Memoires 1968-1970
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 203]
| |
New York12 januari 1970New YorkDe US Immigration Service vroeg me honderd-en-een domme nodeloze vragen en vertraagde mijn aankomst. Ze wilden me eerst voor de films, die ik bij me had, importbelasting laten betalen. De vlinder in de keuken leefde gisterochtend nog steeds. Schreef Peter twee pagina's vanuit de United Nations. Vlieg met American Airlines naar Detroit, Michigan. John Osborne schrijft in de New Republic dat Richard Nixon is veranderd. Hoe komt de man erbij. Hij is hoogstens erger geworden dan hij was. Werd afgehaald. | |
13 januari 1970Saginaw, MichiganSprak in het Temple Theatre voor achttienhonderd mensen. De ontmoeting met studenten was minder. Tijdens de lunch kreeg ik eenenvijftig geschreven vragen. Heb ze meegenomen. Alleen al het beantwoorden ervan kostte vijfenzeventig minuten extra. Er stond vanavond een plezierig artikel door James W. Henderson in de Saginaw News. In een andere plaatselijke krant schreef Betty Hansen een vierkolomskop: Doing too much, Thinking too little. Dat is was natuurlijk ook precies wat ik had proberen duidelijk te maken. Vloog met een Otter van Trans Michigan Airlines naar Detroit en terug naar La Guardia. | |
14 januari 1970Sprak met Fred Jordan bij de Grove Press zoals George de Mohrenschildt per brief had aangeraden. Hij was inderdaad in het boek van George en Jeanne geïnteresseerd. Theodor Sorensen, Arthur Schlesinger Jr. en nu ook Robert Komer, de man van de pacificatieplannen voor Vietnam, zijn bereid over de uitlatingen van Luns gefilmd te worden. Schlesinger adviseerde Komer ook te nemen en Komer adviseerde | |
[pagina 204]
| |
(de mij uit Indonesië bekende) professor Guy Pauker eveneens te filmen. | |
15 januari 1970Probeerde me vanmorgen in bed voor te stellen hoe Peter zich vandaag zou voelen. Willebrord Nieuwenhuis vertelde me dat de overheid in New York mij weer vreesde. Wie weet hebben ze in de smiezen dat ik nu voor eens en voor altijd een eind wil maken aan het onbedaarlijke geklets van Luns c.s. Op de afscheidsreceptie van ambassadeur Duco Middelburg zou Leopold Quarles Willebrord hebben gevraagd, waar ik momenteel mee bezig was. Nieuwenhuis: ‘Houd je nooit op met sarren?’ Dat zijn dan je collega's, die je werk om de historie proberen recht te trekken als sarren omschrijven! Ik informeerde Jeanne de Mohrenschildt per telefoon dat ik er een dezer dagen aankwam. Zij vond dat ik te kort bleef en zei: ‘I'll murder you’. De hemel mag weten waar dit op sloeg. Telefoneerde Peter. De advertentie met zijn foto voor Samson shag was in alle kranten verschenen. Nam de nachtvlucht van TWA flight 94 naar San Francisco. Door het tijdsverschil kom ik om 02.30 uur in Californië aan en ga dan in de sauna aan Turk Street slapen. Zag Loet nog even. De golven tussen ons weerkaatsten love. Hij droeg identiek dezelfde Frye boots als ik deze week heb gekocht. | |
16 januari 1970Turk Street lived up to the expectations. Een jongen kreeg er niet genoeg van mijn penis in zijn mond te houden. Het duurde wel een kwartier voor er wat gebeurde. Juist toen ik weg wilde gaan liep ik tegen een andere guy met een ringbaardje aan en verzeilde in een tweede nummer. Schreef Peter over de activiteiten hier. Vlieg naar Los Angeles. | |
15.30 Universal Studios, HollywoodBen in Bob Wagners trailer, die hier een film maakt. De tros had me gevraagd een gesprek met hem te filmen. Ik voel me met deze filmfiguren minder op mijn gemak dan met de Schlesingers, Komers en Sorrensens omdat ik bij deze laatsten tenminste iets weet over de materie waarover gesproken moet worden. Wat moet je aan Bob Wagner vragen? | |
[pagina 205]
| |
17 januari 1970HollywoodWerkte met Ralp Luce van upi Television. Na lunch in de Universal Studios reden we gisteren dus naar de set. Peter zou genoten hebben van de atmosfeer. Wagner was bezig met een opname aan een graf. Het viel me op dat er veel zwarte acteurs rondliepen. Het moest regenen, dus werd er kunstmatige regen gemaakt. Sprak vijfentwintig minuten met Wagner in zijn trailer. Hij nam het plezierig op en zei: ‘Relax, I have time’. We spraken over zijn kinderen, over politiek, Paul Newman, Hair en Oh, Calcutta, zelfs over Boys of the Band, over zijn vliegerij en over Holland. Nam een taxi naar Flores Street en ontmoette Bill Bast en zijn vriend Paul Huson. Paul maakt buitengewoon mooie schilderijen. Hij schreef een boek over hekserij. Hij droeg het aan Bill op.Ga naar voetnoot260
Filmde Robert Komer en Guy PaukerGa naar voetnoot261 op het terras in de zon aan het zwembad van Komers huis. Nu vertelde Komer zelfs dat hij ook mijn memorandum over Nieuw-Guinea aan Walt Rostow van 5 april 1961 dat ik op het Witte Huis overhandigdeGa naar voetnoot262, had gelezen. Hij, Komer, was naar jfk gegaan en had de president gezegd: ‘There must be a lot of Dutchmen that disagree with Dutch Government policy.’ Hij zei verder: ‘John Kennedy was a fast reader. He grabbed problems immediately, and took quick decisions (...).’ Robert Kennedy was veel meer in die dagen ‘an instrument’ geweest, die zijn broer tot steun was. Joseph Luns was ongetwijfeld uitstekend in navo-beleid, de eeg en aanverwante problemen. ‘I told Kennedy,’ zei Robert Komer, adviseur van jfk letterlijk, ‘Bernhard disagrees.’ Komer bracht Schlesingers boek The Thousand Days naar het zwembad en begon passages aan te wijzen, die hij van belang achtte. Ook dat hij juist de architect was geweest van het aanbieden van de Amerikaanse goede diensten om het Nieuw-Guinea-conflict voor eens en voor altijd goed op te lossen. Ik had eigenlijk te doen met mevrouw Komer. Hij riep wel darling naar haar, maar toch met een nare ondertoon. Zij wilde een kleine taperecorder aansluiten, maar dat lukte niet en er ontstond een vreemd geluid. Zij voelde zich opgelaten. Ze nam foto's van ons. Ambassadeur Komer vond de verklaring | |
[pagina 206]
| |
