Memoires 1968-1970
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
New York20 januari 1969Richard was niet naar jfk-Airport gekomen, maar hij was thuis toen ik op 178 Fifth Avenue arriveerde. Hij zag er verschrikkelijk uit, ongeschoren. Hij omhelsde me affectionately. Hij heeft zich als model laten inschrijven bij het prestigieuze modellenbureau Wilhelmina aan Madison Avenue. Hij deed dit als Christian Cau. Hij hoopt in maart een rol in een film te krijgen. Via Minneapolis naar Sioux Falls, Zuid-Dakota gevlogen. Lezing voor de Knife and Fork Club. | |
21 januari 1969Ben in Paul Tillichs The Courage to Be begonnen.Ga naar voetnoot134 Ben lekker op dreef. ‘Conscience makes cowards of us all’. Vloog via Chicago, O'Hare naar Duluth, waar ik een auto huurde om naar Ashland, Wisconsin door te rijden. Kwam na middernacht aan. Lezing voor Northland College. Schrijf eigenlijk voortdurend alleen in Peters carnet.Ga naar voetnoot135 Een student vroeg me tijdens de lezing wat ik zou doen, wanneer ik zou worden opgeroepen voor Vietnam. Ik antwoordde zonder blikken of blozen dat ik alle te mijner beschikking staande phony tricks zou gebruiken om de oorlog in Vietnam te ontduiken.Ga naar voetnoot136 | |
[pagina 94]
| |
met Lee Harvey Oswald te gaan opschrijven. We zullen met zijn drieën aan het manuscript werken en de inkomsten delen. Ik telegrafeerde Marguerite Oswald tweemaal. Eindelijk belde zij terug, maar omdat ze dacht dat ik uit het huis van een Texas-rechter telefoneerde hing ze toch op. To hell with her. De paranoia heeft nu pas goed toegeslagen. Te begrijpen, maar what to do? Probeerde Jim Garrison te bereiken, maar ook dat mislukte. George en Jeanne zijn nu bereid naar hem toe te gaan. Een buurvrouw, die een glaasje te veel op had, kwam vertellen dat zij een telefoontje van de cia had gekregen om aan George mee te delen dat hij niet naar Garrison moest gaan, ‘because he would never be able to get another job’. Deze keer was Nadya de Mohrenschildt (15) thuis. Zij was een kind uit een eerder huwelijk met een socialite uit Philadelphia. Zij lijdt aan cystic fibrose, waaraan ook de enige zoon van George is overleden. Zij slaapt door haar ademhalingsproblemen in een soort tent. Het is ontzettend zielig om te zien, ook door de machteloosheid haar op enige manier te kunnen helpen of op te vrolijken. Het is een aardig kind. Ze weten niet hoe lang zij nog zal leven. Ik ving weer eens een glimp op van wat zich in die kring afspeelt. De woedeaanvallen van Jeanne, die chronisch te veel drinkt, zijn niet te harden. Haar geklier met de drie hondjes is eveneens om kotsmisselijk van te worden. Om te demonstreren hoeveel zij van honden hield en hoe schoon ze waren zoende zij de kut van ma Nero en de piemel van zoon Nero. Moest nodig weg. Op 24 januari gaf ik een lezing voor de Oak Cliff Lecture Luncheon Club. George en Jeanne gingen mee. Ze bleven ook voor de lunch. De Mohrenschildt noemde de aanwezige, voor het merendeel bejaarde dames, ‘a bunch of cadavres’. Ik was trouwens die dag niet erg op dreef. Ik zag in een krant dat mijn voormalige vriend op de Chinese ambassade in Den Haag, de heer Liao, is overgelopen naar het Westen. Interessant. | |
27 januari 1969Washington D.C., National Press ClubHad een ontmoeting op de Hill met Dick Drayne in Edward Kennedy's bureau. De senator moet eerst nog interviews geven aan een televisiestation in Boston, dan aan de nationale televisie en pas daarna kan de nts aan de beurt komen. Lunchte in de persclub met de heer Schaap, die in 1966 persattaché was op de Nederlandse ambassade in Jakarta. Volgens | |
[pagina 95]
| |
hem zou Sukarno nog altijd de enige leider in Indonesië zijn, die de massa werkelijk op de been zou kunnen brengen. Wim Wertheim was zijns inziens veel te links. Emile van Konijnenburg was nooit in staat afstand te nemen. Hij had beter voorgoed in Indonesië kunnen blijven dan naar Holland terug te gaan. Maar Suharto wilde Konijn daar niet houden. Vervolgens ontmoette ik mijn oude vriend Joe Borkin die bereid was te proberen De Verraders bij Harper & Row uitgegeven te krijgen. Hij attendeerde me op een artikel in de Washington Star met een foto waarop Bung Karno stokoud lijkt. In het twa-vliegtuig terug naar New York las ik brieven van een gesneuvelde militair, slechts één jaar ouder dan Peter, aan zijn ouders. Ben er diep door getroffen. | |
30 januari 1969Ben op weg naar Philadelphia om een gesprek te filmen met dominee James Bevel, die vorige week James Earl Ray, de gearresteerde moordenaar van dominee Martin Luther King, in diens cel in de gevangenis in Memphis, Tennessee heeft gesproken. Bevel heeft gezegd dat Ray onschuldig is en precies als Oswald als afleidingsmanoeuvre wordt gebruikt. Dominee Bevel keerde zich vooral fel tegen de apathie en onverschilligheid van het Amerikaanse publiek om erachter te komen wie jfk, rfk en mlk hebben vermoord. Dat is dus precies ook waarom ik denk dat je noch het Europese publiek, noch de Britten, noch de Fransen en misschien zelfs ons niet, een Warren Rapport in de maag zou hebben kunnen splitsen, waarvan een kind kan begrijpen dat het een domme, onintelligente cover-up is. Het is een waardevolle opname geworden. Dominee Bevel had een baard, droeg een Afrikaans hemd en witte gymschoenen, waar in groene inkt op was geschreven, the freedom home. Hij keek me overigens nooit echt aan. Toen ik arriveerde stond hij voor een schoolbord les te geven aan een groep blanke en zwarte jongeren. Het leek me dat zij zich bezighielden met revolutionaire vraagstukken. | |
[pagina 96]
| |
nts heeft gesolliciteerd naar wat ik hier voor ze aan het doen ben. Willebrord Nieuwenhuis schijnt de Nixon-medewerkers, met wie ik al in maart 1968 in New Hampshire reisde en filmde, nu ook maar eens op film te hebben gezet. Droomde vreemd. Gaf een lezing voor studenten, echte herrieschoppers. Ze liepen allemaal weg. Ik probeerde ze het werk van professor Bryant Wedge uit te leggen en zijn rapport over Khrushchev, maar ik werd overstemd. Ik liep naar de rector en een jongen werd weggezonden. Begrijp er niets van. Kocht met Loet Killian acht hutkoffers en ga de flat, waarin ik sedert 1958 heb gewoond, ontruimen. Alles gaat met de boot naar Huis ter Heide. Ik trek bij Richard in. Lad Johnson, manager van de Indonesische Kamer van Koophandel in Wall StreetGa naar voetnoot137, kwam naar Richards flat, wat door de lange trap naar boven en zijn invalide benen een opoffering was.Ga naar voetnoot138 | |
1 februari 1969Richard kwam vanmorgen bij me in bed liggen. ‘Mag ik mijn hoofd op je laten rusten?’ Hij ging met zijn hand door mijn haar. Kreeg tranen in mijn ogen. Om 16.00 uur arriveerde Jonathan Raymond. Dat vond ik absoluut heerlijk.Ga naar voetnoot139 We liepen naar Greenwich Village, zagen de film The Weekend en hebben eindeloos lang gepraat. Wipte even de kapel in en brandde twee kaarsen. Jonathan kijkt ook naar reten van kerels. Net als Peter vindt hij dat een achterste veel van de rest van een lichaam zegt. Hij sprak over moon gazing reten, ‘round and plumb like eyes gazing at the moon’. Ik heb nooit aan dergelijke details gedacht. Ik voelde me aangetrokken tot jongens, van Bertie tot en met Peter om hun aanwezigheid ja, maar de details van lijfelijkheid ontdekte ik meestal en route en wat betekenen ze eigenlijk als de rest, de mind, niet klopt. Frits was een gespierde, welgevormde bink, Erik een magere spriet, toch ben ik op beiden - bovendien Indische jongens - verkikkerd. | |
[pagina 97]
| |
me aan alsof ik een lastige, hem onbekende nicht was, waar hij vanaf wilde en niets voor voelde. Hij herhaalde bovendien: ‘Je gevoel voor mij moet nog veel meer veranderen.’ Ik stond aan de grond genageld. Hij zei iets van: ‘Onze gelijkgerichtheid zal heus wel blijven.’ (Hier volgden veertien pagina's cri de coeur.) Maakte Richard wakker en zat bij hem op bed. Jonathan was in mijn kamer waar de vleugel staat, met een pianoconcert van Beethoven en het boek van Tillich. Viel boven een boek van Fromme in slaap. ‘Onze keuzen,’ schreef hij, ‘ontspruiten aan machten, die heel wat dwingender zijn dan onze gedachten (...). Zij ontspruiten aan de rijke vluchtige innerlijke kern van ons wezen.’Ga naar voetnoot140 Richard en Jonathan kwamen vlak na elkaar thuis. We zaten tot 04.00 uur te praten over dat ondefinieerbare, infamous, nomansland tussen alle mensen. Volgens Jonathan (24) draagt iedere relatie het zaad van de vernietiging in zich. ‘I am a monk,’ zei hij. En Richard merkte tussen neus en lippen op dat hij een kind zou willen krijgen van zijn vriendin Margie Bresler. | |
3 februari 1969Wandelde met Jonathan naar de Airlines Terminal aan de 38ste straat voor zijn vlucht naar Boston. ‘I never got anything from my parents,’ zei hij. ‘I have nothing now. This summer, while I was home in Guilford, ConnecticutGa naar voetnoot141, I asked for a pair of shoes. They refused. They want me to grow up and be independent.’ Hij voegde eraan toe: ‘So, I have accepted never to ask them for anything.’ Hij zei dat hij mijn loyaliteit en toewijding tegenover Peter bewonderde. Ik antwoordde: ‘Kan een paardebloem het helpen dat hij geen orchidee is?’ Jonathan: ‘That's beautiful, I will never forget that.’Ga naar voetnoot142 Het schijnt dat de nts vorige week eindelijk mijn vorig jaar in Parijs gefilmde gesprek met de Noord-Vietnamese kolonel Ha Van Lau heeft uitgezonden. Dit uiteraard tot ergernis van Anthony Dake. Hij schijnt in Cuba te zijn, zogenaamd om Fidel Castro te filmen, wat hem nooit zal lukken. Fromme meent dat hij die verliefd wordt in die verliefdheid ‘al zijn andere liefdes en gehechtheden’ meebrengt. Dat lijkt logisch. ‘Alle liefdes zijn in wezen variaties op eenzelfde thema. Het uitzuigen van gehechtheden.’ Speelde veel piano. | |
[pagina 98]
| |
Gisteren ontmoette ik bij Lad Johnson thuis Thomas Coyne, van Coyne & Associates, Far Eastern Business & Trade Consultants met kantoren in Washington en Jakarta. Andermaal bleek me dat alles wat ik de afgelopen twee jaar over corruptie in Indonesië heb gepubliceerd klopte als een bus.Ga naar voetnoot143 | |
4 februari 1969Zonnig en koud. Liep in Kew Gardens met een intens verlangen er opnieuw met Peter te lopen en zijn hand te voelen. Fromme is van mening dat mensen die niet ‘nee’ kunnen zeggen en misschien liefdevol lijken in wezen koud zijn, van niemand houden en niet in staat zijn een blijvende relatie aan te gaan, mede als gevolg van een krampachtige drang ‘to be liked by everyone, to please everyone’. Jan Cremer belt uit Kopenhagen waar hij voor de verfilming van zijn eerste boek is. Hij heeft een script writer nodig en vraagt of ik Bill Bast in Hollywood wil opbellen.Ga naar voetnoot144 Loets kinderen zijn zo onbedorven en lief. Ismail Merchant die nu films maakt kwam naar me toe voor het avondeten.Ga naar voetnoot145 Stelde hem aan Richard voor. Later zei Ismail tegen me: ‘We in India believe that everyone finds once in a life-time a love in which the whole fibre of his being, his soul, his body, moves and only then we discover life (...).’ | |
5 februari 1969Vlieg naar Washington dc. Filmde in The House of Representatives op Capitol Hill de eerste zwarte vrouw in het Amerikaanse Congres, mevrouw Shirley Chisholm. Ik vond haar aardig en intelligent. Het werd een waardevol gesprekje van tien minuten. Richard zat voor het slapen gaan nog een half uurtje bij mij op bed. Ik vraag me af of hij werkelijk met Margie wil trouwen.Ga naar voetnoot146 | |
