Memoires 1966-1967
(2002)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 228]
| |
Huis ter Heide29 januari 1967Erik van der Leeden haalde me gisteren op van Schiphol. We reden naar Huis ter Heide en mam was blij. Ik probeerde van haar gezicht te lezen of ze niet verdrietig was. Na de lunch gingen we eerst samen naar het graf van vader. Het was alsof mam bleef treuzelen en niet weg wilde. Erik bleef slapen, in mijn armen. Mam is duidelijk ook zeer op hem gesteld. We waren ook bij Frits in Den Haag, liepen samen op het strand, maar namen mam mee uit eten. Vandaag waren we bij John van Haagen en Greet en bij Gerard Croiset in Harmelen. | |
30 januari 1967Ben bezig met Vincent Monnikendam de Orde Baru 2-film te bespreken. We willen aanvullende gesprekken maken met bijvoorbeeld ambassadeur Sudjarwo Tjondronegoro en minister Bakker van Economische Zaken. Vanmorgen namen we een interview op met professor Jan Tinbergen in de Economische Hogeschool in Rotterdam. Een eenvoudig mens, misschien overdreven eenvoudig zelfs. Ik vroeg hem duidelijk te maken dat het absurd is om Sukarno in zijn eentje de economische chaos in Indonesië in de schoenen te schuiven. Dat was ook precies wat hij zou zeggen. Van Rotterdam reden we naar de Tobias Asserlaan in Den Haag, waar we de Indonesische ambassadeur Sudjarwo filmden. Tegen mij zei hij privé dat de affaire rond Permina en Louis Worms ongelegen was gekomen, ook omdat 200.000 van de vermiste 800.000 gulden voor de Elisabeth Broere bestemd waren geweest als bijdrage voor de moskee die president Sukarno in Jakarta liet bouwen. Hij kende niet alle details van de Worms-affaire. ‘Meneer Worms toonde een persoonlijke brief van ambassadeur Schiff uit Jakarta,’ aldus Sudjarwo, ‘dus waar moest ik mij aan houden?’ Op de receptie ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Margriet had de ambassadeur prinses Beatrix gesproken. Beatrix had gezegd zeer graag naar Indonesië te willen reizen: ‘Want ik ben nog niet ten zuiden van de equator geweest’. ‘En Suriname dan?’ had de ambassadeur gevraagd. ‘Dat ligt er net boven,’ aldus de prinses. | |
[pagina 229]
| |
31 januari 1967Om 14.00 uur interviewde ik voor de nts minister Bakker van Economische Zaken, een bourgeois die maar bleef frutselen aan zijn das. Directeur-generaal Van Oorschot deelde mee dat er bezwaren waren geweest dat ik het interview zou maken, ‘maar die oppositie heb ik direct geapaiseerd.’ Vincent zei een speciaal rapport over me te hebben gelezen dat uiteenzette waarom de minister mij niet te woord moest staan. Bakker zei absoluut niets van enig belang. Zo doen ze dat in Den Haag. Intussen speelt zich een rel af tussen Cornelis Verolme en de nts. Carel Enkelaar hangt doorlopend met de scheepsbouwer aan de lijn. Eerst weigerde Verolme door mij te worden geïnterviewd. Enkelaar maakte duidelijk dat hij en niemand anders uitmaakte wie voor de nts optrad. Daarop ging het erover of de zaak van Worms en Permina wel of niet ter sprake gebracht zou kunnen worden. Enkelaar maakte korte metten met Verolme's oppositie. Persman Van der Roest van het Verolme-concern heeft hetzelfde accent als onze voormalige tuinman op De Horst. In ieder geval gaat Verolme morgen door. 's Middags filmde ik de heer Diepen bij Fokker. De nts bracht een cameracrew mee, die onder aanvoering stond van een opvallende kerel, Wibo van de Linde. Hij leek me aardig. Een beetje een lefgozer met een grote bek. Van de weeromstuit ben ik na al dat lege geklets de hele dag, in de sauna geëindigd. | |
