Memoires 1971-1972
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
New York3 september 1971Mijn Texas-vriendje uit het Vondelpark was op het vliegveld, gekleed in witte jeans en met openstaand shirt. He looked very nice. Hij had de beschikking over een Volkswagen van zijn ouders. Hij had ook een parkeervergunning van het ministerie van Defensie. We reden rechtstreeks naar de flat van Alain Vidal-Naquet, die door de fao in Rome nu op het vn-hoofdkwartier in New York is geplaatst.Ga naar voetnoot44 Ging meteen naar bed. Begon de dag met twee kaarsen in St. Patricks. Hernieuwde mijn paspoort op het consulaat-generaal.Ga naar voetnoot45 Kocht het boek van ambassadeur Howard Jones, Indonesia: The Possible Dream, uitgegeven door Harcourt Brace Jovanovich, New York 1971. Eveneens, Beyond Freedom & Dignity van Harvard-psycholoog B.F. Skinner, Alfred Knopf, New York 1971. Can't wait to read these books. Dan pikte me bij St. Patricks op. Toen we even later wegreden huilde hij. Hij had ruzie met zijn moeder gehad, die hem niet langer financieel wilde ondersteunen. Hij nam me vanmiddag mee naar haar toe. Ik vond haar aardig. Zij wil inderdaad dat haar zoon nu op eigen benen staat en niet langer bij haar woont. Ik weet dat hij er nog niet ready voor is. Als zij zo handelt gaat hij zeker terug naar een vroegere lover in Austin, Texas, die architectuur studeert en wat niets oplost. Ik zal de moeder telefoneren om alleen met haar te spreken. We zagen de film Summer 1942. Ik troostte hem en droogde zijn tranen. Ben bezorgd, zal hem straks bellen. Pearl Buck publiceerde in The New York Times een pleidooi om Peking en Taipeh elkaars geschillen onderling te laten oplossen, zonder inmenging van buitenaf, en vooral niet via Washington. De vs moeten de betrekkingen met Taiwan zeker niet opgeven zolang de twee China's niet zelf een regeling hebben getroffen. Ik denk dat zij gelijk heeft.Ga naar voetnoot46 Er wordt veel over China gepubliceerd nu Nixon naar Peking gaat. James Reston heeft | |
[pagina 41]
| |
anderhalve pagina lang interview met Chou En-lai.Ga naar voetnoot47 Chou releveerde dat hij al in 1955 op de Bandung Conferentie, georganiseerd door president Sukarno, had verklaard dat het de hoogste tijd werd dat de vs en China weer in vriendschap zouden leven. ‘Over the past twenty years and more, it's not we who have caused harm to other countries, but the us Government who have been causing harm to other countries and other peoples.’ Chou heeft natuurlijk gelijk. Dit waren ook de trefpunten tussen Peking en Jakarta (Sukarno). Dit had absoluut niets te maken met een overlopen van Indonesië naar Communistisch China, zoals de cia en andere idioten in Washington veronderstelden. Of met mijnheer Suharto, die van internationale politiek van toeten noch blazen wist en daarom een gewillig werktuig kon zijn voor buitenlandse intriges in Indonesië. Het is verder opvallend dat James Reston, als vragensteller, meer dan eens langer kletst dan de geïnterviewde Chou. Reston is dan ook als sportverslaggever begonnen. | |
