Memoires 1970-1971
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 126]
| |
Amsterdam10 november 1970Bij thuiskomst lag er een ‘pienter busuk’Ga naar voetnoot152 antwoord van minister Luns te wachten op het verzoek van de nvj om te assisteren bij mijn visumaanvraag voor Indonesië. Mr. A.E. van Rantwijk zond het toe met de woorden: ‘Het Dagelijks Bestuur meent, gelet op de inhoud van het antwoord van de minister, de door u aanhangig gemaakte kwestie nu - althans voor wat het verleden betreft - als afgedaan te mogen beschouwen.’ W. Colston Leigh zond me een afschrift van een brief aan Dewi Sukarno van 6 november om lezingen in de vs te komen geven. De Indonesische uitgever Masagung bood Dewi's agent in Londen, Peter Janson-Smith, de rechten voor het boek The Love Letters of Sukarno aan, die mevrouw Hartini ter publicatie beschikbaar zou hebben gesteld. De dames steken elkaar de loef af om als eersten met Bung Karno's brieven op de markt te komen.Ga naar voetnoot153 Peter schrijft mij uit Londen om via Dewi na te gaan of Masagung inderdaad de rechten op die brieven in bezit zou hebben. Charles de Gaulle is zacht ingeslapen. Een onvergetelijke man. Telefoneerde met mam. Zonder auto kan ik er niet meteen naartoe.Ga naar voetnoot154 Dewi vertelde vanuit Parijs: ‘Prins Bernhard is very much aware of you.’ Zij had hem dus in Straatsburg bij graaf De Beaumont tijdens een jachtpartij ontmoet, maar zij wilde die ontmoeting noch via mij, noch via anderen laten uitlekken. Ze wilde er kennelijk persoonlijk over praten. Zij wil haar boek voorlopig uitstellen. Wat te doen? Ook belde de correspondent van De Telegraaf in Tokio of ik hem bij Dewi wilde binnenloodsen. Hij wilde nota bene proberen goed te maken wat De Telegraaf me door de jaren heen had aangedaan. Goeman Borgesius zelf had gezegd dat het een beetje te erg was geweest. Dewi mocht het artikel ter goedkeuring lezen. Wat denkt zo'n man eigenlijk? Mr. G.B.J. Hiltermann kwam in een zwart pak de televisiekijkers vertellen over De Gaulle. Hij memoreerde dat de Gaulle al | |
[pagina 127]
| |
in 1965 in Pnom Penh had gezegd dat er geen militaire oplossing was voor het conflict van Vietnam. Peter zwijgt nog, terwijl hij weet dat ik terug ben. | |
11 november 1970Het waait en stormt om het huis. Alle kranten praten elkaar na over de grandeur van De Gaulle, met uitzondering van Sal Tas in Het Parool, die vindt dat De Gaulle niet wist wat hij deed. Over die onzin moet ik Sandberg toch een briefje schrijven. Niet te geloven. Sean McBride van Amnesty International is naar Jakarta gegaan en sprak daar met juristen die hem hebben verzekerd dat Subandrio ‘a fair trial’ heeft gekregen. Ik heb zelf gezien hoe fair die militaire beoordelaars met Subandrio bezig waren. Intussen gaan de arrestaties in Indonesië gewoon door. De regering kan niet zeggen hoeveel politieke gevangenen er zijn. Laat staan dat iemand zo ongeveer zou kunnen vertellen hoeveel mensen er door para's en elitetroepen de hoofden zijn afgehakt. Het eiland Buru is een gigantisch concentratiekamp. Juliana speelt gastvrouw voor meneer Suharto. Joop Avé vraagt om Suharto meer tijd te geven. Raymond Price vraagt op het Witte Huis: ‘Wat is het alternatief voor Suharto?’ En superjurist Sean McBride acht het Subandrio-proces en règle geweest. Jan Cremer kwam naar Amerbos en inderdaad heb ik vergeten Frye boots voor hem te kopen. Hij werd toen hij uit Berlijn kwam op Schiphol aangehouden. Zijn paspoort werd afgenomen vanwege een alimentatiekwestie en schuld aan zijn eerste vrouw. Hans WarendorfGa naar voetnoot155 eist voor adviezen 500 gulden per maand over een periode van vijf jaar en zolang Warendorf niet is betaald zal een andere advocaat zijn belangen niet kunnen behartigen. En indien hij een andere advocaat zou vinden vraagt die ook een voorschot. Hij zit in een vicieuze cirkel en komt er niet uit. | |
12 november 1970TEE naar ParijsHoorde niets van Peter wat me triest en stil maakt. Schopenhauer: ‘We forget sometimes even what we have done, so how much more what we have thought.’ Jan zei met werken helemaal te zullen ophouden wanneer al zijn geld voor eeuwig bestemd was om zijn schulden te beta- | |
[pagina 128]
| |
len. Jan Buis van Bruna is van een paard gevallen en ligt in een ziekenhuis. Geert Lubberhuizen betaalde 3.000 gulden opdat hij alvast zijn paspoort terug kon krijgen. Hij heeft een nieuw vriendinnetje, een danseresje uit Den Haag, maar zegt ook nog van Posita te houden (voorzover Jan van iemand anders dan zichzelf kan houden.) Comte J.A. de Gobineau (1812-1882), een socioloog en diplomaat, schreef: ‘For man is the only animal which causes pain to others, with no other object than causing pain (...) no other animal ever torments another for the sake of tormenting.’ Schopenhauer citeert de graaf. Was de mens maar een dier. We zijn iets anders ondefinieerbaars: een geniaal wangedrocht? De Times zegt dat de ‘masturbation explosion’ nog zorgelijker is dan de ‘population explosion’ en dat zou wel eens waar kunnen zijn. ‘If sex is not open to giving of life, sex cannot be open to the real giving of love either,’ aldus Schopenhauer. ‘Behind all of this lies a deeper sickness: an increasing hatred of life itself.’ Richard Nixon en president Nikolai Podgorny arriveerden ongeveer tegelijkertijd boven Orly voor de begrafenis van De Gaulle. Het toestel van Nixon bleef cirkelen om Podgorny eerst te laten landen. De complete werken van Chopin, door dertien pianisten gespeeld, zijn hier op vijfentwintig platen uitgekomen, maar ze kosten dan ook 495 franc. De Gaulle heeft eens tegen James Reston gezegd: ‘Not France will unite Europe, neither Britain or the United States, but China will.’ Dat gaat me veel te ver. Niemand schijnt enig begrip te hebben voor the East, wat me ook weer opvalt nu ik de eerste hoofdstukken in het Lin Piao-boek heb gelezen. De Gaulle dacht ook dat China de kracht in de wereld zou zijn die de Sovjet-Unie en Europa met elkaar zou verzoenen. Zou dit werkelijk het effect zijn van het feit dat Peking over atoomwapens beschikt? Of zullen structurele veranderingen in East and West samenlevingen op den duur veranderen? Het doet me goed deze passage twintig jaar later terug te lezen en me te realiseren dat, ondanks dat ik nooit in China ben geweest omdat de Amerikanen dat in 1964 verhinderden, mijn analyse van de Chinese realiteit ongeveer de juiste was. | |
Hôtel de France et Choiseul
| |
[pagina 129]
| |
vernante van Kartika bezig foto's in albums te plakken. Ik zag dat de opnamen die ik bij het overstappen in Bangkok had gemaakt erbij waren. Zij heeft al een dozijn albums aangelegd van de begrafenis van Bung Karno en haar reis naar Indonesië. Ze doet zoiets met een nauwgezetheid en precisie, die ongeëvenaard is. Ik zei tegen haar: ‘Just finish it first because you will have no peace of mind if you don't.’ ‘Exactly,’ antwoordde ze, ‘we are too much alike.’ Later vertelde zij prins Bernhard, die eregast was tijdens een diner in Straatsburg, te hebben ontmoet. Zij was de tafeldame van de prins, want zij zat aan zijn rechterzijde. In het begin trok hij een strak en onvriendelijk gezicht en deed moeilijk. ‘Then he asked me, why I had said in the nos television film, that he had kneeled for Suharto. I replied to him: no, I said, if Time Magazine is right, then I think and so on. Bernhard then told me, he had not seen it himself, only heard about it. He told me then, that he would have loved to visit Indonesia at Bapak's invitation, but at that time the stupid Dutch Government did not allow him to go.’ Zij onderbrak zichzelf en vroeg me: ‘Swear to me, that you will not write about it,Ga naar voetnoot156 because I think I will perhaps meet him again and we could have a beautiful friendship. I complained about Frank de Jong, who wrote bad about the Indonesian generals prior to going with him to Jakarta and after his return to Holland, he changed his style and tone. Why? I asked your prince. He said, he didn't know Frank de Jong, but perhaps he would know his face.’ Dewi voelde dat hij de niet de waarheid sprak omdat hij haar op een wat ontwijkende manier antwoordde. Wat prins Bernhard verder over mij had gezegd vertelde ze niet.Ga naar voetnoot157 Ze was verder zeer kritisch over de brief die ik Adam Malik vanuit Tokio had geschreven: ‘After all, he is the Foreign Minister, and you are too emotional and fanatic.’Ga naar voetnoot158 Ik antwoordde dat wat mij betreft, ik tegenover Malik niet scherp genoeg kon zijn, want ik wist voldoende over hem en hoe hij zich tegenover Bung Karno had gedragen en uitgelaten in de jaren na de coup van 1965. Om over diens corrupte zakenpraktijken niet eens te spreken. | |
[pagina 130]
| |
reisde, ze drie dagen in Blitar was geweest voor de ceremonie volgend op de eerste honderd dagen na het overlijden van Bapak, en de andere dagen in Jakarta was verhoord over de artikelen die ze in Japan had gepubliceerd. Waarom had ze die artikelen geschreven? Wie zat erachter en dergelijke vragen. ‘I told them absolutely nothing, and above all, I didn't tell them what they wanted to hear. I simply stated, I have done it, it can not be taken back, I am ready, put me in prison if you want to. I wished, by the way, they had done so. I would have been world famous, while my friend Edmondo de Rothschildt was already phoning American senators.’ Zij vertelde met prins Bernhard ook over gemeenschappelijke vrienden te hebben gesproken, zoals Edmondo de Rothschildt. | |
Deux MagotsHeerlijk helder, zonnig weer. Ben als enige op het terras buiten. In de Tuileries zitten de verkleurde bladeren nog aan de kastanjebomen. Ze dwarrelen hier altijd later neer dan op Amerbos. Ik houd ontzettend van wandelen, vooral in Parijs. Peter is dan voortdurend in mijn gedachten. Ik houd levendige dialogen met hem. Dewi was van mening dat omdat zij een uitstekende pers had en haar populariteit in Indonesië hoog was, de autoriteiten er niet over piekerden ‘(...) to touch me. But Suharto must hate me.’ Zij toonde een foto van Suharto bij de lijkkist van Bapak. Generaal Sutikno stond achter hem, in burger gekleed. Ik vertelde dat Joop Avé had gezegd dat Bung Karno's foto nog altijd in Suharto's huis stond. ‘Suharto has become nasty these years,’ zei ze op een cynische toon. Generaal Sutikno heeft alle bezittingen van Bung Karno uit de paleizen in beslag laten nemen en schijnt een catalogus aan te leggen. ‘Suharto is keeping all of Bapak's paintings,’ zei Dewi. Ik dacht: Laat maar voor zolang als het duurt. Tweemaal heb ik als journalist Sutikno bij president Sukarno geïntroduceerd. De eerste maal was in 1957. Hij had mij toen een brief geschreven over de moeilijkheden die het Garuda I bataljon in Egypte en Gaza ondervond van lokale Arabieren, terwijl de Indonesiërs onder de vlag van de vn dienden. Bung Karno liet de zaak uitzoeken en het Garuda I bataljon werd teruggeroepen.Ga naar voetnoot159 De tweede maal was in 1966, een jaar na de coup, toen ik voor de laatste maal in Indonesië was. Ik bracht Sutikno Lukitodisastra | |
[pagina 131]
| |
toen op een ochtend met Bapaks toestemming mee naar het paleis. We hebben daarop met zijn drieën een gesprek gevoerd, waarbij ik wilde meehelpen een brug te slaan, of die te helpen versterken, tussen de militairen rond Suharto en het staatshoofd.Ga naar voetnoot160 | |
14 november 1970ParijsVerlang intens naar Peter. Lunch in het appartement van Dewi. Zij begon vrijwel meteen weer over Adam Malik en zei dat zij zich hoogst onaangenaam had gevoeld, toen de minister haar met de tekst van mijn brief uit Tokio had geconfronteerd. Zij redeneerde: ‘He can say anything he wants, because after all he is the Foreign Minister of Indonesia.’ Ik probeerde haar uiteen te zetten dat juist omdat hij de minister was, hij niet maar raak kon liegen en wat mij betreft zeker niet over Bung Karno, die ik toevallig ook kende en van wie ik wist wat hij dacht. Dewi: ‘Wim, I am actually like you. We are both crazy (...).’ Een obscure verslaggeefster verscheen. We vertrokken naar het George V Hotel, waar we op de eerste verdieping een, in mijn ogen, maffiose uitgever ontmoetten: Joseph von Ferenczy. Hij wilde een contract met Dewi sluiten, zodat zij wereldwijd een eigen rubriek kon schrijven. Het onderwerp: high society life. Dewi gaat volgende week jagen met vrienden bij generaal Franco in Spanje. Dus zij kan er een fraai verhaal over vertellen. Ik dacht: ‘Dit moet ze nooit doen, want niemand kijkt haar meer aan.’ Ik vond de Ferenczy-entourage goedkoop en tweederangs en vooral vertrouwde ik de deal niet. Dewi tegen mij: ‘But if I have my own column, I do have a strong weapon.’ ‘It's not worth it,’ zei ik. Dewi bood hem nota bene haar boek aan, waarop Ferenzcy zei alleen geïnteresseerd te zijn indien hij de wereldrechten zou kunnen krijgen. Een dergelijke operatie werkte als de stock-market: het was niet mogelijk om aparte contracten met ieder land te sluiten. Dewi had trouwens al een principeafspraak met Peter Janson-Smith in Londen. Ze zeurde een beetje over Peter en wilde weten welke auteurs hij verder uit gaf en of zij niet lucratievere contracten zou kunnen sluiten. Toen ik gisteravond haar flat verliet zei ze: ‘Go and find yourself a nice boy (...).’ Ook raadde zij aan naar Chez Eugène te gaan, waar een floorshow met strippende jongens werd gegeven. Ik ben gaan kijken. Screaming faggots, absoluut niets voor mij. | |
[pagina 132]
| |
De blonde ster, een muscle boy verscheen ten tonele in een naziuniform gevolgd door een striptease, die eindigde in zwarte lingerie. Disgusting. We hebben gisteravond met een kennis van Dewi en diens Japanse vriendin, mevrouw Azuma en Kartika in restaurant Bali gedineerd. Toen Kartika naar bed ging gaf zij haar moeder een kus en kwam toen naar mij toe en ik kreeg er ook een. Dit ontroerde me sterk. Ik dacht helemaal aan Bung Karno. Zag de film Waterloo. Dewi was naar de première geweest. Het was een verschrikking. Duizenden soldaten, duizenden paarden en hoeveel van de dieren hebben ze moeten afmaken omdat ze kreupel raakten bij die wilde oorlogscènes? Is het nodig de waanzin van Waterloo nog eens helemaal te gaan herhalen als entertainment honderd jaar later? En wat kost dit allemaal niet? Net nadat ik een douche had genomen om te gaan slapen belde Dewi om 23:30 uur. Haar gasten waren vertrokken, of ik nog naar Avenue Mondaine wilde komen? Ik houd niet van nachtbraken, maar vooruit dan maar. Helaas was ze in een opgewonden stemming, wat ik had kunnen weten. Het werd een nare ontmoeting. Een gast was achtergebleven, een mislukte Amerikaanse schrijver, die Philip heette. Dat maakte de confrontatie dubbel zo vervelend. Alles werd weer opgehaald, De Telegraaf, Frank de Jong, ondankbaarheid en ‘the only goed thing Jacqueline Kennedy dit was not to write a book afterwards. Because she would have to write a downgrading book. I would not want to cheapen some aspects of Bapak's life, or attack for instance Fathmawati.Ga naar voetnoot161 Because she is the cause of Bapak's love life with other women.’ Ze zei nu een redelijke relatie met mevrouw Hartini Sukarno te hebben, evenals haar kinderen en Kartika's halfbroers. Toen Philip haar wilde kalmeren om niet te rottig tegen mij te doen, zei Dewi: ‘He is a member of the family only his mother forgot to give him something (...).Ga naar voetnoot162 I am only fighting with him like that.’ Zij beschuldigde me er nu van dat ik haar naar Frank de Jong had moeten brengen zodat hij gestopt zou zijn slecht over haar te schrijven. Maar als ik haar was zou ik nooit een stap in de richting van die man zetten en hem in zijn vet gaar laten koken. Ik vroeg me bezorgd af, hoe ik Dewi, eenmaal in een kruidje-roer-me-niet-stemming verzeild geraakt, zou kunnen bijsturen. | |
[pagina 133]
| |
15 november 1970ParijsDewi: ‘Indonesia is owned for one third by the United-States, one third by Japan and one third by Europe. The western industrial nations will not give that up so soon. Therefore, I expect Suharto to be in power for ten, may be fifteen years. Indonesians are not like Chinese. They disagree, but they will not fight. Actually, I think Indonesians are rotten to the core. How could I write all that?’ | |