1 februari 1967Was om 08.30 bij villa De Heul in Ridderkerk. De chauffeur liep op klompen rond. Een Indische dame opende de voordeur. Van der Roest ontving me. Hij benadrukte dat zijn baas Achter het nieuws en Brandpunt had geweigerd, maar voor Orde Baru 2 was hij nu dus toch in de markt. Hij introduceerde me bij Cornelis Verolme met: ‘Hier is de gevaarlijke meneer Oltmans,’ waarop Verolme antwoordde: ‘Ik ben ook gevaarlijk.’ Het werd een prettige ontmoeting. In het persoonlijke gesprek vooraf benadrukte hij dat het absoluut geen zin had het onderwerp corruptie in verband met Indonesië aan te snijden: ‘Want zelfs hier in Holland is er heel wat meer corruptie, meneer Oltmans, dan de goegemeente aanneemt. Om over Latijns-Amerikaanse landen maar helemaal niet te spreken. Sutowo van Permina stond beslist niet alleen in corrupte praktijken. Hoe denkt u dat ik een werf in Brazilië heb kunnen bouwen?’ vroeg hij. Zeker, er was corruptie aan te pas gekomen. Maar eerst was er helemaal niets, nu werken er 5000 mensen. Er | |
[pagina 230]
| |
werd zelfs een hospitaal gebouwd. Hij was zeer boos geweest omdat ambassadeur Van der Brandele Pieter en Margriet zijn werf niet had willen laten zien. ‘Ze hadden een oorlogsschip kunnen krijgen om er te komen. Wel twee ook,’ aldus de scheepsbouwer. Verolme babbelde over de presidenten Joao Goulart en Juscelino Kubitschek, die hij had gekend. Hij bood mevrouw Goulart eens een kostbare armband aan in een etui. Zij opende het cadeau niet eens en overhandigde het meteen aan een secretaresse. Hij sprak steeds met enthousiasme en elan en was kennelijk goedgemutst vandaag. Er stond een vleugel in de kamer, die niet werd bespeeld. Van der Roest zei dat Verolme meestal muziek niet kon uitstaan en in restaurants altijd vroeg om zachtjes te spelen. ‘Wist u dat hij al in 1936 als hoofdingenieur van Stork naar Brazilië is gegaan? Vergeet u vooral ook niet dat hij pas op zijn 46ste jaar voor zichzelf is begonnen.’ Er hing een portret van Verolme en echtgenote in Brazilië, hij in korte broek en witte pet. Van der Roest hoefde mij niets te vertellen. Ik wist du moment dat ik hem een hand gaf, dat ik met een zogenaamde ‘selfmade man’ had te maken. Maar hij was aardig, en ik bewonder wat hij bereikte. Op film zei de scheepsbouwer het afschuwelijk te vinden dat de regering bleef talmen met het verstrekken van kredieten aan Indonesië. Ik vroeg hem om zijn persoonlijke indrukken van Bungkarno als leider en president weer te geven. Verolme onderstreepte dat hij de president direct voor zijn plannen had kunnen winnen en veel steun van hem had ontvangen bij het bouwen van de werf in Tandjung Priok. Later voegde Verolme me toe: ‘En wat ik over Bungkarno zei was nog waar ook.’ In Indonesië heeft generaal Dharsono van de Siliwangi-divisie tegen zijn soldaten gezegd dat de 50.000 militairen onder zijn commando, plus 15.000 parachutisten en 15.000 andere soldaten, gereed staan om Bungkarno omver te werpen. Een woordvoerder van het leger heeft zelfs moeten ontkennen dat Sukarno werd gearresteerd. Generaal Nasution heeft nog altijd een grote mond en maakte in zes punten bekend hoe president Sukarno het beste zou kunnen worden afgezet. Generaal Suharto zou generaal Sarbini hebben verzocht Bungkarno te gaan bepraten om nog duidelijker zijn rol op 30 september 1965 uit de doeken te doen. Probeert Suharto de andere vijanden van Bungkarno af te remmen? | |
[pagina 231]
| |
