Memoires 1967-1968
(2002)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 216]
| |
New York9 januari 1968Richard haalde me af op jfk. Hij vloog in mijn armen. Hij zoende me spontaan en hield me lang in zijn armen gedrukt. Hij voelde ondertussen mijn lichaam en vond dat ik slank was geworden. ‘Ik hou van niemand, alleen van jou,’ zei hij. Garrett is nu out of the window, maar hij heeft een andere vriend. Hij moest om 20:00 uur werken. Om 20:00 uur was ik weer terug op jfk voor een vlucht naar Detroit om daar morgen een lezing te geven. | |
11 januari 1968Sylvester: ‘The greatest trouble spot of the world feels Oltmans lies in the crisis in psychology.’ Ik las in de Daily Tribune van heden dat ik had gezegd: ‘We can transplant a heart, but the mind of man, we know very little about as yet.’ Meer schreef de reporter niet over wat ik de belangrijkste passage van mijn lezing had gevonden. Verrassende brief van Jonathan Raymond. Na alle jaren dat ik hem ken, meldt hij zijn belangstelling voor filosofie te hebben verloren. Zijn enthousiasme en psychologische energie zijn voor dit vak met de muziek mee. Hij concentreert zich nu op drama. Ik denk dat iemand hem aangepraat heeft dat hij kansen zou hebben als acteur. Hij speelt een rol in Tsjechovs' Sea Gull. Verder is hij verbaasd over alles wat ik over Peter schrijf. ‘What astonished me particularly is that it not only persists but is deepened and enriched with time.’ Mejuffrouw Büringh Boekhoudt schrijft in haar liefheid en zorg over mij: ‘Het schijnt je noodlot te zijn om altijd tegen mensen aan te lopen, die je teleurstellen en die je de indruk geven dat de hele wereldpopulatie bestaat uit ellendelingen. Ik wou dat je nu eens contact kreeg met een andere categorie, die er toch heus ook is.’ Ik begrijp hoe moeilijk het is om tegen- | |
[pagina 217]
| |
over Aunty of mijn moeder, dames van een zo andere generatie, duidelijk te maken, dat Peter nu juist precies de categorie is, die ik het liefste omhels, als mens, als kameraad, en indien mogelijk als partner. Trouwens, mam voelt een zekere genegenheid voor Peter, maar juffrouw Boekhoudt kent hem nog niet.Ga naar voetnoot126 | |
12:15 uur Eastern Airlines naar Miami.Ik kijk naar de mensen op jfk. Dozijnen welgestelde joden vertrekken naar het warme Florida om in de zon gaar te koken. Meestal volgevreten, verveelde, voldane smoelen. Ik voel me compleet vreemd onder zulke mensen. Verdiep me in Somerset Maugham. ‘Most people think little. They accept their presence in the world: blind slaves of the striving which is their main-spring they are driven this way and that is to satisfy their natural impulses and when it dwindles they go out like the light of a candle.’ Er was in de Doral Country Club een kamer voor me gereserveerd van 25 dollar. Ik ben echter naar het Strand Hotel gegaan en boekte een kamer voor 8 dollar. Ik moet om 18:00 uur een lezing geven voor het Farm and Industrial Equipment Institute uit Chicago. Men houdt er 's winters een bijeenkomst van twee dagen in de ballroom van de Doral Country Club. Dien in smoking te verschijnen gedurende cocktails. Men verwacht een lezing over Troublespots in focus, dat is dus op de eerste plaats voor deze mensen Vietnam. Het begon allemaal met een luidruchtige cocktail. Iedereen was op zijn paasbest opgedoft. Er werd, zoals altijd bij zulke gelegenheden, in de ruimte gezwamd. Paul Bucha, van bovengenoemd instituut, insisteerde, dat ik over ‘the boys in Vietnam’ zou spreken. Eerst werd een lavish diner geserveerd met verschillende soorten wijnen. Iedereen werd geleidelijk aan luidruchtiger en vrolijker en op dat moment kreeg ik het woord. Ik had me dermate opgewonden over de ambiance van de avond, de ernst van de situatie in Vietnam en het ongelooflijk lijden van zowel Amerikaanse als Vietnamese militairen in die onzinnige oorlog stond me zo helder voor de geest, dat ik het woord nam en zei: ‘Dames en heren, het spijt me meer dan ik u zeggen kan, maar onder deze omstandigheden kan ik niet over het onbeschrijflijk lijden in Vietnam spreken. Uw kinderen liggen op dit moment onder Vietcongvuur, terwijl men zich hier aan schalen met eten en wijn te goed doet, sorry, ik | |
