorlijke inkomen van de acf-aandelen heeft zij geen problemen. Broer Theo heeft haar op 24 juli een uiterst lucide brief geschreven hoe zij ons aandelen zou kunnen schenken met behoud van het vruchtgebruik, waardoor haar vermogen zelfs omhoog zou gaan aan inkomsten en wij later (?) minder successierechten zouden behoeven te betalen. Ik begrijp Theo's bedoeling maar ik zou die brief nooit hebben verzonden, niet alleen omdat ik van geldzaken toeten noch blazen weet (en ook niet echt in geïnteresserd ben), maar vooral omdat ik mam bij haar leven absoluut nooit zou willen confronteren met de dood, en zeker niet in verband met geld. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, maar voor mij is dit een vervelend en niet ter zake doend onderwerp. Erik had met een politie-agent geknokt, nadat deze hem had aangeraakt bij het op de bon slingeren na een verkeersovertreding. Die mededeling geloof ik meteen. | |
20 september 1971Djawoto schreef vanuit Peking dat daar eigenlijk nog weinig of niets is bekendgemaakt over het komende bezoek van Richard Nixon. Hij vroeg hem De Verraders te zenden. Mijn vriend Diarto heeft enige tijd geleden geschreven dat er geen reden bestond om uitgever Masagung te wantrouwen. Ik ben echter zijn visite aan mevrouw Dewi Sukarno in Parijs met geluidsbanden van Bapaks nare politieverhoren allerminst vergeten. Masagung zendt me weer een brief waarvan ik het unheimische gevoel krijg dat hij me slechts aanmoedigt door te gaan over Bung Karno te schrijven om het materiaal aan de Indonesische intelligence te kunnen geven. Trouwens, Djawoto waarschuwt ook al dat Masagung nooit of te nimmer iets kan uitgeven wat kritisch zou zijn ten opzichte van Suharto. ‘China thinks in generations, even in centuries,’ aldus James Reston. | |
[pagina 60]
| |
Generaal Hueng Santoso is in Jakarta door Suharto ontslagen. Hij had een onkreukbare reputatie en bestreed corruptie. Intussen is het Adam Malik, the basterd, gelukt om de Algemene Vergadering van de vn te gaan voorzitten. Toen ik Carel Enkelaar attent maakte op de noodzaak van een gesprek voor televisie met minister De Brauw, zei hij: ‘Ik wist niet dat jij zo regeringsgezind was.’ Waar sloeg dat nu weer op? | |
22 september 1971Oeroeg kwam nog na middernacht en zijn ogen stonden supergeil. ‘Je bent door Bapak (Sukarno) gezonden,’ zei hij. Onmiddellijk vond hij de pijnlijke plek in mijn nek en zei dat het geen reumatiek was maar door tocht was veroorzaakt. Hij had het pietjieten van zijn oma geleerd. Hij deed het zalig. Hij wilde me vergeten, maar bleef naar Amerbos verlangen. Hij ging maar door en het was zalig. Ik voelde me leeg en bracht geen seks op. Mijn Club van Rome-film staat in de programmabladen voor a.s. zondag. Maar in de nos-press release, ondertekend door Jacques Pohl bijvoorbeeld, krijg ik natuurlijk geen credit. De film is door ‘niemand’ gemaakt. Ook een press release voorzien van een kaartje with compliments van de nos verzuimt aan te geven wie de maker was. Zo gaan die dingen in omroepland. Ik had Harry Lockefeer op vertrouwelijke basis inzage gegeven in het rapport Grenzen aan de groei van de Club van Rome, dat nog niet is gepubliceerd. Hij liet het terugbrengen helemaal uit elkaar gehaald, alsof hij wilde demonstreren dat hij het tegen de afspraak toch had laten kopiëren. Briefje erbij: ‘Bedankt voor de service en succes met je uitzending.’ | |
23 september 1971Vind nog steeds dat Richard er erg slecht uitziet. We dineerden in de Carré-kelder en zagen de film Il Conformista, waar ik grotendeels doorheen sliep. De psycho-analyticus Ernest van den Haag wijst er in de Times op dat jfk en lbj 500.000 soldaten naar Vietnam stuurden en Richard Nixon nu 14.000 per maand eindelijk naar huis brengt. Reeds 230.000 soldaten hebben Zuidoost-Azië verlaten. Hij schrijft dat Amerika oorlogsmisdadigers ter plekke zou moeten fusilleren. ‘We do try our war criminals, but too infrequently and softly. We should try suspects right in Vietnam, and hang convicted murderers on the scene of their crimes.’ Wat gaat er in het hoofd van deze man om, en dan nog wel een specialist, | |
[pagina 61]
| |
die wordt verondersteld te zijn gespecialiseerd in het terugbrengen naar de werkelijkheid van afgedreven psyches. Telefoneerde 15 minuten met ambassadeur Anak Agung Gde Agung in Wenen.Ga naar voetnoot69 Ik sprak met Koen Koch af dat ik in Propria Cures zou uiteenzetten wat ik van Luns denk en wat hij al zo ongecontroleerd geflikt heeft. | |
24 september 1971Voorvertoning van mijn film in het bijzijn van een zekere Wouter van Dieren, een milieu-freak, een man van Milieu Beheer, en medewerkers van de ncrv en Elsevier. Ook mijn hoofdredacteur Cees Meijer was aanwezig en vroeg na de eerste tien minuten: ‘Wat heeft de nos-persdienst hier aan gedaan.’ Vrijwel niets dus. Ik beklaagde me bij Carel Enkelaar over deze gang van zaken die ingreep, maar veel en veel te laat dus. Op de laatste dag moeten ze nog publiciteit in elkaar flansen. | |
25 september 1971Ging met Richard naar Bilthoven. Hij omhelsde mam. We dronken port. Samen met tante Jetty gingen we uit dineren. De Volkskrant wijdt pagina 19 vandaag aan het mit-werk van professor Jay Forrester en het gesprek van Harry Lockefeer met Aurelio. In één regel (natuurlijk zonder mijn naam) wordt melding gemaakt dat zondag een film over dit onderwerp op de nos-televisie zal worden uitgezonden. De collegialiteit van types als Lockefeer kan niet op.Ga naar voetnoot70 Kees van Langeraad vond mijn film ‘uitstekend.’ We zagen de eindversie. De nrc en Haagse Courant kwamen ook kijken. Ton Neelissen vertelde dat de publicteit buiten zijn schuld in de soep was gelopen, want de verantwoordelijke man, ene Huub Spal, was toevallig dezer dagen aan het verhuizen en had per abuis verstek laten gaan. Wat met zo'n man te beginnen? Uit ergernis haalde ik bij de portier van de nos twee aspirines. Probeerde na thuiskomst aan de piano mijn grenzeloze irritatie te verdrijven. Laat in het park waren leernichten een volledig ontklede jongen, die tegen een boom stond, aan het aftuigen met een riem en een zweep. De bink vond het heerlijk. ‘Niet tegen zijn kloten slaan,’ zei er een. Het slachtoffer nam een brandende sigaret uit iemands hand en gaf aan dat hij ook langs die weg gepij- | |
[pagina 62]
| |
nigd wenste te worden. Een klein mannetje, eveneens in leer met bijpassende leren pet, trok steeds harder aan de leren veter die om de ballen van de bink was gebonden. Hij had een errectie en kreunde van de pijn. Terwijl ik stond te kijken in het donker van de bosjes, knielde een jonge Belg, ook helemaal in leer, voor mij neer, opende mijn jeans en gaf me een intense blow job, waarbij hij van tijd tot tijd chéri zei. Schreef hoofdredacteur drs. J.M.M. van de Pluym van de Volkskrant. Ik benadrukte het interview van Lockefeer met Aurelio te hebben bijgewoond en het Club van Rome-rapport van het mit te hebben geleend op voorwaarde dat het niet zou worden gekopieerd. Niet alleen werd deze afspraak geschonden, de Volkskrant citeerde uitgebreid uit het stuk nog voordat mijn film op de nos was vertoond. | |
26 september 1971Dit is de dag van mijn film. Casper Bake kwam met een vriendin naar Amerbos en maakte in mijn werkkamer met mijn vrienden Peccei, Handler, Forrester en Gvishiani kennis. De telefoon stond roodgloeiend. De futuroloog professor Fred Polak: ‘Erg knap dat u op dit uitermate belangrijke materiaal beslag hebt kunnen leggen.’ Carel Enkelaar: ‘Mijn complimenten, maar ik hoop dat de volgende films visueler worden.’ Gerard Croiset vond de film ‘erg goed’. Wim Klinkenberg: ‘Nu kunnen zij toch niets meer van je zeggen in Hilversum.’ Milo Anstadt zei dat Piet ten Nuyl ‘jaloers’ was geweest. Willem Alfrink: ‘Ik kreeg koude rillingen en ‘zie’ een fascistische oorlog uitbreken. Het gevecht met W. Brugsma over dit materiaal is dus voorbij. Hij knokte oneerlijk. | |
27 september 1971Trouw begint in de televisierubriek over Corrie Brokken en eindigt met een paar regels over minister De Brauw (in mijn film). Het Algemeen Dagblad praat uitsluitend over een getoonde seksfilm. Bij De Telegraaf en mijnheer Riemens weten ze van niets. Alsof de film er niet was. Alleen de Volkskrant, Joris van den Berg, zegt er, na over de seksfilm te hebben gesproken, iets over. Frits Böttcher vond de film toch te moeilijk. Hij had er met tien mensen naar zitten kijken, die reageerden met: ‘als we jou niet hadden gekend, zouden we het hebben afgedraaid.’ Hij was overigens al om 09.15 uur door de heer Fockema Andrae, voorzitter van de Kamer van Koophandel te Rotterdam, opgebeld om op 28 oktober een lezing over de Club van Rome te komen geven. | |
[pagina 63]
| |
Professor Fred Polak belde opnieuw of hij mijn film half oktober in Washington bij de National Science Foundation zou kunnen vertonen. André Spoor vond de montage van de interviews ‘hopeloos’. Lex Poslavsky vond de getoonde gesprekken ‘niet onaardig’. Ik vertelde aan een boek van B.F. Skinner te zijn begonnen. Hij antwoordde: ‘Wij hebben op de W.A. Hoeve de enige Skinner ward in Nederland.’Ga naar voetnoot71 Hier zouden we op televisie iets aan moeten doen, maar weer met Ton Neelissen? Wouter van Dieren meldde dat Elsevier waarschijnlijk mijn naam uit zijn artikel zou schrappen. In het journalistencafé is vanmorgen ‘met ongelooflijk veel nijd en jaloezie over jou en je film gesproken.’ Aad van den Heuvel en Ed van Westerloo begrijpen niet dat de nos aldus met mijn materiaal is omgesprongen, de publiciteit inbegrepen. Jungman noemde mijn film in Het Parool: ‘De grootste teleurstelling van de avond.’ De nrc ging weliswaar aan de seksuele voorlichtingsavond van de avro voorbij, maar vatte de film van mij samen onder de kop gemiste kansen. Het was een hoogst urgente problematiek, die als slaapverwekkend pakket werd gepresenteerd (A. de K.). Het Nieuws van de Dag noemde de film nu in enkele regels (zonder mij natuurlijk).Ga naar voetnoot72 Herman Hofhuizen in De Tijd dacht dat presentator Kees van Langeraad te optimistisch was geweest met te zeggen dat het tv-publiek nu met de materie van de Club van Rome vertrouwd was gemaakt, maar hij noemde mij en deed zijn werk behoorlijk. Philip van Tijn in Het Vrije Volk was ‘stom verbaasd’ dat ik bij het rondreizen over de aardbol het klaar had gespeeld bij zoveel vooraanstaanden belet te krijgen ‘om ze vervolgens met volkomen zinloze vragen te lijf te gaan.’ Ook Van Tijn meende dat het materiaal slecht was gemonteerd. Dat was dus de verantwoordelijkheid van mijn ‘vrienden’ bij de nos geweest. Peter d'Hamecourt zag er in de Haagse Courant zorgvuldig op toe mijn naam weg te laten.Ga naar voetnoot73 Koen Koch van Propria Cures meldde mijn Luns reportage ‘erg goed te vinden (...). We zijn blij dat dit bij ons komt.’ Ambassadeur Anak Agung meldt dat hij van de Nederlandse ambassadeur in Wenen een knipsel heeft ontvangen, waarin minister Schmelzer van Buitenlandse Zaken meedeelde dat de Nederlandse regering niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor uitlatingen van oud-ministers (lees Luns). Prins Anak Agung zegde toe bereid te zijn een uitvoerig artikel ex- | |
[pagina 64]
| |
clusief voor Elsevier te schrijven. Daan van Rosmalen was uitermate dankbaar: ‘Zeg me wanneer ik wat voor je kan doen.’ Ik vraag hem al enkele jaren over mijn boek De Verraders te schrijven. Niets. | |
28 september 1971Heb weer doorlopend problemen met mijn telefoon en kan soms helemaal niet bellen. Verdomde bvd. Frits Böttcher belt om te vertellen dat een Delftse hoogleraar en zijn hele instituut aan het werk van de Club van Rome mee willen doen. Ook hebben verscheidene uitgevers hem gebeld. Hij is door de Stichting Maatschappij en Bedrijfsleven gevraagd om lezingen te geven. Ze zijn bereid om het Club van Rome-rapport in 70.000 exemplaren te publiceren.Ga naar voetnoot74 Frits vond het artikel van Kool in de nrc even schandalig als ik. Hij eist van de krant een rectificatie.Ga naar voetnoot75 Mijn lieve mejuffrouw Boekhoudt zond een kaartje de film ‘met belangstelling’ te hebben gezien. ‘We praten er nog wel eens over.’ Telefoneerde enkele malen met mam, maar van haar kant kwam eigenlijk geen commentaar. Emile van Konijnenburg vond dat ik in Propria Cures Luns moest vergelijke met koningin Emma, die ook altijd bij het vuurwerk als laatste arriveerde. ‘Luns is eigenlijk de enige die van de Duitsers heeft geleerd: hoe groter de leugen, hoe overrompelender het publiek reageert. Niemand verwacht namelijk dat iemand op die post of in die positie dergelijke flagrante onwaarheden zou debiteren als Luns jarenlang doet en heeft gedaan,’ aldus Konijn. Ik denk er precies hetzelfde over. Over Dewi: ‘Je moet oppassen met die tante. Je moet haar duidelijk maken dat een boek als een schilderij is: je werkt er aan tot het af is. Je moet voorkomen dat ze niet weer wegloopt alvorens de laatste pagina af is.’ Hij zei eigenlijk nooit meer kranten te lezen en alleen nog naar de radio te luisteren. ‘Dan lig je nog bovendien en je hoeft echt niet te weten dat iemand van een ladder is gevallen.’ Ik deel zijn opinie over kranten. Gisteravond telefoneerde ik met dr. Zairin Zain, die uiterst opzienbarende details gaf over de houding en uitlatingen van de heer Sumitro Djojohadikusomo in Genève, vooral ten aanzien van Luns. Ook Emile van Konijnenburg was uiterst verbaasd en wilde Mohammed Hatta hierover inlichten.Ga naar voetnoot76 | |
[pagina 65]
| |