12 Avenue MontaigneMijn korte bontjas van konijn uit New York heeft Dewi meteen ‘your Russian rat’ gedoopt. Dewi staat in de People Section van Time samen met public relations-directeur Jean-Claude Dauzonne bij het bereiden van een pot-au-feu van enige omvang.Ga naar voetnoot163 In de London Observer wordt gemeld dat prins Bernhard en Suharto zich samen inspannen voor het redden van de Javaanse rinoceros. Ik wacht op Dewi en lees. Ik hoor hoe Kartika in de zijkamer een verhaal afsteekt tegen een levensgrote giraffe. Het kind spreekt vloeiend Frans. Dewi was weer te laat. Ze kwam van een fotosessie. Zij heeft haar secretaresse haar congé gegeven: 300 dollar per maand was voor alleen de ochtend teveel. Zoals ik een paar jaar geleden een brief voor mevrouw Marguerite Oswald schreef om de advocaat Mark Lane te ontslaan, zo zat ik nu namens Dewi een brief te richten aan Maître Magné over een probleem met haar flat. Op 8 december 1967 had zij het contract getekend voor 700 dollar per maand. Op 10 december 1967 had zij de overeenkomst opgezegd, omdat zij inmiddels had besloten een ander appartement in hetzelfde gebouw te kopen. De 2.000 dollar, die zij vooruit had betaald voor het eerste appartement, was nimmer geretourneerd. Zij wilde dit geld terug hebben. Het had eindeloos veel moeite gekost te ontdekken wie de eigenaar van het gebouw was. Hij woonde in Brussel en heette baron Jansen. Ik dacht eerst dat het een mop was, maar de man scheen te bestaan. Ook antwoordden we samen W. Colston Leigh dat zij geïnteresseerd was in het geven van lezingen, maar dat zij betwijfelde of ze hier de bekwaamheid voor had. Zij stuntelt inderdaad nog wel eens met het Engels, wat ook op televisie een probleem is. Dewi wilde dat ik de Indonesische uitgever Masagung zou ontmoeten. ‘He is a very special man. He is the only man who can go and | |
[pagina 134]
| |
see Suharto any time. Some say he is an international spy. And never say to anyone in Indonesia ever, that you are a friend of someone, because they hate you already immediately. Like, when you speak of Sutikno. You do not really know the man's background.’ Over de telefoon vertelde zij aan iemand: ‘It will be a hunting trip entirely. First Vienna, than Prague, than Spain, hunting with Franco and Juan Carlos, like last year, and next London. But the hunt will be outside London, of course.’ Via een ander telefoongesprek stemde ze toe in december een gesprek met Der Stern te hebben. We spraken af van 4 tot 21 december aan haar boek te werken. Bij het afscheid zei ik: ‘If you need advise, call me.’ ‘If you need advise on sex, call me,’ antwoordde ze. De 17de had zij een receptie van la Reine Eugénie d'Espagne, le prince et la princesse Napoléon, le prince de Murat enzovoorts. Zij kende vele De Gunzburgs, maar niet Jacqueline. | |
17 november 1970AmerbosRalph kwam slapen. Hij is zalig in bed, maar ik voel slechts affectie voor hem. Ik houd niet echt van hem. Bracht een bezoek aan de heer Lo Tien op de Chinese legatie in Den Haag. Hij had me op televisie gezien bij de teach-in over het Suharto-regime. ‘U was een vriend van Sukarno?’ ‘Nog.’ Verbaasd: ‘Nog?’ ‘Zeker, meneer, voor altijd.’ Hij scheen het plan een film met Pearl Buck in zijn land te gaan maken een uitstekend project te vinden. Het artikel dat ik hem over deze dame uit Amerika had gezonden had hij ontvangen, dus waarschijnlijk draaide de molen reeds. Ton Neelissen was zeer geïnteresseerd om de film voor de nos te laten maken. | |
[pagina 135]
| |
Aize de Visser van Bosch & Keuning kwam naar Amerbos. Hij vindt een fiftyfifty-overeenkomst over Dewi's boek volkomen redelijk. Een voorschot van 10.000 gulden is okay en een taperecorder en tapes worden verschaft. | |
20 november 1970Ralphie is zojuist vertrokken. Het is 07:40 uur en de lucht is gekleurd en mistig. Mijn hart breekt als ik aan Peter denk. Mam, tante Jetty, hun twee beste vriendinnen Meta de Vries en Annie Wibaut en een ander familielid, Connie HermensGa naar voetnoot164 kwamen lunchen. Bezoek van vijf dames. Ik hield me vrijwel stil en observeerde in het bijzonder bijna steeds mam. Boven haar rechteroog leek zij een rode rand te hebben. Had ik maar foto's genomen. Om half drie vertrok het gezelschap. Ik werd van de gebeurtenis in en in triest, tot tranen toe bewogen. Tante Jetty had een vara-film op de televisie gezien, waarbij fazanten maandenlang met graankorrels werden geleerd bepaalde paden te bewandelen, ‘en dan kwamen prins Bernhard met zijn makkers de stomme dieren even afschieten. Het zegt toch eigenlijk alles over die man.’ De vijf dames waren het er over eens dat het au fond ‘een misselijke kerel’ was. Had een artikel over Eldridge Cleaver naar de Washington Post gezonden, maar kreeg het terug want Jesse Lewis van de Post had zojuist Cleaver in Algiers gesproken en beschreven. Op mijn verzoek was het doorgezonden aan Howard Jones bij de Christian Science Monitor. Als bewijs sloot Howard Simons, assistant managing editor, het artikel van Jesse Lewis mee in. Constante pech. | |
22 november 1970Ga naar mam in Bilthoven, want het is prachtig weer en zij is alleen. Zij hoort nog steeds niet goed. Zij kijkt nu ook naar je mond als je spreekt. Vreemd. ‘Moi, j'ai fait de l'amitié un métier: c'est un rude métier (...)’ - André Gide Peter belde om 20:30 uur. Hij was kennelijk bij Philip Nasta in Oostelbeers. Er waren gasten. ‘Ik ben erg triest,’ zei hij, ‘en wilde jou opbellen.’ Ik heb het eerder gehoord, maar God mag weten of het waar was. ‘Ik zit in een klas met acht leerlingen, allemaal gek.’ Hij krijgt nu in Maastricht een iets grotere flat met een privé-douche. | |
[pagina 136]
| |
23 november 1970Poek Zumpolle had iemand nodig om haar tentoonstelling te openen. Toevallig stond ik in een ijzerwinkel naast de acteur Henk Molenberg. Kende hem wel niet, maar hij wilde het doen. Poek in de zevende hemel. Vannacht belde Dewi om 03:30 uur vanuit Madrid. Ze keert 2 december naar Parijs terug. Ze wilde kennelijk even met een vriend praten. | |
24 november 1970Droomde dat ik met mam in een groot bos was. Het was warm weer. Ik had mijn hemd zelfs uitgedaan. Mam had een konijn bij zich dat eenentwintig jongen kreeg, die allemaal matiGa naar voetnoot165 waren. Ik zie het beeld nog voor me, ik zag nog nooit zoveel doodgeboren konijntjes. Mam zei haar aapGa naar voetnoot166 in het gras te hebben vergeten. Ralph slaapt bijna iedere nacht bij me. Ik lach veel met hem. Hij is lief en aanhankelijk, van top tot teen een Indische jongen en zeer civilized. Nam de trein naar Maastricht. Peter wachtte op het Vrijthof op me. Het was eerst erg vreemd weer samen te zijn. Hij was mager en zijn middel was meer wespentaille dan ooit. ‘Ik herken je niet,’ waren zijn eerste woorden. De Maastrichtse toneelschool is bezig een nachtmerrie voor hem te worden. ‘In het begin kon ik alles en durfde ik alles. Nu klap ik dicht, vooral met al die waanzin om me heen. Een griet zei tegen me: “Ik ben van 16:00 uur tot middernacht met mijn gezicht bezig geweest en ik was zo moe”. Sommige leraren waren duidelijk sadisten. Ze zeggen dat ze je afbreken om je te kunnen opbouwen. Soms wil ik weglopen omdat het zinloos is hier mee door te gaan. O, ik weet dat ik het zeer goed zou kunnen.’ Hij had met een beeldende kunstenaar zowat de enige behoorlijke gesprekken gehad sinds hij in Maastricht was. Hij moest op 1 december naar de verjaardag van zijn moeder: ‘altijd dezelfde lieve schat.’ We aten in In de Marmiet en later liep hij mee tot op het perron. ‘Het heeft veel te lang geduurd. Ik was zo gedeprimeerd. Je hebt me helemaal opgeknapt.’ | |
22:05 uur (trein)Het lijkt een onwerkelijke droom. Heb ik Peter werkelijk gezien? Hoe heeft hij het ervaren en ik? | |
[pagina 137]
| |
25 november 1970Alle kranten melden dat Dewi met Yul Brynner in Hongkong Het parfum van de prinses gaat filmen. Zij zou 360.000 gulden voor haar rol ontvangen. Het lijkt me een onzinverhaal. | |
26 november 1970Ralph bracht prachtige herfstasters mee. Een gruwelspektakel heeft in Tokio plaatsgehad. De schrijver Yukio Mishima (45) heeft harakiri gepleegd, en hoe. Om 11:00 uur drong Mishima met vijf van zijn volgelingen het hoofdkwartier van generaal Masuda binnen. Na een gevecht drongen zij tot de werkkamer van de generaal door en bonden hem aan zijn stoel vast. Mishima liet 2000 militairen optrommelen en sprak ze vanaf het balkon toe. ‘Laat ons opstaan en samen sterven om ons doel te bereiken: de herziening van de grondwet die ons het oorlogvoeren verbiedt.’ De soldaten beneden namen hem niet serieus, maar Mishima sprak maar door. Hij besloot met de woorden: ‘Ik wil de cultuur van het zwaard in Japan herstellen. Tenno heika banzai!’Ga naar voetnoot167 Hij ging naar binnen, ontblootte zijn bovenlijf en pleegde harakiri, door met een kort zwaard zijn maagstreek open te snijden. Een van zijn volgelingen sloeg vervolgens met een zwaard zijn hoofd af in de traditionele stijl van de Japanse zelfmoord. Een jonge volgeling van Mishima, Hisjo Morita (25), pleegde op dezelfde wijze rituele zelfmoord en een van zijn kameraden sloeg ook zijn hoofd af. Mishima was homoseksueel. Zou Hisjo Morita zijn vriendje zijn geweest? In 1968 richtte Mishima de bond van het schild, Tate No Kai, op. Zij telt tachtig leden. Zij dragen uniformen en witte hoofddoeken ten teken dat zij bereid zijn te sterven. Ik probeer me in te denken wat er in Mishima's hoofd kan zijn om gegaan. We zijn even oud. Welke weg heeft hij bewandeld om zich naar dat ene moment toe te werken? Hans Hoffmann wil weten wanneer fotograaf Theo van Houts foto's van Dewi en Kartika in Parijs kan gaan maken. ‘Jij zelf weet beter dan wie ook wat je Dewi vragen moet en kunt.’ Panorama wil ‘een strikt menselijke reportage’ hebben.Ga naar voetnoot168 Jaap Jansen van Uitgeverij van Gennep gaat naar Peking. Ik heb hem een brief voor Djawoto, Sukarno's laatste ambassadeur in Peking - die daar is gebleven - meegegeven. Leerde hem voor het eerst in 1956 op reis met Sukarno in Italië kennen.Ga naar voetnoot169 Hoe zou het met deze balling zijn? | |
[pagina 138]
| |
28 november 1970Droomde van juffrouw Büringh Boekhoudt dat ik een ernstig meningsverschil met haar had. Ik sloeg erbij op de tafel. Ik ken haar bijna dertig jaar. Een dergelijk optreden is ondenkbaar. Gisteren sprak ze afkeurend over het schrijven van een boek met Dewi Sukarno. Vannacht in mijn droom besloot ik gedecideerd bij mijn plan voor een boek te blijven. Het is niet te geloven, maar Suharto heeft opnieuw een aantal mensen later arresteren, dit keer in Surabaja op verdenking betrokken te zijn geweest bij de staatsgreep van vijf jaar geleden. Het is gewoon terreur om iedere mogelijkheid van een herleving van Sukarnisme permanent de kop in te drukken. Nu brengt Frank de Jong - die nog niet zo lang geleden televisierubrieken schreef en zich met Hilversum bemoeide - een hele pagina in De Telegraaf: sukarno de grote acteur die ik lief had. Sinds ik Dewi monopoliseerde kwam hij aanzetten met memoires van mevrouw Hartini Sukarno (50) die in 1954 met Bapak trouwde. Nu had mevrouw Hartini in navolging van Dewi een paar Bung Karno-laadjes opengetrokken. Hartini: ‘Op 16 juni 1959 ontmoette hij in Tokio Ratna Sari Dewi, zoals ze zich zelf later noemde. Het Japanse meisje dat zijn volgende, maar niet zijn laatste vrouw zou worden. Dewi kwam in 1959 naar Indonesië. Bung Karno zette haar in november van dat jaar in een huis ergens aan de rand van Jakarta. In 1960 kwam ik er achter waar ze woonde, maar Bung Karno had het er nooit over. Hij kwam elk weekeinde naar Bogor en telefoneerde elke dag met me, zoals hij dat altijd had gedaan. Na een maand of wat kon ik me niet meer inhouden en vroeg hem of hij soms een Japanse liefde had. Hij ontkende het, zoals gewoonlijk.’Ga naar voetnoot170 Mam vond het niet zo fraai van Hartini dat zij nu al in deze termen over haar voormalige man had geschreven. Voerde een lang gesprek met André Spoor. Ik lichtte hem in over mijn gesprekken met ambassadeur Howard Jones en ook Joe Borkin. André is bereid zijn voelhorens op vertrouwelijke wijze uit te steken om er achter te komen wanneer de fameuze ontmoeting tussen Dulles en Luns kon hebben plaatsgehad, waarbij Dulles toezeggingen aan Luns zou hebben gedaan over Nieuw-Guinea. Jef Last had me geschreven dat vandaag een tentoonstelling over zijn leven en werk in Amsterdam geopend zou worden. Hij hoopte me daar te zien. ‘Mijn inleiding is misschien mijn laatste, maar waarschijnlijk wel een van de beste voordrachten, | |
[pagina 139]
| |
die ik ooit zal houden, de zaal is klein dus kom op tijd.’ Ik moest Jef jammer genoeg teleurstellen. Ik had geen rust. Ik verwachtte Peter. Hij kwam niet. | |
30 november 1970Wat Peter vertelde over de toneelschool in Maastricht vind ik schokkend. Onderwijzers, die van zogenaamde oefeningen gebruikmaken om grieten onder hun bloesjes te pakken en dan wordt gevraagd elkaar te belikken en te pakken zogenaamd om ‘vrij’ te worden. Peter is gewoon bevreesd over zijn toekomst, want hij voelt dat hij in geen enkel systeem echt past. Hoe kan ik hem tot steun zijn? | |
1 december 1970Kathleen Cleaver was uitgenodigd om in Utrecht en andere plaatsen als gast van de Vrijheidsschool - de Nederlandse pendant van de Zwarte Panters - te komen spreken. Uit vrees voor het uitleveringsverdrag tussen Nederland en de vs bleef zij op het laatste moment weg. Die twee mensen, de Cleavers, lijken inderdaad alleen in Algiers veilig. Jaap van Meekren interviewde in Televizier Albert Speer dermate ruw en onbeschoft dat ik me voor hem schaamde. Bovendien geforceerd anti-Duits. De criticus van de Volkskrant vond het natuurlijk prachtig. Van Meekren is een proleet. Je vangt niet iemand voor een interview met de vooropgezette arrière pensée hem voor schut te gaan zetten. In een televisiestudio zit je tenslotte niet thuis in je huiskamer. De tv-interviewer zit er om informatie en waardevolle gedachten naar andere huiskamers te helpen uitstralen. Als ik een minister van Suharto voor de camera zou kunnen krijgen zou ik willen weten, waarom de man zich verbindt aan een generaal, die een miljoen landgenoten overhoop laat schieten, zeker, maar ik blijf beschaafd en val nooit met leugens aan om leugens te vangen. | |
2 december 1970Ernst Utrecht en Ellen Thomassen kwamen een broodje eten. Ellen vond dat ik in de kwestie Indonesië en Suharto niet doortastend genoeg was. Utrecht begon Dewi Sukarno af te kraken, door bijvoorbeeld te zeggen dat zij nooit in Bung Karno's gezelschap was geweest met buitenlandse staatslieden. Omdat ik de foto's had gezien van Dewi met Bapak en Chou En-lai, of Dewi met Bapak en prins Sihanouk en prinses Monique, werd ik woedend over het ongeïnformeerde geklets. Utrecht blijft altijd een beetje een vraagteken voor me. | |
[pagina 140]
| |
Ging afscheid nemen - met bloemen - van mam, wat gezellig was. Zij is weer in uitstekende vorm. Vincent Monnikendam belde dat Ton Neelissen hem als regisseur bij Panoramiek op staande voet had ontslagen. Personality clash. Haal je de duvel. Vincent is niet alleen een uitstekende filmmaker met hersens, maar hij is fundamenteel beschaafd, waardoor hij niet echt in de nos-kliek past. Jaap van Meekren zou het daar prima doen. Het liefste zou ik de Pearl Buck-operatie in China helemaal niet met de nos maken, maar met wie dan? Peter drukte me op het hart geduldig te zijn met de nos. | |
3 december 1990TEE naar ParijsRomain Gary zegt dat Charles de Gaulle: ‘The man, who was France, always looked at death as at a mere parting with mediocrity.’ Lord Clark omschrijft the top people van voor de beide wereldoorlogen als mensen ‘with charming manners, but as ignorant as swans (...).’ Ik moet wel even denken aan de Schimmelpennincks en de Marees van Swinderens. Waar helaas. Waar zou Wicher van Swinderen toch zijn?Ga naar voetnoot171 R.D. Laing geeft een fraaie beschrijving van de W.A. Hoeve in Den Dolder: ‘een soort garage voor menselijke panne (...).’ Jan Hein Donner: ‘Het is verschrikkelijk om in Holland een genie te zijn.’ Treinen zijn ideaal om te lezen. | |
