Memoires 1967-1968
(2002)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 253]
| |
Huis ter Heide23 februari 1968Probeerde eerst wat te slapen. Mam zat altviool te studeren in voorbereiding van een strijkkwartetdag. Zij is nu 71 jaar maar doet dit zeer geconcentreerd. Ik lag in bed naar haar spel te luisteren. Het leek zo onwerkelijk, vooral omdat zij zichzelf voortdurend corrigeerde. Het viel me trouwens op dat zij veel tegen zichzelf spreekt. Mam is te veel alleen, dat kan zo niet blijven. Zij vond dat ik tante Jetty, haar zuster, (die mij als kind cello leerde spelen) voor haar verjaardag iets moest geven, ‘ook al bestaat voor jou alleen nog Peter.’ Mejuffrouw Büringh Boekhoudt vertelde werkelijk geschokt te zijn geweest door mijn gesprek met Jim Garrison, ‘tenminste, wanneer zijn analyse dus de juiste zou zijn.’ De Nieuwe Rotterdamse Courant noemde mijn interview gisteravond, met naam en toenaam, ‘een sensationele primeur’. Eindelijk een ruiterlijke erkenning. Het Algemeen Handelsblad kwam met een de-druiven-zijn-zuur-stukje getekend door G.B.R., wie dat ook mag zijn. Van Henk Hofland hoef ik op zo'n moment geen enkele ondersteuning te verwachten. Het Parool deed het weer anders: ‘Doordat Willem Oltmans, ijverig speurder naar grote affaires, in de buurt was, zal Garrisons keuze wel op de Nederlandse televisie zijn gevallen.’ Bovendien meende het blad dat ‘interviewer Oltmans volledig verstek liet gaan wat betreft het stellen van kritische vragen.’ ‘Met trots vermeldde Harry Hagendorn dat Garrison zijn theorie over Dallas niet voor de Amerikaanse tv maar voor Panoramiek van de nts wilde ontvouwen.’ Echt Hagendorn. Ik was natuurlijk helemaal niet ‘toevallig’ in de buurt van New Orleans. Ik had uitvoerig en tijdig deze zaak met Garrison aangesneden, zo tijdig zelfs, dat de kro met Brandpunt te laat kwam en bakzeil haalde. De publiciteit over het Garrisongesprek strekte zich uit over alle Nederlandse media. | |
Tilburg, Postelse HoeveRichard zei gisteren: ‘You cry too much,’ maar hij wist niet dat het om hem was toen ik hem - ten afscheid - omhelsde. Peter komt hier naar toe. | |
[pagina 254]
| |
24 februari 1968Voor mij was gisteravond, met de Postelse Hoeve, diner in Breda, wat bars binnen gelopen in Eindhoven, de nacht samen doorgebracht in Hotel Cocagne, de lunch in Oase en zelfs met Peters besturen van de Sunbeam - wat al prima gaat - niet nader te omschrijven. Tientallen flarden van uitspraken van hem dwarrelen door mijn kop. Hij merkt of beseft het misschien niet direct zo, maar ik weet, dat ik beter naar hem luister, dan hij denkt. Hij vertelde bijvoorbeeld dat hij een ‘ontmoeting’ met een bekende danser in Amsterdam had gehad en dat hij ook nog enige malen bij Stephen Membrecht was geweest. Hij zei dat, door zich in deze avonturen uit te leven, hij naar zijn eigen gevoelens zocht, los van Philip Nasta, en zo onze relatie bij anderen te testen. Hij vond het moeilijk om zijn ambivalentie tegenover Philip te verklaren. Hij had nog steeds momenten dat hij liefde voor hem voelde, maar hij wist niet precies of het een gevolg van de tussen hen ontstane band was of dat het werkelijke liefde kon worden genoemd. (En wanneer hij liefde zegt houd hij zijn hand in zijn maagstreek.) Naar Amerika gaan bleef Peter afschrikken. A. van Dantzig, zenuwarts, antwoordde dat hij volgeboekt was, maar hij raadde aan professor dr. W. Marsman te benaderen. In overleg met Lex Poslavsky schrijf ik nu echter naar professor dr. J.A. Weijel. Kolonel