6 februari 1969Mejuffrouw Boekhoudt schrijft dat ze betwijfelt of ze mij tot steun zou kunnen zijn in mijn soms wanhopige gevoelens over Peter. ‘Maar wees er van overtuigd dat ik heus wel vaak aan je denk en van harte hoop dat je de weg omhoog weer zult kunnen vinden.’ Ze begreep ook dat ik niet naar de Steynlaan was | |
[pagina 99]
| |
gekomen, ‘omdat je je in een periode van hevige innerlijke beroering bevindt, die je maar het liefste alleen wilt uitvechten.’ Richard ging de hele dag met me mee. We lunchten in de VN. Om 16.00 uur had ik een bespreking bij Random House, waar men buitengewoon veel belangstelling had voor een boek van George en Jeanne de Mohrenschildt over Lee Harvey Oswald. George schreef me bovendien een briefje dat de outline reeds gereed was en de eerste twee hoofdstukken geschreven waren.Ga naar voetnoot147 Woonde een cocktailparty bij van la baronne Jacqueline de Gunzburg op Park Avenue. Najwa Sarkis, mijn vriendin van vorig jaar, wordt er niet mooier op. | |
7 februari 1969Mijn moeder gaat de bungalow van Pim OsieckGa naar voetnoot148 in Huis ter Heide spoedig ontruimen. Tante Jetty heeft een huis gekocht aan de Genestetlaan in Bilthoven dat mijn moeder van haar gaat huren. Er was een onbetaalde rekening voor mij gekomen en mam schreef: ‘Wat ben jij toch een sloddervos met je financiën, daar is op jouw leeftijd geen excuus voor (...). Ik verzoek je vriendelijk er voor te zorgen dat dergelijke rappels nooit meer in mijn brievenbus komen, zowel hier als op de Genestetlaan.’ Zij had gelijk. Op financieel gebied ben ik een Papoea. Brandde twee kaarsen in St. Patricks. Tegen middernacht - Richard was nog niet thuis en ik was al in bed - kwam zijn vriendje Lennie op bezoek. Lennie keek naar mij in mijn slipje: ‘You have an erection,’ zei hij. Had het niet gemerkt. Ik dirigeerde hem naar Richards kamer. Hij kwam daarna tot tweemaal toe bij mij in bed, wat wel zalig was, want sinds oktober 1968 - de nacht dat mijn Indonesische vriend Iwan in mijn armen sliepGa naar voetnoot149 - was ik op 178 Fifth Avenue alleen in bed gebleven. Later kwam Richard thuis en vond Lennie in bed. Wat er mis is gegaan weet ik niet, maar spoedig daarna verliet Lennie het huis. Richard kroop toen bij mij en sliep zalig in mijn armen. Lennie is in opleiding voor chirurg. | |
[pagina 100]
| |
9 februari 1969Er vallen pakken sneeuw. Ik lees Controversen van prof. dr. P.C. Kuiper, waar Peter me op attendeerde. ‘Men kan geen depressie zien zoals men de ulcus ziet (...). Men stelt zich denken, kennen voor als een soort van zien (...). De overbezorgdheid is de neurotisch ondoelmatige oplossing van deze onbewuste conflictsituatie (...). Men verbiedt een ander op morele gronden hetgeen men hem benijdt, bewust geleid door nobele motieven, de zorg voor zieleheil van den ander, onbewust echter gedreven door de behoefte hem zijn levensvreugde af te nemen.’Ga naar voetnoot150 Hemeltje dat geeft me te denken. Vooral ten aanzien van mijn gedrag tegenover Peter. Draai Daphnis et Chloë van Ravel en Pelléas et Mélisande van Debussy: lievelingsmuziek. Het is een ware sneeuw blizzard buiten. Margie zit op Richard te wachten. Het huilen staat haar nader dan het lachen. Ze blijft slapen. Zij lijkt een hoopje verdriet. Ben in Beeld en Verbeelding van J.P. Sartre begonnen, maar blijf het moeilijk vinden.Ga naar voetnoot151 ‘De mens is een mengsel zoals Aristoteles zegt, van een denken nauw verbonden met een lichaam. Geen enkele gedachte die niet met iets lichamelijks is besmet.’ | |
10 februari 1969Studeerde piano en de bel ging. Craig, fotomodel, vriendje van Richard kwam binnen. Hij probeerde prompt wat. Hij is nu weg en zei bij de deur dat Peter trots op me moest zijn. Richard vertrok drie dagen geleden, gaf me vlak voor Margie een vette zoen en niemand weet waar hij is. Margie huilt voortdurend aan de telefoon. | |
11 februari 1969Cellosonates van Bach met Pablo Casals. Luister er muisstil naar. Daarna stond ik in de besneeuwde straten te kijken. Een oude man hielp met zijn blote hand een nog ouder negerdametje over een berg sneeuw. Mijn gedachten zijn bij Peter. Fromme meent dat ‘innige persoonlijke banden steeds zeldzamer worden, omdat iedereen rondrent (ja, als kip zonder kop) (...). Impulsief vergroten wij de moeilijkheden door onze verhouding met anderen te bederven en dan bang te worden voor hun gevoelens voor ons (...).’ Om 10.30 uur wandelde Richard eindelijk de flat binnen. Hij | |
[pagina 101]
| |
gaf me een zoen op mijn voorhoofd. Vertelde dat hij bij een vriend in White Plains ingesneeuwd was geweest en drie dagen met die bink in bed was gebleven in een soort zalige droomtoestand. Hij draaide twee keer een liedje van Leonard Cohen, ‘I love you in the morning’ en ging weer weg. Une barque sur l'océan, Ravel Sinds de lunch praat ik al meer dan twee uur met Richard over wat hij wil, zich ten doel stelt, verlangt, en ik luister en luister en ik besef tenslotte dat, al behoort hij tot mijn aller intiemste vrienden, hij just another stranger is. Dostojevski schreef in zijn dagboek dat een kat eveneens negen levens had. Ik ben een en ondeelbaar, heb een dagboek en een leven. Ben naar de Bagel in de Village gegaan, want ik had in geen dagen warm gegeten. Stuurde Frommes airmail naar Peter. | |
14 februari 1969Dallas, TexasLogeer bij George en Jeanne de Mohrenschildt. Jeanne babbelt sedert het ontbijt tegen me. Ik ben gaan lezen om haar zodoende te dwingen de was te gaan doen. Zij vertelde hoe zij met haar hond Nero van San Juan, Puerto Rico naar Port au Prince, Haïti reisde. In Jamaica moest worden overnacht. De hond moest in een kooi worden opgesloten. Jeanne liet zich eveneens in die hangar insluiten. Nero mocht alleen even uit de kooi om te piemelen en moest meteen terug. We zijn de hele dag in de cbs-studio bezig geweest om het verhaal van Oswald door George en Jeanne op geluidsband te laten vertellen.Ga naar voetnoot152 | |
15 februari 1969Mijn ogen zitten nog dicht van de slaap, maar we moeten opnieuw naar de cbs-studio om het Oswald-verhaal af te maken. Het zijn negen tapes van elk vijfenveertig minuten geworden. Nu kan ik deze week dit geluidsbandmanuscript bij Random House in New York inleveren. Sneller kan niet. Mijn aantekeningen waren de volgende. Op 22 november 1962, de dag van de moord op jfk, waren de De Mohrenschildts op een receptie in Port au Prince, Haïti. Ze waren diep geschokt. George zei dat ze de Amerikaanse ambassadeur, Timmons, alle mogelijke hulp hadden aangeboden. | |
[pagina 102]
| |
Jeanne sprak dit tegen. Het enige aspect waarover we konden getuigen, aldus het echtpaar, waren de leefwerelden van Oswald en zijn vrouw Marina. Er werden uiteindelijk driehonderd pagina's van onze getuigenis voor de Warren Commissie afgedrukt. Onze getuigenis is langer dan dat van Marina Oswald en de moeder, Marguerite Oswald, samen. We gingen er vanuit dat we achter gesloten deuren vertrouwelijke gegevens hadden afgegeven. Er werden volmaakt irrelevante vragen gesteld over mijn verleden, mijn verschillende huwelijken en over mijn zakenrelaties. George herhaalde dat hij dit verhaal nu wilde vertellen om zijn geweten met zijn geweten in het reine te komen. Oswald was een vriend geweest en het Amerikaanse publiek had er recht op te weten dat zij althans nog altijd twijfelden aan zijn schuld. In de vroege zomer van 1962 kwam hen ter ore dat zich in de Russische kolonie in Dallas een uit Minsk teruggekeerde Amerikaan met een Russische vrouw bevond. Georges vader was daar de Marshall of the Nobility geweest. Hij bracht er zijn jeugd door. Hij besloot Oswald te bezoeken. Samen met een bevriende zakenrelatie, kolonel Lawrence Orlov, reden ze naar Oswalds tweekamerflat in Mercedes Street. Het was een armoedige woning, zonder gordijnen en met goedkoop meubilair, maar redelijk schoon. Graaf De Mohrenschildt had zich voorgesteld als George Bouhé en dus de naam van een andere vriend gebruikt. Orlov vond Marina, die alleen thuis was een schoonheid, maar ze had slechte tanden en muisachtig blond haar. Marina sprak melodieus, niet geaffecteerd Russisch. De baby June lag in de wieg. Zij bood een glas sherry aan. Lee kwam spoedig daarna thuis. Daar was dan de man, die op zo tragische wijze beroemd zou worden. Hij leek een onbelangrijk persoon, van doorsnee lengte, met zware werklaarzen aan. Ik vond hem een buitengewoon interessante man. Ik vertaalde sommige vragen van Orlov, maar noch hij, noch ik, herinnert zich ons het gesprek. Ik observeerde overigens meteen dat Lee een heldere, intelligente en onafhankelijke mind had. Hij drukte zich moedig en kundig uit zonder gekunsteldheid en verfraaiingen. Oswald was gewoon een man die duidelijke taal sprak en recht op zijn doel afging. We spraken eerst Engels maar gingen in Russisch over. Ik vond hem bijna meteen fascinerend. Hij stelde zich trouwens als een behoorlijk mens op. Ik ga nu eenmaal dikwijls op mijn intuïtie af en omdat Lee zelf een intuïtief persoon was, zal hij dit hebben gevoeld en binnen de kortste keren zaten we als oude vrienden met elkaar te praten. Ik moet zeggen, dit was eigenlijk een van zijn beste kwaliteiten. Hij concentreerde zich | |
[pagina 103]
| |
onmiddellijk op het onderwerp van discussie. Hij was levendig in de waarheid geïnteresseerd en demonstreerde ook een nietaflatende attitude de waarheid te willen achterhalen. Hij was tegen iedere vorm van double talk, zoals je deze dag in dag uit op feestjes hier in Dallas kunt beluisteren. Het kon hem niets schelen wat mensen van hem zeiden of over hem dachten. Hij hield met moed aan zijn overtuiging vast, wat ook de consequenties konden zijn. Dit eerste gesprek deed me onmiddellijk terugdenken aan mijn eigen studietijd in Luik in België. Het viel me trouwens op met hoeveel tederheid hij naar de baby keek. Hij nam weinig notitie van Marina en sprak Russisch tegen haar. Kolonel Orlov verveelde zich. Ik bracht het gesprek op het waarom en wanneer hij Minsk had verlaten en hoe hij Marina Amerika binnen had weten te krijgen.Ga naar voetnoot153 Marina sprak kennelijk geen woord Engels en Lee zei dat hij dit ook niet wilde, want hij had training in het Russisch nodig. Lee hield van Russisch en vond het een prachtige taal. De vrouwen waren aantrekkelijk en de literatuur van Rusland was uniek. Lee noemde het zijn probleem dat hij al heel lang naar de ideale regeringsvorm had gezocht en tot de conclusie was gekomen dat er geen ideale regering bestond. Ik vertelde hem dat mijn vrouw ook Russisch sprak en in China de Russische school had gevolgd en Russisch ballet had gestudeerd. ‘We zullen komen,’ beloofde Lee en ik gaf hem ons adres. Orlov als militair, ergerde zich misschien aan Lee's onafhankelijke opstelling en zijn wat afstandelijke houding tegenover de kolonel. Ik was er intussen van overtuigd dat Lee wel degelijk een waardevolle kerel was en diep op de zaken inging. Een paar dagen later belde Lee ons op en zei dat hij met Marina en baby June naar ons toe kwam. Ik bood aan hen te komen halen maar dit hoefde niet; ze kwamen met de stadsbus. We woonden in die tijd aan Dickens Avenue nabij het University Park. Ik had contracten getekend om geologische onderzoekingen te verrichten op Haïti. Materiële zaken interesseerden Lee absoluut niet. Omdat ik in dat opzicht hetzelfde ben konden we het tijdens deze tweede ontmoeting nog beter samen vinden dan aan Mercedes Street. Ik weet eigenlijk niet waarom hij mij aardig vond. Zoals ook zijn opschrift op de foto laat zien die hij voor ons achterliet, beschouwde hij mij als zijn enige vriend. We hadden een uitstekend contact, een soort gevoel van kame- | |