4 december 1970Hôtel de France et ChoiseulDewi was door mist in Madrid dertig minuten vertraagd. Toen ik het appartement binnenkwam zat zij in een peignoir met een grote prullenmand naast zich in de vestibule naast de telefoon haar post te lezen. Zwarte kringen onder haar ogen; ze leek op een boze tijgerin. De jachtpartij had op een landgoed aan de grens met Portugal plaatsgevonden. Aanvankelijk keek ze me zelfs niet aan. Een Londense krant belde. Ze wilden haar interviewen. Fluisterend vroeg ze me, met een hand voor de hoorn: ‘How much is 250 pounds?’ Ze zei verder: ‘It is better you do not write the article for Panorama, so that you are linked too much with me. I do not want the Dutch people to know that you and I are working on my book. Cindy Adams is a friend, but I never let her write about me. You see, a journalist should show generosity towards Nixon, Suharto, the people he writes about, and most of all, he should not be emotional, that is bad.’ | |
[pagina 141]
| |
Ik vroeg me af waar deze terechtwijzing zo plotseling vandaan kwam. Dewi is even weinig voorspelbaar als het weer. Vooral vroeg ik me af, wat er nog meer was gezegd tijdens de ontmoeting van Bernhard en Dewi. Tenslotte hadden Bernhard en Paul Rijkens me ex-cia-agent Verrips op mijn dak gestuurd om mijn uitstekende verhouding met Bung Karno te verzieken. Het is dus een fluitje van een cent om hetzelfde tussen Dewi en mij te bewerkstelligen. Wat was er nog meer aan het diner in Straatsburg besproken? We zouden iedere dag van 13:00 tot 18:00 uur aan het boek werken. Er kwam weinig van vandaag. Een Japanse vriendin kwam logeren en arriveerde met veel gekakel in het Japans. Kartika is een oase van liefheid en een engeltje in Dewi's huishouden. Vervolgens moest ik het artikel van Hartini in De Telegraaf al lezende vertalen. Zij had veel kritiek op de wijze waarop ik improviseerde. Ze wilde alles exact weten. Toen ik haar vertelde dat Hartini schreef dat ze Bung Karno had afgeraden met Dewi te trouwen - om politieke redenen (omdat ze een buitenlandse was) - reageerde Dewi met: ‘She is right.’ Ze streepte sommige passages aan en andere moest ik tweemaal vertalen. ‘She accepted nothing: she was dying from jealouzy,’ zei Dewi. Haar conclusie was to the point: ‘She began by writing, that Bapak had been accused of being a playboy and that it was her intention to undo that impression. But her entire story rather confirms his playboy way of life. She fails to mention at all his greatness.’ Belde twintig minuten met Peter. Tegen Dewi zei ik upset te zijn over haar toespraakje betreffende de emotionaliteit van journalisten. Ik argumenteerde dat zonder emoties niets zou worden bereikt in het leven. Dat ik dan zeker niet nu bij haar zou zijn om te helpen het historische beeld van Bung Karno te zuiveren van onzin en onwaarheid. ‘You know,’ zei Dewi, ‘Bapak was a bit like you. If he had not been emotional, he would not have fallen.’ ‘May be, but there is a limit to compromise, especially in the case of Bung Karno. The generals intended to force Sukarno to be part of their conspiracy against the pki to which he refused to become a party. First, because he knew the generals were cheating in collusion with the cia; and second if he had gone along with the lies of the military, the bloodbath would have been unimaginable. I disagree, that Bung Karno took an emotional decision. He deliberately refused to hang on to power, at the expense of his own interests, yes, but in the interest of the nation and the people, please do not forget.’ Dewi reageerde | |
[pagina 142]
| |
op mijn pro Bung Karno-speechjes altijd met een zekere verwarring, alsof zij haar gedachten reorganiseerde en zich afvroeg of ik wellicht gelijk zou kunnen hebben. Ik weet dat ik gelijk heb. Sukarno minachtte de jonge officieren in zijn eigen leger, die al in 1958 met de cia tegen de Indonesische staat en tegen hem conspireerden. Hij haalde ze weer binnen als ‘verloren zonen’, zoals ik hem zag doen in 1957 met Ventje Samual. Maar voor Dewi was de coup van 1965 haar eerste ervaring op dit gebied in Indonesië. Sukarno had al jaren met het cia-bijltje in Indonesië gehakt. Er waren vijf aanslagen op hem gepleegd.Ga naar voetnoot172 Voor Bung Karno was 1965 the end of the line. Het verraad van binnenuit het leger was ditmaal compleet. Hij kon er niet meer tegen op en hij verdomde het opnieuw ‘verloren zonen’ binnen te halen. Hij trok een lijn. Enough is enough. Hij deed liever niet meer mee gehoor te geven aan de dwang van verraders en een positie in te nemen, die hij met zijn geweten niet langer in overeenstemming kon brengen. Dewi - en ook Hartini - evenals vele Sukarno-aanhangers verlangden van Bung Karno dat hij wel water in de wijn zou doen, maar Bung Karno begreep dat de overmacht van vijanden te groot was geworden. Het was te laat voor een comeback. Hij legde zich erbij neer en hield de eer aan zichzelf. Steeds weer benadrukte ik deze inzichten bij Dewi. | |
5 december 1970ParijsBertie Hilverdink kwam voor de lunch. Ik merkte onmiddellijk zijn nieuwe, veel puntiger, neus op. Vond het eigenlijk afschuwelijk. Ik ontmoette zijn nieuwe vriend, Michel. Ik keek van de een naar de ander en vroeg me af: wat brengt twee mensen toch in hemelsnaam samen? Zag een televisieprogramma over Goethe en Schiller. Ze verschilden tien jaar in leeftijd. De wisselwerking tussen beide schrijvers moet gigantisch zijn geweest. De een was nooit geworden wat hij was zonder deze kruisbestuiving van hun relatie. | |
[pagina 143]
| |
Jung en begrijp nu wat hij onder individuation verstond) vroeg Dewi bij het binnenkomen: ‘Do you need an injection?’ Daarop volgde een lang en ernstig gesprek. Ze vond mij eigenlijk maar niets: ‘People tell me, you are just like Frank de Jong, another sensation seeker. You should not write angry letters to people like Suharto, Bernhard or Charles de Gaulle because, regardless what you think of them, they are in a certain position and got there after a struggle. That is the reality of the situation. If you write such letters, they will be enough hurt to say “close Indonesia off for that mad journalist”.’ Ze voegde daar aan toe: ‘Wim you are alone from the very moment you are born. Either you protect yourself, and when your own protection fails, you are lost.’ We spraken zeer intiem en emotioneel. Kartika kwam binnen voor een nachtzoen en het kind kwam eerst op mij af. Bung Karno's kind. Daarna begon zij haar verhaal met Bung Karno te vertellen in heartbreaking details. Op Hôtel France et Choiseul-papier noteerde ik het volgende: ‘Sukarno, the father of Indonesian Independence is to me an eternal hero. He taught me true love as my unique husband. When I went back to Jakarta I was risking death. But I loved to see my husband even if I could not escape to be killed.Ga naar voetnoot173 It is now eleven years since I threw myself into his great arms. Not physical arms, but mental arms as well. In Japanese we say, into his heart too. I learned from him the love of a patriot for his nation. I learned the love between man and wife, and the love of motherhood. What I learned from him is like an indestructable treasure in me inherited from him. This is now the main source of my life after he disappeared. When I flew to Jakarta I sank into my seat and realized that it had been three years and seven months that we had been separated. All I heard about him during that time I learned from the wire-services. I thought of the time, that the discussions I had with Bung Karno at Wisma Jaso were part of history. I knew, that Sukarno was those days already as isolated as he had been all his life from the beginning of his struggle to free Indonesia from Dutch colonialism. This time I wanted to be with him, not as the wife of a national hero, but as the mother of his child Kartika, now 3¼ years old, that had never seen her father. It sounds like a legend from the Middle Ages of pure destiny, that made me suffer for a long time and which is hard for me to be- | |
[pagina 144]
| |
lieve. In October 1968 I lost contact with him. Until then, communication was difficult, but I could reach him, and receive his letters every other month. Our correspondence gave me much courage to face the future. I always sent him letters of unchangeable love and encouraged him. I sent him medicines and his favourite melons. From the end of 1968 nothing came back from him, not a single word. February 6, 1969, my 29th birthday, I heard nothing from him. I always had his telegrams from whereever he was travelling. I was accustomed to his messages. My loneliness increased and so did my worries about him. I always wanted to return Kartika into her father's arms and to step with her on the soil of her country. I had no idea, that returning would stir up so much wrinkles on the water. On March 8, 1968, I closed down my apartment in Paris and just left. When I arrived in Bangkok all the information given to me was aimed at destroying my courage. For instance, I was told: “If you go back to Indonesia, you will never be allowed to go out again.” Another warning was: “If you go in, you will never leave alive and this would be a crime towards your daughter”. I began to hesitate facing these horrible choices and looking into the immediate future of arrival in Jakarta. This information in Bangkok hit me like a cyclone. I was not prepared to stay. Anyway, I had no other choice than ten days in a hotel in Bangkok hoping to have news from him. In the mean time, three days after I had arrived in Bangkok in 1968 the army took my villa, Wisma Jaso, into their hands. Then I went to Japan, and talked to the Indonesian embassy there and wrote a letter to president Suharto asking a guarantee to safely go and see my husband and perhaps leave the country together with him. I never got an answer. It was ignored. Each time when I looked at Kartika's lovely face, I realized she was born in times of great political upheaval in Indonesia, without knowing at all the suffering of her parents. We, Kartika and I, were constantly exposed to slander and accusations. There was no shield that could protect us from all this. Even in the Indonesian parliament I was accused of corruption. What were the dishonorable motivations of these people? I was accused of having stolen billions from the war-reparations Japan paid to Indonesia. It is pure slander without the slightest foundation. But, slowly, this news out of Indonesia about corruption started to also hurt my life in Paris, just at a time when at last I had found some peace around me. I have been very, very patient towards all these false accusations. But I | |
[pagina 145]
| |
couldn't sleep and my health was deteriorating. Some of my friends were worried, that I might commit suicide some day. They often came to my apartment to check up on me. But eventually, I was forced to reply to those accusations. Articles appeared by some heartless journalists in Japan. They were being used by Sukarno's enemies in the Indonesian press. But you know, sometimes, extreme conditions like these serve as unbreakable encouragement to a human being under threat. When Sukmawati, Kartika's half sister, came to visit here during her honeymoon, the first thing I asked her was, “How is Bapak?” She replied: “He is only laying in bed. He does not talk anymore. He glares at you. He is very, very weak physically and we, his children, were all of a sudden only very seldom allowed to see him”. “Our poor father,” said Sukmawati, “told us, that he wasn't even allowed to die and leave”.Ga naar voetnoot174 Sometimes, when he hears children voices, you see a certain flare-up and light in his face. I am sure he is thinking of Kartika (...). I felt all my senses were disappearing from my body by the shock of hearing that he is in such a bad condition. After Sukmawati's visit, I repeatedly visited the Indonesian embassy and asked to relay to the authorities my wish to return to Jakarta. But I was not allowed to nurse my own husband. We were separated by a very thick iron wall.’ ‘Yes, But Dewi, a wall put up by this bastard Suharto, that you do not want me to write nasty letters to’, zei ik. ‘Then this year, on June 6, and his 69th birthday, there was a photograph in the papers of Rachmawati visiting her father. What a terrible change. For one second I lost my consciousness, I had a kind of blackout seeing that picture. I felt he was dead already, at least it looked like it. I screamed and said, how could Rachmawati smile at such a sad and terrible moment? But then I realized, he was only sleeping. What also terribly upset me, was, that they took the picture of my husband without him knowing it and in that condition. Sukarno, a man who possessed enormous pride, if he knew that he was shown in such a miserable condition in front of the public, how angry would he have been. I was trembling by the shock as if I had been put myself on the guillotine. I felt so ashamed looking at that picture. After seeing that, I went to ambassador general Askari and said: “I am informing you that with or without permission of President Suharto hereby I am announcing I am coming back!” As- | |
[pagina 146]
| |
kari said: “I am only ambassador to France. Will you please wait. There might be some news from the Government soon!” But what was there for me to hope for by further waiting? I had already for so long been laying on the pillow of disappointment. I felt with all my senses that this was the time for a decision. After all I still knew countless people in Indonesia who would back me up, supporters of Bapak. But at the same time I was aware of so many unreasonable enemies there. I realized if I didn't stick with my decision this time, I would live the rest of my life with the regret of not having gone back. June 16, 1970, I was informed that Bapak had gone into coma and had been removed from Jaso palace and placed into the central army hospital. My first reaction was, that after ambassador Askari informed the Government that I was coming back that the military authorities must have decided, if this woman is really returning we will arrange it in such a way, that she will be unable to reach him. I was also very afraid that he was only just sleeping, but that the military had on purpose said he was in coma. This was the only reason they could justify removing him into the hospital. June 17th I prepared my airline ticket and I asked my friends to take care of the apartment during my absence. I needed visa for Kartika and Mrs. Azuma, the Japanese nurse. Several Japanese and American journalists were sympathetic and gave me moral support. But most people around me tried to change my mind by using a million words. For instance, they advised may be you want to die with Sukarno, but you should not involve Kartika in your trip. That is too much egoism for a mother. With all this going on around me I was actually hesitating up to the very last moment. This is the usual weakness of any human being, I think.Ga naar voetnoot175 During the thirty years of my life I got married and lived the way I wanted to live. If there is this waiting in front of my fate, and my fate is to die at 30, I felt, I could not even escape death living quietly in Paris. If I cannot escape destiny, I would not mind. But, at that time, Kartika's life should be taken by me, and not be taken by them (Indonesian Government). If I was going to be shot in Indonesia, at least I expected to live ten minutes more to be able to see Kartika also take off. I would end Kartika's life with my own hand. I could not bear to think that Kartika would be left alone in this entire world. While I was | |
[pagina 147]
| |
