Memoires 1966-1967
(2002)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
21 april 1966New YorkMijn vader is dood. God. Middernacht. Ik liep in de regen nadat mams telegram arriveerde en kreeg een huilbui. Vanmiddag aarzelde ik nog om een kaars te gaan branden. De afgelopen weken wilde ik steeds naar Huis ter Heide bellen. Nu is het te laat om met mijn vader te spreken. | |
22 april 1966Ik sprak met mam. Zij huilde en was dankbaar mijn stem te horen. Gisteravond had vader haar in Zeist bij mijn grootmoeder Poslavsky opgehaald waar zij aan grootmama's ziekbed had gezeten. Zij hadden wat nagepraat en een avond-Blümchen ingeschonken vader nam een slok, trok daarop een vreemd gezicht en zei: ‘het bekomt me niet’, waarop hij van zijn stoel was gevallen. Mijn moeder telefoneerde de huisarts en mijn oom Alexander PoslavskyGa naar voetnoot2. Zij constateerden dat vader aan een hartaanval was overleden. Loet Kilian en Richard Thieuliette brachten me naar jfk Airport. | |
[pagina 2]
| |
der had geen instructies achtergelaten bij de notaris of hij begraven of gecremeerd wilde worden. Met mijn moeder aan de arm liepen we door de lanen. Ik besefte - omdat zij samen met vader begraven wilde worden - daarom ook haar eigen laatste rustplaats uitzocht. Ze stond stil en vroeg de begrafenisondernemer of een plaats op een glooiing vrij was, ‘want hier is veel zon’. Mijn vader had het zwaar eiken bureau van mijn grootvader ir. H. van der Woude georven, een der oprichters van het chemische kinine bedrijf acfGa naar voetnoot3. Zijn werkplaats was onaangeroerd gebleven. Zijn paperassen lagen nog precies zoals hij die avond van 21 april was opgestaan om mijn moeder uit Zeist op te halen. Ik hield zijn bril in mijn handen, en ging zitten om aan Richard te schrijven. Broer Theo arriveerde uit Rhodesië. Gelukkig. Hij ging onmiddellijk in de kamer waar mijn vader lag. Ik kan dat niet. Een stroom van familieleden, ook veel Indische familieleden, kwam afscheid nemen. Iedere keer wanneer mam hen naar vader begeleidde greep het haar opnieuw verschrikkelijk aan. Ik omhelsde mam van tijd tot tijd om haar te troosten. Broer Hendrik uit Kaapstad is op reis en komt dus niet op tijd voor de begrafenis. | |
24 april 1966Ik reed naar Frits van Eeden in Den Haag. Het was nodig bij hem te zijn. Hij zette een Chopinplaat op en we praatten over zijn nieuwste tekeningen en beelden. Frits gaf me nieuwe energie. Erik en Helga van der Leeden kwamen van mijn vader afscheid nemen. Erik ging naar mijn vader toe. Het gaf me te denken Moest ik dit voorbeeld volgen? Van alle mensen, die kwamen condoleren geloofde ik oom Erik Mennega en oom Jo Wibaut het meeste: zij waren echte vrienden van mijn vader. Vanavond ben ik met mam bij mijn vader geweest. Hij lag rustig en lief in mijn bed. | |
[pagina 3]
| |
brief aan mijn moeder. Ging opnieuw bij vader kijken. Ik kan het niet geloven. Vader is nu in een kist geplaatst. | |
26 april 1966Vader is begraven. Het maakt me volkomen stil. Stil in de zin van alleen op de wereld. Ik ben nog eenmaal afscheid van hem gaan nemen. Er viel precies een zonnestraal op zijn gezicht. Het is nu twee uur. Mam is nu voor het eerst in al die jaren alleen in bed en alleen iedere dag. Wat kan ik doen? Theo wist het ook niet. In 1961 maakte ik, om een nieuwe tape recorder te testen, een opname van een gesprek met mijn ouders. Ik probeerde de tape te spelen, maar kon er niet naar luisteren. Theo liep ook de kamer uit. | |
27 april 1966Theo bracht me naar Schiphol. Hij noemde de afgelopen dagen de indrukwekkendste en droevigste uit zijn leven. Mam vroeg gisteren voortdurend naar mij. ‘Waar is Wim?’ zelfs toen ik in de rouwauto op de strapontijn voor haar zat. Ik heb haar tijdens de begrafenis voortdurend bij de arm genomen en ondersteund, vooral wanneer zij het te kwaad kreeg. Het was de eerste keer dat ik in een stoet voor een overledene mee reed. Mam hield zich eigenlijk ongelooflijk goed. ‘Ach,’ zei ze, ‘hoe zou je vader het hebben gevonden, wanneer ik me zou hebben laten gaan.’ Zij had een ongewoon pittig telefoongesprek met haar zuster in Wassenaar gehad over de verzorging van grootmama en zei: ‘Het gekste is, nu ik je vader, het liefste wat ik had, heb verloren, kan me ook dat niet meer schelen.’ Van de eigenlijke begrafenis beleefde ik maar weinig. Het was prachtig zonnig weer. Zelfs op de tape van de toespraak van neef Hans Klink kan je de vogels buiten horen. De muziek van Dvorak bracht pas tranen. Ik zal er voortaan altijd met deze herinnering van deze dag naar luisteren mam was erg verdrietig dat zij taal noch teken van broer Hendrik heeft gehoord Theo vermoedt dat hij op een zakenreis is. Ik kijk naar de Atlantische Oceaan beneden ons. De kist daalde zo snel in het graf. Er was geen tijd om na te denken mam had namens ons zorgvuldig een boeket gemaakt. Deze ging mee in de diepte evenals een krans van aronskelken van de kininefabriek. John Massaut was aanwezig namens de directie. Ik denk aan die ene zonnestraal op mijn vaders gezicht, toen hij nog in mijn bed lag. ‘Precies als bij het Voortrekker Monument in Pretoria,’ zei mijn moeder. |