[pagina 104]
| |
raadschap. We waren beiden getrouwd. Al in zijn jeugd in New Orleans had hij zich geërgerd aan de problemen van rassenscheiding. De grondwet bepaalde immers dat alle Amerikanen gelijk zouden zijn en gelijke rechten hadden? Al meteen vanaf onze eerste gesprekken maakte hij duidelijk dat hij al op zijn 12de, 13de jaar oog had gehad voor het onrecht in Amerika. Zodoende was hij in aanraking gekomen met Marx en Das Kapital. Dit zei hij op een soort plechtige manier. Hij had het boek geleend uit de bibliotheek van Loyola University. ‘Ik leerde toen de methode van dialectical materialism kennen, maar misschien was ik er toen nog te jong voor.’ De Mohrenschildt vond Oswalds ‘mind, fairly logical. He was looking for equality and justice’. Jeanne had een Russische maaltijd bereid, maar Lee roerde zijn eten nauwelijks aan. Hij verafschuwde roken, vooral door vrouwen. Zijn diensttijd in het Korps Mariniers had hem sterk beïnvloed, meende hij. In die dagen was dit voor hem de enige methode geweest om iets van de wereld te kunnen zien. Hij had tezelfdertijd veel vrij en kon dan lezen en gedurende zijn diensttijd een middelbare schooldiploma halen. ‘Eigenlijk zijn tijdens mijn diensttijd in Japan,’ meende Oswald, ‘mijn Marxistische ideeën over gelijkheid voor iedereen pas werkelijk duidelijk geworden. Ik legde contacten met revolutionaire groeperingen in Japan. Ik voelde me tot hun standpunten aangetrokken.’ Hierop vroeg George de Mohrenschildt aan Oswald of in Japan the groundwork was gelegd voor zijn reis naar de Sovjet-Unie. Oswald had een truc gebruikt. Hij had ontslag genomen uit het Korps Mariniers, zogenaamd om zijn moeder te gaan helpen in haar onderhoud, maar in plaats daarvan was hij via Finland naar Moskou gereisd, waar hij ostentatief zijn Amerikaanse paspoort had verscheurd. De Sovjets hadden hem een werkvergunning gegeven en een baan in Minsk. Lee vertelde in detail welke de beproevingen waren geweest om aan de hand van de Sovjetbureaucratie die vergunning te krijgen. George zei vooral geïnteresseerd te zijn geweest om via Oswald meer te horen over de stad uit zijn eigen jeugd, Minsk. ‘Ik stelde hem allerlei vragen over de rivier, de dennenwouden, kerken en scholen en hij antwoordde zeer nauwkeurig. Ik begreep dat Minsk de laatste dertig jaar sterk was veranderd. Lee werkte in een fabriek voor radio- en tv-toestellen. De job was okay geweest. Hij werd voldoende betaald. Hij kocht zijn benodigdheden op de markt.’ De Mohrenschildt ging vervolgens in op Lee Harvey Oswalds politieke ideeën. ‘Hij had min of meer een theoretisch type | |
[pagina 105]
| |
mind. Hij neigde meer naar theorieën dan naar de praktische toepassing ervan. Misschien is dat juist wel de reden dat hij het prima kon vinden met de Sovjets. Zij houden immers in het algemeen van theoretiseren en kletsen? In Japan is voor Oswald komen vast te staan dat de armen door de rijken werden geëxploiteerd via een feudalistisch-paternalistische industriële set-up. Trouwens, Lee zeurde er nooit over hoe beperkt hun middelen waren. Marina deed niet anders. Hij stond op het punt ontslagen te worden. We vroegen hem waarom hij niet naar Dallas verhuisde om dichter bij ons te wonen. We zouden kunnen helpen met de baby. Ook wilde ik voor introducties zorgen. Ik probeerde hem gerust te stellen en adviseerde hem zich geen zorgen te maken.’ Oswald antwoordde echter dat George en Jeanne zich geen zorgen moesten maken. Hij zou zelf voor een nieuwe baan zorgen. Hij had daarbij van niemand hulp nodig. ‘En hier zie je een belangrijke hoofdtrek van het karakter van Lee,’ aldus De Mohrenschildt. ‘Hij verafschuwde hulp van wie dan ook. Later heeft hij toch een introductie van me aangenomen voor een president van een bedrijf in Dallas, maar intussen vond hij zelf een betrekking in een fotolaboratorium, Jaggarts of Taggarts. Oswald was in fotografie geïnteresseerd. Hij had in de ussr een camera gekocht. Hij ontwikkelde al zijn opnamen zelf. Hij wist ook wel wat van machines af, maar uiteindelijk was hij toch te veel een eenling om in een team te kunnen meedraaien. De De Mohrenschildts hadden Lee altijd gemanierd en beleefd gevonden. Marina gedroeg zich ook als goed opgevoed, maar Jeanne vond haar nogal oppervlakkig, maar anderzijds iemand waar je plezier mee kon maken. Het zou misschien gek gevonden worden, maar zij beschouwden hun honden als barometers of gasten als vrienden waren gekomen. De Manchester-terriërs Nero en vrouwtje Pupea waren buitengewoon intelligent. ‘Zij voelen instinctief boosaardigheid aan,’ aldus George. De dieren reageerden bij het eerste bezoek van de Oswalds als volgt: ‘Ze waren nieuwsgierig naar baby June, onverschillig tegenover Marina, maar uitbundig vriendelijk naar Lee. Zelfs sommigen van onze kinderen hadden zich beklaagd over onvriendelijkheid van de zijde van de honden.’Ga naar voetnoot154 Oswald vertelde De Mohrenschildt dat hij geleidelijk in de Sovjet-Unie depressief was geworden, ook omdat hij uiteindelijk niet zoveel verdiende als hij had verwacht. ‘Ik kreeg de in- | |
[pagina 106]
| |
druk,’ aldus George, ‘dat hij de Sovjetvorm van regering afwees als te geregimenteerd. Hij vervloekte de verplichting dat men na het werk vergaderingen van arbeiders diende bij te wonen. Hij verafschuwde de indoctrinatie. Ik had mijn dochter Alexandra en schoonzoon Gary Taylor gevraagd of de Oswalds bij hen hier in Dallas zouden kunnen wonen tot hij werk vond, maar Lee gaf er de voorkeur aan in Fort Worth te blijven. Maar later nam hij toch een kamer in de ymca. Zo verliepen de eerste contacten met Lee in 1962 en wij dachten er in de verste verte niet aan dat hij eens een historische figuur zou worden. Gedurende de hele zomer van 1962 zagen wij hem regelmatig en soms bleven we lange avonden bij elkaar. Uiteindelijk vonden de Oswalds een woning aan Elspeth Street. Het amuseerde ons dat ze zover van ons af waren gaan zitten, bijna veertien kilometer. Toch bleef hij veel bij ons komen, ook al had hij geen auto. Hij kon niet autorijden. Wij hadden verder geen enkele reden om te twijfelen aan wat hij ons vertelde of tegen ons zei.’ ‘Wij zijn er mogelijk de oorzaak van geweest dat Lee en Marina voor de eerste maal uit elkaar gingen. De scheiding duurde twee weken,’ aldus het echtpaar. ‘Lee belde haar die dagen wel eens op maar had geen behoefte haar terug te zien. Zij verveelde hem waarschijnlijk al een beetje. Hij was voor haar eigenlijk veel te serieus. Oswald kon het weinig schelen hoe hij er uit zag en in geld verdienen was hij niet geïnteresseerd.’ George: ‘Ik bewonderde zijn idealisme, zijn dromen. Maar in onze moderne wereld is een dromer ontzettend gehandicapt. Mensen beschouwden hem als a failure. Wanneer hij langer zou hebben geleefd, had hij misschien zijn baard laten staan en zich bij de hippies aangesloten. Omdat we het zelf niet zo goed konden missen hebben we onder de Russische émigrés een collecte gehouden om het gebit van Marina in orde te laten maken, want zij was bezig zichzelf te vergiftigen. Dit gebeurde in een tandheelkundige kliniek waar een aantal tanden moesten worden getrokken en vervangen. Marina was tenslotte een jonge getrouwde vrouw met een kind. Zij bewonderde bijvoorbeeld de kleurrijke jurken van de zwarte vrouwen, die zij op straat zag.’ Ik wilde nog meer weten over Lee's verblijf in Minsk. Hij moet er, zoals hij het aan de De Mohrenschildts vertelde nogal ongelukkig zijn geweest. Marina werkte toen in een ziekenhuis. Zij was in Leningrad geboren. Haar vader was in het leger ten tijde van de tsaar kapitein geweest. Zij had een stiefvader en het gezin kon tot de betere families worden gerekend. Haar moeder overleed eveneens. Lee en Marina ontmoetten elkaar | |
[pagina 107]
| |
op een feestje. Ze trouwden in Minsk. Buitenlanders kregen sneller betere woningen en Marina had dikwijls naar luxueuzere flats gekeken in de hoop er eens te wonen. Lee bewoonde immers zo'n flat? Ze hadden mazzel dat de Amerikaanse regering soepel genoeg was om hen vijfhonderd dollar te lenen om terug te keren en Marina mee te laten komen. ‘Hij heeft zich trouwens uit de naad gewerkt om de regering het geleende geld te kunnen terugbetalen,’ aldus George. ‘Hij was overdreven punctueel en Marina klaagde hier voortdurend over tegen ons. We waren zelf verbaasd dat hij de verplichting de regering terug te betalen zo hoog op nam. Wij vroegen hem dus herhaaldelijk hoe het mogelijk was geweest dat Washington hem zijn vrouw had laten meenemen. Hij antwoordde dat het niet eenvoudig was geweest en dat hij er een speciale trip naar Moskou voor had gemaakt. Wat niet mee zat was dat Marina's oom, Medvedev, een kolonel bij de kgb was.Ga naar voetnoot155 Deze militair was niet erg met Oswald ingenomen. ‘Maar uiteindelijk’ aldus George, ‘vertelde Lee ons nooit precies waarom en hoe hij de ussr weer had verlaten. Misschien zat er toch iets anders achter of misschien waren de Sovjets wel blij van hem af te komen.’Ga naar voetnoot156 ‘Ik vroeg hem bijvoorbeeld op de man af: “zeg me Lee, waarom heb je het risico genomen naar de Sovjet-Unie te gaan en mogelijk niet meer naar Amerika te kunnen terugkeren?” Hij antwoordde toen dat hij nog altijd op zoek was naar een ideaal. Hij was echter tot de conclusie gekomen dat Utopia's niet bestaan. We spraken dikwijls lang avonden over dit onderwerp, maar hij stelde zich nooit vijandig tegenover zijn ervaringen in de ussr op. Hij werd ook niet emotioneel. Hij sprak met affectie over zijn Russische medearbeiders en noemde hen vriendschappelijk en oprecht. Ze kwamen naar zijn flat. Hij bezocht ook hun huizen. Lee zei dat niemand had geprobeerd hem te intimideren of te hersenspoelen. Niemand had een communist van hem willen maken. Hij was ook nooit lid van de partij geworden,’ aldus George in de cbs-studio in Dallas. Oswald besteedde in Minsk vijf procent van zijn salaris aan de huur van zijn flat. Hij had geen motorfiets zoals sommige arbeiders en maakte gebruik van de stadsbus. De eindeloze redevoeringen op arbeidersvergaderingen na het werk maakte hem wanhopig. Alle arbeiders hadden er de pest aan. ‘We werden voor | |
[pagina 108]
| |
al die lange uren niet betaald. We kwamen er half verdoofd uit. Alleen de toegewijde kaders haalden er hun hart aan op.’ Hij sprak ook wel over uitgaan met vrouwen in Minsk. Zijn belangstelling voor de Sovjet-Unie was absoluut authentiek, meenden de De Mohrenschildts. Marina was een doorsnee huisvrouw, terwijl Lee juist meer in boeken en politiek dan in seks was geïnteresseerd. Marina had Jeanne verteld dat ze eens per maand seks hadden en dat het haar steeds koud liet. Zij hadden de indruk dat Marina in Minsk uit was geweest op een luxueuzer leventje en dat vooral zij hem had aangespoord naar de vs terug te keren. Zij was zelf uit de Komsomol (jeugdarbeidersbond) gegooid, omdat zij een Amerikaan huwde. Het vertrek per trein naar Moskou was feitelijk onwettig geweest. ‘Waarom ik,’ aldus George, ‘als een man van ervaring met vrienden in de hele wereld nu juist in deze Lee Harvey Oswald geïnteresseerd raakte is wellicht te wijten aan diens open en rechtdoorzee-persoonlijkheid en het feit dat hij juist in Minsk had gewoond en mijn belangstelling voor zijn ervaringen in de Sovjet-Unie. Lee stond de belangstelling van de Russische émigrés in Dallas tegen. Hij wees hun cadeautjes van de hand. Misschien kwam dit wel voort uit een zekere jaloezie omdat de leden van de Russische emigrantengemeenschap over honderd jurken beschikten en in luxe leefden in tegenstelling tot wat hij Marina kon bieden. Bij Lee ging June in alle opzichten voor en hij verwende dus vooral zijn dochtertje. Marina verweet hem maar al te dikwijls dit verschil in welstand. Marina was aardig tegen de Russische gemeenschap. Lee juist niet, zelfs soms grof. Hij nam hun uitnodigingen ook niet aan. Hoe meer ze Marina verwenden, hoe moeilijker het voor hem was. Mijn eigen filosofie in het leven is juist om de machtigen niet voor het hoofd te stoten en aardig te zijn voor minderen, althans zo aardig mogelijk, ook al ergeren zij mij. Want dat is immers als het beledigen van een bedelaar? Als Lee mij soms ergerde zorgde ik er voor dat ik hem dit nooit liet merken,’ aldus De Mohrenschildt. Geleidelijk namen in de zomer van 1962 de tegenstellingen tussen Lee en Marina toe. Ook al bekritiseerde hij zijn moeder nooit, hij liet zich anderzijds nooit in vriendelijke bewoordingen over haar uit. Hij sprak eigenlijk nooit over haar. George en Jeanne: ‘Wij zijn het overigens met Marguerite Oswald eens, althans op dit punt, en we hebben dit ook voor de Warren Commissie gezegd dat we Lee als onschuldig aan de moord op jfk beschouwen. Niet alleen omdat hij Kennedy gunstig was gezind, maar hij bewonderde “jfk in his own quiet and reser- | |