2 februari 1967Ben met Erik naar Groningen gereden, waar Gerard Croiset een lezing hield. De rel rond het Manchester-boek heeft de populariteit van Robert Kennedy doen dalen. Johnson, die volop oorlog voert in Vietnam, staat op 54; Bobby, die al heeft voorgesteld generaal Charles de Gaulle te laten bemiddelen in Hanoi, op 46. De presidentsverkiezingen van 1968 zullen tussen hen beiden gaan. Toch denk ik dat Bobby kans maakt te winnen. Ik heb om een interview met hem gevraagd. Mr. G.B.J. Hiltermann verlaat de Haagse Post. Hij wordt opgevolgd door Willem Brugsma. Er is gedonder langs de grens tussen de Sovjet-Unie en China. Dat zijn dan socialistische ‘broedervolken’. | |
5 februari 1967Om 19.00 uur kwamen Carel Enkelaar en ik in De Kloosterhoeve te Harmelen met Gerard Croiset samen. Croiset had te kennen gegeven, ook na wat ik hem over de moeder van Lee Harvey Oswald had verteld, dat hij met ons ‘beelden’ wilde bespreken die hij had gekregen van de moord in Dallas. Hij meende dat de tijd rijp was om iets aan de jfk-zaak te doen.Ga naar voetnoot149 ‘Ik heb een prikkel nodig, want anders kan ik niet werken’, zei hij. De mededelingen van Marguerite Oswald hadden hem verder aan het denken gezet. Vermoedelijke moordenaar Oswald, zo vertelde hij ons, had een bijzondere vriend in Dallas die op zijn beurt bevriend was met de familie van Jaqueline Kennedy. Die vriend was in India geweest. Hij zou 900.000 dollar hebben ontvangen voor het organiseren van de aanslag op jfk. Hij was van middelbare leeftijd en verkeerde prominent in kringen van de Texaanse petroleumindustrie, mogelijk een geoloog. Hij moest van Europese afkomst zijn en had een dubbele naam waar ‘de’ en een ‘sch’ in zouden voorkomen. Hij vervulde een soort vaderrol voor Oswald. Croiset was er uitgesproken zeker van dat er van twee kanten op jfk was gevuurd. Hij begon één schutter te beschrijven, als een indiaans type, 1.66 meter lang, mager, klein met een ascetisch gezicht. Hij had smalle, lange wenkbrauwen, en flaporen, wat naar binnen | |
[pagina 232]
| |
gebogen. Hij zou ongeveer 25 kilometer buiten Dallas wonen, ergens bij Fort Worth, aan een slingerweggetje in de bergen, waar muilezels over trekken, bij een klein dorp. Ook de situatie in Dallas op de dag van de moord in 1963 begon hij nauwkeurig te beschrijven. Hij vertelde over een schutter, aan de overkant van Oswald, die zijn telescopisch geweer in de autokoffer wierp en nog twee uur daar zou zijn gebleven voor hij zich verwijderde. Diens auto stond naast een ijscokarretje geparkeerd.Ga naar voetnoot150 Gerard denkt de organisator van de moord en de tweede schutter te kunnen aanwijzen. Carel nam het hele gesprek op de band op en zoon Henry Croiset maakte foto's. | |
6 februari 1967Gisteren wachtte ik tevergeefs op Erik. Hij was in Nijmegen terechtgekomen in plaats van in Utrecht. Uiteindelijk trof ik hem, maar ik was buitengewoon geïrriteerd. We kregen de grootste keet. We eindigden tenslotte tegen 03.00 uur in bed in Hotel Unique in de Kerkstraat, en het was weer gewoon fijn. Ik wil een rustpunt voor hem zijn, want zijn relatie met Helga verkeert opnieuw in een impasse. Hij zei: ‘Jij betekent veel meer voor mij dan ik voor jou.’ Dat is niet zo, maar hij is tenslotte getrouwd. Enkelaar zei dat anderhalf miljoen mensen Orde Baru 1 hadden gezien en een beoordelingscijfer van 70 hadden gegeven. Boom Uitgevers in Meppel had hem benaderd; men wilde de tekst uitgeven. Een lid van de raad van bestuur van de nts had tegen Enkelaar al gezegd: ‘Je gaat zeker niet verder met Oltmans.’ Maar mijn geheime wapen bij Carel blijft Croiset. Tijdens de maaltijd in De Kloosterhoeve deelde hij zelfs mee besloten te hebben mij als nts-correspondent in Amerika aan te stellen. Minister B.M. Diah - onbetrouwbare figuur, ik herinner me maar al te goed zijn hypocriete lieve blikken naar Bungkarno in mijn bijzijn - heeft nu in Jakarta openlijk het aftreden van president Sukarno (‘in de naaste toekomst’) voorspeld. | |