(van Luns) dat de Kennedy's anti-Nederlands waren: ‘Hard to sustain: in fact I am almost incredulous at any suggestion that either President Kennedy or his brother should harbor anti-Dutch sentiments.’ Hij benadrukte zijn eigen kennis van zaken over wat er op het Kennedy-Witte Huis om ging. Hij begreep ook niet hoe iemand (inbegrepen Luns) de Amerikaanse politiek inzake Nieuw-Guinea (West-Irian) in de jaren 1961-1963 als anti-Nederlands kon brandmerken. Komer: ‘Quite on the contrary, we saw ourselves as performing rather a useful service to the Dutch Government, in enabling it to disengage from a particularly difficult sort of residual colonial remnant of the Dutch East Indies.’ Ambassadeur Komer benadrukte dat het beleid vis-à-vis Nederland en Indonesië een jfk-beleid was. Komer: ‘I remember reading reports. I was in the White House and on the staff of Bobby Kennedy's visit to Indonesia in February 1962. I was present at one or two of the conversations on the subject, that Bobby had with the President. I think it is really over-imaginative to suggest that Robert Kennedy was taking an outspoken anti-Dutch attitude in his actions on behalf of John F. Kennedy.’ Ik kon me geen afdoender uitspraak van een autoriteit, jarenlang nauw met de Kennedy's verbonden, voorstellen om het geklets van Luns de grond in te boren. Komer zei zich desnoods te kunnen voorstellen dat sommige mensen gevoelens koesterden, als door Luns geuit, maar ‘one should look also at the result of our policy’. Zo was het natuurlijk ook precies. De Kennedy's hebben niet alleen de nek van Luns gered, zij hebben Nederland een dienst van onschatbare waarde bewezen, want dankzij de brightheads in Den Haag waren we in 1961 bezig in een full-scale oorlog met Indonesië terecht te komen, met als inzet Irian. Professor Guy Pauker van de Rand Corporation in CaliforniaGa naar voetnoot263, gespecialiseerd in Indonesië, noemde de Haagse politiek ten aanzien van Jakarta sedert 1949 ‘really incomprehensible’. ‘Because for the sake of retaining West-Irian Holland gave up an enormous store of goodwill, a major economic and cultural interests in Indonesië.’ Vrij schaamteloos - met een oog gericht op het Suharto-regime - gaf Pauker volmondig toe dat al had hij Sukarno en Subandrio gekend: ‘I had even more very many friends among the top Indonesian | |
[pagina 207]
| |
military which few scholars have or had.’ Een voornaam argument van professor Pauker was dat de Nederlandse politiek tegen Indonesië dit land steeds verder in de armen van de Sovjet-Unie dreef, zoals door enorme wapenleveranties bestemd om Irian te bevrijden. Ook vroeg ik ambassadeur Komer nog, of hij op de hoogte was, van wat Luns een gentleman's agreement noemde, dat Washington had toegezegd Nederland tegen Indonesië te helpen indien er een conflict over de Papoea's zou ontstaan. ‘That bothers me very much’, aldus Komer. Hij kon zich niet uitspreken, zei hij, over wat er zich had afgespeeld voor jfk in januari 1961 op het Witte Huis kwam: ‘But what I can say is, that during the entire period of my involvement in the White House with Indonesian policy, which meant working very closely with our Department of State as well, I do not recall any understandings, gentlemanly or otherwise, that we reneged upon - the phrase you useGa naar voetnoot264 - in the course of attempting to help bring the Netherlands and Indonesia to a compromise settlement of the West-Irian issue. I simply do not remember any such thing.’Ga naar voetnoot265 Ik beperk mij hier tot het weergeven van de in die dagen gefilmde interviews in Amerika om te bewijzen hoe Joseph Luns wat rond Nieuw-Guinea gebeurde ten zijne gunste bewust zat te verdraaienGa naar voetnoot266 aan de hand van de oorspronkelijke nts-vertalerscripts, die nog in mijn bezit zijn. Of de films nog bestaan, weet ik niet. Er is bij de nos zoveel sabotage van mijn werk geweest, zelfs de George de Mohrenschildt-film, die met enig levensgevaar tot stand was gekomen, bleek later inderdaad weggegooid. Een kort geding tegen de nos en Carel Enkelaar om de film boven water te krijgen mocht evenmin baten. Ik neem overigens aan dat de nos-vertalers normaal hun werk deden. Iets anders was dat mijn gesprekken en films doorgaans door een team van mij opzettelijk saboterende ‘medewerkers’ werden gemonteerd en aan flarden geknipt. De enige opname die integraal, op enkele minuten na, werd uitgezonden was die van 44 minuten met Jim Garrison, de Officier van Justitie te New Orleans, die de Kennedy-moord onderzocht. Deze werd dan ook over de hele linie meer dan enthousiast ontvangen. Een soortgelijke opname met president Sukarno in 1966 ging op enkele minuten na in zijn geheel de prullenmand in. Wat betreft hetgeen uiteindelijk door de nos werd uitgezonden voelde ik me al- | |
[pagina 208]
| |
tijd alsof ik op krakend ijs liep. Of ik bevond me tijdens montages zelf in het buitenland of ik werd zodanig uit de studio's geweerd dat ik niet de minste invloed kon uitoefenen op het uiteindelijke product. | |
18 januari 1970Dallas, TexasLouis Fischer, de schrijver, is overleden. Ik mocht hem graag. Hij stond op mijn lijstje van te interviewen personen in verband met de film die ik aan het maken was. Die mogelijkheid is nu dus voorbij.Ga naar voetnoot267 Ambassadeur Komer dacht overigens dat jfk door een fanaticus was omgebracht. Men is te lui om werkelijk na te denken. Hoe kan een man als Komer zichzelf dit wijs maken? Wat ik tot dusverre op mijn eentje over Oswald heb ontdekt wijst (bewijst) op een complot. Mijn toestel van Delta vlucht 32 was een uur te laat. George de Mohrenschildt had een boek van Alberta Moravia zitten lezen terwijl hij op me wachtte. Hij zag er gezond en gebruind uit, als altijd, ook door het vele tennisspelen. In de auto gaf hij hoog op over Bishop College wat voor hem love on first sight was geweest. Spoedig kwamen we op Oswald en jfk Hij zei in een boek van Kenneth Galbraith te hebben gelezen dat deze vooraanstaande Amerikaanse intellectueel het bijna erger vond om Lee Harvey Oswald op televisie te zien neerschieten, dan de moord op de president, omdat het elimineren van Oswald een tragische weergave was van hoe corrupt en verziekt Amerika was geworden. Jeanne zag er ook prima uit, maar blijft te veel drinken. Zij is bezig met het ontwerpen van tennisoutfits voor dames onder de naam Smash Line en haar meisjesnaam, Jeanne leGon. Zij toonde me een collectie, waarmee zij naar een modeshow in Austin, Texas moest. Ik vertelde George dat Bernard Fensterwald van het Washingtonse Comité van Onderzoek hem er van verdacht via een vriendin in Mexico bij de Dallas-affaire betrokken te zijn. Hij antwoordde: ‘Tell him, I killed the President, since Jackie would not blow me anymore. Anyway, now she got Aristotle Onassis (...).’ Het verwonderde hem inderdaad dat Jim Garrison ook in Fensterwalds Comité zat. George vermijdt alle publiciteit, in de eerste plaats vanwege zijn professoraat (Russisch en, ik geloof dat het ook Geschiedenis was). Over ons manu- | |
