Memoires 1963-1964
(2000)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 222]
| |
New York7 mei 1964Bij aankomst op J.F.K. werd mijn residencecard ingehouden, en ik werd voorwaardelijk het land binnengelaten. Ik moet me vandaag op 20 Broadway melden. Loet haalde me af. Hij heeft geen lening kunnen krijgen om naar de vliegschool in Oklahoma te kunnen gaan. Ik leef met hem mee. Ze lieten me bij de immigratiedienst eerst een uur wachten. Daarna moest ik precies opgeven waar ik in Mexico was geweest, en alles werd uitgetypt. Ik diende de eed af te leggen en te verklaren, voor de zoveelste maal, dat ik geen communist was of tot een communistische organisatie behoorde of had behoord. Ze zijn gek. In de uno dezelfde parade van gezichten. Hella Pick dook ook weer op, wat me herinnerde aan een uitspraak van haar, de laatste keer dat ik haar ontmoette: ‘Why don't you marry me?’ Hoe komt ze erbij? Ik reed met de auto naar Waterburry, Connecticut. Herinneringen aan mijn Yale-tijd en Freddy Heath in 1948-1949. De kap was open, en de heesters langs de Parkway stonden in bloei en roken heerlijk. Ik miste Frits. Stopte in New haven en wandelde de Yale Co-op in. Pierson College, mijn favoriete plekje waar ik een jaar woonde, was in full swing. Om 18.30 uur gingen we aan tafel en om 20.30 uur sprak ik voor de Waterbury University Club. Na afloop wilde ik Loet bellen, maar ik werd aangesproken door een dameskapper, Joe. Hij nam me eerst mee naar huis en gaf me een blow job, zodat ik, na een rit van twee uur, flink moe thuiskwam. Het viel me op dat niemand aan de dinertafel in staat was ook maar één titel te noemen van een lezing in het achterliggende seizoen. | |
8 mei 1964Roger Baldwin, de voorzitter van de International League of the Rights of Man, schreef me en vroeg of ik zitting wilde nemen in zijn organisatie.Ga naar voetnoot285 Ik vroeg Rob Keedick om advies. Hij raadde het af. Ik voel er ook weinig voor. | |
[pagina 223]
| |
Lunch met Santo. Peter Schroeder, secretaris van de Group of Netherlands Correspondents in the United States, deelde mij mee dat de groep tijdens de vergadering had besloten om mijn aanvraag tot lidmaatschap aan te houden en tot nader order uit te stellen.Ga naar voetnoot286 Hiervoor probeerden Van Rantwijk en Jongerius mij dus te waarschuwen. Ik weet niet wie er precies in die fameuze groep zitten, maar het moeten wel lichtgewichten zijn. Esquire is deze maand verschenen met vijftien brieven van Lee Harvey Oswald aan zijn moeder, geschreven vanuit de ussr. Het Oswald-verhaal blijft mysterieus. Loet sprak vanavond lang en diepgaand met me over meisjes en belangstelling hebben voor vrouwelijk schoon. Maar mijn gedachten dwaalden af naar Frits. Ik mijmer en droom over hem en ben in gedachten met hem bezig, en merk nauwelijks wie er om me heen is. Wanneer ik naar muziek luister wil ik meteen terug naar Huis ter Heide. Frits heeft me gedwongen onverschillig jegens hem te handelen. Ik zou hem willen schrijven, maar hij wil dat ik een komedie opvoer en niet toegeef aan gevoelens. Ik zal zwijgen en alles voor mezelf houden, maar het is er helemaal: ik hou van hem. Zelf is hij eenzaam en zegt dan opeens: ‘We zoeken eigenlijk allebei hetzelfde.’ | |
10 mei 1964Moederdag. Ik schrijf aan mam. Ik zag dat National Education Day in Jakarta werd gevierd met het verbranden van vijfhonderd Nederlandse, Duitse, Franse en Engelse boeken.Ga naar voetnoot287 Ik vind dit onbegrijpelijk, en kan me niet voorstellen dat Sukarno of Abdulgani iets dergelijks sanctioneren. | |