[pagina 109]
| |
ved way”. Op een avond dat we over de president spraken, zei Lee dat hij waardering had voor de pogingen die Kennedy in het werk stelde om integratie tussen blank en zwart te bevorderen. Hij zei bereid te zijn voor dit doel te vechten en zijn leven te geven. Lee haatte de ultrarechtse blanke haatgroepen in het zuiden, die zich ver boven negers verheven voelden.’ De Mohrenschildt: ‘Wanneer ik Lee met een boek zag dan las hij Russische klassieken. Hij leefde trouwens als een kluizenaar. Hij las ook Russische gedichten. Het is niet zo eenvoudig om Dostojevski, Toergenjev, Poesjkin, Gogol, Lermantov en anderen in het Russisch te lezen. Zijn favoriete muziek was Queen of Spades van Tsjaikovski. Hij hield veel van klassieke muziek. Ze hadden veel platen, ook van Russische volksliedjes. Maar ze hadden ook veel ruzies. Marina correspondeerde met een vroegere vriend in de Sovjet-Unie. Lee had een brief onderschept en vanaf dat moment ging het steeds slechter. Zij besloot zelfs bijna naar Rusland terug te keren. Lee had vooral bezwaar tegen haar kettingroken. Zij dronk ook veel wijn. Zij sliep altijd tot het middaguur wat hem ergerde. Maar hij adoreerde zijn kind en bij het minste geluid ontfermde hij zich over haar.’ De De Mohrenschildts konden zich niet voorstellen dat Lee ooit voor een inlichtingendienst van welk land ook zou hebben gewerkt. Daar vonden ze hem te openhartig voor. Hij las veel. Hij verdiepte zich in dingen. Zijn meningen waren oprecht. Hij was soms een beetje boers, ruw. Hij pikte nieuwe moeilijke woorden op en gebruikte ze dan graag to show off. ‘Daar lachten wij dan om,’ zei George. ‘We konden ons niet voorstellen dat zelfs Washington dom genoeg was om Lee enig geheim toe te vertrouwen. Zelfs geen enkel Afrikaans land zou zoiets doen. Daar was hij veel te rondbazuinerig voor. Er zat een element van instabiliteit in zijn karakter, vandaar ook zijn reizen en trekken. Avontuur trok hem aan. Hij had er de pest in moeite te hebben met het vinden van werk in Dallas. Hij veranderde te dikwijls van positie. Ik vroeg hem wel eens: “Waarom blijf je niet in het Marine Corps? Je hebt niet al teveel intelligentie nodig om er officier te worden?” Ik denk dat wat Lee in mij aantrok het feit was dat ik mijn hele leven een promotor van nieuwe ideeën ben geweest, dus een verkoper. Ik trap mensen niet op hun tenen. Ik stel er juist belang in mensen te ontmoeten. Anderen zagen Lee als een arme miserabele donder en namen verder geen notitie van hem. Sommige Russische emigranten waren zelfs bang voor hem, juist omdat hij zo openhartig was. ‘Ik ben bang voor hem,’ zeiden ze dan, ‘want hij is een gek.’ Ik antwoorde dan: ‘Don't be scared. He is just as small as | |
[pagina 110]
| |
you are’. Lee was absoluut een perfectionist. Ze maakten zelfs ruzie in ons bijzijn. De volgende dag zagen we dan dat Marina een blauw oog had. Wij gaven hem dan op zijn donder en zeiden: je bent hier niet in de Russische wildernis.Ga naar voetnoot157 Marina zei dan: ‘Die idioot behandelt me beestachtig en geeft me bovendien te weinig seks.’ Wij adviseerden haar behoorlijk Engels te leren spreken en naar school te gaan, vooral ook om onafhankelijker van Lee te worden. ‘Jeanne de Mohrenschildt gaf Marina toen de platen, die zijzelf indertijd had gebruikt om Engels te leren. Wij gaven onze platenspeler erbij. Maar zij roerde de platen niet aan. Zij draaide haar eigen muziek.’ ‘Lee kwam bij ons,’ aldus George, ‘om over de Sovjet-Unie te praten. Hij beklaagde zich zelden over Marina. Wij nodigden hem gewoon uit en mijn vrouw gaf hem dan de wind van voren uit wanhoop over zijn gedrag tegenover Marina. Maar hij was redelijk en bereid de situatie onder ogen te zien. Hij dreigde bijvoorbeeld al haar jurken te vernietigen en dan kon hij wit van woede worden en was razend, maar dan werd hij weer rustig en was hij bang door zijn explosie June te verliezen. Dat kind was zijn idool, wat je van zijn gezicht kon aflezen. Door de omstandigheden kreeg hij niet de kans zich als een uitstekende vader te ontpoppen. Wij spraken met hem alsof hij onze eigen zoon was. Wij wezen hem er op dat hij geen man moest worden, die zijn vrouw sloeg. We stelden voor dat zij elkaar een poosje niet zouden zien, als test. Toen ze dus uit elkaar gingen was hij iedere avond bij ons. Lee was helemaal geen gewelddadig mens. Hij vond mensen aardig. In Rusland sloofde hij zich uit om medearbeiders Engels te leren. Hij vertelde hen ook over Amerika en stelde zijn land in een gunstig licht. Hij was helemaal geen verrader, zoals de pers hem klakkeloos noemde. Hij had een eervol karakter. Hij verdedigde Amerika in de ussr en de Sovjet-Unie in Amerika. Marina nam hem echter voortdurend in de maling. Daar reageerde hij dan op. Ik heb Lee Harvey Oswald nooit gezien als een man, die in staat was iemand te vermoorden. Neem maar als voorbeeld dat hij onze interventie in zijn persoonlijke leven aanvaardde. Ikzelf ben evenmin een gewelddadig mens, maar ik zou die interventie niet hebben gepikt. Lee was iemand die aan zijn gevoelens vasthield. Hij beschouwde religie als belachelijk. In dit opzicht deelde Marina zijn inzichten. Maar nauwelijks was zij van hem af of zij liet haar kind dopen, en nog wel in een Grieks-orthodoxe kerk, voor | |
[pagina 111]
| |
het geval dat. Ik mocht Marina niet omdat zij twee gezichten had, dit in tegenstelling tot Lee. Zij kon hem beschimpen en zei dan: “You think you are such a big shot but you are doing nothing”. Ook verbeterde zij strijk en zet zijn fouten in het Russisch. Hij sprak inderdaad met een licht accent en maakte wel eens fouten in de grammatica. Maar het was opmerkelijk hoe goed hij de taal beheerste voor een buitenlander.’ De Mohrenschildt: ‘Mij werd steeds weer gevraagd waarom ik mijn aandacht en tijd verdeed aan een Marxistische idioot. Terwijl Oswald juist zeer goed had doorzien hoe opportunistisch partijleden in de ussr zich opstelden tegenover niet-partijleden. Men voegde zich bij de partij om betere posities te krijgen terwijl, naar zijn mening, de mensen die zich niet bij de partij aansloten verreweg beter waren. Hij oordeelde negatief over politici overal ter wereld, terwijl mensen overal hetzelfde waren en die politieke gevechten allerminst ondersteunden of nodig hadden. Ik herinner me dat jfk een keer op de omslag van Life Magazine stond. Lee reageerde door te onderstrepen hoe aantrekkelijk en jong de nieuwe president van het land eruit zag. Hij was op de hoogte van de wijze waarop de Kennedy's hun fortuin bijeen hadden gekregen; dat jfk's vader als ambassadeur in Londen zwarte handel in whisky had gedreven, maar toch bewonderde hij de president. Marina zei wel eens tegen ons dat Lee in de Sovjet-Unie heel anders was en zich daar best gelukkig had gevoeld. Juist in Texas was hij een soort kluizenaar geworden. Hij verafschuwde de rechtse haatgroepen, die hij fascisten noemde; hij zei dat het moeilijk was om in Amerika een behoorlijke opleiding te krijgen en hij was woedend dat hij geen behoorlijke baan kon vinden, want iedere keer, wanneer hij weer ergens te werk was gesteld verscheen de fbi ten tonele om zijn nieuwe werkgever in te lichten dat hij eens naar de ussr was overgelopen.’Ga naar voetnoot158 Jeanne: ‘Hij was vooral ook gekant tegen de Russische emigranten, omdat hij vond dat er veel joden onder hen zaten. Zij gaven teveel cadeaus aan Marina en al was het genereus bedoeld, het werkte ten nadele van hun huwelijk.’ George: ‘Hij verafschuwde iedere vorm van bureaucratie, zowel hier als in de ussr.’ ‘Ik verloor in 1960 mijn enige zoon,’Ga naar voetnoot159 zei De Mohrenschildt, ‘en zoals je weet zijn we toen die voetreis door Midden-Ame- | |
[pagina 112]
| |
rika gaan maken. Vlak nadat we in Dallas terugkeerden ontmoetten wij Oswald. Misschien identificeerde ik hem in zekere zin met mijn verloren zoon. Dat heeft hij misschien ook zo gevoeld en daarom accepteerde hij onze bemoeienissen met zijn privé-leven. Hij vertrouwde mij onvoorwaardelijk. Lang geleden was ik een officier geweest bij de Poolse cavalerie. Ik behandelde Lee dikwijls zoals een officier omspringt met een rekruut. Bij Taggarts drukte hij kaarten met een zwarte rouwrand. Hij bracht ze mee. Ik heb ze nog altijd. Ik fungeerde als een soort Svengali-mentor. Hij had lang voordat hij mij kende zijn opinies gevormd over de westerse samenleving en Amerika in het bijzonder. Het zou juister zijn om te stellen dat onze meningen over Latijns-Amerika overeenstemden. Misschien was ik zelfs kritischer dan hij. Che Guevara deed dezelfde ontdekkingen toen hij als een arts in dit gebied werkzaam was. Het was het enorme hiaat tussen rijk en arm dat hem tenslotte in een revolutionair veranderde. Wij liepen zelf maandenlang met onze ezel door El Salvador, Costa Rica, Panama, Nicaragua, Honduras en Mexico. Ook Lee werd door armoede gegrepen, door armoede onder de massa en dat was waarom ik hem graag mocht en respecteerde,’ aldus George de Mohrenschildt. ‘Hij zei ook altijd het zo makkelijk te vinden om met me om te gaan, want wij lieten hem zichzelf zijn.’ ‘In maart 1963 moesten we naar Haïti vertrekken.Ga naar voetnoot160 Met Pasen betrokken de Oswalds een beter appartement aan 214 Healy Street. Wij gaven June bij die gelegenheid een groot speelgoed konijn. Ik had Lee voorgesteld aan een vriend van me, admiraal Henry Bruton, vice-president van een elektrisch bedrijf en een gedecoreerde militair uit de oorlog in de Pacific. We bezochten Bruton samen, maar Lee verafschuwde hoge pieten en gedroeg zich onmogelijk. Ik had Henry zelden zo woedend gezien, maar hij liet het niet merken. Vier jaar later kwam ik Bruton nog eens tegen en hij was volkomen vergeten dat hij Oswald ooit ontmoette. Hij werd ook niet door de Warren-Commissie ondervraagd. Hij was tenslotte een Amerikaanse held. Wij waren maar gewone buitenlanders.’ Met Pasen reden de De Mohrenschildts naar Healy Street en vonden om 09.30 uur de Oswalds nog in bed. Het duurde ook tien minuten voor de deur werd geopend. Het was eigenlijk de eerste keer dat ze de Oswalds samen zagen zonder dat er wrijving was. In een kast stond een geweer met een telescopische lens. George vroeg hem waar die voor diende. ‘We hebben ie- | |
[pagina 113]
| |