[pagina 209]
| |
script zei hij nu: ‘I couldn't care less whether our book about Oswald will be published. This country is not worth it.’ Hij gaf me honderd pagina's van zijn boek, geschreven over de voetreis die ze samen door Midden-Amerika hadden gemaakt. Hij vroeg deze naar Grove Press te brengen. Hij was al tien dagen ergens anders gaan wonen in een poging Jeanne van het drinken af te houden, maar het had niets geholpen. | |
19 januari 1970JFK- AirportGisteren keerde ik met American Airlines naar New York terug en dineerde met mijn manager Barbara Applegate. 's Avonds sprak ik een paar uur met Loet over zijn toekomst. Hij wil nog steeds proberen zijn brevet als piloot te halen. Onbeschrijflijke paniek vanmiddag. Verloor in Manhatten mijn dagboek en Peters brief. Dashed all over town to trace it en vond het in een fotowinkel terug. De zenuwtoestand tart iedere beschrijving. Peter schreef dat hij tot de toneelschool was toegelaten en het bericht te laat kreeg, zodat hij de eerste les al miste. Hij gaat vrijdagavond naar zijn eerste toneelonderricht. Het maakte hem eigenlijk een beetje down en dit vond hij onverklaarbaar. Hij had in een adem Hermann Hesse's Siddharta uitgelezen. ‘Prachtig in zijn beschrijving en puurheid van personnage. Je moet het ook lezen.’ Hij scheen ook nog steeds een kans te hebben om in de musical Hair te komen. Mijn oude Nijenrode-collega Bruce Hartman - op wie ik voor Peter een beroep heb gedaan - gaf hem ‘een vrij gecompliceerde, genuanceerde improvisatie’ op de auditie voor Hair. ‘Ik was vrij rustig en iedereen was erg vriendelijk.’ Hij heeft het gevoel: ‘dat het werkelijk een beetje begint te lopen de laatste tijd.’ Hij vervolgde: ‘Wat zal jij weer met allerlei idiote mensen in aanraking komen tijdens je Amerikaanse reis. Toch wel fijn zo drie weken er tussenuit en te weten dat je zalige huis op je wacht.’ Iemand had hem eveneens om foto's gevraagd voor een casting in een film van Visconti in Rome. Intussen heb ik Theodore Sorensen ook al weer gefilmd. Hij was Special Counsel op het Witte Huis van jfk en al jarenlang met de Kennedy's persoonlijk bevriend. Hij schreef Decision-Making in the White House,Ga naar voetnoot268 gebaseerd op zijn uitzonderlijke kennis van jfk, met wie hij sedert 1953 heeft samengewerkt, | |
[pagina 210]
| |
toen John Kennedy voor het eerst senator werd. Sorensen leek me een waardevoller bron dan Joseph Luns over de vraag of de Kennedy's anti-Nederlands waren geweest. Sorensen zag er zelfs jonger uit dan ik hem had geschat. Hij merkte overigens privé tegen me op dat hij niet dacht dat Edward Kennedy in 1972 zou proberen op het Witte Huis te komen. Ik begon mijn vraag aan Sorensen aldus: ‘The Dutch Foreign Minister is very liked and very popular and highly respected in Holland, because he is one of the best statesmen in the history of our country. However, he continues to accuse the Kennedy brothers for having acted against the interests of the Netherlands in the West-Irian matter.’ Sorensen: ‘I would say that both Kennedy brothers, as exemplified during John Kennedy's Administration, recognized that the best interests of the United States were served by the closest possible ties with Europe and the greatest possible assistance to all the nations of Europe. In particular they (the Kennedy's) liked Holland. They liked the Dutch. They liked the people of your country, I might add, from personal observation and testimony. The President (Kennedy) was an admirer of Foreign Minister Joseph Luns.’ ‘Hoe legt u dan uit’, was mijn volgende vraag, ‘dat meneer Luns nog onlangs op 31 december 1969 heeft gezegd dat Robert Kennedy en de Kennedy's in het algemeen anti-Nederlands waren en tegen de belangen van Nederland handelden?’ ‘I would not attempt to explain Mr. Luns' motives,’ aldus Sorensen. ‘I think in this case, however, he is mistaken. The Kennedy's acted really to preserve the peace in part of Asia and the Pacific and in a larger sense the peace of the World. Because any major conflict between Holland and Indonesia would have had very serious ramifications for many other nations. Sometimes a nation needs to be helpen by its friends even when that nation doesn't realize it is being helped. When President Kennedy was in the Senate, he advised the French to let Algeria have its independence before it became a bone in the throat of the French Government. The French were angry at the advice and yet events proved jfk to be correct. It is a shame that presidents of the United States have not been more responsive to the advice of their friends overseas, who have told them to avoid a policy of massive intervention in Vietnam. Because Vietnam now has become a terrible drain on our country, on its morale, its politics, its economy. And we would have been better off if we had listened to our friends' advice. I think President Kennedy was in this instance (Nieuw-Guinea) doing a | |
[pagina 211]
| |