4 september 1971Het is vochtig en heet, niet zo best. Dan wilde eigenlijk naar het strand, ongetwijfeld om gays te ontmoeten, maar daar voelde ik niet voor. Gisteravond was ik met Dan trouwens bij Oliver Stone en Najwa. Later at ik met hem in Paperazzi. Alain heeft een optimistische outlook op de oude dag, waar ik minder zeker van ben. Ik denk dat de jaren '70 en beyond heel anders zullen uitpakken dan men zich voorstelt. Vanavond dineerde ik met Oliver en Najwa Stone wat uiterst plezierig was. Ik nam ze later mee naar een film, Doc, een zogenaamde western, wat minder geslaagd was. Ik heb de indruk dat ze zuinigjes aan moeten doen en dat Oliver zijn filmstudie eigenlijk volgt mede door Najwa's salaris.Ga naar voetnoot48 Hij zal op 27 september met de opnamen van zijn eerste film beginnen. Tussen neus en lippen ving ik op dat Olivers vader 200.000 dollar inkomen per jaar heeft. En hij heeft tenslotte maar één zoon... Ik telefoneerde met Ton Neelissen, die mij twee uur voor vertrek naar de vs confronteerde met de mededeling dat Willem Brugsma de interviewer van de tweede Club van Rome-film zou zijn. Ik herinnerde hem er aan dat ik op 21 augustus per memo om een contract had gevraagd. Voor ik verder een stap zou zetten eiste ik een contract plus de toezegging dat ik zelf de tweede Forrester-film zou kunnen maken. Heb met niemand | |
[pagina 42]
| |
problemen behalve met die kniezers in Hilversum, die konkelpotten van de nos. | |
6 september 1971Ik heb het boek van ambassadeur Jones uit. Er zitten gewoon fouten in. Er zijn ook interpretaties waar ik het niet mee eens ben, maar de opsomming van zijn inzichten aangaande president Sukarno zijn grotendeels juist. Hij rept met geen woord over de betrokkenheid van de cia bij de coup van 1965. Zelfs al zou hij hiervan op de hoogte zijn, zal hij er als oud-ambassadeur niet over kunnen spreken. Treurig. Hij verraadt bovendien maar al te dikwijls zijn anti-pki-attitude. Toch vermeldt hij ook heel juist dat de Indonesische Communisten, Partai Kommunis Indonesia, noch pro-Moskou, noch pro-Peking was. Ik hoop eens samen met ambassadeur Jones mijn aantekeningen over zijn boek te kunnen doorlopen.Ga naar voetnoot49 Ik moet denken aan de theorie van Emile van Konijenburg dat Simon Bolivar ook op een achterkamertje in eenzaamheid en als een gedesillusioneerd man in 1830 was overleden, terwijl vandaag de dag in alle grote steden van Latijns-Amerika beelden te zijner nagedachtenis staan. Zo dacht Konijn dat het eens met Bung Karno zou gaan. Ik denk ook dat indien Subandrio blijft leven hij wellicht later nog eens een boek kan publiceren dat belangrijk zou kunnen zijn. Alhoewel, het is net zo'n leugenaar en intrigant als Luns. Ambassadeur Ruslan Abdulgani bevindt zich niet meer in New York. Ton Neelissen kondigde zonder meer aan dat Willem Brugsma en Ferenc Schneiders naar Boston kwamen om door mij bij Jay Forrester en Aurelio Peccei te worden geïntroduceerd en dan kon ik verder ophoepelen en zou Brugsma de televisie-interviews maken. Dat hadden ze gedroomd. | |
7 september 1971Washington dcHaastte me vanmorgen naar het Executive Building van het Witte Huis, waar men niet op de hoogte was van mijn afspraak met John Holdridge, zoals James Reston schreef: ‘a former West Pointer, who took his China studie at Cornell, served in Singapore, Bangkok and Hong Kong, and is now the principal Chinese aide to Henry Kissinger in the White House.’Ga naar voetnoot50 De heer Holdridge begon met vast te stellen dat we een infor- | |
[pagina 43]
| |