dere cent nodig,’ zei Marina ‘en plotseling koopt hij een geweer.’ Het bleek dat Oswald regelmatig ging oefenen en soms zelfs op vogels in het park mikte. George: ‘Was jij het die een schot op goed geluk op generaal Edwin A. Walker heeft afgevuurd?’ Er was immers vier dagen eerder een moordaanslag op de generaal, bekend om zijn uiterst rechtse ideeën, afgevuurd? ‘Het was de laatste keer dat wij Lee en Marina zouden zien. Marina heeft later getuigd dat zij er van op de hoogte was dat Oswald inderdaad op generaal Walker zou hebben gevuurd. Marina dacht bovendien dat Oswald van een van mijn vrienden had gehoord dat generaal Walker eens aan het hoofd van een fascistisch Amerika zou komen te staan. Ik ben zijn naam vergeten, maar de man zou Lee hebben gezegd dat Walker de gevaarlijkste man in Amerika was. Marina heeft Lee gevraagd: “Waarom heb je hem niet geraakt?” Marina getuigde dat er een onderonsje tussen Lee en mij aan de gang was. Zij was verder bang dat wij hen zouden aangeven en verraden. Daarom sneden ze rozen in hun tuin en brachten die later bij ons. We maakte nog grapjes dat het hoofdje zonder haar van June op Nikita Khrushchev leek. We hebben nog eens een kaart van Lee uit New Orleans gekregen, maar hebben die verloren. Ik blijf er bij dat Lee iemand was, die over voldoende integriteit beschikte om de waarheid te vertellen. Wanneer hij jfk zou hebben doodgeschoten, dan zou hij dit ruiterlijk hebben toegegeven. Het spijt ons dat hij zijn leven heeft verloren en dan nog wel door het toedoen van een man (Jack Ruby), die de samenleving eigenlijk niet waardig was.’ De Mohrenschildt was indertijd, toen hij Lee Harvey Oswald leerde kennen naar de fbi in Dallas gestapt om nadere informaties in te winnen. De veiligheidspolitie had hem gezegd dat Oswald a harmless lunatic was. ‘Daarom is het nooit in mijn hoofd op gekomen dat Lee met de cia verbonden zou kunnen zijn. Wanneer hij een dubbelspel heeft gespeeld heeft hij ons er in ieder geval nooit de geringste indicatie voor gegeven. De politieke man op de Amerikaanse ambassade in Port au Prince, W. James Wood, die fbi-bindingen had, probeerde mij er toe te brengen dat ik zou ontkennen wat de fbi in Dallas mij in 1962 over Oswald had gezegd. Wood bedreigde me gewoon en voorspelde dat, indien ik niet zou meewerken ervoor zou worden gezorgd dat mij het leven zuur zou worden gemaakt.’ George vertelde dat president François Duvalier van Haïti en diens minister van Buitenlandse Zaken, H. Boyer de geruchten rond De Mohrenschildts betrokkenheid bij Oswald en de moord in Dallas serieus namen en hij vrijwel meteen in moeilijkheden | |
[pagina 114]
| |
was. Beide bewindslieden hadden hem gezegd: ‘Clear your name or you will be expelled.’ Via de ambassade in Port au Prince ontvingen de De Mohrenschildts een brief van de general-counsel van de Warren-Commissie, G. Lee Rankin, of zij naar Washington wilden komen om te getuigen. Alle kosten werden vergoed, inbegrepen het vervoer van beide honden. George: ‘Òf de ondervragende advocaat Albert E. Jenner uit Chicago was veel intelligenter dan wij, of hij was zo onder de indruk van waar hij mee bezig was dat hij me toevoegde: “I know more about you than you do know yourself. So do not tell a single lie”. Daarna vleide hij weer en leek onder de indruk te zijn van wie ik allemaal kende en hoe een kosmopoliet ik wel was. Misschien heeft de vleierij zelfs wel effect op mij gehad, want ik heb ook onaardige dingen over Lee Harvey Oswald gezegd, waar ik nu spijt van heb. Het verhoor duurde trouwens tweeënhalve dag. Toch denk ik dat toen alles voorbij was Jenner er van overtuigd was dat ik niet betrokken was bij de moord in Dallas. Hij vroeg bijvoorbeeld of ik het achteraf immoreel vond dat ik Lee had geholpen. Absoluut niet. Jeanne getuigde een hele dag. Ik was daarbij aanwezig, evenals de twee honden, want Jeanne weigerde hen alleen in het hotel achter te laten.’ Jeanne de Mohrenschildt: ‘Ik zal (opperrechter) Earl Warren nooit vergeven voor wat hij feitelijk heeft gedaan. Hij stond toe dat mijn hele persoonlijke leven werd gepubliceerd in dat vermaledijde rapport. Dat was zogenaamde informatie wat absoluut helemaal niets met Oswald te maken had. Het was een belediging ten opzichte van mijn persoonlijke vrijheid. Want tenslotte om die vrijheid zijn we hier in Amerika en niet in de Sovjet-Unie. Ik koos bewust voor de grondwet en de rechten van Amerika. Ik moest zelfs Oswalds geweer identificeren, wat wij met Pasen 1962 in de kast hadden zien staan. Mijn hond rook er eens aan. Ik zei dat ze die vraag maar aan Marina moesten stellen.’ Ik vroeg of Jeanne Oswald had verdedigd. ‘Voelde je je vrij genoeg om sympathie voor Lee uit te spreken?’ ‘Er hing daar een lucht,’ aldus Jeanne, ‘die er op wees dat ze erop uit waren om Oswald schuldig te bevinden. Het werd onmiddellijk te kennen gegeven dat zij het onaangenaam vonden dat er ook maar iets ten gunste van Lee zou worden gezegd. We werden hard ondervraagd en er was geen ontkomen aan. Toen ons later onder geheel verschillende omstandigheden vragen werden gesteld waren we veel beter in de gelegenheid ons aan feiten te houden en nuchter te vertellen wat we wisten. Eerlijk gezegd, wanneer je alle kosten die werden gemaakt en al het | |
[pagina 115]
| |
onderzoek dat zogenaamd werd verricht op een rij zet, dan was alles eigenlijk voor niets en verspild. Ze wilden gewoon een ontzagwekkend aantal pagina's vullen.’ ‘Jenner vroeg mij bijvoorbeeld,’ zei George, ‘waarom Lee juist zo goed met ons kon opschieten, en niet met anderen. You were the only ones who remained friends,’ zei hij. Ik vind nog altijd dat ik onbehoorlijk over Lee heb getuigd. Ik was gewoon door de entourage en de gebeurtenis van het verhoor overrompeld en werd misleid om bijvoorbeeld te zeggen dat ik dacht dat Lee uit jaloezie jfk zou hebben doodgeschoten. Ook al heb ik wel degelijk mijn twijfels over de schuld van Oswald in de Warren-Commissie geuit, ik heb van sommige uitspraken spijt. Ook kwam de condoleancebrief ter sprake, die George aan de moeder van Jacqueline Kennedy, mevrouw Janet Auchincloss had geschreven.Ga naar voetnoot161 Die familie kende De Mohrenschildt al sedert hij in de oorlog naar Amerika was gekomen. Het was moeder Oswald geweest, die me bij mijn eerste bezoek aan haar te Fort WorthGa naar voetnoot162 op die brief had gewezen en mij er een fotokopie van had gegeven, omdat ze wilde aantonen dat George zelf bindingen met de Kennedy-familie had. Mevrouw Auchincloss had de brief aan de Warren-Commissie doorgegeven, dus werd deze een onderwerp van discussie. Opvallend was overigens hoe vernederend George zich in die brief, op een emotioneel moment geschreven misschien, over Oswald uitliet. ‘Oswald is niet anders dan een voorbeeld van het probleem van de jeugdcriminaliteit dat als een kanker knaagt aan Amerikaanse jongeren,’ aldus George toen tegen mevrouw Auchincloss.Ga naar voetnoot163 nbc zond George McMillan naar Port au Prince. ‘Aanvankelijk dachten we dat hij in Haïti was voor een reportage over dit eiland. Maar al spoedig bleek,’ aldus George, ‘dat hij ons in verband met Oswald wilde benaderen. Hij wilde een filmteam laten overkomen. Hij bleek een goede tennisser te zijn. Maar we hadden geen zin om weer eens op televisie te komen. Onze vrienden moedigden ons aan om naar New York te gaan en via de nationale televisie juist aardige dingen over Lee te zeggen. Uiteindelijk zijn we gegaan. Men reserveerde een suite voor ons in het Plaza hotel. De producer probeerde ons ertoe te krijgen juist belastende opmerkingen over Lee te maken. Zij dachten dat wij inside kennis en informatie hadden en er werd zonder meer op gehoopt dat wij de verborgen redenen van Oswald om jfk te vermoorden bekend zouden kunnen maken. Het werd | |
[pagina 116]
| |
een opname van vijfenveertig minuten.Ga naar voetnoot164 Opnieuw realiseer ik me hoe armzalig we Lee hebben uitgebeeld. Opnieuw liet ik me verleiden tot uitspraken dat hij een geboren verliezer was, een maffe revolutionair, een drop-out van de middelbare school en een jaloerse echtgenoot.’ In 1966 keerden de De Mohrenschildts uit Haïti naar Dallas terug. Zij ontmoetten achterdocht en vijandigheid. ‘We hadden tenslotte ons getuigenis voor het Warren-Rapport getekend zonder alles wat er werd gerapporteerd te lezen. We hebben het zelfs tot op de dag van vandaag nooit gelezen. Iedereen is bezig geweest geld aan Oswald te verdienen. Ze hebben zelfs zijn grafsteen gestolen. Bij terugkeer vonden wij dus die doos met platen en de foto, waar we je van hebben verteld.Ga naar voetnoot165 Het was een boodschap vanuit het graf. Een bankier hier in Dallas getuigde voor de Warren-Commissie dat indien wij maar in Dallas zouden zijn geweest, Oswald Kennedy niet zou hebben vermoord. Onze telefoon wordt afgeluisterd, alsof wij een gevaar voor de Amerikaanse staat zouden vormen.’ Ik bracht het gesprek nog eenmaal op het bewuste geweer. ‘Er bestaat geen twijfel over,’ aldus George dat Lee van geweren hield. Hij hield ervan er mee om te gaan. Zo wordt de jeugd van Amerika in het Corps Mariniers immers opgeleid? Maar hij kon niet erg goed schieten. Hij miste die ‘cold stare’ van een ervaren schutter. Daarvoor moet je een vaste hand hebben. Een ieder die van militaire zaken op de hoogte is herkent onmiddellijk een ‘marksman’. Oswald miste de uitdrukking van een killer. Daarop vroeg hij zich af, wat er kon worden gedaan om ‘de moord van de eeuw’ aan een nieuw onderzoek te onderwerpen. Misschien zou men alles wat Marina Oswald heeft gezegd nog eens moeten na pluizen. Hoewel, Marina was veel te geïrriteerd over Lee om een betrouwbare getuige te zijn. Haar getuigenis wemelt van zaken die niet kloppen en meineden. We verkeerden eigenlijk allemaal onder een bepaalde druk als getuigen in de moord op de president, vooral ook door de koudwarm benadering van de ondervragende advocaten. Jenner was een genie in kans zien mij dingen te laten zeggen, die ik eigenlijk niet wilde zeggen. Het Warren-Rapport zou je eigenlijk een samenzwering kunnen noemen, welke zogenaamd in het belang van Amerika heeft plaatsgevonden maar ten koste van Lee Harvey Oswald. De fbi heeft zich in dit drama op een schade- | |
[pagina 117]
| |
lijke, naïeve, stumperige en voor het land nadelige wijze gedragen. De president werd doodgeschoten, maar J. Edgar Hoover bleef als hoofd van de fbi gewoon op zijn post. En dan te bedenken hoeveel geld er alleen al aan ons beiden werd uitgegeven, terwijl wij juist nooit de geringste aandacht aan politieke zaken schonken. Jenner stelde bijvoorbeeld de vraag: ‘Wist u werkelijk niet wie er op generaal Walker heeft geschoten? Marina Oswald heeft ons verteld dat u dit wel degelijk wist.’ George de Mohrenschildt verklaarde met nadruk: ‘Toen Oswald naar de pers riep I am a patsy. I am a patsy!Ga naar voetnoot166 hadden we beiden sterk het gevoel dat hij de waarheid sprak. Wanneer hij jfk zou hebben doodgeschoten was hij er helemaal de man naar om het te zeggen ook. Hij zou er trots op zijn geweest. Niet minder dan achtenveertig uur is Oswald op het hoofdbureau van de politie in Dallas ondervraagd. Waar is zijn getuigenis?Ga naar voetnoot167 Oswald was in staat geweld te gebruiken tegen een racist of misschien tegen iemand, die hij haatte. Lee Harvey Oswald is voor ons een nogal inspirerende jongeman gebleven. Hij was er voorstander van dat Amerika en de Sovjet-Unie vrienden zouden zijn.’Ga naar voetnoot168 Nu ik meer dan twintig jaar later deze notities in Johannesburg uitwerk, is het alsof we vorige week samen in de cbs-studio in Dallas doorbrachten. Ik haalde zojuist nog eens Portrait of the Assassin uit de kast,Ga naar voetnoot169 geschreven door Gerald Ford, lid van de befaamde Warren-Commissie en de latere president van de vs. Hoe durfde Ford een dergelijke titel voor zijn verzameling speculaties en dikwijls complete onzin te gebruiken. Mevrouw Marguerite Oswald was woedend over dit boek, omdat alle officiële bronnen - zelfs de pers en tv - toch nog altijd de term accused assassin gebruikten, want werkelijk bewezen was Oswalds schuld immers helemaal niet? In tegendeel, de inlichtingen die geleidelijk aan boven water kwamen wezen steeds meer op onomstotelijke bewijzen dat er van twee kanten op jfk was geschoten. Ik heb de getuigenis van George en Jeanne tegenover mij hier zo volledig mogelijk opgenomen. Ik voel dat ik hen dit schuldig ben. Oswald heb ik nooit gekend, maar na alles wat ik van de De Mohrenschildts - en van zijn moeder - over hem hoorde, vind ik dat ik het hem verplicht ben. Oswald heeft nooit de gelegenheid gekregen zijn kant van het ver- | |