Sriamin zond een introductiebrief voor de nieuwe Indonesische ambassadeur generaal Taswin. Er is blijkbaar nieuw gedonder tussen Suharto en Nasution. Suharto wil voor vijf jaar tot president worden gekozen, zonder algemene verkiezingen, waar generaal Nasution tegen is. Het is immers duidelijk: Suharto vestigt een militaire dictatuur. Punt. Trino Flothuis sprak met Geert Lubberhuizen over het feit dat Jan Cremer weg is bij de Bezige Bij. Zijn volgende boek zal nu bij Bruna uitkomen, via Jan Buis. Lubberhuizen: ‘Je moet niet vergeten dat uit de twee boeken, die we van Jan Cremer uitgaven, een soort sociale voorziening is gegroeid met Cremers kinderen, met zijn vrouw Hester, en met zijn moeder. Wie zou daar anders voor moeten zorgen?’ Van Jans tweede boek zijn 70.000 exemplaren verkocht met een omzet van vier ton. Jan Cremer vroeg Lubberhuizen 10.000 dollar voorschot op zijn derde boek, wat voor de Bezige Bij teveel was. Geen wonder dat Jan bij Bruna belandde De Observer publiceert een reportage over hoe mariniers eindelijk de vlag plantten op het keizerlijke paleis in Hue. ‘The 100-ft by 60-ft throne room, decorated in red gilt symbols and | |
[pagina 255]
| |
ancient Vietnamese characters, sits upon a nine-step platform denoting the nine ranks of the Mandarin hierarchy. It was covered with mud. There were bullet holes in some of the walls and two of the six delicate Chinese chandeliers had been shot away. But the 56 red and gilt pillars supporting the arched roof were almost undamaged. The floor of the throne room was littered with broken tiles, shells and meta1 scraps. Two large unexploded naval shells lay on the floor in the immediate area of the throne. Sightseeing soldiers stepped around them. Sniper rounds whistled sporadically through the palace grounds...’ Mark Frankland waarschuwt, eveneens in de Observer, dat twee Vietcong-divisies met 16.000 man ten noorden van Saigon deze stad ernstig bedreigen. Vanavond ontmoette ik Carel Enkelaar in Hilversum, die naar Spanje vertrekt voor een televisiegesprek met prinses Irene en prins Carlos Hugo. Garrison moet inderdaad in ‘goede aarde’ zijn gevallen in de televisiewereld. Daarna reed ik naar Gerard Croiset, die ratelde over geestelijke verfijning van de geest en andere geliefkoosde onderwerpen. Maar hij merkte natuurlijk dat mijn gedachten bij Peter in Oostelbeers waren. Hij riep dan ook: ‘Ik zou dit kussen naar je smoel willen gooien.’ | |
25 februari 1968Prachtig zonnig weer. Peter is onbereikbaar dit weekeinde. Misschien zal hij altijd onbereikbaar blijven. Ik beleef een rijpingsproces in mijn geest aangaande de uitzichtloosheid van onze relatie. Voor mijn gevoel naderen we steeds meer the end of the line. Ik ben volledig klaar om te delen. Toch denk ik dat ik me langzaam maar zeker van hem terug zal trekken. Ik heb nu zelfs momenten dat ik denk niet meer van Peter te houden. Cindy Adams heeft een tweede boek over Bungkarno geschreven, My Friend, the Dictator.Ga naar voetnoot154 Precies zoals van deze dame te verwachten was, heeft ze een smerig verhaal geschreven nu haar grote vriend in Indonesië niet langer aan de macht is. Ze illustreert al meteen hoe ambassadeur Zairin Zain haar afpoeierde, want ik weet maar al te goed uit persoonlijke ervaring, dat dr. Zain deze mevrouw geen gepast gezelschap voor de President vond. Hij wilde Sukarno beschermen. Mrs. Adams noemt dr. Zain: ‘this dyspeptic little man’, wat haar meteen al karakteriseert als een typisch Amerikaanse del, die niet weet waar ze over praat. Er staat zoveel onzin in dat het geen zin heeft Adams punt voor punt te gaan weerleggen. Zij verlaagt | |