great favor to the people of the Netherlands, by avoiding their becoming bogged down in a terrible war with Indonesia, which would only have drained their young men and their economy and their position in the world.’ Er was natuurlijk geen effectievere, noch een gezaghebbender manier, om het gehamer van minister Luns op de anti-Nederlandse daden van de Kennedy's, tegengesproken te krijgen. Ik ben er, mede in het licht van wat er de hieropvolgende weken zich zou afspelen, volkomen van overtuigd geraakt dat Luns uitstekend inzag dat juist de Kennedy's zijn nek - en die van de Nederlandse regering - redde door onder de zogenaamde druk van Amerika uit Nieuw-Guinea te kunnen ophoepelen, wat dan ook prompt na de bemoeienissen van de vs gebeurde. Wetende dat het niet was te verwachten dat ‘loopjongen’ ambassadeur J.H. van Roijen in Washington de regering Kennedy duidelijk zou maken, welke niet onaanzienlijke krachten in Nederland - verzameld rond de persoonlijke vriend van prins Bernhard, dr. Paul Rijkens - hartgrondig waren gekant tegen het beleid van Luns en de regering in de kwestie Nieuw-Guinea, en Indonesië in het algemeen, was ik dus op 5 april 1961 zelf naar het Witte Huis gestapt en had adviseur Walt Rostow van een en ander effectief op de hoogte gebracht. Sedert mijn eerste reis naar Jakarta in 1956 analyseerde ik het Nederlandse belang namelijk reeds identiek als de industriëlen rond Paul Rijkens (en prins Bernhard) dit deden en zoals de Amerikanen, de Kennedy's, Sorensen, Komer en Guy Pauker dit nu ook duidelijk uiteen hadden gezet. Luns zat de zaak nog altijd te verlakken - om zijn straatje schoon te vegen - en dit wilde ik proberen met de komende film aan te tonen. | |
20 januari 1970Minneapolis, MinnesotaDit was de derde maal dat ik werd uitgenodigd door de Minneapolis Woman's Club. Deze keer hadden de dames ook hun echtgenoten uitgenodigd, omdat zij van mening waren dat ook zij mij dienden te horen. Tijdens de lunch zat ik naast een zakenman die in mineralen handelde en bezig was zijn business in Indonesië uit te breiden. Ik luisterde naar hem en zei dat hij evenveel over Indonesië wist als jfk, het Pentagon, het State Department, de cia en Allen Dulles over Cuba wisten toen ze de landingen bij de Varkensbaai lieten uitvoeren. Vloog naar La Guardia terug met United Airlines samen met Air France-president voor Amerika, Henry Marescot. | |
[pagina 212]
| |
21 januari 1970Logeer bij Barbara Applegate, 520 East 81 Street daar mijn flat in Kew-Gardens weg is. Willebrord Nieuwenhuis probeerde erachter te komen wie ik tot dusverre had geïnterviewd. Ik gaf hem slechts de naam van Theodore Sorensen, omdat die slijmjurk altijd bezig is witte voetjes bij ‘de autoriteiten’ te halen.Ga naar voetnoot269 Filmde een andere Witte Huis-medewerker van de Kennedy's, Michael Forrestal. Dit gebeurde in zijn bureau in Wall Street. In 1962 had hij van ambassadeur Komer diens taken overgenomen, nadat Komer naar Vietnam was gezonden om daar het notoire pacificatieprogramma op te zetten. Die overname voltrok zich terwijl de onderhandelingen in de vs tussen Nederland en Indonesië over Nieuw-Guinea onder leiding van ambassadeur Elsworth Bunker in volle gang waren. Dus, vroeg ik, of hij had kunnen waarnemen dat de Kennedy's tegen Nederlandse belangen handelden of op enige wijze uiting gaven aan anti-Nederlandse gezindheid. ‘I would say, quite to the contrary,’ aldus Forrestal. ‘The principal interest of President Kennedy - and as I recall, his brother joined him in this - was to make an effort, to see what the United States could do to help Holland out of a very difficult situation (op Nieuw-Guinea) and avoid getting itself involved in what could have become an unpleasant and bloody confrontation many many thousands of miles away from its own shore.’ Ik vroeg: ‘You mean all out war?’ Forrestal: ‘Yes, this seemed to us a clear possibility.’ Ik: ‘The war had already begun.’ Forrestal: ‘Yes, there was interaction with the Indonesian attempt by force to move into New-Guinea. And I think, it was the president's concern - in fact I know it was - principally to assist Holland as much as possible to avoid making a mistake which perhaps the United States may be making right now in Vietnam.’ Ik: ‘jfk heeft indertijd gezegd, en Arthur Schlesinger herinnert hieraan in zijn Duizend Dagen toen hij zei: “The Dutch are free to blame the us for the outcome if only they would permit the problem to be settled”.’Ga naar voetnoot270 Forrestal: ‘Haha, yes. Kennedy was above all a politician. He | |
[pagina 213]
| |
fully understood that this very emotional situation between Holland - particularly emotional on the side of Indonesia - that it would be helpful if somebody could be blamed. It would make both sides feel better. And I think he (jfk) was quite prepared to accept any kind of blame. As far as I know he never criticized people who blamed him for doing anything in this area (Nieuw-Guinea).’ Ik: ‘Maar nu president Kennedy er niet meer is - en we leven nu in 1970 - is het de moeite waard de geschiedenis over deze zaak op een rij te zetten. Luns gaat door met de Kennedy's van anti-Nederlandse gezindheid te beschuldigen en hij zegt nu zelfs dat Robert Kennedy de Nederlandse positie in Indonesië zou hebben verraden.’ Forrestal: ‘I think, that is a thoughtless statement. It would have to come from somebody (Luns dus) whose personal views were so strong and perhaps so coloured in this situation, that he might be pushed to say that. But from a point of view of the Western World's interests and certainly from Holland's interest, President Kennedy acted in a way which he felt at the time - and in my opinion history has proven it - was the correct way to act.’ Omdat Mike Forrestal de reis van Robert Kennedy in begin 1962 naar Indonesië voor besprekingen met Sukarno had bestudeerd vroeg ik hem vervolgens of hij de indruk had gekregen dat Robert Kennedy's bemoeiingen hadden bijgedragen tot de vreedzame oplossing van het Nieuw-Guinea-conflict. ‘rfk went to Indonesia,’ aldus Forrestal, ‘at the request of his brother. It took place before I came to the White House. Robert Kennedy went to persuade Sukarno and his supporters, that the Western world did not have a passion against him. That on the contrary, most of the Western world, including Holland, hoped that the Indonesian experiment in nationhood would work. But he also went there to explain quite firmly to Sukarno that no civilized nation, including the United States, could support armed invasion or stand by and watch the use of force, by any country and certainly not Indonesia.’ Ik: ‘Dus de interventie in 1962 van Robert Kennedy ten behoeve van Nieuw-Guinea was dezelfde als de interventie in 1964 (in Tokio) in de kwestie Maleisië.’ Forrestal: ‘I was with Bobby Kennedy on the second trip and I heard him talk a great deal about the first one. The issues of | |