[pagina 118]
| |
haal te vertellen. Hij werd gewoon neergeknald, juist om hem als enige moordenaar te kunnen brandmerken. Het is natuurlijk schandelijk wat er in de vs is gebeurd. Er is vrijwel nooit iemand opgestaan onder dat volk om een waarachtig onderzoek naar Dallas 1963 op te eisen. Dit is mijns inziens een donkere bladzijde in de Amerikaanse geschiedenis. Het zegt veel van het werkelijke karakter van het Amerikaanse volk. | |
16 februari 1969Dallas, TexasWaar zijn deze drie dagen gebleven? We zijn permanent bezig geweest. Er kwamen gasten om te eten. Slecht geslapen. Voel me grieperig. Op weg naar Love Field zei hij zojuist dat hij er eigenlijk volledig zeker van was dat Lee inderdaad op generaal Walker had geschoten. ‘Ik denk trouwens ook,’ aldus George, ‘dat wanneer Lee er van overtuigd is geraakt dat jfk een gevaar voor Amerika vormde, dat hij dan in staat zou zijn geweest ook op Kennedy te schieten.’ Toen kwam er een zin, waar ik in hoge mate verbaasd over was: ‘Hoe zou je het vinden Willem, wanneer het op een dag bekend zou worden dat ik inderdaad de moord op jfk had georganiseerd?’ Ik noteerde niet mijn reactie, maar ik moet er overheen hebben gesproken van pure nervositeit. Want Gerard Croiset had immers vanaf het begin Carel Enkelaar en mij proberen te overtuigen dat De Mohrenschildt ‘eens’ zou bekennen dat hij bij de moord in Dallas was betrokken? Daarom adviseerde Croiset dus dat ik met George en Jeanne in contact zou blijven, omdat Croiset eveneens meende dat De Mohrenschildt zijn bekentenis juist tegenover mij zou afleggen.Ga naar voetnoot170 | |
New York, 178 Fifth AvenueEen lieve brief van mejuffrouw Boekhoudt. ‘Ik begrijp dat je een heel moeilijke tijd door maakt. Ik kan je daarin niet helpen en je geen raad geven. In deze dingen voel ik me heel oud.’ Lief. Zij denkt aan me. Ik weet dat het waar is. Het doet me erg goed. ‘Mystiek is niet irrationeel (...). Het is een zaak van een extatisch ervaring (...). De mysticus tracht de geest te doen samensmelten met de inhoud van zijn oneindigheidsrelatie, met de grond van zijn en zin (...). Deze oneindigheidsrelatie van de | |
[pagina 119]
| |
mens is de mens.’ Dit is dus Tillich. Zend het boekje morgen naar Peter | |
17 februari 1969De De Mohrenschildt-tapes zijn nu bij Random House Publishers. Twee kaarsen in St. Patricks gebrand. De schrijver Paris Flammonde kwam me in de flat opzoeken. Hij zei me niet veel. Niets eigenlijk.Ga naar voetnoot171 Tot 03.00 uur in een boek van Jung gelezen. | |
18 februari 1969Broer Theo schrijft dat de drive-in op Amerbos 205 is aangekocht. Dit zal dus vanaf 1 oktober mijn nieuwe adres zijn. Zond hem een telegram om hem te bedanken voor zijn bemoeienissen, al heeft mam met een paar aandelen de eigenlijke betaling geregeld. Richard zat tot 02.00 uur bij me op bed. We bespraken zijn driehoeksverhouding met Margie en de filmer Bill Barnes. Hij had altijd volgehouden dat liefde met één lover niet bestond. Maar vanavond gaf hij toe inderdaad ook naar die ene andere mens te verlangen. Hij lag op zijn knieën bij mijn hoofd. Ik verwachtte ieder moment een omhelzing, maar misschien voelde hij mijn kilheid vanavond. ‘Believe me Willem; I am pure in my love and affection.’ Ik geloofde hem en dacht: ‘Waarom heb je me dit niet in 1966 gezegd?’ Toen lag ik iedere nacht in de tent op reis door Italië en Frankrijk op een omhelzing van hem te wachten. Toen wist ik immers nog niet dat Peter bestond? | |
19 februari 1969Een brief van Erik van der Leeden wond me nogal op. ‘Mijn gedachten zijn meer bij je, dan je aan mijn stuntelig en niet frequent geschrijf zou kunnen vermoeden. Ik kan me voorstellen hoe je je voelt. Het moet me van het hart dat de laatste gesprekken in Zaandam een geweldige indruk nagelaten hebben. I assure you that my standards were far too low. Evenals mijn pogen eerlijkheid te betrekken in mijn relaties met wie dan ook.’ Ook ontmoette Erik nota bene Philip Nasta, zonder dat Peter er bij was. Het enerveert me niet te weten hoe dit is verlopen. Erik heeft een ongezonde nieuwsgierigheid. Chopin gestudeerd. Om 02.30 uur kwam Richard me nog een nachtzoen geven. Margie gaat naar Parijs voor een operatie aan een voet. Zij liep een blessure op bij ballet. | |
[pagina 120]
| |
Ellen Thomassen kwam op bezoek. Ze keek triest. Tweemaal kwam Peter ter sprake. Ellen ligt toch buiten mijn werkelijke belangstelling. In de metro kwam een jongen naast me zitten, Bruce Wittenstein. Ik vroeg hem: ‘Zeg eerlijk, heb ik je aanleiding gegeven?’ ‘Nee, maar ben jij met iemand in een affaire betrokken?’ ‘Nee, niet betrokken, ik voel me een deel van iemand anders.’ ‘Waar is hij,’ vroeg Bruce. ‘In Holland.’ ‘En voelt hij zich ook deel van jou?’ vroeg Bruce. Toen bleef ik stil, wat hem juist scheen aan te moedigen. | |
Carnegie Hall,Van Cliburn speelde het derde concert van Rachmaninov met de Moscow State Symphony Orchestra onder leiding van Evgeni Svetlanov. Van Cliburn is iemand voor wie ik zeer veel respect heb. Ik weet iets van wat er voor nodig is om je dermate muzikaal te kunnen uitdrukken. Dit concert was een sublieme kunstuiting. De cadens in het Allegro ma non tante maakte me buitengewoon emotioneel. Het was alsof Rachmaninov en Van Cliburn samen tegen me zaten te praten. Zij raakten het merg van mijn botten. Ook al luister je nog zo geconcentreerd naar platen, je moet van tijd tot tijd toch naar een levend concert gaan. | |
22 februari 1969Ik begrijp van Jung het volgende. Wanneer iemands animaGa naar voetnoot172 onbewust blijft, dan wordt dit onbewuste beeld verlegd naar een ander, die daarop het doelwit wordt van intense liefdesgevoelens, van haat of van vrees. Een werkelijke aanpassing aan het object dat de ziel vertegenwoordigt, wordt dan onmogelijk. De objectieve relatie ontbreekt dan namelijk. De psychische energie - libido - kan zich op die wijze niet ontladen, wordt gestuwd en geeft aanleiding tot affectieve uitbarstingen. Wel ja. Twee kaarsen aangestoken in de kapel in de Village. De New York Times vermeldt nota bene (inbegrepen in de kop boven het artikeltje van Raymond Ericson) de Manfredsymfonie van Schumann het eerst en pas als laatste het stuk van Rachmaninov gespeeld door Van Cliburn. Schreef meneer Ericson een briefje. | |
[pagina 121]
| |
Vanmiddag sprak Richard uitvoerig over zijn leven. ‘Until I was four, I lived with my grandmother.Ga naar voetnoot173 My father had died in Indo-China. My Mother was only 22. She would go out at nights. Then she remarried. There was a new father. I did not understand why he made me do all those things. Then Annie was born. A year later came Jean. When Annie was two they made a Christmas tree for her. They never made one for me, really. So, I asked myself, why now? Annie and I were two years at ballet lessons. My father was against it. He said it was not for a man. He wanted me to do gymnastics and on Thursdays I had to run in the fields. We had a ballet performance for American soldiers in the camp. They clapped and took me on their knees. They gave us presents. As a young child I was always alone or with my grandmother. We did the laundry together. She taught me to knit. I did not like the other kids. They were mean to me. They were always pushing and fighting.’ Ik kon wel huilen bij het luisteren. ‘My step-father wanted me to be a boy-scout. Then, I discovered that little boy scouts played with each other. They all wanted to sleep with me, because I seemed to be the cutest. My Mother was beautiful. But each time she was pregnant, I hated her, because she became so ugly. As a child, I always played alone in the garden. I invented dreams. I had a girl-friend, Nanoe (...).’ Erik belde uit Delft op. Hij had Peter ontmoet. ‘Hij zag er goed uit.’ Hij zou hem misschien morgen weer zien. Ik was dermate overrompeld dat ik begon te huilen en verder niet kon spreken. Later heb ik, rustiger geworden, Erik teruggebeld. Ik begrijp nu dat Peters keuze definitief bij Philip moet liggen - aldus Erik. Ik zal niet langer tussen die twee staan. Ik stop alles. Hoe, dat weet ik nog niet. Het gesprek heeft me totaal uit het lood geslagen. Wandelde buiten in de sneeuw. | |
[pagina 122]
| |
26 februari 1969Erik stuurt een telegram dat hij ziek is en Peter niet kan ontmoeten. Twee kaarsen bij de Franciscaner broeders. | |
Carnegie HallMstislav Rostropovich speelde het celloconcert van Dvorak begeleid door het Moscow State Symphony Orchestra met Evgeni Svetlanov. Na de pauze Rachmaninovs tweede symfonie. Rostropovich was erg, erg mooi. Las nog tot 02.00 uur in Character Analysis van Wilhelm Reich.Ga naar voetnoot174 | |
27 februari 1969Heb het plan opgevat dat wij als Nederlandse journalisten in New York gezamenlijk Nixon zouden moeten interviewen, dus nts, kro en avro, ieder met een eigen correspondent. Besprak de mogelijkheid met Herbert Klein op het Witte Huis, met de heer Holmes op het State Department en met de heer Schaap, de persattaché op de ambassade in Washington. Het allermoeilijkst zal zijn om Nieuwenhuis en Schroeder hiertoe te krijgen. | |
1 maart 1969Telefoneerde met zowel Carel Enkelaar als Kees van Langeraad. Probeerde een gezamenlijk televisie-interview met Richard Nixon te bepleiten. Jonathan Raymond schrijft om te benadrukken hoe hij van zijn bezoekje aan 178 Fifth Avenue heeft genoten. Hij denkt zelfs dat een briefje tekortschiet. ‘You know how much I enjoyed my visit. Please thank Richard for his kindness.’ Mevrouw M.A. Schmitz du Moulin uit Den Haag schrijft De Verraders te hebben gelezen en blij te zijn dat ik veel in het boek had geopenbaard: ‘Jammer genoeg niet alles.’ Zij vindt dat de schuldigen van de verkeerde Nieuw-Guinea-politiek eigenlijk ter verantwoording moeten worden geroepen, waar zij natuur- | |
[pagina 123]
| |
lijk volkomen gelijk in heeft. Kom er maar eens om in Nederland. Meneer Luns zou als eerste moeten hangen. Zij vindt wel dat ik Paul Rijkens tegen het einde te hard heb aangepakt. Wat mij betreft kan het niet hard genoeg voor iemand die mij een ex-cia-agent op mijn dak stuurt: Werner Verrips, die zich aanmeldt als ‘professor’ en vervolgens een bedreiging vormt voor mijn leven.Ga naar voetnoot175 | |