meel gesprek voerden en er dus geen mededelingen naar buiten zouden kunnen komen. Hij maakte direct al de indruk op me van een door het befaamde Peter-principe naar bovengeklommen old timer, who should have been pensioned off with Marshall Green en andere specialisten lang geleden. Hij had het wapen van de Republiek Indonesia in hout aan de muur hangen. Hij zei dit van generaal Suharto te hebben gekregen bij het bezoek van Richard Nixon en Henry Kissinger aan Jakarta. Ik vroeg of hij zich de heer Liao herinnerde, die in 1969 vanuit Den Haag naar Amerika was gedrost - na de zogenaamde Chinese lassers-affaire tussen Peking en Den Haag. Er stond hem wel iets van bij, maar informatie moest ik bij het State Department ophalen. Ik vroeg de heer Holdridge of hij zich geen zorgen maakte over de reis van Richard Nixon naar Peking. Hoe ik dit bedoelde. ‘I shiver to think of Mr. Nixon in the hands of Mr. Chou Enlai,’ antwoordde ik. Ik vertelde van mijn ontmoeting met Nixon in 1968 in New-Hampshire en hoe de president's candidate zich over Sukarno had uitgelaten. ‘No wonder, that Mr. Nixon now calls the Indonesian coup general Suharto “our boy (...)”.’ Hij protesteerde en zei dat Jack Anderson dit verhaal van ‘our boy’ had verzonnen en dat Nixon die woorden niet had uitgesproken. ‘Het heeft er anders wel veel van,’ vervolgde ik. ‘Then who do you think we should support in Indonesia, Mr. Oltmans?’ zei Holdridge. Met de Amerikanen is het altijd hetzelfde liedje: eerst verlenen zij alle steun aan een cia-staatsgreep en wanneer deze zich heeft voltrokken vragen zij zich af wat het alternatief zou kunnen zijn of wat er verder moet gebeuren. Precies om 10.00 uur kwam een secretaresse binnen die zei dat Kissinger hem nodig had. Holdridge kan je overslaan. Van het Witte Huis ging ik naar het advocatenkantoor van Joe Borkin, Bung Karno's vriend en legal advisor. Hij vond dat ambassadeur Howard Jones in zijn boek zover als maar mogelijk was gegaan over Indonesië. Het bleef de belangrijkste blunder van zijn ambassadeurschap dat hij Cindy Adams bij Bung Karno had aanbevolen om diens biografie te schrijven. Wat een verschil: Holdridge of Borkin! Hij noemde Sukarno opnieuw: ‘A great man: a wise man: a great aristocrat. To travel with him was witnessing a living history book. And remember Bill, history is at our side. His personality will return and the deification will set in.’ Ik citeerde Emile van Konijnenburg die de vergelijking met Simon Bolivar had getrokken. ‘Or like Je- | |
[pagina 44]
| |
sus Christ,’ zei Joe. Ik dacht intussen, en dat is nu precies wat Bung Karno absoluut niet zou willen. Sukarno was iemand die gelukkig was wanneer men gewoon in eenvoud en oprechtheid van hem hield. Ik realiseerde me andermaal hoe opvallend het was dat mensen als Van Konijnenburg en Borkin, of ik, die president Sukarno werkelijk hadden gekend, totaal anders over hem dachten dan een miljoenen publiek in de wereld dat hem minachtte omdat ze afgingen op wat er over hem werd gezegd of geschreven, meestal door degenen, die hem evenmin kenden, laat staan de moeite hadden genomen om te begrijpen wat zijn ideeën waren en welke doelstellingen hij werkelijk nastreefde. Joe Borkin werkt aan een boek over I.G. Farben en pas daarna wil hij een ooggetuigenverslag over zijn vriendschap met Bung Karno samenstellen.Ga naar voetnoot51 The New York Times en Quadrangle Books hebben de befaamde Pentagon Papers over de oorlog in Vietnam gepubliceerd in een boekwerk van 810 pagina's, samengesteld door reporters Neil Sheehan, Hedrick Smith, E.W. Kenworthy en Fox Butterfield van de Times. Dat noem ik pas journalisten. Lunchte met Barbara Applegate, mijn lezingenmanager. Mijn nieuwe bureau World Wide is een chaos. Zij adviseerde naar W. Colston Leigh terug te gaan, waar we ook beiden eerst bij hebben gezeten. Haar relaas over de wereld van lezingenbureaus, zoals de Walker's in Boston, was werkelijk zum kotzen. Vloog met American Airlines naar Boston. | |