[pagina 214]
| |
New-Guinea and Malaysia were really quite similar.Ga naar voetnoot271 We were trying to bring across to Sukarno the fact - that in the modern world the 20th century, no nation, no matter what its problems were should be permitted or helped to attack one of his neighbors. Precisely the same issue arose with Holland in 1961 as came up with Malaysia in 1963. In both cases the policy was: try to keep Sukarno from doing anything ridiculous.’ Mike Forrestal vertelde dat jfk bij ontmoetingen met Nederlanders na afloop van de Nieuw-Guinea-affaire bij wijze van grapje wel eens opmerkte dat Den Haag het aan hem had te danken van de Papoea's verlost te zijn. Ik vroeg hoe die Nederlanders dan reageerden. ‘Virtually all of them - I don't know about Mr. Luns - smiled and agreed in a very quiet way.’ Forrestal adviseerde vooral ook oud-ambassadeur Averell Harriman te filmen. Leek me niet zo nodig. Hij vond dit beter dan Dean Rusk, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, waar hij gelijk in kon hebben. Rusk was een havik. Hij belde Harriman voor me, maar die was weg naar Sun Valley, California. ‘I admire your concept,’ zei Forrestal over mijn film. In de Philharmonic Hall presenteerde S. Hurok vanavond Arthur Rubinstein met drie pianostukken, nota bene: de Variations Symphoniques van César Franck, het 2e pianoconcert van Chopin en na de pauze het 2e concert in G minor Opus 22 van Camille Saint-Saëns. Er waren absoluut zeer poëtische gedeelten in Franck en Chopin, zo subtiel en ook met zoveel humor gebracht. En deze man is 83 jaar oud. Maar toch, ondanks de onbeschrijflijke bewondering werd ik niet echt geroerd. Er is bovendien in zo'n zaal te veel afleiding van fluisterende en hoestende mensen. Ik zat naast een Filippijnse jongen. En dan hoor je iemand zeggen: ‘I did not like the Chopin.’ (Dit schreef ik in de pauze.) | |
22.10 uurIntense muzikaliteit van Rubinstein. Het niet ontroerd raken kan zijn oorzaak hebben in zijn enorme levensvreugde, die uit zijn musiceren spreekt. De vitaliteit waarmee Rubinstein dit derde werk bracht is onvoorstelbaar. | |
22.20 uurEn als toegift speelde hij nota bene nog eens het laatste deel van | |
[pagina 215]
| |
het Saint-Saëns-concert. Het is zeker de moeite waard te hebben geleefd om dit te horen. | |
22.40 uurBij zijn tweede toegift was ik in tranen. | |
23 januari 1970Gisteravond arrangeerde mijn vriendin Najwa Sarkis een dineetje om me voor te stellen aan haar nieuwe vriend Oliver Stone. Jacqueline de Gunzburg was er ook. Oliver wil filmscripts schrijven en regisseren. He turned out to be a nice guy, an animal.Ga naar voetnoot272 Lunchte met ambassadeur Ruslan Abdulgani van Indonesië. Uniek, informatief en vertrouwelijk.Ga naar voetnoot273 | |
24 januari 1970Verenigde StatenBrief van Peter, die me enigszins oppepte. ‘De dag is zo anders nu, veel leger, omdat we zo aan elkaar gewend waren. Heb weer voor mezelf gekookt. Zelfs dat is onwennig hier (op Thorbeckeplein).’ Hij was Walter van de Kamp tegengekomen, ‘die blonde jongen uit Figurform.’Ga naar voetnoot274 Peter moest mee om zijn huis te zien. Daar kwam Walter met ‘een ontstellende hoeveelheid homopornografie’ aanzetten. Hij ging zich extra omkleden van kantoortenue in jeans, je weet wel. Er kwamen steeds meer blaadjes uit kasten en hoeken. Als laatste poging probeerde hij me, toen ik mijn jas aantrok, te kietelen, maar zelfs dat was tevergeefs. Schreef prins Bernhard op rca Global Telegram papier vanuit de vn een soort rapport van drie pagina's over waar ik mee bezig was om aan te tonen in welke mate Luns de goegemeente verlakte en altijd heeft verlakt. ‘I intend to put a film together voor Panoramiek, die klinkt als een klok. We will put Luns for once and for all in his place. It makes me boiling mad, that he | |
[pagina 216]
| |
would get away with this idiotic view of history. I will not let him distort it. Luns' mannetjes zitten mij hier achterna als in de dagen van de Nieuw-Guinea-kwestie, but I couldn't care less (...). Ik ken en begrijp Uw positie dat U nauwelijks deze brief kunt bewaren, laat staan erop reageren. Desalniettemin, wanneer ik (als other people would do) would not write you this letter, you would be deprived of being informed about something, I would like to think, interests you.’ Gisteravond heb ik een gok genomen. Zonder ruggespraak met Hilversum heb ik een opname gemaakt met Julian Bond, die voor de Dick Cavett show op abc in New York was. Ik huurde een crew en wachtte hem bij de studio op. We spraken op straat in de sneeuw. Hij zei: ‘Richard Nixon en zijn minister van Justitie John Mitchell zijn bezig de Black Panthers een voor een te laten vermoorden, zoals Adolf Hitler de joden elimineerde.’ Ook Bill Oatis van Associated Press was het er mee eens dat ik een opzienbarend stukje televisie-interview had gemaakt. Maar hij dacht niet dat ap het wilde hebben of zou uitzenden vanwege mogelijke consequenties dat Julian Bond en de ap voor laster zouden kunnen worden vervolgd. Door wie? Door Nixon? Door Mitchell? Is dat persvrijheid? De voormalige ambassadeur in Jakarta, Howard P. Jones, is nu Chairman of the Board van de Christian Science Monitor in Boston. Ik belde hem op. Hij zei zich te herinneren dat Bung Karno mij in 1961 in Los Angeles had voorgesteld.Ga naar voetnoot275 Hij is bereid mee te werken aan de film. Hij komt er maandag voor naar New York. Wanneer ik over alle gesprekken met George de Mohrenschildt nadenk, ben ik toch bang dat George in verband met Dallas iets op zijn kerfstok heeft, zoals Gerard Croiset ook zegt. Croiset is er zelfs van overtuigd. Leopold Quarles van Ufford sprak me in de vn aan en vroeg wat het doel van de film was die ik aan het maken ben. Die man slooft zich dus (uiteraard) ook uit om als spion van Luns op te treden en een wit voetje bij zijn baas te halen. Ik gaf een kort antwoord: ‘Het doel, LeopoldGa naar voetnoot276 is de geschiedenis van de Nieuw-Guinea-kwestie corrigeren.’ ‘Wij zijn ook wel geschrokken van zijn statement voor de Voice of America van vorig jaar, maar dat is nu eenmaal zijn mening.’ ‘Misschien’, antwoordde ik, ‘maar wat hij zegt is onwaar.’ | |
