Memoires 1966-1967
(2002)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Huis ter Heidemoederdag 1966Theo haalde me van Schiphol op. Hij is nu met mam naar grootmoeder Poslavsky om bloemen te brengen. Ik schrijf een apart carnet voor Richard. Het is zondagmorgen, ik ben alleen in huis. Het is leeg zonder mijn vader. Ik sliep weer in het bed dat zijn laatste rustplaats in huis was geweest. Later kwam Erwin Aschmoneit me ophalen. We aten in Amsterdam, keken naar een provorel bij het Lieverdje en waren een tijdje op het dok. Ik zag het gezicht van Richard voortdurend voor me. ‘Die jongen,’ zei Erwin, ‘is gewoon niet in jou geïnteresseerd. Dat hij je dagboek las was theater. Hij had blijkbaar een betere slaapgelegenheid gevonden. Wanneer hij driemaal mij zou laten zitten en niet opbellen, zou ik me niet meer met hem hebben bemoeid. Je zult hem niet veranderen. Je kent jezelf niet, Willem. Je denkt dat je perfect bent, maar je ziet je eigen fouten niet. Je neemt het allemaal veel te serieus. Die affaire is verder niet belangrijk.’ Erwin ergerde mij. Hij deed me bovendien met zijn jarenlange Franse achtergrond steeds aan Richard denken. We zochten een hotel. Alles was vol. Hij zette me om 06:00 uur in Huis ter Heide af. | |
9 mei 1966Samen met mijn moeder was ik aan het graf van mijn vader. Er lag een langwerpige zandhoop. Mam huilde heel even. We waren doodstil. Er waren geen bloemen meer. De plek was troosteloos. Je stapt uit het leven. Alles herneemt zijn regelmaat. Of zoals vader dikwijls zei: ‘Es wird weiter getanzt.’ Het is laat in de avond. Ik zit in vaders bureaustoel. Alles ligt er nog: zijn bril, zijn pennen en potloden, zijn liniaal. Ook het postzegeldoosje uit Esneux, in België, waar hij mijn moeder, als jongeman, tijdens een vakantie voor het eerst ontmoette. | |
[pagina 13]
| |
het kwintet van Cesar Franck speelde floot mijn vader altijd de melodieën mee. Daarnaast overstemt Richard mijn emoties. Vanavond ontmoette ik de grafoloog Henk Bruinsma in Americain. Ik toonde hem een paar brieven van Richard: ‘Wat opvalt zijn de eenzaamheidsgevoelens,’ zei hij. ‘Deze jongen werd in zijn jeugd niet vertrouwelijk opgevangen. Er is innerlijke afweer bij persoonlijke contacten. Hij kent een vrees voor diepere bindingen. Je moet hem niet kopschuw maken. Voelt hij zich overvallen, zal hij de ander op afstand houden. Laat hem uit zichzelf komen. Niet helemaal passief zijn, maar het contact weloverwogen bezigen. Hij kent geen vaderbeeld. Hij zoekt onbewust veiligheid. Wanneer zich eenmaal een band vormt is die hecht. Hij heeft een fixatie met zijn moeder en zoekt, net als zij, de man. Je moet hem veel over zijn jeugd laten vertellen, maar wanneer jullie te veel ouwehoert, dan schiet het bed er bij in. Je moet je bij die jongen steeds afvragen wat je zou doen wanneer je zijn vader zou zijn. Je moet je autoriteit bewaren. Een jongen als deze knapt niet af op hardheid, maar op slapte.’ Ik maakte vijf pagina's notities van Bruinsma's indrukken aan de hand van Richards handschrift. Hij keek er steeds opnieuw naar en dan volgde weer een stroom van opmerkingen. At met Erwin in Deli. We waren ook in saunabad Thermos. | |
11 mei 1966Ik zocht Ellen Thomassen op, omdat zij de enige is die Richard Thieuliette kent. We haalden de foto's op die ik op de laatste dag in Kew Gardens had gemaakt. Later zei ik tegen mam en Theo dat ik er soms ernstig over nadacht om te trouwen en dat Ellen de dichtstbijzijnde mogelijkheid was. Mam vond het erg jammer dat mijn vader dit dan niet meer zou weten, want die was zeer enthousiast over Ellen geweest. Hij had drie zonen en had het altijd betreurd geen kleinkinderen te hebben. ‘De familie gaat terug tot de 16e eeuw,’ zei mam. ‘Je vader heeft altijd zorgvuldig op de bezittingen en familiepapieren gepast.’ Ik schrijf in Richards carnet. | |
12 mei 1966Mr. J.C.S. Warendorf deelt mee te hebben gehoord, ‘van het plotseling overlijden van uw zo sympathieke vader.’ Hij noemde hem ‘een hoogstaande figuur,’ wat mij bekend was. Mijn vader was altijd bij stomerij Quick and Good. Vanmiddag nog zei de oudere dame achter de toonbank tegen me, gehoord te hebben dat hij was overleden: ‘Uw vader was een bijzonder | |
[pagina 14]
| |
mens. Hij was altijd zo correct. Hij was een persoonlijkheid. Is hij lang ziek geweest?’ | |
13 mei 1966Prachtig weer. Werkte op het terras aan mijn boek. Bungkarno's positie wordt moeilijker. Het driemanschap, Suharto, sultan Hamengku Buwono en Adam Malik lijkt een eigen weg te bewandelen en zich van de wettige regering geen zier meer aan te trekken. Adam Malik reisde naar Bangkok en schijnt een opening te hebben gemaakt naar het stopzetten van de confrontatiepolitiek tegenover Maleisië. Vreemd, want zowel generaal Nasution als generaal Suharto hebben strijk-en-zet, ook na, 1 oktober 1965, volgehouden dat de strijd tegen het verwijderen van westerse invloeden via de Maleisische achterdeur in Zuidoost-Azië voortgang zou vinden. Met opvallende omzichtigheid wordt het beleid teruggebogen, een beleid waar althans het leger zelf steeds achter heeft gestaan. Nu is het opeens Bungkarno, die voor kwade pier wordt uitgemaakt, alsof hij dit alles in zijn eentje had verzonnen. Het is in hogemate unfair. In de avond arriveerde mams zuster, Tante Jetty. Rond haar hebben voor mij altijd verkeerde vibraties bestaan. Het gesprek ontrolde in de richting van het doel van het leven en de mooie kanten er van. Tante zei: ‘Wanneer je iedere dag maar iets waardevols doet voor een ander, dan is het leven immers prachtig?’ Broer Theo: ‘Daar kan ik het volledig mee eens zijn.’ Mijn moeder zei te genieten van de bomen die uitliepen. Vanmiddag had ze een vlinder gezien. Ik geef toe, het was het verkeerde moment, zo snel na het heengaan van mijn vader, de uitermate oppervlakkige contacten in de familie andermaal op te rakelen. Ik nam namelijk geen blad voor de mond en zei precies waar het op stond: dat in werkelijkheid de hele familie kiekeboe jegens elkaar speelde en dat er van innige hartelijkheid en vertrouwelijkheid immers geen sprake was. Broer Hendrik had bijvoorbeeld bijna drie weken na de dood van mijn vader nog niets van zich laten horen. Mam werd zeer boos en zei: ‘Misschien heb je nog wel nooit een echte relatie met iemand in je leven gehad.’ Zij verbood me ooit nog een oordeel over het huwelijk van mijn ouders uit te spreken. Natuurlijk was het een verkeerd moment, maar hoe is het mogelijk dat wanneer twee mensen 45 jaar getrouwd zijn, men de notaris moet bellen om te weten of de partner begraven of gecremeerd wil worden? Later hoorde ik mijn moeder weer lachen met mijn tante en Theo, maar ik weet dat ik weer dagen van slag zal zijn van deze nare confrontatie. | |
[pagina 15]
| |
14 mei 1966Inderdaad: dansende vlinders. Ik werkte de hele dag op het terras. Kreeg een bruine huid. 's Avonds ging ik naar het dok. De dansende, zoenende jongens maakten me nog triester, omdat Richard mijn gedachten en gevoelens volkomen bleef overheersen. Wanneer hij naar Nederland zou komen, zou dan het gedonder zich herhalen? | |
16 mei 1966Rustige dagen. Mam snoeide de rozen die tegen het huis staan. Er kwam een brief van de Rechtskundige Faculteit van de Universiteit van Zuid Afrika in verband met mijn vaders boeken. Op zo'n moment huilt mam weer. Ik zond foto's naar Richards moeder. Was in Thermos. Precies 30 minuten. Werd vrijwel meteen door een knaap gepakt. Ik vertrok onmiddellijk. Schrijf in het carnet bestemd voor Richard. | |
17 mei 1966Een dag met Frits op het Scheveningse strand is een herademing. Vol vertrouwelijkheid en troost. Hij vroeg naar mam. Hij kent zijn vriend R. nu zes jaar. Hij reconstrueerde de hele relatie voor me. Hij sprak over zijn verblijf op Tessel, de leerlingen in zijn klassen, over paardrijden en natuurlijk over dieren. Hij keek lang naar de foto's van Richard. Een trekje in diens gezicht beviel hem niet. Met Loet Kilian had het meteen geklikt. Toen ik vertrok was het heel bijzonder om zijn klauwen om me heen te voelen. Ik moet Frits niet te vaak zien, want dan komt alles weer terug en begint die geschiedenis van voren af aan. Ik werkte de hele dag op het terras. Theo leest steeds wat ik schrijf. He likes it. | |
19 mei 1966Joep en Helen Buttinghausen vertelden dat na het verschijnen van mijn artikel over W. VerripsGa naar voetnoot17 in De Wereldkroniek, de eigenaresse van de Terminus hotels was komen praten op de redactie. Zij zou in het bezit zijn van een door Verrips opgenomen gesprek met Reindert Zwolsman. Ook bleef het gerucht aanhouden dat Verrips, door een gifgas dat aan zijn stuurinrichting was bevestigd zou zijn verongelukt. Marja van Someren van de Haagse Post zou dit van een voormalige spion hebben gehoord. | |
[pagina 16]
| |
Volgens Joep had zijn hoofdredacteur een voormalige bvd-agent, Henk van D., in dienst genomen. Deze man had het redactieteam uit elkaar geïntrigeerd. De man wist voldoende over de hoofdredacteur dat deze hem niet kon ontslaan. Joep klaagde steen en been over de onvrijheid van de Nederlandse pers na 1945. In Jakarta zijn vijftien politieke gevangenen vrijgelaten. Ze werden ervan verdacht drie jaar geleden te hebben meegewerkt aan een moordaanslag op president Sukarno. Nu zegt men dat die samenzwering indertijd door dr. Subandrio was bedacht. Dan zijn de vijf andere aanslagen op Sukarno zeker uit de lucht komen vallen. Smerige zaak. In Saigon hebben Boeddhisten maarschalk Nguyen Cao Ky als verrader gebrandmerkt.Ga naar voetnoot18 Dat is de man voor wie Amerikaanse militairen bij bosjes sneuvelen. Intussen noemt president Johnson zijn landgenoten, die fel tegen de voortzetting van de oorlog zijn gekant, ‘nervous Nellies.’ Je zult zo'n president hebben! Amerikaanse vliegtuigen hebben weer eens eigen soldaten getroffen, namelijk het tweede bataljon van de 28ste Infanterie Divisie. Twee militairen waren op slag dood: 58 werden gewond. | |
20 mei 1966Opnieuw zijn er veranderingen in Indonesië. De generaals Ibrahim Adjie en Surjosupeno, commandanten van de Siliwangi Divisie en het militaire district West Java zijn afgezet. De Times schrijft dat zij pro-Sukarno generaals waren. Ook de gouverneur van Midden Java en de burgemeesters van Semarang en Djokjakarta zouden worden vervangen. Broer Theo verlaat Rhodesië en zal voor Dow Chemical in Nederland gaan werken. We gingen met mam poffertjes eten in Zeist. Wanneer ik naar mijn moeder kijk en zie dat zij zich met ons vermaakt, zoals vroeger met vader, word ik stil. Bewaart zij misschien haar tranen, voor wanneer zij alleen is? Broer Hendrik heeft mijn moeder geschreven. Hij was te geschokt bij het vernemen van de dood van zijn vader om meteen zijn gevoelens onder woorden te kunnen brengen. Trouwens, het lijkt wel of de dagen van De Horst en onze jeugd terug zijn. Mijn moeder bemoeit zich voornamelijk met Theo. Hij regelt al mams geldzaken. Mam zegt bijvoorbeeld: ‘Theo zal nooit in zo'n hemd lopen als jij. Wanneer iemand in zaken is kan dat niet. Ze zouden hem niet serieus nemen.’ Theo schijnt ook in | |
[pagina 17]
| |
het testament van mijn vader te staan. Lex Poslavsky zei ook onder de indruk van Theo te zijn. Zelf vind ik hem haast mechanisch op alles reageren, alsof gevoelens niet mee tellen. Maar hij is tenslotte een ‘homme d'affaires.’ | |
21 mei 1966Adam Malik, minister van Buitenlandse Zaken, verklaart openlijk contact te hebben gehad met de regering in Kuala Lumpur om een einde te maken aan de confrontatie met Maleisië. Later zei hij in een toespraak tot studenten dat president Sukarno hem had verboden het land te verlaten om hem te verhinderen dat hij vredesinitiatieven zou ontwikkelen.Ga naar voetnoot19 De nieuwe Indonesische regering lijkt een eigen weg te bewandelen. Bungkarno lijkt steeds minder een politieke machtsfactor. Ik sta op en ga naar bed met gedachten en zorgen over Richard. | |
22 mei 1966Het is zondag. Goddelijk weer. Ik speel etudes van Chopin en luister er ook op langspeelplaten naar. Hoe ooit zover te komen dat ze klinken zoals het moet? Ik mis mijn vader. Ik heb Theo naar Schiphol gebracht voor zijn vlucht terug naar Salisbury, Rhodesië. Ik ontmoette Erik in Eindhoven. Hij vond, de foto's bekijkend dat hij op Richard leek. Hij werkt momenteel in een garage en zijn studie staat weer eens stil. Jono Raymond schrijft uit Colorado dat hij zich mijn moeder probeert voor te stellen. ‘My parents too are getting old. It is the cause of inexpressable sadness to me to realize that there is nothing I can do and that words will never bring back lost time. Perhaps to have a person is simply to be conscious of the fact that this is all there is, nothing more. Occasionally I can look at a person, and realize that I may say nothing I may not even cry or run or kneel: I am in myself but I feel profoundly the others presence and that is enough and that is all.’ | |
24 mei 1966Het was 45 jaar geleden dat mijn ouders trouwden. Mam legde een boeket roze violieren op vaders graf. We huilden beiden. Ik legde één rode roos neer. Ik bleef thuis om mijn moeder tot steun te zijn. Penny Hedinah schreef uit Jakarta om namens haar bloemen op mijn vaders graf te leggen. Mijn ernstig zieke grootmoeder Poslavsky doet weer een drin- | |
[pagina 18]
| |
gend beroep op mam om aan haar ziekbed op te passen. Ik vind dit onjuist. Eigenlijk terroriseert grootmama de hele familie met haar ziekte. Ik kreeg er met mam woorden over wat me weer helemaal terugbracht naar de toestanden in onze jeugd op De Horst. Ik ben allergisch voor dit soort spanningen. Ik vluchtte naar Amsterdam en ging naar Thermos. Avances genoeg, maar ik was dermate van slag dat ik geen erectie kon krijgen. Toen ik om 23:00 uur thuis kwam was mijn moeder nog op. Zij wilde kennelijk praten. Ze begon te vertellen over de jaren in Zuid-Afrika. Deze hadden haar, vooral wat het klimaat betreft, de das om gedaan. Ook vond zij dat ze veel te veel in het huishouden had moeten doen. In Vietnam heeft maarschalk Ky de strijd om de pagodes van Danang gewonnen. Nu noemt Ky de leider der Boeddhisten ‘een communist.’ In Peking schijnt de politieke strijd rond de bejaarde Mao Tse tung door de minister van Defensie, Lin Piao te zijn gewonnen. Lin is 57, Mao is 72. Maarschalk Lin Piao lijkt een radicale, pro-sovjet meneer. | |
26 mei 1966Bracht in de avond een paar uur door met mejuffrouw G. Büringh Boekhoudt. Eerst vertelde ik haar over mijn ervaringen met Richard: ‘Dat je hem het gebruik van je huis aanbood is één zaak, maar je had er niets van terug mogen verwachten Had je iets teruggekregen was dit meegenomen geweest. We falen immers allemaal voortdurend? Het enige is om maar weer opnieuw te proberen.’ Zij vond het tragisch dat er voor mij eigenlijk geen waarden in het leven overbleven en ik daar verder ook geen doel in zag. Zij vond juist dat er zoveel positiefs was, aardige mensen, en allerlei ervaringen om je gelukkig mee te voelen. Ik zie die aspecten ook wel, maar ze zijn van secundair belang. De belangrijkste vraag blijft: bestaat ‘true love’. Of: ‘is love real?’ Eigenlijk heb ik nog nooit een volledige band met iemand gehad. Het ziet er naar uit dat dit ook nooit zal gebeuren. Dat is de reden dat ik het leven als erg triest beschouw. Juffrouw Boekhoudt was meer dan vier weken in het ziekenhuis geweest, maar nu fietst ze weer. Zij is wonderlijk snel hersteld. | |
[pagina 19]
| |
die onaangepaste houding te doorbreken. Liao stelde me vragen over de navo, waar ik weinig over kon zeggen. En hij vroeg of ik dacht dat Washington de oorlog in Vietnam tot andere landen, zoals Thailand, zou uitbreiden. Ik zei dit niet te verwachten, maar dat ik er zeker van was dat de oorlog in Vietnam zelf in hevigheid zou toenemen. Ik raadde hem aan op de Republikeinen te letten en wat deze partij ging ondernemen om de macht in 1968 over te nemen. 's Middags ging ik met Frits naar de Wassenaarse dierentuin. Hij liet me eerst Rani zien, de tijger die zonder schouderblad was geboren op 15 februari 1949 en die al 17 jaar oud was. Hij heeft het dier al vele malen prachtig geschetst. Ik zeurde over Richard. Frits antwoordde: ‘Eén van mijn poezen loopt tegenwoordig steeds meer weg en komt alleen nog maar af en toe eens kijken. Ik hoef hem al niet meer. Je moet afwachten. Wanneer het met Richard goed zit, komt hij vanzelf naar je toe.’ We wandelden langs de dieren. ‘Je zou haast weer in een Schepper gaan geloven,’ zei ik. ‘Dat heb ik ook altijd,’ antwoordde Frits. Later gingen we een uur het strand op en de duinen in. Een verademing om met een vriend als Frits de zee te beleven. In de auto, terug naar Huis ter Heide, dacht ik aan de woorden van mejuffrouw Boekhoudt gisteren: ‘Ik beschouw het als een eer dat je mij in vertrouwen blijft nemen.’ Deze uitspraak hield me bezig. Over mijn dagboek zei ze: ‘Sta je er niet teveel mee over jezelf gebogen?’ ‘Wanneer u op de fiets zit gaan er ook gedachten door uw hoofd en denkt u ook over u zelf en anderen. Het verschil is dat ik regelmatig opschrijf wat er in mijn hoofd dwarrelt. Ik wil me kunnen herinneren hoe het exact is geweest.’ ‘Maar misschien is dit niet prettig voor de mensen die jou kennen,’ antwoordde zij. Daar begreep ik niets van. Wat waar is, is wáár. | |
28 mei 1966Ik zit aan het bureau van mijn vader. Wanneer ik in de tuin ben, zie ik hem nog steeds hier zitten. Hoe is het mogelijk dat hij er al vijf weken niet meer is. Men zegt dan laconiek: ‘Zo is het leven.’ Mijn gedachten zijn dag in dag uit bij Richard. Soms voer ik imaginaire telefoongesprekken met hem, omdat ik niet meer weet waar hij is of waar hij woont. Frits zegt dat, wanneer ik maar intens genoeg aan Richard denk, hij het dan moet voelen en weten. | |
[pagina 20]
| |
Ik nam mam en de honden mee voor een rit naar Doorn en Woudenberg. Zij kan er dermate van genieten dat je zou denken dat zij er voor het eerst was. De oorlog in Vietnam eist honderden doden per week. Gruwelfoto's ‘sieren’ de voorpagina's van de kranten, vooral van de New York Herald Tribune.Ga naar voetnoot20 Bijvoorbeeld deze: een geüniformeerde Vietcongstrijder, de armen recht omhoog geheven, omringd door Zuid-Vietnamese militairen in Amerikaanse camouflagepakken, met het onderschrift: ‘Moments later he was killed by a Marine officer.’ En er taalt verder niemand naar. Premier Nguyen Cao Ky heeft een comité van tien burgers als adviserend lichaam aan de militaire junta in Saigon toegevoegd. Senator J. William Fulbright heeft de Zuid-Vietnamese hoofdstad omschreven als ‘een Amerikaans bordeel.’ | |
29 mei 1966Op 19 januari en 5 april 1966 heb ik minister Luns andermaal geschreven. De heer C.W. van Boetzelaer schrijft nu: ‘Minister Luns heeft mij gevraagd u te antwoorden.’ Boetzelaer verlaagt zich tot het vinden van nieuwe smoesjes over waarom de overheid geen vooropgezette bedoelingen zou hebben gehad om mij opnieuw uit te sluiten van het persgesprek van de heer Luns in New York met de aldaar gevestigde journalisten.Ga naar voetnoot21 Mijn minachting voor deze oneerlijke draaiborden is compleet. Frits zei: ‘Soms zie ik iemand op straat, waar ik gewoon op dat moment van houd.’ ‘Ik denk dat je bedoelt, waar ik me gewoon op dat moment toe aangetrokken voel,’ zei ik. Je krijgt ook eigenlijk op school geen onderwijs in casuïstiek of een juist woordgebruik. De verwarring begint daar al. | |
30 mei 1966Mijn vriendin Penny Hedinah zegt niet over politiek te schrijven, omdat het haar niet interesseert. De situatie in Jakarta is weer normaal en de Indonesian Herald is begonnen, op verzoek van lezers, de autobiografie van Bungkarno in een serie af te drukken. ‘Ik vind Bapak een tweede Koning Farouk en ben alléén nog benieuwd, hoe zijn einde zal zijn.’ Deze ene regel in haar brief trof me zeer. Ik was in 1957 voor het laatst in Indonesië geweest. Waren haar gevoelens jegens de grondlegger van de natie dan helemaal veranderd? | |
[pagina 21]
| |
31 mei 1966Ik was met mam bij het graf van mijn vader. Zij huilde stilletjes. Bij een dergelijk verlies van een levenspartner zou niets mij kunnen troosten. Zo kan niemand iets zeggen of doen om mijn gevoelens voor Richard te kalmeren. Om 20:00 uur woonde ik, als gast van zaakgelastigde Li En-chiu, in de Kurzaal in Scheveningen een optreden bij van de Acrobatic Art Troupe uit Peking. Men had mij een plaats gegeven op de eerste rij, naast de Indonesische ambassadeur, mijn oude vriend, Sudjarwo Tjondronegoro. Ik vond de vertoning een ramp. Tien Chinese acrobaten op één fiets het podium ronddraaiende, vind ik een vernederende ervaring om naar te zitten kijken. Ik ben in de pauze weggegaan. | |
1 juni 1966President Sukarno heeft volgens The New York Times te kennen gegeven dat Suharto en de zijnen er in zijn geslaagd hem te muilkorven. ‘But Sukarno made clear he would not be silent for long if he could help it.’ De president zei bij de installatie van een minister: ‘God willing I will utter my voice again. I will reveal the content of my heart. I will say what I think.’ Bij deze woorden schudde Suharto met een glimlach zijn hoofd, en fluisterde een paar woorden in Bungkarno's oor en daarop poseerden zij samen voor foto's. Richards huidige ‘vlam’, Garrett Townsend, heeft me een telegram gezonden: ‘If you really cared for Richard in an honorable way you would be concerned for his happiness and welfare. I can only believe your intentions were completely selfish. How unhappy you must be. Garrett.’ Om te beginnen denk ik dat Richard veel te slim is om mijn gevoelens voor hem als ‘selfish’ af te doen. Hij kan misschien enige tijd door Garrett worden beïnvloed, maar hij weet precies wat er tussen ons speelt. Ik heb hem niet verloren, al lijkt dit er misschien op. Zal Garrett schrijven | |
2 juni 1966Mohammed Hatta heeft verklaard bereid te zijn om Sukarno op te volgen. Hij heeft de laatste weken een opvallend aantal toespraken gehouden waarin hij voortdurend scherpe kritiek op Bungkarno lanceerde. Dit illustreert de man. Ik heb nooit echt contact met drs. Hatta gehad. En nu, in een uur van nood, gedraagt hij zich aldus. The New York Times kondigt een proces tegen dr. Subandrio aan. Generaal Sugih Arto, de procureurgeneraal, heeft gezegd dat de voormalige minister voor een | |
[pagina 22]
| |