[pagina 256]
| |
zich tot het doorgeven van geruchten en insinuaties, zoals van een zekere kolonel Aga, die haar heimelijk toevertrouwde, dat Bungkarno mentaal sterk achter uitging. Hij zou arterio sclerose hebben en eigenlijk niet langer geschikt zijn om te regeren, want zijn hersens werden beschadigd. Grotere onzin heb ik nog niet gehoord. Tot en met eind oktober 1966 functioneerde president Sukarno normaal en perfect. Zo perfect dat de smeerlappen, die hem voor hun karretje wilden spannen geen poot aan de grond kregen. Maar wankele types als mevrouw Adams, die fundamenteel van Indonesië of Indonesiërs niets begrijpen en toeten noch blazen weten konden gemakkelijk door de nieuwe vijanden van Bungkarno worden gemanipuleerd om een dergelijk schunnig boek als My friend the Dictator te produceren. Prima toch om Bungkarno's voormalige gastvrijheid en vertrouwen nog eens in een tweede boek uit te melken ter vermeerdering van de kassa van ‘journaliste’ Cindy Adams. Met Frits van Eeden heb ik een lange wandeling in de Scheveningse duinen gemaakt. Ook woonde ik op Les Archets in Wassenaar een concert bij ter gelegenheid van tante Jetty's 70ste verjaardag. Er werd een stuk voor sopraan, en acht celli van H. Villa-Lobos, de Bachianas Brasileiras No.5 uitgevoerd. Tante begeleidde zelf op de gamba (een violoncel met zeven snaren) een strijkkwartet van Couperin. Het was plezierig de familie weer eens te ontmoeten in andere omstandigheden dan een begrafenis. Haalde 's avonds laat Peter nog uit Tilburg op. We namen een kamer in Hotel Unique. | |
27 februari 1968Mam vond dat ik vroeger net zo hoog op gaf over Richard als nu over Peter. Ik maakte duidelijk dat ik nog steeds hoog opgaf over Richard, maar dat Peter een contact in de roos was. ‘Ik vind jou een lummel,’ zei mijn moeder, ‘je broers zorgen voor hun oude dag. Jij doet hier niets aan. Eigenlijk zorg ik voor je oude dag.’ ‘Ik moet wel op een dag een testament opstellen,’ antwoordde ik. | |
[pagina 257]
| |
‘Ja, je wilt zeker alles aan Peter nalaten,’ zei mam. Ik was perplex.Ga naar voetnoot155 | |
28 februari 1968Newsweek meldt dat Washington denkt nog eens 200.000 soldaten extra naar Vietnam te zenden. Het Pentagon adviseerde om 40.000 leden van de nationale garde en marinereservisten op te roepen en nog eens 130.000 man gereed te maken voor vertrek. Ook wordt met een vergrootglas gekeken naar de 700.000 college-studenten, waarvan er om te beginnen alvast 48.000 zijn opgeroepen. De onrust en protesten op de universiteit zijn niet van de lucht. De Noord- Vietnamese minister van Defensie Vo Nguyen Giap, blijft golf na golf Vietcongstrijders naar het zuiden zenden. Het bloedblad breidt zich steeds verder uit. De hersens van de diverse heren zijn niet in staat een andere op lossing te bedenken dan steeds meer jonge mensen in de strijd te werpen. | |