[pagina 217]
| |
Quarles zei verder het niet van belang te vinden om op de Nieuw-Guinea-zaak terug te komen. Het diende geen enkel doel. Hij vergeleek het met de Dallas-moord, waar ook iedereen vragen over stelde, maar wat verder geen enkele zin had. Ik dacht: ongelooflijk eigenlijk dat het hele ambtenarenapparaat van bz zo duidelijk naar de pijpen van Luns danst en ook in de praktijk er blijkbaar geen eigen mening op na kan houden. Mijn mening over Quarles was al heel lang gedaald, maar die verdween nu beneden Amsterdams Peil. Jonathan Raymond werkt nu blijkbaar, zo vertelt zijn broer, in een rehabilitatiecentrum in Chicago. Mijn oude Yale-vriend, Jim Carmichael, is uit het Verre Oosten gekomen voor een lange kerstvakantie en om bij zijn Filippijnse lover John te kunnen zijn, die hier woont. | |
27 januari 1970Filmde historicus Arthur Schlesinger Jr. in zijn kantoor in de wolkenkrabber van New York University. Hij zei het buitengewoon plezierig te vinden dat ik deed wat ik deed. Hij ging eerst zijn handen wassen en kamde zijn haar, maar in het gesprek zelf vond ik hem toch achterdochtig en aarzelend. Toen de camera draaide vroeg ik hem of de Kennedy's oprecht hadden gepoogd Holland uit de Nieuw-Guinea-impasse te helpen. Schlesinger: ‘Very much so. I think, President Kennedy was deeply concerned that there might be an outbreak of war over New-Guinea. He felt, that if this were to happen, the Dutch would be in a very untenable position. And he hoped that through his good offices and those of the us something could be done to ease the situation and bring about a peaceful resolution of it.’ Ik: ‘And do you think Sukarno managed to get Bobby Kennedy on his side rather and to oppose Holland?’ Schlesinger: ‘Oh no. I have talked many times with Robert Kennedy about Sukarno. rkf was really a detached person as far as Sukarno was concerned. He had many reservations about him. For example, when the question of the use of force came up, Robert Kennedy argued strongly with Sukarno trying to dissuade him from the use of force either in New-Guinea or in the question of Malaysia. Robert Kennedy had a great gift of candid direct tough talking. He talked that way to Sukarno. That candid directness suggested an honesty in which people could have confidence. The reason, I think, why Sukarno did have confidence in Robert Kennedy is because of Kennedy's | |
[pagina 218]
| |
capacity for straight talk and for laying things on the line, rather than because Kennedy agreed with everything Sukarno said.’ Schlesinger vermoedde dat Den Haag in 1970 waarschijnlijk meer invloed in Indonesië had dan het gehad zou hebben wanneer er een volledige oorlog over Irian zou zijn ontbrand. Ook geloofde hij dat Nederland geluk had gehad dat een machtige en invloedrijke bondgenoot druk had uitgeoefend om aan het conflict met Indonesië een einde te maken. Washington zelf was niet in een positie om via een dergelijke omweg een einde aan de oorlog in Vietnam te kunnen maken. (Intussen vertaalde de nos-medewerker drie van mijn vragen aan Schlesinger zonder er diens antwoorden bij te zetten. Ook hier ging dus weer allerlei historisch materiaal nodeloos verloren.) Sjef van den Bogaert had me uitgenodigd voor een cocktail om de nieuwe ambassadeur bij de vn voor te stellen, een baron Van Lynden. Ik zette hem enigermate uiteen met welke film ik bezig was. Quarles deed idioot, wat me niet meer verwonderde. H. Citroen wordt oud. Fred Racké was aanwezig. Hij is nu tweede man van Van den Bogaert. Iemand zei dat Dewi gescheiden was van Sukarno maar zij zou doorgaan Suharto te bestrijden. Ontmoette mijn oude vriend Bhaskar, de Indiase danser. Probeer te regelen dat als ambassadeur Howard Jones naar nyc komt hij een ontmoeting heeft met Ruslan Abdulgani. | |
30 januari 1970Lieve brief van Peter. ‘Ben op het moment bij mijn moeder. Ze zit zo rustig in haar stoel met haar grijze gezicht. Zij wordt oud, maar het heeft iets moois.’ Hij noemt de lessen op de toneelschool ‘wel aardig.’ De bedoeling is de expressie vrij te maken. ‘In een groep van tien wat uilige mensen doen we veel aan improvisatie, associatie en groepswerk. Je leert eigenlijk wel veel van elkaar. Het is trouwens altijd zo geweest.’ Hij deed nog een auditie voor Hair. Hij leest momenteel Tillich's The Courage to be (dat ik voor hem heb meegenomen). | |
31 januari 1970Rellen in Manilla. Bommen in Laos en Vietnam. Meer bullshit van Richard Nixon. Geweld over heel Amerika, niet alleen op straat en in de steden, maar vooral ook in de hoofden en minds. Nixon heeft nu zelfs zijn White House Guards in Graustrakian dress uniforms gestoken, die in Hollywood lijken te zijn gehuurd. De vrouw van een volksvertegenwoordiger krijgt het woord nigger in haar been gekerfd. William Shirer waarschuwt | |
[pagina 219]
| |