Stattler-Hilton, Room 1150Wie wachtte me op? Jonathan Raymond. Zijn haar was weer lang. Hij zag er prima uit. Hij bleef niet, want hij was met zijn nieuwe fiets en was bang dat deze ondanks een ketting zou worden gestolen. Brugsma en Schneiders arriveerden eerst. Ik ontmoette hen. We hadden een uitvoerig gesprek. Later kwam dr. Aurelio Peccei aan. Zag op tegen het kalt stellen van het Brugsma-team, maar ik verdomde het om me voor de zoveelste maal de kaas van het brood te laten stelen door onderling gekissebis in Hilversum. Ton Neelissen had gezegd: ‘Ik kan geen rekening houden met ruzie tussen freelance medewerkers (...).’ De situatie had niets te maken met een persoonlijk conflict. Ik legde dr. Peccei uit hoe men in Hilversum probeerde mijn contacten met hem en | |
[pagina 45]
| |
anderen te high jacken en vervolgens zelf verder te gaan. Hij luisterde aandachtig. Hij vroeg daarop of ik deze zaak reeds met professor Jay Forrester en Dennis Meadows had besproken. Dat was dus niet het geval. Hij antwoordde dat de Club van Rome niet de Club van Peccei wasGa naar voetnoot52 en dat hij andere bestuursleden diende te raadplegen over belangrijke televisie-interviews als dit. Dit zou hij W. Brugsma meedelen. Schneiders had nog geopperd dat ze wellicht een gesprek in Boston onder embargo zouden kunnen opnemen. Ook dit wimpelde dr. Peccei af, die uitzonderlijk snel de achtergrond van mijn dilemma had begrepen, zonder twijfel aan de hand van eigen ervaringen bij Fiat of Olivetti. De Club van Rome-deuren waren zodoende ferm dichtgetimmerd voor kapers op de kust, die erop uit waren met andermans veren te gaan pronken. Ik zie de heren al onverrichter zake naar Hilversum terugkeren. Verdiende loon. | |
8 september 1971Boston, MassachusettsIk zal het aan Peccei en de goden verder overlaten hoe deze dag zal verlopen. Neelissen nam een absurd en disloyaal besluit. Hij zal er de wrange vruchten van moeten plukken. Ferenc Schneiders heeft zelfs een brief van Neelissen bij zich, die ik niet bereid ben te ontvangen. Ik hoor het verdere verloop wel in Hilversum. Doe niet mee aan Hilversumse methoden. Jonathan woont nu samen met vier guys in een slum.Ga naar voetnoot53 Hij heeft weinig of geen geld en is nu 26 jaar. De anderen zijn 19, 23 en 31. Hij is met niemand emotioneel in contact, ook niet met het meisje dat hij soms ontmoet. Hij is in strikte zin alleen. ‘I am really interested in nothing.’ Hij zou een Masters-graad nodig hebben om te kunnen lesgeven. ‘One thing Willem, I do love music.’ Hij heeft iemand dezer dagen opgebeld voor gitaarlessen. Het cellospelen weer opnemen zou een paar uur per dag studeren betekenen en dat schijnt hij niet op te brengen. Ik ken dit. Kom er ook niet meer toe en zit liever aan de piano. Ontbeet met Brugsma en Schneiders in een perfecte sfeer, wat me deed denken aan hoe Bung Karno ontbeet met de voormalige premier van Maleisië die hij minachtte, maar waar hij absoluut niets van liet merken. Zo ontving Sukarno in 1964 immers ook Joseph Luns. Vanmorgen hadden we een uitstekende ontmoeting op het | |
[pagina 46]
| |