speciaal militair tribunaal moet verschijnen. Dat wordt een zeer smerige zaak. In Saigon staken de laatste dagen vier Boeddhistische monniken zichzelf, uit protest tegen de oorlog en de pro-Amerikaanse junta, in brand. President Johnson noemde het een tragedie, maar hij is zelf de voornaamste architect van het Vietnamese drama. Vandaag verbrandde een meisje van negentien zichzelf. Boeddhisten zullen nog meer zelfverbrandingen organiseren wanneer maarschalk Nguyyen Cao Ky niet van het toneel verdwijnt. De Herald Tribune zet een levensgrote foto op de voorpagina van een brandende non in Hue die nog eens met ‘peppermint-scented oil’ wordt overgoten, terwijl ze al grotendeels was verbrand. | |
3 juni 1966Het blijft rommelen in de Kongo. Joseph Mobutu, de Kongolese Suharto, eveneens in het zadel geholpen door de cia, heeft oud-premier Evariste Kimba en drie andere nationalisten laten arresteren. Hij kondigde aan dat zij wegens subversieve activiteiten publiekelijk zullen worden opgehangen. De gevangenen werden in deplorabele staat, afgerost, op blote voeten, vol blauwe plekken, aan de pers getoond. Behalve Kimba werden Jeromy Anany, voormalig minister van Defensie, Alexandre Mahamba, ook een voormalige minister en senator Emmanuel Bamba, voormalig minister van Financiën, gearresteerd. Mijn vriend, Cleophas KamitatuGa naar voetnoot22 wordt gezocht maar wist tot dusverre te ontkomen. Mobutu roeit meedogenloos alle oppositie uit. De man is een ordinaire moordenaar. Niemand verroert een vin tegen deze gang van zaken, ook in Brussel niet. Mobutu is de geïnstalleerde marionet van de multinationals en Washington. Volgens een communiqué uit Havana heeft de cia opnieuw, per boot, een aantal terroristen op Cuba afgezet met de uitdrukkelijke opdracht om Fidel Castro te vermoorden. De heren, die werden aangevoerd door Antonio de la Questa Valle, liepen in een val en werden gearresteerd. Intussen gebeuren dit soort zaken toch maar onder de aegis van het Witte Huis, waar men de mond vol heeft over terrorisme van anderen. | |
[pagina 23]
| |
Berta de Kruif, is overleden. Zij werd 85 jaar. Ik ging naar het sterfhuis in Maarssen. Ik keek naar de overledene. Was zij mijn grootvaders maîtresse geweest? Ik hoorde haar stem. We zaten om een tafel met twee neven, een nicht en de begrafenisondernemer. Allen hadden grootvader gekend. Wanneer het vroor gaf hij de arbeiders van de kininefabriek vrijaf, liet een paar varkens slachten en tijdens schaatswedstrijden werd om het spek gereden. Hij werkte altijd. Hij kon zelfs 's nachts naar de fabriek gaan maar nam dan een paar sigaren en een fles cognac mee. Berta had van grootvader overgenomen dat zij van schnaps hield. ‘Iedereen kon altijd bij hem terecht. Wat de pastoor allemaal niet bij hem heeft weggehaald,’ zei iemand. Een portret van mijn grootvader staarde me aan. Er hingen ook foto's van mijn moeder en tante Jetty, beiden in Maarssen geboren. De moeder van de begrafenisondernemer had op mijn grootouderlijk huis Op Bueren gewerkt toen mijn moeder werd geboren. Ik kreeg een doos met foto's mee. Vreemde avond om deze onbekende mensen over mijn naaste familie te horen spreken. Het is prachtig weer. Ik voel me triest. Eigenlijk heb je nooit een ander mens helemaal voor je zelf. Hiernaar verlangen is een grenzeloze stupiditeit. Deze realiteit te accepteren is pijnlijk en zeer moeilijk. Erik belt niet. Frits belt niet. Henk Hofland weet niet eens dat ik in Holland ben. Martin is in Duitsland. John steekt nooit een poot naar me uit. Erwin in Afrika. Ik reed naar Den Haag om Mora Henskens te ontmoeten. Zij bracht twee langspeelplaten mee, waar mijn oom Elie Poslavsky om had gevraagd. Hij was niet thuis, maar naar autoraces in de Eiffel. Die tik heeft hij van mijn grootvader Poslavsky meegekregen. Mora had Richard bij Bloomingdale's in Manhattan zien lopen. Ze vond dat zijn ogen vreemd hadden gestaan. Ik kreeg het warm toen ze over hem sprak. Bij Mora's moeder ontmoetten we broer Ron, een echte ‘blauwe jongen’, die voor de Shell naar Oman wordt uitgezonden. Hij hield pro-Amerikaanse praatjes inzake Vietnam. Zijn blonde zoon, Mark (8) leek me het karakter van zijn Noorse moeder te hebben. Hij zal het erg moeilijk krijgen, die jongen.Ga naar voetnoot23 | |
[pagina 24]
| |
zond mijn moeder het tweede artikel van mijn vader. Zoals het is verschenen. In Proceedings, Series B, 69, No 3, 1966, getiteld: ‘A new ultraviolet filter-lamp for fluorescence photography and research on manuscripts’ en opnieuw voorgedragen door professor J.P. Wibaut. (18 pagina's). Mam kwam er mee naar me toe, in tranen, en zei: ‘Iedere keer wanneer ik dat kruisje achter je vaders naam zie...’ Nog geen kwartier geleden hoorde ik haar het pianokwartet van Fauré mee zingen. Ik ontmoette Hans Beynon van de Volkskrant. Hij beschreef Adam Malik als ‘de bezem, die voor het leger de augiasstal in Jakarta moest opruimen.’ De vraag is wie er een onoverzichtelijker bende zal veroorzaken, de burger autoriteiten of het leger. In tegenstelling tot Beynon vond ik Malik een dubieuze figuur. | |
6 juni 1966Bungkarno is vandaag 65 jaar geworden. Jonathan Raymond schrijft: ‘Know, that I think of you.’ Dat had ik echt nodig. Heerlijke brief eigenlijk. ‘Why does one not simply accept and tolerate the apparent necessity of the distance and seperation which sadness brings? Why is there such a pressing and innate need for some kind of recognitian? Why is one not content only to affirm oneself? I don't know any of these answers, but I do know that one possesses awareness at the price of spontaneity, that consciousness presents a practically unsurmountable barrier which seperates and detaches one from surroundings.’ | |
7 juni 1966Woonde de begrafenis van Berta de Kruif bij. Er waren drie misdienaartjes en een wat grotere jongen, die de leiding had. Ik zie hem nog bij het open graf van Berta staan met een hoog kruis in zijn handen. Het geloof wordt die kinderen met de paplepel ingegeven. Unfair. In de pastorie werd koffie geserveerd. Ik zat naast de pastoor. ‘Berta hield van een potje bier,’ zei hij, ‘en dat vond iedereen heel erg, maar ik helemaal niet.’ Een vogeltje vloog te pletter tegen mijn auto. Ik ontmoette Jef Teske (28), die Arabisch studeert, Hij heeft een vriend van tegen de vijftig. | |
[pagina 25]
| |
Vanavond nam ik Ellen Thomassen mee naar een partij bij de Zumpolle's in Wassenaar. Zij was bruin gebrand en droeg een donkerblauw jurkje met gele randen en drie gaten bij haar buik. De heren keken inderdaad omstandig. Haar nieuwe gele schoenen waren geen succes. Ik bracht haar later thuis in Amsterdam. Ze vertelde dat koningin Juliana met hofdame mevrouw Repelaer van Driel bij haar ouders in Rotterdam was komen eten. Alles bij elkaar een prettig uitje. | |
9 juni 1966Gerard Croiset vertelde een lezing te hebben gegeven over homoseksualiteit en gesproken te hebben over twee hoogstaande mensen, allebei homo's en journalist, (de een was ik en de ander noemde hij Jans X.). Niet duidelijk werd of hij onze namen had genoemd. Hij zei er, terugblikkend, spijt van te hebben. Niemand scheen hem te hebben begrepen. Ik vraag me dan ook af of hij er zelf werkelijk iets van begrijpt na zoveel jaren antihomo te zijn geweest. Hij zei dat zijn ‘onderzoek’ naar de oorsprong van homoseksualiteit nu ook verder was gekomen. Hij gaf me drie lezingen mee om te lezen. Hij wil dat ik terug kom om verder te praten. Het Vaderland in Den Haag had een vacature voor een redacteurbuitenland. Hoofdredacteur W. van Wijk antwoordde: ‘Het gaat hier om een ondergeschikte, niet geweldig betalende functie, die mij voor een actief en ervaren journalist als u bent zeker niet passend lijkt.’ | |
10 juni 1966Bracht een rode roos op het graf van mijn vader op Den en Rust. Ik heb 40 jaar een vader gehad. Dit is mijn eerste verjaardag met alleen een moeder. Juffrouw Boekhoudt zendt een felicitatie en een boekje over Vietnam. Broer Theo is zijn functie bij de bank in Salisbury, Rhodesië aan het liquideren om voorgoed naar Europa te komen. Schreef in Richards blauwe carnet. | |
11 juni 1966Ik voel me doelloos en vol twijfels. Het blauwe carnet van Richard is vol. Ik zend het hem per luchtpost toe. Dat moet. James Reston wijst er op dat er vorige week 146 Amerikaanse soldaten sneuvelden in Vietnam, terwijl 820 mannen werden gewond. Hij beschrijft Washington als een regeringscentrum gevangen in eigen retoriek en propaganda. Reston spreekt over de bij de overheid heersende ‘vending machine psychology’. | |
[pagina 26]
| |
Hiermee bedoelt hij dat steeds dezelfde, herkauwde, argumenten om de oorlog voort te zetten, zolang en zo dikwijls worden herhaald dat de antwoorden die regeringsfunctionarissen het publiek voorschotelen als pakjes sigaretten uit een automaat rollen. Generaal William Westmoreland heeft nog eens om 100.000 soldaten meer gevraagd. Mam zei: ‘Je rent over de hele wereld en je verwaarloost je piano.’ Ik studeerde één uur op twee etudes van Chopin. Later hoorde ik haar zelf spelen. Ze zong er bij, zoals ik me haar herinner uit onze jeugd. | |
12 juni 1966We brachten een bezoek aan het graf van vader. Mam zei dat, daar hij van zijn stoel dood viel, zij niets meer tegen hem heeft kunnen zeggen of vragen, noch om hem te danken voor het leven dat zij bijna 45 jaar samen deelden, noch wat hij wilde dat met sommige van zijn persoonlijke bezittingen zou gebeuren. | |
13 juni 1966Richard schrijft dat hij mijn brieven heeft ontvangen en samen met Garrett in een appartement in Greenwich Village woont. ‘Je suis très heureux (désolé de te le dire) et tout va bien pour moi.’ Er was een paginagrote tekening voor mijn verjaardag bij. Ik was sprakeloos. Hij kondigde aan deze zomer niet naar Europa te komen. Ik zou morgen naar New York terug hebben willen gaan. Garrett is blijkbaar verhuisd, wat betekent dat ze vaste plannen hebben. Eigenlijk zou ik niet moeten schrijven, want ik ben niet van plan om in een ‘ratrace’ om Richard terecht te komen. Ik raakte in een verschrikkelijk sombere stemming. Ik had mijn moeder beloofd om mee naar Wassenaar te gaan. Maar ik was dermate upset dat ik geen gesprek kon voeren en bleef stil. Hoe kon ik haar uitleggen wat er werkelijk in me omging na ontvangst van die brief? De lunch op Les Archets vond ik een ramp. Het Algemeen Handelsblad meldt dat generaal Suharto heeft verklaard alle militaire, economische en politieke kwesties tussen Indonesië en Maleisië te willen oplossen.Ga naar voetnoot24 Bungkarno, ontdaan van zijn naaste medestanders, staat er alleen voor. Officieel is hij nog steeds Supreme Commander van kogam, het Crush Malaysia Command. Er werd 21/2 uur op het paleis vergaderd. | |
[pagina 27]
| |
Ook generaal Nasution nam aan de bespreking deel. Voorlopig zijn tien procent van de enkele tienduizenden Indonesische militairen langs de grens bij Sabah en Sarawak teruggetrokken. Charles Mohr bericht uit Zuid Vietnam dat kapitein William Carpenter, commandant van de Charlie Company van het tweede bataljon van het 502de Infanterieregiment, de eigen luchtmacht verzocht: ‘Bring airstrikes in on top of me. We are being overrun. We might as well take some of them with us.’ Carpenter vroeg dus om bommen en napalm op zichzelf en de eigen para's te werpen. Na drie dagen knokken werd zijn groep door het in de strijd werpen van aanvullende para-eenheden ontzet. Ik griezel van dergelijke waanzintoestanden. | |
14 juni 1966Ik bracht de dag door met Frits in Wassenaar en Den Haag, maar mijn gedachten en gevoelswereld was nog steeds bij Richard in New York. Later ontmoette ik Ellen Thomassen. Zij vertelde dat na de openingsplechtigheid van het Holland Festival, prinses Beatrix, begeleid door haar ouders, al bij de uitgang was, maar Claus was achter geraakt, met het schudden van handen. ‘Hij doet er altijd tweemaal zo lang over dan ik...’ had Beatrix gezegd, wat Ellens moeder een nare opmerking had gevonden. Zij vond Claus aardig en Beatrix helemaal niet. Er volgden enkele dagen van emotionele verwarring en radeloosheid. Ik leverde een gevecht met mezelf om Richard uit mijn gedachten te bannen en bracht lange dagen met Frits door. En soms ook met Ellen Thomassen, die ik aanvloog toen zij me, samen met Frits, in een oude badkuip wilde kieperen die in de tuin van de Zumpolle's stond, gevuld met modderwater en smurrie. Ik scheurde haar jurk. Zij verloor een gouden ketting. Nog midden in deze scène telefoneerde ik mijn moeder en vroeg hoe het met haar was en wat zij op die dag had gedaan. Ze antwoordde: ‘Van alles, behalve praten.’ Ik voelde me zeer schuldig haar alleen te hebben gelaten en reed onmiddellijk naar Huis ter Heide. Frits zei zelfs: ‘Ik wil voor je moeder een bloemetje kopen.’ Bij de rotonde in Voorburg gekomen, besefte ik dat het betekende dat Ellen met de trein naar Amsterdam terug moest. Ik keerde naar Wassenaar terug. We besloten in Katwijk te gaan eten. Later, toen we op het strand wandelden, gooide Frits zijn kleren uit en rende piemelnaakt de zee in. Ik haastte me naar de auto terug om een handdoek voor hem te halen. Teruglopend zag ik hem in de verte in de golven dartelen en ik kreeg tranen in de ogen. Ik dacht aan zijn | |
[pagina 28]
| |
moeder en aan zijn leven, waar ik zoveel van weet en waarover hij me zoveel toevertrouwde. Tranen om zijn eenzaamheid, mijn eenzaamheid, dus domweg tranen om het leven, zoals het werkelijk is. De hele avond probeerde ik mijn verdriet te verbergen omdat ik wist dat Frits afknapt om wat hij als futloze slapheid ziet. Hij had me eens ernstig bekritiseerd, toen we bij Rita de WolfGa naar voetnoot25 een plaat van Rachmaninoff draaiden en ik tranen in mijn ogen had gekregen. Dat had hem overtuigd dat ik week van inborst was en nooit zijn vriend kon zijn. Deze avond moet ik die overtuiging een nieuwe impuls hebben gegeven. Waarom zou je niet jezelf kunnen zijn tegenover een van je beste vrienden? Dat heeft geen moer met weekheid te maken. Nu volgt er misschien opnieuw een lange stilte. Jonge mensen tellen een week of een maand van geen contact niet mee. Zij kennen de waarde van ‘tijd’ nog niet. | |
18 juni 1966Gisteren ontmoette ik Henk Hofland in de Koningshut, een van zijn vaste kroegen. Hij schrijft twee boeken. Verder vertelde hij over zijn groene Lotus raceauto. Hij zei dat mensen hem steeds minder interesseerden. Hij kende, en zei dit met enige trots, oplichters en crooks. Hij had een nieuwe vriend in de klasse van W. Verrips, ‘alleen nog erger en ook aardiger.’ Het contact met W.F. Hermans was ook vervaagd. Hans Koetsier was echter nog centraal aanwezig. Het was geen probleem om Hans Hoefnagels aan de Haagse Courant te verliezen. ‘Ik ben het enige genie bij de krant, maar kan geen kant op, want Steketee (de hoofdredacteur) kan niets zonder mij, terwijl hij alles wat ik wil saboteert. Ik dank aan Steketee mijn carrière, maar hij is in wezen een oude seksmaniak.’ Dit laatste amuseerde me, omdat Henk eerder had verteld een jonge dame bij het Algemeen Handelsblad als ‘steady date’ te hebben laten vallen. Hij had zijn repertoire aan dames tot vier uitgebreid, opdat het roddelcircuit eerder het spoor bijster zou zijn. Toch was ons contact eindelijk weer eens als vanouds. ‘Ik houd veel van jou,’ zei hij. Ook vroeg hij ergens in het gesprek: ‘Denk je dat ik een poot had kunnen zijn. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ik met een andere jongen zou kunnen klaar komen.’ Hij vond me mager geworden. We reden naar zijn huis. Daar stond het Lotus-onding. Wat een hobby. Mimi was woedend dat Henk niets van zich had laten horen en zo laat kwam aanzetten, want hun zoon, Edmond, had 39 graden koorts en wachtte op de huisarts. Ze had geen | |
[pagina 29]
| |
boodschappen kunnen doen. We gingen dus eerst samen halen wat nodig was. Ik vertelde dat ik later mijn dagboek bij professor Dijkhuis van het Van Lennep Instituut in Utrecht wilde onder brengen. ‘Je had het mij beloofd,’ zei hij. Dat is waar. Maar wat zou hij er mee doen? Ik weet niet eens zeker of hij het manuscript van mijn boek wel zal lezen, zoals hij beloofde. Toch vond ik het heerlijk om hem terug te zien. Ik houd ook nog altijd veel van hem. Bij het wakker worden ‘zag’ ik Frits aan het slot van een droom die me vroeg of ik een stuk chocolade wilde hebben. Hij stak het in mijn mond. Ik vroeg me af of ik een afzonderlijk dagboek voor Frits zal beginnen. Penny Hedinah ligt al twee weken in een ziekenhuis in Jakarta met verkalking aan haar wervelkolom. Zij maakt zich zorgen over haar bejaarde vader, die zij al jaren verzorgt en die zich nu voornamelijk zelf zal moet redden. | |
19 juni 1966Het Amerikaanse State Department maakte bekend dat er al enige weken onduidelijkheid bestaat over waar Fidel Castro zich zou bevinden. Na de 1 meiviering heeft men niets meer van hem vernomen. Washington ziet verband tussen zijn verdwijning en de toenemende ontevredenheid van de bevolking over het regime. Ik geloof er niets van. Mam maakte een blikje sardientjes open bij de lunch omdat mijn vader dit altijd zo wilde. Zij huilde. Ik huilde. Sonetti del Petrarca van Liszt. Mijn hart is gebroken. Niet door de dood van mijn vader. Niet door Erik. Niet door Frits. Niet door Richard. Maar door de werkelijkheid van het leven. I can't stand it. Gerard Croiset telefoneerde vanuit het huis van Carel Enkelaar. Of ik belangstelling had om de nts in de vs te vertegenwoordigen. Dit zou een sensationele doorbraak zijn, die ik uitsluitend aan Croiset te danken zou hebben. Enkelaar schijnt veel vertrouwen in hem te hebben. Croiset gaf aanwijzingen hoe ik Enkelaar moest benaderen. | |
20 juni 1966Een pakket foto's van de begrafenis van mijn vader is gearriveerd. Mam zegt niet de moed te hebben het te openen. Lunchte met hoofdredacteur Cees Meijer van De Typhoon. Het college van hoofdredacteuren had met Beatrix en Claus geluncht. Beatrix had op een menukaart voor zijn oudste zoon, ‘Dag Jan Kees, Beatrix,’ geschreven. | |
[pagina 30]
| |
Ik ontmoette in de tuin van de Chinese legatie de acrobaten, die onlangs in Scheveningen optraden. Ik wilde ze interviewen. Helen Buttinghausen kwam mee om foto's te maken. Er was geen land met deze strak geprogrammeerde jonge mensen te bezeilen. Ze gaven allemaal dezelfde antwoorden en durfden buiten het standaard marxistisch-leninistische jargon niet één woord te uiten. Fietsen met zijn tienen op een rijwiel was mogelijk, maar een ontmoeting met de werkelijke mens achter de robot was niet haalbaar. Ik was blijkbaar de kapitalistische vijand, waar je niet tegen openbaart wat er in je om gaat. Ik raakte even gedegouteerd als in het theater in Scheveningen en verliet het pand zonder mijn gevoelens hierover onder stoelen of banken te hebben gestoken. | |
21 juni 1966Mam is vandaag 70 jaar geworden. Zonder mijn vader heeft deze dag alle betekenis voor haar verloren. Mam is snel geïrriteerd. De enige dochter van tante Jetty heeft weer eens te veel slaappillen ingenomen en ligt in een ziekenhuis. Ik reed met Frits naar het terras van Hotel Zinger in Noordwijk aan Zee. Hij schreef in mijn dagboek: ‘Een middag als deze met jou op een terrasje in Noordwijk vind ik een van de hoogtepunten van ons contact. Bij deze uitstapjes kan ik tegenover jou mijn remmen zo goed als los laten en gewoon mezelf zijn en lekker veel praten over dingen uit het verleden en in de toekomst kijken. Alles bij elkaar is dit gewoon goed en ik hoop dat dit meer voor komt. Alléén op deze basis zal ik het bij jou in Amerika geloof ik goed kunnen uithouden.’ Frits (21): ‘Er kan mij niet veel meer gebeuren. Ik sta nu met twee benen op de grond en zie de realiteit. Ik ben steeds meer mezelf. Ik geloof ook niet dat ik weer verliefd zou kunnen worden en dat ze dan alles met me zouden kunnen doen. Je zou een kind van jezelf moeten hebben. Dan leer je pas de waarde van de rest kennen.’ Ik sprak uitvoerig met Gerard Croiset. ‘Voor mij is een vrouw noodzaak,’ zei hij. ‘Ook al zou ik voor een moment bij een andere vrouw zijn, dan is mijn hart nog bij mijn vrouw. Liefde is niet beredeneerbaar. Mensen houden van mensen, die hen op fouten wijzen. Want je denkt dan, hierdoor kan ik sneller de waarheid benaderen. Het is niet belangrijk of je hier via een man of een vrouw probeert achter te komen.’ Wat is waarheid? Croiset: ‘We zoeken als dienaren Gods allemaal God. Platonische liefde is als soep eten met een vork. Je | |
[pagina 31]
| |
krijgt er nooit genoeg van. Maar platonische liefde is wel de hoogste vorm van liefde die er is. Ik moest jou ontmoeten, om al deze nieuwe ontdekkingen te doen. Liefde is een spiegel Gods, die je wordt voorgehouden. De mens was voor Adam en Eva een tweeslachtig dier. De mens viel op zijn eigen jong. Het niet doen is groter dan het wel doen, want als we wel doen maken we fouten tegenover God. Daarom begrijp ik die verbrandingen in Vietnam zo goed. Liefde kan twee kanten op gaan: seksueel geprikkeld worden en die prikkel verzadigen of geleid worden door waarachtige liefde. Homoseksuelen zijn de voorlopers van een geestelijk tweeslachtig wezen. Zij zullen in het licht komen te staan.’ Ik wil nog veel meer met Croiset spreken. | |
22 juni 1966Het People's Consultative Congress in Jakarta heeft generaal Suharto benoemd als ‘executive head of the Government,’ zo meldt Reuters. Generaal Nasution is aangewezen als voorzitter van het Congres. Indonesië is nu in handen van het leger en aan de daadwerkelijke macht van president Sukarno is in de praktijk een einde gekomen. Welk een politieke aardverschuiving! Bungkarno droeg op 11 maart per brief reeds de uitvoerende macht aan Suharto over. Nadien ontstonden verschillen van mening over de interpretatie van die brief. Maar door deze twee benoemingen zal Sukarno niet meer over machtsinstrumenten kunnen beschikken om de situatie ten gunste van zijn politieke lijn terug te draaien. Hoe heeft het zover kunnen komen? Indonesië onder een militaire dictatuur. Bezocht met Jef Teske zijn vriend Sam van Eeghen | |
23 juni 1966Erik had zijn P-2 gehaald en kwam naar Huis ter Heide. Mijn moeder is kennelijk op hem gesteld. In het gesprek zei ze: ‘Wanneer ik jullie kinderen niet had zou ik me na de dood van je vader hebben verdaan.’ Ik schrok hier heel erg van. Erik mompelde, het gesprek ging verder over trouwen of niet trouwen: ‘Wim heeft zijn eigen familie gemaakt door zijn vrienden zorgvuldig te kiezen.’ Dat was waar. Ik ging met Erik naar de poffertjeskraam op het Malieveld, waar Frits op ons wachtte. Mam had een brief meegegeven voor Frits, om te bedanken voor de rozen die ik haar van hem had moeten geven. Zelf had ik voor Frits Rachmaninoffs Paganini Variaties gekocht. We gingen naar Frits' hofje, Om en Bij 48. Erik zag een windbuks staan. Hij begon op een kaars te schie- | |