[pagina 218]
| |
kan het niet,’ en ik verliet de katheder en wandelde weg. Men is me achterna gekomen met duizend-en-een excuses en of ik please terug wilde komen. Men respecteerde mijn standpunt en nog meer van die praatjes, maar ik had de 250 dollar voor de lezing in mijn hoofd al afgeschreven en aarzelde in alle standen. Ik ben tenslotte teruggegaan en heb me helemaal gegeven met in gedachten de beelden van de oorlog voor me. Ik zei precies wat ik dacht: dat men lbj, Hubert Humphrey en alle presidenten, vice-presidenten en managers van de bedrijven aangesloten bij het Farm Institute in Chicago maar eens in de gevechtshelikopters boven Vietnam zou moeten zetten, en onder vuur laten nemen van de Vietcong, want dat ze blijkbaar nog altijd niet begrepen in welke penibele en doodsgevaarlijke situatie hun generatie haar eigen kinderen had geplaatst. Ik zei dat ik een banketbijeenkomst in Miami onder dergelijke omstandigheden een onvergeeflijke belediging voor de militairen in Vietnam vond, om hun situatie onder het genot van drank, eten en vette sigaren te bespreken of zelfs maar aan te roeren. Inwendig was ik de hele avond razend en ben dat gebleven. Ze zullen bij mijn lezingenmanagement hun beklag wel doen en het zal mijn toekomstige inkomsten misschien schade berokkenen, maar: To hell with these people! | |
12 januari 1968De zon is stralend warm. Lees in De Sade: ‘Wanneer mensen bij hun geboorte wisten welk lijden hen te wachten staat, en wanneer het slechts van hen afhing terug te keren in het niets, zou er dan één enkele zijn, die de levensweg zou willen voltooien?’ De Sade begrijpt niet hoe mensen de pretentie kunnen hebben om te denken dat de ziel onsterfelijk is. ‘We zullen in de smeltkroes van de natuur verdwijnen.’ Wie heeft er gelijk? Ik tendeer naar De Sade. Onderwijzer Herbert Kohl schreef een boekje 36 Children, over een klas negerkinderen in Harlem die hij had.Ga naar voetnoot127 Kohl experimenteerde met zijn kinderen, zoals Peter er dikwijls over sprak. Hij liet de kinderen bijvoorbeeld hun eigen sprookjes schrijven. Ik heb het boekje per luchtpost aan Peter toegezonden. Ewout Quispel is eindelijk uit Kew Gardens vertrokken. Loets broer René komt tijdelijk bij me wonen. | |
[pagina 219]
| |
13 januari 1968Richard kwam. Hij was lief. Ik kreeg tranen in mijn ogen. ‘Wat is er toch met je? Je zou al tien jaar geleden een grote liefde hebben moeten vinden. Je bent nu al 42 jaar. Je houdt nu van jongens in hun twintiger jaren. Je zult concessies moeten doen. Herinner je je wat ik je zei over Peter? Hij is nog erg jong. Hij moet alles nog ervaren, wat jij al hebt meegemaakt,’ zei Richard. | |
14 januari 1968Expresbrief van Peter. Hij schreef: ‘De toon die uit je laatste brieven klonk was duidelijk evenwichtiger, in ieder geval strakker dan uit je vorige episode in Amerika... Hoe je bent hoef ik niet te vragen. Ik weet het maar o zo goed. Mijn reactie op je brieven is nu veel fijner. Jij schrijft anders en het is allemaal veel openlijker en eerlijker. Ook dat driehoeksidee van Philip, jou en mij staat niet meer steeds op de voorgrond. Daar zijn we bovenuit gegroeid.’ Peter las veel en nam het stapeltje boeken dat ik hem al zond door. ‘Ik schrijf je momenteel in zéér sterke, actieve toestand. Hoop ook zo met jou.’ | |