7 februari 1967Vincent Monnikendam vroeg of ik om 15.00 uur in Hilversum naar de voltooide Orde Baru 2-film wilde komen kijken. Ik pieker er niet over. Ze hebben er opnieuw dermate mee geknoeid dat het mijn film niet meer is. Ze hebben de beelden van Wonk Schimmelpennincks graf in Bandung er nu ook uit gehaald. Ik telefoneerde Cila Schimmelpenninck - nu me- | |
[pagina 233]
| |
vrouw Dolleman in Bilthoven - en vertelde dat dit tegen mijn wil was gebeurd. Haar moeder verlaat vandaag het huis in Bosch en Duin, waar de Schimmelpennincks - schuin tegenover ons - meer dan vijftig jaar hebben gewoond. Intussen heeft de persdienst van de nts, opnieuw ondertekend door M.E. Schwitters, een bulletin uitgegeven (Nr. 1967/32) over de Orde Baru 2-film, die vanavond tussen 20.30 en 21.15 uur zal worden uitgezonden. Nu komt mijn naam er op bijna iedere pagina in voor. Dat is een vooruitgang! Een team van kro's Brandpunt, met Aad van den Heuvel, Ed van Westerlo en Piet Kaart, heeft zich eveneens naar Indonesië gehaast. De kro komt - natuurlijk uitgerekend vanavond - met actueel materiaal van deze week uit Jakarta, terwijl mijn reportage sedert oktober vorig jaar op de plank lag en straks moet concurreren tegen de actualiteit. | |
8 februari 1967Een schokkende brief van Jonathan Raymond. Voor het eerst sinds ik hem ken, schrijft hij mij komende maart liever niet te willen ontmoeten. Hij schijnt zich te willen terugtrekken in zijn eigen cocon. Ik behoef me geen zorgen te maken. Hij raadpleegt geen psychiater. Het betreft een maatregel jegens al zijn kennissen - hij gebruikt het woord ‘vrienden’ helemaal niet. Het klinkt echt als een afscheid. Daar leg ik me in ieder geval niet zomaar bij neer.Ga naar voetnoot151 De persreacties zijn duidelijk. Mijn film wordt afgewogen tegen het actuele Brandpunt-materiaal en legt het dus af. De kro schijnt Indonesische jongeren te hebben gefilmd die in een lied zongen dat president Sukarno moest worden opgehangen. Een dergelijk gegeven gaat er hier sowieso beter in dan hoe ik Bungkarno in mijn films neerzette. ‘Als je hem dan even later in vol ornaat, als een vorst uit zijn auto ziet stappen om de helikopter te bestijgen, en hem dan volkomen ontspannen grapjes ziet maken tegen twee Hilversumse jongens met een microfoon, dan denk je toch wel even dat het zonde zou zijn om zo'n man op te hangen...’ aldus Nico Scheepmaker, het nationale televisieorakel in zijn column Op zicht. Toch was ik wel blij met het uiteindelijke product, ook omdat ik gedeeltelijk mijn zin heb gekregen en de film is benaderd zoals ik het wilde hebben. Intussen schrijft Diarto uit Solo dat ik nu ook in de Indonesische pers word aangevallen. Ik zou koloniaal denken, terwijl ik in Semarang werd geboren...Ga naar voetnoot152 In | |
[pagina 234]
| |