[pagina 32]
| |
ten. Frits volgde hem en schoot iets beter. Ik nam foto's. Ik keek naar ze, allebei 21, beiden jongens met een Indische achtergrond, mijn naaste ‘familie’. Gerard Croiset zou er achterstaan, want het ging om zuiver platonische vriendschappen, zij het met een (vrij sterk) vleugje fysieke aantrekkingskracht er doorheen geweven. Het was trouwens de eerste ontmoeting tussen Erik en Frits. Erik: ‘Wim dient als katalysator, waardoor zijn vrienden eerlijk zijn.’ We reden naar Poek Zumpolle in Wassenaar en brachten uren door in haar heerlijke tuin. ‘Ik zou best als mijn vader aan een hartaanval willen overlijden,’ zei ik, ‘want ik heb liever niets dan zoveel onvolmaakts.’ ‘Dan was het dus toch waar wat je in het carnet van Richard schreef dat je voor altijd afscheid zou willen nemen,’ zei Erik. Later toen ik met hem op het perron in Utrecht alleen was zei ik: ‘Sorry, but somewhere I om dead, and I seem to remain dead for ever.’ Frits maakte in de tuin duidelijk dat hij door alle teleurstellingen en ellende de afgelopen jaren een krachtig tegengif had opgebouwd, zodat hij thans vrij onkwetsbaar was geworden. ‘Niemand zal mij meer honderd procent kunnen hebben,’ zei hij, wat me een beetje op hem deed afknappen Toch schreef ik in zijn carnet, terwijl de andere praatten: ‘Ik houd van jou Frits.’ Later schrapte ik het weg, wat ik eigenlijk nooit in dagboeken doe. We aten wat op de Scheveningse boulevard. Ik voelde me stil en verdrietig door de uiteindelijke onbereikbaarheid van iedereen. Erik voelde het heel sterk en vroeg wat er in me om ging. ‘I love you,’ was mijn antwoord. Hoe een dag met zoveel emotie te beschrijven? The New York Times meldde dat president Sukarno in een rede voor het Peoples Consultative Congress in Jakarta, een toespraak die generaal Suharto van tevoren zou hebben goedgekeurd, duidelijk heeft gemaakt dat het voorlopige volkscongres niet het recht had hem zijn bevoegdheden te ontnemen. Volgens Bungkarno diende het ‘parlement’ eerst verkiezingen uit te schrijven waarna men zou kunnen overgaan tot het benoemen van een president en vice-president. Hij voerde dezelfde argumenten aan toen het Congres hem in 1963 tot president voor het leven benoemde. | |
[pagina 33]
| |
heb begrepen dat Frits of Erik nooit meer zullen ‘terug komen’. Frits: ‘Erik is geweldig. Alleen gaat hij naar mijn gevoel te diep op zaken door, die voor het ogenblik niet van belang zijn. Ik kan hem soms niet volgen, maar mijn intuïtie zegt me dat hij het honderd procent goed met jou voor heeft en je probeert te helpen. Hij beseft niet dat de woorden, die hij tegen je spreekt, van minder belang zijn dan zijn persoon.’ Frits is bang voor het moeten missen van ‘een eigen intiem huisje’. Ik denk dat zijn werkelijke intimiteit met R. aan betekenis heeft verloren. Hij ontmoet in ieder geval van tijd tot tijd een bouwvakker in het Haagse bos of beleeft een avontuur op het strand. Charles de Gaulle is in Moskou. Hij beschouwt de Koude Oorlog als een oneindige vicieuze cirkel van meer en meer bewapening, welke tot niets leidt, behalve, vroeg of laat, tot de vernietiging van de mensheid. De vs zouden kunnen bijdragen tot de pacificatie van de wereld, maar Europese veiligheid en de toekomst van de beide Duitslanden was op de eerste plaats een Europese aangelegenheid, aldus de generaal. Cleophas Kamitatu, voormalig minister van B.Z. van Kongo is, godzijdank, niet opgehangen, maar werd tot vijf jaar veroordeeld. Duizenden, door het leger misleide, studenten demonstreren in Jakarta tegen president Sukarno. Het kami-actiefront agiteert tegen Bungkarno en komt steeds meer met de eis voor de draad dat hij helemaal van het toneel zal moeten verdwijnen. Ze worden misbruikt om Indonesië permanent in een militaire dictatuur te kunnen veranderen en hebben het zelf, politieke amateurs die het zijn, niet in de smiezen. | |
25 juni 1966Ik heb tot diep in de nacht met John van Haagen zitten praten. ‘Jij bent iemand, die constant in de branding staat,’ zei hij. ‘Bij laagtij sta je met je poten in het zand. Dat kan ik niet. Ga met jongens om, wanneer je dat zo voelt. Dat raakt me niet. Maar voor mij is dit onverklaarbaar. Wat verwacht jij van een verhouding met een jongen? Okay, je vindt een jongen van de leeftijd van Richard en jullie gaan een nestje bouwen, met 's ochtends hanengekraai en het klutsen van een ei. Mij doet het te veel denken aan de oudere flikker, die aan de ene kant zegt, “jongen, wat ben je mooi en anderzijds zit hij centen te tellen.” Weet je hoe dit soort situatie eindigt? Ik zorg er voor dat niemand mij meer pijn kan doen. Ik draai me om. Ik trek me helemaal terug. Dan zit je niet meer ver van de wanhoopsdaad af. | |
[pagina 34]
| |
Vergeet niet dat je een mens bent en blijft. Je kunt de natuur niet wegcijferen. Je moet je eb en vloed gewoon beter in de gaten houden.Ga naar voetnoot26 Je loopt met een hoog voorhoofd in de branding te sjouwen. Ik met een laag voorhoofd. Het leven is nu eenmaal niet één lang pleziertje. Jij zou altijd in het hoogtij willen staan. Een dominee zou tegen jou zeggen, je durft geen verantwoordelijkheden van het leven op je te nemen. Waar ik bezorgd over ben is dat de zinloosheid van alles jou tot negatieve conclusies zal brengen. Het is in het leven nu eenmaal haver of gort: jongens of meisjes.’ Ik zei iets over een eerlijk mens. ‘Ik houd niet van die uitdrukking,’ antwoordde John. ‘Een werkelijk eerlijk mens bestaat niet. Dat past niet meer in deze gemeenschap. Ik versta onder eerlijk meer een natuurlijk mens. Wat voor kansen krijg je nu nog om natuurlijk te zijn? Kijk maar naar alles wat een klein kind wordt geleerd. Onderwijs is op honderd jaar geleden gebaseerd. Onze kennis is aangeslibd. Niemand brengt er verandering in. Je bent alleen nog een product, een soort synthetische mens. Je wordt van kinds af aan gewoon gehersenspoeld, omdat je beter in de samenleving zal slagen. Eigenlijk gaat een jongen al op zijn vijftiende jaar dood en is zijn oorspronkelijke natuurlijkheid verloren. Een achttienjarige begint zijn leven, maar is meer dood dan levend. Hij leert van ellende mee te doen. Hij weet wanneer hij voor de buren een wit overhemd moet aantrekken. Hij weet dat hij zich aan de wet zal moeten houden. Hij leeft verder, maar hoe? Eigenlijk zit hij in een soort niemandsland. Er wordt regelmatig bijgeleerd. Je leert gewoon doen wat er van je wordt verwacht en dan heb je het gefikst, fijn. Dit is nu precies wat ik voor mijn kinderen verdom.’Ga naar voetnoot27 Nadat ik had gezegd, mijn eigen dagboek ter beschikking van de wetenschap te willen stellen in plaats van de gewoonte te volgen om je karkas naar een laboratorium te laten verhuizen, zei hij: ‘Ja, en daarmee geef je psychologen en psychiaters nog meer gelegenheid die synthetische mens te vervolmaken. Het is met Sparta begonnen. Daarna volgde Michelangelo en de Renaissance en wat heeft het allemaal geholpen? Geen spat. De meest gelezen boeken blijven seksverhalen en James Bond.’ | |
[pagina 35]
| |
27 juni 1966Nicholas Turner van de Sunday Times reisde 2.000 kilometer door Java. Vooral in Midden- en Oost-Java zag hij overal jongeren met portretten van Bungkarno demonstreren. Zij liepen met borden als: ‘Crush those who want to topple Sukarno.’ Maar over de macht in het land wordt in Jakarta beslist. Turner schreef dat generaal Suharto slim had vermeden om stappen tegen Bungkarno te nemen. Een directe aanval op het wettige staatshoofd had de vlam in de pan kunnen doen slaan omdat in brede lagen van de bevolking nog veel pro-Sukarno gevoelens leven. Turner noemde zijn artikel dan ook: ‘Invisible coup strips Sukarno of all power.’Ga naar voetnoot28 Nu heeft ook de vereniging van academici en hoogleraren, kasi, het aftreden van Bungkarno geëist, vanwege diens ‘wanbeleid’. Het is schandalig wat er gebeurt. Ze lijken wel collectief mataglap in Jakarta. Poek Zumpolle belde: ‘Ik zie je nu héél anders dan vroeger, zelfs anders dan een maand geleden. Wat een fijne jongens, Erik en Frits. Waar haal je ze vandaan?’ ‘Eigenlijk van straat, Erik uit een telefooncel en Frits van het strand,’ zei ik. Wat waar was. ‘Ik begrijp heel goed dat Erik zei twee maanden van onrust tegemoet te gaan. Jij bent ook heel vreemd, Ik was zelf ook eenzaam na die middag met jullie. Ik begrijp best dat Ellen Thomassen daar niet in past. Zoals ieder mens er van droomt eens een bijzondere verhouding met een ander mens te hebben, zo heb jij dat nota bene met al je vrienden,’ aldus Poek Zumpolle. | |
28 juni 1966John van Haagen zei zaterdagavond: ‘Ik kan me niet voorstellen wie bij jou zou passen. Wie is Willem Oltmans? Bestaat hij uit 600 dagboeken? Hoe vind jij ooit een vriend, die in alle opzichten voldoet? Jij bent in staat iemand af te schrijven, die een hobbeltje op zijn knie heeft. Ik zie het al: een vriendschap is met z'n tweeën in één ei zitten. En constant moeilijkheden. Weet je waar je eens over moet nadenken, over de uitvoerbaarheid van wat je wilt. Mr. J.M.A.H. Luns heeft in de ministerraad van de West-Europese Unie gepleit voor gemeenschappelijke hulp van westerse landen aan Indonesië. Naast de zes van de Europese markt zouden de vs, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland mee moeten doen. Op het moment dat zich een geruisloze, militaire, coup | |
[pagina 36]
| |
in Indonesië voltrekt, beijvert Sukarno-hater, minister Luns, zich natuurlijk om de vijanden van Bungkarno te hulp te komen.Ga naar voetnoot29 Hoe lang heeft Henk Hofland mijn manuscript nu? Hij beantwoordt geen telefoongesprekken. Ik heb hem geschreven het materiaal te retourneren en voegde eraan toe: ‘Je bent een waardeloos mens geworden.’ Schreef in het rode carnet voor Richard, en in het blauwe voor Frits. | |
29 juni 1966Speelde Prelude à l'après midi d'un Faune, waar mam me jaren geleden op attendeerde. Het beroert haar nog altijd zeer, want ze kreeg tranen in haar ogen. Brandde een kaars op het Begijnenhof. Prins Bernhard gaf ter gelegenheid van zijn 55ste verjaardag een televisie-interview aan Jan van Hillo op het terras van Soestdijk, onder regie van Nijenrode-collega Kees van Langeraad. Over Claus zei prins Bernhard dat deze niets liever wilde dan zo spoedig mogelijk aan de slag te kunnen. Niet in navolging van Bernhards eigen parcours, maar op een bij hem passende wijze. ‘Wat hij ook gaat doen,’ zei de Prins, ‘ik weet dat men zal zeggen: hij doet het prima.’ Over zijn eigen begintijd in Nederland merkte hij op veel moeilijkheden te hebben gehad. De pers was in de jaren dertig terughoudender, maar er werd des te meer geroddeld: ‘Dat liep van wilde nazi tot ik weet niet wat.’ Adolf Hitler had prins Bernhard onbewust een uitstekende dienst bewezen, door onaangenaam tegen hem te worden, ‘zodat iedereen kon merken dat ik geen nazi kon zijn.’ Ik vond Bernhard volkomen natuurlijk en ongeremd op het scherm. Hij deed dit voortreffelijk, vooral hoe hij een lans brak voor Claus. | |
[pagina 37]
| |
pots voor negentig procent vernield, zo wordt uit Saigon gemeld. Minister Robert McNamara riep de pers bijeen en zette aan de hand van kaarten uiteen dat deze gevaarlijke strategie was bedoeld om de aanvoer naar het strijdtoneel in het zuiden naar de knoppen te helpen. Die aanvoer was de afgelopen maanden met 120 procent toegenomen. Washington was dus gedwongen aldus te handelen! Verder bleek uit de koppen van de Herald Tribune dat een tweede massaal bombardement op Noord-Vietnam had plaatsgevonden. lbj waarschuwde nu zelf dat dergelijke vernietigingsaanvallen zullen doorgaan zolang Hanoi de vrijheid van Zuid-Vietnam blijft bedreigen. ‘We have made up our mind,’ aldus Johnson, ‘to deal with the two most common threats to peace in the world.’ Deze waren: het verlangen van mensen naar vooruitgang en het verlangen om geen systeem van buitenaf opgedrongen te krijgen. ‘We must help to fulfil the one and frustrate the other,’ zei lbj ‘No peace and no power is strong enough to stand for long against the restless discontent of millions who are without hope.’ Robert Kennedy zei dat de regering zich te weinig moeite had getroost tot onderhandelingen te komen. Het opvoeren van bombardementen maakte een toekomstige vredesregeling vrijwel onmogelijk. Ook senator J. William Fulbright liet zich in die zin uit. Een steeds meer opvoeren van het oorlogstempo lijkt juist een uiteindelijke nederlaag verder te garanderen. Time beschrijft Bungkarno's verschijning, in een hagelwit uniform, met Ratna Sari Dewi in de loge, voor diplomaten voor de mprs (People's Consultative Congres). Op een gegeven moment week de president van de door Suharto goedgekeurde tekst af en zei: ‘For almost 40 years I have dedicated myself to the service of Indonesian freedom. I continue praying to Allah to be given the strength to continue serving the nation.’ Wat heeft hij verder gezegd? Waarvoor wilde hij waarschuwen? Bedoelde hij met ‘het dienen van de vrijheid’ dat Indonesië zich op het punt bevond af te glijden naar een militaire dictatuur? Leonard Huizinga mijmert in De Telegraaf over Bernhards televisiegesprek. ‘De mens en de Prins spraken beurtelings en tegelijk. Beiden spraken, toen hij met spijt in zijn stem sprak over zijn schoonzoon Claus, die het volgens hem “prima” zal doen. Spijt vooral om het feit dat veel Nederlanders niet genoeg vertrouwen hebben gehad in het oordeel van zijn vrouw en hem, die de nieuwe schoonzoon naar rijp beraad niet alleen hebben aanvaard, maar met blijdschap verwelkomd. Eén van mijn goede vrienden, hoogleraar in de geschiedenis zei mij een tijdje geleden: “Ik ben republikein, al was het alleen maar uit de | |
[pagina 38]
| |
overtuiging dat men geen mens met zo'n rotbaan kan opschepen.” Ik weet niet of hij de Prins heeft gehoord en gezien op de televisie, maar ik vraag mij af, of hij in dat geval zijn mening niet zal hebben gewijzigd.’ | |
2 juli 1966Indonesische kami-studenten eisen van generaal Suharto dat hij een Ampera-kabinet zal vormen en dat hij Bungkarno de titel ‘president voor het leven’ zal afnemen. In een rede in het Merdeka paleis vroeg de president: ‘What do they mean by “Ampera”? “Ampera” means message of the peoples' suffering and consists of three points: national unity, prosperous society and a new world free of exploitation. If they now mean, a cabinet that places first priority on food, I oppose it. I want to built a nation that thinks not only of food but also of culture and technology.’ The New York Times voegt aan het bericht toe dat het duidelijk is dat Sukarno zich nog altijd niet gewonnen geeft en de ‘stille coup’ van de militairen bestrijdt. Maar zijn medestanders werden hem grotendeels ontnomen. Generaal Sugi Arto kondigde aan dat op korte termijn achtien voormalige ministers en medewerkers van de president, waaronder zowel Subandrio als Chaerul Saleh, terecht zullen moeten staan. Hij houdt het alleen nooit vol. Hij is tenslotte ook al 65. Erik van der Leeden had ik een kopie van het verslag van mijn gesprek met John van Haagen gezonden. Hij schrijft: ‘Je belicht je eigenschap om mensen naar vreemde hoogten te voeren en hen zich dan te laten uiten. Denk maar aan de middag in de tuin bij Poek Zumpolle. Het is ondenkbaar dat de gedachten, die Johny tot uitdrukking brengt, hem voortdurend bezighouden. Wel zie ik zijn meningen als bezinksel van een levensbeschouwing die zeldzaam scherp en doordacht is. Dat jij er in bespeurbaar bent met de duidelijke invoelbare relativering van waarden, staat voor mij als een paal boven water... Ik hoop dat we meer van dergelijke gesprekken kunnen voeren: ik denk aan Frits, John, jij en ik samen. Ik heb ook Loet Kilian geschreven.’Ga naar voetnoot30 | |
[pagina 39]
| |
demic, for the present at least. You may not approve, but I know of nothing I om suited for. Perhaps, I shall sell insurance, be a disk jockey or a railroad-conductor, yes? I have seldom known anyone so singularly unsuited for any particular vocation as myself.’ Hij was weer begonnen de cello-suites van Bach te studeren. Dat deed me herinneren aan mijn eigen jeugd op De Horst, hoe ik begeleid door tante JettyGa naar voetnoot31 ze instudeerde. En tenslotte was ik zelf als ‘verzekeraar’ begonnen bij Blom van der Aa in Amsterdam, tot Henk Hofland me van de afdeling bromfietsen verzekeren bevrijdde en me naar het Algemeen Handelsblad haalde. | |
4 juli 1966Concert voor de linkerhand van Ravel. Amerikaanse jets hebben weer doelen gebombardeerd op 20 kilometer van Hanoi. Eric Pace meldt uit Saigon dat reeds één miljoen mensen in Zuid-Vietnam voor het oorlogsgeweld huis en haard hebben moeten verlaten. Dat is nogal iets. Het Witte Huis verklaart openlijk dat de Sovjet-Unie en China weliswaar een grote mond op zetten over de aanvallen op Noord-Vietnam, maar het niet in hun hart halen terug te slaan. lbj voelt zich dus ‘vrij’ om te doen en laten wat hij wil. Walgelijk. Ook komen er voortdurend berichten uit Washington over Lin Piao als mogelijke opvolger van Mao Tse-tungGa naar voetnoot32 | |
5 juli 1966Meer bombardementen op Noord-Vietnam. De Herald Tribune komt weer met een foto van 12 bij 20 centimeter op de voorpagina van een gewonde Amerikaanse militair, ‘who writes in pain in the jungle near the Cambodian border.’ Wat doen ze daar dan ook in godsnaam? President Sukarno heeft lang met generaal Nasution gesproken. Men had eerst 6.000 militairen van de Siliwangi-divisie naar de hoofdstad overgebracht en daarop vond deze cruciale ontmoeting plaats. Behalve militair vertoon blijft het leger kami-studenten gebruiken om steeds feller tegen Bungkarno te demonstreren. Newsweek vergeleek de strategie van de generaals met de uit de Chinese cultuur overgenomen ‘The Death of the Thousand Cuts.’ Uit vrees voor zijn enorme aanhang overal in het land wordt president Sukarno, stap voor stap, weggemasseerd. Hij is nu akkoord gegaan met de eisen van het leger. Hij | |
[pagina 40]
| |
zal afstand doen van zijn titel van president-voor-het-leven. De pki zal permanent worden verboden. Bungkarno's leerstellingen ten aanzien van anti-imperialisme en antikolonialisme zullen worden herzien. Het is duidelijk; het Indonesische leger gaat met het Westen en de kapitalistische landen in zee. Sukarno is murw. Stond op met trieste herinneringen en een verlangen naar Richard. Frits belde om 08:00 uur: ‘Ik heb je veel te vertellen.’ We liepen één uur langs het strand in Kijkduin. Hij heeft een nieuwe, geheime kennis, die Jan heet. ‘Je figuur is verbeterd,’ zei hij. ‘Dat is door Richard gekomen.’ ‘Je zou wat moeten gaan roeien en je spieren meer kracht geven,’ ging hij verder. ‘Wat zijn mensen toch ijdel.’ ‘Helemaal niet,’ zei Frits. ‘Een pauw strijkt toch ook zijn veren? Een poema likt zich zelf schoon voor hij strijdt voor zijn vrouwtje.’ Frits heeft iets met dieren, wat me nog meer naar hem toe doet trekken. Nu ik hem weer regelmatig zie, begin ik weer meer van hem te houden. Op het strand sprong hij opeens op mijn rug. Bezweek zowat onder die beer. Toen ik hem bij zijn hofje, na een intens heerlijk samenzijn afzette, zoende ik hem in zijn nek (die hij voorover boog om het toe te laten). Op het Américain-terras ontmoette ik een blonde steward van Lufthansa, Fred X., 24 jaar. We spraken maar een uur. Toch zei hij: ‘Het is of ik onder scherpe lampen op een operatietafel heb gelegen. Ik ben doodmoe. Het liefst zou ik nu mijn koffer pakken en naar huis gaan.’ Ik was in die jongen geïnteresseerd, maar dat schijnt als een soort spoedexamen over te komen. Waar zijn de provo's toch mee bezig? Zaterdagavond moet het weer raak zijn geweest. Hein Donner, Rob Stolk en een Koosje Koster schijnen de aanvoerders van de meute te zijn. Plaats van handeling: het Lieverdje, vaste prik. Het Parool meldde 89 arrestaties. | |
6 juli 1966Om 08:25 uur belde Frits. Hij was om kwart voor zeven met een slaappil naar bed gegaan en had non-stop geslapen. ‘Ik was gisteren toen ik thuis kwam helemaal leeg,’ zei hij. Ik vertelde dat ik gisteravond Richard in New York had gebeld en dat het laatste wat hij had gezegd, was geweest, ‘je t'embrasse’. Daarop speelde ik voor mam de langspeelplaat van Stravinsky, Chant de Rossignol af. Die hoort zij graag. | |
[pagina 41]
| |
Om 17:00 uur belde Frits opnieuw. Hij was met de mysterieuze Jan, die trouwens was getrouwd, naar Scheveningen geweest. Hij heeft nu ook een eigen dagboek en had veel geschreven.Ga naar voetnoot33 Hij vroeg me of ik zijn notities van gisteren wil uittypen. Om 14:30 uur schreef hij: ‘Ik zit nog steeds model op het podium. Het is hier niet koud. Jan zit na gisteren diep in mij. Ik denk de hele dag aan hem. Ben dicht bij hem geweest. Hij is ook dicht bij mij. Ik schrijf dit omdat ik ervan overtuigd ben dat hij nadenkt over wat we hebben besproken en dat is verdraaid veel. Wij waren zo gelukkig in alles, omdat we ongestoord konden praten en elkaars lichaamswarmte voelen. Ik geloof dat dit de echtste vorm van bigamie plegen is wat wij samen beleven.’ De Wereldkroniek heeft de passages over Jan Cremer opnieuw uit mijn artikel over de disco Arthur geschrapt. Imbecielen. Dr. Suwandi MangkudipuroGa naar voetnoot34 schrijft uit Jakarta dat na 30 oktober 1965, ‘dankzij het doelbewuste en kordate optreden van generaal Suharto een catastrofe kan worden voorkomen. Het decreet van president Sukarno van 11 maart 1966, waarin de volmacht aan Pak Harto werd gegeven overgedragen, droeg en draagt, er weinig toe bij om de boel snel en hopelijk radicaal recht te zetten. Nu generaal Nasution voorzitter is van de mprs hopen wij nog sneller resultaten te bereiken. De ingestelde controle en ons vertrouwen in de sultan van Djokja dragen er niet weinig toe bij om een vertrouwen in de toekomst te rechtvaardigen, Het is zaak te weten hoe diep de wonden zijn geweest, veroorzaakt en achtergelaten door de vorige regering. Gevaar voor een te scherpe zwenking naar rechts is er geloof ik niet. De massa is al te diep politiek bewust. After all, de gebeurtenissen van 30 oktober 1965 geven ons een adempauze.’ Daarna volgde familienieuws. Boes Suwandi, ook een Nijenrodiaan, is hoofd van Pertamina voor Sumatra geworden. Hij heeft drie kinderen Astrid Suwandi heeft twee kinderen en is getrouwd met een ‘pembantu menteri.’ De hond, Bandot, is dood. De arts Suwandi kende ik uitstekend. Ik hechtte waarde aan zijn mening en kennis van zaken. Tot deze brief binnen kwam, had ik met diep wantrouwen tegenover het Indonesische leger het nieuws uit Jakarta gevolgd. Vooral omdat ik sedert 1961 redelijk was geïnformeerd over de plannen van de militairen om president Sukarno af te zetten. Ook al wist ik dat oom en tante Suwandi zeer | |