15 januari 1968Philip Nasta zond me een brief zonder aanhef en zonder ondertekening. Hij probeerde me te overtuigen dat ‘Peter cares a great deal for you, but as you know, he doesn't love you.’ Ik begrijp wel wat hij bedoelt, ‘to love’ wordt dan ook meestal geassocieerd met ‘to fuck’. Ik heb deze brief driemaal overgelezen en was diep geschokt dat Peter het dagboek dat ik voor hem schreef tijdens zijn reis naar Thailand blijkbaar aan Philip had laten lezen. Philip schreef verder: ‘Will it make a great difference in your friendship with Peter, if you know that Peter and I have become much more honest with each other? Will it alter that wonderful contact that you both have?’ Hij vervolgde: ‘I would like to admire, respect and accept that friendship, as long as it is no threat to me. From your writings, it seems as if you are completely against me because of my relationship with Peter. Why can't you be honest with me as you want Peter to be with you? It will be much easier for Peter, you and me.’ Later in de brief: ‘You have taught me to understand Peter...’ Goed. Maar ons dagboek was niet voor Philip Nasta bestemd. De gedachte alleen al maakt me duizelig. Ik telefoneerde Peter. Hij zei dat Philip in de nacht, toen hij sliep, mijn dagboek voor hem bestemd (ongevraagd) had gele- | |
[pagina 220]
| |
zen. Ik wist trouwens dat Philip Peters privacy in dit opzicht nooit had gerespecteerd.Ga naar voetnoot128 Het maakte me aanzienlijk rustiger met hem gesproken te hebben. Ik kondigde aan 24 januari weer naar Holland te zullen komen. Hij wilde dit ook aan Philip gewoon meedelen. | |
New York - Detroit, American AirlinesHet sneeuwt, maar het vliegtuig vertrekt. | |
16 januari 1968Lezing voor de Woman's Club van Jackson, Michigan. Een journaliste kwam me interviewen, maar vertelde zojuist haar verloving te hebben verbroken. Het werd allemaal niets en op dit moment interesseren deze zaken me niet. De Confessions van Rousseau stellen me enigszins teleur. Het zijn herinneringen en geen bekentenissen. Het is een kunst om ze te lezen. Je moet tientallen pagina's met trivialiteiten gewoon overslaan en alleen de werkelijke gedachten er uit pikken. Alhoewel: ‘I was born a weak and ailing child. I cost my Mother her life, and my birth was the first of my misfortunes’, dit is natuurlijk toch wel een ontboezeming. Zijn vader overleed 40 jaar na zijn moeder, in de armen van zijn tweede vrouw, maar mompelde als laatste woord de naam van Jean Jacques' moeder. Rousseau zegt niet ‘liefde’, maar ‘hartstocht’ voor muziek te hebben. | |
Northwest Oriënt, Detroit, New YorkMijn lezing voltrok zich zeer intens. Totaal anders dan wat ik ooit eerder deed. Men reageerde emotioneel. Het is moeilijk om precies te zeggen hoe, maar het was goed. Ben dicht bij Peter. Rousseau raakte in contact met een Arabier die een oogje op hem had. ‘I endured his kisses, saying to myself: “the poor fellow has conceived a lively friendship for me. I should be wrong to repulse him.”’ Maar de Arabier ging steeds verder en begon voorstellen te doen, waarvan Rousseau dacht dat de man gek moest zijn. ‘One night, he wanted to sleep with me,’ schreef hij. ‘I refused saying that my bed was too small. He pressed me to go to his, but I again refused, for the wretch was so dirty and stunk so strongly of chewed tobacco, that he made me quite sick.’ De volgende dag vervolgde de man zijn avances, en met zoveel kracht: ‘he wanted to take the most disgusting liberties with me.’ Uiteindelijk beschrijft | |
[pagina 221]
| |