In De Journalist vraagt de nos een medewerker speciaal belast met het samenstellen en redigeren van biografieën. Een kolfje naar mijn hand. Croiset adviseert direct te solliciteren. Dr. Mario Bortolussi van Olivetti bood me een lunch aan in de Bistrot waar zijn secretaresse T. Veldman bij aanwezig was. Hij had me opgebeld met de mededeling de primeur van mijn leven te kunnen aanbieden. Niets was minder het geval. Hij begon een tirade tegen Aurelio, waarvoor hij bij mij aan het verkeerde adres was. ‘Peccei has always been a loser,’ aldus Bortolussi,’ zowel bij Fiat als bij ons. Bortolussi was teruggeroepen naar Rome, terwijl de company in Nederland hoge winst boekte. Hij gaf te kennen dat dit Aurelio's schuld was. Hij wilde juist naar New York. Toen ik opperde dit te willen aankaarten zei hij: ‘Please not, the name Peccei might do me more harm than good.’ Walgelijke man, die ik gisteren nog had zien slijmen in Aurelio's gezicht. | |
29 september 1971Bertie Hilverdink kreeg uitstekende publiciteit in De Telegraaf. Hij klimt langzaam en met succes naar de top. Nu gaat hij dus naar Teheran.Ga naar voetnoot77 Telefoneerde met Dewi Sukarno in Genève. Zij vroeg waarom ik haar soms Dewi en soms Ibu Dewi tegen haar zei (wat meer respectvol is volgens de Indonesische adatGa naar voetnoot78). ‘That is because I am split in my feelings,’ antwoordde ik. ‘I want to meet your wishes as a friend, but at the same time you were Bapaks wife (...).’ Bram van der Lek, een linkse meneer, opent op de voorpagina van Vrij Nederland met: ‘De Club van Rome kan ons nog meer vertellen.’ Bram had zich aan mijn vrienden kennelijk geërgerd. ‘Hoe komt men toch in godsnaam tot de gedachte dat de wereldhuishouding te veranderen zou zijn zonder politiek.’ Ik denk ook wel dat hij daar gelijk in heeft, maar om die reden juist had Aurelio de afgelopen dagen in geprekken met premier Biesheuvel en minister De Brauw vurige pleidooien afgestoken. De Bram van der Leks zijn half geïnformeerd, luisteren slecht en lezen nog minder, maar intussen blazen ze in linkse opiniebladen hoog van de toren. Piet Grijs deed natuurlijk in vier kolommen ook meteen een duit in het zakje, want hij moet ook zijn wekelijkse plaats in vn vol zwammen. Stakkers. Eigenlijk vind ik wat W.L. Brugsma in de Haagse Post te berde brengt het | |
[pagina 66]
| |
zinnigst en journalistiek het meest verantwoord. Hij deed tenminste zijn huiswerk. Hij citeerde Sicco Mansholt, die gezegd had: ‘Omdat het huidige socialisme faalt is er een nieuwe Marx nodig (...). Het socialisme beperkt zich tot correcties op het kapitalisme en compromitteert zich daardoor. Groeiende welvaart bedreigt momenteel het welzijn. We zijn aan de grenzen van de welvaart gekomen en daarmee aan de grenzen van de kapitalistische productiemethode (...).’ Ik heb Mansholt altijd een van de opvallendste politici in Den Haag gevonden. Ik had Joop den Uyl mijn kolom in De Typhoon van 30 augustus gezonden, die uitlatingen van Anak Agung Gde Agung opsomde. Hij bedankte en schreef: ‘Waarschijnlijk zal zich nog een gelegenheid voordoen, waarbij wij nadere opheldering kunnen krijgen over het verloop van die conferentie’ (van Genève).Ga naar voetnoot79 Dineerde bij Frits Böttcher en Lucia. Hij was het ermee eens: ‘Luns is een leugenaar, maar ook super ad rem. Paul Rijkens had misschien wel gelijk gehad: ‘Maar die man heeft zich een leven lang op onderdanige wijze naar de top geluld.’ Hij vond dat ik, omdat ik journalist was, geen lid van de Nederlandse Club van Rome kon worden. Hij had op mijn verzoek Emile van Konijnenburg op de lijst geplaatst. Het schijnt dat minister Udink moet besluiten of de Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid, die door Frits wordt voorgezeten, bezit mag nemen van de voormalige residentie van Luns aan het Plein 1813.Ga naar voetnoot80 Frits had zijn dochter met een natuurkunderepetitie geholpen. Ik bracht Jet terug naar Leiden. Roeland Kerbosch belde om te benadrukken hoe uitzonderlijk slecht mijn film door de nos was gemonteerd. Hij adviseerde voortaan met de vara te werken. B. Klaverstein, hoofdredacteur van De Haagse Courant, zond een boodschap of ik hem wilde doorgeven wat dr. Zairin Zain over Sumitro heeft gezegd. Je hoort nooit iets van ze tot ze je nodig hebben. Hij kan ernaar fluiten. Minister De Brauw had zich bij Böttcher beklaagd over het knippen door de nos in zijn opmerkingen ‘die een geheel vormden’. Schreef de minister een briefje. Telefoneerde met de voorzitter van de Sociaal Economische Raad, J.W. de Pous, die de film niet had gezien, maar wel met koningin Juliana had besproken tijdens de opening van het nieuwe ser-gebouw. De koningin scheen bijzonder geïnteres- | |
[pagina 67]
| |
seerd. Hij gaf nooit interviews vanwege zijn bemiddelende rol, maar hij wilde mij wel in december ontmoeten. Ik bood aan hem alsnog de film te tonen. Vanmiddag bezocht ik Ed van Westerloo bij de kro. Hij zei: ‘Voor jou trek ik mijn jasje weer aan.’ Ook Aad van den Heuvel kwam erbij. We spraken in principe af dat de volgende Club van Rome-film rond 8 oktober - over de vergadering in ParijsGa naar voetnoot81 - bij de kro terecht zou komen. Frits Böttcher zou dan live in de studio commentaar kunnen geven. | |
30 september 1971Propria Cures is uit.Ga naar voetnoot82 Op de zetterij had men gezegd: ‘Daar komt gelazer van.’ Ik heb het ‘iedereen’ toegezonden. Frits Böttcher vertelde dat mijn vroegere collega bij het Algemeen Handelsblad, Hans Hoefnagels, hem was komen interviewen. Hij had tegen Böttcher gezegd: ‘Hoe komt het dat Oltmans in die Club van Rome-zaak is gedoken?’ Ik belde collega Hans op: ‘Wat heb jij eigenlijk met die Club te maken,’ vroeg hij nota bene. Ik verbaas me steeds minder over mensen. Wouter van Dieren belde om te vragen: ‘Waar haal je je geld eigenlijk vandaan?’ Uiteraard had Elsevier iedere indicatie dat de film van mij afkomstig was weggelaten. Wat laten ze zich allemaal in de kaart kijken. Intussen kwam Bettina Culp naar Amerbos, evenals Edo de Waart, de dirigent. Zij speelde wat nerveus, maar het zit er in dat Edo bereid is haar te begeleiden met orkest.Ga naar voetnoot83 Drs. J.J.M. van der Pluym antwoordde dat hij niet de gewoonte had op in boosheid geschreven brieven in te gaan. Okay. Ik was inderdaad woedend over de poets die Lockefeer me had gebakken, door niet alleen het hem toevertrouwde document te kopiëren, maar tegen de afspraak in er nog uit te publiceren ook. Uiteraard gaat Van der Pluym op mijn werkelijke klacht in het geheel niet in. Nam Richard Thieuliette mee naar The Great Battle in het City Theater, waarvoor ambassadeur Lavrov van de Sovjet-Unie me had uitgenodigd. | |
1 oktober 1971Luns is vandaag bij de navo begonnen.Ga naar voetnoot84 Prima, mijn artikel in Propria Cures was mijn afscheidscadeautje. Igor Cornelisse ziet | |
[pagina 68]
| |
in het artikel nog steeds een klacht van Luns wegens belediging zitten. Hij zal wel wijzer zijn. Richard Nenneman van de Christian Science Monitor in Boston zendt me het interview met Aurelio Peccei dat ik via ambassadeur Howard P. Jones regelde. | |
2 oktober 1971Begon de dag met een lieveheersbeestje naar buiten te laten. Het is prachtig weer, beetje heiig. Pas vandaag, 2 oktober 1971, weet ik door het artikel in Life waar in de hersenen de thalamus zich bevindt. We weten toch eigenlijk helemaal niets. En dan: kinesthetic receptors! Dat is een onderwerp voor een televisiefilm. Word steeds meer een Bruckner-fan. Ik heb Willem Drees in een brief er aan herinnerd dat hij me op 3 juni 1958 een boodschap zond me niet te willen ontvangen ‘vanwege de wijze waarop u in het buitenland tegen Nederland hebt geageerd.’ ‘Mag ik u vragen: Hebt u die inlichtingen misschien ook van de heer Luns gekregen of van wie (...)? U hebt gezegd tot uw dood uw mond te zullen houden (...). Het gaat er maar om wie in feite “tegen Nederland” bezig zijn geweest in Indonesië. Zij, die zich om de tuin lieten leiden, of leugens geloofden zonder die te verifiëren, of zij die al in 1956 stelden dat Nieuw-Guinea een verloren zaak was, bijvoorbeeld in de vorm van een Adres aan de Staten-Generaal (zoals ik en anderen in 1957 deden). Of zij die reeds in 1956 hun opwachting bij president Sukarno gingen maken (zoals ik) (...). De geschiedenis zal uitwijzen, wie in het verkeerde gezelschap heeft verkeerd. En wie (feitelijk) anti-Nederlands zijn geweest. Ik minacht u om die beschuldiging van 3 juni 1958 (die nergens op sloeg).’ Ging tegen middernacht naar het Vondelpark maar voelde me zo triest over Peter dat ik weer naar huis reed. | |
3 oktober 1971Schreef Cila Schimmelpenninck, omdat deze dag de verjaardag van haar moeder was.Ga naar voetnoot85 Frits Böttcher begint landelijke bekendheid te krijgen. Ewout Janse had een uitvoerig gesprek met hem voor de Haagse Courant. Vanmorgen reed ik eerst naar Bilthoven. Ik belde vanuit mams huis met Han Hansen. Hij had Propria Cures gelezen. ‘Eigenlijk | |
[pagina 69]
| |
is je stuk een round-up.’ Ik vroeg of hij er al over had gedacht met dr. J.H. van Roijen de inhoud te bespreken. ‘ Ja, ik zal hem eens bellen.’ Hij gaf me het adres van de oud-ambassadeur in Wassenaar. We lunchten ditmaal in de Hoge Vuursche want het was overal stampvol. Mam vond het een heerlijk uitje. Zij herhaalde hoe zij van de mooie hoge bomen in het park genoot. Zij nam Coquilles Saint Jacques ‘want dat aten we dikwijls als meisjes in Maastricht, toen tante Jetty en ik op het gymnasium waren.’ Ontmoette Frits Böttcher op Schiphol. We vlogen samen naar Parijs. Hij was in de wolken dat het kabinet had besloten zijn staf naar de voormalige residentie van Luns te laten verhuizen. Hij had De Verraders gelezen en zei liegen te formuleren als ‘het onthouden van de waarheid aan hen, die er recht op hebben.’ Dat was dus precies wat Luns al die jaren als vertegenwoordiger van de kiezers (en het volk dus) had uitgespookt. Hij bedonderde iedereen om zijn gevoerde wanbeleid te verdoezelen. Böttcher was in zijn nopjes dat de kro de taxi naar de stad betaalde. De prijs van de door mij gereserveerde kamer van 195 franc in Hotel Intercontinental viel hem echter niet mee. Toen ik later om 21.00 uur langs Hotel Crillon liep, waar Aurelio Peccei logeert, reed er een buitenmodel grijze Mercedes voor met de keizer en keizerin van Japan. Hij leek een kleine man met een kromme rug. In de boekwinkel naast het hotel ontmoette ik W.J.G. baron Gevers, nu ambassadeur in Londen.Ga naar voetnoot86 Ik schreef oud-ambassadeur Van Roijen als volgt: Het spijt mij meer dan ik u kan zeggen dat wij niet aan één kant (één front) tegenover Luns staan. Maar u zult kunnen begrijpen dat uw demarches bij W. Colston Leigh in 1958 voor mij impardonnable waren. Ik kende u niet, en u ging van mijn kant uit gezien ongemotiveerd tot de aanval over. Ik ben Nederland nooit afgevallen. De fatale politiek van Luns c.s. wel. Dat u zich ertoe leende ambassadeur van deze minister te blijven, of diens politiek in de vs te dienen, terwijl u wist dat Luns voortdurend loog, vind ik onbegrijpelijk. Eigenlijk heb ik er minachting voor. Dat u toen, in het allerlaatste stadium van de Nieuw-Guinea-affaire eigenlijk, terwijl u nog steeds ambassadeur van Luns was, een afkeurende houding aannam tegenover uw eigen mi- | |
[pagina 70]
| |
nister jegens Indonesische diplomatenGa naar voetnoot87 - hier bezit ik nauwkeurige aantekeningen over - vond ik helemaal ‘incredible’ en in deze zin sympathiseerde ik met Luns. Thans is het 1971. Het is mijn standpunt dat secundaire bygones bygones dienen te blijven. Primair stel ik dat vastgesteld moet worden of minister Luns onwaarheid heeft gesproken, en in welke gevallen hij kabinet, parlement en land een bepaalde voorstelling van zaken gaf (zoals het befaamde gesprek van de garantie van John Foster Dulles). Ik geloof niet dat het enige zin heeft u dit straight en oprecht te schrijven, inbegrepen het verleden, zij het in een nutshell. Misschien zijn we in het verleden in de clinch geweest, maar daar is u (in opdracht van Luns) mee begonnen, niet ik. Ik vraag u, niet zoals ingewijden verwachten dat u zult doen, tot het bittere einde de keurige diplomaat te blijven spelen, maar nu eens voor een keer manmoedig alle feiten en de waarheid op tafel te leggen. De heer Luns liegt aan alle kanten. Deze onbeschofte figuur, die het bestaat de meest schandalige zaken thans in een Elsevier-serie ook nog op te schrijven, kan alleen maar onttroond worden wanneer zij die de waarheid kennen, ermee voor de draad komen. De jeugd van Nederland - vandaar mijn artikel in Propria Cures - heeft hier recht op. De geschiedenis heeft hier recht op. Uw eigen geweten heeft hier recht op. U hebt lang genoeg gezwegen. D.U. Stikker heeft de moed gehad op televisie zelfs toe te geven er spijt van te hebben zoveel in de Indonesische kwestie verborgen gehouden te hebben. Wat doet u? Ik stelde voor dat we contact zouden hebben, en dat het wellicht tactisch was dit via dr. Zairin Zain in Den Haag te doen lopen, met wie hij van tijd tot tijd nog ontmoetingen had. ‘Ik ben oprecht in deze brief versus u - I hope, you will be sincere in return.’Ga naar voetnoot88 Telefoneerde met mam in Bilthoven om het adres van de heer Van Roijen te achterhalen dat ik op haar bureau had laten liggen. Zij bedankte me opnieuw omstandig voor de heerlijke lunch in de Hoge Vuursche. Ik herinner me vanmiddag steeds | |
[pagina 71]
| |
naar haar te hebben gekeken en te hebben gedacht dat zij meer en meer op haar moeder begon te lijken. In eindeloze verbazing vroeg ik me opnieuw af hoe het mogelijk was eens uit haar te zijn voortgekomen. Lees een boeiend artikel van Maggie Scarf over de Amerikaanse psychiater Thomas Szasz. ‘Mental illness is like any other illness (...). The concept of mental illness, “he insists”, is a metaphor run amok. It is a mythical construct which, in common with most myths, serves covert social purposes.’ ‘And, yet’ schrijft reporter Scarf, ‘Szasz maintains, there is no such thing as “a sick mind” which can be cured by medicine, and more than a “sick economy” or “a sick society” can be.’ Szasz zegt dat er 500.000 mensen in zwakzinnigeninrichtingen zitten in de vs. ‘90 per cent of them on an involuntary basis.’ Szasz noemt de mededeling dat iemand geschift is: ‘In fact they are talking about behavior which is disapproved of by the speaker (...). What is mental health anyway? Ask six different psychiatrists what “normal” means: you will get six totally different answers.’ Ik wil meer van Szasz lezen.Ga naar voetnoot89 | |