29 februari 1968Gesprek met Gerard Croiset en Carel Enkelaar over de stand van zaken in het jfk-onderzoek. Jim Garrison had mij namelijk een foto gegeven van een Latijns uitziende jonge man, die hij verdacht tot het moordteam tegen Kennedy te hebben behoord. We legden nu de Utrechtse paragnost de foto voor.Ga naar voetnoot156 ‘Deze man is een moordenaar van beroep,’ zei Gerard onmiddellijk. ‘Hij heeft (op jfk) geschoten met een geweer met een telescoop er op. Het is hetzelfde type man als die andere figuur, die ik zag en in de gevangenis heeft gezeten. Maar de moordenaar is niet achter tralies geweest. Deze man woont in de omgeving, die ik eerder heb gezien en jullie ook heb beschreven. Hij heeft van achter de schutting aan de andere zijde van de auto met Kennedy geschoten. Er zijn. vier schutters geweest.’ Croiset had eerder een hotel kamer in Dallas beschreven, die de commandopost voor de moord op jfk vormde. Hij had details verstrekt over de man die daar het bevel voerde. Deze man had de opdracht voor de schietpartij op Dealy Plaza ook in die kamer gekregen. Croiset meende dat deze man zich nu in Latijns-Amerika bevond. Hij ‘zag’ het huis waar hij in woonde. ‘Jim Garrison is integer, en hij meent het eerlijk. Enerzijds leidt hij het onderzoek om inderdaad de moordenaars op het spoor te komen, maar anderzijds is het hem ook om zijn beroeps- | |
[pagina 258]
| |
trots te doen. Hij houdt zijn werkelijke verbindingen achter de hand. Hij heeft ze, maar bewaart ze.’ Wij vroegen of Garrison er in zou slagen de moord te ontmaskeren. ‘Hij komt ver, maar uiteindelijk zal de ontknoping van Dallas van een heel andere kant komen. Garrison dwingt bepaalde mensen om met de waarheid voor de dag te komen. Hij blijft zeker zelf leven. De waarheid over Dallas is overigens bekend. We zijn nu, mede door de door mij gegeven aanwijzingen ver gekomen.’ Croiset begon opnieuw over de boerderij buiten Dallas waar oorspronkelijk het complot tegen Kennedy was gesmeed. ‘Lyndon Johnson weet precies wat er is gebeurd, maar in het nationale belang zwijgt ook hij,’ aldus Croiset. | |
1 maart 1968Lyndon Johnson heeft een rede in Dallas gehouden. Dit zou een beslissend jaar worden in Vietnam. Hij denkt er niet over een accommodatie te zoeken met Ho Chi minh. Intussen zijn als gevolg van de strijd al 1,5 miljoen mensen in Zuid-Vietnam van huis en haard verdreven. Robert McNamara nam afscheid als minister van Defensie. Hij vocht tegen zijn tranen tijdens de ceremonie op het Witte Huis. Geen wonder. Ik zou niet graag op mijn geweten hebben wat deze heren vroeg of laat hebben te verantwoorden. Er zijn nu 504.000 soldaten in Vietnam. Ze zijn gek. Professor W.F. Wertheim zond me een kopie van Antara News bulletin no. 113 van 3 februari 1968, waarin werd meegedeeld dat de procureur-generaal in Jakarta, generaal Sugih Arto een diepgaand onderzoek is begonnen naar rijstaankopen in het buitenland. Ik heb die kat niet voor niets de bel aangebonden. | |
3 maart 1968De relatie met Peter is al een paar dagen helemaal mis. Philip Nasta heeft nu Peters moeder en zuster (één van de negen) uitgenodigd om te komen eten, wat in de afgelopen vier jaar nooit eerder gebeurde. Ik heb geen zin meer in dit concurrentiespelletje. Zet er een punt achter. Mijn lieve moeder is zo bezorgd. Wat te doen? | |
[pagina 259]
| |
het hoofd te bieden. Peter gaat met die bagage op zijn gevoel af en dat besefte ik niet, en dat is behoorlijk stom van mezelf. Aanvullende onderschatting en dus nog altijd niet genoeg geluisterd. Een eerlijkheidsgevoel staat bij Peter centraal. Het is soms zo manifest dat het me verlegen maakt. Vooral omdat ik zo helemaal overtuigd was zelf op dit kardinale punt uniek te zijn. Alles wat we deze dagen beleefden was eigenlijk fijn, inbegrepen de kwetsuren, de verwaterde trots, het elkaar niet kunnen zien, alles. Ik ga direct aan boord. De zon breekt door de wolken. Langzaam glijdt de kust van Nederland weg. Altijd weer pijnlijk. Om mijn moeder. Om Peter. |
|