Rousseau hoe de ‘Moor’ zich ter blijkbaar plekke aftrok: ‘I saw something white, like glue, shoot towards the fireplace and fall upon the ground.’ Bij thuiskomst lag er een brief van mijn moeder. Uit mijn brieven maakte ze op dat ik er blijkbaar niet in was geslaagd mijn Zijn wat op te krikken. ‘To be or not to be, that is the question! Voor mij was the choice always too obvious, voor jou blijkbaar niet. Daarom geloof ik niet, dat ik je op enigerlei wijze kan helpen, aangezien ik volgens jou tot de gedachteloos vrolijken behoor. Voor mij is dit alleen maar een bewijs, hoe bitter weinig je iemand met een andere outlook dan de jouwe kunt begrijpen, maar dat geeft niet, het zal wel wederkerig zijn, dat wil ik tenminste graag aannemen. De enige raad, die ik je op het ogenblik kan geven is om jezelf tijdelijk een beetje naar de achtergrond te schuiven en een tikkeltje meer aan anderen te denken, vooral ook in verband met diegenen waar je mee moet werken. Want anders komt er van wat je ook doet niets terecht, wat toch nooit de bedoeling kan zijn, vooral in verband met alle plannen, die je toch zult willen verwezenlijken, zonder een behoorlijke dosis pep lukt het nooit!’ Mam sloot een advertentie voor een eindredacteur bij het Algemeen Dagblad in. Heeft het zin te solliciteren met ‘Den Haag’ altijd weer tegen? Ontdek toch voor mij dierbare gevoelens bij Rousseau: ‘I can swear, that I never loved her (Madame de Warens) more tenderly than when I had so little desire to possess her (...) I still loved her as passionately as possible: but I loved her more for her own sake than for my own, or, at least, I sought happiness with her, rather than enjoyment or sensual pleasure (...) I loved her too well to desire to possess her: that is most clearly; prominent in my ideas.’ (bladzijden 202-203) Ik weet wat hij bedoelt. Eerder tippelde een ‘Abbé’ op Rousseau en de beschrijving ervan is charmingly stupid en beunhazerig. Later, in bed vond ik meer emoties bij Rousseau, die ik zeker herken. ‘Our mutual attachment was not increased, that was impossible: but it assumed a more intimate form which I cannot explain, more touching in its great simplicity (...) We began without thinking of it, to be inseperable, to share, as it were, our existence in common: and feeling that we were not only necessary, but sufficient, for each other, we accustomed ourselves to think of nothing that was foreign to us, to limit our happiness and all our desires to that possession of each other, which was, perhaps, unique of its kind among human beings (...) It was not love, but a more real possession, which, without being dependent on the senses, sex, age or personal appearance, was | |
[pagina 222]
| |
concerned with all that which makes one what one is, and which one can only lose by ceasing to exist...’ Schreef al deze regels in het voor Peter bestemde dagboek. | |
17 januari 1968Regelde in de vn mijn perskaart, telex accreditation, een reis voor een nts-cameraman van drie maanden door Latijns-Amerika met een vn-televisie team, en heb er allerlei mensen gezien. Brandde twee kaarsen in St. Joseph's. Richard werkt 's avonds en 's nachts in een discotheek. ‘Ik kan nauwelijks meer op mijn benen staan,’ zei hij. Prima. Bezocht mijn Marokkaanse vriendin en diplomate bij de vn, Najwa Sarkis: ‘What if Peter turns his back on you?’ ‘I love him and this is not that type of boy.’ ‘I don't want you to get hurt.’ ‘I will not be destroyed. I might shed tears, be silent, be sad, but I value my life, my capability to love, my affection to a high degree. I believe in myself. Nothing can ever really destroy me. Even if I lose everything I will still possess my own feelings. True love does not need reciprocity. Love does not need to be answered when it is in your heart.’ ‘But that's true love!’ riep zij uit. Rousseau over een dierbare vriend: ‘He was tall and well built: his body was a worthy habitation of his soul,’ wat een uitspraak is die helemaal op Peter zou kunnen slaan Rousseau spreekt over ‘het regeren van gevoelens’. Doe het maar eens. Dineerde met mijn vriend van Yale, Jim Carmichael. Hij verhandelt kunstmest naar de Filippijnen, Japan en Indonesië. Hij heeft een Filippijnse lover, Johnny (28). Jim is 40 jaar. Ze zijn nu zeven jaar samen. Hun arrangement is dat Jims carrière op de eerste plaats komt. Alleen wanneer hij materieel succes heeft kan hij voor Johnny zorgen. ‘I will meet and play with other boys, while I am in the Far East’ - want Johnny bewoont hun flat in Manhattan en doet hetzelfde - ‘but I only love him and never will think of anybody else.’ Ze wonen in een flat op 1270 Fifth Avenue. Johnny werkt bij een bank en betaalt mee. Ook kookt hij. Het viel me op dat hij toch enigszins als een Asian house boy wordt gecommandeerd. Hij zegt op Jim te zullen wachten, terwijl Jim zelf zijn vertier zoekt in Asian bathhouses. Truth remains stranger than fiction.Ga naar voetnoot129 | |
[pagina 223]
| |
Na het diner arriveerde een advocaat. Jims testament moest worden getekend. Jim wilde dat ik als een van zijn beste vrienden, als getuige optrad. Ik heb het testament niet gelezen, maar dus wel getekend. Johnny deed me trouwens erg aan Bertie denken. Jim merkte trouwens dat ik anders dan anders was. Ik vertelde hem over Peter. Rousseau (bladzijde 428): ‘The first, the greatest, the most powerful, the most irrepressible of all my needs was entirely in my heart: it was the need of a companionship as intimate as was possible...’ Dat somt precies mijn doel met Peter op. | |
18 januari 1968Zit in de delegates-lounge van de vn met Rousseau, koffie en een brioche. Op straat liep ik te dromen dat Peter eens mee zal komen naar hier. In zaal 4 heeft een persconferentie van secretaris-generaal U Thant plaats. Wat een prettig mens vergeleken bij een slob and basterd als Lyndon Johnson uit Texas. Het is toch wel een geheel ander ‘product’ van de menselijke soort. Hij bespreekt Vietnam andermaal in detail. Hij denkt als Sukarno. Ik denk trouwens identiek over de situatie in Zuidoost-Azië als Bungkarno en U Thant. Telefoneerde uit de vn met Peter in Tilburg. Dat was een ware opkikker. Schreef hem meteen uitvoerig. Mora Henskens stelde me aan haar nieuwe Ierse schone, Brian, voor. Ik wist in een oogopslag dat deze vondst een milde ramp was. Bij thuiskomst lag er een brief van John van Haagen. ‘Zoals ik het zie ben je een te consequent, te idealistisch mens, en onmenselijk, zeker ten aanzien van hetgeen menselijk mogelijk is voor iemand en met iemand. Ben je in de buurt van je vrienden, dan overtuig je ze om dit te kunnen opbrengen, maar ben je er niet, dan wil die iemand die overtuiging snel kwijt uit angst voor de consequentie (leven?). Bedenk wel dat je gedachten kunt overbrengen in iemands hoofd, maar zonder voedingsbodem helpt het niet, zoals een computer wel antwoorden geeft, maar geen gevoelens kan vertalen. Zou met je willen praten, dat gaat beter via onuitgesproken verstaan. John.’ | |
[pagina 224]
| |
ged to hear’ was. Ik denk altijd: wanneer er tenminste één mens in mijn gehoor er echt wat aan heeft gehad, het de moeite waard is geweest de reis ervoor te hebben gemaakt. Ladybird Johnson had 50 blanke en zwarte dames, bekend van naam en faam, naar het Witte Huis uitgenodigd voor een lunch. De zangeres Eartha Kitt heeft er eens onomwonden haar mond opengedaan en iedereen sprak van een schandaal. Eigenlijk zei zij daar wat ik in Miami had gezegd, maar dan op een passend niveau: ‘You send the best of this country off to be shot and maimed’, aldus Miss Kitt. ‘The youths rebel in the streets. They will take pot. They will get high. They don't want to go to school because they are going to be snatched off from their mothers to be shot in Vietnam.’ The New York Times meldt: ‘A pale Mrs. Johnson later rose and looked directly at Miss Kitt, who leaned against a podium in the yellow walled White House Family Dining Room, “Because there is a war on - and I pray that there will be a just and honest peace - that still doesn't give us a free ticket not to try to work for better things, such as against crime in the streets, better education and better health for our people,’ aldus Ladybird. Wanneer ik mevrouw Johnson hoor babbelen over een eerlijke vrede, na wat er zoal heeft plaats gehad in Vietnam, krijg ik eigenlijk een gevoel van walging. Maar goed, ze is dan ook bezig met ‘beautifying America's parks and cities’, terwijl lbj stad na stad plat gooit in Azië. Telefoneerde mam in Huis ter Heide, en zei dat ik de 24ste terug wil komen. ‘Wat kom je eigenlijk doen?’ was haar onmiddellijke reactie. Vroeger zou ik door de grond zijn gegaan, nu ben ik er immuun voor. Het is ongetwijfeld haar manier om te zeggen liever het geld voor de reis in mijn zak te houden. Maar je leeft maar één keer. Om 20:00 uur een lezing voor een boys college in Salisbury, Connecticut. Jongens van veertien tot achttien jaar. Ik ben 2,5 uur met ze bezig geweest. Het was trouwens een schitterende campus met glooiende heuvels. Er lag sneeuw. Ik sprak in de kapel. Ook het vragenuur was boeiend. De jongens waren één-en-al vragen, vol belangstelling, levendig en zo onschuldig nog. Ik zou zelf een jongen van achttien jaar gehad kunnen hebben wanneer ik meer geloof in de uiteindelijke zin van het leven zou hebben gehad. Logeer bij de headmaster. Deze avond was zeer de moeite waard. | |
[pagina 225]
| |
20 januari 1968De rector kwam me wekken. Hij zei in mijn lezing veel terug te hebben gevonden van het denken van Teilhard de Chardin. Ik antwoordde dat ik in de grond van de zaak weinig of niets gemeen had met diegenen, die het leven verbinden met de wil van een God: ‘Wanneer er werkelijk een God is, dan zou ik willen denken, dat hij niets met de chaos hier op aarde van doen heeft. Ik kan, gezien wat er allemaal gebeurt, dan ook niet aanvaarden dat er een opperste gezag van een opperste heerser, een God, zou bestaan.’ In de trein terug naar Manhattan heb ik Rousseau's 683 pagina's uitgelezen. Ben blij die man te hebben leren kennen. Maar waar ik bezwaar tegen heb, is het eindeloze gelul over totaal irrelevante zaken, die echt voor lezers niet de minste waarde hebben. Had veel meer over zijn innerlijke zielenroerselen willen lezen en weten.Ga naar voetnoot130 Een paar rijen achter mij had ik een jongen zien slapen in gezelschap van een schaapachtige griet. Ik begon zelf in een boekje van Freud te lezen. Even later, ik zal nooit weten waarom, stond de jongen naast me en vroeg of hij met me mocht praten. Hij heette Huntley Berger (20). Hij werkte op een school voor retarded children, en observeerde hen. ‘What made you do that,’ vroeg ik. ‘Oh, I don't know.’ Hij bladerde eerst door Rousseau. Daarop zei hij, naar mijn Freudboekje kijkend: ‘Freud analysed Leonardo da Vinci. You must read that booklet. At the end of his life, didn't Freud say that he wasn't sure he should have developed psycho-analysis?’ Huntley's kinderen hadden vooral problemen met wiskunde. ‘Zij kunnen niet vermenigvuldigen. Ik probeer methoden te vinden om het hen uit te leggen. In het algemeen houden zij veel van muziek. Ik speel zelf hobo.’ Ik beleefde die jongen helemaal. Hij las gedichten van Robert Frost. ‘Wat ik er het fijne van vind,’ zei hij ‘is that they are always short and make you stop and think days on end about one poem.’ Hij liet me een gedicht zien, The darkest evening of the year. Hij schreef in de kantlijn, ‘dacht hier aan zelfmoord.’ Hij sprak maar door. Hij kende de componist John Cage, die bij het componeren meende, dat het Ego diende te verdwijnen en dat men niet met een stopwatch in de hand muziek diende te schrijven, maar meer op goed geluk, ‘like flipping a coin’. Het woord ‘chance’ leidde hem naar een volgende vraag: kende ik het Book of Chances (de I Ching)? Hij omschreef het als een | |