4 oktober 1971Parijs, Hotel Intercontinental, Room 4070 Felix Huizinga en een cameraman van de kro arriveerden gisteren na middernacht. Eerst twee kaarsen gebrand in de Madeleine. Ik heb gebeden, en intens. Wat is gebed eigenlijk anders dan naar binnengekeerde eigen gedachten? Het is een vorm van overgave aan het eeuwige licht, of het eeuwige vuur, wat zal het zijn? Het leven is een bezigheid die men ondergaat. Het element liefde is als een verdoving, een acupunctuur om het ondergaan van die bezigheid mogelijk te maken, te helpen verzachten. Toen ik in de kerk was besefte ik andermaal hoe diep mijn affectie voor Peter is en dat ik hem totaal wil beschermen. Parijs blijft voor mij de prettigste stad ter wereld. De atmosfeer is uniek. Het is prachtig herfstweer. De zon schijnt volop. De bladeren aan de bomen verkleuren. ‘Les sanglots longs de l'automne (...).’ Ik bracht Aurelio naar de Boulevard Haussmann, waar dr. Joe Slater en andere heren hem op de stoep opwachtten. We bespraken de brief van ambassadeur Boon. Aurelio wuifde deze weg, en zei: ‘Die man is rechts en noemde tegenover mij Jan Tinbergen pro-communistisch.’ Hij vertelde dat dr. Jermen | |
[pagina 72]
| |
Gvishiani in het Plaza Athenée Hotel logeerde, tegenover Dewi Sukarno. Ik telefoneerde Ed van Westerloo met some inside information: dat het Rapport van de Club van Rome officieel in januari uit zal komen en, als primeurtje, dat de volgende Club van Rome-bijeenkomst in Nederland zal worden gehouden. Ik lichtte eveneens Ton Neelissen in. De kro-crew was tien minuten te laat maar zij konden meteen beginnen te filmen. Aurelio had me aan iedereen voorgesteld, aan Alexander King en zijn dochter Jane, professor Wilson van mit en ook aan enkele Japanners, als Saburo Okita.Ga naar voetnoot90 Ik souffleerde de vragen voor Huizinga. Hij reageerde prima. Mag hem wel. Hij doet me aan Roeland Kerbosch denken. | |
5 oktober 1971Lang geslapen, gedroomd over Peter en mijn ouders. Dromen blijven een mysterie, of is het eenvoudig ‘hersenafval’, die je kwijt moet raken in de nacht? Mentale natte droom? Het wemelt in de hal van Hotel Crillion van de naar elkaar buigende Japanners. De keizer is er nog. Uitstekend gesprek met Aurelio. Hij vond dr. Gvishiani nu pas in mijn hotel, de Inter Continental, room 5068. Ik moet hem zien te spreken te krijgen en een dag later vertrekken. Telefoneerde ambassadeur Anak Agung Gde Agung in Wenen. Hij had drie dagen aan zijn artikel voor Elsevier gewerkt en het was naar mij onderweg. ‘Het is misschien wat lang, maar ik wil niet dat het op een antwoord op de beschuldigingen van Luns lijkt,’ zei hij. Hij vroeg me intussen waarom ik in een artikel dat ik hem zond had gerefereerd aan ‘de fascistische generaalskliek in Indonesië’, wat tenslotte zijn huidige broodheren zijn. Ik beloofde hem dit te zullen schrijven. Bereikte Daan van Rosmalen in een redactievergadering bij Elsevier. Hij had de kopij om 10.00 uur vanmorgen gekregen en om 11.00 uur sloot het nieuwe nummer. Vroeg hem de ambassadeur in Wenen op te bellen. Vervolgens zond ik een brief van drie pagina's naar de ambassadeur van Indonesië in Wenen. Ik schreef over de meer dan schandalige behandeling, die Bung Karno op zijn oude dag van dit regime had moeten ondergaan en benadrukte dat ik de regering Suharto als een Putschbewind zag. Ik vroeg een taxichauffeur waarom er vlaggen van Oppervolta op de Champs Elysées hingen. ‘C'est un chef d'état dans la série noire qui nous rends une visite (...).’ | |
[pagina 73]
| |
B.F. Skinner bepleit ingrijpende veranderingen aan te brengen in het menselijke gedrag. Hij zit in het straatje van de Club van Rome, maar dan via de psychologische en behaviorist approach. ‘What we need is a technology of behavior’, zegt hij in Beyond Freedom & Dignity. ‘We could solve our problems quickly enough if we could adjust growth of the world's population as precisely as we adjust the course of a spaceship (...).’ Help het je geloven. Skinner: ‘Almost all our major problems involve human behavior (p. 24).’ Maar gedrag komt van boven, wordt bestuurd vanuit de bovenkamer en het is daar en nergens anders waar de ellende begint. | |
6 oktober 1971Orly, ParijsAurelio heeft een lang, diepgaand gesprek met Jermen Gvishiani gehad. De Sovjets schijnen op het punt te staan mee te gaan doen met de Club van Rome, maar voorlopig op een discrete en geruisloze wijze. Gvishiani wilde graag een kopie van de film hebben. Ik ontmoette hem in het hotel. Hij kondigde een bezoek aan Den Haag aan. Ik zei dat ik hem liever zondag om 10.00 uur in Parijs wilde ontmoeten. Bij thuiskomst lag er een briefje van collega Bouke Poelstra, die bedankte voor de toezending van Propria Cures. ‘De schavuit Luns, wiens perfiditeit - na die van Goebbels - in onze tijd zonder precedent is, verdient jouw kritische begeleiding ten volle (...).’ Igor Cornelissen kondigde aan over de hele zaak Luns met zowel Willem Drees als dr. J.H. van Roijen te zullen gaan praten. Wouter van Dieren waarschuwde dat Willem Brugsma zaterdag naar Boston vliegt om een gesprek met Dennis Meadows te filmen. Ton Neelissen repte er, tegen mij, met geen woord over. | |
7 oktober 1971Telefoneerde Aurelio in Rome dat de nos W. Brugsma naar Boston wilde zenden om Meadows te filmen, terwijl besloten was tot november zeker geen publiciteit te zoeken. Frits Böttcher: ‘Het wordt tijd dat Peccei, die Meadows aan banden legt.’ Hij bevestigde dat dr. Gvishiani de volgende week drie dagen in Nederland zal zijn. Ir. N. Schwarz, lid van de Eerste Kamer voor D66, bedankt voor toezending van het Propria Cures-artikel. Toch is er vrijwel geen publiciteit over geweest. ‘Dat is altijd hier in Nederland,’ aldus professor Wertheim, ‘ze zwijgen zo'n artikel dood.’ | |
[pagina 74]
| |
8 oktober 1971Cila Schimmepenninck antwoordt op mijn brief. Zij herinnerde zich gebeurtenissen uit onze jeugd, zoals de tocht die ik in de hongerwinter samen met haar maakte, o.a. naar Olst en de Van Stirums.Ga naar voetnoot91 Zij heeft een zoon en een dochter. Ik moet er eens langsgaan. Gerard VermeulenGa naar voetnoot92 schrijft ‘met buitengemeen veel interesse’ naar mijn Club van Rome-film te hebben gekeken. ‘Volledig geslaagd, met één uitzondering, je bent de Engelse R niet meester.’ Keizer Hirohito heeft op een receptie in Londen tegen baron Gevers gezegd zich te verheugen op zijn bezoek aan Nederland. Hier is weer alles in rep en roer over die visite. We steken buitengewoon ongunstig af bij de Britten, die minstens even zwaar hebben geleden onder de Japanse Blitz in Azië. Wij, in Nederland, zijn niet in staat te vergeten en te vergeven. Peter gaat het weekeinde mee naar Parijs. Daar gaan we iets van maken. Ton Neelissen heeft de samenwerking van mij met Panoramiek opgezegd, de lul. Ik heb hem geadviseerd nog maar eens grondig over zijn beslissing na te denken. Nu mocht ik ook niet de film naar Parijs brengen, want deze was nos-eigendom. | |
9 oktober 1971Peter is gekomen. We namen een krabcocktail in de Cave en thuis opende ik een fles champagne die ik uit de vs had meegebracht. ‘Willem, wat verwen je mij.’ We gingen tegen 01.00 uur naar de slaapkamer en waren voor het eerst sinds 27 augustus 1967 intiem samen. Absoluut heerlijk. Met Mahlers Vierde symfonie op de achtergrond. Ontmoette professor B.V.A. Röling bij de kro. Hij wist niets over de Club van Rome of haar doelstellingen en zei: ‘Groningen is ver.Ga naar voetnoot93 De pers heb je absoluut nodig maar doorgaans verknoeien ze alles (...).’ Hij zei er spijt van te hebben zich met de keizer Hirohito-affaire te hebben bemoeid nu hij over de ‘Grenzen aan de groei’-problematiek hoorde. ‘De ontwikkelingslanden beklagen zich er juist over dat zij geen fabrieks-schoorstenen en zwarte rook genoeg hebben (...).Waarom wordt er nu weer een nieuwe petroleumindustrie bij Rotterdam gebouwd, die aan 5000 gastarbeiders werk moet verschaffen?’ Hij had de film ter gelegenheid van Bernhards 60ste ver- | |
[pagina 75]
| |
jaardag ook gezien. ‘Hij kon zich als prins niet met de politiek bemoeien, dus heeft hij zich op het leger en alliantiebetrekkingen met Amerika geconcentreerd,’ aldus Röling. Frits Böttcher arriveerde en mengde zich in het gesprek. Hij vertelde in Frankrijk gereisd te hebben in het gebied waar een kruistocht tegen de Albigenzen was ondernomen. ‘Je hebt dan mensen, die zeggen dat zoiets in Gods hand is,’ zei ik. ‘De paus moet gezegd hebben: doodt ze maar allemaal, God zal wel schiften,’ zei Böttcher. ‘Dat is pas handwerk,’ aldus Röling, ‘en wel persoonlijker dan wat in Vietnam gebeurt.’ Hij benadrukte dat de oorlog in Vietnam wel even belangrijker was om je over op te winden dan de komst van Hirohito. Professor Böttcher vertelde ons dat het ministerie van Buitenlandse Zaken te kennen had gegeven tegen ‘gekonkel’ te zijn met dr. Jermen Gvishiani, Vice-Chairman of the Committe for Science and Technology of the Soviet Council of Ministers. Frits zei dat hij niet alleen de schoonzoon van premier Aleksei Kosygin was, maar ook gezamenlijk met de Kosygins een villa bewoonde in Moskou. Er was een diner met acht personen op vrijdagavond a.s geregeld. in het Promenade Hotel in Den Haag, waar dr. Gvishiani logeerde. ‘Ze doen op bz,’ aldus Böttcher, ‘of we daarmee bezig zijn ons land aan het buitenland te verraden.’ Gelukkig noemde Böttcher in de Brandpuntuitzending de film die ik voor de nos had gemaakt. Ik had een beetje druk uitgeoefend op Aad van den Heuvel mij credit te geven en dit deed hij ook in het voorbijgaan. Frits benadrukte in de uitzending dat de Club van Rome ‘prepolitiek’ was en dat het Massachusetts Institute of Technology met Jay Forrester een opdracht tot analyse, niet tot het trekken van conclusies, had gekregen. Professor Röling zei openlijk in de uitzending: ‘Als ik zo naar Böttcher luister is het jammer dat we ons zitten op te winden over de keizer van Japan. Het werkelijke probleem is de vraag of we genoeg tijd hebben om de bevolking rijp te maken voor vredesactie.’ Stimuleerde Frits om direct na het afschminken Lucia te bellen, wat hij ook deed. Zond Aurelio Peccei een telegram over de uitzending. Wim Schul en Hans Dona, redacteuren van het afdelingsblad Alarm van de Vereniging van Dienstplichtige Militairen (vvdm) worden door brigadegeneraal O'Herne, hun commandant in de Generaal Spoor-kazerne te Ermelo, respectievelijk vier en drie maanden naar de tuchtklas van het militairstrafkamp te Nieuwersluis gestuurd. De reden voor deze buitenproportio- | |
[pagina 76]
| |
nele strafmaatregel is een artikel dat de generaal niet beviel. Die lamzakgeneraal hoort in de bak, niet die jongens.Ga naar voetnoot94 Keizer Hirohito is in Den Haag gearriveerd onder boegeroep van het publiek. Er is een kei naar de vooruit van zijn auto gesmeten, die slechts een gat zo groot als een stuiver veroorzaakte. Er was een ontvangst op Huis ten Bosch. | |
10 oktober 1971ParijsHeb twee uur met dr. Jermen Gvishiani op de binnenplaats van het Intercontinental Hotel gezeten, onder vier ogen en vertrouwelijk, precies zoals ik wilde. Ik maakte duidelijk dat ik zijn moeilijke positie als schoonzoon van de premier uitstekend begreep en uitermate voorzichtig zou omspringen met ons contact. Ik onderstreepte nooit tot enige politieke partij te hebben behoord en zelfs nooit te hebben gestemd. Vertelde iets over onze Indische achtergrond en hoe ik het voor Sukarno had opgenomen en vervolgens de eeuwigdurende wraak van de autoriteiten in Den Haag op de hals had gehaald. Ik waarschuwde dat hij waarschijnlijk langs officiële kanalen ongunstige informatie over mij zou ontvangen en vroeg hem dringend hier geen aandacht aan te besteden, omdat er over mij van officiële zijde voordurend werd gelogen en mijn beroep als journalist werd gedwarsboomd. Als voorbeeld gaf ik dat overheidsdienaren altijd weer schermden met pro-Sovjetgezindheid en dat ambassadeur Boon in Rome zelfs dr. Jan Tinbergen tegenover Peccei ‘een communist’ had genoemd.Ga naar voetnoot95 Ik onderstreepte dat het me via de Club van Rome-contacten toch was gelukt om minister De Brauw en ambassadeur Lavrov samen te brengen en dat dit mijns inziens de enige methode was om ontspanning in de wereld te bereiken. Ik gaf hem bovendien het interview van Frits Böttcher in de Haagse Courant waar ik een Engelse vertaling bij had gemaakt. Om 12.10 uur excuseerde ik me om Peter in ons hotel op te bellen, die niet lang daarna mij kwam afhalen en aan een ander tafeltje wachtte tot het gesprek was afgerond. | |
[pagina 77]
| |
om 13.00 uur langskomen. ‘I don't understand why you insist on seeing me: there is nothing amusing to see here (...).’ Toen ik eindelijk op het afgesproken uur bij haar appartement arriveerde kwam de Italiaanse dienstbode door de zijdeur met een briefje. Typisch Dewi. Peter en ik genieten intens van deze dagen in Parijs. Terrasjes in de zon. Kleine restaurants met heerlijk Frans voer. Hij nam meer dan eens mijn hand en zei: ‘Willem, ik heb een zalig weekend, je hebt me erg verwend.’ Vanwege de metrostaking wandelden we naar Gare du Nord om de tee terug te nemen. Hij wilde op tijd terug in Tilburg zijn om een economieles niet te missen. Ik zei bij Café de la Paix, waar we strijk en zet terechtkomen: ‘Peter, je droomt.’ ‘Dat is mijn redding, Willem.’ Ik heb veel te weinig geschreven over onze unieke tenderness and closeness en dus intense enjoyment van ons samenzijn. Er waren ook schaduwzijden. Hij ging een shirt kopen. Ik zat op een terras in St. Germain te lezen. Hij bleef een uur weg, wat me razend maakte. We hadden een akelige scène. Maar later gingen we de film Un dimanche comme l'autre zien en dineerden aan de Boulevard des Capucines en hadden een fijne avond. Dr. Gvishiani zei geïnteresseerd te zijn in contacten met Philips. Omdat hij het is die uiteindelijk namens de Sovjetregering | |