11 mei 1964Lezing voor de Massachusetts Federation of Woman's Clubs in Newtonville, Massachusetts. Reed met Loet naar Cambridge, waar we logeerden bij Jake Celosse. Ook de weg terug was prachtig, zonnig, we reden met open kap en hebben genoten. We namen een marinier mee, Gray Stirk (19), die op het punt stond te trouwen en bij ons in Kew Gardens overnachtte. | |
[pagina 224]
| |
14 mei 1964Dartmouth CollegeVloog gisteren naar Hanover, New Hampshire, en werd door professor Herbert WestGa naar voetnoot288 afgehaald. We reden rond de campus, die ik eigenlijk nog aantrekkelijker vond dan die van Yale. Het is hier trouwens puur Ivy League. Peau de suède boots zijn in. Het moet worden toegegeven: Yankees zien kans zich sexy op te tuigen. Beautiful guys everywhere. Herbert Faulkner West, professor in Engelse literatuur, is een verwoed collectioneur van boeken. Zijn huis wordt eronder bedolven. Hij schildert met waterverf, meestal vogels. Hij noemt zichzelf de populairste professor van de campus, want meer dan vijfhonderd studenten schrijven zich voor zijn colleges in. Vanmorgen gaf ik dus - buiten het bureau van W. Colston Leigh om - een clandestiene lezing in een klas van professor West. Ik kon niet echt op gang komen. De respons was uitstekend, maar ik had veel beter voor de dag kunnen komen. Er waren geen echte hoogtepunten. We lunchten in de Hanover Inn. Veel studenten hadden toch vragen. Gaf een interview aan het College Radio Station, met interviewer John Haskins (20), een student rechten. Hij bood aan me naar Boston te rijden in zijn high powered Corvette. Omdat hij 's zomers op Long Island aan autoraces meedoet, gaf General Motors hem de auto. Zijn vader is hier tegen, omdat hij zijn enige zoon is. ‘Maar dad was in de oorlog een gevechtsvlieger en hij kwam er als generaal uit. Nu is hij strafpleiter. Ik vind dat ik ermee moet doorgaan.’ Hij heeft veel plezier in het afnemen van radio-interviews. Hij ondervroeg Malcolm X, die hij ‘niet goed bij zijn hoofd’ noemde, terwijl James Baldwin trachtte hem ervan te overtuigen dat hij niet wist wat hij miste door de homoseksualiteit af te wijzen. ‘I was told as a kid that it was less bad to go out and lay a girl than to jerk myself off’, zei hij. Als gevolg was hij ‘into women’. De autorit van tweeënhalf uur was uiterst plezierig. President Humberto Branco van Brazilië heeft gedaan wat Washington van hem verlangde: de banden met Cuba verbreken. Als reden werd opgegeven dat Cuba zich te veel zou mengen in de binnenlandse aangelegenheden van Brazilië. Onzin. | |
[pagina 225]
| |
Minister van Defensie Robert McNamara heeft president Johnson een nieuw plan voorgelegd voor opgevoerde militaire en economische hulp aan Zuid-Vietnam. Sedert 1961 zouden 128 Amerikanen in Vietnam zijn gesneuveld. | |
15 mei 1964Life wijdt, verlucht met foto's, veertien volle pagina's aan de ‘Insider's Chilling Story of Hoffa's Savage Kingdom’. Ed Partin, een van Hoffa's naaste medewerkers, doet uitvoerig uit de doeken hoe gangster Hoffa een complot bedacht om Robert F. Kennedy en een aantal Kennedy-kinderen te laten vermoorden. Het is toch je reinste waanzin dat een vooraanstaand blad als Life zich bezighoudt met dergelijke drek. Het lijkt wel of men de loslopende gekken in dit land - en dat zijn er nogal wat - op het idee wil brengen Bobby Kennedy alsnog koud te maken. | |
16 mei 1964Pittsburgh, PennsylvaniaArriveerde met de nachtbus uit New York. Naast me zaten twee zwarte tieners, minnaars. De een droeg jeans en had een snorretje. De ander, tenger met brilletje en niet erg aantrekkelijk, liet zich knuffelen. Ze sliepen de hele nacht in elkaars armen. Op mijn vraag vertelden ze dat de romance reeds drie maanden duurde. De moeder van Gray Stirk, de marinier die Loet en ik hadden meegenomen, belde gealarmeerd vanuit Boston. Gray had haar aan mijn werktafel in een brief geschreven dat hij wilde deserteren en niet naar zijn kamp wilde terugkeren. De moeder was begrijpelijkerwijs in alle staten. Loet zette hem op de New Jersey af. We weten niet wat hij verder heeft uitgespookt. Lezing voor de College Club van Canton, Ohio. Vermoeiende zaak. Vooral het geklets. Sommige dames waren in tranen. Een prettig intermezzo was dat mijn oude vriend Jim Barnard weer eens opdook. Hij werkt nu als hard-hat en zit in een kraan bij een staalbedrijf. | |