Massachusetts Institute of Technology met professor Jay Forrester, Dennis Meadows en natuurlijk dr. Aurelio Peccei. Aurelio hield de beide nos-heren op verre afstand, wetende waar ze op uit waren en wat voor vlees hij in de kuip had. Alleen een man met zijn levenservaring en van zijn niveau behandelt een dergelijke situatie dermate effectief. Vanaf het eerste moment dat ik dr. Aurelio Peccei, dr. Philip Handler en dr. Jermen Gvishiani ontmoette wist ik met een topteam te maken te hebben. Op elegante maar duidelijke wijze werd Brugsma en Schneiders te verstaan gegeven dat er nu niet kon worden gefilmd. Zij realiseerden zich met lege handen naar Hilversum te zullen terugkeren. Tenslotte opende ik toch de brief van NeelissenGa naar voetnoot54 die het presteerde te schrijven: ‘Ik vertrouw op je redelijkheid en op je loyaliteit ten opzichte van onze relatie.’ En hoe zat het dan met de loyaliteit van Neelissen ten opzichte van mij, die de Club van Rome-informatie bij hem had binnengebracht? Jan Herselman deed er een zoethouderbriefje bij dat bij thuiskomst een contract van vijfduizend gulden in mijn bus zou zitten. Sorry, maar ik sta buiten de Hilversumse methoden. Terwijl het nos-team zijn biezen pakte begaf ik mij naar ambassadeur Howard P. Jones, nu Chairman of the Board van de Christian Science Monitor. Hij schreef een aardige opdracht in zijn boek.Ga naar voetnoot55 Hier had je het weer, hij noemde president Sukarno ‘our mutual friend’. Maar ambassadeur Jones had Sukarno dan ook gedurende vijf jaar in Jakarta uitstekend leren kennen. Cindy Adams had Jones verteld dat Dewi aanvankelijk haar hele verhaal inderdaad had willen opschrijven, maar op dit besluit was teruggekomen en om die reden het schrijven van een boek met Cindy had afgebroken. ‘Is she perhaps in love?’ vroeg de ambassadeur zich af. Hij had ook een briefkaart van prins Anak Agung uit Wenen ontvangen. Ik stelde hem voor dat de Monitor een gesprek met Aurelio zou hebben nu hij in Boston was. We regelden dit. Dineerde met Dennis Meadows, zijn vrouw Donella en zijn medewerker, de Noor Jorge Randen. Meadows heeft zich voorgenomen vijf jaar aan de kwestie Limits to growth te besteden. Boekt hij dan geen resultaten, trekt hij zich terug op een boerderij.Ga naar voetnoot56 | |
[pagina 47]
| |
9 september 1971BostonJonathan kwam afscheid nemen. We zoenden elkaar op de mond. I love that guy. Dan Turner haalde me van La Guardia af.Ga naar voetnoot57 Ik mag hem graag, maar aan de seksuele toer, waar hij de voorkeur aan geeft, doe ik niet aan mee. Zijn brain werkt snel en op onderdelen doet hij aardige dingen. We reden naar de Village, waar we een kerel, misschien 30-35 jaar op een hoek zagen staan, lang haar hartstikke bruin, afgeknipte jeans. We minderden vaart en hij kwam onmiddellijk op ons af. Naam: Joe, onderwijzer. Hij zei een keiharde gespierde maag te hebben. Dan vroeg het bewijs. Hij trok zijn trui op (Dan zei later op dat moment op hem te zijn afgeknapt wat ik dus niet begreep). Het was bovendien waar. Hij had een gouden knop in zijn linkeroor. Dan zei dat dit betekende I like to screw. Rechts betekent het I like to be fucked. Joe zei: ‘I do a good job at it too.’ Vlak voordat we wilden wegrijden boog hij door het open raam voor Dan langs, die achter het stuur zat, naar mij en zoende mij smack op mijn mond. Het gebeurde voor ik het wist. Dan kreeg niets. Vreemd. Mijn eerste lezingenmanager W. Colston Leigh ontving mij allerhartelijkst samen met Mrs. Beatrice Grant. Zijn zoon heeft nu eigenlijk het bedrijf overgenomen. Hij zei dat de gouden tijden voor minder bekende sprekers voorbij waren. Ik sprak ook over de situatie van Barbara Applegate, maar het feit dat zij indertijd zijn company had verlaten was niet vergeten en vergeven. Een verzoening met haar was niet mogelijk. ‘You are difficult to forget,’ zei Bill Leigh. We spraken af dat ik in februari nog eens langs zou komen. Zag in de Apollo een afschuwelijke film over een gevangenis in Quebec, Canada. Je zag hoe jonge jongens door oudere en sterkere gevangenen werden ontmaagd en genaaid. Er was een echte nicht onder hen, die dit juist heerlijk vond. Het verhaal was geconcentreerd op twee niet-nichten, die als macho he-men streden om de macht over de gevangenen in de cellen. Veel zal waar zijn geweest, maar de gehele strekking van de film was vol agressie, angst, geweld en dierlijk gedrag. Vraagt Metro Goldwyn Mayer zich verder niet af wat de fall-out van dergelijke films onder de kudde zou kunnen zijn? Free enterprise! De godin van de vrije westerse wereld! Dan Turner overhandigde me trouwens bij aankomst op La Guardia een speld met Today's Girl erop. Dat zei natuurlijk alles. | |
[pagina 48]
| |
10 september 1971Forrest HillsDe brave Luns heeft weer eens de koppen in de kranten gehaald. In de Daily News staat dat hij als toekomstig secretaris-generaal van de navo heeft gewaarschuwd voor het Russische gevaar betreffende Joegoslavië en het Middelandse Zeegebied in het algemeen. Ze zullen zulke losse flodders prachtig vinden bij de cia en in Washington, dat weet deze meneer natuurlijk maar al te goed. Frits Böttcher vertelde laatst dat de oude Willem Drees tegen hem had gezegd dat Luns veel te veel praatte en dat hij zijn hart vasthield. | |
VN-hoofdkwartier‘Nous sommes en plain de travail,’ aldus Alain Vidal-Naquet die ik aan Oliver Stone had voorgesteld, omdat hij in gedachten met een filmscript rondliep. Het verhaal ging over een Chinese diplomaat bij de Verenigde Naties, die werd ontvoerd. Ze werkten samen aan een scenario. Dus weer een nuttig contact tot stand gebracht.Ga naar voetnoot58 Krishna Menon liep ook weer rond. A la recherche du temps perdu. Ik hoorde dat collega Donald Grant was ontslagen bij de St. Louis Post Dispatch. Hij is in Ierland gaan wonen. Mary Hornaday van de Monitor werkt hier nog altijd. Lunchte met Alain. Hij vertelde dat toen ik in 1956 Rome had verlaten hij eens had gedineerd met een Economische Raad van de Nederlandse ambassade en diens vrouw. ‘They froze when I mentioned your name. They said, you were adventurous and dangerous.’ Alain voegde er aan toe dat hijzelf ook adventurous was en om die reden de Franse diplomatieke dienst had verlaten.Ga naar voetnoot59 ‘When I had said that, they even froze more, which was so stupid of them, since I could have really hurt them by dropping their names as being imbeciles (...).’ Hij vertelde verder over zijn lotgevallen, problemen en tegenwind in Franse kringen. De Franse afgevaardigde in de fao was de enige vertegenwoordiger die vragen stelde over zijn benoeming. Alain zei dat Gaston Palewski, zijn vroegere ambassadeur en chef: ‘He is now the third most powerful man in France,’ de problemen had weggepoetst. Bovendien onderhield hij zijn belangrijke politieke contacten wel degelijk. Overigens blijkt wel weer dat in alle gelederen van de samenleving dit soort shit onvermijdelijk is. | |
[pagina 49]
| |