having all these thoughts cross my mind my will to return remained concrete. Even after leaving Paris by plane my worries grew and my anxiety increased. At such crucial moments, we humans seem to be able only to think of the worst possibilities. The Dutch journalist, I had invited to accompany me was forced out in Bangkok. In Singapore I was welcomed by two military attaché's of the Indonesian embassy who once more confirmed to me that I was not allowed to enter the country.Ga naar voetnoot176 I told them in public - while my sunglasses became foggy because of my tears being truly hurt and insulted: “Actually I do not have to ask anyone permission to enter my own country, especially now. I have no choice”. They replied: “Madame, we respect your will but we cannot take any responsibility if anything happens to you in Jakarta in case you do continue your journey”.Ga naar voetnoot177 Inspite of having taken all sorts of precautions when I entered the plane in Singapore I had a feeling as if I was walking on ice. I was in the complete dark as to what was going to happen. I opened my little compact to see what had happened to my face, which indeed I did not recognize. My expression was one of fear, anxiety, tenseness and worries. I told myself to calm down and again to calm down; my heart was beating like a drum which makes the sound vibrate through the entire body. In the mean time I was praying that Sukarno, my husband, would live as long as possible. After three years and seven months I got off at Jakarta airport. At my very first step on Indonesian soil a warm wind blew to my cheeks. Only then did I realize that I really had arrived in Jakarta. Inside I was very happy. For a second I forgot the sad reason for which I had come. When we landed the airport was completely dark. All lights had been turned off. There were thousands of people who tried to steal me away from Army hands. There were foreign and local journalists, but nobody was allowed onto the airfield. There were no lights for anyone to take pictures. When the plane landed the steward of Japan Airlines came with instructions from the tower to collect my passport. Of course, I refused. The Japanese crew understood. After the doors opened there was a new instruction. I had to wait in the plane. So everyone else left. I concluded there were things to do: I had to act under all circumstances honorably and | |
[pagina 148]
| |
never forget one minute my pride and dignity, and that if I am to meet with Hartini, that I will accept her as his wife for his sake, because if two women make any scene now, it would be very damaging to Sukarno's name. Then colonel Rachman of the Military Police entered the plane, saluted me very politely and handed me a letter from the head of the secret service and intelligence. It said, that my stay was under their responsibility and they asked my cooperation and so forth. I said: “What would happen if I do not accept this?” Colonel Rachman replied: “We are begging your cooperation, Madame, because this is a security matter”. So, all I could do is trust his word. Then he said: “Could we have your passport and ticket”, because he explained I would not be going through normal procedures. We were going to leave the airport by car directly from the plane. I gave it to him but it was funny, what did he have to do with my passport. Later the car was at the plane's staircase. We were going to drive to the hospital, where Bapak was, but it seemed to take ages. I didn't know what route they were taking, and I became most anxious of what they were really doing. I was in the car with colonel Rachman. We drove through a back entrance of the airport and some jungle territory. I was looking at the city with no nostalgic feeling, and rather with feelings of being very much in a hurry. I doubted that the car was proceeding to the hospital at all. I began therefore to worry. My anxiety reached a peak when I noticed we were in Tandjung Priok harbor. My hands were wet of persperation. I thought, with one car in front of us, and one car following us, if all these guards will stop and get out and kill me here, they could throw me into the sea under the cover of darkness. Nobody would know. May be the news of my appearance at Jakarta airport will be the very last news the world will have of me. Under that kind of stress you think the most ridiculous things and all you do is prepare yourself for the worst. KarinaGa naar voetnoot178 was all the time next to me. So I asked Rachman: “Why are we passing through here?” “We do so, because inspite of all the precautions we have taken, there are still some people following us,” he said. Anyway, this drive was full of anxiety. I was never at any time free of doubt, because I did not fully trust them at all. Until all of a sudden there were lights in the darkness and I saw the contours of the hospital. Only then I was really sure they were taking me to the hospital. In the mean time I had asked where | |
[pagina 149]
| |
we were going to stay for the night. They did not want to answer my question. Just before we entered the hospital we were stopped by a soldier, who I heard mentioned the kamar mati, which means the room where you place a dead body. I was struggling with myself to find the meaning of those words. Colonel Rachman felt my puzzlement. In a rough way he said, that the main gate of the hospital was crowded with the foreign and local press, we have to go through a back entrance. I was rather tired. I was almost going to faint. Inside the hospital the atmosphere was strained by abnormality. The place was swarmed with soldiers. They were everywhere. All eyes were suddenly on me. Their eyes seemed tense and serious. After we entered a brand new modern section of the hospital I had to stop. Because I suddenly saw one slender young man walking towards me. His face was so much like Bapak. It was his eldest son, Guntur, whom I met again after such a long time. Behind him was his sister Rachmawati. After seeing the proof of these children having become adults, I realized how long it all had been. I asked: “How is Bapak?” Guntur, after a little bit of hesitation replied: “He is sleeping right now.” It was as if Guntur was asking himself whether he should allow me to see him right away or not. I said: “Don't worry, I will just watch him very quietly in order not to disturb him in his condition.” So, all I heard was, that Bapak was sleeping and my only imagination concentrated on sleeping peacefully. But when I stepped into Bapak's room - I was first struck by flashbulbs of pictures that were being taken - all my possible imaginations blew away instantly. Bapak's face was swollen, his eyes were half open and they were not the eyes of a living man. There was a dark red tube which had been giving him food attached to his nose and pressed on by a bandage. It had been attached with no feeling and as nonchalantly as possible. His dry and colorless lips were open and had no strength to them. There came a soft suffering noise from his throat. It was as if he was only alive physically. I saw what was happening in a flash of a second. I shrunk. I couldn't utter a word. Not after I saw him in this situation seemingly paralyzed. I do not remember how long it took me to find Guntur's eyes at the other side of Bapak's bed, looking at me. Until that moment I had seen nobody even. I must have made a little scream because I fell down. Several people tried to help me in leaving the room. At least, this is what I was later told. They said I had protested and had first refused to leave. I was put to rest on a sofa and all I heard was Sukarno's suffering | |
[pagina 150]
| |
sounds coming from his throat. It sounded as the sound of vibration when a woodcutter cuts wood. It was as if an axe was hitting me each time, like what a living tree must feel when a woodcutter starts his work, I shouted: “Somebody, anybody, help him: give him water, give him ice.” When I bore Karina by severe operation, I remember that after the anesthesia was finished I suffered an entire night because my throat completely dried up. I asked the nurse at the time to give me small pieces of ice. But nobody moved. So I asked again: “Please put some wet material on his mouth in order to give him at least some moisture.” The nurse answered: “He has no strength anymore to drink anything, and I have no permission of the doctor.” It was so sad as his wife not to be able to do anything. Suddenly his faced moved and until then his eyes who had carried no light at all lit up. I jumped from the sofa, but I had promised not to wake him up. I held his right hand and said: “Bapak, it is me, Dewi, I came back.” He opened his eyes as far as he could and he tried to turn his face to the left side of the bed where I was, but immediately his head fell into its former position. He made the same movement perhaps seven or eight times. Then his eyes were for a moment staring wide open and at that very moment his hand in mine tightened a bit. When I left the room Mrs. Azuma brought Karina inside. I was at a crossroads, would I show Karina to Bapak or not? In my heart I would like to hide him from the eyes of the entire world, especially her, Karina. She knew her father only from a photograph in our apartment in Paris. On that photograph he was wearing a dignified uniform. Her first impression of her father should not be such a sad one. On the other hand I was trying to convince myself that I should say to her: “Karina this is your father.” I was even afraid that she would hug me by fear. Actually, it should have been a most moving meeting, but it could also turn into a great embarassment. So, when I thought of all this I decided not to bring her, especially if the meeting was only to gratify my own satisfaction. When his condition improved, I would let her touch his hands. So, I turned Karina and Mrs. Azuma around. Next, I asked to see the five doctors that had been treating him. The chief of the doctors team replied that they had no permission from the military to tell me anything. I replied: “You are allowing the world to be confused about him. According to the rumors he died already two times before. Each time when you allow such irresponsible rumors to spread, people get more confused. Why don't you tell me the truth.” Perhaps they were | |
[pagina 151]
| |
moved by my sincerity. The professor began rapidly to explain that Bapak's principle problems were his kidneys and high blood pressure. Please rest assured we try and we tried our best. That night, I asked his five doctors let me sleep in the room next to him. I was told they had no authority for my request. By that time I was already crying very much. There was no opportunity to give him my last service. So I argued, let me stay here on your own authority and tomorrow we will ask. While I was repeating the professor's very kind words in my mind I asked what I was afraid to stay anyway for the night. The professor said, that Bapak usually woke up at 09:00 a.m. in the morning, so I put all my hope in his answer and agreed. I said I would come back tomorrow morning and prepare everything in order to be with him. Since my departure from Paris I had slept little. We had been twenty-four hours in an airplane. I felt uncomfortable not having had a shower. It was indeed improper to put myself in the next room without proper preparation. Also bringing up all our suitcases to the hospital didn't seem proper in this atmosphere. I didn't want Karina to walk around there and make noise, and if I was to stay there alone, without Karina, who was sure we would be safe at all? I went once more back to Bapak's room, and overheard words from two nurses. Namely, when the evil military had left the room, Bapak had tried to say something, but unfortunately we could not hear. I was sure, that he realized I was back and had wanted to speak. Perhaps I could have only understood what he had intended to convey. So, I stood again at his bed and watched his suffering face. I waited and waited but he never opened his mouth again. He was already proceeding towards the end of his life. According to colonel Rachman it was already midnight. I asked to go to Wisma Jaso, but this was impossible, since the house was surrounded by journalists. Rachman said we were going to my other villa in Tjipajun. This would mean another one and the half our drive. My Japanese friends had urged me never to lose my temper so that is where we were going. Nevertheless, while I calmed myself down I realized I was brought very far from Bapak's hospital. But watching the polite and most kind colonel Rachman I swallowed my anger and my protest. Returning to my house after all these years, with the beautiful orchids and trees, I asked myself: is this the place where I used to give parties to diplomats and my friends? Is this the place where I used to play tennis? When I finally reached my room, I was so tired, I had no more strength left to even open any suit- | |
[pagina 152]
| |
case. When I finished a bath and went to bed it was 03:00 a.m. But I could not sleep. I was trying to figure out what Bapak possibly had wanted to tell me. At 08:00 a.m. when we were about to leave the villa for the hospital, colonel Rachman said very quietly without the slightest feeling: “Bapak suda ada tida laki (...).” For a second my brains stopped to function. What had I heard just now? I vaguely watched his face. Angrily I instructed the driver: “What are you doing, we should rush to the hospital.” In front of the hospital I could not bear to open my eyes. I felt dizzy. The morning sun was too strong. In the hospital itself reigned complete chaos. It reminded me of a toy-box that was thrown upside down. Last night there had been a tranquil silence. Today it was a madhouse. Bapak had passed away with a most peaceful face. He had entered his eternal sleep. He often told me, if I am going to be taken by God I want to be in your arms. So I said to him: “My darling, I came at least, I am here, I made it.” I was repeating these words repeatedly. My face was messed up completely. Mascara was on my cheeks. I went into Bapak's bathroom pretending I wanted to wash my face, but in fact I cried loudly. Among the eyes of his daughters, who were there, there was standing another lady. I knew, this must be Mrs. Hartini. So often, I was told, that she was the one who boycotted my return, and who helped in keeping me away from Indonesia. This had meant a continued separation between him and me. But what had made me most angry, inspite of all those rumors, was that she had refused to live with him when he was completely isolated.Ga naar voetnoot179 She did not join him in order not to lose her independent freedom. I now saw her for the first time, and my eyes must have been subconsciously very sharp. According to Islam ceremony, we were going to clean him with holy water and flowers. Everyone will take part with a little piece of cotton. The women were only allowed to clean his feet. But at this moment, at Bapak's bed, I realized she had always been behind me. Her two sons were there, Taufan and Bayu. I realized she must also have had all these sufferings. Before leaving Paris I had already decided in my heart that I would do what I could to prevent a scene with her and that we would have to face Sukarno's death together in memory of his dignity. I said to myself: this is the opportunity for all his family to be | |
[pagina 153]
| |
one and to be united. I already was feeling a liking to Mrs. Hartini. It was announced that Bapak would be brought to my house Wisma Jaso and I was very pleased because this should have been his wish also. But the coffin was actually too small for his big body. The coffin had been chosen by Mrs. Suharto. This situation added new sadness. And his coffin was covered like a veil by a curtain they had simply taken from the room. While we were standing there, Karina was on my arm. She tried all the time to tell me something. I put my ear closer to her mouth. And, what did I hear? She said: “Bapak est fini, n'est ce pas?” The three year old brain was looking for the expression of the word death and came up with the French word for finished. Suddenly, I realized Karina had perfectly understood what had happened.’ | |