3 maart 1969Richard kwam in de nacht thuis en kroop bij mij in bed. Voor het eerst sedert ik hem in oktober 1966 ontmoette lagen wij de hele nacht in elkaars armen. Ik kreeg prompt een erectie en ergens hoopte ik dat hij mij zou bevoelen, maar ik nam me tegelijkertijd voor zijn hand gently but firm weg te duwen. Ik kon hem niet zoenen. Ergens bevroor ik toch nog. Ben vandaag naar de Everades sauna gegaan. Een bruingebrande Franse jongen zoog me op zo'n bepaalde manier af dat mijn zenuwgestel werd geactiveerd en dat ik dierlijke geluiden begon te maken. Hij knelde me in zijn armen en bleef zeggen: ‘my baby, my baby’. Ik lag na te denken hoe Peter zou hebben gereageerd en naar dit tableau zou hebben gekeken. Naar huis gelopen. Volle maan. Ik dacht: ‘Ik doe dit nooit meer.’ | |
6 maart 1969Zonnig weer. Blauwe hemel. Vlieg naar New Orleans, Louisiana. Vind een uitspraak van Maxim Gorki: ‘People of a sound mind have little interest for me (...). The achieved man, perfect like an umbrella, does not appeal to me’. Die zin moet ik aan Peter zenden. Om 15.00 uur filmde ik Clay Shaw, de door Jim Garrison verdachte zakenman, die betrokken zou zijn geweest bij de jfk-moord. Het gesprek vond plaats in het bureau van zijn advocaat Edward F. Wegmann. Louche figuur, meneer Clay. | |
[pagina 124]
| |
7 maart 1969New OrleansVoerde een gesprek in Jim Garrisons kantoor van 11.00 uur tot 12.45 uur. Garrison wil zelf onder deze omstandigheden niet voor de camera komen. Mike Wallace liep ook al de deur plat voor een interview, vooral nu Clays schuld dus niet bewezen werd geacht. In de avond ben ik naar de sauna aan Gravier gegaan, pikte er een aardige jongen uit en stond vijftig minuten later weer verfrist op straat. | |
9 maart 1969Sheraton Charles HotelBrandde twee kaarsen terwijl er een mis werd gelezen. Denk ontzettend veel aan Peter. Werkte deze dag aan de index voor de tweede druk van De Verraders. In de avond ontmoette ik Dwight, een aardige blonde jongen, schone bek, witte tanden, blauwe onverpeste ogen, jeans met wijde pijpen, een matrozenjekker en hij zei dat hij later naar het hotel zou komen. | |
10 maart 1969New OrleansDwight kwam pas om 01.00 uur. Hij was achttien jaar, was getrouwd op zijn vijftiende en zijn vrouw had hem de dag voor Kerstmis 1968 verlaten. Zijn vader was overleden. Zijn moeder had een andere man genomen. Hij was weggegaan uit Florida en volgt nu een opleiding aan een zeevaartschool in New Orleans. Werd gearresteerd voor het bezit van marihuana, knipperde met beide ogen, waardoor hij twee verschillende gezichten leek te hebben. Na mij te hebben ontmoet was hij met een jongen meegegaan, die hem tien dollar had betaald om een half uurtje met zijn penis te mogen spelen. Dwight: ‘Toen ben ik weggegaan, want ik doe nooit wat met kerels. I like to screw girls.’ Intussen scheen hij voortdurend gepreoccupeerd over zijn haar en kamde het herhaaldelijk. Hij had grote belangstelling voor kleren en babbelde over een kostuum dat hij in een winkel in Houston had gezien. Ik draaide het licht uit om 02.30 uur want ik kwam tot de conclusie dat ik hem eigenlijk niet zo aardig vond, behalve dan het ene gezicht dat me wel aantrok. In de ochtend nam hij een douche, verorberde zijn ontbijt en vertrok. Hij wist niet wat hij zou gaan doen. Zond de nts trouwens een telegram dat het misschien nuttig | |
[pagina 125]
| |
was als ik in verband met de affaire James Earl Ray televisiegesprekken zou maken met de opvolger van Martin Luther King, dominee Ralph Abernathy en met mevrouw Coretta King. Kreeg vrijwel meteen een telegram terug dat het okay was. | |
12 maart 1969Harry Hagedorn belde vanuit Boston. Hij schijnt op uitnodiging van het State Department een rondreis te maken met een groep journalisten. Hij wilde adressen van gay bars. Ik gaf hem informatie betreffende San Francisco en New Orleans. Telefoneerde mijn moeder. Theo is in Zuid-Afrika. Alles was okay en ze zei: ‘Wimmes.’ | |
13 maart 1969William Arthur, de managing editor van Look Magazine vond het een onmogelijke taak om naar negen tapes van elk vijfenveertig minuten te luisteren om te weten te komen wat George en Jeanne de Mohrenschildt te vertellen hadden. De Oswald-zaak was dood en bovendien, aldus Arthur, was Oswald de moordenaar. Oswald was gewoon gek, want wie haalt het in zijn hoofd de president dood te schieten? Jim Garrison was ook al een flop gebleken en meer van dergelijk negatief geklets. Dat heet dan journalistiek bedrijven. | |
14 maart 1969Peter Shen kwam langs.Ga naar voetnoot176 Voel me zeer tot hem aangetrokken. Na middernacht telefoneerde Jonathan Raymond. Hij kwam nog naar 178 Fifth. Hij is momenteel betrokken bij een groepstherapie met drie vrouwen en vier mannen. Hij werkt in een theater om geld bij te verdienen, want hij wil naar Europa reizen. | |
[pagina 126]
| |
A, c'est l'amitié. Pas l'amour. Je ne crois plus à l'amour. Je ne crois pas à la passion, qui ne dure pas. Je crois aux passions multiples. Je les vis à fond (...).’ Dvoraks Neue Welt symfonie op de koptelefoon van twa-flight 49 naar Californië. Dit was mijn vaders lievelingsmuziek. Ik denk dat mam en ik de enige twee mensen op de wereld zijn, die nog steeds in tranen zijn over hem. Las tijdens de vlucht Neurotic distortion of the creative process van Lawrence S. Kubie uit. Nam een kamer in het Californian Hotel en liep meteen naar 132 Turk Street waar ik in de saunaroom een zalig nummer maakte. | |
16 maart 1969Na lang overdenken en veel aarzeling Peter in Amsterdam gebeld. We spraken tien minuten.Ga naar voetnoot177 Hij maakte het uitstekend. Hij deed iets voor televisie, schreef veel in zijn dagboek, las redelijk regelmatig en droeg het horloge dat ik hem had gegeven. ‘Fijn dat je gebeld hebt. Dag Willem.’ Ik voelde me na afloop jubelend. Pleegde een hele reeks telefoontjes met vrienden, zoals Bill Bast en de Kelloggs in Los Altos Hills. Peter Shen had gelijk. Erik had ongelijk door te zeggen dat ik niets moest ondernemen wilde Peter me nog kunnen respecteren. Peter zei zelfs blij te zijn dat ik belde. | |
17 maart 1969Zag een duif op één poot. Filmde voor de nts een gesprek met de twee zwarte psychiaters William Grier en Price Cobbs. Zij schreven Black RageGa naar voetnoot178 over de innerlijke conflicten en de wanhoop in het leven van zwarten in Amerika. Ik had het boek vorige zomer gelezen en de nts kunnen overtuigen dat we beide psychiaters moesten filmen. Dr. Grier maakte grapjes over de cia en dr. Cobbs was van mening dat het hele verhaal rond James Earl Ray veel weg had van een Hollywood-script. Zij waren welbespraakt en to the point. Ontmoette ook consul-generaal Van Houten weer, die er rood en opgeblazen uitzag. Er was een stuk van zijn tong verwijderd. Dacht eerst een ogenblik dat hij een grapje maakte. Hij scheen verbaasd over wat ik hem inzake Jim Garrison en Geor- | |
[pagina 127]
| |
ge de Mohrenschildt vertelde. Hij geloofde echter niets van enige cia-bemoeienis bij de moord in Dallas. Van het boek Black Rage had hij nooit gehoord. We spraken nog over Nieuw-Guinea en Luns en op een gegeven moment zei hij: ‘U hebt mij bijna verleid iets onaardigs over mijn minister te zeggen.’ Het is steeds een plezier Van Houten te ontmoeten. | |
18 maart 1969Beverly Hills, CaliforniaFilmde voor de nts Irwin Stroll in het kantoor van zijn advocaat Melvin Belly. Irwin was een student, die zich in de keuken van het Ambassador Hotel bevond op de avond dat Robert F. Kennedy werd vermoord. Stroll kreeg een kogel in zijn knie. Hij baarde opzien omdat hij volhield dat er - behalve de schoten door Sirhan Sirhan afgevuurd - nog andere vuurwapens waren afgegaan. Hij zei een Jim-Garrisonachtig onderzoek te verwachten of er meer dan een moordenaar bij de dood van rfk was betrokken. Bracht lange tijd bij Bill Bast en zijn vriend Paul Huson door. Ze waren uitermate geïnteresseerd in wat ik over Gerard Croiset vertelde. Bill wil een esp-serie voor de televisie gaan schrijven. | |
Vlieg naar Atlanta, GeorgiaVind een uitspraak van Erik Erikson ‘that a friend, as Nietzsche said, becomes the life-saver which keeps us afloat and together (...).’ | |
19 maart 1969White House Motor InnPrachtig zonnig weer. Nam een taxi naar het Southern Christian Leadership Conference hoofdkwartier. ‘Wilt u zeggen,’ aldus de blanke chauffeur, ‘dat u naar nigger-town moet?’ Het was gelukkig een oude man. Dr. Ralph AbernathyGa naar voetnoot179 was veertig minuten te laat voor het geplande interview. De cbs-crew zei: ‘He is on cp-time.’ Vroeg wat dit betekende? ‘Coloured Peoples time,’ was het antwoord. Dominee Abernathy was mild en vriendelijk. Hij benadrukte non-violence. Hij was van mening dat Richard Nixon absoluut niets begreep van het lijden van de armen. Hij noemde het proces tegen James Earl Ray een paskwil. Hij keek me bovendien steeds recht aan en was geloofwaardig. Kreeg een heel andere indruk van hem dan vorig jaar in Montgomery, Alabama. | |
[pagina 128]
| |
Vloog door naar Tampa, Florida, omdat ik Peter Shen daar wilde opzoeken. Nam een kamer in het Sheraton. Op Channel 13 werd een nieuw homotoneelstuk besproken, The Boys of the Band, dat ik wel eens zou willen zien. | |
20 maart 1969Tampa, FloridaVediep me aan het zwembad in The person in the body. An introduction to psychosomatic medicine.Ga naar voetnoot180 ‘The mind has a rich ancestry as the body has (...). Children are not born equal emotionally (...). Experiences with human beings are the keynote of living (...). It is as tough the parent takes hold of a child's emotions as they come forth through the organs of the body. We cannot forget, that the initial lies are somatic first, then psychosomatic.’ De enige manier voor een kind om zich te verzetten tegen, wat wordt ervaren als ouderlijk mismanagement is ‘to throw a tantrum. Literally, tantrum means tension and refers to the infiltration of muscles with emotions’, aldus dr. Hinsie. Als ventje van twee jaar moet ik mijn moeder de pap uit haar handen hebben geslagen terwijl ik met de kinderjuffrouw zoet at. Hoe werkt zoiets? Altijd denk ik weer: ‘Waarom zou ik met mensen hier aan het zwembad liggen en onzin kletsen, terwijl dr. Hinsie me zoveel belangwekkends heeft te vertellen.’ Er is hier een jongetje van negen jaar, altijd alleen, gisteren ook, een schichtig wezentje dat nu al een uur tegen een bal aan het schoppen is. Wat te doen? | |
24 maart 1969New York, 178 Fifth AvenueBleef vijf dagen in Tampa. Ontmoette Peter Shen regelmatig. Soms wipten we tegenover het hotel de Ki-Ki-Ki-bar voor nichten binnen, maar ik houd niet van die scene. De derde dag noteerde ik: Peter Shen is behalve dat hij een typische faggot is bovendien een oneervolle faggot. Ik zeg nooit meer een woord tegen hem.Ga naar voetnoot181 Toen ik op een avond alleen naar de Ki-Ki-Ki ging werd ik aangesproken door een zekere Bob die wat te veel op had en zei: ‘Toen je binnenkwam wilde ik je al hebben.’ Later ging ik weg. Hij kwam me in zijn auto achterna. We zijn gaan rijden. Zijn vriend Peter, blond, eens zijn lover uit duizenden, was nu getrouwd en had acht kinderen. Bob was toen 26 jaar, is nu 36 jaar. Hij had nooit meer een lover ge- | |
[pagina 129]
| |
had. Ik zei voorzichtig dat tien jaar te lang was om over een ongelukkige ervaring met een jongen heen te komen. Zat in Tampa tien minuten bij de film Camelot en ben eruit gelopen. Eindelijk is er een brief van Peter gekomen. Ben in tranen. Hij begint met: ‘Hallo Wim,’ nota bene. ‘Luister naar muziek. Het is 00.15 uur na de voorstelling (van Man en Muis). De vis staat te sudderen. Voel me helemaal thuis in mijn eigen gecreëerde sfeer. Het lijkt me nu ook meer de tijd om je te antwoorden op je meer persoonlijke berichten.’ Hij had uit Tederheid van Ton Lemaire een gedicht van Aldous Huxley met witte inkt op zwart papier gezet; Sympathy
The irony of being two (...)!