[pagina 42]
| |
sceptisch tegenover Bungkarno waren komen te staan, na diens verwijdering van mevrouw Fahmawati, en zijn tweede huwelijk, met mevrouw Hartini - waar twee zonen (Baju en Taufan) uit werden geboren. En zeker na zijn derde huwelijk met de Japanse Ratna Sari Dewi. Maar ik wist ook dat de Suwandi's sterk verwesterd waren en dat in Jakarta, in de zogenaamde hogere kringen, een ontstellende burgerlijkheid heerste, aangevuld met karakteristieke ‘dorpsroddel’. Maar nu verwonderde mij toch de onverwacht, overtuigende sympathie voor Suharto. Oom Suwandi beschreef deze generaal als een soort redder des vaderlands. De arts is reeds lang geleden overleden. Ik vraag me af, of hij die mening in 1990 nog zou zijn toegedaan. Zelf zou ik drie maanden later naar Jakarta reizen en ook Suharto ontmoeten. Heeft een pleidooi, als van mijn oudere vriend, er toe bij gedragen dat ik Suharto zo onbevooroordeeld mogelijk tegemoet ben getreden? Ik had beter moeten weten. | |
7 juli 1966President Sukarno heeft aan het slot van de vergadering van de mprs met nadruk verklaard dat het in strijd met de Grondwet zou zijn, indien generaal Suharto - zoals het voorlopige Volks Congres hem in een resolutie heeft gevraagd - een nieuw kabinet zou vormen. Generaal Nasution schijnt te hebben voorgesteld dat Bungkarno en Suharto samen een nieuw kabinet zouden vormen. Daar had de president geen bezwaar tegen. The New York Times meldt verder dat president Sukarno naar Midden-Java had willen gaan en dat Suharto dit zou hebben verboden. Ik kan me een dergelijk bericht niet voorstellen en geloof het ook niet. Het Algemeen Handelsblad zegt in een hoofdartikel dat de militairen mogelijk Sukarno met succes hebben gekortwiekt, maar dat het niet waarschijnlijk lijkt dat ze hem van zijn voetstuk halen en alle invloed ontnemen. ‘Men telle Sukarno nog niet uit,’ aldus het blad. Vanavond was ik bij Erik in Eindhoven. ‘Jij bent een grote spitter. Je woelt een bovenlaag los en bloot. Je trekt Frits, Richard, John en mij op. Frits zal bij jou op zijn gemak zijn. Maar hij leeft in een andere wereld. Je moet hem eens vragen of zijn spiegelbeeld anders is dan wat hij zelf ziet.’ Erik benadrukte nu voor 90 procent beredeneerd te leven, 9 procent routine en 1 procent gevoel. Toen ik laat naar Huis ter Heide vertrok omarmden we elkaar in de vestibule. Ik voelde dat hij zich helemaal gaf en ik dacht, ‘dit kan geen 1 procent zijn.’ | |
[pagina 43]
| |
8 juli 1966Noord-Vietnamese mig's hebben voor het eerst air-to-air missiles op Amerikaanse bombardements vliegtuigen afgevuurd. Olie-installaties nabij Haiphong werden zwaar gebombardeerd. Premier Indira Gandhi heeft Washington nu ook gevraagd te stoppen met de bombardementen. Hanoi houdt een parade met tientallen neergeschoten Amerikaanse piloten, in pyjama's. Reuters bericht over een, voor mij schokkende, demonstratie van 50.000 studenten in het hartje van Jakarta tegen, wat werd genoemd, Sukarno's pogingen de pki nieuw leven in te blazen. Het leger is toch wel uiterst smerig bezig. Weten die studentjes veel? Ze droegen slogans mee als: ‘What is in Sukarno's heart? He is trying to revive Communism. He is flirting with China. He likes building monunents.’ Minister van Buitenlandse Zaken, Adam Malik heeft tegen The New York Times gezegd dat er geen overeenkomst met Maleisië zal worden ondertekend tot er een nieuw kabinet is gevormd. Meneer van Boetzelaer vraagt zich in een nieuwe briefGa naar voetnoot35 af of het nog zin zou hebben verder te corresponderen over ‘vermeende discriminatie’ tegen mij als journalist door het ambtenarenapparaat van Buitenlandse Zaken. Ik zou mijn tijd ook aan andere zaken willen besteden. Maar het gelazer houdt dus duidelijk allerminst op. B.Z. is doodgewoon onrechtmatig bezig en dat moeten ze weten. | |
9 juli 1966We reden naar De Kievit in Wassenaar. Frits las in mijn dagboek. ‘Hoe kan je je hele leven schrijven?’ vroeg hij. ‘Ik vind hardop denken in een dagboek knap vermoeiend.’ Hij las dat ik meende dat mijn intieme vriendschappen, met hem, Richard, Erik en John een vorm van kruisbevruchting waren en voor mij een enorme verrijking van mijn leven vormden. Wanneer ik een jawoord zou geven aan een van hen, zou ik dit met inzet van mijn hele wezen doen. ‘Schrap mij maar van je lijstje,’ zei Frits. Ik zou van je kunnen houden, maar ik zou me nooit aan je kunnen geven. Ik kan me aan niemand meer geven.’ Wat hij zei klopt natuurlijk helemaal niet. Trouwens, of hij wel of niet van me houdt of zich aan me geeft, I love him for always.Ga naar voetnoot36 Vlakbij De Kievit vroeg hij me eerst even in een donkere laan af te slaan. Ik vermoedde dat hij weer wilde leren rijden, met draaien en wenden. Maar hij wilde me gewoon een | |
[pagina 44]
| |
zoen geven. Later, toen ik naar huis reed vroeg hij of ik zijn dagboek wilde bewaren. ‘Rij voorzichtig en maak een ontbijt voor je moeder.’ | |
10 juli 1966Ik vertelde mam wat Frits had gezegd. Zij antwoordde: ‘Zou hij voor zijn eigen moeder wel eens ontbijt maken?’ Henk Hofland zei laatst dat VerripsGa naar voetnoot37 met diens auto-ongeluk nabij Sassenheim zelfmoord had gepleegd. Dat is waanzin. Het is al te gemakkelijk om je er zo vanaf te maken, maar dat is tegenwoordig typerend voor hem. Hij is een waardeloze zak geworden, wat ik hem ook heb gezegd, want die onzin maakte me woedend. Had een bijzonder gesprek met Gerard Croiset. ‘Ken uzelve is onze belangrijkste taak, zoals reeds in de oude tempels van Egypte stond geschreven.’ Croiset is overtuigd dat God, om zichzelf te leren kennen, een proces moest ondergaan, en dat is de mens. ‘Hij deed de mens de eer aan om in dat proces te mogen plaats nemen. De mens, daarentegen, is pedant genoeg om zichzelf als de hoogste uiting van de goddelijke schepping te zien. De mens is het spiegelbeeld Gods. Om God te kunnen benaderen kaatsen wij vanuit die spiegel terug. De spiegel bestaat uit facetten. Leven is het bijslijpen van de kanten. Hoe scherper die kanten hoe beter de mens resoneert. Hoe scherper geslepen hoe exacter op God afgesteld, des te scherper geeft de mens het beeld Gods weer.’ Ik had moeite hem te volgen. Ik heb zijn gedachten uitgetypt en zal ze Frits, Erik en John voorleggen. Volgens Croiset bestaan er drie vormen van liefde: liefde gebonden aan materie (seks); liefde gebonden aan geest; en liefde gebonden in zielenovereenkomst. Ik vroeg hem deze laatste nader te omschrijven: ‘Dat is liefde waarbij men los-vast aan elkaar is gebonden, in vrijheid gebonden, door liefde, maar door goddelijke liefde. De wens Gods is liefde.’ | |
11 juli 1966Frits wilde met mij naar saunabad Thermos. Hij zag het als een proef - of het zin had om naar mij in de vs te komen - een examen of ik hem voldoende ‘vrij’ zou laten. Hij verdween in het gewoel van nichten. Ik vervolgde mijn eigen koers, maar voelde me verlamd door de aanwezigheid van Frits, ergens in het gebouw. Later liep ik langs een cabine en hoorde aan de geluiden dat Frits in actie was. Ik keek achter het gordijn. Hij lag boven | |
[pagina 45]
| |
op een blonde jongen, die op zijn rug lag. Nadat het was gebeurd zocht hij me op en zei dat hij weg wilde. Zijn ‘partner’, Peter X. uit Londen, wilde ook weg. We brachten hem met de auto naar zijn hotel. Frits ging nog even mee. Het was duidelijk dat het wel even zou duren en er een tweede nummer zou volgen. Ik wachtte in de auto en nam een besluit. Het is waanzin om voor zowel Frits als Richard carnets te schrijven, want ze gaan hun eigen weg anyway. Peter X. ging naar een Bach-concert. Wij reden naar Lochem, waar Frits les gaf in een zomerkamp. In een Indonesische krant staat dat ambassadeur Sukrisno, in Hanoi, een verklaring heeft uitgegeven dat Adam Malik hem niet kan ontslaan dat de enige die hem kan terugroepen president Sukarno is, die hem ook heeft benoemd. Sukrisno onderstreepte dat de rechtse reactionairen, die naar de macht in Indonesië grepen, zich niet langer hielden aan de Grondwet van 1945. Het leger was bezig het land in het anticommunistische, westerse kamp te drukken. Hij noemde Adam Malik de voornaamste architect van het verraad van de Indonesische Revolutie en de doelstellingen van het Afro-Aziatische en Latijns-Amerikaanse blok. Hij noemde ‘the swing to the right’ in Jakarta, ‘a national disaster.’Ga naar voetnoot38 Sukrisno's analyse is gelijk aan de mijne, maar ik ben erg onzeker, wat nu van de situatie te denken. Er is in Jakarta bijvoorbeeld een spotprent verschenen - in het blad Ampera - waarop Sukarno en Suharto samen in een kano zitten te midden van wrakhout. President Sukarno probeert op die tekening, stukken hout gemerkt ‘communisten’, ‘mensen zonder principes of ruggengraat’, ‘leiders die hebben gefaald’ of ‘leiders die alleen eigen belangen beschermen’ uit het water te vissen terwijl Suharto hem daarvan tracht te weerhouden. In werkelijkheid probeert Sukarno een rechtse militaire dictatuur tegen te houden. | |
12 juli 1966Voor de zoveelste maal roep ik de assistentie in van de njk tegen het gelazer van Luns en zijn trawanten. Ze willen me maar niet met rust laten.Ga naar voetnoot39 | |
[pagina 46]
| |
tains his health, his office, his political dexterity and his standing in the country as the father of Indonesia's independence.’ De laffe militairen met hun duizenden Siliwangi-soldaten durven Bapak openlijk niets te doen, omdat ze weten dat dit de volkswoede tot het kookpunt zou opvoeren. Daarom wordt door middel van smerige insinuaties, spotprenten, geruchten en gemakkelijk te beïnvloeden jongeren - die oogluikend door het militaire gezag toegestane demonstraties mogen organiseren, wanneer die tegen de oude man in het paleis ageren - het symbool van de natie geleidelijk aan afgebroken. Adam Malik, oud journalist en Antara-man, wiens Murba partij eens door Sukarno werd verboden, goede kennis van oud-cia man Werner Verrips, vriend van Ujeng Suwargana - die al in 1961 verkondigde dat hij namens generaal Nasution de wereld bereisde en daarbij een generaalscoup tegen Sukarno aankondigdeGa naar voetnoot40 - behoort tot de voornaamste architecten van het te gronde richten van Bungkarno. Zijn afkeer voor Sukarno niet onder stoelen of banken stekende heeft hij zelfs openlijk tegen Bungkarno hebben gezegd: ‘Ga je gang als “je” wilt, maar verliezen zul “je”.’ Dit naar aanleiding van Sukarno's dreigement zijn aanhangers op Midden- en Oost-Java om zich heen te zullen verzamelen. Nasution en Malik zijn Sumatranen. Suharto komt uit Midden-Java. Dat niet Nasution, maar Suharto aan de top van het machtscentrum is gekomen, heeft hij, denk ik, aan Bungkarno te danken. En wat doet Suharto voor Sukarno? Hella Pick is nu voor de Guardian in Genève geïnstalleerd en schrijft een aardige studio te hebben betrokken waar plaats is voor logés. Jono Raymond schrijft in het universiteitsmilieu in Boulder, Colorado, ‘no real companionship’ te vinden en ‘almost no personal interchange.’ Die rondwarende leegheid ervoer ik ook op Yale University (1948-1950) en mijn drieGa naar voetnoot41 werkelijke vrienden waren dan ook een Argentijn, een Noor en een Portugees. ‘I seek for a pattern, Willem, as does everyone to more or less of a degree, into which to fit myself. I don't mean something which is overly stable and which would cut off anything new, but a pattern which is simultaneously flexible and yet not subject to every caprice of the mind. But anything which presents itself as a seemingly suitable mode, is almost at once destroyed by a violent change of mood, depression, joy or whatever. I am, in other words, constantly taken out of myself by | |
[pagina 47]
| |
narrow things, and I lose any sense of determination or purpose. It is a most disatisfying and banal process. It is truly hard to have a sense of oneself with both engenders self-respect, and which will last rather than collapsing at the will of a wisp. What is patience, what is strength, what is will, and what is self-discipline? I think, I don't know,’ zo schreef Jonathan. Nu ik, 25 jaar later, Jono's brieven terug lees ben ik geroerd. Hij woont in 1991 in een zelf opgeknapt huis aan het meer van Chicago met zijn zoon Adam (18) en een vriendin. Hij behaalde zijn Ph.D. in filosofie in Boulder, maar werkt sedert jaren als timmerman en bouwvakker. Hij is nu 46 en heeft handen als kolenschoppen, altijd vol schrammen en littekens. Jono is een bink van formaat. Ik zocht hem onlangs weer op en het is dan alsof we elkaar vorige maand voor het laatst spraken, terwijl er in werkelijkheid wel eens een hiaat van een aantal jaren in persoonlijk contact is ontstaan. Ik ben nu 65 jaar maar ik vlieg hem nog precies zo om zijn hals als 20 jaar geleden. | |
13 juli 1966Ik ging met Frits bij Nel Oosthout in Den Haag langs. De kat Koning had twee jonge lijsters gemold. Frits begroef de diertjes en legde twee stenen op het graf. Ik moest Nel begeleiden naar een cocktail party bij de Poolse ambassadeur. Vanavond vergezelde ik haar naar het Nationale Poolse Theater, waar Het leven van Jozef van Mikolaj Rev werd opgevoerd. Ik vond het een absolute ramp. Het gegeven was zo oud als de weg naar Kralingen en het onzinnigste van de vertoning was wel dat vrijwel niemand in de zaal van het Pools een woord verstond. Diende opnieuw een klacht in bij de njk.Ga naar voetnoot42 | |
14 juli 1966Mam had slecht geslapen en gedroomd dat er vannacht een man om de bungalow had geslopen. Ik kan haar beslist niet alleen laten totdat Theo en Nel uit Rhodesië terug zijn. De Telegraaf komt met de canard dat D.N. Aidit nog in leven zou zijn, terwijl de man allang hoog en droog door de soldaten van Suharto werd vermoord. Hij zou zich in Peking bevinden. De mprs heeft de, indertijd, door Bungkarno aan Aidit verleende Maha Putra per decreet no. XXX/mprs/1966 ingetrokken, omdat hij de aanstichter zou zijn geweest van wat er op 30 september 1965 gebeurde. Ik geloof er niets van, maar zul- | |
[pagina 48]
| |
len we de werkelijke toedracht ooit weten? Het is met de moord op de generaals in Jakarta hetzelfde als met de moord op jfk in Dallas. Mevrouw Fahmawati Sukarno heeft verkondigd dat, zij, die verantwoordelijk zijn voor de economische chaos in Indonesië, opgehangen dienden te worden. Waarschijnlijk rekende zij hier ook Bungkarno zelf toe. Nauwelijks te verwonderen dat Bapak deze dame lang geleden achter zich liet. Adam Malik heeft in antwoord op de beschuldigingen van Amnesty International dat in Indonesië door de overheid wordt gemoord (op zogenaamde communisten) geantwoord dat dit niemand in de wereld iets aangaat, behalve Indonesië zelf. Bungkarno en Suharto zijn bezig een nieuw kabinet te vormen. Dr. Ruslan Abdulgani maakt, nog steeds namens de president, bekend hoe de besprekingen verlopen die in het zomerpaleis in Bogor plaats vinden. Suharto verklaarde tegenover Antara dat ‘President Sukarno demonstrated the greatness of his soul as a true democrat’, nadat deze akkoord was gegaan met de vorming van een Ampera-kabinet, zoals de mprs dit wenste. Suharto deed, aanvullend, nog een opzienbarende uitspraak: ‘He evaluated the President's speech (in accepting decree no. 9 van de mprs) as a two-way traffic between the people and their leader so that its soul refreshed the President-People-Armed Forces Axis, an axis which the political guerrillas inside and outside Indonesia have been trying to shatter in vain.’Ga naar voetnoot43 Staat Suharto dan toch achter Bungkarno? B.M. Diah, Indonesisch ambassadeur in Thailand heeft in een rede voor kami-studenten gezegd dat indien alle landen hun probleem met het Communisme maar oplosten, zoals Indonesië dit had gedaan - door progressieve of linkse burgers overhoop te schieten - dan zouden er in de wereld geen overzeese militaire bases meer nodig zijn. Heb Diah altijd als een onintelligente Simpelmans gezien. | |
[pagina 49]
| |
en pachters van de Exploitatie Maatschappij Scheveningen van Reindert Zwolsman opgedragen huur of pacht voortaan niet aan de ems maar rechtstreeks aan de bank uit te betalen. De man van wie ik niet kan bewijzen, maar van wie ik sterk vermoed dat hij betrokken is geweest bij de raadselachtige dood van Werner Verrips komt nu zelf in moeilijkheden. Wat had hij niet allemaal voor plannen om Indonesië te gaan financieren? Zwolsman is een nepgozer. Dat Verrips zoveel met hem te maken had zegt natuurlijk ook iets van Verrips. En nog erger dat Paul Rijkens - vertrouweling van prins Bernhard - eens president-commissaris van die boeventroep was, is ook niet mis. De Electriciteits Maatschappij Aniem, waar Verrips eveneens mee bezig was, zo meldde het Handelsblad, zou de schadeclaim op Indonesië van 25 miljoen misschien toch te elfder ure uitbetaald krijgen. Dat zou W. Verrips eens moeten weten. | |
16 juli 1966Amerikaanse bommenwerpers hebben de spoorweg verbinding tussen Hanoi en de Chinese Volks Republiek aan diggelen gegooid. Ook een belangrijke brug werd vernield. Reuters meldt uit Saigon dat de afgelopen maanden 292 Amerikaanse toestellen boven Noord-Vietnam werden neergeschoten. Onvoorstelbaar voor een niet door het Congres verklaarde oorlog. De persoonlijke macht van de Amerikaanse president stamt dan ook uit het stenentijdperk van deze republiek en niemand heeft nog bedacht dat een paar honderd jaar geleden andere machten en krachten speelden dan in het atoomtijdperk. Ik droomde over Loet Kilian en welke problemen me zullen wachten in de vs. Zal hij er in slagen naar de vliegschool in Nevada te gaan om zijn brevet te halen? Trouwen ging voor. Nu zit hij met verplichtingen, die zijn levenswens in de weg staan. Schreef hem. | |
17 juli 1966Mejuffrouw Boekhoudt belde. Dat deed me veel, want ik ben in een diepe neerwaartse gaande stemming. Gisteravond sprak ik met Henk Bruinsma, de grafoloog. Hij analyseerde het handschrift van Frits. Zijn eerste vraag was: ‘Is dit het schrift van een meisje?’ ‘Niet bepaald. Het gaat om een kerel met brede schouders,’ zei ik. Bruinsma trok vrijwel onmiddellijk een vergelijking met het handschrift van Richard Thieuliette, mijn Franse vriend dat hij eveneens had geanalyseerd. ‘Er zijn geen echte bindingen met | |
[pagina 50]
| |
de ouders geweest. Er was een gebrek aan identificatie. Hij heeft, als Richard, een sterk voorbeeld gemist, een voorbeeld om zich mee te identificeren, waardoor hij zijn eigen Ik beter zou hebben leren kennen. Dit jeugdtrauma is nog niet verwerkt. Hij zou zijn jeugd emotioneel moeten herbeleven. Hij zou zijn verleden moeten uitspreken. Hij moet vooral niet denken: daar lul ik niet meer over dat is voorbij. Hij moet dus vooral een sterker Ik krijgen en dynamischer worden. Dan krijgt hij zijn leven ook beter in de hand. Dan zal hij beter weten wat hij zelf waard is. Hij is nu nog te passief, te kat-uit-deboom-kijkerig.’ Iedere keer verbaas ik me opnieuw, wat Bruinsma met een handschrift kan doen. Ik typte een rapport om aan Frits te geven. ‘Wanneer de vaderoverdracht bij die jongen scheef zit,’ aldus de grafoloog, ‘en het contact met iemand gaat naar zijn gevoel te vertrouwelijk worden, dus wanneer die ander te veel gaat weten (althans in de ogen van die jongen), wordt die situatie als een bedreiging gezien.’ Het leek me de spijker op de kop. De relatie van Frits met zijn vader, waar hij trouwens maar zelden over spreekt, is vrij shaky. Het Algemeen Handelsblad publiceerde andermaal de uitkomst van een nipo-onderzoek. Joseph Luns geniet, van alle Nederlandse politici, van het grote publiek het meeste vertrouwen. H. Koekoek, van de Boerenpartij, wordt het minste geloofwaardig geacht. Ik denk niet dat er één politicus deze eeuw in Den Haag is geweest, die met zoveel succes de kluit heeft belazerd als Joseph Luns. Ik liep bij Gerard Croiset in Utrecht binnen. ‘Wat is de reden,’ vroeg ik hem, ‘dat het zo verduiveld moeilijk is om het lichamelijke en geestelijke met elkaar te verbinden?’ Bruinsma had hier trouwens op geantwoord: ‘Meiden waarmee je echt begint te converseren krijg je niet meer de koffer in.’ Croiset: ‘De hoogste vorm van mens-zijn vraagt niet meer om stoffelijke overdraging. De erotiek is begonnen om de mens zijn mens-zijn mogelijk te maken. De prikkel tot de zichtbare, direct beleefbare daad. De verleiding van Adam. Dat geestelijk contact, waar jij op doelt, is ook een prikkel. Dat is de stimulans van de gevoelssfeer.’ ‘Denkt u dat je op papier zou kunnen uitkienen dat je permanent afstand doet van erotiek?’ Croiset: ‘Dat is een instelling, die je via je gedachteleven kunt bereiken. Je hoeft werkelijk niet alles uit eigen ervaring te beleven. Ik begin er nu precies achter te komen wat homoseksuali- | |
[pagina 51]
| |
teit is, maar ik heb er toch echt geen zin in om het zelf te gaan proberen’ ‘Denkt u dat u homo-erotiek kunt begrijpen zonder zelf dergelijke ervaringen te hebben gehad?’ Croiset: ‘Ik denk van wel. Ik weet van wel.’ Hij vervolgde: ‘Psychoanalyse is gevaarlijk. Je kunt er een mens totaal dood mee maken. Iedere prikkel kan wegvallen. Men kan er helemaal apathisch van worden. Psychiaters zijn heel gevaarlijke kerels. Ze weten helemaal niet waarmee ze omgaan. Erger: ze weten er geen klap van.’ | |
19 juli 1966De acf zond mam een bedrag dat nog tegoed was op het commissariaat van mijn vader. ‘Wat zou vader dit graag geweten hebben,’ zei ik voor ik het wist, waarop mijn moeder weer in tranen was. Ik zie dat de Leidse Universiteit een dr. M. van Blankensteinprijs heeft ingesteld. Het gaat om publicaties of beschouwingen inzake het academisch onderwijs in de ruimste zin des woords. In Den Haag heeft een geheimzinnige moord op een Chinese ingenieur, Hsu Tsu Tsai (42) plaats gehad. Er is meer dan gewone heibel over. Smerig zaakje. | |