7 december 1970ParijsGisteravond werkten we tot 03:30 uur. Toen ik het appartement wilde verlaten om terug te gaan naar mijn hotel, vroeg Dewi: ‘What nasty things you will write about me in your diary?’ Om 23:30 uur serveerde Mrs. Azuma ons een steak. Dewi zei op dat moment: ‘I do not know whether I can tell you a secret.’ ‘You can, you know,’ antwoordde ik. ‘Well, but your photographer (Theo van Houts van Panorama) asked me already whether I went hunting with prince Bernhard.’ Ze keek verwijtend. Ik voelde me ook schuldig. Ik sprak vanmorgen met Theo hierover. Hij was verbaasd. Hij wist van niets. Ik had hem blijkbaar niets verteld. Theo had haar verteld prins Bernhard te hebben gefotografeerd op de jacht bij Kraantje Lek, waarop Dewi zelf antwoordde: ‘He is a good riffleshot.’ Hier was Theo verder niet op ingegaan, maar Dewi had geconcludeerd dat ik uit de school had geklapt omdat Van Houts over Bernhard begon. Dit soort spelletjes van haar maakte me woedend. In dat opzicht is zij niet te vertrouwen. Eerder had ze me al met Frank de Jong vergeleken, en ‘people’ hadden haar gezegd dat ik precies hetzelfde was. Dewi bracht opnieuw naar voren dat het beter was geen geld van Peter Janson-Smith aan te nemen. Ze wilde dus toch weer een slag om de arm houden. Ik zei dat ik het geld nodig had om mijn hotel en reis- en verblijfskosten te financieren. ‘Can't you pay this with the money Panorama is paying you?’ Zij veranderde steeds van gedachten, aarzelde, veranderde plannen en twijfelde steeds aan alles, nog het meeste aan zichzelf. ‘You are | |
[pagina 154]
| |
dangerous,’ zei ze zelfs. Ik vroeg me af wie haar dit had wijs gemaakt.Ga naar voetnoot180 Ik snauwde terug: ‘Look, I am too well brought up to be vulgar. Just go on with your accusations: you cannot hurt me and least of all change me.’ Gisteravond op een ander moment, toen zij zich ergens over opwond, liet zij zich ontvallen: ‘Diah told me right after the coup of 1965: “Bapak has gone mad”.’ Ik werd echt woedend, maar Dewi zie toen zelf: ‘I thought so myself ...’ Ik wist niet wat ik hoorde. Diah was een verrader. Ik had hem meegemaakt. Ik kende die man met zijn sluwe, valse lach. Bij deze uitbarsting van Dewi had ik nog meer empathy met Bung Karno. Wat moet hij zich na 1965 verschrikkelijk alleen gevoeld hebben. Brandde twee kaarsen in de Madeleine. Fotograaf Theo van Houts keerde naar Haarlem terug met de woorden: ‘Ik heb veel van je geleerd.’ ‘C'est (l'homosexualité) chez nous une pratique plus ancienne, plus naturelle que l'amour entre les deux sexes. Néamoins, cette longue tradition fut interrompue par les critiques des missionnaires américains, qui sont venus s'installer chez nous au dix-neuvième sciècle (...).’ - Mishima (Figaro Litéraire) Vrijwel onmiddellijk nadat ik deze Japanse schrijver ontdekte, had ik hem in ieder geval deze zomer in Tokio moeten gaan bezoeken. Stom. Dewi vond diens harakiri grotesk. Ze zei: ‘I ask myself, shall I write about Bapaks sexual life? If I do, people will critisize me, since no one ever wrote concerning a head-of-state about that. If I do not, they will say, she only wrote about bla-bla-bla.’ Ik moet Confessions of a mask van Mishima lezen. Schopenhauer schreef al: ‘That mankind is growing out of religion as out of its childhood clothes.’ Was het maar zo. Schopenhauer: ‘Belief is like love: it cannot be compelled: and as any attempt to compel love produces hate, so it is with the attempt to compel belief, which produces real unbelief.’ Helaas wordt belief ingepompt in de minds van kinderen wanneer ze alles nog voor zoete koek aannemen en er meestal de rest van hun leven mee zitten opgescheept. Werkte met Dewi vanaf 14:00 uur aan het manuscript van het boek. Het werk liep lekker. Ik vertelde haar dat Theo van Houts er niets van wist dat zij met Bernhard had gejaagd. Ze keek eerst verlegen, maar herstelde zich en zei: ‘The fact, that you doubted yourself whether you had told him of my going | |
[pagina 155]
| |
hunting with Bernhard convinces me, that you must have told other people.’ Dat was waar. She smelled right. We werden ook herhaaldelijk onderbroken. Een madame De Rothschildt belde om haar voor 15 december voor een diner uit te nodigen. Dan opeens opmerkingen als: ‘You do not want Ferenczy, because you cannot handle him.’ Of: ‘Hartini says, that sex meant everything to Bapak. That is not true. Sex meant nothing to him.’ Of: ‘Mr. Utrecht is air to me. I only use him to get certain information.’ Om 18:00 uur vertrok ik. Ik miste mijn piano, zeker na die constante spanningen met Dewi. En ik miste lieve Peter. Ik dacht steeds aan hem. Masturbatie in de sauna aan de Rue Poncelet. Schopenhauer: ‘The actual life of a thought lasts only until it reaches the point of speech (...). As soon as our thinking has found words, it ceases to be sincere or at bottom serious. When our thinking begins to exist for others, it ceases to live in us (...).’ Ik weet helemaal niet of dit waar is. | |
8 december 1970Parijs met een zonnetje, zonder jas, heel plezierig. Alleen jammer van de verpestende benzinestanken. Luisterde de hele ochtend naar de tapes met Dewi. Generaal Sabur, de voormalige aid-de-camps van Bung Karno en commandant van het Tjakrabirawa regiment, de presidentiële garde, heeft Ibu Dewi geschreven en om financiële hulp gevraagd. Na het zogenaamde verhoor door Suharto's folteraars zijn zijn benen verlamd en hulpeloos. Verschrikkelijk. Trouwens de oorlogsmisdaden van die andere tak van de cia in Cambodja en Vietnam zijn ook niet uit de lucht, zoals het geval van de beruchte luitenant William Calley die een Vietnamees dorp met man en muis uitroeide. Het zijn allemaal varianten op een thema dat in Washington wordt voorgekookt. Walter Lippmann vraagt voor de duizendste maal, nu aan Richard Nixon, om het Amerikaanse volk uit te leggen dat Amerika in Vietnam niet verslagen kan worden en ook niet bezig is het loodje te leggen tegen de Vietcong. Ga er maar eens aanzitten. Het Panorama-artikel over Dewi loopt als een lier. Ik noem het: ‘Papa est fini?’Ga naar voetnoot181 Schopenhauer vindt dat de meeste mensen schrijven zoals ze een spelletje domino over zich heen laten gaan. ‘He who writes | |
[pagina 156]
| |
carelessly makes first and foremost the confession that he himself does not place any great value on his thoughts.’ Is dit zo? Vandaag had de cruciale ontmoeting plaats tussen Dewi, Peter Janson-Smith uit Londen, Aize de Visser van Bosch en Keuning in Baarn en ikzelf. Wat een zakelijke ontmoeting had zullen zijn werd een slagveld van slimmigheden en onderhandse manoeuvres die me deden walgen. De afspraak was, ook met Aize, die tenslotte Peter Janson-Smith erbij had gehaald, dat de royalty's fiftyfifty zouden worden toegewezen. De afspraak was dat Peter Janson-Smith, Aize en mij in Hôtel de France et Choiseul zou ontmoeten en dat we dan met zijn drieën naar Dewi's appartement zouden gaan. Terwijl we op hem wachtten belde iemand namens Peter op dat aangezien zijn toestel was verlaat, hij regelrecht naar Dewi's flat zou gaan. Aize en ik sprongen in een taxi, en Peter was de hemel mag weten hoe lang al met Dewi in conclaaf. Ik was er zeker van dat de combine voor een tête-à-tête tussen Dewi en Peter telefonisch door haar was afgesproken. We hadden Peter daarom ook eerst alleen willen spreken om hem te waarschuwen dat Dewi nog aarzelde met hem in zee te gaan. Toen Aize en ik door Mrs. Azuma werden binnengelaten wilde Dewi de deuren van de zitkamer zelfs sluiten en ons in de gang laten wachten en eerst alleen met onze zogenaamde partner verder spreken. Ik ging gewoon naar binnen, gevolgd door Aize en zei: ‘Spreken jullie maar verder.’ Het laatste nieuws was nu dat Dewi haar boek in het Japans wilde schrijven en het in het Engels laten vertalen. Dit betekende dus duidelijk dat ze mij verder niet nodig had en feitelijk uitschakelde. Peter koos haar zijde. Ik herinnerde Peter er aan dat ik een behoorlijk contract van hem wenste op redelijke percentages gebaseerd, zoals ik hem had geschreven. Hij loog daarop dat hij mijn brief nooit had gekregen. Na enig kabaal mijnerzijds (van pure verontwaardiging over de gang van zaken) bladerde hij in zijn paperassen en zei dat hij mijn brief in ieder geval niet bij zich had. Al pratende wijzigde Dewi heel langzaam haar strategie en ze was dan wel bereid het boek met mij te schrijven maar ze was het niet eens met een fiftyfifty deal. Ik vroeg Aize me te ondersteunen en kreeg onmiddellijk zijn hulp. Hij was natuurlijk de enige behoorlijke onderhandelaar die van uitgeverszijde aanwezig was. Hij zei dat sommige ghostwriters zelfs zestig procent van de royalty's kregen toegewezen. Dewi verklaarde dat indien vijftig procent van de royalty's dienden toegekend te worden voor de informatie die werd gegeven (door haar) dan betekende dit vijfentwintig procent voor haar en vijfentwintig pro- | |
[pagina 157]
| |
cent voor mij. In werkelijkheid zei ze vijfenzeventig procent voor haar en vijfentwintig procent voor mij. Ik doorzag dit absoluut niet en zei heet van de naald: ‘Om u allemaal te tonen wat mijn bedoelingen wat betreft dit boek zijn en waaraan ik meewerk ter herinnering aan mijn vriend Sukarno, ga ik akkoord met twintig procent van de royalty's.’ Applaus van alle zijden. Wat ik wilde zeggen, maar waarschijnlijk is het boter aan de galg gesmeerd: na al jullie smerig gedoe en goedkoop gemarchandeer, smijt ik nog eens vijf procent in jullie gezichten, want ik was dus gezakt van vijftig naar twintig. Later zei Aize: ‘Willem, het was fantastisch wat je daar deed.’ Hij was waarschijnlijk de enige die de portee had begrepen. De rest van de avond kon ik uit de hand van Peter Janson-Smith eten, maar voor mij stond vast dat ik deze man absoluut nooit meer zou vertrouwen. Feitelijk minachtte ik hem na wat ik vanmiddag had ondervonden. Ik vroeg hem twee aparte contracten op te stellen: één voor Dewi en één voor mij. Als concessie aan mij wilde hij dan twintig procent gross berekenen, wat voor mij iets voordeliger zou zijn. Ik onderstreepte dat er zonder mij helemaal geen boek zou komen, zodat het vrij bespottelijk was wat er was gebeurd. Peter: ‘True but don't remind her of that too much.’ We dineerden erg gezellig in een klein restaurantje in Saint Germain met een gitarist wiens fluitje duidelijk door zijn broek was te zien. Peter Janson-Smith vertelde een verhaal over een ervaring in Barcelona, dat klonk of hij het ergens had gelezen. Aize zei later tegen mij dat we Janson Smith te gemakkelijk hadden vertrouwd. Hij wilde morgen vertrekken maar ik haalde hem over te blijven vanwege de finale bespreking met Dewi, Peter en hem. ‘Je kunt ook geen kwartet maken zonder bijvoorbeeld een altviool of een cello,’ zei ik tegen Aize. Hij blijft dus. Toen ik later alleen door de Tuilerieën naar het hotel terugwandelde keek ik naar boven naar de sterren en dacht over mijn vader na en over Dewi en Sukarno. Ik had broer Theo die avond in Zwitserland gebeld. Hij had gezegd: ‘Too bad that the old man is no longer around to read it.’ | |
[pagina 158]
| |
geven. Het werkte vertederend. Ik liet dus een franc in zijn pet vallen, een gebaar dat me een vernederend gevoel gaf. | |
14:40 uurEen verschrikkelijke ontmoeting bij Dewi, die me herinnerde aan sommige scènes deze zomer met Peter op Amerbos. Maar de brieven over de overeenkomst met Janson-Smith zijn getekend. Aize de Visser zei dat hij verdrietig was over alles wat er was gebeurd. Anders ik wel. Ik zei in mezelf: ‘Thank you Bapak: I will do my best, with love.’ Bij de deur zei Dewi: ‘If you get in the mean time an automobile accident, what should be done with your share of the income, since it might go on for ten years.’ ‘The income is for Peter.’ ‘For Apollo, you mean?’ ‘Yes.’ Maar wie weet was ze weer eens mijn oprechtheid aan het testen. ‘And, you know what should happen to my money when I die, it will go to her (Karina).’ Dewi vroeg me aanwezig te willen zijn tijdens een interview met een verslaggever van de Daily Telegraph, dat duurde van 15:00 tot 18:30 uur. Later zei ze dat ze Peter Janson-Smith als een ‘shrewd’ zakenman had herkend, door de uitdrukking van zijn mond, ‘and you wanted to think he was alright, because Aize de Visser said so.’ Wat waar was. Ik ging op Aize af, blindelings, maar Aize wist zelf blijkbaar niet wat voor vlees hij in de kuip had. Dewi voelde eveneens dat Aize (ze zei voor tweehonderd procent) okay was. | |
Théatre des Champs Elysées.Ik had muziekvitaminen nodig na al deze shit. Voor vijfendertig franc kocht ik een totaal onacceptabele stoel, zonder enige beenruimte, gedrukt tegen een balustrade om een concert van het Orchestre de Paris onder leiding van Herbert von Karajan bij te wonen met Mstislav Rostropovitch in de cellopartij van Richard Strausz Don Quichotte. Fransen organiseren atoomproeven in de Pacific, maar acceptabele stoelen in een Parijse concertzaal, ho maar. Dewi vond achteraf dat Peter Janson-Smith geen tien procent maar vijf of drie procent had moeten krijgen. ‘Emotional people always lose,’ zei Dewi. ‘Like my fifty reduced to twenty percent,’ antwoordde ik. Zij lachte. Er ging een kort golfje van twijfel over Peter door mijn hoofd, want hij had gezegd te zullen schrijven en er kwam absoluut | |
[pagina 159]
| |
niets. Ik zie Salvador Dali dichtbij in een box zitten met een afschuwelijke showgirl en een stok met een bombastische gouden knop. Het publiek vind ik uitgesproken bourgeois. Von Karajan komt binnen (helaas met een commandeurskruis in zijn knoopsgat). Een man hoest afschuwelijk. Von Karajan draait zich om, kijkt de zaal in en schudt zijn hoofd. Naast me op een klapstoeltje haalt een juffrouw haar eerste bonbon uit haar tasje en ritselt vrolijk met het papiertje. Adembenemende muziek. Von Karajan is buitengewoon intens en emotioneel perfect in harmonie met de muziek. Denk dat Rostropovich in zijn gezicht de trekken van zijn moeder heeft. | |
23:10 uurMoet toch iets zeggen over een afschuwelijke lunch met Aize en Peter Janson-Smith. Gisteravond had ik hem gevraagd als kosten met name hotelkamer en ontbijt in het contract op te nemen. Hij stelde voor: ‘Don't bother about breakfast, let just say hotel bill, that seems reasonable enough.’ Vandaag, kennelijk nadat Dewi er niet mee akkoord was gegaan, ontkende hij gemakshalve mij gisterenavond die toezegging te hebben gedaan.Ga naar voetnoot182 Dit maakte me razend. Ik zei zelfs helemaal niet meer geïnteresseerd te zijn om een boek met Dewi te schrijven. ‘You are playing your games again like yesterday’ schreeuwde ik naar Janson-Smith. Maar Dewi speelde dus eigenlijk de smerige spelletjes mee. Tenslotte heb ik haar in het boekproject geduwd. En nu werd er op een schandalige manier touwgetrokken - met uitzondering van Aize - dat anderen er het meeste aan zouden verdienen. (Hoewel, Aize zei het gesprek van Van Meekren met Albert Speer fantastisch te hebben gevonden: waar zijn basic standards gebleven?) Ik voelde me ontzettend eenzaam in dit gezelschap. Ik had al vrijwillig mijn percentage tot twintig procent verlaagd en nu werd er op mijn onkosten gemeenschappelijk beknibbeld. Dewi herinnerde eraan: ‘If we make a million dollars you still will make 200.000 dollar.’ Het duizelde me. Janson-Smith had zijn eigen briefpapier vergeten dus hij gebruikte dat van een Franse collega, D. Clairouin.Ga naar voetnoot183 Er werd ten huize van Dewi nog flink in de uiteindelijke tekst ten voordele van haar geschrapt en tenslotte was er de priceless signature van lieve Dewi zelf. Tegen mij zei ze: ‘Can we make an agreement | |
[pagina 160]
| |