[pagina 78]
| |
een handtekening zet onder zakelijke contracten met het buitenland, was deze opmerking natuurlijk belangrijk. Max Grundig had hem dezer dagen in Parijs nog vanuit Duitsland opgebeld; Telefunken had ook belangstelling om tot zaken doen te komen, maar van Sovjetzijde had men belangstelling voor Eindhoven. Hij zei dat het bekend was dat dr. Frits Philips, mede door diens belangstelling voor Morele Herbewapening, tegen zulke contacten met Moskou was. Maar nu er een nieuwe leiding bij Philips was en oom Frits zich had teruggetrokken wilde hij eventuele mogelijkheden onderzoeken. De Sovjetambassade in Den Haag was er in ieder geval niet in geslaagd om tot contacten te komen met de heren in Eindhoven. Gvishiani was vooral geïnteresseerd in videoapparatuur en kleine taperecorders: ‘You see, the products that they have contain the best high fidelity amplifiers. I would be prepared to pay a visit to Philips and to invite Philips people to Moscow to see what we can do, for instance in the area of color-television or how to transmit stereo-pictures with lazers. The Japanese do this too, but (...).’ Hij zette uiteen dat de betrekkingen met Japan voorlopig nog verder van huis zouden liggen dan betrekkingen met een der kleinere navo-landen: Nederland. Hij vertelde geen officieel bezoek aan Nederland te brengen, maar te zijn uitgenodigd door de heer Sidney van den Berg. Dit wond me enigszins op en ik zei: ‘U kunt eigenlijk niet met die man gezien worden.’ Ik vervolgde: ‘Deze meneer gaf een verklaring uit, direct volgend op het Brits-Sovjet-spionageschandaal dat alle Sovjetspionnen meteen Nederland uit dienden te worden gesmeten.’ Hij vroeg me hem de desbetreffende krantenknipsels toe te spelen. ‘I will show these to him, when I do meet with Sidney van den Berg.’ Hij vertelde uitgenodigd te zijn een gezelschap zakenmensen toe te spreken, maar hij wist nog niet over welk onderwerp. We hadden een uitstekende ontmoeting. Op een gegeven moment kwam een jonge aantrekkelijke vrouw met donker haar langs, die naar hem zwaaide, maar Gvishiani deed alsof hij niets met haar te maken had. Een weekend trick? Hij vertelde dat hij officieel was uitgenodigd voor een bezoek aan de vs (waarom dan niet aan Nederland?), maar hij onderstreepte tegenover de Amerikaanse ambassadeur Jacob Beam dat Moskou verontrust bleef over de wijze waarop in Amerika over de Sovjet-Unie werd geschreven en gesproken. Hij refereerde aan de great stupidity van allerlei mensen, die een vruchtbare samenwerking in de weg stonden. Onlangs had de Sovjetregering een vertrouwelijke briefing gegeven voor Amerikaanse | |
[pagina 79]
| |
journalisten en dat had positief resultaat gehad. Niets van wat de heren was meegedeeld was naar buiten gekomen: ‘While, of course, their personal interpretations are their own affair. But, we, in de ussr, are not in business to have the facts distorted.’ Dr. Jermen Gvishiani sprak ook over het belang van ‘personal chemistry and intuition’ en het onderhouden van contacten op international niveau. We bespraken de mogelijkheid om in de Sovjet-Unie te filmen; hij zei daarbij behulpzaam te willen zijn. Dit gesprek in 1971 zou de basis vormen voor mijn betrokkenheid bij het helpen leggen van contacten tussen Philips en de Sovjet-Unie, een activiteit die ik meer dan twaalf jaar zou bedrijven en die pas tot volle ontplooiing kwam toen in 1981 mijn voormalige Nijenrode-klasgenoot Gerrit Jeelof het tot de Raad van Bestuur van Philips had gebracht. Er waren toen tien jaar verstreken in de wedloop van Westerse bedrijven om in de Sovjet-Unie tot zaken te komen. Wat zich vervolgens in de jaren 1981 tot 1985 afspeelde heb ik beknopt samengevat in Zaken doenGa naar voetnoot96 en tart iedere beschrijving van geborneerdheid en onfatsoen van de zijde van Philips. | |
11 oktober 1971Las tijdens de klm-vlucht naar Amsterdam een Profile over Zulu Chief Gatsha Buthelezi.Ga naar voetnoot97 Hij bevond zich met twee andere Bantustan-leiders, Chief Kaiser Matanzima van Transkei en Chief Lucas Mangope van Tswanaland in Londen. ‘But, in fact, these three Chiefs are far from being pliable stooges. None of them is at all content to lie supine under Mr. B.J. Vorster's paternal control. All three have greatly embarassed him by the vigour and scope of their demands, notably for more land.’ Buthelezi is 43 jaar en behoort dus tot de koninklijke Zulu-dynastie van de voornaamste en grootste stam van zwarten. De man interesseert me. Nauwelijks op Schiphol aangekomen, constateerde ik dat Henk Hofland eindelijk wakker is geworden en zich in het Club van Rome-debat heeft geworpen.Ga naar voetnoot98 Hij was dus duidelijk niet ingelicht met zijn mosterd na de maaltijdstuk. Ik zal hem andermaal schrijven en vragen om eens naar Amerbos te komen. Als gewoonlijk heeft hij zitten slapen in zijn bureel aan de nz Voorburgwal, terwijl ik hier al een jaar in Washington, Boston, | |
[pagina 80]
| |
Rome en Moskou over bezig ben geweest. Zijn dépit kan niet op. Wat is er toch met die man? Ferenc Schneiders en ik vertoonden mijn film in het Athenée Plaza Hotel voor Pierre Schaeffer, Jacqueline Adler en Janine Delaunay van de ortf. Om te beginnen bleek al spoedig dat Pierre noch Jacqueline Engels verstonden, terwijl Pierre van huis uit muziek componeert en jazzpianist is. Ferenc zat dus alles als een razende te vertalen. Na afloop zei Pierre à la Hofland dat er eigenlijk niets nieuws was gezegd. ‘Ach, Pierre, toen Jay Forrester zijn belangrijkste statement maakte liep jij rond om een asbak te zoeken,’ zei ik. Ferencs gezicht betrok even. Hoe moet je zulke hengsten anders hanteren? Overigens vond ik dat Pierre Schaeffer wel enigszins gelijk had toen hij zei: ‘Hoe zouden deze mensen van de Club van Rome te helpen zijn om meer aardse taal te spreken?’ | |
12 oktober 1971Via mijn oude vriend Enkie Feldhaus van HamGa naar voetnoot99 heb ik contact gemaakt met de Philips-directie in verband met de komst van dr. Jermen Gvishiani. De heer Van Riemsdijk is blijkbaar in Afrika. Ik schijn een meneer De Clercq te moeten hebben. Professor Böttcher vond Henk Hoflands bijdrage in de nrc Handelsblad ‘een stom stuk.’ Hij zei dat er nooit een onderzoek naar de situatie in de Rijnmond was gedaan. ‘Wanneer we op regeringsniveau zouden werken, kletste men eerst een jaar over een ronde of een vierkante conferentietafel.’Ga naar voetnoot100 Ik schreef dan ook aan Henk dat hij een sukkel was en we maar, in zijn stijl, een glaasje sherry moesten drinken. Böttcher dacht dat het nodig zou kunnen zijn om een persconferentie over de Club van Rome te geven. Ik overtuigde hem dat het effectiever zou zijn een besloten etentje te geven met Spoor, Brugsma, Van Dieren en misschien Copius Peereboom. Intussen bevestigde Han Hansen van de Volkskrant de heer Van Roijen niet te hebben kunnen bereiken. In werkelijkheid denk ik dat hij Van Roijen allang heeft gesproken of, wat ook mogelijk is, hij wil niet. Hansen is een verlengstuk van wie en wat? Telefoneerde met het lid van de Raad van Bestuur van Philips, ir. H.A.G. HazeuGa naar voetnoot101 ‘Wij hebben geen prettige ervaringen met de Sovjet-Unie,’ zei hij. Ik dacht: wie wel? maar we moeten nu verder. ‘Ze betalen niet en ik denk niet dat meneer De Clercq zich op korte termijn zou kunnen vrijmaken, hij moet | |
[pagina 81]
| |
zoveel mensen ontvangen (...).’ Wat een reactie! Wat een houding! Is dat nu de entrepreneurgeest van 1971? De mogelijkheden via Gvishiani worden door onkunde onderschat en niet begrepen. Aurelio bouwde Togliatti voor Fiat in de ussr met Gvishiani.Ga naar voetnoot102 Hazeu adviseerde contact op te nemen met mevrouw Karrer-Tak ‘die onze ambassadrice is voor Oost-Europese landen.’ Als bijzonderheid werd vermeld dat zij uit Litouwen kwam. Via die dame zou je helemaal nooit zaken in Moskou moeten doen. Ton Neelissen zegde mij definitief de medewerking met Panoramiek op: ‘En als alles is geregeld drinken we een borrel.’ Er zijn mogelijkheden om met Thijs Chanowski te gaan werken. Peter hoopte dat ik dit zou doen: ‘Je weet, ik heb Harry Hagedorn nooit vertrouwd en je dikwijls gewaarschuwd. Hij laat Neelissen jou opzeggen en zit er zelf achter.’ Best mogelijk. Maar wat doet Carel Enkelaar, die uiteindelijk de dienst uit maakt? De nos rekende verder af met een betaling van vijfduizend gulden. Ik gaf mam de door mij geleende vijfentwintighonderd gulden meteen terug. Zij reageerde of ik haar een geschenk gaf. ‘Het gebeurt niet al te vaak dat als je geld leent je het terugziet. Bij jou wel.’ Elsevier publiceert deze week het artikel van prins Anak Agung Gde Agung, waarvoor ik bemiddelde.Ga naar voetnoot103 Telefoneerde met de ambassadeur in Wenen. ‘Dank u voor uw medewerking,’ zei hij en liet er met nadruk op volgen: ‘ondanks onze verschillende politieke inzichten.’ Dat was dus een compliment, want hij dient de moordenaars rond Suharto. Ook Igor Cornelissen had niet met dr. J.H. van Roijen gesproken, zoals hij gezegd had te zullen doen. ‘Zijn nummer staat niet in het telefoonboek,’ aldus Igor. Ze zijn allemaal hetzelfde, lapzwansen.Ga naar voetnoot104 Gerard Croiset had gezegd dat het gevaarlijk zou zijn geweest, wanneer ik in Parijs naar Dewi toe zou zijn gegaan. Waarom? ‘Het komt wel weer goed,’ aldus Gerard. Emile van Konijnenburg bevestigde dit: ‘Ik ben het eens met meneer Croiset, het zou inderdaad gevaarlijk zijn, indien jij bij Dewi kwam. Ze is in staat te vertellen dat je haar hebt aangerand en iedereen zou het geloven. Ik heb in al die jaren dat ik met Indonesiërs omging, inbegrepen Subandrio, altijd gedacht: wat ik zeg kan | |
[pagina 82]
| |
tegen me gebruikt worden. Ze schromen er niet voor terug bandopnamen te maken.’ Konijn zei dat Joop den Uyl uitstekend in de Kamer had gesproken. Zijn woordkeus is voortreffelijk. Je kunt wat hij zegt zo drukken.Ga naar voetnoot105 Hij vervolgde: ‘Die vrijer Luns verdient maar eventjes negen ton per jaar aan onze verdediging. Dan blijft zijn taximeter nog even lopen.’ Hij waarschuwde: ‘Jij bent nogal vlug met de pen dat hindert mij niet, maar er zijn natuurlijk mensen, die je brieven op de pin prikken.’ Hij vond dat ik lang niet alles zou kunnen bewijzen wat ik allemaal in Propria Cures had beweerd: ‘Maar Luns durft er natuurlijk niets tegen te doen, want hij weet tenslotte ook weer niet wat je wel weet.’ Hij vond dat het kabinet-Biesheuvel haar programma met stoffer en blik bijeen had geveegd en het leek nergens op. Ik vroeg hem of ik nu niet eens een honorarium moest vragen voor het binnenbrengen van dr. Gvishiani bij Philips. Hij antwoordde: ‘Wat je ook doet, nooit op papier zetten, want dan komt het in handen van mensen, die er niets van weten. Je moet het gesprek zodanig masseren dat je gewoon nodig bent: dus dat zij jou iets vragen (...).’ Peter vertelde gisteravond eerst een biertje te zijn gaan drinken en om 01.00 uur had hij (na school) zijn moeder uit bed gebeld. ‘Ik bonk dan op de deur, want de bel alleen hoort zij niet. Dan kijkt zij eerst van boven en glimlacht zij meteen, zalig dat mens (...).’ Zo'n uitspraak van hem snijdt mij door mijn ziel. ‘Wat zijn we eigenlijk lief voor elkaar,’ liet hij erop volgen. I agree. Toen ik tegen ambassadeur Anak Agung zei: ‘Wanneer u in de States bent, doet u dan mijn groeten aan ambassadeur Howard Jones,’ antwoordde hij: ‘Ik zit net een brief aan hem te dicteren. Dat is telepathie.’ | |
13 oktober 1971Broer Theo had een acf-vergadering in het Amstel Hotel bijgewoond (als aandeelhouder) en arriveerde 23.40 uur op Amerbos. Hij vond mijn werkkamer nog steeds prima. Hij had met mam gesproken over een vaste afspraak met de notaris betreffende overdracht van haar acf-aandelen, waarbij zij het vruchtgebruik zou houden, maar wat later voor ons aanzienlijk minder belasting zou betekenen. Hoe kom je erop? Ik liet hem het Propria Cures-artikel lezen. Zijn commentaar: ‘Arme Luns (...).’ Wat bedoelde hij? Dat weet je bij Theo | |
[pagina 83]
| |
nooit en zegt hij ook niet. Hij zag de titel van het boek rfk must die van Robert Blair KaiserGa naar voetnoot106 en zei: ‘Zou Richard Nixon Sirhan Sirhan op den duur uit dank vrijlaten?’ Besprak met Thijs Chanowski en de heer Bessarabov van Soviet Film in Amsterdam de mogelijkheid om het ballet Spartacus van Ahram Khatchaturian te verfilmen. Er zal een verzoek uitgaan naar het ministerie van Cultuur in Moskou. Enk Feldhaus van Ham belde. De heer De Clercq van Philips had hem gisteravond thuis opgebeld. Hij wilde weten hoe Enk en ik elkaar kenden en de man scheen op de hoogte van mijn zogenaamde controversial reputation. Hij zei tegen Enk: ‘We zullen nooit fabrieken in Rusland neerzetten, maar bepaalde wetenschappelijke uitwisselingen in de vorm van een handreiking, dat is okay.’ Enk vroeg hem te willen beschermen: ‘Want jij zegt alles altijd zo direct.’ Toch had Feldhaus van Ham de indruk gekregen dat de Raad van Bestuur de suggestie van een bezoek van dr. Gvishiani zeer hoog opnam. Dat is in ieder geval een positiever reactie dan die van ir. Hazeu. Nadien werd ik opgebeld door de heer Slieker, secretaris van drs. P.H. de Clercq. ‘Er is contact geweest met Den Haag en ons is gezegd, en dat is onze conclusie, dat er geen bezoek van dr. Gvishiani aan Philips in het programma wordt opgenomen.’ ‘Juist omdat dit bezoek niet geregeld was, vroeg dr. Gvishiani mij om dit contact alsnog te leggen,’ antwoordde ik. ‘Bovendien was het de bedoeling dat het buiten “Den Haag” om zou gebeuren of moet multinational Philips als een schooljongen permissie vragen aan de bovenmeester?’ Hij wilde niet zeggen of ‘Den Haag’ Sydney van den Berg, Buitenlandse Zaken of de bvd was geweest. Ik stribbelde tegen en vroeg hem zelf met de heer De Clercq te mogen spreken. ‘Die is er niet,’ antwoordde de secretaris bits. Ik zond De Clercq een urgent telegram: Dr. Jermen Gvishiani vroeg mij zondag in Parijs om contact te leggen, uiteraard buiten iedere publiciteit om, juist omdat Philips niet in zijn programma werd opgenomen. Hij schijnt tot oriëntatie en uitwisseling te willen komen op wetenschappelijk niveau - stop - gaarne persoonlijk telefonisch contact met u op Amsterdam 271962, Willem Oltmans. Ik verzamelde voor dr. Gvishiani enkele knipsels uit het ad en | |