[pagina 226]
| |
soort Chinese bijbel. Men kon zijn leven rond dit ene boek inrichten, meende hij. Zijn gezicht was eigenlijk pokdalig, zijn tanden waren niet te best, en zijn ogen drukten niets bijzonders uit. Hij duwde voortdurend zijn haar, dat in zijn gezicht hing naar achteren. Hij lachte me wat te veel, of hij sprak of ik. Ik nam hem nauwkeurig in me op, vooral wanneer hij in volle ernst naar me keek. Ik zag hem en zijn vriendin op het Grand Central Station verdwijnen in de zich verdringende kudde mensen. Voor altijd weg. Ging naar een film. Een Chinese jongen vroeg me met hem mee naar huis te gaan. Ik moet bekennen dat ik er veel voor zou hebben gegeven vanavond iemand - anybody - in mijn armen te voelen. Ik denk dat ik gewoon de prijs voor mijn idealen moet betalen. It's okay. I will sleep alone. | |
21 januari 1968Draai de radio aan. Vioolconcert van Max Bruch. Prachtig. Droomde over Peter in Huis ter Heide. Brief van Peter. Hij geniet van mijn platenspeler en radio op zijn kamer en draait de platen, die ik hem stuurde en zegt er van te genieten: ‘Voor het eerst wat warmte en sfeer op mijn kamer.’ Philip is dus inderdaad 's nachts uit bed geslopen ‘en nam de enige kans waar om de tekst van jouw dagboek bestemd voor mij te lezen.’ Peter merkte er verder over op dat Philip van alles verkeerd begrepen had en anders geïnterpreteerd dan het was: ‘Want wanneer je er eenmaal op uit bent om verkeerde dingen te zien, vind je ze in elke regel.’ Daarop vertelde Philip wat hij mij had geschreven. Peter was woedend geworden. ‘Met mij is verder alles okay, voor zover alles okay kan zijn, hoop ook zo met jou. Mijn gebrekkige taalvaardigheid van dit moment staat me in de weg om mijn gedachten en gevoelens onder woorden te brengen.’ Tranen. Ging naar de verfilming van het boek Ulyssus van James Joyce. Het bezwaar wat ik tegen een film als deze heb, is de vorm waarin de levenskritiek is gegoten. Het is hetzelfde wat ik tegen dichterij heb. Ik moet er niet aan denken dat er van ons verhaal een gedichtenbundel zou zijn te fabriceren. Ik volg nauwelijks meer de politiek of de kranten. Robert Kennedy, senator J. William Fulbright en gouverneur George Romney van Michigan - die onlangs ook Suharto in Jakarta bezocht - bekritiseren in koor de regering Johnson voor het achterwege blijven van het zoeken naar een oplossing in Vietnam. De studentenprotesten worden steeds luider en veelvuldiger. Op de Harvard University hebben 22 procent van de | |
[pagina 227]
| |
studenten al gezegd het land te zullen ontvluchten of liever naar de gevangenis te gaan, dan gehoor te geven aan de oproep tot dienstneming in het leger om te gaan vechten in een totaal onwettige oorlog in Azië. The Times zegt in een hoofdartikel dat de regering buitengewoon unfair is wanneer lbj beweert dat de critici van de oorlog geen alternatieven aandragen. De krant somt vervolgens een lange lijst met voorstellen op van de oppositie hoe met zo min mogelijk kleerscheuren uit Saigon op te hoepelen. In Lyndon Johnsons kerk in Washington moesten zelfs de protesterende jongeren voor aanvang van de dienst verwijderd worden. Iedere twintig minuten pleegt iemand in de vs zelfmoord. Onder studenten is zelfmoord nu de tweede voornaamste oorzaak van overlijden.Ga naar voetnoot131 Volgens Schopenhauers beroemde gelijkenis van de bibberende stekelvarkens kan niemand een al te intieme relatie met een ander verdragen. ‘Een troep stekelvarkens drong op een koude winterdag bijeen om zich door wederzijdse warmte tegen bevriezen te beschermen. Spoedig voelden zij echter elkaars stekels die hen weer prompt uiteen dreven. Het euvel herhaalde zich, wanneer zij het weer koud kregen, zodat zij tussen twee kwaden heen en weer werden geslingerd, totdat zij een matige weerstand hadden gevonden, waarbij zij het het beste konden uithouden en verdragen.’ Freud herinnert aan dit voorbeeld. ‘De psychoanalyse leert ons,’ aldus Freud, ‘dat bijna iedere intieme gevoelsverhouding tussen twee personen van langere duur - huwelijk, vriendschap, de verhouding ouders-kinderen - een bezinksel nalaat van gevoelens van afkeer en vijandigheid, die slechts door verdringing terzijde worden gesteld.’ Eigenlijk is dit wat John van Haagen laatst in eigen woorden probeerde uit te drukken. Alex van Maarseveen belde met de boodschap dat Ewout Quispel hem had verteld dat Peter en ik uit elkaar waren. Ewout schijnt trouwens pot-feestjes in mijn flat te hebben georganiseerd. Tieneke Kilian hintte ook al dat nu alleen Peter nog voor mij bestond, wat onzin is. Trouwens Loet weet precies hoe het wel is. | |
[pagina 228]
| |
Peter een keertje in de stad had ontmoet. Dat kattebelletje heb ik toen inderdaad gelezen, waar verder nauwelijks iets bijzonders in werd vermeld; niet meer dan bijvoorbeeld dat hij Peter nog wel eens in zijn vingers zou willen hebben. Dat Philip dit geval vergelijkt met 's nachts uit bed sluipen om mijn dagboek van tientallen pagina's aan Peter stiekem te gaan lezen, zegt alles over die man en zijn sense of values. Ik begrijp dat hij het deed uit jaloezie en naijver, maar het kan niet. Philip onderstreept met vette strepen dat Peter om hem geeft op geheel andere wijze dan hij om mij geeft. Hij had het niet beter kunnen onderlijnen. Hij begrijpt alleen niet hoe een gelijk hij zal blijken te hebben. Loet bracht me met Monk (zijn zoontje) naar jfk. Neem American Airlines, flight 67 naar Chicago. Ik nam een kamer in de ymca. Ben in The Future of an Illusion van Sigmund Freud begonnen.Ga naar voetnoot132 Prachtige passages. Neem ze in het dagboek voor Peter over. ‘In general people experience their present naively, as it were, without being able to form an estimate of its contents.’ | |
23 januari 1968Palmer House, ChicagoLezing voor de Woman's Athletic Club, waar ik al eerder ben geweest. De club ligt aan 626 North Michigan Avenue en heeft een volmaakt zotte naam, aangezien de dames die naar mijn lezing komen gemiddeld 70 jaar en ouder zijn en in zaal vol vergulde stoeltjes plaats zullen nemen. Ik was te vroeg, vond een Steinway en speelde Rêverie en Clair de lune van Debussy. Amerikaanse mariniers en Zuid-Vietnamese militie-eenheden hebben zich bij Khesanh moeten terugtrekken onder druk van de Vietcong. Honderden dorpelingen zijn per helikopter naar het nabijgelegen Danang vervoerd. Washington geeft toe dat sommige Amerikaanse eenheden het grondgebied van Cambodja hebben geschonden, ‘in the heat of the battle.’ Bij Groenland is een B-52 bommenwerper van de vs in zeer gestort met een aantal H-bommen aan boord. Amerikanen gaan met dit soort ondingen om als speelgoed. Reis van Chicago naar New York met Dolf Enthoven met wie ik op het Baarns Lyceum heb gezeten. Hij werkt nu voor de Wereldbank in Washington dc. Viel tijdens de vlucht in slaap en droomde van een hond, die een wolf aanvloog en tussen de | |
[pagina 229]
| |
poten van de wolf naar diens strot vloog. Schrok wakker. Peter is de psycholoog. Hij moet de droom later maar verklaren. | |
21:10 uur JFK Airport. K.L.M., flight 644.Ik ben het oneens met de Economist dat Lyndon Johnson het bij de verkiezing zal moeten opnemen tegen Nelson Rockefeller. Ik denk dat het als puntje bij paaltje komt, het opnieuw Richard Nixon zal zijn tegen wie de Democraten zullen moeten knokken. Heb de Future of an Illusion uitgelezen. Er staat zo veel schitterends in, ik kan alles wel overschrijven in Peters dagboek. |
|