Alain betaalde Oliver Stone reeds hondervijftig dollar voor het schrijven van het script over de Chinese affaire. Mora Henskens vertelde dat het zoontje (14) met het lange blonde haar van haar broer Mark in moeilijkheden met de politie was gekomen. Mora vroeg het kind om uitleg en deze zei: ‘Ik kom liefde te kort.’ ‘Je vader houdt wel degelijk van je,’ antwoordde Mora. ‘Het enige wat ik me herinner is dat ik werd afgeranseld,’ aldus de jongen. Even later vertelde Mora hoe haar broer, die bij Shell werkt, in Gabon een olifant had gered, die dreigde ten prooi te vallen aan zwarte stropers. Het dier zat gevangen in stalen draden. Vier andere olifanten, aan iedere kant twee, beschermden hun kameraad. Met twee trucks werden deze verdedigers verdreven opdat de gevangen olifant gered kon worden. Kennelijk wilde Mora met dit verhaal onderstrepen dat haar broer au fond ‘een goed hart’ had. Ik dacht er het mijne van. | |
11 september 1971Droomde over Peter en werd ermee wakker. ‘Love is a kind of warfare,’ zei Ovidius. Graham Greene is nu 66. Hij heeft jarenlang problemen gehad met een visa voor de vs, omdat hij eens lid van de Communistische partij was geweest. Hoe kan dit dan ook? Maar de regering van jfk maakte hier een einde aan. Nu heeft hij een permanent visum. Maar hij blijft in hoge mate kritisch ten opzichte van Amerika, de oorlog in Vietnam en het Amerikaanse gedrag in de wereld in het algemeen. Hij heeft nu A Sort of Life geschreven, een autobiografie tot zijn 27ste jaar. Op advies van een psychiater, die zijn depressie behandelde, was hij na zijn veertigste begonnen zijn herinneringen uit zijn kinderjaren op te schrijven. Als therapie dus. Nu ligt er een boek. Wanneer hij opmerkt: ‘Like all old men I have a better memory of the far past than the recent past’, denk ik dat dit onzin is. Het verre verleden, of het nabije verleden, ik, die meer dan dertig jaar nauwkeurig een dagboek heb bijgehouden, weet dit maar al te goed. Men beseft niet hoeveel er eigenlijk wordt vergeten, terwijl er wel veel in het geheugen werd opgeslagen.Ga naar voetnoot60 Ik logeer nu bij Lad Johnson van de Indonesische Kamer van Koophandel in Wall Street. Zijn huis is een absolute varkensstal, nog meer dan een paar jaar geleden. Ik heb zelfs vlooien gevonden. En ambassadeur Zairin Zain waarschuwde dat hij | |
[pagina 50]
| |
voor de cia werkte. Onzin. De badkamer is te smerig om in te gebruiken en dat bij dit verzengende warme weer. Hoe kan iemand zo leven? Onvoorstelbaar. Lad kwam gisteren na mij thuis en zette het Magnificat van Rachmaninov op dat hij uit Moskou had meegebracht. Hij stak een kaars aan bij enkele Russische ikonen in een nis. Nikita Khrushchev is overleden. | |
12 september 1971Heb me bij Mora gebaad en geschoren. De kakkerlakken bij Lad Johnson hebben me verdreven. Vervolgens ging ik naar Oliver en Najwa Stone, waar ook Alain Vidal-Naquet was. Oliver vroeg me onder vier ogen of ik kon garanderen dat Alain zijn financiële verplichtingen tegenover hem zou nakomen. Dan Turner haalde me bij de Stone's af en reed me naar de jfk panam-building voor vertrek naar Amsterdam. Het is toch wel treurig dat de Sovjets nog altijd niet voldoende volwassen en wijs zijn geworden om de voormalige politieke leider en premier van het land een behoorlijke staatsbegrafenis te geven. Bernard Gwertzman meldde uit Moskou dat de overlijdensmededeling door de autoriteiten op zakelijke en koele wijze was gedaan. |
|