[pagina 84]
| |
de nrc van 27 september met uitspraken van Sydney van den Berg als ‘Pas op voor de Russen’ en meer van dergelijk koude-oorlog-geklets, ook al is hij dan duizendmaal voorzitter van de Centrale Kamer van Handelsbevordering. Ik niette een Engelse vertaling van deze uitspraken aan de knipsels waardoor dr. Gvishiani beter zal weten wat voor vlees hij in de kuip heeft. Intussen telefoneerde de heer Slieker mijn vriend Feldhaus van Ham of hij nog van mij had gehoord, want ik had thans een telegram aan De Clercq gezonden. ‘De hoge bazen hebben kennelijk contact gehad. Ze zitten er mee omhoog,’ aldus Enk. Vervolgens telefoneerde ik een vriend uit mijn jeugd, jhr. drs. A.A. Twiss Quarles van Ufford.Ga naar voetnoot107 Hij adviseerde om contact te zoeken met professor Ernst Casimir, eveneens lid van de Raad van Bestuur en hoofd van Philips Research. Dit leek me een uitstekende gedachte.Ga naar voetnoot108 Ik telefoneerde Casimirs secretaresse, legde de situatie uit en zij hing op met: ‘dan weet ik met welke meneer Oltmans ik spreek.’ Ton Neelissen had zich laten ontvallen een gesprek met dr. Jermen Gvishiani te hebben gearrangeerd. Ik telefoneerde Harry Hagedorn en maakte hem duidelijk dat nu Neelissen mijn medewerking had opgezegd ik me ertegen zou verzetten dat men verder profijt van mijn contacten zou trekken. Ik vraag me af wat een mens mogelijk kan inspireren om dit soort shit altijd maar weer te bestrijden en te ondergaan. Toch zal ik wanneer er beneden de gordel wordt geopereerd met alle mogelijke kracht in mij terugknokken. | |
Promenade Hotel, Den Haag, 21.50 uurDr. Gvishiani arriveert met ambassadeur Lavrov. Nummerplaat cd 601. Lavrov begeleidt Gvishiani naar binnen. Ik wachtte tot Lavrov weer was vertrokken en om 22.30 uur kwam dr. Gvishiani weer hinkend naar beneden, want hij had enkele dagen geleden met dr. Philip Handler in een taxi zijn rug verrekt.Ga naar voetnoot109 Hij trok meteen van leer. ‘Mijn programma hier is een puinhoop en vooral a waste-of-time. Het lijkt wel of het opzettelijk onbelangrijk werd gehouden. Ik ben weliswaar iedere minuut bezet, maar het stelt niets voor. Sydney van den Berg gaf een cocktailparty at his home in Wassenaar en talked about his paintings. We went to his private club. I told ambassador Lavrov that I had heard what Van den Berg had said about us, but he seemed not | |
[pagina 85]
| |
to know. He only said there had been some reports, but no definite information.’ Ik overhandigde hem dus de knipsels met vertalingen. ‘The only important information I get in the Hague is given to me by you! I am extremely grateful,’ voegde hij er aan toe. Hij zei verder dat iemand hem had verzocht een televisiegesprek toe te staan. ‘What should I do?’ vroeg hij. ‘You were September 26 on Dutch television,’ antwoordde ik, ‘and it is useful now to wait for next year.’ Ik vroeg hem onze samenwerking niet door derden te laten doorkruisen opdat we in wederzijds overleg tot resultaten zouden kunnen komen. Ook vertelde ik met Chanowski Productions een film van het ballet Spartacus te willen maken. Hij reageerde onmiddellijk door te zeggen dat hij bereid was de kwestie met Madame Furtzewa, de minister van Cultuur, op te nemen. Hij benadrukte dat hij dit snel moest doen voor zij negatieve adviezen van andere zijde zou kunnen ontvangen. | |
14 oktober 1971Ik vertelde dr. Gvishiani exact wat ik had ondernomen om hem bij Philips binnen te krijgen en met wie ik had gesproken. ‘Zij weten nu van mijn belangstelling,’ zei hij. ‘Zij moeten nu in staat zijn een beslissing te nemen. Het is beter wanneer we nu verder niets meer doen.’ De bal was in hun court. Ik schreef de namen van De Clercq en Casimir voor hem op en suggereerde dat hij hen kon laten telefoneren. Maar hij wilde dus absoluut verder geen stappen doen. Emile van Konijnenburg luisterde naar mijn jongste ervaringen en zei: ‘Sydney van den Berg was ver onder de maat en kon om die reden Paul Rijkens niet opvolgen bij Unilever.’ Hij zou in Wenen op 10 december bij ambassadeur Anak Agung een avond geven met dia's over Bali die hij daar had gemaakt. Ik sprak nu zelf met professor Casimir, die meedeelde vrijdagavond een ontmoeting met dr. Gvishiani in Den Haag te zullen hebben. Hij was aardig en complimenteerde me met mijn Club van Rome-film. Hij is ook een man met hersens. Dr. Hajo Meijer van Philips belt om me mee te delen bijzonder verheugd te zijn dat professor Casimir dr. Gvishiani gaat ontmoeten. Dit contact was me niet duidelijk. Ik begreep dat de man er oprecht enthousiast over was en behoefte had dit mee te delen. Han Hansen belde. Walter Sullivan, de Science Editor van de New York Times, had gevraagd een kopie van mijn Club van Rome-film te mogen hebben. We zullen de tekst opzenden. | |
[pagina 86]
| |
Dr. Hajo Meijer refereerde aan het artikel van Henk Hofland over de ‘Loze Club van Rome’ als geschrijf van ‘een gediplomeerde idioot.’ Ik deelde Henk deze reactie in een briefje mee en vroeg hem voor de zoveelste maal langs te komen. Uit zuivere pesterij zond ik de heer De Clercq een kopie van mijn Propria Cures-artikel. Ton Neelissen belt: of ik morgen aanwezig wilde zijn bij het aanbieden van mijn film aan dr. Jermen Gvishiani in het Promenade Hotel. Hij durft met zijn olifantshuid! Sprak met Guus Vleugel over Wim Hoogenkamp en legde contact tussen beiden. Wim is creatief in zijn taalgebruik en geïnspireerd. Hij moet schrijven. Uit de kruisbevruchting met Guus kan iets ongewoons ontstaan, denk ik. | |
15 oktober 1971Mam hoorde premier Biesheuvel in het parlement over de Club van Rome spreken.Ga naar voetnoot110 | |
16 oktober 1971Zon. Ben dodelijk vermoeid van alle shit met Neelissen. Geen oog dichtgedaan. Brief van Henk Hofland.Ga naar voetnoot111 Zou er nog steeds met hem over willen spreken. Wat hij met ‘mensen die voor autoriteiten vlug op apegapen liggen’ bedoelt weet ik niet, maar wanneer hij mij zou bedoelen is hij stapelbesjokke. Ik herken brains, niet social positions. Dat zou hij moeten weten. Gisteravond arriveerde Ton Neelissen om 18.45 uur met mijn film in het Promenade Hotel. Hij gaf me een schouderklopje en zei dat ondanks we niet meer samenwerkten hij zou doorgaan met mij te respecteren. Ik zei hem in zijn gezicht dat ik hem van nu af aan nooit meer kon respecteren, in de verste verten niet. Een mij onbekende heer Vinke, waar ik de laatste dagen al veel over had gehoord, kwam ons halen om de film te overhandigen. In een ruime kring zaten dr. Gvishiani, professor Böttcher, professor Casimir, dr. Siderius (als ik de naam correct spel) van het ministerie van Milieubeheer, een Sovjetdiplomaat en de genoemde heer Vinke van Excerpta Medica. Ik had de doos met mijn film in mijn handen, maar Ton Neelissen griste die weg en begon met luide stem een speech af te steken om vervolgens de film aan dr. Gvishiani te overhandigen. Daarop bracht ik de oorspronkelijke afspraak te berde dat de film via ambassadeur Tammenoms Bakker in Moskou zou | |
[pagina 87]
| |
worden verzonden en aldus werd besloten. Ik denk nog steeds dat Harry Hagedorn heeft voorkomen dat Neelissen de film op eigen houtje, zonder mij erbij te betrekken, zou zijn gaan aanbieden. Na afloop verweet Neelissen mij dr. Gvishiani op persoonlijke basis te monopoliseren. Hij had gelijk. Met de Hilversumse sharks op mijn hielen zat er niets anders op. De hele Hilversumse rotkliek schroomt niet de kaas van elkaars brood te eten. Ik ben als freelancer gedwongen bepaalde door mij opgebouwde contacten - mijn eigen speurneus volgend - voor mezelf te houden. Anders zou ik helemaal niet meer in dat wespennest aan de bak komen. Sprak nog even met dr. Gvishiani onder vier ogen. Hij zei: ‘Wanneer alles goed met u gaat zullen wij u de exclusieve rechten voor het verdere verloop van de achtlandendenkfabriek geven.’ Amusant was eigenlijk dat de Volkskrant pas gisteren, en overgenomen uit The New York Times, een voorpagina-artikel publiceerde over plannen een Oost-West-think tank op te richten, waarmee mijn film de Times dus met drie weken klopte. Dat wil zeggen, ik had de informatie onder de neuzen van een legertje Times-medewerkers in New York en Washington weggekaapt. Bovendien was mijn film een half jaar eerder gereed voor uitzending, maar dat werd door heldere koppen tegengehouden. Het bericht van Walter Sullivan was feitelijk op 14 oktober in The New York Times verschenen. Daarom vroeg Hansen namens Sullivan mijn tekst naar New York te zenden. Sullivan kon daarin alle namen vinden en het verhaal per telefoon afwerken. Maar mijn kopij kwam van de warme bakker. Professor Wertheim vond het artikel van Anak Agung Gde Agung in Elsevier ‘uitstekend, rustig en overtuigend. Ernst Utrecht kan wel over de heg springen,’ zei hij, ‘want Anak Agung zegt immers met zoveel woorden dat Luns liegt?’ Professor Böttcher vond de avond in het Promenade Hotel geslaagd en niet geslaagd. Ik vroeg: ‘Hoe vond je professor Casimir? Nu was er eindelijk iemand van niveau van Philips gecharterd, maar deze kondigde omstandig aan op het punt te staan met pensioen te worden gezonden.’ Frits antwoordde dat ambassadeur Lavrov woedend was over Gvishiani's informele contacten, waarmee hij de ambassadeur had zitten jennen. Daar moeten de krantenknipsels van mij onderdeel van hebben uitgemaakt. Böttcher verzekerde me verder dat wat Casimir bij Philips niet voor elkaar zou kunnen boksen, hij wel zou doen.Ga naar voetnoot112 | |
[pagina 88]
| |
Hij vroeg ook vooral niet naar buiten te brengen dat hij in de residentie van Luns zou worden gevestigd: ‘want er worden nog achterhoede gevechten geleverd.’ | |
17 oktober 1971Het is koud en het wordt winter. Broer Theo haat dat evenzeer als ik. Toen ik bij het slapen gaan Tosca opzette zei hij dit muziek voor Liebhaber te vinden. Misschien. Ik hoor van Peter al dagenlang taal noch teken. Masagung schrijf uit Jakarta een bemoedigende brief. Mas Diarto zegt dat ik hem moet vertrouwen, maar ik doe dit niet. Denk niet dat hij ooit een boek van me zal uitgeven zolang Suharto staatshoofd is, ook niet in Singapore.Ga naar voetnoot113 Jermen Gvishiani zei dat iedereen tegen hem over de Club van Rome was begonnen: ‘Even the wife of the ambassador (Lavrov).’ Frits Böttcher zei zeer onder de indruk te zijn met hoeveel kennis van zaken Gvishiani op alle aangeroerde onderwerpen in was gegaan. | |
18 oktober 1971Casper Bake is net weg. Het was een heerlijk bezoek. Hij kwam al tegen 19.00 uur. We kletsten tot 21.00 uur. Hij nam een douche. We gingen eten in de Cave. Zijn lievelingsvriendin had gezegd: ‘Willem en jij worden nog eens vriendjes.’ Hij vond dat mijn Propria Cures-artikel niet alleen onder de ogen van studenten, maar van het hele Nederlandse publiek had moeten komen. Hij sliep naast me in het grote bed op Peters plaats. Hij heeft een lekker lijf, maar is niet het type, waar een man een erectie van krijgt. Peter belde. ‘Ik heb net voor een buurvrouw een levensgrote hond begraven. Ik heb rubberen handschoenen gebruikt en het beest niet aangeraakt, want er zaten al maden in. Het is de eerste keer dat ik aan doodgraverij heb gedaan.’ Drs. J.M.M. van der Pluym schrijft dat wat hem in mijn laatste brief het meest heeft gestoord de suggestie is: ‘dat de heer Lockefeer tegen de afspraak in het mit-rapport toch zou hebben gekopieerd. Daarvan is geen sprake. Toen de nietjes van dit dikke stuk loslieten heeft hij slechts een plastic mapje daarvoor in de plaats genomen. De toespeling op woordbreuk en onbetrouwbaarheid vind ik uitermate ongepast (...).’ Het spijt me, maar ik geloof er niets van. Aardige brief van Dan Turner uit Texas. | |
[pagina 89]
| |
19 oktober 1971Gisteravond zei Peter dat terwijl hij op de fiets zat hij had gedacht dat ik nooit meer over het Masagung-boek sprak. Vertelde dat ik zojuist weer een brief had gekregen. Ik las deel III nog eens over en af en toe was het of ik een boek van iemand anders las. Om 12.00 uur belde ik Peter om hem te wekken. ‘Weet je waar ik zojuist over droomde? Een trio in het bos.’ Hij ging vanavond met buurvrouw Sally de Timmermans naar de schouwburg. Dineerde met mam in Lage Vuursche. Zij genoot van een varkenshaasje. Zij vertelde dat de broer van mijn grootvader Bram Oltmans vandaag jarig zou zijn geweest. Hij kon absoluut niets en werd door mijn overgrootvaderGa naar voetnoot114 aan een baan als stationschef in Klaten, op Java geholpen. Zij vervolgde: ‘Ik zou nooit een van mijn kinderen naar Indië hebben gezonden, omdat zij te dom zouden zijn om voor de duvel te dansen. Ik zou gewoon net zolang achter hun vodden hebben gezeten tot zij wat waren (...).’ | |