between the two of us separately, that you will never write about me without getting permission on paper by lawyers?’ Ik vond het te belachelijk voor woorden en veranderde van onderwerp. Schreef mejuffrouw Büringh Boekhoudt dat zij waarschijnlijk gelijk had gehad met haar waarschuwing niet met Dewi een contract aan te gaan. Maar ik zit nu in het schuitje en tenslotte is het Bung Karno, die recht heeft op zoveel terechtzettingen versus de leugens die opzettelijk over hem werden verteld om hem verdacht te maken en zijn reputatie af te breken. Maar dan zei Dewi ook weer: ‘I intended to call you last night, because it pained me having insulted you and having said that I didn't trust you in front of the others.’ | |
11 december 1970ParijsWat zelden gebeurt: ik sliep tot 11:00 uur. Ik zag een enveloppe onder de deur en dacht: hoera, Peter heeft geschreven. Maar de brief was van de lieve Casper Bake. Hij wilde de achttiende naar Amerbos komen, wanneer hij in de stad was voor een concert van de Beach Boys. Heerlijk eigenlijk om in Parijs terrasjes af te lopen. ‘We ought to talk less, and draw more (...) communicate everything we have to say in sketches.’ - Goethe Werkte twee uur met Dewi. Het is een hel om over wijzigingen op één bladzijde met haar te discussiëren. We deden een uur over pagina 11. Ik belde Dewi later dat ik van plan was om morgen terug naar Amsterdam te gaan. Mijn zenuwen waren op. Ze vertelde dat de studio die ze voor me had willen bespreken al weg was, maar ze wist nu een hotel in St. Germain voor drieëntwintig franc per nacht. Ook dat nog. Ik blijf kost wat kost in mijn eigen hotel: Hôtel De France et Choiseul. Las van de weeromstuit in Goethe's Italienische Reise. Maar ik kan me moeilijk concentreren. Tenslotte is er ook het probleem met mijn Peter. Dewi moest naar een gala voor een opening van een nieuwe Alain Delon-film. Ik ging in de Madeleine naar Bach's L'Oratorio de Noël. Wat is dat toch een prachtige kerk. Luisterend naar de muziek betrapte ik mezelf erop in een soort gebed te zijn verzonken over de vraag of er dan helemaal nooit iemand in deze wijde wereld eens totaal aan mij toegewijd zou kunnen zijn? Ik bedoel niet de toewijding van Ralph Nijendorff, hoe lief ik hem ook vind en hoe dierbaar hij me is. Hoewel, Peter zal ongeveer voor mij voelen zoals ik me tegenover Ralph opstel. Ik zat helemaal achterin, ook omdat ik wist | |
[pagina 161]
| |
niet in staat te zijn lang te blijven in mijn gepreoccupeerdheid met de verschillende hartsproblemen. Ook al zou je willen luisteren naar de woorden, ze zijn niet te verstaan. Verliet spoedig het concert in een stemming van verlatenheid, depressie en een tekortgedaan voelen. | |
TEE naar Amsterdam‘Voor de vorming van zijn eigenwaarde heeft ieder mens een ander mens of andere mensen nodig,’ aldus dr. Anna Terruwe in Het Parool. Ik vraag me af of dit waar is. Ik geloof niet dat ik mijn gevoel van eigenwaarde dank aan mijn ouders, misschien een beetje aan mejuffrouw Büringh Boekhoudt (voornamelijk heel vroeger) of aan iemand anders, inbegrepen een van mijn dierbare vrienden. Ben eerder altijd bezig aan de hand van mijn gevoel van eigenwaarde anderen te stimuleren op eigen kracht een soortgelijk gevoel zich eigen te maken. Dewi gaat dit weekeinde weer jagen, ditmaal met Edmondo de Rothschildt. Prins Bernhard zal er ook weer zijn. Ze heeft me nog steeds niet het grote geheim waar ze laatst over schreef betreffende pb, verteld.Ga naar voetnoot184 Ik vraag er dus ook niet om. Tijdens de lunch zei ze bijvoorbeeld: ‘I had no influence on Sukarno. If he had listened to me he would not have been where he ended.’ Maar tegen George Evans van de Daily Telegraph zei ze dat ze juist wel invloed had, door bijvoorbeeld in Tokio een ontbijt te organiseren tussen Bung Karno, Robert Kennedy en de Amerikaanse ambassadeur in Japan, Edwin Reischauer: ‘And, of course, nobody knew (...).’ Dewi: ‘All true friendship is impossible as long as people need each other for one reason or another.’ Vreemd dat zij dit zo uitstekend begreep. Wat zou mevrouw Terruwe hierop zeggen? Toen ik tegen Dewi zei dat het niet elegant was, wanneer ze het woord damn zo dikwijls gebruikte, weidde zij er lang over uit dat ze niet damn maar dumn had gebezigd. Ik sta van zulke tournures altijd weer versteld. | |
[pagina 162]
| |
13 december 1970Mijn oude vriend (Indische jongen) Roel Bijkerk, nu professor in de psychologie in Michigan, was gisteravond hier. We spraken tot in de vroege ochtenduren.Ga naar voetnoot185 Hij zei dat ik mezelf eens grondig moest afvragen hoe ik de afgelopen twaalf jaren had geboerd met persoonlijke relaties. Hij bedoelde dat ik eigenlijk altijd onbewust had vermeden dat wie het ook was helemaal op mij zou steunen. En al was dit zo, wat doe je eraan? Roel vroeg zich ook af of hij naar Nederland (met vrouw en gezin) moest terugkomen. Hij wilde niet dat zijn kinderen typische Yankee-teenagers zouden worden. Hij was eveneens zeer sceptisch over de ontwikkelingen in de vs. Ik vroeg hem waarom er op het vermoorden van een student op Kent University vrijwel totale stilte was gevolgd onder de jeugd van Amerika. Hij dacht dat ze misschien op a leader hadden gewacht. Wel nee, er zit geen pep in de Amerikaanse jeugd, of je vervalt in extremisten als Eldridge Cleaver, die in alle toonaarden naar de andere kant doorslaan en hun heil bij communisten en Marx zoeken. Roel specialiseerde zich in dromen en hypnose. Hij wilde vooral onderzoek doen. Ben niet beschikbaar. Ik schrijf mijn dagboek voor wetenschappelijk onderzoek, als ze van mijzelf maar af blijven. Ik dacht aan Dewi. Ze had me nu ook al toegeworpen dat ze me helemaal niet had meegevraagd naar Jakarta om naar de zieke Sukarno te reizen. Ze zei niet dat ik mezelf had opgedrongen, maar het zat er enigszins tegenaan, terwijl zij mij in werkelijkheid koortsachtig had proberen op te sporen in Amsterdam en me min of meer had gesmeekt mee te gaan om haar als journalist tevens te dekken voor haar veiligheid. Ze vond het absoluut geen verdienste dat ik mijn royalty's met een extra vijfendertig procent had verlaagd want: ‘I lost respect for you, because you should have first thought of the 2.000 dollars I paid for your airline ticket to Jakarta and return that money to me.’ | |
Air France flight 319Ging linea recta naar Dewi's appartment. Toen zij thuiskwam zei ze als een donderslag bij heldere hemel: ‘I don't like your eyes and your face, disgusting.’ | |
[pagina 163]
| |
‘What? Is my hair too long?’ riep ik uit.Ga naar voetnoot186 ‘No, everything’ en ze ging naar haar slaapvertrek. Ik was dumbfolded en dacht wat nu? Vrijwel een minuut later kwam ze terug en zei: ‘You want to see nice photographs?’ Eentje, waar ze achter een typemachine aan haar boek werkte, wilde ze naar W. Colston Leigh in New York zenden. Prompt liet ze erop volgen geen vertrouwen in zichzelf te hebben en niet in staat te zijn lezingen te geven. De Indonesische uitgever Masagung belde uit Kopenhagen en vertelde haar dat Sukarno's oude vriend en zakenman Oom Dasaad was overleden.Ga naar voetnoot187 | |
15 december 1970ParijsTerwijl ik om 02:30 uur in bed lag en Dewi nog eens om 03:15 uur had opgebeld om toch vooral vandaag een flinke grote kerstboom voor haar mee te brengen, wekte barones Jacqueline de Gunzburg me om 09:00 uur voor een kletspraatje. Bij de Madeleine kocht ik een metershoge kerstboom maar geen enkele taxichauffeur wilde het ding vervoeren, dus ik sleepte de boom te voet van de Madeleine naar Dewi's appartement tegenover het Athenée Palace Hotel. Zou een plaatje voor Frank de Jong en de Telegraaf zijn geweest. Lief briefje van Ralph. Hij ontmoette Christian Casals, een student (beeldhouwer) op de Rietveld Academie. Er is een romance in the air. ‘Hij heeft amandelgroene ogen,’ schrijft Ralphie. ‘Ik mis je ontzettend, ook je beledigende opmerkingen, je grappigheid, je laarzen, je zelfingenomenheid, terecht, want je bent ontzettend zalig.’ Hij vraagt vooral veel geduld met Dewi te hebben, ‘want ze lijkt een heel intelligente en aantrekkelijk vrouw, die je geduld wel waard is. You know I will always be there when you need me, Ralph.’ We zouden om 17:00 uur doorgaan met het manuscript, maar het werd 21:00 uur. Er waren weer de gebruikelijke wrijvingen en enkele frontale botsingen. Ik had bijvoorbeeld gezegd: ‘Okay I won't be nasty to Adam Malik anymore, because he is your friend,’ waarop ze meteen uitviel: ‘Damn you, you cannot spoil my friendship with him, I do not want you to say that.’ Malik had tegen haar gelogen dat ik me gelukkig kon prijzen dat hij zijn rechtszaak tegen De Spiegel en mij had laten varen. En dan te bedenken | |
[pagina 164]
| |
dat ik via Lad Johnson, secretaris van de Indonesische Kamer van Koophandel in Wall Street, letterlijk alle bewijzen had om waar te kunnen maken wat ik had geschreven. Maar Malik kon Dewi natuurlijk gemakkelijk iets dergelijks voorliegen. Maar wat dan weer erg aardig van haar was dat ik gerust Peter in Maastricht mocht bellen. ‘I'll give you five minutes.’ Het werden er tien. Omdat de kerstboom dertig franc had gekost heb ik haar met dat bedrag betaald. Maar ze zei meteen heel spontaan dat ik Peter moest uitnodigen voor haar kerstparty. Ik ging naar het postkantoor en zond hem er een telegram over. Op een ander moment liet Dewi zich ontvallen: ‘Prins Bernhard considers you also a trouble-maker. He said that journalists often spoil secret negotiations, or do you think Bernhard is also not well informed?’ Ik moest lachen en dacht: ‘Lieve Dewi, don't kid me, about secret negotiations, concerning New-Guinea and Indonesia, I know all about it.’ | |
16 december 1970Dewi en ik boekten gisteren vooruitgang met het eerste gedeelte van haar boek, maar toch vorderen we te langzaam. En er was natuurlijk weer een incident, helaas. Het ging over haar geruïneerde mascara aan de baar van Bung Karno en dat ze zich had teruggetrokken om de schade te herstellen, want ze wilde er uitzien zoals men verwachtte dat zij eruit zou zien. Daarop vroeg ze in volle ernst: ‘Did people in Holland ask you whether I was as beautiful as on pictures?’ ‘No-one asked me that because all of Holland knows in reality how beautiful you are,’ antwoordde ik. Ze werd prompt woedend. Ik had niet het recht de draak ermee te steken wanneer ze een ernstige vraag stelde en wanneer het boek eenmaal af was, betekende dat tevens het einde van onze relatie. ‘You have not improved since you were twenty, not since you were ten and at least I have learned to control my temper,’ et cetera. Daarop schoot ik dus uit mijn slof en zei dat ze een volkomen waardeloos leven leidde (gisteravond nog een Rothschildt-gala ten behoeve van Israël) en ‘that what she considered beautiful people were in fact the silliest creatures in the world.’ Toch boekten we weer vooruitgang. Maar dan opeens merkte ze tussendoor op dat ze dermate veel en dikwijls met Bung Karno van mening had verschild: ‘That if I had not been his wife, I would have been his biggest enemy.’ Ze zei ook dat er al mensen naar haar toe waren gekomen, die hadden gezegd: ‘Please put my name in your book.’ Joseph von Ferenczy telefoneerde. Hij wilde een artikel van | |
[pagina 165]
| |
haar hebben. Dewi: ‘Will you write it with me, I give you fiftyfifty.’ ‘That is not necessary, 50-35 is sufficient,’ antwoordde ik. Ze vond Theo van Houts (van Panorama) een hopeloze fotograaf: ‘because he sent the pictures and he photographed me like a fashion model.’ Dat was wel een beetje waar. Ik vond de meeste opnamen ook afschuwelijk. Ze vroeg me een brief op te stellen voor een Hongkongse filmkoning dat ze verhinderd was om in februari te filmen - en dat terwijl ze een contract had getekend. Mij vertrouwde ze toe uit London een beter aanbod te hebben gekregen voor een film met Steve McQueen. Zij had dit nieuwe script al gelezen. It crossed my mind dat ze hetzelfde op een dag met ons contract zou doen. Kan maar heel opppervlakkig beschrijven wat er deze dagen allemaal passeerde. Er gebeurde veel en veel meer.Ga naar voetnoot188 Ze dicteerde ook zinnen die werkelijk niet kunnen, soms ten aanzien van mevrouw Hartini of over mevrouw Fathmawati Sukarno of wanneer ze uitlatingen van de Sukarno-kinderen citeerde. | |
17 december 1970Raymond K. Price is nu benoemd tot de voornaamste speechwriter van Richard Nixon. Zond hem een felicitatiebriefje. Rustig geslapen. Van Peter gedroomd. ‘Man is born only with the capacity to learn to hope (...).’ - Erik Erickson Ik zond een telegram aan Peter Janson-Smith: ‘Obliged to stop all work if proper contract and 500 cash are not received by December 23rd plus guarantee 500 bank. Regards Oltmans.’ Ik vertelde Dewi dat wanneer de zaken niet behoorlijk werden geregeld ik op 23 december zou vertrekken. Ze wilde dat we tot 12 januari zouden doorwerken. Dewi vroeg trouwens of ze haar auto niet zolang op mijn naam kon laten registreren. We zullen zien. Zij heeft ook nog steeds problemen met baron Jansen in Brussel over de flat. Ik stelde voor dat ik haar bij mijn oude vriend notaris Gilles Durant des Aulnois zou brengen. Zij wilde echter eerst advies aan Edmondo de Rothschildt vragen, die ze meteen opbelde. Hij antwoordde dat Gilles ook zijn notaris was, dus dat ze in prima handen zou zijn. Ik belde Gilles en ga morgen met hem dineren. De dag en het werk verliepen plezierig. Ze merkte op: ‘If you had not known Sukarno before, you would have liked Suhar- | |
[pagina 166]
| |
to, as Frank de Jong of De Telegraaf does.’ Misschien. Maar ik wist teveel van Suharto's smerige streken en de meer dan schandalige behandeling van Bung Karno af, om die meneer nog te kunnen pruimen en dat had met geïnformeerdheid te maken, waarin bovendien mijn informatie enigszins verschilde van De Telegraaf, to put it mildly. Afgezien van het feit dat De Telegraaf zich niet kan permitteren een standpunt in te nemen dat tegen Luns, de bvd of de cia in zou gaan. De Jong is een gebonden journalist; ik ben een ongebonden journalist. We zijn dus niet met elkaar te vergelijken, wat ik Dewi probeerde uit te leggen. | |
19 december 1970Kwam gisteravond om 02:00 uur thuis en was dus zeventien uur voor Dewi beschikbaar geweest, non-stop. De botsingen en problemen met Dewi zijn nauwelijks te beschrijven. Doe het dan ook maar niet. Mejuffrouw Büringh Boekhoudt reageerde op mijn briefje uit Parijs. Zij schreef: ‘Daar gebeurde nu juist waar ik bang voor was. Voor onderhandelingen met dit soort mensen ben jij te fatsoenlijk. Je laat je misleiden door vriendelijke gebaren en dan word je door deze typen gebruikt, om niet te zeggen misbruikt. Als je dan gedaan hebt wat ze willen, laten ze je vallen. Ik vrees dat je dergelijke teleurstellingen al vaak hebt gehad en die wilde ik je besparen door je te waarschuwen voor figuren als deze mevrouw Sukarno. Zij zocht de publiciteit en het geld en daar kun jij nooit tegen op. Voor mij is dat juist jouw sympathieke kant en door deze eigenschap heb je het natuurlijk erg moeilijk in het leven dat je gekozen hebt. Als je rustig als ambtenaar op een universiteitsbibliotheek of iets dergelijks zat, zou je daar geen last van hebben. Dan zat je tussen mensen met dezelfde fatsoensnormen.’Ga naar voetnoot189 Ik vind de brief van mejuffrouw Boekhoudt twintig jaar later, op 10 november 1990 in Johannesburg terug. Ze had in alle opzichten gelijk. De Zuid-Afrikaanse filmer Jans Rautenbach berichtte me in 1987 dat hij fondsen had gevonden om met mij een film te maken over het effect van sancties tegen Zuid-Afrika. Hij tekende zijn brieven met ‘jouw vriend’. Ik vertrouwde hem volkomen, maakte de film, die vervolgens van de aardbodem verdween. Alle navragen bij ‘vriend’ Rautenbach bleven zelfs onbeantwoord, zodat ik gedwongen werd de zaak bij het Supreme Court in Pretoria aanhangig te maken. Mijn claim bedroeg 112.500 gulden. De zaak | |
[pagina 167]
| |