20 juli 1966Nederland heeft de Chinese zaakgelastigde tot persona non grata verklaard. Peking nam onmiddellijk maatregelen tegen G.J. Jongejans, onze diplomatieke vertegenwoordiger in China. Kinderspel. Meneer Hsu Tsu Tsai schijnt in een ander ambassadegebouw aan de Prins Mauritslaan 17 te zijn vermoord, waarna hij werd overgebracht naar het gebouw van de legatie aan de Adriaan Goedkooplaan 8. Vervolgens probeerden Chinese diplomaten de man in een lijkauto naar het crematorium Ockenburgh te brengen. De auto werd door de bvd onderschept en dr. J. Zeldenrust verrichtte lijkschouwing. Wat een troep. | |
[pagina 52]
| |
Carel Enkelaar van de nts belde, kennelijk daartoe aangespoord door zijn vriend Gerard Croiset. Gerard vindt dat ik voor televisie zou moeten werken. | |
24 juli 1966Erik heeft me meegesleept naar de Grand Prix races in Zandvoort. Het ging om de grote prijs van Nederland. Erik was wild enthousiast. Ik vind zoiets wel aardig, voor even, maar negentig razende, ziedende, tierende ronden van een stel automaniakken werkt op mij deprimerend. Hoe intelligente mensen als Elie Poslavsky, Henk Hofland en Erik voor een dergelijk stom spektakel warm kunnen lopen is me een raadsel. Het zijn in ieder geval de laatste races, die ik ooit zal bijwonen. A waste of time. Bij de 40ste ronde haalde ik Erik over om te vertrekken, omdat we bovendien later helemaal niet meer uit Zandvoort zouden hebben kunnen wegkomen. Dit irriteerde hem. Genoeglijk diner met mam. | |
25 juli 1966Vanmorgen bezocht ik mejuffrouw G. Büringh Boekhoudt in Baarn. We spraken over het verschijnsel televisie en de invloed ervan op de publieke opinie. Ergens had zij een soft spot voor de provo's: ‘Omdat ze aan een soort ontluistering van overleefde waarden werken.’ Hierdoor kwamen we op het koningshuis. Zij was bang dat de prinses door alle tumult rond het huwelijk met Claus haar zekerheid kwijt was. ‘Het zou goed zijn wanneer Beatrix een baby zou krijgen en eens zes maanden uit de roulatie zou zijn.’ Vanmiddag ontmoette ik Carel Enkelaar. We spraken een uur. Het onderwerp: een carrière bij de nts, de belangrijkste van de Hilversumse zuilen met 40 procent van de zendtijd. Hij wist dat mijn reputatie ‘veelbesproken’ was, maar dat kon hem niets schelen. Hij zou een knokpartij om mijn mogelijke medewerkerschap niet uit de weg gaan. Hij vroeg om een overzicht van mijn journalistieke arbeid sedert 1952. Jef Last heeft in de Universiteit van Münster de Joost van den Vondelprijs gekregen. Hier wordt hij natuurlijk miskend. | |
[pagina 53]
| |
Ik bracht de dag door met Frits, maar ging tijdig naar huis. Mijn moeder sprak over grootmama en zei dat haar overlijden op 92-jarige leeftijd iets anders zou zijn dan de plotselinge dood van mijn vader. Zij vertelde opnieuw over wat op die fatale avond van 26 april 1966 was gebeurd, hoe hij een slokje wijn nam, om even later dood van zijn stoel te vallen. ‘Het was alsof de hemel inviel,’ zei ze. | |
27 juli 1966De laatste twee bondgenoten van Bungkarno, Johannes Leimena en dr. Ruslan Abdulgani hebben de top van de Indonesische regering verlaten. President Sukarno heeft zelf via de radio bekendgemaakt dat generaal Suharto het land zal blijven regeren aan de hand van een presidium van vijf personen. Adam Malik blijft de politieke zaken beheren. De sultan van Djokja, economische zaken. Idham Chalid wordt administrateur van alle regeringsorganen en Sanusi Hardjadinata, die ik als gouverneur van West-Java heb ontmoet in 1957, zal ‘public welfare en industrial development’ gaan leiden, aldus The New York Times. Sukarno, die in 1965 over meer dan honderd ministers presideerde heeft moeten toestemmen dat het kabinet tot een presidium van vijf leden en 24 ministers werd teruggebracht. Het lijkt eigenlijk een gezonde maatregel. Het bestuur van het land was inderdaad uit de hand gelopen. Volgens de Chinese propagandamachine heeft Mao Tse-tung twaalf kilometer gezwommen in de Yangtze rivier. Ontmoette Lex Poslavsky op de Willem Arntzhoeve. Ik vroeg of hij de mening van Croiset deelde dat psychoanalyse gevaarlijk was. ‘Soms’, zei hij. ‘Men kan door een psychoanalyse nog verder desintegreren, dus nog gekker worden. Maar laat ik je gerust stellen, indien jij een psychoanalyse zou nemen bestaat daar geen gevaar voor. Je zou wel eens mee kunnen gaan doen aan, wat Carl Rogers noemt, “a basic encounter group”.’ Ook vroeg ik Poslavsky naar een reactie op de theorie van Henk Bruinsma, de grafoloog, dat wanneer je met een vrouw eenmaal begint te lullen het bed er bij in schiet. Ik geloof trouwens wel te begrijpen wat Bruinsma bedoelt: wanneer je eenmaal tot actie in de koffer bent overgegaan is het zaak geen zwaarwichtig gesprek te beginnen. Volgens Lex impliceerde Bruinsma's stelling dat de betrokkenen niet rijp waren, maar geremd. ‘Want bij een volledige ontwikkeling van de relatie bestaat juist tussen de twee factoren die je noemt een pendelwerking.’ Over mijn dagboek zei Poslavsky dat er in de vs een stroming | |
[pagina 54]
| |
bestond om telbare psychologie te bestuderen. Er is een ‘Journal for Mathematical Psychology’ opgericht. Daarbij valt het belang van de eenling weg. Daarentegen is er in Nijmegen een groep psychologen, die juist enorme waarde hechten aan het bestuderen van het individu in de psychologie. Hij had het gesprek op televisie van prins Bernhard en Van Hillo gezien en vond het een bezwaar dat de interviewer noch kon luisteren noch P.B. echt liet uitspreken. Hij had bewondering voor de wijze waar op zkh de vragen had gepareerd. Hij had eveneens een gesprek met Gerard van 't Reve op tv. gezien en merkte op: ‘Wij hebben hier op het terrein mensen lopen die minder motorisch zijn gestoord.’ Maar Reve was zeker ‘een voornaam schrijver.’ | |
28 juli 1966Er wordt door journalisten dag en nacht een soort wake gehouden voor de Chinese legatie aan de A. Goedkooplaan. Ik telefoneerde met de heer Liao. Ik moet er maar eens heen. Vandaag verloopt het visum van acht Chinezen, die Justitie wil horen naar aanleiding van de dood van de Chinese lastechnicus Hsu Tsu Tsai, die voor een congres in Delft hier was. Om 09:00 uur wandelde ik het hofje van Frits binnen. Hij sliep nog diep. Hij zag er lief, fris en onbedorven uit. Zijn poezen lagen bij hem. Misschien heeft Lex Poslavsky gelijk dat wanneer er diep geestelijk contact is maar de seks is verkrampt of niet mogelijk, dan zit er iets diepgaand scheef. Hoe close ben ik niet met Frits of Richard. Erik is een ander geval. Die blijft afwijzend staan tegenover homoseksualiteit, althans voor hem zelf. Betekent een platonische relatie dat er iets scheef zit? Ik ontmoette voor het eerst de ouders van Frits. Zijn grootvader van moederskant werkte bij de krant in Semarang, dus onze roots zijn eigenlijk hetzelfde. Ik heb het altijd geweten. De intensiteit van onze relatie is hier naar terug te leiden, ik ben er zeker van. Zijn zussen Inez en Iris waren thuis. Inez is zeer aantrekkelijk. Het was een droomachtige ervaring om na drie jaar eindelijk zijn ouders te ontmoeten. Ik denk dat ik begrijp waarom hij dikwijls met zijn moeder botst. Waarom het gebrek aan contact met zijn vader er is begrijp ik niet. Waarschijnlijk vindt Frits hem te slap. Om 21:00 uur was ik bij Gerard Croiset. Hij wilde praten. We reden naar Harmelen. Professor W.H.C. Tenhaeff was dezer dagen met een Japanse Shintopriester bij hem geweest. De ontmoeting werd een teleurstelling. ‘Zijn aura was gewoon slecht,’ aldus Croiset. Bovendien had de priester voorspeld dat | |
[pagina 55]
| |
1971 een slecht jaar voor de Utrechtse paragnost zou zijn. ‘Ik heb me misschien te veel van deze ontmoeting voorgesteld.’ Daarna spraken we over de tekst van een artikel over zijn werk dat in de vs moet verschijnen. Ik begin op Croiset gesteld te raken. | |
29 juli 1966De Telegraaf meldt dat Bungkarno, terwijl Suharto er lamzakkerig, met gesloten ogen onderuitgezakt naast zat - alsof het hem steenkoud liet wat de president had te zeggen - ‘weer eens van zich af heeft gebeten.’ Tijdens de installatie van het nieuwe kabinet werd de door Suharto afgezette Johannes Leimena benoemd tot vice-voorzitter van de Opperste Raad van Advies en de afgezette Ruslan Abdulgani tot voorzitter van alle staatsorganen. De president deed zijn schoenen uit en begon andermaal uiteen te zetten dat zijn instructie aan Suharto van 11 maart 1966Ga naar voetnoot44 geen overdracht van gezag was geweest. ‘Ik herhaal dat er geen gezag is overgedragen. Het was slechts een richtlijn aan generaal Suharto. Een dergelijke richtlijn zou ook aan de commandant van de marine of aan het hoofd van de politie kunnen zijn gegeven. Ieder lid van het kabinet is mijn assistent, Suharto inbegrepen.’ De president moet zeer opgewonden zijn geweest. Zo ken ik hem niet. Wanneer hij zich op die manier opwindt ben ik er zeker van dat er oneerlijk en achterbakse zaken spelen. De tegenstanders van Bungkarno, die naar de totale macht dingen mogen dankbaar zijn dat hij niet bereid is een beroep te doen op zijn aanhangers in het leger en onder de bevolking. Want zou hij dat wel doen bevindt Indonesië zich in een burgeroorlog. Zo eenvoudig is het. ‘Het doet mij leed dat de jeugd Leimena als een “jaknikker” en een slecht man heeft gebrandmerkt,’ zei de president. ‘Ik ken Leimena. Ik weet dat hij een eervol vaderlander is. Hij wijdde zijn leven aan de staat.’ Dat is ook zo. Ik ken Leimena ook. Bungkarno en Leimena werkten samen op voet van gelijkheid. Hetzelfde geldt trouwens voor dr. Ruslan Abdulgani. Militairen zonder hersens of opgestookte kami-jongeren weten absoluut niet waar zij over spreken, laat staan dat zij in de gaten hebben waarvoor zij worden gebruikt. De militairen willen dat de koek voortaan anders zal worden verdeeld. Er was misschien corruptie in het tijdperk-Sukarno, maar nu zullen Indonesiërs pas echt hun pret op kunnen. Waarom kijken ze niet naar het buitenland? Er is een diepgaand verschil tussen burgercorruptie en gewapende corruptie. | |
[pagina 56]
| |
De Zuid-Vietnamese premier maarschalk Nguyen Cao Ky heeft onlangs verklaard niet langer te willen wachten op een Westerse confrontatie met Peking, maar wil zijn legers, samen met de Amerikanen Noord-Vietnam binnen laten trekken. Washington is zich een hoedje geschrokken en heeft zich onmiddellijk van de wilde uitlatingen van de Vietnamese ‘bondgenoot’ gedistantieerd. Eric Pace meldde daarna in de New York Times, dat Meneer Ky best thuis wilde blijven (en niet naar Peking oprukken), maar dat de Amerikanen dan wel rekening moesten houden met een oorlog, die minstens vijftien jaar zou duren. Fidel Castro noemde lbj in verband met wat hij in Vietnam aan het doen was ‘an ignorant Texas cowboy.’ Ik kan hem geen ongelijk geven. | |
30 juli 1966Schreef een memo van tien pagina's voor Carel Enkelaar, compleet met referenties. Het zal me benieuwen. Opmerkelijk om een zo belangrijke introductie door middel van de paragnost Gerard Croiset te moeten krijgen om serieus genomen te worden. Enkelaar gelooft blijkbaar compleet in de gaven van Croiset. Zij schijnen elkaar al vele jaren te kennen. Les amis de mes amis. Droomde dat mijn vader vanuit de dood tegen me sprak. Loet Kilian was ook bij de droom betrokken. Ik ben naar zijn graf gegaan op Den en Rust met twee rode rozen, één op verzoek van Penny Hedinah in Jakarta. Ik werd triest, met als gevolg: tranen. Er is zoveel meer nieuws over Indonesië dan de media hier voorschotelen. Generaal Suharto heeft andermaal benadrukt dat het leger het als haar doel beschouwt om de waarheid en het recht te handhaven.Ga naar voetnoot45 Het leger publiceerde een brochure waarin de militairen beweerden nooit in de geschiedenis van een onafhankelijk Indonesië de bedoeling te hebben gehad een staatsgreep te plegen of een militaire dictatuur te vestigen.Ga naar voetnoot46 Er gebeuren echter zoveel onverklaarbare en schadelijke zaken in Jakarta dat je je afvraagt wat dit soort pamfletten betekenen. Generaal Sarwo Edhi, commandant van het beruchte Para Commando Regiment, die in Midden-Java, duizenden zogenaamde communisten en Sukarno-aanhangers heeft laten vermoorden is in Bandung als een held ingehaald. Hij kwam om de overdracht van het commando van de Siliwangi Divisie van | |
[pagina 57]
| |
generaal Ibrahim Adjie - die, naar ik vermoed, een Sukarnogezinde militair is - aan generaal Dharsono bij te wonen. De plechtigheid vond plaats te Tegallega. Generaal Suharto was eveneens aanwezig en omarmde de scheidende generaal ‘lovingly’, aldus de legerkrant. Generaal Adjie kuste het vaandel. Alle aanwezigen waren geroerd. Een ander bericht meldde dat van communistische sympathieën verdachte gevangenen op de kinineplantages nabij Purwakarta en in de heuvels van Subang te werk waren gesteld. Intussen hebben vertegenwoordigers van de Indonesische mensenrechtenorganisatie generaal Suharto gevraagd naar het lot van prominente gevangenen als Mohammed Natsir, Sjafruddin Prawiranegara, Asaat, Burhanuddin Harahap, kolonel Simbolon, kolonel Ventje Samual, D. Runturambi, Nun Pantow, Nawawi en kolonel Zulkifli Lubis, waarvan sommige bij eerder, door de cia, gesteunde couppogingen waren gearresteerd. Suharto heeft de kami omschreven als ‘a social force and a tool of the Revolution. In the present stage of the struggle the kami can no longer be separated from efforts to improve the nation's economy and to carry out in a consistent manner the principles of democracy.’ Volgens de generaal kon het leger deze taken niet alleen vervullen en hadden de militairen steun nodig van de militante jongeren. Hij zag kami-leden als de toekomstige leiders van de natie. Geen wonder dat deze blagen naar de pijpen van het leger dansen wanneer ze dergelijke sprookjes op de mouw gespeld krijgen. Tezelfdertijd deed Suharto een beroep op de studenten om niet voortdurend met beschuldigingen en eisen op de proppen te komen, want die houding was nu juist de mentaliteit van de pki en de samenzweerders van 30 september 1965.Ga naar voetnoot47 | |
[pagina 58]
| |
in slaagt een punt achter deze affaire te zetten is onbegrijpelijk. B-52 bommenwerpers hebben vanuit Guam de gedemilitariseerde zone tussen Zuid- en Noord-Vietnam gebombardeerd. Washington wordt steeds gekker. De Herald Tribune koketteert weer op de voorpagina met een foto van een vrijwel aan flarden geschoten Amerikaanse marinier. | |
5 augustus 1966ParijsIk ontmoette Bertie Hilverdink met zijn vriend in Rue de la Faisanderie 119. Ik moest eraan wennen, dat hij, ongetwijfeld als gevolg van zijn zeer ernstige operatie, ouder was geworden. We gingen boodschappen doen. Ik zag dat hij trok met een been. Hij zag er verder gebruind en uitstekend uit. Hij toonde me het litteken dat boven aan zijn nek begint en als een rits over zijn hele rug loopt. Een verschrikkelijk gezicht. Er is onlangs een nieuw plekje in zijn hoofd ontdekt. Er is een nieuwe operatie nodig. Het viel me weer op hoe vriendelijk iedereen in de winkels in zijn buurt tegen hem was. Later, toen Budd naar het Lido ging om op te treden, reden we naar Café Flore om naar mensen te kijken. We waren ontspannen. We bespraken duizend onderwerpen. Zijn relatie met Budd schijnt 100 procent te zijn. Ik vertelde over Frits. ‘Je bent nog altijd hetzelfde,’ zei hij, ‘je doet aan zelfpijniging.’ Ik bewonder hem hoe hij zijn ziekte en lijden opvat en er grapjes over maakt. ‘Denk je eens in om maanden lang in een ziekenhuis te liggen, terwijl je verder helemaal gezond bent,’ zei hij. Hij zag mensen sterven. Voor bepaalde tests werd hij acht uur lang op een ijzeren bed gebonden. We haalden zijn vriend, hoedenmaker Peter Voorn, van de trein. We gingen naar twee tenten, Le jojo vert en Pimm's Club. Peter is wel geestig. We hadden plezier. Hij heeft als vriendje een boekbindertje van 18, ‘met spierballen.’ Ik sliep met Peter Voorn in een kamer. Ik was verbaasd toen hij een pruik afzette, waar ik niets van had gemerkt. Morgenochtend rijd ik terug naar Huis ter Heide. | |
7 augustus 1966Hoe meer Indonesische kranten ik te pakken krijg hoe meer vraagtekens ik zet bij de ontwikkelingen in Jakarta. Generaal Nasution, de voorzitter van de mprs, verklaarde bijvoorbeeld in een interview met de Manilla Times dat Indonesië onder geen beding afdreef naar een militaire dictatuur.Ga naar voetnoot48 Terwijl alles | |
[pagina 59]
| |
er opwijst dat het tegenovergestelde gebeurt. Zou hij het zelf geloven? Dan zie ik dat de voormalige adjudant van Bungkarno, nu generaal, SugandhiGa naar voetnoot49 de hoofdredacteur van de Armed Forces Daily Mail is. Daarnaast wordt hij directeur van de Defensie en Veiligheidsstaf van het leger genoemd. Hij was de eerste Indonesiër aan wie president Sukarno mij voorstelde, toen ik hem op 12 juni 1956 ontmoette in de tuin van de Indonesische ambassade in Rome. Toen trad Sugandhi op als de meest toegewijde aide-de-camps van de President. Generaal Sabur was nummer twee. Nu zit Sabur gevangen en Sugandhi zingt het hoogste woord. B.M. Diah is minister van Voorlichting in het nieuwe Amperakabinet geworden. Uit zijn verklaringen is op te maken dat hij feitelijk een subversieve attitude inneemt jegens het staatshoofd. Wat voor smerige spelletjes worden er rond het paleis gespeeld? Een foto op de voorpagina van Sugandhi's krant laat Bungkarno zien, terwijl generaa1 Suharto, die achter hem staat, voorover buigt om vertrouwelijk iets in zijn oor te fluisteren. Vast staat ook dat president Sukarno, vrijwel in zijn eentje, vasthoudt aan het zogenaamde Manilla Agreement bij de oplossing van het conflict om Maleisië, terwijl generaal Suharto reeds heeft gezegd over veertien dagen een doorbraak te verwachten. De pro-Amerikaanse Adam Malik liet een persoonlijke gast van hem, Frank Moraes, zelfs in de kranten verklaren dat de politiek van ongebondenheid niet langer bij Indonesië paste.Ga naar voetnoot50 | |
10 augustus 1966Adam Malik heeft aangekondigd dat morgen een einde komt aan de Indonesische confrontatiepolitiek tegen Maleisië. Ik heb die affaire altijd dubieus gevonden. Wat er nu gebeurt is, is dat dezelfde generaals, die onder de regering-Sukarno en bloc met de confrontatiepolitiek meededen, na eerst die regering naar huis te hebben gestuurd (of in de gevangenis gezet) aan een geheel nieuw ball-game is begonnen. Wat kan Bungkarno nog doen, nu hij vrijwel al zijn medestanders heeft verloren? Hij staat moederziel alleen. Ik wil naar Jakarta. Maar hoe? Nu zit die frisse meneer Sal Tas van Het Parool in Indonesië. Maarschalk Ky heeft weer eens een volte face gemaakt. Hij heeft in Saigon officieel bekendgemaakt dat hij gereed stond om met | |
[pagina 60]
| |
de regering in Hanoi aan tafel te gaan zitten ter beëindiging van de oorlog. Een paar weken geleden stond hij klaar om naar Hanoi of zelfs Peking op te marcheren. Wat een scatter brain. En dat is de man, die Zuid-Vietnam moet redden! lbj heeft ook verklaard gereed te zijn om vredesonderhandelingen met het Noorden te beginnen. Intussen gaat de strijd verbeten verder en staan de Amerikaanse kranten vol van verschrikkingen op alle fronten. Vanmorgen: ‘US Unit of 200 Mauled By Three Red Companies.’ Charles Mohr meldt dat niet minder dan 282.000 Noord-Vietnamezen in het Zuiden strijden en dat Hanoi bekend maakte er nog eens 50.000 militairen aan toe te zullen voegen. De Vietcong vuurde 24 samraketten op Amerikaanse gevechtsvliegtuigen af en haalde zeven toestellen neer. Dat zeggen de Amerikanen zelf over knokken op één dag! De Telegraaf heeft de fotografen Peter Zonneveld en Nico Koster over de omheining van de Chinese legatie in Den Haag gestuurd, om opnamen te maken van de illegaal in het land verblijvende Chinese lastechnici, die in de tuin wandelden. Ze zijn er natuurlijk uit gesmeten, maar het blad kon een foto van 15 bij 35 centimeter op de voorpagina plaatsen. Totaal irrelevante informatie, maar sensatie verkoopt kranten. | |
11 augustus 1966Amerikaanse vliegtuigen hebben 100 kilometer buiten Saigon een dorp gebombardeerd, waarbij vijftien burgers werden gedood en 182 gewond. Er werden super-Sabres gebruikt tegen de burgerbevolking. In Jakarta tekenden Adam Malik en vice-premier Abdul Razak van Maleisië een overeenkomst, waarbij een einde is gekomen aan de confrontatie tussen Indonesië en Maleisië. Overeengekomen werd, dat over Sabah en Serawak op Noord-Borneo (Kalimantan) een volksstemming zou worden gehouden om vast te stellen of de mensen inderdaad bij Maleisië wilden horen. De Engelsen hadden deze gebieden bij Kuala Lumpur gevoegd, terwijl het in de lijn der logica lag, om ze bij Indonesië te voegen. Daar ging die confrontatiepolitiek om. Bungkarno had eigenlijk gelijk, maar was dit het zenden van guerrilla's en een uittreden uit de vn waard?Ga naar voetnoot51 De overeenkomst betekent verder dat 50.000 Britse soldaten nu uit Noord-Borneo zullen vertrekken. Bungkarno ontving Razak op het Merdekapaleis | |
[pagina 61]
| |
en kreeg een zilveren thee servies ten geschenke van de Maleisische vice-premier. Wat een farce. Generaal Suharto deelde mee dat Indonesië en Maleisië nu samen het Communisme gaan bestrijden. | |
14 augustus 1966Gisteravond besprak ik met Lex Poslavsky sommige van de denkbeelden van Gerard Croiset en liet een stuk tape horen. ‘Croiset lijkt theorieën te huldigen,’ zei hij, ‘welke de theologie al tweehonderd jaar geleden heeft verworpen. Croiset brengt zijn denken terug tot pythagorische figuren. Zijn noties over ruimte en tijd gaan terug tot voor Kant. Ach Wim, Cornelis Verolme was in 1946 ook helderziend toen hij besloot werven in twaalf landen te bouwen. Gerard Croiset zit in de schaduw van de Domtoren in een kleurloze straat een omgekomen kind in Australië te “zien.” Hij doet me denken aan een stuk antiek Europa verdwaald in de 20e eeuw.’ Ik heb beide heren altijd een keer samen willen brengen, maar de kans daarop is gering. Mam was in tranen vanmorgen. Het is slechter met grootmama Poslavsky. Tante Jetty had last van een arm door het verzorgen en tillen van haar moeder. Er werd een beroep gedaan op mijn moeder om naar de Homeruslaan te verhuizen. ‘Als ik nee zeg, noemen ze me een verwend mormel,’ zei ze. Vreemd, dat mam eigenlijk nooit huilt wanneer Theo er is. Dat bewaart ze voor mij, omdat ik wist welke ellende de ziekte van mijn grootmoeder voor mijn vader had veroorzaakt. Mijn moeder was nooit meer thuis geweest en zat altijd maar in Zeist, aan het ziekbed van mevrouw Poslavsky gekluisterd. Ik zei dat ik niet wilde dat ze zich zou vertillen en vermoeien en dat, naast mejuffrouw Karrenman van de huishouding, nu maar een verpleegster diende te komen. ‘Zou jij Theo in de steek laten?’ vroeg zij. Ze vond dat ik me nog nooit voor iemand had opgeofferd en zij voelde zich verplicht ten opzichte van haar moeder. We kregen er een flinke botsing over. Ik was totaal overstuur. Frits had me de brief laten lezen die mam hem had geschreven, waarin opmerkingen stonden als: ‘Wat lief van je om me roosjes te geven,’ en ‘ik mis mijn man heel erg.’ Ik voegde haar toe: ‘Ik wilde, dat ik eens zo'n lieve brief van u kreeg.’ Anyway, het zit al lange tijd helemaal scheef tussen mam en mij. Het heeft trouwens nooit echt zoals het hoort gezeten. Hoe hoort het te zitten? De auto is in reparatie (versnellingsbak), daarom ging ik op de fiets naar Croiset. Ik gebruikte sommige van Poslavsky's argu- | |