20 oktober 1971In Elsevier staat een brief van dr. W.F.H. Stroër uit Amstelveen. Er zouden helemaal geen redenen tot wanhoop zijn, zoals deze ‘in de beschouwingen van de Club van Rome worden aangetroffen.’ De ernst van de situatie moest men onder ogen zien, maar het was onjuist ‘om zich hierdoor tot een hopeloos pessimisme te laten verleiden.’ Ik belde de man op. Wat bleek? Hij had de Club van Rome-film niet gezien, noch artikelen over het rapport van Jay Forrester. Hij was uitsluitend afgegaan op twee artikelen van Wouter van Dieren in Elsevier. Heb maar niet gevraagd in wat hij ‘dr.’ was, maar verzekerde hem dat Aurelio Peccei tot een der optimistische mensen behoorde die ik kende. Als voorzitter van het World Wildlife Fund heeft prins Bernhard in New York gezegd dat de rijke landen het leeuwendeel van de milieuvervuiling moeten betalen, omdat de geavanceerde industrielanden tenslotte een onevenredig groot gedeelte van de hulpbronnen van de aarde opsouperen. Hij heeft gelijk. Maar waar hij vooral ook op zou moeten wijzen is de schadelijke après nous le déluge-mentaliteit van iedereen, rijk of arm. | |
[pagina 90]
| |
wilde met me spreken maar er viel een stilte. Hij hing op. Even later belde Philip Nasta uit Oostelbeers, waar Peter blijkbaar was. ‘Heb je iets rots tegen Peter gezegd?’ vroeg hij. ‘Hoe kom je erbij?’ Toen kwam de aap uit de mouw. Philip had zeshondervijfendertig gulden schuld van Peter bij de amro betaald: ‘want anders gaat hij de gevangenis in.’ ‘Is dat alles?’ vroeg ik. ‘Don't worry, ik zal je dat geld geven.’ Nee, hij had het niet nodig.Ga naar voetnoot115 ‘Now, then stop pestering Peter about it.’ Het is waar dat Peter de avond-atheneumschool volgde om overdag wat anders te kunnen doen. Daar komt hij nog niet toe. Philip wil hem misschien stimuleren. Daar ben ik het mee eens, maar dat doe je niet zo. Peter belde mij natuurlijk omdat hij wist dat hij op mij kon rekenen, maar was in zijn tranen blijven steken. | |
22 oktober 1971Het is niet eenvoudig om lief te hebben en je daarbij zelf weg te cijferen. Ik hou sinds 1967 van Peter, maar hij is feitelijk meestal bij Philip. Begin te geloven dat ik op een dag deze wereld zal verlaten zonder ooit een dergelijke ervaring zelf met iemand anders te hebben beleefd. Frieda Westerman adoreerde mij. Maar die adoratie kon ik moeilijk beantwoorden of aanvaarden want ik kon niet begrijpen waarop zij deze baseerde. Er komt ook een dosis angst bij voor het nemen van de verantwoordelijkheid een gezin te stichten met kinderen. Zou ik die terughoudendheid ook hebben gehad met een miljoen in de bank? Is het de afkeer van het vrouwelijk lichaam? Of een overblijfsel van de spanningen als kind met Nina (mam). Sprak, ook aangemoedigd door Casper Bake, met Peter Hagtingius bij Propria Cures. ‘Moet er nog een harder artikel komen om Luns te doen reageren?’ ‘Zet er desnoods een leugen in. Dan moet hij die wel tegenspreken,’ stelde Hagtingius voor. ‘Je zou bijvoorbeeld kunnen waarmaken dat Luns een oorlogsmisdadiger is, want zijn valse voorstelling van zaken heeft Nederland tenslotte meegekregen in te stemmen met een nieuwe militaire botsing op Nieuw-Guinea met de Republiek Indonesia, waarbij drieëntachtig Nederlandse militairen om het leven zijn gekomen.’ We kwamen uit op een nieuw Adres door vijf redacteuren van Propria Cures aan de Staten-Generaal, waar ik een ontwerp voor zal opstellen. | |
[pagina 91]
| |
25 oktober 1971Drie dagen zijn uitgevallen vanwege de intensiteit van belevenissen. Peter was hier, maar ook Harisanto, die in West-Duitsland zijn studie tot ingenieur heeft afgesloten en naar Indonesië zal terugkeren.Ga naar voetnoot116 Hij logeerde op Amerbos en mijn andere vriend uit New York, Richard Thieuliette, was ook veel hier. Zij rijden nu zelfs samen naar Richards ouderlijk huis in St. Dizier. Zei tegen Santo me ‘rijk’ te voelen met drie vrienden om me heen, die ik al zovele jaren ken en van heb gehouden. We hebben deze dagen veel in de Cave gegeten, maar Santo prepareerde ook een rijsttafel. Peter en ik waren samen bij de Böttchers. Lucia vertelde dat als Frits mijn naam ergens noemt - zelfs tijdens een bezoek aan Parijs - er altijd wordt geantwoord: ‘Pas op voor Oltmans.’ Vanwege mijn uitstekende contacten in de Sovjet-Unie werd ik soms ‘een sovjetspion’ genoemd, aldus Lucia. Anderen hadden tegen de Böttchers beweerd dat ik voor de cia spioneerde. Dit is toch absoluut walgelijk. Ik doe niets anders dan mezelf zijn en dat is blijkbaar ‘ongewoon’. Peter doorziet dit allemaal uitstekend. ‘Ik hoop maar Willem,’ zei hij, ‘dat je met die Ton Neelissen voorgoed afrekent. Dan lacht Hagedorn in zijn vuistje.’ Wie zal het weten bij al die rommelaars om je heen? Ik belde Henk Hofland om zeker te zijn dat hij een diner zou bij wonen dat door Carel Enkelaar en Harry Hagedorn van de nos (die elkaar kunnen vreten) in Hotel de Wittebrug zou worden aangeboden aan een door Carel en mij samengesteld select gezelschap journalisten. ‘Ik zie ernaar uit je vanavond te zien, al zal je dat misschien vreemd vinden,’ zei ik tegen Henk. ‘Ach Wim,’ antwoordde hij, ‘je weet toch hoe het is? Nou ja, precies.’Ga naar voetnoot117 Santo en ik reden naar Laren voor een ontmoeting met professor ir. V.R. van Romondt, zijn voormalige leraar in Bandung. Santo had foto's bij zich, die de professor nog nooit had gezien. Hij vertelde dat Bung Karno, wanneer hij op Bali was, professor van Romondt altijd opzocht. De bijeenkomst in Leiden met professor Böttcher werd bijgewoond door Hofland, André Spoor, W.L. Brugsma, Wouter van Dieren en Peereboom. Ik besefte opnieuw dat Henk eigenlijk de enige was die me werkelijk interesseerde, maar we kennen elkaar nu dan ook op de kop af 25 jaar. Hij gedroeg zich eigenlijk vervelend. Frits Böttcher werd zelfs een keer nij- | |
[pagina 92]
| |
dig over zijn cynisme en negativisme. Henk antwoordde een actie te voeren tegen de heersende bekokstoofmentaliteit. Okay, maar wat heeft dit met de Club van Rome te maken? En waar haalt hij het vandaan dat Aurelio Peccei een cdu-mentaliteit zou hebben? Hij projecteert a-priori vooroordelen, voornamelijk omdat hij vanaf het begin de hele Club van Rome-boot heeft gemist. Hij dronk weer veel. Hij begon midden in ons gesprek over een boek van Céline. Hij koketteerde er gewoon mee en liet Peereboom er zelfs een passage uit lezen, terwijl Böttcher zijn uiteenzetting gaf. Ik heb dit vlerkerige gedrag van hem nooit begrepen. Thuis heeft hij dit niet geleerd, zeker niet van zijn moeder, die totaal anders was. Hij klaagde over honger en vertrok als eerste om 21.00 uur. Hij maakte opmerkingen over ‘een wijf’ aan een andere tafel alsof er te weinig aandacht aan hem werd besteed. Hij zorgde voortdurend voor onrust. Hij vroeg, wat ik met Peter seksueel deed. ‘Al jaren helemaal niets, Henk.’ De situatie aan de Boticellistraat was nu veel beter, hoewel zijn seksleven buiten in full swing was. Edmond was een mooi jongetje geworden, lange blonde haren en donkerbruine ogen. ‘Jij zou er pederast van worden.’ Tot driemaal toe adviseerde hij mijn eigen lange haar af te knippen, waar hij wel eens gelijk in zou kunnen hebben. Toen Böttcher opmerkte: ‘Toch heb ik vanavond veel geleerd,’ vroeg Henk hem op de man af: ‘Meent u dat?’ maar op de verkeerde toon. Henk en André Spoor verzekerden mij dat de leugens van Luns pas na diens dood gecorrigeerd zouden kunnen worden. ‘Ja, zolang jullie me in mijn eentje tegen de stroom in laten zwemmen, zal dit die smeerlap lukken,’ zei ik. Henk benadrukte ook nog dat hij het Propria Cures-artikel ‘beneden de maat vond.’ Maar wat doet hij? Geen moer.Ga naar voetnoot118 Hongkong-filmmagnaat Run Run Shaw maakte bekend dat Dewi Sukarno in een nieuwe film van hem de dochter van een edelman zal spelen. Een nieuwe Dewi-bevlieging.Ga naar voetnoot119 Emile van Konijnenburg belde en vond de Amerikaanse politiek betreffende China een ramp. Ik verwees hem naar een schitterend één-pagina-lang gesprek van Ronald Steel met mijn favoriete journalist Walter Lippmann in de Herald Tribune.Ga naar voetnoot120 Opmerkelijk vond ik zijn uitspraak: ‘I consider world government absolutely impossible to attain. I am not even sure we would not be in rebellion against it if there were one. The next | |
[pagina 93]
| |
thing you can have is hegemony. Some one power can rule the world for a while. But that can't last for very long - less and less as the modern world develops. Or you can have a bipolar world such as we have had for only a few years or else you get to a multipolar world. I think on the whole there is safety in numbers.’ Nu,Ga naar voetnoot121 twintig jaar later, geloof ik dat een uiteindelijk management van de planeet - zonder politieke of militaire hegemonie van welke zijde ook - tot de mogelijkheden behoort en ook uiteindelijk, onder de druk van de omstandigheden en de realiteit, bereikt zal worden. Eindelijk beweegt zelfs Europa zich in de richting van de droom van Graaf Koudenhove-Kalergi, namelijk het Europese subcontinent wordt omgevormd in een groep van staten met één parlement of managementcomité. De visie van Charles de Gaulle van een Europa tot en met de Oeral lijkt stap voor stap werkelijkheid te worden. | |
26 oktober 1971Schreef een ontwerptekst voor Propria Cures om het parlement te vragen na te gaan wat Joseph Luns ons door de jaren heen op de mouw heeft gespeld. Wanneer de Spoors en Hoflands verstek laten gaan, wie weet lukt het dan via jonge mensen beweging in de oplichterij van deze meneer te krijgen. Luns gaat onverstoord verder met zijn ontboezemingen opgetekend door | |
[pagina 94]
| |
de brave Michiel van der Plas in Elsevier.Ga naar voetnoot122 ‘Eén van de dingen in de huidige samenleving die mij ergeren, is het gebrek aan manieren, met name bij de linkse elementen (...).’ Wat een klinkklare onzin. Hoeveel voorbeelden heb ik in deze Memoires al niet gegeven van niet door de beugel kunnend laakbaar, lomp en onbeschoft gedrag van deze minister zelf? En om deze opmerking dan ook nog naar ‘links’ te trekken; hij is zelf het meest sprekende voorbeeld van een rechtse proletariër. Luns tegen Van der Plas: ‘Dat wil niet zeggen dat men, door elkander vaker te zien en vaker met elkaar te communiceren, eerlijker is geworden (...). Men moet nooit liegen,’ aldus Luns, naar ik aanneem met een stalen gezicht, ‘wanneer men de naam heeft, en dat hebben sommigen, van niet betrouwbaar te zijn, is dat altijd een grote draw-back. Ik heb de indruk dat mijn collega's in het buitenland soms wel vonden dat ik te veel zei, me dus wat veel aanmatigde, maar dat men mij tevens betrouwbaar achtte. Men moet als diplomaat tot elke prijs vermijden te liegen. Men moet dus niets zeggen wat niet waar is. Men moet dan maar een formule gebruiken, die de zaak omzeilt. Ik bedoel niet “recht door zee”. Ik vind “recht door zee” geen kwaliteit in de diplomatie. “Recht door zee” komt in de buurt van een ongecultiveerde zeeman, die het niet kan schelen hoe hij het zegt, als hij het maar zegt (...).’ Een andere ‘fijne meneer’ heeft ook zijn memoires openbaar gemaakt, The vantage Point van Lyndon B. Johnson:Ga naar voetnoot123 Perspectives of the presidency: 1963-1969. In de eerste aflevering van een serie publiceerde The New York Times lbj's lezing van de moord in Dallas en de overname van de macht.Ga naar voetnoot124 Een roerend verhaal. Gisteren ontmoette ik Vladimir Kuznetsov cultureel-attaché van de sovjetambassade en waarschijnlijk heeft hij meer taken. Toen ik hem waarschuwde dat er veel over mij in Den Haag werd gekletst, zei hij: ‘We look at someone's deeds, not at what people are saying.’ Hij was bereid iedereen in Nederland te ontmoeten. Ik stelde voor dat ik op Amerbos eens een avond zou geven. Harisanto vergeleek het levensmodel in het westen met het oosten. ‘Bij ons gelden vitaliteit, hart en mind. Ik probeerde uit te leggen dat het hart een pomp was en dus dat wat men onder ‘hart’ verstaat in de mind zit. In het westen gold het model bewust of onbewust, waardoor harmonisering vrijwel uitgesloten was. ‘Wim, the heart is a value maker; it determines values and | |
[pagina 95]
| |
priorities.’ Ik antwoordde dat dit in de Middeleeuwen in het volksbewustzijn inderdaad zo was overgenomen, maar dat de oude Grieken zich al realiseerden dat er feitelijk geen ‘hart’ bestond. ‘Gevoelens en emoties zitten in je hoofd, niet in je pomp,’ herhaalde ik. Hij bracht dit naar voren sprekende over Bung Karno, die altijd zijn hart had laten meespelen in tegenstelling tot meneer Suharto, die bikkelhard zijn tegenstander laat vermoorden, inbegrepen Bung Karno. Santo's vader had eens vanuit Semarang de vier minpunten in de mens voor hem opgesomd: 1) Onwetendheid: weet wat je doet voor je handelt; 2) Passie: gevoelens gaan voor macht, geld en materiële zaken: 3) Vooroordeel: in dit opzicht zijn Europeanen onbeschaafd en 4) Angst. ‘It is so simple,’ zei Santo, ‘if you know those four, and keep them constantly in mind, also in relations to others (...). All clashes between people result from those four (...).’ Richard wierp er tussenin: ‘I need applause (...). I trust no-one.’ Ik vroeg hem wat voor betekenis applause voor hem had komende van de kudde... ‘Van een eenling misschien.’ Peter vroeg Richard hoe hij zich een carrière bij het toneel voorstelde, met wat voor soort rollen. Richard had hier geen antwoord op. Santo benadrukte dat de wetenschap in ‘maar’ tweeduizend jaar van nul tot een eindeloze reeks vertakkingen en vertakkinkjes had geleid. Daarom betwijfelde hij of de Club van Rome erin zou slagen al die kennis in een elektronische machine te verpakken. Hij vertelde ook een congres van architecten te hebben bijgewoond, waar niemand werkelijk naar elkaar luisterde. Tegen het middaguur bracht ik mijn ontwerp voor een Adres aan de Staten-Generaal naar de redactie van Propria Cures.Ga naar voetnoot125 De heer Van Dijk van Buitenlandse Zaken deelt mee de film, aan dr. Gvishiani toegezegd, niet voor verzending naar Moskou te hebben ontvangen. Nu dat weer. Lunchte met mam in het Petit Restaurant. Bij een glaasje sherry zei ze: ‘Op de vlerk Neelissen.’ Ze gaf me een ‘klein cadeautje’, namelijk het porseleinen konijn dat vroeger altijd gevuld met hagelslag op de ontbijttafel stond. ‘Jullie vonden dat als kinderen het mooiste (...).’ Mevrouw Schouwen, de secretaresse van Frits Böttcher, waarschuwde dat er ‘een razende telefoon’ van Neelissen was binnengekomen. Ondanks dat dr. Peccei had gedecreteerd dat er betreffende de Club van Rome voor de televisie tot eind november een embargo gold wilde Neelissen - uiteraard nu zonder | |