[pagina 226]
| |
Mijn vriend Diarto had als staflid van Ruslan Abdulgani, de minister van Voorlichting, een aanbod gekregen om naar het Indonesische paviljoen in New York te gaan, maar hij blijft op Java. ‘Ik ben een van de weinigen die liever van dichtbij het gebeuren in Indonesië observeert. Voor mij betekenen deze gebeurtenissen een vorm van colleges die je op geen enkele universiteit vindt. Gebeurtenissen in mijn land zijn vaak onlogisch volgens de normale logica of mathematica. Volgens Amerikaanse of Europese maatstaven moest Indonesië al lang ophouden te bestaan. Maar het is een feit dat onze republiek er nog altijd is, en we danken God voor zijn zegeningen. Onder Bungkarno bloeit de islam, bloeit het christendom, bloeit het nationalisme en tegelijkertijd ook het communisme. Ondenkbaar voor iedereen die deze groeperingen in de maatschappij als antagonistisch beschouwt. De levensfilosofie van Indonesië wordt helaas van alle kanten bedreigd door mogendheden die een andere levensbeschouwing hebben.’Ga naar voetnoot289 Mijn eigen analyse van Indonesië en het beleid van Bungkarno liep exact parallel aan die van Diarto. De anticommunistische hysterie van Washington, de cia en de met die twee krachtenvelden bevriende Indonesische militairen, zal nog eens rampen veroorzaken. Zoals overal ter wereld, nu ook weer in Saigon. Henk Hofland schrijft 5 regels: ‘Beste Wim, voordat je nog eens verhalen aan Verrips vertelt of fragmenten uit je dagboek voorleest, laat het mij dan even weten. Hartelijke groeten, Henk.’Ga naar voetnoot290 Na alles wat we langzamerhand weten vind ik het nog steeds onbegrijpelijk dat Henk met W. Verrips in zee ging, aan de hand van diens sensationele maar tegelijkertijd toch wel gedetailleerde informatie over geheime pourparlers tussen Indonesiërs en Nederlanders, waaronder socialistische politici. Hij besloot desondanks een opvallend artikel te plaatsen in het Algemeen Handelsblad van 25 april 1964. En vervolgens, na een blijkbaar onvoorziene lawine van protesten en ontkenningen van Paul Rijkens, Vondeling en anderen, kroop hij als gewoonlijk in zijn schulp. Hij piekerde er dus niet over ruiterlijk met Verrips verder te strijden. Op 8 mei 1964 plaatste Henk wel Vondelings brief, die zei dat geen leidende PvdA'ers hadden deelgenomen aan geheim overleg in Parijs of Ostia. Het door Verrips en mij opgestelde weerwoord werd echter niet door hem gepubliceerd. Het was het oude liedje: Henk was | |
[pagina 227]
| |
iets begonnen, maakte het niet af, en hoopte maar dat het incident met een sisser zou aflopen. | |
18 mei 1964Ik had een zeer diepgaand gesprek met Loet en zal er niets over opschrijven. Het was zeer privé. Ik zal het echter niet vergeten.Ga naar voetnoot291 Er waren momenten dat hij tranen in zijn ogen had. Om 22.00 uur gingen we naar vliegveld J.F.K. om de privé-secretaris van de Indiase minister van Onderwijs, Janak Khendry af te halen. Hij is gekomen voor het debat in de uno over Kasjmir. Hij logeerde bij ons. We spraken nog uren. Janak is erg vrij en open, on-Aziatisch eigenlijk. Hij sliep bij mij wel typisch Aziatisch, affectionate, close en toch verder niets. Het blijft een eenzaam bestaan in New York. Ik voel me tenminste vrij miserabel en verdrietig, ondanks mijn eigen flat, auto, geen onmiddellijke geldzorgen, en prachtig weer met zon. Loet is er nog. En toch. | |