het blad Sinar Harapan is geschreven dat ik 50.000 gulden aan de televisiefilms verdiende (mijn honorarium voor die maand bedroeg 2500 gulden, zoals vermeld). Ik was zelfs zonder visum Indonesië binnengevallen. Diarto begrijpt ook niets van de gepubliceerde onzin. Op 8 januari 1967 had Sinar Harapan ook reeds in een groot voorpagina-artikel mijn stukken in De Spiegel over de corruptie van Permina en Ibnu Sutowo overgenomen. Diarto schrijft verder dat het land niet ver van een burgeroorlog af is, met de Siliwangi, de rpkad en Kostrad gereed om te gaan knokken. ‘Het is toch al te idioot’, schrijft hij, ‘dat na 21 jaar samen te hebben gestreden, we elkaar nu gaan opeten? En dit zuiver en alleen vanwege de tragedie van 30 september 1965?’ Nu is Chaerul Saleh (pas 51 jaar) in de militaire gevangenis van Jakarta overleden. Schandelijk. Ze hebben hem natuurlijk gemold. In Tokio zijn proefballonnen opgelaten dat Bungkarno zich daar zou gaan terugtrekken. Dat doet hij nooit. | |
9 februari 1967Nieuwe ontmoeting met Croiset en Enkelaar over de moord in Dallas. De paragnost had nieuwe beelden gekregen en meende nu dat Lyndon Johnson op de hoogte was geweest van het complot tegen jfk, maar in het duister had getast over wanneer de aanslag zou plaatsvinden. Er waren reeds eerder aanslagen op Kennedy beraamd, ook daar was lbj van op de hoogte geweest. Hij zou er niets tegen hebben ondernomen. Ook de geheime dienst zou verstek hebben laten gaan. Hij gaf meer details over de schutter, die gevuurd zou hebben uit tegenovergestelde richting dan Oswald. We hadden een kaart meegebracht van Dallas en Texas en Croiset gaf verbluffend veel details. Besloten werd dat ik mijn komende lezingentournee in de vs in Dallas en Fort Worth zou onderbreken om via een gesprek met Marguerite Oswald erachter te komen of sommige van Croisets aanwijzingen klopten, bijvoorbeeld of de man uit de petroleumindustrie met de dubbele naam, die als haar zoons godfather had gediend, ook inderdaad bestond. Nam mejuffrouw Boekhoudt voor het diner mee naar de Roskam in Lage Vuursche. Ze vond dat ik wat positiever tegenover het leven stond. Volgens haar had een vrouw die geen kinderen had gehad, iets belangrijks in het leven gemist. Dat was dus toepasbaar op haarzelf. ‘Voor een vrouw is dat het geval,’ zei ze, ‘ik weet niet hoe een man het ervaart.’ Ik zei haar dat dit althans voor mij niet opging. | |
[pagina 235]
| |
Prinses Beatrix had haar geschreven het uitstekend te maken nu ze getrouwd was. ‘Ik had nooit gedacht het eens zo goed te zullen hebben’, schreef de koninklijke leerling aan haar voormalige begeleidster. Juffrouw Boekhoudt was, als altijd wanneer zij over Beatrix spreekt, bij deze uitspraak nogal diep geroerd en ik beleefde dit nogal mee. Wie zou Beatrix geen geluk gunnen? De prinses had Aunty in het ziekenhuis bloemen gezonden toen zij van de huwelijksreis terugkeerde. ‘Waarom gaat u niet een bezoekje op Drakensteijn brengen?’ vroeg ik. ‘Nee, dat kan ik niet doen. Ik heb wel eens geschreven aan Beatrix dat ik haar man hoopte te ontmoeten. Zij heeft ook eens gezegd mij te zullen uitnodigen. Maar bij het Koninklijk Huis moet men zo voorzichtig zijn. Wanneer ze de een vragen, moeten ze ook anderen vragen, want er worden onmiddellijk wenkbrauwen gefronst en schele ogen getrokken.’ Ik heb hierover nagedacht en ben vastbesloten Beatrix hierover rechtstreeks te schrijven. Juffrouw Boekhoudt vertelde over een stervende vriendin, die tegen haar had gezegd dat ze wist dat ze ging sterven. ‘Ik heb dat toen niet tegengesproken,’ zei ze, ‘en daar was zij mij dankbaar voor. Onthoud dat, Wim’, en ik kreeg het sterke gevoel dat zij dit met een bedoeling tegen me zei. ‘Ik hoop alleen dat mij een lang ziekbed zal worden bespaard,’ vervolgde zij. Ze drong erop aan dat ik een levensverzekering zou sluiten. De betekenis van het leven vatte zij als volgt samen: ‘Het is belangrijk dat er mensen in je leven zijn geweest waarvan je weet dat zij je nodig hebben gehad.’ Ik genoot van iedere minuut dat we samen waren. Uren met haar behoren tot de betekenisvolste van mijn leven. Zou er veel uitvoeriger over willen schrijven. J. Chargelègue van Paris-Match zendt, na overleg met Arnold de Contades, mijn artikel over Indonesië en Sukarno met de foto's terug. Ze vonden het onder meer te anti-Amerikaans, aldus een brief van 31 januari 1967. | |