[pagina 96]
| |
mij - laten zien wat hij kon en met een nieuw product de beeldbuis opgaan. Professor Böttcher belde rechtstreeks met Carel Enkelaar en legde uit dat Aurelio zeer op mij was gesteld en dat het jammer zou zijn dat ik, als zijn vertrouweling, door interne nos-ruzies tussen wal en schip zou vallen. Carel: ‘Ik zal de zaak onderzoeken tegen de achtergrond van wat u me vertelt.’ Ik belde met dr. Peccei in Rome: ‘Why don't you call me Aurelio,’ zei hij. Ik wilde niets liever. Hij vond het prima nieuws dat ik besloten had op 8 november naar Moskou te gaan. Had eerder dus de chefprotocol van dr. Gvishiani's bureau gebeld, de heer Fedorovsky, die akkoord was gegaan met mijn aankomst op de achtste. Hij zou de ambassade in Den Haag telegraferen voor mijn visum, want ik zou op uitnodiging van het Comité voor Wetenschap en Techniek van de Raad van Ministers reizen waar dr. Gvishiani vice-voorzitter van was. Ook informeerde ik hem dat de film per koerier via bz naar de ambassade in Moskou zou gaan. Nam mam mee naar het Zwaantje in Soesterberg. Later zaten we op het terras van de Treek, waar zij dikwijls met vader een ritje naartoe maakte. De honden waren natuurlijk weer mee. Op een gegeven moment zat zij steeds aan een vinger te plukken. Ik kon het niet langer aanzien, dus vroeg ik haar dit niet te doen. Zij antwoordde, ‘Er is wat lijm aan blijven zitten en dat is zo'n naar gevoel.’ Ik voelde me verschrikkelijk er wat van te hebben gezegd. Nu ik het opschrijf krijg ik het er weer warm van. Maar de tocht was erg prettig. Zij vroeg via Bosch en Duin, waar we voor de oorlog woonden, terug te rijden. Bij het uitstappen vroeg ze de honden of zij ‘basien’Ga naar voetnoot126 al hadden bedankt. Deze uitjes met mijn moeder zijn me goud waard. | |
28 oktober 1971Zond prins Claus de tekst van mijn Club van Rome-film voor het geval hij deze gemist mocht hebben. Schreef Richard Nixon naar aanleiding van de perscommentaren dat zijn aanstaande bezoek aan Peking belangrijker zou zijn dan toelating van China tot de vn. Ook dat ik John Holdridge had ontmoet en daarvoor Marshall Green en waarom de vs nu niet eens gebruik maakten van een man als Joe Borkin, die werkelijk ervaring had met Aziaten.Ga naar voetnoot127 Thijs Chanowski finally sent his letter to Moscow.Ga naar voetnoot128 Madame Furtsewa lijkt me anders een norse kat. | |
[pagina 97]
| |
29 oktober 1971Gisteravond en vannacht waren een nachtmerrie. Peter moest naar de Georg, de Duitse vriend van Peter Gottmer, een model, om slips te passen voor hom. Hij zou geld kunnen verdienen als model en overweegt dit als bijbaan.Ga naar voetnoot129 Maar hij kwam maar niet terug en pas om 02.00 uur hoorde ik de auto van Georg. Peter kwam in bed en zei: ‘Je denkt natuurlijk dat ik een nummer heb gemaakt (...).’ Ik dacht niets, maar mijn woede (en jaloezie) was op een hoogtepunt met gedachten of ik Peter de deur moest wijzen. Hij legde langer dan ooit zijn hand op mijn hoofd om me tot bedaren te brengen, waar ik prompt een erectie van kreeg, maar ik kon net zomin een woord uitbrengen. Deed verder helemaal geen oog meer dicht. Vanmorgen gaf ik Peter een zoen bij het opstaan maar het was noch van harte, noch spontaan. Las mijn brief aan Nixon nog eens over en realiseerde me dat wanneer Joe Borkin, mijn vriend, dit te weten zou komen, hij waarschijnlijk woedend zou zijn. Niets aan te doen. W.H. Auden is van mening dat biografieën over schrijvers altijd ‘superfluous and usually in bad taste’ zijn. ‘The relationship between art and life is either so obvious that nothing need be said or so complicated that nothing can be said.’ Veel te extreem. ‘A writer is a maker, not a man of action, and his personal life should be of no interest except to himself, his family and his friends.’ Ik denk dat het leven van vele mensen van belang is om te beschrijven. Het zijn echter meestal juist schrijvers, die gedachten en belevenissen op persoonlijke basis op papier zetten, en godzijdank. Ik zou de dagboeken van André Gide - in de eerste plaats - of van Camus, de Montherlant, Léautaud, Genet, Stendhal, Green, Kafka, Maugham en zovele anderen niet graag hebben gemist. | |
30 oktober 1971Lees Grenzen, een uitzonderlijk boekje van de Amerikaanse psychiater Robert Jay Lifton.Ga naar voetnoot130 De eerste zin: ‘Dit is een tijd om over grenzen te spreken (...),’ inbegrepen dus grenzen aan de groei. Ondertitel: ‘De mens op zoek naar onsterfelijkheid.’ Woonde in Rotterdam Frits Böttchers redevoering bij. Lucia zit naast burgemeester Wim Thomassen. Frits vroeg nog of hij Pieter van Vollenhoven, die eveneens aanwezig was - hij lijkt me een absolute lul - apart diende te noemen. Daar staan ze dan | |
[pagina 98]
| |
te strijken met andermans veren. Ben tot de pauze gebleven. De nrc publiceerde vanavond een vierkolomsverslag van Böttchers rede die ‘gematigd optimistisch is over de toekomst.’ Koningin Juliana schijnt in Hamburg een diamant te hebben verloren, die door de Duitse politie op een miljoen mark werd geschat. Een politieman, Jurgen Müller (20), vond het ding maar krijgt geen beloning, maar wel een briefje van Soestdijk. Hij deed tenslotte slechts zijn plicht. Walgelijk bericht. Frits Böttcher belde dat hij een Club van Rome-kantoortje in Den Haag boven een broodjeswinkel is begonnen. De vader van Lucia, oud-commissaris van politie, gaat de telefoon aannemen. Burgemeester Thomassen had na zijn rede gezegd dat Frits gerust scherper in zijn uitlatingen had mogen zijn. Pieter van Vollenhoven was ‘wild enthousiast’ geweest. Hij zou de koninklijke familie warm maken voor het onderwerp ‘Grenzen aan de groei’. | |
31 oktober 1971Opmerkelijk dat een populair blad als Life zoveel aandacht besteed aan brains. Als gezegd werd eerder beschreven wat de ‘thalamus’ was: ‘It's the central switch-board in a complex web of interconnections between the cortex and the spinal cord (...). Composed of a pair of egg-shaped masses, the thalamus is the major relay station of the human brain.’ Deze ‘centrale’ draait nu al zesenveertig jaar onafgebroken te mijnen behoeve door (beter dan een atoomcentrale en minder explosief). Ik was mij van het bestaan ervan tot voor kort niet bewust. Mejuffrouw Saetrang op het Baarns Lyceum zal dit niet geweten hebben. Dan is er de hypothalamus: ‘the chief guardian of the body's well-being. It constantly monitors such “vital signs” as body temperature and blood pressure. If the body overheats,’ aldus Adrian Hope, ‘the hypothalamus orders the expansion of capillaries in the skin so the blood can be cooled more quickly, makes us pant to dissipate heat, activate the sweat glands and lowers metabolism.’ Ga er maar even aan staan. En schitterende kleurenfoto's van Lennart Nilsson ter illustratie. Ik las verder: ‘The brain is protected by a life support system that favors it over every other organ in the body.’ En: ‘Feeling is the most elemental of all our senses, the last to vanish in unconsciousness and the first to reawaken.’ Deel II in de serie ging over neuronen: ‘the cells that hold the key to the workings of the brain.’ Er zijn opnieuw ongelooflijk prachtige kleurenopnamen van ‘het hersenlandschap’ uitvergroot, waarin 20 miljard neuronen opereren en 500 triljoen verbindingen of synapsen. De slechts | |
[pagina 99]
| |
enkele ponden protoplasma, die onze hersenen vormen, zijn van een verstommende gecompliceerdheid waar je begripsvermogen bij stilstaat. Ben er totaal door gefascineerd, want terwijl we over grenzen aan de groei en milieuvervuiling babbelen zit de kern van alle problemen op de planeet uiteindelijk in onze bovenkamer. Mijn vader zou bijzonder in deze serie geïnteresseerd zijn geweest. | |
1 november 1971Roeland en Mady Kerbosch stapten binnen. Ze weten maar al te goed wat er in Hilversum en bij de nos speelt, dus zij begrijpen alles precies. Neelissen en Brugsma kregen hun zin. Dennis Meadows was gisteravond op de buis over het rapport Grenzen aan de Groei. Het weekeinde met Peter was heerlijk. Hij neuriede. Ik zette hem keurig af bij Centraal Station voor de reis terug naar Tilburg. Reed naar mam en bezocht Gerard Croiset, die geopereerd moet worden. Tenslotte besloot ik naar Thermos te gaan, en wie dartelde in het zwembad: Peter. Carel Enkelaar heeft na de telefoon van Frits Böttcher bepaald dat de Club van Rome-projecten nu direct onder hem ressorteren en dat ik rechtstreeks met hem volgende plannen bespreek. Dan ben ik van die zakken af. Böttcher had intussen Ton Neelissen met de film van gisteren gecomplimenteerd en toegezegd aan een ander project te zullen meewerken. Het blijft dus nog langs elkaar heen lopen zolang Neelissen er zit, maar Harry Hagedorn stelde me gerust dat hij er in 1972 niet meer zou zitten. Bezocht Carel Das bij Cinecentrum om het Spartacus-project te bespreken. | |
2 november 1971Telefoneerde broer Theo in Zwitserland en adviseerde hem mam te bellen, omdat zij een paar dagen ziek was geweest. Hij ging er niet op in en belde Bilthoven dus ook niet, maar begon wel weer te zeuren over de acf-aandelen van mam, die zij geleidelijk aan de kinderen zou moeten overdragen (met behoud van vruchtgebruik) om hoge belastingheffing later te voorkomen. André Spoor heeft op Paleis Soestdijk een gesprek met prins Bernhard gehad.Ga naar voetnoot131 Afgezien van andere interessante details in de conversatie vroeg Spoor of pb geïnteresseerd was in binnenlandse politiek. Prins Bernhard: ‘Nee, goddank niet. Als ik | |
[pagina 100]
| |
daaraan zou beginnen zou ik me vermoedelijk ergeren.’ Hij had wel eens tegen een premier gezegd: ‘Waarom maken jullie niet een nieuw democratisch stelsel? Daarin zou de regering voor een of twee jaar plein pouvoir van de Kamer moeten vragen voor alles, behalve misschien voor een buitenlands verdrag dat geratificeerd zou moeten worden. Na die twee jaar komt de regering dan terug in de Kamer en zegt: dat en dat hebben we gedaan en dat en dat niet. Willen jullie dat we aanblijven of moeten we aftreden? In zo'n systeem kan een regering echt werken en hoeft zij niet de helft van de tijd te besteden aan het beantwoorden van vragen van kamerleden. Dit is mijn enige commentaar op vragen over de binnenlandse politiek’. Den Haag is vandaag in rep en roer. Zeven fractieleiders van politieke partijen hebben premier Biesheuvel gevraagd of de regering de uitlatingen van prins Bernhard dekt. | |
3 november 1971Premier Biesheuvel heeft zich naar Soestdijk gespoed om zkh op de vingers te tikken. De vier Kamervragen logen er dan ook niet om, zoals: ‘deelt de regering de mening dat de heren in het parlement dan maar eens een tijdje geen Kamervragen indienen; vallen de uitlatingen van de prins binnen de ministeriële verantwoordelijkheid; sprak pb in strijd met de grondwet en is de premier bereid hem mee te delen dat hij buiten zijn boekje is gegaan?’ De pers stond bol van verontwaardigde commentaren, met uitzondering van De Telegraaf, welk blad eigenlijk zegt dat er waarschijnlijk velen in het land zullen zijn die het met Bernhard eens zijn. Ik begrijp ook wel hoe hij tot die uitspraak kwam. André waarschijnlijk ook en zette deze er dan ook direct in. Had ik ook gedaan, maar het kan inderdaad niet. Biesheuvel verklaarde dan ook in de Kamer: ‘Dat de regering de uitlating betreurde.’ ‘Kinderachtig,’ zegt De Telegraaf vanmorgen in een hoofdartikel. Was al vroeg bij mam in Bilthoven. We gingen naar Lage Vuursche. Op weg naar huis heb ik zoals Theo dit wenste - inwendig aarzelend - de kwestie van de notaris en haar acf-aandelen ter sprake gebracht. Mam antwoordde onmiddellijk dat de notaris niet zeker was of het door Theo voorgestelde plan in haar belang was. Ik zei zelf kritisch tegenover Theo te staan en te vinden dat de acf-aandelen uitsluitend haar besogne waren, waar wij niets mee te maken hadden, maar dat ik er zeker van was dat Theo het voorstel in ons aller belang, zowel van haar als van de kinderen, had uitgewerkt en dat ik me verwonderde dat zij liever naar praatjes van notaris Meijer luisterde dan naar | |
[pagina 101]
| |
Theo.Ga naar voetnoot132 Ik werd eigenlijk zo boos over de affaire dat ik wegreed zonder een woord meer te zeggen. Later vanavond heb ik mam geschreven dat de botsing me sterk herinnerde aan mijn jeugd, waarbij zowel zij als vader, althans in mijn ogen, het eerder met buitenstaanders - zoals onze leraren - eens waren dan met ons. Ik schreef haar dat haar reactie bij me was overgekomen als a vote of no-confidence in Theo. ‘Notaris Meijer is mij al eerder opgevallen als een man die het doet voorkomen alsof hij u moet beschermen tegenover uw kinderen. Hij is me bijzonder onsympathiek, dat voel ik zo, al kan ik het niet nader omschrijven. Ik ergerde me dan ook dat u blindelings vertrouwen schijnt te hebben in de man, die nu het voormalige kantoor van Scheltinga Koopman, de notaris van grootvader van der Woude, runt. U kent hem nauwelijks. Ik ben intuïtief tegen hem en vind het vervelend dat hij uw notaris is. Maar dat kan u natuurlijk nauwelijks wat schelen omdat het uw zaak is.’Ga naar voetnoot133 Het diep tragische van deze botsing met mijn moeder is dat broer Theo met de beste bedoelingen opereerde. Hij was tenslotte econoom en financieel deskundige. Hij had het plan in ons aller belang uitgedokterd, maar voornamelijk om zijn eigen oudedag en die van broer Hendrik en mij veilig te stellen. De week dat ik deze notities in Zuid-Afrika bewerk (mei 1991) is Theo na een vrij langdurige ziekte in Bonnievale, ten noorden van Kaapstad, bezweken. Hij was in zijn 63ste levensjaar. Ik reed die avond van Bilthoven naar Hilversum en haalde bij Loed Hentze, de nos-cameraman die in 1966 met mij naar Indonesië was geweest, de foto's van die reis op, waaronder een voortreffelijke opname van wijlen president Sukarno. Met Loed praten hielp me er weer wat bovenop. Hij is een aardige kerel. Ik wilde dat ik met hem in Moskou zou kunnen filmen. Hij was mee geweest, zowel met het koninklijk bezoek aan Indonesië als onlangs met het koninklijk bezoek aan West-Duitsland. Hij vond dat H.M. de Koningin zich steeds vreemder gedroeg. ‘Ze lijkt gaga te worden wat wil zeggen dat Bernhard steeds meer de koninklijke show runt.’ Hij zag daarom verband tussen de jongste uitlatingen van pb en de onmiddellijke reactie hierop van politiek Den Haag, met Joop den Uyl in de voorhoede. | |