[pagina 62]
| |
menten die hem in de verste verten niet beroerden. Hij wist zeker, dat God niet dood was. Croiset is niet in wetenschappelijke redeneringen geïnteresseerd. Hij voelt precies wanneer mensen hem met vooroordelen benaderen. ‘Ik zie het als een voordeel, dat ik geen filosofie heb gestudeerd of Kant heb gelezen,’ zei hij. Ik zou over hem willen schrijven, maar hoe ontwar ik deze warboel? | |
15 augustus 1966Mijn moeder vertrok weer naar grootmama. Ik omhelsde haar, nadat we er eerst weer een conflict over hadden gehad. Zij heeft trouwens gelijk dat mijn vader, op zijn beurt, het grootste deel van zijn vrije tijd in zijn studeerkamer doorbracht met het schrijven van boeken over Justinianus en Gajus. De twee jaar dat mam voor haar moeder wilde zorgen en de jaren dat mijn vader haar dus eigenlijk verwaarloosde zouden, volgens haar, daar tegen opwegen. Henk Hofland lijkt op het oorlogspad tegen Cornelis Verolme. Hij bouwde een schip voor Zuid-Afrika en lanceerde felle kritiek op de weergave in de pers van de apartheidspolitiek. Hij bepleitte juist het aanhalen van de banden met Zuid-Afrika. ‘De pers moet Zuid-Afrika niet steeds hekelen, want dan krijg ik er ook nog eens een keer genoeg van.’ Het Algemeen Handelsblad komt met een hoofdartikel, waarin de sympathie van Verolme voor Zuid-Afrika met diens warme aanbeveling van vorig jaar om president Sukarno naar Nederland uit te nodigen wordt vergeleken. Hofland merkt op dat Verolme beter is in het te water laten van schepen, dan in het maken van politieke analyses. Dat is nog maar de vraag. Ook Hofland spreekt klakkeloos over Sukarno ‘als de aanstichter van economische chaos en de oorlog tegen Maleisië.’ Hij stelt het voor alsof Bungkarno er op uit zou zijn geweest helemaal op zijn eentje Indonesië te gronde te richten. Hij weet ook eigenlijk niets over wat zich werkelijk in Pretoria of Jakarta afspeelt. Bovendien had Sukarno al in 1950 in Den Haag ontvangen moeten worden. Het zou zeer goed mogelijk zijn geweest dat een tijdig herstel van politieke, economische en psychologische betrekkingen met Nederland, de regering Sukarno in een rustiger vaarwater had doen belanden, waardoor de staatsgreep van de militairen in 1965 overbodig zou zijn geworden. Ik kan me niet herinneren ooit iets positiefs over Sukarno, geschreven door Hofland, te hebben gelezen. De Nederlandse pers zou het, volgens Hofland, om menselijke relaties en niet economische betrekkingen, gaan wanneer zij Zuid- | |
[pagina 63]
| |
Afrika bekritiseert, omdat gevreesd wordt dat het op den duur in dat land ‘tot een verschrikkelijke uitbarsting zal komen.’ Zo is het niet. Er werd in het verleden op Sukarno gekankerd op emotionele en irrationele gronden, zonder een minimum aan feitelijke informatie. Hetzelfde geldt voor Zuid-Afrika, zoals mij tijdens zes reizen (1986-1989) ter plekke zou duidelijk worden. Sedert 1989 woon ik zelfs in Zuid-Afrika. Zowel Verolme's analyse ten aanzien van Indonesië als Zuid-Afrika was fundamenteel juist. Ik mag wel zeggen zeker niet uitsluitend ingegeven op grond van zijn financiële belangen. | |
16 augustus 1966Jan Cremer zendt een briefkaart van een indiaan met pijl en boog uit Carácas. ‘Sinds enkele weken ben ik verloofd met Jane Mansfield en vergezel haar op haar Zuid-Amerikaanse toer. Erg interessant, maar wou maar, dat ik hier weg was, terug in Holland of New York. Alles goed met je? Hoop je gauw te zien. Bedankt voor alles.’ Jan is een trouwe vriend, maar fantaseert graag. Sultan Hamengku Buwone IX komt naar Den Haag om over de Indonesische schulden aan Nederland te spreken en economische hulp te vragen.Ga naar voetnoot52 Nu Bungkarno is geïsoleerd en politiek is verlamd zal Den Haag - evenals de vs en andere industrielanden - klaar staan om Indonesië financieel te steunen. En dan zeggen commentatoren, als Hofland: ‘Zie je wel, Sukarno ruïneerde het land, en nu gaat het weer prima.’ | |
17 augustus 1966Merdeka! Het is de 21ste Indonesische onafhankelijkheidsdag. President Sukarno sprak twee uur lang, vanaf de trappen van het Merdekapaleis, zijn traditionele troonrede uit. Hij veroordeelde voor het eerst de gebeurtenissen op 30 september 1965. Hij nam ook afstand van zijn lang gehuldigde Nasakom-concept, van samenwerking tussen nationalisten, religieuze groeperingen en communisten. Hij verving deze benadering door over het Nasasos-ideaal te spreken, waarbij hij de communistische poot van Nasakom door socialisme verving. Ook riep hij, in het Engels, de vs op: ‘Please America, please get out of Vietnam!’ De heersende inflatie schreef hij toe aan het twaalf jaar slepende conflict over Nieuw-Guinea, waar hij wel eens gelijk in kon hebben. Want door het wegvallen van Nederlandse en later bijna alle westerse deelname aan de Indonesische economie | |
[pagina 64]
| |
stortte de structuur van de Indonesische huishouding langzamerhand in. Eén miljoen mensen luisterden naar de rede van Bungkarno op het Merdekaplein. Robert Kroon meldde uit Jakarta dat het om Sukarno's zwanenzang ging. Dat zullen we nog wel eens zien.Ga naar voetnoot53 Na afloop sprak de President met ambassadeur E.L.C. Schiff en zei: ‘Geen parlementaire democratie, mijnheer Schiff, maar geleide democratie.’ Ook zei Sukarno tegen de ambassadeur dat hij nu van grootheidswaanzin werd beschuldigd omdat hij bepaalde gebouwen en monumenten liet bouwen, zoals de Istiqlal Moskee, die op 15.000 palen van 20 meter lengte komt te staan. De man studeerde bouwkunde, wat wil je? | |
18 augustus 1966Jan Cremer is er in geslaagd Carácas te ontvluchten. Hij sprak met Henk van der Meyden in het restaurant van Wim Wagenaar.Ga naar voetnoot54 Hij noemde Holland ‘een lachfilm.’ Tegen Ben Dill van Het Paroolzei hij: ‘Ik ben een van de eersten geweest, die literatuur als een handelsproduct is gaan verkopen (...) Eén van mijn sterke kanten is mijn gevoel voor publiciteit. Daar maak ik gebruik van. Op Curaçao ben ik door gouverneur Debrot ontvangen met een erewacht van mariniers. Eerst heb ik Nederland veroverd. Ik heb hier zeven jaar aan mijn image gewerkt. Nu ben ik bezig met de internationale markt, in de eerste plaats de Amerikaanse. Ik moet Amerika plat hebben, al duurt het tien jaar. Ik ben er al de Cassius Clay van de literatuur genoemd.’ Ambassadeur L. Palar van Indonesië is al naar Dean Rusk geweest om voor Suharto een kortlopend krediet van 50 miljoen dollar los te peuteren. Nu Bungkarno, die de Amerikanen scherp blijft bekritiseren over de oorlog in Vietnam grotendeels buiten spel is gezet, zal Indonesië het geld wel krijgen. Dollars doen wonderen bij de generaals, zelfs al moeten zij hun President ervoor opzijschuiven en belasteren. | |
19 augustus 1966Er verschijnen de meest schandalige artikelen in de Indonesische pers.Ga naar voetnoot55 Sukarno's ambassadeur in Peking, DjawotoGa naar voetnoot56 heeft het ambassade gebouw verlaten en woont nu in een villa ter beschikking gesteld door de regering. Hij zou nu bang zijn voor de wraak van andere Indonesiërs, die hem zouden vereenzelvi- | |
[pagina 65]
| |
gen met de Gestapu-coup van 30 september 1965. Ik ken Djawoto. Er is geen sprake van dat deze man op welke manier dan ook bij een couppoging in Jakarta betrokken zou kunnen zijn. In Nederland was Mochtar Lubis altijd populair vanwege zijn anti-Sukarno standpunten. Maar Djawoto, lange tijd voorzitter van de pwi (de Indonesische nvj), is uiteraard van die twee de werkelijk respectabele figuur. Djawoto en Sukrisno, Sukarno's ambassadeur in Hanoi, worden nu in de pers over een kam geschoren en als verraders voorgesteld. Ik ken Sukrisno dankzij Bapak even goed als Djawoto. Voor hem geldt hetzelfde. Zij zijn Indonesische patriotten die in de eerste plaats het belang van het land dienen. Ze worden beiden voorgesteld als loopjongens van de linkse en pro-Peking politiek van dr. Subandrio. Ook dat is onzin. De politieke lijn van dr. Subandrio vond zijn oorsprong in de gezamenlijke besluiten van alle deelnemende ministers in de regeringen van Sukarno tot 1965, waar ook generaal Nasution deel van uitmaakte, terwijl Suharto zich achter de coulissen bevond. Natuurlijk is Sukrisno, eveneens een voormalig Antara-journalist, naar Djawoto in Peking gegaan, in plaats van naar Jakarta, het hol van de leeuw, zoals Adam Malik had gewild. Om Djawoto en Sukrisno, beiden voortreffelijke en loyale Indonesiërs, nu als pki-verraders af te schilderen, is misdadig. Het gebeurt desalniettemin tot mijn onuitsprekelijke ergernis. Het is in hogemate oneerlijk. Het Algemeen Handelsblad zet op de voorpagina een foto van Rachmawati Sukarno, die bij de plechtigheid op 17 augustus de onafhankelijkheidsvlag naar het bordes van het Merdekapaleis draagt. In Bandung zijn 2.000 aanhangers van Bungkarno bij een demonstratie met militairen, die over de hoofden van de mensen schoten, in botsing gekomen. | |
20 augustus 1966Mam is met de schaar in de tuin bezig. De honden liggen in de schaduw. Ik lees, terwijl ik mijn teint cultiveer. Geniet van de rust en kalmte. Ik heb vertrouwen in Frits. Hij zal weer contact opnemen. Toch is de afbraak van onze relatie, van zijn kant geinitieerd, eigenlijk al begonnen. Ik zal nooit helemaal in zijn straatje meelopen. Hij is niet het dekseltje dat op mijn potje past.Ga naar voetnoot57 We zijn touwtrekkers, met de knoop recht in het midden, waarbij ik mijn helft, van tijd tot tijd, wat laat vieren, om hem de gelegenheid te geven zijn natuurlijke achterstand wat in te halen. Hij is tenslotte twintig jaar jonger. Dat is het. Ik zou | |
[pagina 66]
| |
me er over moeten opwinden. Dat is niet het geval. Althans maar in geringe mate. Gisteravond was ik bij Gerard Croiset. De Duitse Der Spiegel was hem komen interviewen. Volgens hem is het doel van het leven de stof vrij te maken voor de geest. Stof en geest zullen tot harmonie moeten komen. Zij stimuleren elkaar. De geest moet primair worden. Alle mensen op de wereld zijn in God één. Al die miljarden schepsels zijn tegenover de eeuwigheid niets. In relatie tot het heelal stelt een reis naar de maan niets voor. Die paar mensen op aarde betekenen niets. De kringloop van zon, regen, zeewater, rivieren, alles is gericht op harmonie. ‘Ach jongen,’ zei hij, ‘de as van mensen wordt in rivieren geworpen. Een vis zal dat ene stofdeeltje inslikken en op die manier gaat er nooit iets dood. Wij mensen sterven, maar alles is eeuwig.’ Elseviers publiceert een omslagverhaal over Gerard van't Reve. Ik ben in Nader tot U begonnen. Er zijn bladzijden die boeien. Op pagina 31 schrijft hij over een man, die bij zijn vader aan huis kwam, en er een tijger op nahield als huisdier. Warempel, het is dr. Petkovik. Die man was een kennis van mijn grootvader, ir. W. Oltmans. Ik herinner me de naam. Bij thuiskomst verifieerde ik het bij mijn moeder. Mam vertelde dat Petkovik eens lange tijd in een klooster doorbracht en van daaruit mijn grootvader in Amsterdam kwam opzoeken. Bij het binnenkomen riep hij uit: ‘Godverdomme, mijn pij zit tussen de deur.’ Petkovik was een in Indië rijk geworden tandarts, die zich specialiseerde in het installeren van gouden tanden in de monden van rijke Chinezen. Door deze fantastische figuur bestaat dus een gedeelde herinnering tussen de families Van 't Reve en Oltmans. De Haagse Post wijdt een paar pagina's aan het vermogen van de Oranjes. Koningin Juliana bezit 60 miljoen aan aandelen in Anaconda, vijftien miljoen in American Express, twaalf en een half miljoen in klm, tien miljoen in Shell en tien miljoen in Standard Oil. Prins Bernhard bezit 40 miljoen aandelen in Standard Oil enzovoorts.Ga naar voetnoot58 Prins Bernhard: ‘Na de oorlog stonden we er financieel zo slecht voor dat we de regering dringend moesten verzoeken om een verhoging van onze toelage. Zelfs de spaarbankboekjes van onze dochters hadden we in de oorlog verloren (...) Ik ben zelfs een keer woedend geworden toen ik merkte dat sommige bedrijven, waarvan ik commissaris was, gratificaties, die mij toekwamen, met excuses van “dat kan hij | |
[pagina 67]
| |
toch niet aannemen”, onder de andere commissarissen hadden verdeeld. Ik heb toen mijn aandeel onmiddellijk opgeëist en in een liefdadig fonds gestort.’ De H.P. meldt dat prins Bernhard van 200 gulden zakgeld per week probeert rond te komen. Secretaresse, mejuffrouw Gilles, schiet het hem dikwijls voor. Zij vindt het later terug als onkostenpost op haar salarisstrookje. | |
22 augustus 1966Zinnetjes als ‘hijgend trok ik mezelf af’ uit Nader tot U lijken me plompe dreunen, jegens de lezer, die onnodig zijn. Alle referenties aan zuipen zijn overbodig. Evenals het neerpennen van de zin: ‘van achteren een kut en van voren een staart.’ Gerard van 't Reve ziet geen kans waarheid te beschrijven zonder grof en ordinair te worden. Daarentegen vond ik het verhaal over N. en zijn straaljagerpiloot fraai. Schreef hem een briefje.Ga naar voetnoot59 Ook schreef ik naar mijn Zweedse vriend Lennart Andersson en toen ik vanavond terug uit Amsterdam kwam zei mam dat hij al tweemaal had opgebeld. Hoe werkt zoiets? Jono schrijft een sfeerbrief: ‘It's a lonely cool evening as I sit outside and write. Each day, perhaps, we grow old and then are born again the next morning with renewed energy. The morning is one's childhood to me because nothing has yet been tried, all is anticipation and unfulfilled expectation. One gets involved in activity, even as a child, as the day progresses, yet, when the evening comes, one is left with the memories of the day, just as the old man looks back into his past.Ga naar voetnoot60 The involvement with activity passes into reflection and musing and detachment from things immediately around one. This is probably as absurd as any of my other notions but, nevertheless, I like to think of each day in this way.’ | |
23 augustus 1966Mijn lieve vriendin Penny Hedinah blijft me de Armed Forces Daily Mail toezenden, waar ik haar dankbaar voor ben. Generaal Alamsjah heeft in een gesprek met journalisten andermaal onderstreept, dat de abri (het Indonesische leger) volledig achter het onlangs gevormde Ampera-kabinet staan. Generaal Poniman hield een toespraak tot veteranen en zei dat Indonesië zou bewijzen dat ontwikkeling en vooruitgang mogelijk was zonder deelname van de pki. Generaal Sugih Arto maakte be- | |
[pagina 68]
| |
kend dat het Hoge gerechtshof werd gemachtigd om ministers, die zich aan corruptie blootstelden, te arresteren. Generaal Suharto zei, in een redevoering, dat het leger tot het uiterste zou gaan om te bewijzen dat zij het vertrouwen van het volk verdiende. Minister-president J.M.L.Th. Cals heeft in het televisiejournaal tegengesproken dat de Oranjes miljarden zouden bezitten. ‘Er zijn verscheidene Nederlanders, die een groter vermogen hebben dan de Koningin,’ zei hij. Hij gaf vagelijk toe dat de regering de omvang van het koninklijke vermogen kent, evenals de daaruit voortvloeiende inkomsten. Ik ontmoette Lennart Andersson. Hij zag er hetzelfde uit, maar scheen uitsluitend geïnteresseerd in seks en avontuur en vroeg waar sauna Thermos was. Ik ging met hem mee, maar zag toen al gauw hoe niet minder dan zes kerels in de steam-room hem aan het afstropen waren. Ik vond zelf een jongetje, dat net terug was van de Griekse eilanden. Ik was dermate upset over Lennarts attitude en de constatering, dat er eigenlijk niets meer over was van de romance uit 1964, dat ik bij het Centraal Station tegen een taxi botste. Arme auto. Ik haastte me naar Huis ter Heide terug en nam mam mee uit voor het avondeten. | |
24 augustus 1966Dini Noto Suroto beschrijft de 17 augustusviering in Jakarta, in een brief van die datum. Veel mensen hadden gehoopt dat Bungkarno de nog steeds voortdurende razzia's en moorden van het leger op leden van de pki en Sukarno-aanhangers zou hebben veroordeeld. Iedereen werd teleurgesteld. De President trachtte de aandacht van het volk af te leiden door over Vietnam, de problemen met Holland, en de confrontatie met Maleisië te spreken. ‘Your friend is still shouting about all the things he wanted to say to save his face. But the audience began leaving the Merdeka field. Sukarno didn't even get applauded when he stopped and expected an applause. It is true. I am very sorry about it myself.’ Zij waarschuwde dat ik natuurlijk mijn persoonlijke affectie voor Bungkarno in het boek dat ik wilde schrijven kon leggen. Maar, wanneer ik objectief wilde zijn, moest ik mijn boek de titel The Asian with the thickest Skin geven. Ook schreef Dini dat er nu weer vrijheid van meningsuiting was in Indonesië, ‘... and that is a good beginning.’Ga naar voetnoot61 Seymour Topping van The New York Times is in Jakarta en publiceert een serie artikelen. | |
[pagina 69]
| |
De Telegraaf meldde gisteren dat Topping uit betrouwbare bron had vernomen dat Suharto in 1968 een coup zou plegen en Sukarno zou afzetten. De coup heeft allang plaats gehad! Topping heeft eveneens gemeld, en bij mijn weten als eerste, dat D.N. Aidit in de nacht van 21 november 1965, nabij Solo op Midden-Java verscholen in een klein huisje, was gevonden en de volgende ochtend, bij het krieken van de dag, in het geheim was geëxecuteerd. Nog schokkender vind ik de derde reportage uit de serie van Topping, die vandaag verscheen, waarin hij spreekt van ‘the slaughter of 500.000 Communists.’ Suharto liet in december 1965 bekendmaken dat 78.000 mensen waren omgekomen. Het zijn er vele honderdduizend meer. ‘No one will ever know,’ schrijft Topping, ‘how many members of the pki, their sympathizers, families and falsely accused acquaintances died in retaliation for the abortive Communist-supported coup in Jakarta en September 30, 1965.’ Vals beschuldigd is het sleutelwoord hier. Topping schrijft dat generaal Sugih Arto tegen hem heeft gezegd dat er voor het einde van het jaar 120.000 gevangenen die verdacht werden bij de coup betrokken te zijn geweest, zullen worden vrij gelaten. Kan je nagaan hoeveel arrestaties het leger heeft gepleegd. Wat is en in Indonesië werkelijk aan de hand sedert 30 september 1965? Waarom lees je er nauwelijks iets over in de Nederlandse pers? In Amsterdam bezocht ik de dochter uit het huwelijk van mijn grootvader met Sima Sastro Pawiro. Zij vertelde dat dr. Petkovik in bepaalde perioden bijna iedere dag in het huis van ir. W. Oltmans was te vinden. Mijn grootvader zag hem als een man die in staat was zijn eigen moeder te vermoorden. Na de oorlog heeft dr. Petkovik vastgezeten op beschuldiging van nazi-sympathieën. | |
25 augustus 1966De mohammedaanse krant Karya Bhakti heeft president Sukarno ervan beschuldigd ‘een moordenaar’ te zijn. Dat is helemaal de bloody limit! Bungkarno is, volgens deze krant, verantwoordelijk voor de dood van studenten die bij anticommunistische demonstraties door militairen werden gedood. Jammer, dat Dini Noto Suroto niet begrijpt dat Bapak in alle talen zwijgt om niet nog meer olie op het vuur te gooien. Wanneer hij zou zeggen wat hij denkt, of wat hij weet, zou de burgeroorlog een feit zijn. Nadat er immers al zoveel doden zijn gevallen, wat zou de president kunnen doen of zeggen om de tot het kookpunt verhitte militairen tot bedaren te brengen? De slachting van de generaals op 30 september heeft op de gemoederen van het | |
[pagina 70]
| |
leger het effect gehad als van een lont in het kruitvat. Wie dat. heeft bedacht is de werkelijke schuldige. | |
26 augustus 1966Lunch met Sam van Eeghen. Hij schijnt onzeker te zijn over zijn vriendschap met Jef Teske. Ze waren naar de vs geweest. In San Francisco was Jef van de vijf nachten er drie de hort op geweest. In New York was hij tot midden in de nacht bij diplomaat Leopold Quarles van Ufford gebleven. De rest van het verhaal vergeet ik maar liever. A.A. Jongerius van de Federatie van Journalisten zendt me een kopie van een nieuwe brief aan minister Luns, waarin gevolg wordt gegeven aan mijn verzoek van 12 juli om opnieuw bij Buitenlandse Zaken te protesteren tegen voortgaande discriminerende acties van dit departement tegen de normale uitoefening van mijn beroep.Ga naar voetnoot62 Er zit niets anders op. Het Parool heeft nu de reportage van Seymour Topping overgenomen, met als kop, ‘BLOEDBAD OP JAVA’. The New York Times heeft als gewoonlijk voor de Nederlandse pers de spits moeten afbijten. | |
27 augustus 1966Mam voelt zich niet goed. Zij wil geen arts raadplegen. Haar constante taken aan het ziekbed van grootmama putten haar lichamelijk en geestelijk totaal uit. Maar ze doet het zichzelf aan. Ze wil 's middags niet rusten. De zon is zalig warm. Het pas gemaaide gras ruikt heerlijk. Ik nam mijn moeder mee om een pannenkoek te gaan eten. | |
28 augustus 1966Indro Noto Suroto was hier de hele middag. Mam vindt hem bijzonder aardig. Voor mij is hij te cool. Ging met mam in Drakenburgh eten. Het is een zachte, zomerse, avond. Ik ben met de honden in de tuin. Ik kijk naar het raam waar mijn vader achter zijn bureau zat. Leeg. Ik mis hem diep en veel. Het blijft onvoorstelbaar dat hij zo plotseling moest gaan. | |
[pagina 71]
| |
litiekordon als de bvd-controle rond de diplomatieke missie zou moeten kruisen. ‘I don't give a damn about the bvd,’ antwoordde ik. Enkelaar zou de nts-crew en andere media waarschuwen. Ook hield hij het voor mogelijk dat ik later dit jaar met een nts-team naar Indonesië gezonden zou kunnen worden. In Amsterdam ontmoette ik Jan Cremer op straat. Hij schreef twee telefoonnummers in mijn boek van Gerard Reve. Het Christelijke Weekblad De Spiegel publiceerde een omslagverhaal: ‘INDONESIË: DE WREEDHEID DUURT VOORT’. De reportage werd opnieuw door niet-Nederlanders gemaakt; namelijk door T.F. Williams en de fotograaf Horst Faas. Het is een gruwelverhaal. Bijvoorbeeld in de plaats Klaten werden 8.000 personen gearresteerd. Vierduizend zitten opgesloten in een gevangenis die berekend is op 1.000 gedetineerden. Niemand kan zeggen wat er met de andere 4.000 gevangenen is gebeurd. | |