13 februari 1967Gesprek met Carel Enkelaar. Hij had nog altijd geen geld voor me. Het scheen niet eenvoudig alle benodigde handtekeningen te krijgen. Hij stelde me aan Ben Klokman voor, met wie ik moest spreken over toekomstige taken in de vs voor de nts. Zelfs de pni schijnt Bungkarno nu in de steek te hebben gelaten, waarna de weg vrijkwam voor het zogenaamde parlement in Jakarta om het aftreden van de president te eisen. Bungkarno heeft volgens Reuters nu zelfs paleisarrest. Malik heeft gezegd | |
[pagina 236]
| |
dat Bapak nu toestemming van de regering nodig heeft om ergens naartoe te gaan. Volgens de United Press zou generaal Suharto erop staan dat de president wordt berecht. Ongelooflijk, dat kan niet waar zijn. Mejuffrouw Boekhoudt schreef een briefje om te bedanken voor ons uitje, ‘dat ik bijzonder gezellig vond en dat me best is bekomen’. | |
14 februari 1967KL 643, DC-8 naar New YorkVanmorgen kon ik mijn achterstallige geld bij Carel Enkelaar ophalen. Bracht mam eerst nog bij het graf van vader. Ik legde één roos. Nu zal zij misschien drie maanden alleen zijn. Het kan niet anders. Ik moet mijn lezingencontracten vervullen in de vs. Mam studeert weer regelmatig piano. Zij doet zelfs Czerny's Gelaufigkeits Übungen. Ik had Henk Bruinsma gevraagd het handschrift van Gerard Croiset te analyseren, maar vertelde niet van wie het was. Zijn allereerste opmerking was: ‘Deze man is geniaal.’ Zond Croiset het volledige rapport. Bungkarno heeft, precies zoals ik verwachtte, officieel laten meedelen dat hij niet in ballingschap zal gaan, ook niet bij zijn vrouw Dewi in Tokio. Generaal Nasution heeft in een rede van drie en een half uur voor de mprs opnieuw geprobeerd duidelijk te maken dat de president ‘altijd voor de communisten was geweest,’ wat niet waar is, en ‘met de pki heeft geheuld bij de coup van 30 september 1965.’ Hij liegt en hij weet dat hij liegt, maar via Ujeng Suwargana en andere officieren van het Indonesische leger heeft Nasution zelf al jarenlang met de cia geconspireerd om Bungkarno afgezet te krijgen. Allemaal omdat hij en zijn medestanders aan dezelfde communistenfobie lijden als de cia en de leiding in Washington. Ze maken strijk-en-zet communisten veel belangrijker dan ze zijn, en blazen de communistische krachten in de wereld buiten alle proporties op. Daar deed Bungkarno gewoon niet aan mee. Punt. Schreef mijn vriendin Penny Hedinah dat ze naar kolonel Bambang op het paleis moest gaan, desnoods naar Bungkarno zelf, en hen te zeggen dat ik gereed stond om naar Indonesië terug te keren en desnoods ten behoeve van de president te getuigen. De hemel mag weten of zij mijn brief zal krijgen. De kininefabrieken gaan fuseren. De acf gaat een bod doen op de aandelen van nv Amsterdamse Kininefabriek, de Bandoeng- | |
[pagina 237]
| |
se Kininefabriek en de Nederlandse Kininefabriek in Maarssen. Dat had mijn vader moeten weten. De lichten van Manhattan duiken op. Ergens in die zee van licht bevindt zich Richard Thieuliette. |
|