Grey eyes, wide open suddenly
Regard me and inquire; I see a face
Grave and inquiet in tenderness.
Heart-rendering question of women - never answered:
‘Tell me, tell me, what are you thinking of?
Oh, the pain and foolishness of love!
What can I do but make an old grimace,
Ending it with a kiss, as I always do?’
‘Dit gedicht drukt zeer intens en compact de onmogelijkheid uit om de ander wezenlijk helemaal te bereiken. Het spreekt over de machteloosheid van de tederheid. Ieders eigen eenzame afzonderlijkheid, die we nu eenmaal nooit kunnen overschrijden. Dit gedicht vertegenwoordigt heel sterk mijn levens- en dus ook mensopvatting. Het is heerlijk in zijn uitdrukking.’ Peter vervolgde: ‘Ben erg intiem hier en kijk van mijn tafel naar buiten. Voel me aan de ene kant intens gelukkig en aan de andere kant intens triest over het onaffe, de regen buiten, de muziek op de radio, het lelijke banale vanwege eigen beperktheid en kleinheid. Dit zal in ons wel de eeuwige dualiteit blijven. Ik ben mezelf aan het leren om voortaan in mijn eentje gelukkig te zijn. Je hebt de ander daarvoor wel nodig, is zelfs essentieel, maar niet meer zo onmiddellijk en direct. Conny Stuart zei een dezer dagen dat ze het ongelooflijk vond, hoe de bladzijden van je boek De Verraders zo plotseling weer in het nieuws zijn en actueel worden. Nu dus weer de oorlogsmisdaden in de kwestie Indonesië. De show goes on. Het werkt vaak deprimerend om constant in de kleedkamer alles te horen over het wat en hoe van carrière maken. Ze kunnen over niets an- | |
[pagina 130]
| |
ders meer praten (...). Ik verdiep me dan in mijn eigen gelukjes en ongelukjes en voel me dan erg superieur (...). Love, Peter.’Ga naar voetnoot182 | |
25 maart 1969Brandde twee kaarsen in St. Patricks. Vlak bij de kathedraal sloeg een blinde man zijn geleidehond met zijn stok. Bracht de tapes van de De Mohrenschildts naar Doubleday uitgevers, nu Random House er geen zin in heeft. Vond een boekje van Alan W. Watts, The wisdom of insecurity.Ga naar voetnoot183 Staat veel in. ‘Consciousness seems to be nature's ingenious mode of self-torture’ (...). Heb het in Atlanta op het vliegveld gegapt. | |
26 maart 1969Loet Kilian kwam naar 178 Fifth Avenue en we zaten uren te praten. Wanneer Monk (zijn zoontje) rustig is en bij hem komt zitten praten, dan verbaast hij zich erover wat het kind zegt en denkt. Hij is nu drie jaar. Raakte weer dermate ‘verstrengeld’ met Loet. Zou seks met hem gehad kunnen hebben. Ouroboros, de slang, die in zijn eigen staart beet - is als de vicieuze cirkel, de oorlog tussen I and me. Doubleday belde reeds vandaag niet in een boek van George en Jeanne de Mohrenschildt geïnteresseerd te zijn. Ontmoedigend. Ze willen een ander ooggetuigenverslag over wie Lee Harvey Oswald werkelijk was niet horen, want de door de regering voorgelepelde versie van Dallas mag niet worden verstoord voor de gemoedsrust van ‘het volk.’ In het landsbelang heet dit dan. | |
[pagina 131]
| |
‘No, I only feel for you.’ ‘Can you explain what happened?’ ‘No.’ Wanneer ik Richard in mijn armen sluit, of een jongen in de sauna, dan is er een groot verschil. Meaning: I love Richard deeply. I hate to have to leave him here alone when I return to Amsterdam. Jonathan Raymond belde dat het toneelstuk waar hij in speelt vanavond in première zou gaan. Ik ben er dus heengegaan. Vier jongens en drie meisjes, één zwart à la Catherine CleaverGa naar voetnoot184, zaten op de grond in een soort doorlopende groepstherapiesessie. Vragen werden gesteld en kritiek werd geuit. De climax van de avond was een solo van het zwarte meisje dat heel echt in tranen was. Iedereen omhelsde iedereen en dat was het slot. Ik wilde meteen weg, wat Jonathan teleurstelde. Trouwens, het publiek werd in het stuk betrokken. Ik zat op de eerste rij en mijn lieve Jonathan, toen het zijn beurt was, richtte het woord tot mij en omhelsde me in de volle zaal, wat een nogal ongewone ervaring was. Ik voelde me hoogst opgelaten op dat moment. Maar mijn sterke emoties voor Jonathan speelden waarschijnlijk ook parten. Hij doet me altijd, ook fysiek, heel sterk aan Frits van Eeden denken. Alleen intellectueel is Frits, vergeleken bij Jonathan, een ‘bosjesman.’ Toch kan ik me voorstellen dat optreden in dit toneelstuk voor Jonathan, die filosofie studeert aan de Brandeis University, een unieke ervaring is. Ik geloof dat ik Jonathan ook heel echt in zijn nek heb gezoend in die zaal. Richard speelt platen van Leonard Cohen. Er zijn te veel ‘stormen’ in zijn leven. Vannacht was zijn Cubaanse vriendje bij hem. Deze zag er slordig en verfomfaaid uit, het zal niet lang duren. Richard keek me met ogen vol angst en onzekerheid aan; zijn andere gezicht. Toen Jonathan en zijn vrienden fits of hysteria speelden, slaagden zij erin de pupillen van hun ogen ook hele andere uitdrukkingen te geven wat me rillingen bezorgde. Toonde Richard en Loet een Rorschach-test uit een boek. Richard dacht na en zei: ‘Two statues from Micronesia and the black dots are their shadows, something like the statue in La prisonnière’ (een film die we in die tijd zagen.) Loet zei: ‘Twee mannetjes, ik weet het niet.’ Die lieve Loet. Ging met Richard naar Mr. Waffle om wat te eten. Op een gegeven moment keek ik naar hem en kreeg tranen in mijn ogen. Ik besefte hoeveel ik van hem hield. Toch heeft alles wat er de in laatste tijd is | |
[pagina 132]
| |
gebeurd me hem beter doen zien zoals hij is dan ooit tevoren. Hij zei dat hij naar zijn Cubaan ging en spoedig thuis zou zijn. Dat was weer het laatste wat ik voorlopig van hem zou horen. Hij kwam helemaal niet terug. Jonathan zei dat hij tijdens het begin van zijn optreden al besloten had naar mij toe te gaan en mij te omhelzen. Hij stelde me aan een vriend voor, Peter. De wereld wemelt blijkbaar van Peters. Ze waren dankbaar dat ik veel gelachen had want dat had geholpen. Dat is wat John de Crane ook altijd zegt wanneer ik in de zaal tussen de boertjes in Groningen bij Man en Muis zit. In de Village zag ik een bink, een cementdraaier, hoge schoenen, jeans, brede schouders, helemaal kerel, bruine ogen en schone tanden. Ik keek hem eenmaal doordringend aan zoals ik dat op zijn guna guna-achtigs doeGa naar voetnoot185 wanneer ik me tot iemand voel aangetrokken. Ik bleef, volgens de normale tippeltactiek, aan de andere kant van de straat staan, wat hij ook deed. Daarop nam hij een spurt, rende om een auto heen en stond pal voor me. ‘Why did you look that way at me?’ ‘Because I like you. You are all man. Although, actually you came rushing over like an animal.’ ‘I am an animal,’ antwoordde hij tot mijn verbazing. Hij heette Ben. Ik verzon maar dat ik zijn schoenen wilde kopen, omdat ze kaal en afgetrapt waren. Dat wilde hij niet, want hij had van Tampa, Florida op die schoenen naar Alaska gelift. We maakten een afspraak, maar daar ben ik niet naartoe gegaan. De guy seemed to me too hot to handle. | |
31 maart 1969Vraag me steeds af hoe moeders vrede met zichzelf vinden. Peters moeder, Richards moeder, Frits' moeder, Jonathans moeder, noem maar op. Ik begrijp dit niet. Als een Peter, Richard, Frits of Jonathan een kind van mij was, door mij gedragen, gevoed en gevormd, zou ik nooit meer kunnen slapen. Droom nu al als een razende over Peter. Las een interessant artikel over psycho-sexuality, Transaction dat ik naar Peter zal zenden, om hem te stimuleren en meer kracht te geven. Ik denk erover wie de potten pindakaas zal kopen wanneer ik Richard verlaat. | |
[pagina 133]
| |
3 april 1969Ben nog eens bij mijn oude vriend, Duco MiddelburgGa naar voetnoot186, nu ambassadeur bij de uno, binnengestapt. ‘Ik ben nu 61,’ zei hij, ‘en eigenlijk al te oud om de diplomatie van de Verenigde Naties nog te leren. Ik ben gewend aan bilaterale betrekkingen tussen twee landen, maar ik heb gelukkig voldoende kurken om op te drijven. Ik heb een uitstekende staf.’ Hij zei van mening te zijn dat ik kon schrijven, ‘maar u moet eens een heel ander boek dan De Verraders schrijven.’ Hij ontkende overigens door minister Luns na de botsing in 1957, toen hij plaatsvervangend diplomatiek vertegenwoordiger in Jakarta was (en het oneens was met de politiek van Luns ten aanzien van Nieuw-Guinea en dit ook in zijn verslagen te kennen gaf) voor straf naar Polen te zijn gezonden. ‘Ik kon toen kiezen tussen Polen, Nieuw-Zeeland en Tsjecho-Slowakije. Ik koos een andere standplaats, maar kreeg Warschau (...).’ Mam schrijft voor het eerst uit het nieuw huis in Bilthoven. Zij bedankte voor alle brieven en kaarten, ‘en speciaal voor de allerleukste paasgroet, die vind ik toch zo enig.’ Zij had mijn gesprek met dominee Ralph Abernathy op Scala gezien. | |
8 april 1969Lunchte met ambassadeur Ruslan Abdulgani, permanent vertegenwoordiger van Indonesië bij de uno in het Sun Luck restaurant aan Third Avenue. Ik ken hem sedert 1956 uit Rome, toen hij nog minister van Buitenlandse Zaken was. Weinigen kennen in Indonesië Bung Karno zo goed als hij. Maar hij dient nu meneer Suharto, die verraad pleegde. Toen Hatta laatst hier was stelde hij de vraag: ‘Wat moeten we onze kinderen vertellen over de two pillars, de twee proclamatoren van de Indonesische Revolutie?’ ‘Therefore, when Sukarno and Hatta posed for pictures the other day at Sukarno's daughter's wedding, I was so glad, so grateful,’ zei Abdulgani. ‘This way the generals could see (...).’ Ambassadeur Abdulgani zei een hele nieuwe staf te hebben ge- | |
[pagina 134]
| |
kregen: ‘En ik geloof dat zij zijn gezonden om mij te bespieden. But, I told them, this is my policy, it is a continuation of the Sukarno-Suharto instructions that I received when I was nominated to this post.’ Zoals je weet is Indonesië in 1966 teruggekeerd in de uno. Toen was Bung Karno dus nog staatshoofd. Hij merkte op dat ik niet populair was bij de overheid in Washington, omdat ik me met Jim Garrison bezighield. Dit was nieuw voor me. Hij informeerde me dat meneer Max Maramis tot ambassadeur in Moskou was benoemd en die andere oproerkraaier, Sudjoko zat nog steeds op het ministerie in Jakarta. Ferdi Salim was ook in Jakarta en Boek Kusumasmoro en zijn gezin woonden nu in het huis van de overleden professor Mohammed Yamin. Abdulgani informeerde naar Van Konijnenburg. Telefoneerde later met Peter. ‘Als je terugkomt, ga ik bij jou in analyse,’ zei hij. Tot middernacht opnieuw met Lad Johnson van de Indonesische Kamer van Koophandel in Wall Street zitten praten. Dat is nu eens een man met integriteit en moed. Maar ik heb mijn belangstelling voor de voortdurende gigantische corruptie van het Indonesische generaalsregime verloren. Zonder Bung Karno is Indonesië politiek voor mij niet meer interessant. Dit is een verraderskliek zonder principes, die uitverkoop houdt ten eigen bate, ten koste van het volk en haaks staat op Bapaks kostbare idealen. (Helaas is hier opnieuw een hiaat ontstaan dat spoorloos is.) |
|