[pagina 102]
| |
4 november 1971Ik telefoneerde Emile van Konijnenburg om hem te vertellen dat prins Anak Agung Gde Agung mij gisteren vanuit Wenen had meegedeeld: ‘Ik besef nu pas hoeveel onheil Luns over de Nederlands-Indonesische betrekkingen heeft uitgestort (...) hij heeft zijn kabinet volkomen misleid.’ Anak Agung was door het jongste incident met Luns - en diens notoire geheugen - nog eens verder in de affaire-Genève 1955-1956 gedoken en ook uit aanvullende contacten in Nederland was hem dit omstandig gebleken. Ik vroeg Van Konijnenburg behulpzaam te willen zijn dat de oud-minister van Buitenlandse Zaken van Indonesië de bejaarde Willem Drees persoonlijk op de hoogte zou komen stellen van hoe Luns iedereen in Den Haag besodemieterde. Anak Agung is hier pas laat achtergekomen. Ik weet al jaren waar Luns mee bezig is. Heb de brief aan mam nog eens overgelezen. Deze is goed zo en eerlijk. Het blijft een luxe eerlijk te zijn maar het moet, ik kan niet anders. Het ergste van deze botsing was voor mij de opgerakelde pijnlijke herinneringen uit onze jeugd op De Horst. De nos kan mij, aldus schrijft J.W. Achterberg, voor de afdeling Biografieën niet gebruiken. Intussen is de arme Ton Neelissen inderdaad gewipt en met ziekteverlof gezonden. Klaas Jan Hindriks leidt nu Panoramiek. Ferenc Schneiders had gezegd dat het een dermate smerige zaak was, die zich al die tijd rond mij en Neelissen had afgespeeld, dat hij er niets mee te maken wilde hebben. Roeland Kerbosch had eveneens een klacht tegen Neelissen ingediend. Hij had ook een niet afgewerkte zaak met hem. Neelissen zou met rode ogen bij Harry Hagedorn zijn gekomen: ‘Ik kan het niet aan.’ ‘Wat wil je dan,’ had Harry gevraagd. ‘Laat mij maar bij Kees van Langeraad.’ ‘Daar is geen plaats.’ ‘Laat mij dan maar gewoon daar zitten.’ Met verlof dus. Wanneer Ton au fond niet zo'n zwakke broeder was ten aanzien van eerlijke principes zou er niets aan de hand zijn geweest. Maar hij laveerde altijd, de kool en de geit sparend, en is nu in de open weide terechtgekomen. Ik had een brief over Neelissen in de nrc willen zetten, maar ik vroeg Julian Spoor om aan André te zeggen die brief in de prullenbak te gooien. Ik leefde met zijn lot mee. Willem Alfrink vond dat ik die brief juist wel moest laten uitgaan, maar waarom iemand die al op zijn rug ligt een trap nageven? Om 16.45 uur ontmoette ik Carel Enkelaar en Harry Hagedorn bij de nos. Het kwam er op neer dat Carel Harry mee naar | |
[pagina 103]
| |
Moskou wilde sturen, dan zou de nos via hem aan mijn Sovjetcontacten komen en dan hadden ze mij daar ook niet meer nodig.Ga naar voetnoot134 Na vijftien minuten verdween Enkelaar. Harry en ik spraken twee uur verder. Ik kwam opnieuw achter een aantal valse voorstellingen van zaken door Neelissen gegeven en dacht dat ik om die reden mijn brief wel in de nrc zou moeten zetten. Ik had een claim ingediend van vijfentwintig honderd gulden omdat ze mij weer geen credit hadden gegeven bij het vertonen van door mij gemaakte opnamen: ‘Maar daar kan ik geen chocola van maken,’ aldus Harry. Peter Hagtingius bracht me de door zijn club aangebrachte wijzigingen in het Adres aan de Staten Generaal over Luns. Er moet nog meer aan gebeuren. | |
5 november 1971Harry en ik kissebisten nog over geld ten aanzien van de komende Sovjet-reis. Hij wilde die laten vallen onder een eerder betaald honorarium van 12.500 gulden. Hield mijn voet stijf. Ik legde uit dat ik met Carel Das had gesproken, die vertelde met Polytel in Hamburg, een groep van zes tv-companies, en met Philips miljoenen bezig te zijn en belangstelling te hebben voor opnamen in de ussr. ‘Dan moet je met hen werken, want wij zijn tenslotte een stichting die eigenlijk geen winst mag maken,’ aldus Hagedorn. Maar Carel Das, die nauw bevriend is met Enkelaar, dacht dat de nos die ‘stunt’ niet aan Cinecentrum zou laten. Carel Enkelaar denkt inderdaad voornamelijk in termen van ‘stunts’. Schreef Ton Neelissen een rustig, ‘verzachtend’ briefje. André Spoor bevestigde dat mijn brief over Neelissen was gezet, maar nu is verwijderd. Eén uur bij Propria Cures aan de tekst helpen sleutelen. Hagtingius wilde aan zijn Van Roijen-tekst vasthouden, maar die was niet exact en scherp genoeg. De anderen waren het met mij eens. Mijn andere objecties heb ik toen als concessie laten schieten. Ook mijn nrc Handelsblad-passage kon ik er niet in terug manoeuvreren, jammer. Ik legde contact met ncrv-televisie, dus als Propria Cures dinsdag uitkomt zit de rel meteen op de buis. Enkelaar en Hagedorn schijnen bovendien W. Brugsma op zijn lazer te hebben gegeven dat hij insisteerde op 8 september eer- | |
[pagina 104]
| |
ste klasse naar Boston te vliegen op kosten van de nos. Haalde Ellen Thomassen op. We reden naar Den Haag voor de vertoning van het gesprek in Brandpunt van prins Anak Agung Gde Agung over de Conferentie van Genève. Emile van Konijnenburg arriveerde met een stapel platen van Bali, het boek van de heer J.A. Jonkman en andere voor ambassadeur Anak Agung bestemde zaken. De ambassadeur was een beetje laat en bracht zijn vrouw, schoonmoeder en drie jongens mee (eentje was buitengewoon aantrekkelijk). Helaas liet Indro Noto Suroto verstek gaan. Anak Agung was blij het materiaal te hebben gezien. Daarop nam hij me apart en vertelde off the record dat hij gisteren met Willem Drees senior uitvoerig had gesproken en dat deze thans volledig besefte dat Luns hem had misleid en het kabinet had voorgelogen. Ik vroeg hem om een interview te willen geven aan de ncrv-televisie. Hij zei hierover te willen denken en gaf een nummer in Amsterdam waar hij te bereiken zou zijn. Ik belde André Spoor vanuit het Promenade Hotel, die uitermate in de mededelingen van ambassadeur Anak Agung was geïnteresseerd. Ik zal proberen een ontmoeting voor hem met de Balinese prins te regelen. (Intussen zei de blonde ober die me al eerder was opgevallen dat hij hoopte dat ik spoedig terug zou komen.) Ellen en ik gingen vervolgens naar de receptie van de sovjet-ambassadeur V. Lavrov ter gelegenheid van de 54ste herdenking van de Oktoberrevolutie. Een hofdame kwam namens h.m. de Koningin gelukwensen (AA 81). Ambassadeur E.L.C. Schiff, trouwe paladijn van Luns, was er. Veel bekenden en bekende gezichten. Lucia Böttcher zag er beeldig uit en met zijn vieren gingen we naar Plein 1813 om eens door de voormalige woning van de minister te lopen. In de slaapkamer van mevrouw Luns vonden we aan de binnenkant van een klerenkast een briefkaart van een hondje, geadresseerd aan mevrouw Luns: ‘Lieve Tante Lia (...).’ Er waren ook uit een tijdschrift geknipte kleurenfoto's van filmsterren. | |
8 november 1971Peter was hier. We hadden een zalig weekeinde zodat ik weer niets heb geschreven. Carel Das telefoneerde dat Polytel zeer in het project Khatchaturians Spartacus ballet te filmen was geïnteresseerd. Thijs Chanowski had zijn ‘vriend’ Hagedorn toevertrouwd dat wanneer we toestemming zouden krijgen voor de film dit een ‘grootste affaire’ zou worden. Intussen waarschuwde Harry me om in | |
[pagina 105]
| |
zaken voorzichtig te zijn met Chanowski. Ik wist dit ook al via de rode lichten in mijn hoofd, maar wanneer je de heren samen ziet zou je denken dat het blood brothers waren. Ik telefoneerde met René Eijbersen van ncrv-televisie. Ik suggereerde dat Van Sleeuwenhoek prins Anak Agung zou interviewen. ‘Die is lui en alleen voor kleine klusjes,’ zei hij. Niek Heizenberg had van de Amerikaanse ambassade een reisje op de vloot via de Noordpool aangeboden gekregen. Wat zou Henk Hofland toch over mij naar de Amerikaanse ambassade (op hun verzoek) hebben geschreven zodat ik nooit dergelijke reisjes krijg aangeboden.Ga naar voetnoot135 Men had Heizenberg uitgelegd dat de zwakte van de navo in het poolgebied lag en nu wilde de ncrv er met Joseph Luns over spreken. De secretaris-generaal had Heizenberg een lunch aangeboden. Luns zou in Hier en Nu verschijnen. ‘Heizenberg heeft ons plan gesaboteerd,’ aldus René. ‘Op die manier mis je een belangrijk verhaal’, antwoordde ik. Ontmoette in Thermos de broer van Heizenberg, die voor de klm vliegt: ‘Ach,’ zei deze, ‘mijn broer is een opportunist.’ In ieder geval kan Drees straks zijn pret op. Spoor houdt zijn hart vast over mijn actie, maar we kennen elkaar ook niet echt. Schreef dr. Willem Drees onder meer als volgt: Sedert enkele dagen beschik ik als journalist over nieuwe uitermate pertinente gegevens, waaruit blijkt dat minister Luns jarenlang het kabinet, uzelf en de kamercommissie van Buitenlandse Zaken heeft misleid. Hij heeft land en volk op kardinale punten voorgelogen. Ik zond aan de politieke vrienden van Drees, drs. J.M. den Uyl en de voorzitter van DS'70, professor Fred Polak, kopieën van deze brief. Ik herinnerde Den Uyl er aan dat professor M. | |
[pagina 106]
| |
Rooij er in zijn afscheidscollege aan had gememoreerd dat het de voornaamste plicht van de journalist was te proberen de waarheid van de feiten te achterhalen en weer te geven. ‘Ik vind het een nationaal en Europees belang dat Luns verdwijnt. Vandaar mijn actie op die fronten: een Adres aan de Staten-Generaal door de redactie van Propria Cures, brieven aan Drees, uzelf en de leider van DS'70 professor Fred Polak en vandaag start een derde initiatief op passend niveau, waarover ik nu nog niets kan zeggen.’ Aldus berichtte ik Den Uyl. Casper van den Wall Bake telefoneerde. Ik zei hem dat hij medeverantwoordelijk was voor mijn huidige acties, omdat hij er op had aangedrongen dat de leugens van Luns algemeen bekend werden. Ik vroeg hem bij zijn vader, generaal Van den Wall Bake, na te gaan hoe hij over Luns dacht. Professor Wim Wertheim zei me dat hij eens een artikel had geschreven De kreukels van Willem DreesGa naar voetnoot136 en toen heb ik gemerkt hoe gevaarlijk Drees senior is (...).Ga naar voetnoot137 Ben met Peter bij André en Julian Spoor binnengelopen. Spoor vertelde hoe Anthony Dake bezig was aandelencertificaten van nrc Handelsblad op te kopen. Zijn cemsto-werksters en glazenwassersbedrijf zou een omzet van 100 miljoen halen. Nu kocht deze gesjeesde journalist zich in bij de nrc. Wanneer hij de hand zou weten te leggen op 10 miljoen zou hij de belangrijkste aandeelhouder zijn. Julian leek Peter en mij toch soms een beetje over excited. Henk Hofland had tegen Spoor gezegd: ‘God helpe mij als zij toegeeft (...).’, dus zij zou op hem tippelen. We bleven langer dan voorgenomen en dineerden bij de Spoors. Het was eigenlijk zeer plezierig. Julian: ‘Jij hebt me zodanig laten lachen dat het me waard is vijf minuten langer te leven (...).’ Na de Spoors gingen Peter en ik naar de nachtsauna. Ik raakte verstrengeld met een 35-jarige Zweed, Gunna Bave, nogal een krachtpatser. We hebben hem mee naar Amerbos genomen en tussen ons ingelegd. Ik heb Peter behoorlijk met hem bezig gezien, die overigens steeds het initiatief nam. Het vreemde was niet zozeer dat ik zijn aanwezigheid prettig vond, maar me verheugde in het feit dat Peter zo duidelijk aan zijn trekken kwam. Een dergelijke situatie was een paar jaar geleden onvoorstelbaar geweest. | |
[pagina 107]
| |
Swiss Air, flight 490 Zürich-Warschau-MoskouZou Peter naar de sauna zijn gegaan? ‘Ik ben niet als jij. Ik vind het niet prettig er alleen naartoe te gaan,’ zei hij. Ik heb mijn huis zo goed mogelijk afgesloten, maar ik vraag me altijd af of de bvd toch kans ziet binnen te komen. Op het vliegveld belde ik broer Theo. Hij was een orgel gaan uitzoeken want hij wilde spelen. Toen ik vertelde van het Spartacus ballet-project zei hij: ‘Dan ben je klaar: ik weet nog een aardig huisje in Alicante.’ Ik lees dat Georges Pompidou in een rede tot unesco heeft gezegd: ‘If we do not succeed in reconciling intelligence with instinct, a return to barbarism will appear not as a danger but as a last resort.’ Dit spreekt me zeer aan. Peter en ik hebben een heerlijk weekeinde gehad. Zijn stem klinkt nog steeds in mijn oren. Ik houd lange verhalen tegen hem. Vliegend tussen Warschau en Moskou vraag je je af hoe ver de nazi's in Rusland met hun mars tegen Stalin waren doorgedrongen. Een man zit al vanaf Zürich naar me te staren, met verlangogen, klein donker, een sikje, niet te oud, Maar ik voel me naar binnengekeerd en sta voor niemand open. Het zegt toch wel veel dat een vliegtuig in 1971 naar Moskou vrijwel leeg is. Ik lees dat keizer Justinianus in Istanbul werd begraven. Mijn vader zou er veel voor gegeven hebben om zijn graf te kunnen bezoeken. Had ik maar het geld gehad hem een reisje cadeau te doen, zoals ik ze ook altijd naar Amerika heb willen uitnodigen.Ga naar voetnoot138 Peter vroeg: ‘Hoe voel je je deze keer naar Moskou te gaan?’ We zaten gezellig aan de ontbijttafel. Ik zei: ‘Eigenlijk heb ik een zalig leven.’ ‘Dat dacht ik,’ antwoordde hij ‘toen ik naar je keek toen je gisteravond zat te naaien en een knoop aanzette. Jij bent echt totaal vrij (...).’ Hij zit in de klas, economieles, waar hij de pest aan heeft. |
|