21 mei 1964Mevrouw Person had me gezegd de Indonesische dansen in het paviljoen op de Trade Fair ‘eentonig, wel lief maar slaapverwekkend’ te hebben gevonden. Toen ik dit Loet vertelde antwoordde hij: ‘Ik niet.’ Zo kwam de aap uit de mouw. Hij was zaterdagavond naar de dansen in het paviljoen gaan kijken. Iemand had hem meegevraagd. Er is altijd weer een ‘iemand’ die belangrijker is, en terwijl wij toch al geruime tijd samenwonen werd er met geen woord over gerept. Loet en ik zouden vandaag naar de tennisbanen in New Jersey zijn gegaan. Maar ik wil niet mee. Ik ga nu naar de uno. Je wordt gedwongen de ander precies zo te behandelen. Ik heb schoon genoeg van die Indische tinka's.Ga naar voetnoot292 Ambassadeur Adlai Stevenson hoorde ik vervolgens in de Veiligheidsraad toegeven dat Zuid-Vietnamese troepen op 7 en 8 mei de grens met Cambodja waren over getrokken om Vietcong-terroristen achter hun vodden te zitten die zich daar verscholen. Saigon had daar reeds verontschuldigingen voor aangeboden. Ambassadeur Nikolai Fedorenko van de Sovjet-Unie diende de Amerikaan van repliek. Hij vroeg zich af hoe Stevenson werkelijk kon denken dat hij een regime in Saigon op de been hield en soldaten naar Zuidoost-Azië kon zenden in de over- | |
[pagina 228]
| |
tuiging dat dit gebeurde in het belang van de wereldvrede. ‘It's very strange what one can do with logic’, aldus Fedorenko. Eigenlijk vervelend propagandistisch gebekvecht. | |
22 mei 1964Een bijzondere brief van Erik. ‘Ik heb even tijd nodig gehad om mijn gedachten te ordenen’, schreef hij. ‘Het leek me niet bepaald geslaagd een verward verhaal te spuien waarmee ik mijn vernieuwde ideeën kon uiten... Ik heb een vriend terug. Er is ergens in Eindhoven een zonnetje doorgebroken.’ Hij zette uiteen dat zijn aanstaande vrouw mij langzamerhand was gaan waarderen en de vriendschap tussen Erik en mij tenslotte had geaccepteerd. Hij schreef dat onze relatie een niet in te nemen plaats in zijn mind vertegenwoordigde. Verderop meldde hij: ‘Ik heb een nieuwe eigenschap bij je ontdekt. Je rijdt als een beest, dat weet je zelf, maar wel goed en safe!’ Hij spoort me aan terug te keren ‘tot het oude recept’ en een vriendin te zoeken. ‘Ik ben nu, mede door de verhalen over de volgelingen van markies De Sade, tot de overtuiging gekomen dat jou willen zien en het beleven van nieuwe dingen een soort onverzadigbare lust tot nieuwe prikkels is.’ Ik maakte onbevredigend gebruik van mijn capaciteiten. ‘De wereld kun je niet veranderen, dus waarom verander je jezelf niet?’ Loet gaat vanavond naar Holland en neemt een antwoord en een pakje voor hem mee. Dartmouth College heeft een ‘Great Issues Course’ waar alleen bekende sprekers voor worden gevraagd. James Cusick, een lid van de directie, schrijft me dat men me uitnodigt om op 30 november naar Dartmouth te komen en een rede te houden. Blijkbaar hebben zoveel studenten uit het college van professor Herbert West hierom gevraagd dat ze hiermee de wens van de studenten vervullen. | |
[pagina 229]
| |
Onno Leebaert kondigde aan dat een Nederlandse meneer een boek moet komen aansmeren dat over zijn leven gaat. Maar hij spreekt geen Engels. Er wordt een tolk gezocht. Ik aarzel. Het tijdschrift Look wil niet onderdoen voor Life en komt eveneens met een reportage: ‘Behind the plot to assassinate Robert Kennedy’ geschreven door Clark Mollenhoff.Ga naar voetnoot293 | |