zou op 22 november 1990 voorkomen. Juist op dit moment werd ik gebeld dat de advocaat van Rautenbach ‘een regeling’ zou willen treffen. Tot mijn onuitsprekelijke verbazing zette mijn eigen advocaat van het prominente kantoor Rooth & Wessels me op een onoorbare wijze onder druk alsof hij de tegenpartij in de kaart wilde spelen. Op de dag dat ik bovenstaande brief van de in 1982 overleden mejuffrouw G. Büringh Boekhoudt vond, stemde ik toe met betaling van minder dan de helft van het geëiste bedrag: a) om de eer aan mezelf te houden en b) om er vanaf te zijn. In dit opzicht had ik ook de afgelopen twintig jaar niets geleerd. Maar moest ik dan willen leren een oplichter als Jans Rautenbach te worden en onder brieven ‘jouw vriend’ te zetten, terwijl je erop uit bent de fondsen voor een film in eigen zak te steken en helemaal geen film te vervaardigen en me schandelijk te gedragen tegenover de journalist uit Nederland, die ik onder valse voorwendselen heb laten overkomen? Dan antwoord ik liever: laat mij maar - om met Henk Hofland te spreken - de recidivist zijn, die op onverbeterlijke wijze weigert lering te trekken uit ervaringen van hetzelfde kaliber. Ik heb Rautenbach geloofd en vertrouwd. Ik ging met hem in zee - voor de zoveelste maal in mijn leven zonder een wettig en bindend contract - en ik liep voor de zoveelste maal met mijn kop tegen de muur. Maar liever dat dan een even grote schoft te worden als die waarin Rautenbach zich zou ontpoppen en dan verder als crook door het leven te moeten gaan en mijn relaties tot anderen naar een permanent niveau van oplichterij te verlagen. Precies als met het contract voor Dewi's boek in Parijs twintig jaar geleden, waarbij ik mijn percentage verlaagde van 50 tot 20 procent, heb ik mijn claim op Rautenbach meer dan gehalveerd. Noblesse oblige. In dat opzicht ben ik graag een recidivist want once in a blue moon loop je tegen iemand aan die wel van het juiste kaliber is, en wel oprechte en zelfs zuivere bedoelingen heeft, en die zou je dan hebben ‘gemist’, omdat je inmiddels op de maffiatoer bent, net als de rest van de kudde. Er werd vanmorgen een brief in het hotel afgegeven van Peter Janson-Smith. Het komt er op neer dat ik nu al het werk aan het boek van Dewi zelf zal moeten doen, inbegrepen het uitschrijven van de op de band opgenomen gesprekken.Ga naar voetnoot190 Intussen typte ik Dewi's artikel voor de heer von Ferenczy uit. We besteedden eigenlijk gisteren de hele dag aan haar eigen artikel en kwamen aan het boek helemaal niet meer toe. Volko- | |
[pagina 168]
| |
men onacceptabel. Daarvoor ben ik niet hier. Bovendien dwong ze me het Panorama-artikel ook nog eens in het Engels te vertalen opdat ze alles eerst kon controleren. Er was natuurlijk helemaal niets goed aan. Ik zou in de verste verte niet hebben weergegeven wat ze had gezegd. Ik werd dermate boos dat ik mijn leren jack al aan had, klaar om te vertrekken, maar ik aarzelde. Dewi: ‘You know, as well as I do, that we will never leave each other. We will be doing the work together. I am thinking in terms of doing all my life the work with you.’ Ik gaf haar een zoen, meende het nog altijd, maar vertrok. Ontmoette Gilles Durant des AulnoisGa naar voetnoot191 in zijn kantoor van drie verdiepingen met 58 man personeel aan de Rue du Cirque 8. Het is een echt notariskantoor. Zijn vader was al notaris en een voorvader was notaris van de koning van Frankrijk. Hij trad als advocaat op voor Standard Oil, General Motors, Caterpillar en andere multinationals. Hij was het er mee eens dat hij wat kennis betrof niets aan Yale had gehad. Het enige nut dat je er soms van hebt is te kunnen zeggen: ‘I was a member of the Yale Class of 1951.’ Onze gemeenschappelijke vriend, de hertog Jean de Béarn, bewoonde een buitengoed op 120 kilometer buiten Parijs en scheen wilde beren te ‘kweken’ voor de jacht. Pat Chauvel huwde een journalist. Hij zei zelf slechts op vogels te schieten: ‘Maar over tien jaar zal er niets meer aan zijn, want dan zullen alle fazanten eveneens uitgebroed zijn voor de jacht.’ Om in stijl te blijven dineerden we in een restaurant dat de naam Maison de la Chasse droeg. Waar komt die afwijking toch vandaan om als hobby op dieren te schieten? Er loopt toch ook niemand meer rond op de Champs Elysées in een metalen harnas van ridders uit de middeleeuwen compleet met zwaard? De breinen van jagers zijn stil blijven staan als een oude wandklok waarvan het gewicht al heel lang niet meer werd opgetrokken. Deze dag met Dewi was als een verschrikkelijke nachtmerrie. Ik wil er niets meer over zeggen. Wandelde vol intens verdriet naar mijn werk op de Avenue Montaigne. Daarbij kwam mijn melancholieke stemming vanwege Peter, die nog steeds niet had geschreven. Wanneer je maar vaak genoeg gemold wordt eindig je nog eens in een bag of tears. De dag van gisteren is me beslist niet in de koude kleren gaan zitten. Dewi talked in circles, sprak onwaarheid en viel me af in telefoongesprekken met Janson-Smith en Cor Meijer van Bosch & Keuning. Wat voor een vrouw had Bung Karno eigenlijk in huis gehaald? Soms vraag ik me af wat zij in Jakarta alle- | |
[pagina 169]
| |
maal achter zijn rug had uitgevreten. Zij had Cindy Adams in New York gebeld om te vragen hoe hoog haar percentage voor het boek met Sukarno was geweest: dit bleek eveneens twintig procent. In plaats van aan het manuscript te werken werd de hele dag besteed aan praten over het geld betreffende het boek dat nog moest worden geschreven. Cor vertelde haar dat Aize me een voorschot van 2.500 gulden wilde geven om mijn kosten te dekken. Dewi tegen haar: ‘I do not understand why your boss is so generous towards Wim.’ En daar zat ik dan bij. Toen ik later zei dat ik er van overtuigd was dat Cor Meijer haar lichtelijk als getikt zijnde zou verklaren, aangezien het normaal was dat ik mijn kosten vergoed kreeg, verzon ze steeds te hebben gedacht dat het niet om guldens maar om dollars zou zijn gegaan. Het gedraai en constant gevecht rond leugentjes maakte me misselijk. Ik heb veel over voor Bung Karno en wil bijdragen in het corrigeren van de geschiedenis, maar dit gaat me gewoon te ver. Dewi merkte mijn verandering van stemming en bood aan Janson-Smith te bellen en hem te vragen mij een vliegticket naar Amsterdam ter beschikking te stellen. Morgen is zij uitgenodigd voor een lunch met Ingrid Bergman op een kasteel in de buurt van Parijs. Ze vroeg of ik haar wilde begeleiden. Ik denk er niet over, zeker niet onder deze omstandigheden. Toen ik vanavond om 19:30 uur naar het appartement kwam om een aantal pagina's die ik had uitgewerkt door te nemen was zij met Karina naar het circus vertrokken. | |
20 december 1970Sliep erbarmelijk slecht en droomde door een kat te zijn gebeten, die bovendien mijn rabbit coat ruïneerde. Brandde twee kaarsen. Rustgevend. De Madeleine is een spirituele oase. Wandelde, in tranen vanwege Peter en met ellendige voorgevoelens ten opzichte van Dewi, naar Avenue Montaigne, wat niet hielp. Maar Bung Karno inspireerde me vol te houden. Zelfs Karina draaide zich gisteren om, toen ik lief wilde zijn. Het kind hoort natuurlijk wat er af en toe gebeurt. Karl Jaspers schreef een subliem boekje over Leonardo en Nietzsche.Ga naar voetnoot192 Ik lees er al enkele dagen in. ‘Volkomen verachtelijk zijn onbeschaafde mensen van slechte levenswandel,’ meende Leonardo da Vinci. ‘Ze verdienen een zo heerlijk instrument als het menselijk lichaam eigenlijk niet, maar alleen een zak, waarin het voedsel opgenomen wordt en waaruit het weer ver- | |
[pagina 170]
| |
dwijnt (...). Wanneer er iemand deugdzaam en goed bevonden wordt stoot hem dan niet van U, maar bejegen hem met eerbied opdat hij zich niet gedwongen ziet U te ontvluchten en zijn toevlucht te zoeken in woestijnen, grotten en andere eenzame plaatsen om Uw vijandelijkheden te ontgaan. Wanneer er zo iemand wordt gevonden, bewijst hem eer: want zulke mensen zijn voor ons als goden op aarde.’ Vandaag vorderden Dewi en ik vijf tot zes pagina's. We deden behoorlijk werk. Misschien voelde zij zich schuldig over gisteren. Ze liet zelfs de lunch met Ingrid Bergman schieten. Ik wilde om middernacht weggaan, maar ze vroeg nog een halve pagina verder te gaan. Ze zei zelfs Janson-Smith te willen bellen om mij vijfhonderd pond te sturen. | |
21 december 1970Een expresse van Peter arriveerde uit Maastricht, flodderig, onaandachtig en gewoon een zoethoudertje.Ga naar voetnoot193 Hij was bij het huwelijk van zijn vriendin Judith geweest. Peter: ‘Op school ga ik nu toch wel dingen leren, na heel veel chaos en verwarring. De docenten zelf weten nu ook beter waar ze aan toe zijn nu dit eerste moeilijke begin voorbij is. Ondanks dit vind ik dit hele bedrijf nog een grote keet. Het systeem is veel te strak voor een creatief bedrijf dat plooibaar en aanpasbaar moet zijn aan ieders eigen persoonlijke vorm. Heb een hoofdrol gekregen in een leuk stuk wat we gaan opvoeren. Het is me op het lijf geschreven.’ Er zijn nog steeds problemen met Philip Nasta gebaseerd op het verleden. ‘Soms voel ik me van alle kanten in een korset zitten dat mijn bewegingsvrijheid belemmert met geestelijk gehijg als logisch gevolg. Soms mis ik je bruine bollen, je pinda's bij de televisie en je getik op je schrijfmachine. Het meest nog je smoel, maar alsjeblieft vergeef me vanwege het feit dat onze paar dagen weer niet door konden gaan.’ Hij eindigt met de mededeling dat hij voor de kerst twee weken met Philip naar Florida zal gaan. Een nieuwe mokerslag op onze relatie. | |
Avenue MontaigneNa veel over en weer getelefoneer met Peter Janson-Smith en Cor Meijer werd besloten dat ik nu driehonderd pond zou ontvangen als voorlopig voorschot voor het werk en alle onkosten in Parijs. Het sloeg nergens op, maar what to do? We maakten vandaag enige voortgang, maar te langzaam. De helft van de tijd heb ik geen idee waar ze het over heeft en de | |
[pagina 171]
| |
hele onderneming is een maximumtest van hoeveel geduld ik in staat ben op te brengen. Snak naar mijn eigen huis en totale rust. Bertie Hilverdink was bereid Dewi's auto op zijn naam te zetten: ‘But I have to be protected in case she gets killed in it,’ zei hij. Laatste waar ik aangedacht zou hebben. Schreef mejuffrouw Boekhoudt een briefje om in mijn verbeelding even bij haar te zijn. Mam had ik gisteren al een trieste kerstkaart gezonden. Waarom altijd alles verbergen? | |
22 december 1970ParijsDewi ontving een verkapte kritische brief van Sukmawati Sukarno, aangezien de kinderen blijkbaar gekant waren tegen haar plannen om filmster te worden.Ga naar voetnoot194 Had geen klein geld, dus ik liep de Madeleine voorbij. Why cheat them out of two candles? Zat in een andere kerk te piekeren over het feit dat ik Peter ten volle een trip naar Florida moest gunnen, ook al reisde hij met de concurrentie. Zag een schitterend gebrandschilderd raam. Daar hoef je in de zogenaamde moderne kunst niet mee aan te komen. Jammer alleen dat je hier nooit op jezelf werkelijke in stilte kunt zijn. Altijd die anderen. Zag een oude vrouw, die zich de tred van haar hondje had aangemeten. Dewi was geïrriteerd omdat ik vroeg eerder te kunnen komen om negen pagina's uit te typen. Lady Sands telefoneerde en wilde met haar in de Athenée Palace dineren. Ze zegde toe honderd exemplaren van Dewi's boek te zullen kopen. Toen ik om 10:45 uur bij het appartment kwam werd ik slechts in de vestibule gelaten. Dewi kwam me fluisterend vertellen dat zij een bezoeker had: Henry Ford II. Hij transpireerde, zei ze, en het zou over een uurtje gelukt zijn hem weg te werken. Ralph Nijendorff schreef weer een lieve brief: ‘Ik mis je erg. Christian is wel lief, maar niet degene waarvoor ik alles zou kunnen opgeven... Als ik je heel erg mis kijk ik naar je foto die een ereplaats heeft in mijn kamer.’Ga naar voetnoot195 Waarom begin ik geen relatie met Ralph? Seksueel heb ik met Peter al drie jaar geen contact. Met Ralph loopt seks als een lier, zeker als Peter er niet tussen zou staan in mijn mind. Waarom niet? Lees bij Van Emde Boas: ‘Sommige homoseksuelen reageren in hun relaties dwangmatig en als permanente “goede moeder”. Zij spelen hun diverse partners als het ware voortdurend voor hoe de in hun | |
[pagina 172]
| |
kinderlijke voorstelling natuurlijk geïdealiseerde moeder zich tegenover henzelf zou hebben moeten gedragen. Deze kernhomoseksuelen zijn gewoonlijk actief op jonge mannen ingesteld, die sterke gelijkenis plegen te vertonen met het ideaal beeld dat de patiënt zich gedurende zijn eigen kindertijd, respectievelijk zijn puberteit of adolescentie, van zichzelf heeft gemaakt.’Ga naar voetnoot196 Als ik ooit een ideaalbeeld zou hebben gehad in mijn pre-adolescentie is het onbewust geweest, want de variatie van ‘idealen’ loopt van Wicher van Swinderen (geen homo) via een reeks hetero's als Hofland, Portier en John van Haagen (de laatste twee Indische jongens) naar Frits, Richard en Peter, allemaal totaal verschillend, zowel in uiterlijk als in fabric of mind. Ralph is lief en lekker in bed, maar het scala van gelijkgestemdheid dat ik zo sterk met Peter voel, mist. Dus niet. | |
23 december 1970We zouden om 09:00 uur beginnen te werken, maar Dewi was nog in negligé, dus ik vertrok maar weer. Wat een verloren tijd. We hebben om 15:15 uur een afspraak met Gilles Durant des Aulnois om Dewi's moeilijkheden met baron Jansen te laten regelen. Ik vond Gilles niet zo erg beleefd. Er hing constant een stuk sigaar uit zijn mond. Ik herinnerde me dat ik hem reeds op Yale vergeleek met de garagist van mijn grootmoeder Poslavsky in Sprimont in de Ardennen. Het ging er om dat Dewi geen zin had 21.000 franc te betalen voor een appartement, waar zij zelfs nooit een pas in had gezet. Dewi: ‘If my book does not cause the reader to love him (Bung Karno) there is no use in publishing it. I must succeed in conveying how he was.’ Op een dergelijk moment zitten we duidelijk op één lijn. Daar houd ik me dan maar weer aan vast. We werden weer onderbroken door eindeloze telefoongesprekken, maar we gingen toch vooruit. Dewi was doodmoe, maar zij dwong zichzelf te werken. Bij het afscheid zei ze: ‘Give Peter a big kiss from me.’ | |
Air France, OrlyJacques Monod heeft een uitspraak van Demokritos gebruikt voor zijn nieuwe bestseller: ‘Tout ce qui existe dans l'Univers est le fruit du hasard et de la nécessité.’ Hasard, ja, maar nécessité dat weet ik zo net nog niet.Ga naar voetnoot197 Hij omschrijft mensen als chemi- | |
[pagina 173]
| |
sche machines. En bij een machine is ieder organisme een geïntegreerde functionele eenheid. Monod ziet het organisme als een self-constructing machine. Ik geloof inderdaad dat alles wat leeft de uitkomst is van een of andere set kosmologische dobbelstenen. Maar we zijn natuurlijk toch meer dan de uitkomst van een schijnbaar blind chemisch proces. Er is dus de mind, hoewel het brein zelf een hutspot van chemische processen schijnt te zijn. In de grond van de zaak zijn we ten aanzien van de chemie van de natuur Papoea's gebleven. En al zijn we dan als puur toeval ontstaan, er is nu een bittere noodzaak de uitkomst van het gokspel bloedserieus te nemen of we verdwijnen even snel als we zijn verschenen. Op Amerbos wachtte een kerstgroet van mam die van het boek Mandala van Pearl Buck genoot en zei ook het Eva-interview te hebben gelezen. Zij sloot een bon voor een langspeelplaat in. Penny Hedinah zorgt nog altijd voor haar oude vader in Kebon Djaha in Jakarta. Er was een kaart van Richard en een dijk aan kerstpost van andere mensen. Ralphie kwam vrijwel meteen met prachtige bloemen. Hij bleef bij me slapen, wat ik heerlijk vond eigenlijk, omdat het enige betekenis had. | |
24 december 1970AmsterdamDroomde vannacht van Ralph dat ik hem werkelijk greep en omhelsde en kuste en schrok opeens wakker, me realiserende dat hij het echt zelf was. Zijn Franse vriendje had hem een peau-de-suède broek gegeven, die hem lekker stond. Ik werd boos op hem toen hij met de verkeerde bollen van de bakker terugkwam, maar kreeg even later tranen in mijn ogen, omdat hij erg lief voor me is en ik spijt had. Ik vroeg hem een paar dagen mee naar Parijs te gaan, omdat hij nog steeds problemen met zijn vader heeft over zijn homoseksualiteit. Arme Ralph. Vandaag kwam een fauteuil, die ik in een winkel vlakbij Dewi had gekocht. Deze is van wit leer bedrukt met Britse zondagskranten. Lunchte met uitgever Masagung in het Hilton. Hij claimde een vriend van Sukarno te zijn maar had intussen wel Suharto's boek uitgegeven. Hij wist dat de Indonesische inlichtingendienst al mijn telefoongesprekken naar Dewi in Jakarta had opgenomen, inbegrepen mijn dreigement dat indien men haar een haar zou krenken ik een enorm kabaal zou ontketenen en het hele corruptieschandaal rond Adam Malik en Ibnu Sutowo verder uit de doeken zou doen. Hij stelde vervolgens tal van ongepaste vragen, bijvoorbeeld of Dewi hem wel aardig vond, | |