30 augustus 1966Om tien voor drie naderde ik het politiekordon op de Adriaan Goedkooplaan. De bvd-ambtenaar hield me beleefd aan. Ik legitimeerde me en ging het gebouw binnen. Ik werd hartelijk ontvangen door tweede secretaris Liao en zag kans ons gesprek tot 16:15 uur te rekken. Er werden diverse koppen Chinese thee en De Heer-bonbons geserveerd. Kreeg ook twee pakjes Chinese sigaretten, één voor de nts-crew. Liao: ‘Wat ik u nu zeg is de absolute waarheid. De Amerikaanse inlichtingendienst cia, ontwierp het plan om het lid van onze delegatie naar Delft, Hsu Tsu Tsai, te laten overlopen.’ Hsu zou over belangrijke inlichtingen hebben beschikt aangaande het Chinese programma voor intercontinentale raketten. In Washington denken ze immers dat die raketten de vs zullen kunnen bereiken? Hsu was in paniek uit een raam gesprongen aan de Mauritslaan, en aan zijn verwondingen overleden. Nu zaten zijn collega's al 46 dagen binnen de muren van de legatie. Liao zei dat Hsu aanvankelijk door zijn collega's naar een ziekenhuis was gebracht, maar hij voelde zich ook daar niet veilig. Hij liet zich terugbrengen en overleed in het gebouw van de legatie. ‘Hier hebben de Nederlandse politionele autoriteiten niets mee te maken, want dit is Chinees grondgebied.’ Ook waren de Chinese diplomaten gepikeerd, dat zij zich bij het in- en uitgaan van het gebouw dienden te legitimeren en steeds door twee of drie auto's van de bvd werden gevolgd. Andere onderwerpen, die we aansneden, waren Vietnam en Indonesië. | |
[pagina 72]
| |
Om 16:15 uur kwam ik eindelijk naar buiten en werd door het nts-team en een camerateam van Reuters gefilmd. Men vroeg om commentaar. Carel Enkelaar had geadviseerd daar niets te zeggen en het ‘voor het journalistieke achterland’ te bewaren. Han Hansen van de Volkskrant had me opgebeld; ik ontmoette hem op het poffertjeskraam op het Malieveld. Ik heb hem nooit vertrouwd dus ik vertelde hem vrijwel niets. Carel had een tv-team gereed staan in Hotel Gooiland in Hilversum. Ik spoedde me er heen, maar kwam vijftien minuten te laat. Jan Gerritsen van het nts Journaal zou het gesprek leiden. De directeur Journaal, Dick Simons - met wie ik tijdens het staatsbezoek aan Mexico in 1964 had kennis gemaaktGa naar voetnoot63 - probeerde echter te voorkomen dat ik op het nts Journaal zou komen. Carel Enkelaar vertrouwde me toe, als superieur van Simons dat zich een frontale botsing achter de schermen had voorgedaan over deze zaak. Het eind van het liedje was wel dat ik inderdaad niet op het Journaal zou komen. Ik vertrok naar Amsterdam, omdat Sam van Eeghen me te dineren had gevraagd. | |
31 augustus 1966Mijn grootmoeder Poslavsky gaat opnieuw achteruit. Zij komt lucht te kort, trilt met haar armen en het is een ontzetting voor mijn moeder en mejuffrouw Karrenman om van deze langdurige doodsstrijd getuige te moeten zijn. Ik herinner me haar in al haar facetten, de vele malen dat wij een kwartet uitvoerden, of wanneer zij in haar grote stoel zat in de serre van de Homeruslaan. Voor mam is dit een nieuwe tragedie zo betrekkelijk snel na de dood van mijn vader. Zij is bijna voortdurend in Zeist. Ik zou er nog altijd de voorkeu aangeven helemaal niet te worden geboren, niets te weten, niet hier te hoeven zijn, indien er een keuze mogelijk zou zijn geweest. Gerard van 't Reve schijnt vandaag een zenuwinstorting te hebben gekregen. Mevrouw Schimmelpenninck vertelde, in tranen aan de telefoon, dat haar kleinzoon Gerard (18) - de zoon van mijn op Java gesneuvelde vriend Wonk - al zeven dagen spoorloos was en nu door Interpol werd gezocht. De grootmoeder is desolaat. De vader sneuvelde in 1949 voor de jongen werd geboren. De moeder, markiezin Monique de Bissy, ging terug naar België en begon een nieuw leven. Die jongen heeft geen point d'appui. De grootouders doen wat zij kunnen. Dit is de negende keer, dat hij is verdwenen. Hij schijnt artistiek te zijn en naar een | |
[pagina 73]
| |
kunstacademie te willen gaan. De door Den Haag gevoerde misdadige oorlog in Indonesië heeft veel meer fall-out in de psychische sector dan de meeste mensen zich realiseren. Jonkman, Beel en al die andere verantwoordelijken zullen er niet wakker van liggen. Gisteravond belde Carel Enkelaar. Hij vindt Dick Simons een even grote lul als ik. ‘Weet je wel wie Oltmans is?’ had Simons tegen Enkelaar gezegd. ‘Ik ken hem uit Mexico.’ Enkelaar adviseerde er verder geen aandacht aan te besteden om toekomstige samenwerking met de nts niet te bemoeilijken: ‘Om een dispuut te hebben met iemand onder mij is niet zo erg, maar ik heb er weinig aan ook problemen te krijgen met mensen boven mij.’ Vanmorgen ben ik naar het ministerie van Buitenlandse Zaken gegaan om de Chinese affaire met de heer Jan Polderman te bespreken, die ik uit de vn kende en hier mee belast scheen te zijn. De portier kondigde aan dat Polderman naar een begrafenis was. Ik ontmoette daarop R. Froger van de afdeling Voorlichting. Hij had een uitgestreken smoel en leek me een echte bz-diender. Hij zou mijn boodschap aan Polderman overbrengen. Ik was te gevoelig over het buitensluiten van persontmoetingen met Luns: ‘Dat komt ook bij andere journalisten wel eens voor.’ ‘Ja, maar bij mij duurt het al tien jaar.’ Dat gebeurde in mijn geval per ongeluk hield Froger glashard vol.Ga naar voetnoot64 Dronk een cognacje met Carel Enkelaar in Gooiland. We overlegden wat te doen. Ik belde opnieuw naar Jan Gerritsen van het Journaal. Hij overlegde met Dick Simons, maar ze zeiden wederom dat de nts niet in mijn weergave van gesprekken op de Chinese legatie was geïnteresseerd. In een Chinese nota had al in juli gestaan dat de bvd verdommelingen waren. Enkelaar: ‘Die reactie is een doekje voor het bloeden. Het is natuurlijk ook onplezierig om een tip voor het Journaal van de hoogste baas door te krijgen.’ Gerritsen zei trouwens tegen mij dat de hele zaak op een ‘ongebruikelijke’ manier werd afgehandeld. Carel belde Herman Wigbold van Achter het Nieuws van de vara. Ik ontmoette Wigbold in De Rozenboom in Bussum. Ik moest kletsen als Brugman. Ik zei zelfs: ‘Laat maar zitten, want ik wil gaan eten en naar Huis ter Heide.’ Daarna zat hij nog vrij lang aan de telefoon. Hij vroeg de nts de opnamen die van mij bui- | |
[pagina 74]
| |
ten de legatie waren gemaakt aan hem toe te zenden. ‘Per ongeluk’ zond de nts de verkeerde beelden. Uiteindelijk wandelden we naar de nts-studio, of wat er voor door moest gaan - een omgebouwde kerk die wit was geschilderd. Tegen 21:00 uur kwam ik in beeld. Wigbold stelde twee vragen. Wat was het kardinale punt geweest in mijn gesprekken met de Chinezen? Ik antwoordde: ‘De verontwaardiging over het optreden van de bvd.’ En, waarom willen de Chinezen geen getuigenis afleggen voor de Nederlandse Justitie? Ik zei de indruk te hebben, dat zij waarschijnlijk wel tegenover de pers wilden praten. Wigbold besloot met te zeggen dat het hem belangwekkend leek om uit te zoeken of de bvd inderdaad Hsu of anderen had benaderd. | |
2 september 1966De Telegraaf meldt, dat Gerard van 't Reve geen poging tot zelfmoord heeft gedaan. ‘CHINESE LEGATIE WIL BVD LASTIG VALLEN,’ aldus de kop in de Volkskrant vanmorgen, geschreven door Han Hansen natuurlijk. Hoe durft hij het te zeggen. Die man is niet goed bij zijn hoofd. Carel Enkelaar had dus de sabotage van zijn eigen Dick Simons weten te omzeilen en Herman Wigbold van de vara-televisie weten te interesseren om mij gisteravond in beeld te brengen bij Achter het Nieuws. Nu schrijft Hansen: ‘De Chinese diplomatieke vertegenwoordiging heeft reeds het eerste contact gelegd met een Nederlandse publicist om te proberen lastige politieke vragen los te slaan over de bvd om daarmee de aandacht van de werkelijke gang van zaken af te leiden. Die journalist is Willem Oltmans, die gisteravond voor de vara-televisie bevestigde dat de Chinese legatie zeer geïnteresseerd is in de rol van de bvd.’ Hansen draait de zaak dus ten gunste van de bvd om. De Chinezen zochten bovendien geen contact met mij. Ik zocht contact met hen. Dat de kranten nu pas aanhaken komt omdat de televisie de zaak losmaakte. Ook de Haagse Courant, de Gelderlander, en trouwens de hele pers komt er nu mee. Nico Scheepmaker merkte in zijn dagelijkse tv-kolom Op zicht op: ‘Contacten leggen is altijd Oltmans zijn grootste kracht geweest. Hij was het immers, die in het heetst van de koude oorlog met Indonesië, het contact tot stand bracht tussen Sukarno en de groep-Rijkens. En nu dus weer de Chinezen...’ Ook Scheepmaker benadrukte, dat ik als eerste contact had weten te leggen met de Chinezen in Den Haag. Dat was dus correct. En zeker dat dit plaatsvond onder de neuzen van in Den Haag opereren- | |
[pagina 75]
| |
de collega's als Han Hansen en consorten. Die mannetjes moeten mij wel haten. Maar zij kennen het vak niet. Mijn contacten met de legatie waren al enkele jaren oud, omdat ik naar Peking wilde, maar toen door de Amerikanen werd tegengehouden. Zelf schreef ik vandaag een uitgebreid overzicht van mijn Chinese bemoeiingen in De Typhoon te Zaandam. In Elseviers had intussen een passage gestaan, waarin Max Tak in New York, ‘een trouwe vriend’ werd genoemd. Ik zond Bernard Person het artikel toe, omdat mijn, op eigen ervaring gebaseerde, negatieve mening over Tak dicht bij die van Person lag. Hij had trouwens deze meneer tientallen jaren als collega van nabij meegemaakt. Person schrijft me: ‘Ik waardeer je vriendschap, die je er toe bracht mij het met sperma geschreven hoofdartikel van Elseviers over de grootste schoft van de lunatic fringe der Nederlandse journalistiek te sturen - maar mijn maag zou stabieler zijn gebleven als ik dit leugenachtige gekwijl niet had gelezen.’ Hij meldde dat zijn medewerking nu bij de nrc en het Algemeen Handelsblad ‘op rolletjes’ liep. Zijn artikelen verschenen ‘(...) in mooie opmaak (...) maar af en toe moet ik wijken voor een sappige moord of Zijne Majesteit Provo.’ Gerard van 't Reve heeft tegen Ton Hulst van De Telegraaf gezegd: ‘Ik ben beslist niet gek.’ Hij heeft het ziekenhuis weer verlaten en is naar Greonterp teruggekeerd. Ik heb Nader tot U uit. Ik geloof best, dat hij een van onze belangrijkste auteurs is, maar neem bijvoorbeeld pagina 93-94. Hier produceert Reve een zin van 23 regels, met 25 komma's en bijna 200 woorden. Onleesbaar. Maar, dat is dus literatuur op zijn best. Ik heb evenals hij belangstelling voor jongens. Maar ik schrijf niet over ‘koperen panterlijfjes’ of ‘blonde, paarsheupige, fluwelen lievelingen,’ zwepen en riemen en ‘hees geloei om genade.’ ‘Maar, op het moment dat hij, weer bij zijn naakte Hemelprins liggend, er al aan gewanhoopt had, nog ooit diens raket naar de eeuwigheid tot ontbranding te kunnen brengen...’ (pagina 106). Ik zie mij Loet, Erik, Frits of Richard al in termen van ‘hemelprinsen’ beschrijven. Ik denk niet dat een behandeling in het Wilhelminaziekenhuis in Assen daar verandering in kan brengen. Reve is beslist niet mijn cup of tea. | |
[pagina 76]
| |
deren op Jakarta, terwijl Indonesië 500 miljoen wil betalen. Minister van Handel, generaal SariGa naar voetnoot65 en minister van Financiën Frans Seda zijn meegekomen. Van Nederlandse zijde zullen Luns, Den Uyl (Economische Zaken), Bot (Ontwikkelingshulp) en Vondeling (Financiën) onderhandelen. Dat wordt een sof. Gisteravond droeg Nel Oosthout thuis de Chalk Circle van Klabund voor. Ze vergiste zich wel eens. De passage over de godheid Quan-Yin trof me. De West-Duitse ambassadeur en diens persattaché waren ook aanwezig. Ik sprak met hem over de nieuwe Duitse staalfabriek in China. ‘We hebben de Amerikanen gezegd, dat ze alleen dun plaatijzer kunnen maken en dus geen zware staalconstructies voor militaire doeleinden.’ De ambassadeur noemde de Amerikanen rampzalig in de wereldpolitiek. Wat er in Indonesië gebeurde was het gevolg van Amerikaanse druk, ‘on the basis of so-called moral principles’ en het leidt tot een ramp.Ga naar voetnoot66 Vanmiddag was ik in Thermos met Jef Teske. John Heawood, de Britse choreograaf die momenteel van Yoka Berretty een cancandanseres aan het maken is, omdat zij moet optreden in George Feydeau's La dame de chez Maxim, was aan de lopende band bezig blow-jobs te geven. De jongens lagen in het bovenste rek en terwijl hij de penis van de buurman met de hand opfokte, zoog hij de man onder behandeling af. Het kon hem kennelijk niets schelen wie hij onder het mes nam. Het was uitsluitend de pik die telde. Vanavond stond ineens Inez Röell voor me op het terras van Americain. Ze leek in een uitstekende conditie. We keken eerst naar de rellen met de politie op het Leidseplein en reden daarna naar het Jollenpad en hebben er een paar uur zeer intens zitten praten. We hadden toch weer echt contact moet ik toegeven. Zij schijnt zich met haar leven met Francois Gonet te hebben verzoend. Zij voelt zich vooral buitengewoon verantwoordelijk voor haar dochter Dominique, bijgenaamd ‘Madame Fifi.’ | |
4 september 1966Ik bracht mam naar haar vriendin in Apeldoorn, Annie Wibaut. Oom Jo Wibaut, vooral de vriend van mijn vader, blijf ik bijzonder vinden. Gisteravond was ik bij Herman Wigbold van de vara in diens woning in Utrecht. Hij vertelde dat er veel over mijn televisiegesprek te doen was geweest, vooral omdat ik twijfel had ge- | |
[pagina 77]
| |
zaaid over het werk van de bvd. Wat de bvd in de Chinese affaire had gedaan was niets anders geweest dan het werk doen waarvoor ze was opgericht. Dat was dus onzin. De heer Liao van de Chinese legatie had me, met nadruk, gezegd dat lastechnicus Hsu het slachtoffer was geworden van special agents van de cia die hem wilden ontvoeren en laten overlopen naar de vs. Du moment dat de cia op het oorlogspad is, liegt iedereen. In een driekolomsgroot artikel voor De Typhoon had ik de affaire Hsu gekoppeld aan de illegale, ongecontroleerde machinaties van de cia. Als voorbeeld had ik de verklaring genoemd van minister van Buitenlandse Zaken Dean Rusk die glashard gezegd had dat er geen Amerikaanse piloten met geheime gevechtsmissies in de Kongo vlogen, terwijl later was gebleken dat de cia wel degelijk en, zelfs buiten kennis van de Amerikaanse regering, piloten had ingezet. Wigbold kreeg gedonder, omdat ik openlijk had herhaald, dat de cia en de bvd betrokken waren bij de Chinese lasseraffaire. De grote broer (cia) had de Haagse loopjongens (bvd) gewoon gebruikt. Journalisten als Han Hansen en anderen probeerden het straatje van deze schuinsmarcheerders in hun bladen schoon te praten. Ik herinner me uit die dagen dat het me steeds duidelijker werd dat bepaalde persmensen slechts nuttige werktuigen van de overheid waren. In Jakarta was dit Hans Martinot. Nu begon ik enig zicht te krijgen op de druk die op het nts Journaal was uitgeoefend en op de zogenaamde berichtgeving van de Volkskrant. | |
5 september 1966Vanmorgen bracht ik generaal Sari een brief in Hotel de Wittebrug. Later werd ik gebeld of ik die avond op de residentie van ambassadeur Sudjarwo Tjondronegoro in Wassenaar naar een ontvangst wilde komen. Ik ontmoette Sari voor het eerst op die avond. Hij had aardige ogen, mijn type. We spraken over Santo. Generaal Suharto had hem speciaal verzocht de moeilijke post van Economische Zaken op zich te nemen, en de situatie was moeilijk, mede de huidige positie van president Sukarno in aanmerking genomen. Alle bestaande verdragen en overeenkomsten, door vorige regeringen aangegaan, dienden te worden herzien. Er was een totale reorganisatie nodig. Ik bracht de belangen van de kininefabriek ter sprake. Ook gaf ik te kennen, na ontvangst van een bemoedigende brief van kolonel Sutikno Lukitodisastro, naar Indonesië te willen komen. Hij kende Sutikno en ook kolonel Sugeng Djarot, de militair attaché in Bangkok. Hij zei dat het er op aan kwam de juiste mensen in | |
[pagina 78]
| |
Jakarta te ontmoeten. Oom SartonoGa naar voetnoot67 en oud-premier dr. Ali Sastroamidjojo waren passé. Kolonel Sabur was naar een cursus van vier maanden voor generaals in Bandung gezonden. Iedereen was er: Cals, Vondeling, Bot, Samkalden, Van der Stoel, Van Boetzelaer en Froger (perszaken), Schiff, Jonkman, De Villeneuve, Verolme, Zwolsman, Roethof, Hansen en Martinot. Ik sprak ook kort met sultan Hamengku Buwone. Luns schitterde door afwezigheid. Zwolsman trok aan zijn pijp en hij leek op het eerste gezicht een vriendelijk man, terwijl hij natuurlijk een notoire boef is. Hendrik Verwoerd was doodgeschoten in Zuid-Afrika, waarover mijn moeder had gezegd, ‘arme Hendrikje’. Verolme zei me: ‘We hebben miljarden verloren door dat stomme gedoe over apartheid hier. Vreselijk, dat hij dood is.’ Op het laatst kwam Luns toch nog even. Hij zat in een stoel aantekeningen in een zakboekje te maken. Kolonel Sutikno schreef me uit Jakarta onder meer: ‘Ik ben in een zeer interessante periode thuisgekomen.Ga naar voetnoot68 Mijn corpsgenoten zijn al bijna klaar met het onderzoek naar dr. Subandrio. Dus als je voor het laatst zijn tronie wil zien, moet je zorgen, dat je hier bent tegen de tijd dat hij beleefd wordt verzocht om netjes voor de bekende mooie groene tafel te zitten. Ik ben nu hard bezig om een kleine stoel te bespreken aan dezelfde tafel, maar dan achter en niet voor. Zodat ik zijn beruchte smoel eens rustig kan bekijken. Gewoonlijk zijn er alleen vier stoelen achter die groene tafel, maar deze keer is de animo verdomd groot. Als ik de laatste stoel krijg zal ik dat beschouwen als de bekroning van mijn hele loopbaan in het leger. Als ik het voor het zeggen had zou ik niet de doodstraf geven. Te eervol voor hem. De “halvedoodstraf” is beter.’ Daarop vroeg hij of ik het artikel van professor George Kahin van Cornell University had gelezen, waarin hij vaststelde dat niet de pki de schuldige was geweest op 30 oktober 1965, wat overigens ook mijn analyse van dat gebeuren is. ‘Zeg tegen die oude heer (Kahin), dat hij een dokter moet consulteren’, vervolgde kolonel Sutikno. ‘Hij is misschien ziek. Kahin schreef dat elementen in het leger zelf de hoofddaders zijn. Intussen hebben processen tegen enkele beklaagden voor de Buitengewone Militaire Krijgsraad duidelijk bewezen dat de pki sinds lang deze mop wilde uithalen. Vooral het laatste proces in Djokja laat duidelijk zien dat de pki de initiatiefnemers zijn. Ja- | |
[pagina 79]
| |
ren tevoren begonnen zij ons (het leger) al te infiltreren. Dat zal je later allemaal kunnen lezen. Wij zijn bezig deze processen in boekvorm uit te geven. Ook in het Engels. En ik heb voorgesteld hier een Amerikaanse uitgever voor te gebruiken.’ ‘O ja,’ schreef de kolonel, ‘als je van plan bent om hier te komen, doe dan Bangkok aan. Daar kan je je visum halen bij kolonel Sugeng Djarot, die jij kent van het Garuda I bataljon.Ga naar voetnoot69 Hij is de best geïnformeerde militaire attaché in het buitenland. Over je visum heb ik met de betrokken heren hier in het hoofdkwartier al gesproken. Buitenlandse Zaken is nu geen probleem meer.’ Dit laatste betwijfelde ik enigszins, omdat Adam Malik, als voorman van generaal Nasution, vriend van Werner Verrips en met duidelijke bindingen naar de cia, mij bepaald niet als ‘bevriend journalist’ van het militaire regime zou zien. Maar met het fiat van het leger verkregen via Sutikno Lukitodisastro lijkt me een reis toch een haalbare kaart. Ik ga Carel Enkelaar en de nts proberen te interesseren. | |
6 september 1966Gisteravond ben ik, na de Indonesische receptie, naar Rotterdam gereden en vond het huis van burgemeester Thomassen ergens achter Kralingen. Ellen stelde me aan haar ouders en haar drie broers voor. Haar zuster was afwezig. Ik vond ze aardig. De burgemeester zei dat het familieleven door zijn drukke bezigheden zeer achterop was geraakt. Ellen zag er aardig uit in een wit met gele jurk, maar idiote witte laarsjes. Loet zegt altijd: ‘Van Ellen is wel wat te maken.’ Ik vraag het me nog steeds af. Ik vertrok om 22:30 uur. Ambassadeur E.L.C. Schiff sprak ik gisteravond over de post van persattaché op zijn ambassade in Jakarta. In de post was al voorzien. Hij noemde Hans Beynon van de Volkskrant een prima keuze. | |
8 september 1966Om 17:00 uur zouden sultan Hamengku Buwono IX en Joseph Luns op het ministerie van Buitenlandse Zaken documenten ondertekenen en uitwisselen. Het werd 17:45 uur. Luns: ‘Ik zou het op prijs stellen wanneer de dames en heren van de pers aan de overzijde van de tafel zouden willen blijven, dan weet ik van welke zijde ik indiscreties kan verwachten.’ Aan de Indonesische zijde zaten behalve de sultan, de ministers Sari en Seda en ambassadeur Sudjarwo. Baron Gevers, chef protocol, | |
[pagina 80]
| |
stond achter minister Luns. Luns hield een toespraak. De toon van zijn woorden was idioot. Ik vond zijn ogen vreemd. Ik denk dat hij, ergens, geschift is. Hij maakte ‘Zijne Hoogheid, de Sultan’ - en hij sprak die woorden bespottelijk uit - een compliment over de wijze waarop hij de besprekingen had geleid. In zijn wat stotende en hakkelende antwoord bracht de sultan hulde aan H.M. de Koningin. Na door minister Seda te zijn aangespoord, zei hij uiteindelijk ook iets vriendelijks over Luns. Maar de toon van de Javaanse vorst was heel anders. ‘Wij hebben de eer gehad onze handtekening te mogen zetten onder deze overeenkomst welke een einde betekent aan de moeilijkheden tussen Nederland en Indonesië.’ Een bode van bz kwam binnen met een donker blauwe plastic map. Hierin zat een overeenkomst ten bedrage van 36 miljoen dollar inzake Nieuw-Guinea. ‘Ik stel er wel prijs op, dat deze brief nog even wordt getekend,’ zei minister Luns. Daarop keek hij eerst rechts achter zijn stoel, toen naar links, en omdat hij geen prullenmand zag kwakte hij de plastic folder vóór de sultan op tafel met de woorden: ‘En ik heb tevens het voorrecht Zijne Hoogheid (werd weer zéér overdreven uitgesproken) het bijbehorend flapje ter herinnering aan te bieden - het is van plastic.’ Iedereen vond het buitengewoon grappig van de bewindsman. Er werd veel gelachen W.J.G. baron Gevers en ik keken elkaar op dit pijnlijke moment recht in de ogen. We geneerden ons grenzeloos voor de minister. Had Multatuli al niet gewaarschuwd, dat de Nederlander in Indië meer van de regent van Lebak zou kunnen leren dan omgekeerd? Luns bemerkte zijn uitzonderlijke lompheid allang niet meer. Het woord ‘flapje’ werd natuurlijk ook zo belachelijk mogelijk uitgesproken. Een complete blamage, die Luns. Bij het stellen van vragen opperde een journalist van Het Parool de gedachte dat nu de problemen tussen beide landen waren opgelost een staatsbezoek van president Sukarno tot de mogelijkheden behoorde. Voor de Sultan kon antwoorden brulde Luns boven iedereen uit: ‘Volgende vraag!’ Hij kijkt hierbij triomfantelijk rond en iedereen schijnt van zijn onbeschoftheid te genieten. Op een vraag van Tony Dake hoeveel economische bijstand er nu dan wel aan Jakarta zou worden gegeven antwoordde Luns, dat Nederland welhaast met spreekwoordelijke edelmoedigheid had gehandeld. Dake vroeg of de overeenkomst bindend was. ‘Ik zal moeilijk later namens de regering kunnen seinen dat het niet door gaat,’ aldus Luns. De minister onderstreepte, dat de Sultan ook over volledige bevoegdheden had beschikt. | |