27 mei 1964Jawaharlal Nehru is overleden. Hij werd 74 jaar. De wereld verliest een staatsman van formaat. India is niet voor te stellen zonder deze man. Wat zal er gebeuren? Behalve Dean Rusk zou ook Jaqueline Kennedy naar New Delhi moeten gaan. Mora Henskens introduceerde me bij de New Yorkse advocaat baron Van Heemstra, een neef van de familie Luns, aan wie ik vroeg of de Immigration Service iets zou kunnen ondernemen tegen mijn emigratie-stuts en groene kaart. Intussen vertrouwde Nol Vas Dias van de nrc me toe dat de Netherlands Correspondents Circle vooral bewaren had tegen het feit dat ik mevrouw Oswald in het uno-gebouw had meegenomen. Dit is toch onvoorstelbaar! Woonde tien minuten de receptie bij ten huize van Sjef van den Bogaert voor consul-generaal B.J. Slingenberg en zijn vrouw. De Chinese zaakgelastigde in Den Haag, de heer Liao Ho-sho, schreef me dat ik naar Peking zou kunnen reizen wanneer ik maar wilde, niet als journalist maar als toerist.Ga naar voetnoot294 Toch vermoed ik dat Washington me, evenmin als naar Cuba, me niet naar China zal laten gaan. Mao is zeventig geworden. De bladen staan boordevol reportages. | |
30 mei 1964Eindelijk een dag met Santo doorgebracht. Ik was al om 08.30 uur in zijn flat. We bezochten eerst de zoon van zijn grote baas en daarna de heer Ginsburg zelf, die dus zijn architectenbureau leidt. We bleven voor de lunch. In de middag reden we naar een huis dat Santo heeft ontworpen en gebouwd op een heuvel die uitziet op de Hudson rivier. Daarna stopten we bij Arnold BrackmanGa naar voetnoot295 en zijn vrouw in Dobbs Ferrie. Brackman had zojuist een reis gemaakt naar de Filipijnen en Maleisië, inbegrepen de omstreden gebieden. | |
[pagina 230]
| |
De mensen in Noord-Borneo beschouwden Indonesië als een fascistisch land en wilden bij Maleisië blijven, zei hij. We gingen later naar een film, Cool World, en ik ontdekte warempel dat een der acteurs Joe Dennis was, de jongen die ik in 1960 in Detroit leerde kennen. Santo's vader heeft hem gevraagd naar Indonesië terug te komen. Hij is nu zeven jaar in de vs. Het wordt tijd, en ik denk dat hij dan niet meer naar hier terugkomt. Hij wil Marguerita meenemen opdat zij een indruk krijgt van haar toekomstige vaderland. | |
31 mei 1964Loet is terug op zijn verjaardag. Hij zag er prima uit, was opgewekt, en reed de auto. Hij bracht een cadeautje voor me mee: Tempo Doeloe deel 2. Hij lunchte met zijn broer Roy bij mijn ouders. Frits had mijn vader gebeld om te bedanken voor het doorzenden van een pakje. W. Verrips had het pakje opgehaald dat ik voor hem had meegegeven. Ze hadden met zijn allen op het terras gezeten. Mijn vader heeft een Austin gekocht, model 1962. | |
1 juni 1964Loet zei onder de indruk te zijn van hoe homoseksualiteit in Holland steeds opener is geworden. Er schijnt zelfs een gay bar te zijn in de straat waar zijn ouders wonen. Ook op het Scheveningse strand, zei hij, wemelt het tegenwoordig van de nichten. Ik denk dat hij er kijk op gekregen heeft. De New York Times waarschuwt dat de Warren Commissie naar alle waarschijnlijkheid de oorspronkelijke conclusie van de autoriteiten in Dallas zal bevestigen, en Lee Harvey Oswald als de moordenaar aanwijzen. Ze maken zich er met een jantje van leiden vanaf. Het rapport zou minstens zesduizend pagina's beslaan.Ga naar voetnoot296 Schreef Bungkarno voor zijn verjaardag van 6 juni een aangetekende brief. De vraag is of hij die ooit zal ontvangen. G.W.J. Elfferich van de avro bericht, dat pas nadat de heer Max Tak deze zomer in Hilversum is geweest, inzicht zal zijn verkregen of er afspraken mogelijk zijn met mij. Dat kan ik dus verder vergeten, want wat die man betreft deel ik de mening van Bernard Person. | |
[pagina 231]
| |