dat Amerika hard bezig is Hitler achterna te gaan. Jim Garrison zei het al drie jaar geleden in mijn film. Julian Bond in een andere film vorige week. Mijn negervriend Charles Harley is zelfs bang om zijn mening te verkondigen. En dan is er het bloedvergieten in Vietnam. Deze maand werd de 40.000ste gedode Amerikaanse militair geteld. Op 21 december 1961 sneuvelde nummer één, James Davis. Bij het laatste publieke opinieonderzoek heeft Harris intussen vastgesteld dat maar liefst vijfenzestig procent van alle Amerikanen van mening is dat een slachting van burgers, zoals bij My Lai is voorgekomen, ‘onvermijdelijk’ is. Maar tweeëntwintig procent van de ondervraagden drukten hun walging uit over wat erin My Lai gebeurde en niet minder dan tweeëntwintig procent had geen mening. Amerika in 1970! Wat een schrille tegenstelling tot 1948, toen ik hier tweeëntwintig jaar geleden voor het eerst was, toen was Peter drie jaar. Lees Dark Days in Ghana van Kwame Nkrumah, de Sukarno van dit Afrikaanse land, die op 24 februari 1966 toen hij in Peking was tijdens een militaire coup werd afgezet. Hij stond op het punt een bezoek aan Ho Chi Minh te brengen. Het is duidelijk hoe daar in Washington over werd gedacht. Nkrumah noemt het eigenlijk geen coup. ‘Ghana was captured by traitors that day’, en ik vrees dat het cia-scenario van Jakarta of Pnom Penh deze keer in Afrika werd uitgevoerd. Opnieuw zou een der vooraanstaande leiders in de Bandung-groep van niet-gebonden landen van het politieke toneel verdwijnen. President Sekoué Touré van Guinea nodigde Nkrumah uit in Conakry, waar hij zijn verantwoording van de gebeurtenissen schreef.Ga naar voetnoot277 Jammer dat Bung Karno het niet meer is gegeven zijn interpretatie van 1965 voor het nageslacht vast te leggen. | |
2 februari 1970Lunchte met Fred Racké. Luns heeft eens in een vergadering gezegd: ‘We kunnen niet besluiten tot Racké heeft gesproken. Dus, we wachten op de rebellie.’ Hij heeft het gevoel een persoonlijke protégé van de minister te zijn. Na zijn doctoraal werkte hij twee jaar bij het Vaderland in Den Haag. Hij heeft aantrekkelijke ogen maar is nog erg onzeker. | |
[pagina 220]
| |
Om 15.00 uur zou ik McGeorge Bundy filmen, voormalig jfk-medewerker op het Witte Huis en nu president van de Ford Foundation aan 43ste straat. Toen ik arriveerde zag ik juist hoe ambassadeur Ruslan Abdulgani, oud-ambassadeur Howard Jones afzette. Die linkup was dus geslaagd. Zij hadden samen geluncht. McBundy zei dat zowel John als Robert Kennedy Sukarno eigenlijk niet mochten. Dit betwijfelde ik, want Bung Karno en ook ambassadeur Zairin Zain hadden me dit anders verteld. Ruslan Abdulgani kwam trouwens nog even uit de auto om me te verzekeren dat het verhaal van professor Ernst Utrecht dat Jones Bung Karno in Jakarta had ontmoet onwaar was. Jones ontkende het zelf trouwens ook. Wie te geloven? Ik stelde McBundy voor de camera de vraag wat jfk's voornaamste doel was geweest toen hij zich met de Nieuw-Guinea-zaak ging bemoeien. McBundy: ‘A reasonable and peaceful settlement in a situation in which no one wanted a war, but in which there was a real risk that if no settlement could be reached, force would be used.’ Ik vroeg of Washington in die dagen had begrepen dat het Sukarno ernst was, desnoods Irian gewapender hand in te nemen. McBundy: ‘If you look at this matter as a matter of international political commitment, there was only one power which was willing to have a war about it. That was Indonesia. The Netherlands was not prepared to fight, goodness knows the us was not prepared to fight.’ Hij vervolgde: ‘The basic decision, as all our information agreed on this, that the matter was not a peace and war issue for the Netherlands. I think this could be applied to both public opinion and governmental opinion. Therefore, with that kind of grave imbalance of the degree of commitment of the parties, the question was: what was the most reasonable settlement, in terms of the eventual interests of the very primitive peoples of the area of New Guinea. It was on that issue that negotiations did go back and forth in a very intense diplomatic process in which ambassador Bunker was the local figure. The American Government, in my judgement, went a very long way and was the only Government which went any distance at all to insist on moderation and restraint.’ Ik: ‘Also with Indonesia?’ McBundy: ‘Also with Indonesia.’ Ik: ‘Foreign Minister Luns continuously refers to a secret agreement, or at least he makes it look like one, between Holland | |
[pagina 221]
| |
and the United States on the defense of New-Guinea. The Kennedy's supposedly reneged on that agreement and therefore, he says, betrayed Holland in the question of West-Irian.’ McBundy: ‘I rather not comment on what Foreign Minister Luns may have said. I have a great personal regard for him. I think he is one of the most distinguished diplomatic figures of our time in Europe.Ga naar voetnoot278 I will say that it is most understandable that when a country or a political leader has very intense feelings and when he knows that his own Government is not to take forceful action that one should come to believe that there is somehow a responsibility on others. But, there was no agreement, oral or written, open or secret, which in any sense committed the United States to acts of force in the New Guinea case.’Ga naar voetnoot279 Ik: ‘In your own experience in dealing with the late Senator Robert Kennedy would you say that he was a person that could be induced by Sukarno to side with Indonesia?’ McBundy: ‘I do happen to know first hand that Robert Kennedy was not an admirer of Sukarno as an individual.Ga naar voetnoot280 I also know that rkf was very shrewd and perceptive and as a politician not easily taken in (...). When the confrontation between Indonesia and Malaysia was on, we were discussing what Robert Kennedy would say to Sukarno. His own suggestion was: ‘Well, I tell you Mr. President, why don't I simply tell him that you have the same opinion of him that President Kennedy had and that I have? And none of us was in any doubt as to what that opinion was.’ Ambassadeur Howard Jones was zeveneneenhalf jaar in Jakarta gestationeerd geweest. Ik filmde hem in het Ford Foundation-gebouw. Ik: ‘Was Sukarno in 1962 gereed een oorlog te beginnen?’ Jones,, ‘There is no question that they were ready to go to all out war. It was a matter, I think, of days, when the dispute was finally settled. If not, war would have broken out.’ Ik: ‘U woonde de gesprekken tussen Robert Kennedy en Sukarno, zoals in 1962, bij. Nam rfk daarbij een anti-Nederlands standpunt in?’ Jones: ‘Well, this was certainly not the case. Sukarno and Ro- | |