[pagina 81]
| |
Sultan Hamengku Buwono werd volledig door Luns overschaduwd. De brutalen hebben de halve wereld. Niet alleen is deze sultan duidelijk een gentleman, in tegenstelling tot meneer Luns, maar hij vertegenwoordigt bovendien 110 miljoen burgers van deze wereld. Ik wist maar al te precies hoe superieur de Indonesische delegatie was, misschien niet in de zin van het kunnen rinkelen met guldens of roepia's rinkelen, maar zeker wat innerlijke beschaving betreft. | |
9 september 1966Anton Constandse schrijft een stuk dat ik hem voor De Gids toezond ‘interessant en leerzaam’ te vinden. Maar de molens draaiden langzaam. ‘Ik heb al vier stukken die twee tot drie maanden circuleren (...) Eenmaal gedrukt blijft de tekst voor eeuwigheid bewaard en geraadpleegd - maar voor het zo ver is! Als er een paar mederedacteuren uit Spanje en Amerika terug zijn hoor je van me.’ | |
10 september 1966Ik vlieg met mam en Ellen Thomassen naar Zürich met een Caravelle van Swiss Air. We gaan naar Theo en Nel. Het was mijn moeder's eerste vliegreis. Zij zag er nog zo jong en opgewekt uit. Ellen droeg een slangenleren mantelpakje met een witte hoge col trui, zeer ongewoon. We logeerden in Hotel Neugut in Männedorf. | |
11 september 1966Mam geniet. We bezochten de kathedraal in Einsiedeln. De monniken zongen verdienstelijk, maar hun gezichten vielen tegen. Vooral wat ze uitstraalden. Ik telefoneerde met ambassadeur Zairin Zain in Bern. Hij kan nog altijd niet spreken. Bob Tapiheru had zelf een maagbloeding gehad. Hij verwachtte dat dr. Zain zou worden teruggeroepen. Geen wonder. Hij was een ambassadeur van Sukarno. Emily Machbul zou dan waarschijnlijk naar New York terug gaan, waarmee die verbintenis dan ook zal zijn beëindigd. | |
12 september 1966Ik leer Nellie, Theo's Zuid-Afrikaanse vrouw, beter kennen. Zij is een schat. Ik wilde met Theo over onze vader spreken, maar iets hield me er van tegen. Hij is totaal gesloten voor emoties, die ik met hem zou willen delen. Mam geniet intens van haar vakantie in Zwitserland. Op de vlucht terug naar Amsterdam zei Ellen dat ze me onuit- | |
[pagina 82]
| |
staanbaar vond, en er nu zeker van was me nooit meer te willen zien. Ik vind haar aardig maar ben niet echt in haar geïnteresseerd en daar blijf ik open en eerlijk over. | |
13 september 1966Ik deed mijn ogen open en zag voor het raam een mug in een web vliegen, waarop het doodsgevecht met de onmiddellijk paraat zijnde spin volgde. Geen opwekkend begin van de dag. Gevolgd door Rachmaninoff's Paganini Variations wat de stemming nog triester maakte. Wil ik de rest van mijn leven alleen blijven? Zo nee, dan moet ik nu beslissen. Frits wil niet. Richard wil niet. Ellen wil. De gedachte om een verbintenis aan te gaan, en die intimiteit dan voor de rest van je leven als permanent abonnement te moeten respecteren - altijd met dezelfde persoon seks te moeten hebben geeft me de creeps. Ik bracht Carel Enkelaar een memorandum over hoe, mijns inziens, een documentaire over Indonesië van het Sukarno-tijdperk naar de militaire dictatuur er uit zou moeten zien. Ik sloot de brief van kolonel Sutikno bij, die voorstelde dat ik voor het proces van dr. Subandrio naar Indonesië zou komen. In Bangkok zou ik een visum kunnen ophalen bij mijn oude vriend kolonel Sugeng Djarot. | |
14 september 1966Ik ontmoette Jan Cremer in de stad. Hij wil een advocaat raadplegen. Ik introduceerde hem bij Hans Warendorf. Hij wil zijn tweede boek op 1 december laten uitkomen. Jane Mansfield had vanuit Las Vegas opgebeld. Gerard Croiset vroeg me of ik als tolk zou willen optreden tijdens het bezoek van de Indiase ambassadeur in Italië, de maharadja Yadavindra Singh van Patiala. We spraken met de maharadja van negen tot elf uur, 's avonds. Hij noemt zichzelf een soldaat, een bestuurder en een sportbeoefenaar. Hij lijdt aan evenwichtsstoornissen, hoge bloeddruk en heeft een bijnierkwaal, die volgens Croiset druk op het merg van zijn borstrib uitoefent. Hij legde uit waarom hij een stalen armband droeg, lang haar onder de tulband verborg, een korte dolk bij zich had en, ik geloof, een speciale onderbroek aan had. De Sikhs hadden zich 500 jaar geleden van de Hindoe's afgescheiden. Sikhs waren soldaten die nooit bang waren voor de dood. Zijn familie bezat een brief van de profeet van de Sikhs. ‘Sikhs strijden voor een rechtvaardige zaak en voor de zwakken,’ zei de ambassadeur. ‘Doden, zelfs voor een rechtvaardige zaak, is niet Gods wil,’ antwoordde Croiset. | |
[pagina 83]
| |
Singh: ‘But look at the realities of the modern world. Look at the human problems of India. China attacked us. Pakistan attacked us. Do we not have to fight?’ Croiset zei te geloven, dat de Sovjets en de Amerikanen de dodende straal hebben uitgevonden. Hij denkt dat die straal op de maan zal worden geplaatst om zodoende de balance of terror in stand te houden. Croiset: ‘Dan zal de angst onder de mensheid groot genoeg zijn om tot bezinning te komen.’ | |
15 september 1966Ik bracht twee rode rozen naar vaders graf. Bezocht mejuffrouw Büringh Boekhoudt. Ze scheen zich zorgen te maken over waar ze zou wonen, wanneer ze ouder zou zijn, bijvoorbeeld over vijf jaar. Ze heeft zich voor een verzorgingsflat laten inschrijven. Volgende week gaat ze naar Sorento. Nasi goreng gegeten met ambassadeur Singh in Drakenburg in Utrecht. De maharadja is een lange, good looking, gedistingeerde man. Hij houdt zich ook met fao-zaken bezig en noemde het Afrikaanse continent ideaal om voedsel te produceren. ‘Domination is inherent in life,’ zei hij. ‘A tree dominates the bushes. Certain plants will not grow in its shadow. A man dominates his wife. The bull with the biggest horns will dominate the herd. Our recorded history goes back 6.000 years. There have always been princes dominating others. The prophet of Christians was murdered and nailed to the cross. Who are we, miserable humans, to think that we are any better? Look at the laws of the world, still rape and murder continue. Erosion set in on this earth when man invented his plough. Iraq was once a green and arable land. Now it is a bare dessert.’ Croiset vroeg me hem te zeggen, dat zijn consult 25 gulden kostte, ‘maar hij mag ook naar vermogen meer geven.’ Ik vertaalde dit zo goed en zo kwaad als het ging. De ambassadeur betaalde Croiset 100 Zwitserse franken. Croiset zei dat de maharadja eigenlijk was gekomen om hem te vragen of hij aan kanker zou sterven. Later arriveerde professor W.H.C. Tenhaeff om Croiset's observaties over een geval in Australië op te nemen, maar de batterijen van de recorder waren op en de professor raakte geïrriteerd. Gerard merkte op dat de professor zo oud werd dat er nauwelijks meer iets met hem viel te doen. Vandaag had Carel Enkelaar een lang gesprek gevoerd met Croiset over mijn mogelijke reis naar Indonesië. Enkelaar scheen in mij meer een organisator dan een uitvoerder, een journalist te zien en had zo zijn reserves. Croiset schijnt die | |
[pagina 84]
| |
twijfels te hebben weggenomen. Hij raadde me aan Enkelaar vooral te benaderen met vragen als: ‘Hoe wil je dat ik dit of dat doe?’ | |
16 september 1966Ik ontmoette Pak Wiarto, persattaché van de Indonesische ambassade. Hij vertelde dat tijdens de gesprekken tussen minister Luns en Sultan Hamengku Buwono IX en diens delegatie, de zaak goed uit de hand was gelopen. ‘Zij waren bijna ten gevolge van de onbeschoftheden van Luns mislukt,’ aldus Wiarto. ‘Er was zelfs één moment dat de sultan verder weigerde Luns te ontmoeten. Toen heeft Luns minister Frans Seda zijn verontschuldigingen aangeboden.’ Terwijl we spraken belde Emile van Konijnenburg op. Hij was net terug uit Milaan. ‘De legerleiding staat sceptisch tegenover Van Konijnenburg,’ zei Wiarto. Er lagen twee rollen op zijn bureau. Hij vroeg me te raden wat er in zat. ‘Foto's van Bungkarno?’ antwoordde ik. ‘Het nieuwe statieportret van Suharto om in de ambassade op te hangen. Twee legerofficieren zijn me deze portretten zojuist komen brengen,’ aldus Wiarto. Meneer Suharto laat er geen gras over groeien. Om 20:15 uur begeleidde ik Nel Oosthout naar de opening van een tentoonstelling van historische kunstschatten uit de Sovjet-Unie in het gemeentemuseum. De iconen waren prachtig. Ik ontmoette er de chefprotocol van Buitenlandse Zaken, W.J.G. baron Gevers. Ik beklaagde me tegenover hem over de impertinente onbeschoftheid van Luns jegens de sultan, waar we beiden tijdens de persconferentie getuige van waren geweest. Gevers was het duidelijk met me eens en zei: ‘Ja, ik zag u naar uw hoofd grijpen...’ (terwijl de aanwezige journalisten de minister juist hartelijk toelachten.) Jonathan Raymond schrijft een lieve brief. Hij had zijn ouders bezocht in Guilford, Connecticut.Ga naar voetnoot70 I enjoyed the simple fact of being in their presence. They are getting older. It is a matter of great sadness to me to recognize that I will have to face their death one day. Then I shall be unutterably alone with no earthly place to return to except as a stranger and an outsider. There is perhaps nothing so beautiful as last fragments of a lifetime | |
[pagina 85]
| |
that exist only as remnants in a man's memory both irrecoverable and perfect, far beyond the noise and debris of active life. I have acquired, probably temporarily, a great contempt for all striving, whether for a suburban home or knowledge, and find myself reduced to absurd laughter, when I see everyone hurrying around to insure himself the just place in live, whatever kind of live it is, and in whatever respect. Yet, simultaneously I experience a contempt for my contempt, a horror for my own tawdry prejudices. Practically never, Willem, do I experience a feeling in a pure unmitigated form. It is perhaps an illusion to think such things exist except in innocent minds. I am always afflicted with a contradiction, an opposite, a second feeling contrary to the first, and draining its intensity to a pale imitation. Nevertheless, for same inexplicable reason, I feel a sense of impending joy, and sometimes am on the verge of weeping, because of a beauty I know about, perhaps the beauty of music. I will leave you now and write again shortly. | |
17 september 1966In Jakarta heeft een delegatie van de zogenaamde generatie van 1945 zich bij Bungkarno gemeld, nu onder de noemer van anticommunistische generatie van 1966. Er ontstond een verhit debat tussen de president en een meneer Sutomo. Het ging er om dat Sukarno zich niet langer marxist zou moeten noemen. Dit weigerde het staatshoofd die benadrukte dat hij ook een nationalist en gelovig mohammedaan was. ‘Ik ben ook maar een mens,’ aldus de president, ‘en mensen kunnen fouten maken. Wanneer jullie, mijn oude vrienden, kunnen zeggen wat ik fout doe, dan kan ik mijn fouten herstellen.’ Intussen verspreidden kwade tongen in Jakarta het bericht dat mevrouw Hartini Sukarno 200 miljoen roepia's aan de ondergedoken communisten zou hebben gegeven om de guerrillastrijd tegen het leger voort te zetten. kasi, het zogenaamde actiecomité van intellectuelen, verzocht Sukarno af te treden en zich wegens verraad aan de natie, samen met mevrouw Hartini, te laten berechten, nota bene. De heren van kasi, de zogenaamde ‘weldenkenden’, zullen er in het licht van de geschiedenis mooi op komen te staan. | |
[pagina 86]
| |
18 september 1966MännedorfIk reed naar Zürich om bij mam, Theo en Nel te zijn. We maakten een trip naar de Walensee en namen een kabelbaan naar de Flumserberg. Mijn gedachten waren bij de brief van Jono, die ik in drie pagina's antwoordde. Frits, Erik, Loet, Richard, uiteindelijk houd je niemand voor jezelf over. | |
20 september 1966A. Teunis van De Spiegel is bereid mijn boek over Sukarno en Indonesië in vier afleveringen te publiceren. Op televisie volgde ik de aankomst van de gouden koets bij de ridderzaal en de troonrede van H.M. de Koningin. Op een dergelijk spektakel is eigenlijk nog maar één reactie mogelijk: ‘Het kan gewoon niet meer.’ Opvallend was de tweede regel in de speech, namelijk: ‘De strijd in Vietnam, waarvan ons bijna dagelijks de beklemmende beelden voor ogen komen, doordringt ons meer dan ooit van de noodzaak geschillen te beslechten door overleg en niet door geweld.’ Bravo, maar wanneer is de kudde zover? In de Parkstraat werd een rookbom naar de koets geworpen en bij de Kneuterdijk een tweede. Twintig nozems werden opgepakt. Er werd stevig gevochten en de politie nam een filmrol van een persfotograaf in beslag. | |
21 september 1966Ook in de koffiekamer van het gebouw van de eerste kamer is een robbertje geknokt tussen ir. J. Baas van de vvd en ir. H. Adams van de Boerenpartij. Het woord proleet viel en het hek was van de dam. Hoofdartikelen in de kranten. Trouwens, na de vertoning met de gouden koets braken gisteren in Den Haag overal relletjes uit. De politie trad hardhandig op en het aantal arrestaties liep op tot 80.
De maharadja van Patiala - die me overigens uitnodigde bij hem in het Motibagh paleis in India te komen logeren - schrijft om me te bedanken. ‘I leave for Malta today to attend the Independence aniversary but before that I wanted to write to thank you for all you did while I was in Utrecht. I had a most interesting time with Mr. Croiset, thank you also for interpreting during this meeting.’ Om 23:00 uur belde Carel Enkelaar dat hij had besloten mij voor de nts naar Indonesië te zenden met een team. Het lijkt | |
[pagina 87]
| |
nu toch werkelijkheid te worden. Eindelijk zal ik Sukarno terug zien. Jammer, dat mijn vader dit niet meer heeft geweten; hij zou trots zijn geweest. Ook ben ik Gerard Croiset, meer dan ik zeggen kan, dankbaar voor zijn introductie bij Enkelaar. Deze doorbraak is niet door mijn oude vrienden, als bijvoorbeeld Henk Hofland tot stand gekomen, maar door een paragnost in Utrecht in wie Carel, blijkbaar, grenzeloos vertrouwen heeft. | |
22 september 1966Vanmiddag ben ik even bij Croiset in Utrecht binnen gewipt om van mijn dankbaarheid te getuigen. Om 19:00 uur ontmoette ik Carel in Badhotel De Zuwe aan de Loosdrechtse plassen. Het uitzicht op het water en de ondergaande zon was prachtig. Mijn honorarium voor de trip zal 2.500 gulden bedragen. Hij wil met het regelen van artikelen in de pers me helpen om wat bij te verdienen. Ik belde A. Stempels van de nrc thuis. Hij was geïnteresseerd. Carel belde met Lücker van De Tijd. Liny Enkelaar voegde zich bij ons voor het diner. Ik vertrek zondag, en dat betekent dat mam alleen moet zijn in de bungalow. | |
23 september 1966Vergadering bij de nts. Mijn crew zal bestaan uit Jan van der Kolk, die veel ervaring in Indië schijnt te hebben opgedaan, Fred Romein is regisseur en Loed Hentze cameraman. Enkelaar gaf mij bij de opening van de vergadering het woord. Hij voegde zijn staf toe: ‘Ik steek mijn handen voor Oltmans in het vuur.’ Ik zou als chef d'équipe optreden en had in het nemen van beslissingen het laatste woord. Ik ontving een brief die de opdracht bevestigde. | |
24 september 1966Om 08:30 uur een laatste vergadering bij de nts, met Carel Enkelaar en negen andere functionarissen. Alvorens het nts-gebouw binnen te gaan, brandde ik een kaars in de kerk tegenover Gooiland. Er was een mis aan de gang voor ongeveer tien mensen, meest vrouwen. Later haalde ik mama van Schiphol. Ik huilde van ontroering toen ik haar uit de Caravelle zag komen. We stopten in Utrecht bij Gerard Croiset. Zelden zag ik iemand die zich zo oprecht verheugde over mijn trip naar Indonesië, en boven- | |
[pagina 88]
| |
dien er de voornaamste architect van is geweest. Hij was gewoon oprecht; een rare commodity these days. Luns antwoordt opnieuw persoonlijk de njk.Ga naar voetnoot71 | |
25 september 1966Ik ben op weg met de Garuda Indonesian Airways naar Jakarta. Indro Noto Suroto haalde me in Huis ter Heide op en bracht me naar Schiphol. Ik telefoneerde daar mijn moeder nog en zei haar dat ik er de meeste spijt van had dat vader geen getuige meer was van dit succes. Dat bracht haar tot tranen. Ik ben er helemaal niet gerust op dat zij nu alleen in het huis slaapt.Ga naar voetnoot72 Bij aankomst in Bangkok werden we verwelkomd door L. Pattiradjawane, een Antara-correspondent, gestuurd door mijn vriend Kolonel Soegeng Djarot, de Indonesische militaire attaché. We namen kamers in het Siam Intercontinental Hotel. Patti nam me meteen mee in een Volkswagen van de ambassade naar Soegeng. Hij zag er precies uit als in 1957 in Egypte. Er waren visaproblemen. Ze werden veroorzaakt omdat Wiarto in Den Haag het ministerie had geseind dat we op weg waren om het proces van dr. Subandrio te filmen. Generaal Suharto had inmiddels verklaard dat buitenlandse journalisten zich door Indonesiërs dienden te laten vertegenwoordigen en zelf niet bij de rechtszittingen aanwezig zouden mogen zijn. Ik begreep trouwens dat kolonel Sutikno Lukitodisastra nu vertrouwensman van generaal Suharto was geworden. Dat gaf me te denken. Sutikno was als militair attaché in Washington de afgelopen jaren nauw betrokken bij het onderhouden van contacten tussen de anti-Sukarno militairen in het Indonesische leger en de cia Hoe kwam hij nu zo dicht bij generaal Suharto geplaatst? Laat ik hier memoreren dat ik, na mijn bezoek aan het Indonesische Garuda I bataljon in Egypte in 1957, een brief die Sutikno aan mij in Jakarta had geschreven, over de constante botsingen tussen Indonesische militairen en de Egyptische bevolking - met doden aan beide zijden - aan president Sukarno had gegeven. Deze brief van Tikno leidde tot een onderzoek naar de situatie op het hoogste niveau en de terugtrekking van het Garuda bataljon uit Egypte. In Memoires 1953-1957 en Memoires 1957-1959 heb ik details gegeven. Zodoende kende ik veel Indonesische officieren, die inmiddels gepromoveerd waren, zoals Sutikno in Washington en Soegeng in Bangkok. Zij waren vrienden. Sutikno maakte echter, mede door | |
[pagina 89]
| |
zijn jaren in Washington - althans dat vermoed ik - een ommezwaai van pro-Sukarno naar anti-Sukarno, of liever Bungkarno had in de ogen van een aantal militairen outlived his usefulness en diende het bestuur van het land nu aan een jongere generatie over te laten. Ook kolonel Soegeng deed het bij me voorkomen alsof de affaire van 1965 in Jakarta een kwestie van ‘de pki of wij’ was geweest. | |
27 september 1966BangkokIn het vliegtuig ontmoette ik Andhie Sutomo, journalist van het blad Waspada, die op reportage in Marokko was geweest, en tegelijkertijd als persattaché had gefunctioneerd op de Indonesische ambassade aldaar. Hij ried ons aan in de Siam Intercontinental te verblijven, een hotel met een ‘pendopo-achtig’ dak en dat als accommodatie totaal gericht was op Amerikaanse toeristen. Vanmorgen brachten we een kort bezoek aan de Nederlandse ambassadeur, een nietszeggend en vervelend doende man. De crew was het er mee eens dat hij zich aanstelde. Het wemelt op Buitenlandse Zaken van dit soort poeha-figuren, de uitstekende diplomaten niet te na gesproken. Vervolgens ontmoetten we kolonel Soegeng in het hotel, over wie de crew bijzonder te spreken was. In overleg met hem zond ik Pak Tikno een telegram of we nu verder zouden kunnen reizen. Soegeng had het druk, want er waren vier Indonesische generaals op bezoek. Jan van der Kolk schoot een bok door naar voren te brengen, dat een directeur van Hembrug aan hem zou hebben gevraagd - terwijl hij voor de nts in Jakarta was - contact op te nemen met een kolonel Hartono, Chief Logistics van Generaal Suharto, met de mededeling, dat indien er zaken waren te doen, de Hemburgdirecteur binnen 24 uur op een vliegtuig zou zitten. Ik wees Van der Kolk in duidelijke taal terecht en wees hem er op dat hij voor de nts naar Indonesië ging en niet voor munitiefabrieken of wie wat-dan-ook te koop aan had te bieden. | |
28 september 1966Ik vroeg, telefonisch, aan kolonel Soegeng waar ons visum bleef, maar hij antwoordde in onverbloemd Nederlands: ‘Geduld is een schone zaak.’ Het begint vervelend te worden en te lang te duren. Ik informeerde Carel Enkelaar. Die gaat nu waarschijnlijk aan Gerard Croiset vragen of we visa krijgen en deze zal wel antwoorden dat alles in orde komt. | |
[pagina 90]
| |
29 september 1966Bezocht kolonel Soegeng samen met Jan van de Kolk. De kolonel begrijpt er ook niets meer van. Hij had de codeofficier opdracht gegeven hem desnoods 's avonds thuis te berichten wanneer er een okay uit Jakarta kwam. | |
30 september 1966Ik raakte bevriend met Somehart Tongnoon, de Thaise badmeester van het zwembad, een beauty, die afgestudeerd was aan het College of Physical Education in Bangkok. Indonesië is gisteren weer lid van de vn geworden. Adam Malik leidde de Indonesische delegatie terug naar de vergaderzaal. Vier Indonesische jongens en vijf meisjes bevonden zich op de publieke tribune en begonnen een demonstratie tegen het feit dat er honderdduizenden mensen tijdens de zogenaamde coup van 1965 door het Indonesische leger waren vermoord. ‘No seat for murderers in the United Nations’ riepen de jongens en meisjes. Vanmorgen hebben we een televisie-opname met ambassadeur Slingenberg gemaakt. Bij de lunch belde kolonel Soegeng, dat we om 15:00 uur onze visa konden afhalen en vanavond met vlucht 933 van de Garuda Indonesian Airways naar Jakarta zouden kunnen afreizen. Ik telegrafeerde Enkelaar. Ik ben wel opgewonden om eindelijk weer voet op Indonesische bodem te zullen kunnen zetten. |
|