[pagina 174]
| |
en of zij over voldoende geld beschikte; wie haar laatste boyfriend was. Hij zei te begrijpen hoe moeilijk het was met haar te werken. Waar zag hij me voor aan? Ik beschouwde deze gladde aal en uitgever in ieder geval als een spion voor Suharto. Hij nam een foto van me en ik gaf hem De Verraders.Ga naar voetnoot198 De Chinese legatie in Den Haag deelde mee dat men niet verwachtte dat er uit Peking toestemming zou komen voor Pearl Buck en mij om een film te gaan maken. | |
Kerstmis 1970Reisde via Baarn en een bezoek aan het gezin van Cor Meijer van Bosch & Keuning naar mam in Bilthoven. Zij verwelkomde me in een nieuwe roze wollen jurk en had een uitgebreid maal zelf bereid. Zij betwijfelde of broer Hendrik voor haar 75ste verjaardag uit Kaapstad over zou komen. Hij zou komend jaar een reis naar Brazilië gaan maken. Zoiets is voor mij onbegrijpelijk: eerst Brazilië dan je moeder. Later stopte ik in Utrecht bij Gerard Croiset. ‘Als je geen geld hebt betaal ik de taxi van het station,’ zei hij. Croiset verwachtte overigens dat Pearl Buck en ik wel een visum voor Peking zouden krijgen.Ga naar voetnoot199 Ik vroeg hem wat hij van de fameuze kerstmissfeer vond en het gezwets, zoals op Duitse televisie, over die Seele Gottes. Hij antwoordde: ‘Ach, de mensen hebben kerstmis niet meer nodig.’ Was dit maar zo. Onvolwassenheid viert hoogtij. Casper telefoneerde. Dat deed me wel iets. Ik stelde voor met Pasen samen een trip te maken. Mao werd heden 77 jaar. | |
27 december 1970TEE naar ParijsIn een essay over The psychology of human relationships ontwikkelt Eric Berne de gedachte van ego states.Ga naar voetnoot200 ‘An ego-state may be described phenomenologically as a coherent system of feelings, and operationally as a set of coherent behavior patterns. In more practical terms, it is a system of feelings accompanied by a related set of behavior patterns. Each individual seems to have available a limited repertoire of such ego-states, which are not roles but psychological realities.’ En verder: ‘The human brain | |
[pagina 175]
| |
is the organ and the organizer of psychic life, and its products are organized and stored in the form of ego-states (...).’Ga naar voetnoot201 Dineerde met Dewi en Masagung in het Intercontinental Hotel. Bij binnenkomst begon zij op te merken hoe afschuwelijk de kristallen luchters waren opgehangen. We bestelden steak en Bordeaux wijn. Dewi werd wat luidrdruchtig en haar ogen schenen te fonkelen. Masagung was van mening dat zij een politicus diende te worden. ‘Bung Karno zou hebben gezegd,’ antwoordde ik, ‘dat er geen mooiere taak voor een vrouw is weggelegd dan de zwangerschap.’ Dewi bleef verwonderlijk stil toen ik dit zei. ‘You, Wim, you should be a cabdriver,’ zei ze even later. Tot mijn onuitsprekelijke verdriet hoorde ik dat Suharto zelfs die rustige secretaris van het Istana, de trouwe meneer Djamin, die ik jarenlang had gekend, in de gevangenis had gestopt. Die man heeft nooit een vlieg kwaad gedaan. Het enige wat hem ten laste kan worden gelegd is zijn trouw aan Bung Karno, maar die kende Djamin dan ook door de jaren heen als zijn broekzak. Het hele zooitje dat samen met Suharto naar de macht greep kende de president absoluut niet. Terwijl Masagung naar zijn kamer ging kwam de aap uit de mouw. Hij was naar Parijs gekomen om zijn uiterste best te doen negen brieven te bemachtigen, die Bung Karno tijdens en na de coup aan Dewi had geschreven. Dewi zei dat zij hem wel vier brieven kon geven, maar dat de andere vijf ‘dangerous’ waren vanwege de pertinente informatie die zij bevatten. Ik antwoordde dat mijn instinct me zei, deze man niet te vertrouwen en het niet te doen. ‘You will also lose a weapon you still have against them if you play this card now,’ ‘If I give them these letters now, they will also have time to prepare an answer.’Ga naar voetnoot202 Maar ze had echter wel een belangrijk gegeven aan Masagung weten te ontfutselen, namelijk dat de Chinees Liem het huis aan Djalan Tjendana 8 aan Suharto cadeau had gedaan. Ik moest glimlachen toen ze tegen Masagung eerder zei: ‘Sometimes I believe you 200 percent and sometimes I do not believe you 200 percent.’ Maar Masagung had haar toegezegd dat, als zij de negen brieven zou uitleveren - natuurlijk voor een zogenaamde publicatie van Masagung - hij er dan voor zou zorgen dat ze een aantal geheime documenten zou krijgen, waaronder de bandopname van een verhoor van | |
[pagina 176]
| |
Bapak, drie maanden voor diens overlijden. Er zou een onbeschofte ondervrager op te horen zijn, die snauwde: ‘Why don't you know?’ en Bung Karno die, met zwakke stem, antwoordde: ‘Ik kan het me niet herinneren.’Ga naar voetnoot203 Masagung had de tape blijkbaar gisteravond voor Dewi afgedraaid en zij had gehuild, vertelde ze, toen zij die passage beluisterde. Ik ben overtuigd dat Masagung als een ordinaire spion voor Suharto optreedt onder het mom van die zogenaamde uitgeverij. Hoe is hij anders aan de documenten en tapes gekomen, die hij met Dewi wil ruilen tegen Bapaks brieven. Waarom wist Masagung de inhoud van telefoongesprekken tussen Dewi en mij vanuit Tokio?Ga naar voetnoot204 Ik zei hem dat ik me buitengewoon vereerd voelde dat ze me haten in het tegenwoordige Jakarta. Dewi zei de hele nacht rapporten en documenten te hebben gelezen, die Masagung had meegebracht en wilde ruilen. Ze was er buitengewoon door in beroering gebracht en ze had dan ook niets aan ons boek kunnen doen. Juist hierdoor. | |
28 december 1970ParijsEigenlijk had ik gisteravond met Dewi te doen. Zij scheen zo eenzaam en moest een belangrijk besluit alleen nemen. Ze zei evenwel dat deze geheime documenten niet in haar boek konden worden gebruikt, maar ze wilde ze wel graag hebben. Maar alles wat zij nu uitgeeft kan zij niet meer gebruiken ter verdediging van zichzelf. En straks, als ze niets meer heeft hebben de bastards alle tijd een zodanige val op te zetten dat ze machteloos is. ‘They seem to be preparing to take away my Indonesian citizenship and even my name as Mrs. Sukarno,’ zei Dewi, kennelijk nog banger gemaakt door meneer Masagung. Intussen zat hij haar op te jutten dat zij in de politiek moest gaan om de nationale trots van Indonesië te helpen herstellen. Met dit soort onzin bespeelde hij haar. Nadat ik had gezegd dat de wereld toenadering tot Peking scheen te zoeken, omdat Mao nu over atoomwapens beschikte, antwoordde Dewi met haar gebruikelijke overdrijving: ‘I will never respect you as a journalist again. If they now belatedly would allow China to join the un Mao should not accept. Peking's quarrels with the ussr are a result on the Soviets not keeping their promises to Peking, as they promised to share Aweapons.’ Even later zou ze opmerken: ‘I think, that us-dol- | |
[pagina 177]
| |
lars are good for Indonesia’ en weer wat later, wanneer we het hierover oneens zijn: ‘Wim, you are a mixed-up child.’ Ik leg die uitspraken wel naast me neer, maar intussen worden ze uitgesproken en zijn ze niet bevorderlijk voor de algemene sfeer. Masagung was begonnen in De Verraders en zei geïnteresseerd te zijn het in Indonesië uit te geven. Ik zou dan vijftig procent van de royalty's kunnen schenken aan de Idaym Foundation genoemd naar de moeder van Bung Karno (met toestemming van de familie). Dewi zei dat ze bereid was Wisma Jaso aan die stichting te schenken. Ze vond dat we van 15 februari tot 1 april in Tokio verder konden werken, want haar uitgever-vrienden zouden een huis, met personeel en een auto ter beschikking stellen. | |
29 december 1970ParijsRalph Nijendorff was bij me. Hij zou vanmorgen Dewi's auto naar de douane brengen, maar ik moet iets verkeerd gedaan hebben, want hij zei er geen zin in te hebben. Ik vroeg hem terug naar Amsterdam te gaan. Toen zag hij er werkelijk desolaat uit en dat maakte me nog meer van streek. Ik moet hem vele maanden niet zien om zeker te zijn dat ik hem niet meer kan kwetsen. Ik houd niet van hem als lover, maar ik ben wel erg op hem gesteld. Anderzijds was hij hier ter vervanging van Peter en dat is niet fair. En het constante gelazer met Dewi vind ik moeilijk om te verwerken. Ze zegt de vervelendste dingen. Gisteren, na maar drie pagina's te hebben geschreven, moesten we al weer met een Libanese zakenman en zijn vriendin - hij had twee bontjassen voor haar door de douane meegenomen - uit eten, ditmaal in een Vietnamees restaurant. Ze begon openlijk over mijn homoseksualiteit te praten waar ze niets vanaf weet of begrijpt en over bigamie. Ik hield vol dat ik niet geloofde dat je twee mensen tegelijkertijd met dezelfde intensiteit kon liefhebben. Prompt volgde een goedkope scène, die iedereen in verlegenheid bracht. ‘Read dr. Zhivago,’ zei Dewi, ‘then you will not say that sex with many maîtresses is like blowing your nose. Don't be so fanatic.’ Ze vond ook mijn ogen deze avond strange. Dit was in ieder geval nieuw. Cindy Adams schreef Dewi op papier van nbc dat Peter Janson-Smith een uitstekende reputatie had. ‘You are such a louzy journalist,’ voegde ze me meteen toe. ‘Cindy is a real journalist. She will hack you to pieces. I cannot wait to see it happen.’ Ze had trouwens gisteravond tijdens het ‘gezellige’ etentje gezegd: ‘You are a Dutch peasant,’ waar de Libanese | |
[pagina 178]
| |
zakenman op antwoordde: ‘To me he looks more like a diplomat.’ Denk veel aan Ralph. Het doet me pijn dat dit is gebeurd. Ik zal hem schrijven. Dewi was absoluut razend toen ik haar vertelde Janson-Smith, evenals Cor Meijer, een proef van het manuscript van negen pagina's te hebben gezonden. Er moest onmiddellijk een expresse naar Janson-Smith dat dit in strijd met de afspraken was. Cor Meijer moest worden gebeld om direct die pagina's (zonder ze te kopiëren) terug te zenden. Wat ik het ergste vond was dat zij me van bedrog, diefstal en het wegsmokkelen van ‘haar’ manuscript beschuldigde. Mij leek het de gewoonste zaak van de wereld, de twee geïnteresseerde partijen vast een eerste indruk te geven. ‘You do not understand anything about life,’ schreeuwde ze, ‘now I know why you are so strange. Poek Zumpolle and Peter will understand me. This manuscript represents money.’ Ik lachte haar in haar gezicht uit. ‘You are afraid of me!’ riep ze verder. Ze zette heel grote ogen op. Ik had zin haar in het gezicht te spugen. Ook nieuw. Ze zwaaide met het contract voor mijn gezicht. Ik zei: ‘You want to turn me into another Peter Janson-Smith, but you will not pull me into your dream-world. Have your garbage.’ ‘Who are you to say so?’ ‘The whole world will agree with me, including Poek Zumpolle and Peter.’ Blijf van streek over Ralph. Ik typte uit Berne's boek voor Dewi op een stuk papier: ‘The perfect, most perfect form of human living is game-free intimacy (...)’ en liet het voor haar achter. ‘Beautiful friendships are often based on the fact that the players complement each other with great economy and satisfaction, so that there is a maximum yield with a minimum effort from the games they play with each other (...) giving a high degree of elegance to the relationship’ schreef Berne (p. 50). | |
[pagina 179]
| |
31 december 1970Gisteren zei Dewi dat ik haar niet meer Ibu Dewi moest noemen, maar gewoon Dewi: ‘You don't have any respect for me, anyway.’ Dat was gedeeltelijk waar. Vandaag werkte ik de hele dag in het appartement en kondigde om 20:00 uur aan dat het welletjes was geweest na alle problemen van die dag. Maar ze werd steeds aardiger naarmate het later werd. En soms, als ik dan naar haar kijk, en weer constateer hoe klein ze van gestalte is en hoe onbeschermd, heb ik ontzettend medelijden met haar. Soms dank ik ook de hemel homoseksueel te zijn, want wie weet zou ik me anders helemaal door haar laten ringeloren, alleen maar om uiteindelijk met haar in de koffer terecht te kunnen komen. Bung Karno moet ik weet niet wat van haar geslikt hebben omdat zij ‘zo mooi’ was. Er was ook een rel over het feit dat Panorama, in strijd met de afspraak, van de ter beschikking gestelde foto's er maar één had geretourneerd. Er wordt ook wel dikwijls een loopje met haar genomen. De ruzie escaleerde. Ze wilde Gerard Vermeulen er thuis over opbellen. Toen riep ze uit: ‘You are a gangster.’ ‘Schrijf nu eens op wat je me nu weer noemt,’ adviseerde ik. Ze nam een rood potlood en schreef met reusachtige letters het woord gangster. ‘Dewi, you are perfectly ridiculous, sorry.’ Ze wond zich dermate op en dreigde de kamer uit te gaan, waarop ik zei: ‘Okay, I simply keep you to the contract.’ ‘You have a contract with me,’ schreeuwde ze en smeet de deur achter zich dicht. Nee, het was erger. Er waren nog meer venijnigheden over en weer: ze vloog me aan en ik liep een krab op mijn gezicht op, waarna Karina om het hoekje van de deur keek. Toen riep ze tegen mij: ‘Get out, I will make the book with other people...’ Daarop verdween ze. Ik raapte mijn boeltje bij elkaar, inbegrepen de woordenboeken, en natuurlijk ook al het tot dusver geschreven en getypte materiaal. Ik wandelde naar Hôtel de France et Choiseul. Ik vroeg me zelfs af of ze de politie zou bellen als ze zou ontdekken dat ik ons werk had meegenomen. Maar ze was uiteraard rechtstreeks terug naar bed gegaan en sliep tot minstens 17:00 uur. Ik vroeg me af waar ik het materiaal kon laten. Het kantoor van Gilles Durant des Aulnois was dicht. Ik checkte uit, belde de klm en boekte een vlucht om 15:45 uur naar Amsterdam. Ik laat het boek met Dewi definitief schieten. Ik weiger onder dergelijke omstandigheden te werken. Ik ga me concentreren op de film met Pearl Buck in China. Voel me eigenlijk compleet bevrijd. | |
[pagina 180]
| |
E.M. Forster heeft de roman Maurice, met een homoseksueel thema, vijfenvijftig jaar laten vasthouden. Nu schijnt het verhaal binnenkort te worden gepubliceerd.Ga naar voetnoot205 Hij heeft het tussen 1913 en 1915 geschreven. Het zal me benieuwen. Ik telefoneerde Gerard Croiset. ‘Ik heb je al eerder gezegd dat indien Sukarno zou komen te overlijden een boek over hem geen zin meer zou hebben.’Ga naar voetnoot206 Ik vroeg hem zijn advies: ‘Doorgaan: laat haar maar schreeuwen. Het is je werk.’ Hij vond dat als het werk dermate vervelend was, ik toch maar vijftig procent royalty's moest vragen. Reisde trouwens met prins Aschwin en prinses Monique naar Amsterdam. Hij had zeer lang haar met met krulletjes tot in in zijn nek en een grote zwarte soort schildersflambard aan met een nikkelen speldje van achteren. Er stond een klm vip-stewardess met een karretje te wachten. ‘Are we driving, for heaven's sake (...),’ hoorde ik Aschwin zeggen. Inmiddels is aangekondigd dat koningin Juliana nog dit jaar naar Indonesië zal gaan. Welja, naar die smerige coupgeneraals. Alles kan tegenwoordig. Royalty wordt voor de smerigste karweitjes gebruikt. Om 23:00 uur belde Cor Meijer dat Dewi haar razend had opgebeld dat ik de laan was uitgestuurd en dat ik al het werk had meegenomen. Ze schreeuwde moord en brand en riep diefstal. Ik vertelde Cor wat werkelijk was gebeurd en dat ik in dubio was of ik zou terugkeren. Ook stelde ik omlijnde financiële condities indien ik ooit het werk zou hervatten. | |
1 januari 1971AmsterdamBracht mam en tante Jetty Lindt-bonbons. We hebben in Bilthoven gezellig zitten praten. Ik vertelde over Dewi. Mam was bang dat een rechter teruggave van het manuscript zou kunnen eisen. Ben naar Women in Love van D.H. Lawrence geweest en ben vanwege nieuwjaar bij Indrapoera gaan eten, alleen. Willem Duys is eigenlijk compleet een phony guy. Onbegrijpelijk dat het grote publiek er niet doorheen kijkt en die man zo op handen draagt. Om te huilen. Ik vond trouwens Seth Gaaikema al even hopeloos met zijn Lunsliedje en bovendien is die kwal ook nog eens in levenden lijve te zien op de buis, leuk begin van het nieuwe jaar. |
|