[pagina 222]
| |
bert Kennedy had a bitter argument during that period. The Dutch position had been that they were willing to consider talks, but the issue of self-determination was one on which they would not compromise. They wanted the Papuans to have the right to determine their own future. Sukarno was trying to impose his own preconditions. The problem that Robert Kennedy faced was to get Sukarno to agree to meet without preconditions of his own. This was a tough one. Robert Kennedy and Sukarno had at least three or four seperate sessions. The arguments were bitter. At one point I thought that the negotiations might have been broken off.’Ga naar voetnoot281 Ik: ‘Just because of the heated discussion?’ Jones: ‘Yes, because they became so heated. So, one can say, Bobby Kennedy was interested in averting war. He was interested in a solution that would suit as far as possible both the Indonesians and the Dutch. I am sure that when he talked with the Dutch in The Hague he presented the Indonesian point of view. And when he talked to Sukarno in Jakarta, I can assure you, he was presenting the Dutch point of view as well.’ Ik vroeg dus hoe het dan mogelijk was dat minister Luns bleef zeuren over een anti-Nederlandse rfk. Jones: ‘Robert Kennedy certainly did not take an anti-Dutch stand. Quite on the contrary.’ Ambassadeur Jones herinnerde aan het feit dat rfk in 1962 tijdens zijn bezoek aan Indonesië ook met studenten had gediscussieerd. Hij citeerde uit Robert Kennedy's eigen boek dat in 1962 werd gepubliceerd.Ga naar voetnoot282 ‘We have been a friend of the Dutch for a long time and we have no apology to make for it. The Dutch were among the first to come and settle in our country. They founded our biggest city, New York City, then called New Amsterdam. Many of our young men fought beside the Dutch in de Second World War, and a number of them are burried in Holland. We have valued this friendship and this relationship with the Dutch and with Holland for many, many years, and we hope to continue that friendship.’Ga naar voetnoot283 Ambassadeur Jones benadrukte dat Robert Kennedy in Indonesië, in een tijd dat het antagonisme tegenover Holland op een hoogtepunt was, deze uitspraken publiekelijk deed in redevoeringen voor studenten nota bene. Ik: ‘Maar ik weet uit eigen ervaring dat Bung Karno ook zelf | |
[pagina 223]
| |
verre de voorkeur gaf aan een vreedzame regeling van de Nieuw-Guinea-kwestie.’ Jones: ‘There is no question about that. Sukarno did not want war. Sukarno wanted to achieve his objective, of course, as he saw it, regaining West-Irian. But he felt that through the years he had had no opportunity to achieve this short of waging war.’ Ik: ‘Zou men niet feitelijk kunnen stellen dat met hun bemiddeling in de Nieuw-Guinea-kwestie, de Kennedy's eigenlijk probeerden Nederland uit een netelige positie te helpen? Dus dat het hoogst ongepast is voor de verliezende partij (Luns) om hen thans van een anti-Nederlandse houding te beschuldigen of zelfs van verraad tegenover Nederland?’ Jones: ‘I think there is no doubt about that. After all, all of us felt that the Dutch had been an ally of the United States for a long time. Sympathies on the American side generally were with the Dutch (...). We felt we were moving over Niagara Falls very fast, and this was what Kennedy tried to prevent and I think that was as much in the interest of Holland, perhaps even more so in the interest of Holland as it was in the interest of the us.’Ga naar voetnoot284 Ik wist dat ik met deze zeven door mij in de vs gefilmde interviews permanent de praatjes van Luns c.s had ontzenuwd. Op de eerste plaats voelde ik mij verplicht een stuk geschiedenis recht te trekken ten opzichte van Sukarno, die ik als vriend beschouwde. Ten tweede was het een dure plicht tegenover de beide inmiddels door ‘kwade krachten’ vermoorde Kennedy's, die zich tegen de leugenachtige voorstelling van zaken niet meer konden verdedigen. Ten derde was ik het verplicht tegenover mezelf, omdat ik wist dat Luns constant loog, naar mijn inschatting zelfs tegen beter weten in, de werkelijke rol van de vs en de Kennedy's in de Nieuw-Guinea-affaire zover mogelijk als binnen mijn vermogen (als eenling) lag, bloot te leggen.Ga naar voetnoot285 | |
3 februari 1970New YorkBracht de avond door bij de Marescots aan Fifth Avenue.Ga naar voetnoot286 Jacqueline de Gunsburg en vriend Willy waren er ook. Najwa | |
[pagina 224]
| |
Sarkis had Jacqueline opgebeld dat ik een afspraak met Oliver Stone had gemaakt, zonder haar. Nu was ze jaloers over mijn belangstelling voor hem. Crazy. Ik vond Lilly Marescot niet erg aardig voor haar bejaarde uit Holland overgekomen moeder. Ontmoette eindelijk Hashram Zainoeddin weer, de architect en vriend van Harisanto en mij. Hij was in Indonesië geweest en zou er van tijd tot tijd gaan doceren. Hij zal daar waarschijnlijk een architectenbureau samen met Santo opzetten.Ga naar voetnoot287 Een journalist van Indonesia Raya had mij over hem aangevallen. Ze weten meestal niet waarover ze spreken. Verlang naar Peter. Loet bracht me weg naar jfk-airport voor vlucht 74 van panam naar Amsterdam. Een reis van drieëntwintig dagen was voorbij. Er zijn maar vijftien passagiers. Misschien vijftien per klm en vijftien per Lufthansa. De verkwisting van de rijke wereld. In Time zag ik dat er 747 Jumbo's komen van Boeing die bijna zo groot zijn als een voetbalveld met mogelijk 490 zitplaatsen en een laadvermogen van 355 ton. Het eerste toestel is al naar Londen gevlogen. Altijd die eeuwige kwebbelaars in vliegtuigen. Wanneer zullen ze eens hun mond houden. Ik wil lezen. Schreef een brief aan broer Theo over wat ik in de vs had uitgespookt. | |
07.55 uurDawn, the first light of another day. One more day less to live. Life is like the bill, you know you'll have to pay some day. |
|