2 juni 1964Frits schrijft dat hij zich nu ook bezighoudt met ballet, met vier lessen in de week. Hij versnippert zo zijn talent. Hij had beter judo kunnen gaan doen, of tennisles nemen. Maar zijn brief is lief. Heb Frans van Heemstra nu zelf ontmoet. Hij werkt in het advocatenkantoor van Aberlee, Kooiman, Amon & Marcellino in Wall Street. Hij is niet mijn type - ongetwijfeld oprecht, maar ik vraag me af hoe slim hij is. Hij wil nagaan of het zin heeft mijn immigratiestatus dan maar op te geven, opdat ik ongehinderd kan reizen. Fidel Castro heeft bekendgemaakt dat er ballonnen boven Cuba zijn gesignaleerd. Hij verwacht dat de vs een bacteriële oorlog zullen beginnen. Washington noemt die beschuldiging ‘absurd’.Ga naar voetnoot297 | |
3 juni 1964Lal Bahadur Shastri gaat het overnemen in India. Na Nehru wel een erg zwakke broeder. Tot diep in de nacht met Loet over het onderzoek van de immigratiedienst gesproken. Gisteren adviseerde hij me W. Verrips te bellen en diens steun te vragen.Ga naar voetnoot298 Dat heb ik gedaan en hij zegde direct toe actie te zullen ondernemen. Intussen schijnt uitgeverij Doubleday mij als tolk te willen voor de twaalfdaagse rondreis van een Nederlander die zijn boek komt aansmeren. Dat is positief nieuws: zeshonderd dollar meer. Professor Ivo Samkalden heeft aangedrongen op de samenstelling van een witboek over de Nieuw-Guinea-affaire, maar minister Luns blijft het afhouden. Luns wil niet dat bepaalde informatie openbaar wordt. Harm van Riel (vvd) stelde daarop als tussenweg een historisch onderzoek voor, maar Luns houdt in alle toonaarden de boot af.Ga naar voetnoot299 Natuurlijk, want hij barst van de boter op zijn hoofd. Maar hoe krijgt hij het toch iedere keer weer voor elkaar? De klm vliegt vanaf 12 juni weer tweemaal per week op Jakarta. | |
[pagina 232]
| |
Verrips benadrukte in ons telefoongesprek dat hij had vernomen dat de Republikeinen in Washington een onderzoek willen naar wat zich heeft afgespeeld rond de Nieuw-Guinea-affaire. Ik belde Bernard Person, die vertelde van Hofland reeds een telegram te hebben ontvangen met de vraag uit te zoeken wat ervan waar was. Person riep de hulp in van (nota bene) Sjef van den Bogaert om erachter te komen. | |
7 juni 1964Om 07.30 uur belde W. Verrips. Hij had de zaak persoonlijk met Robert Kennedy besproken. Het volgende beeld tekende zich af: 1) Robert Kennedy was woedend dat ik mij met mevrouw Oswald had ingelaten, want vrijwel meteen hierna was zij in contact gekomen met communisten en de sovjetambassade. 2) Ik bleef omgaan met mensen die geschaduwd werden door de geheime diensten. 3) Ik ging door met contacten met homoseksuele vrienden. Loet Kilian was ook een homo en Verrips zei: ‘Doe die jongen weg, ga alleen wonen, en kleed je voortaan niet meer als een jongen van negentien.’Ga naar voetnoot300 4) Je bent in je lezingen erg kritisch. Dat is niet zo erg. Maar je valt ook Amerikaanse senatoren aan en dat is onder hun aandacht gebracht. 5) Nu is bekend geworden dat je naar China wilt reizen en nu houdt men je ook weer in Holland in de gaten. 6) Toen mij werd gevraagd naar mijn mening heb ik je gezegd dat ik in het verleden ook wel ruzie heb gehad, maar dat je het afgelopen jaar rustig was geworden, tv ging doen en een boek ging schrijven. Op de vraag of ik voor de communisten werkte, moet Verrips hebben geantwoord dat hij dit niet wist. ‘I don't think so, and if he does, it is for the money’, moet hij hebben gezegd. ‘Die jongen is ergens een geniaal journalist, maar soms is het precies een snotjongen van twintig jaar die zich niet kan beheersen.’ Verrips vervolgde: ‘Ik heb niet geëist dat ze je met rust laten op basis van “ik heb jullie in het verleden ook geholpen”, want dan krijg je dat als je over een halfjaar een foutje maakt ze je er alsnog uitgooien. Die lui in New York krijgen de pest in als er uit Washington bevel komt je te laten gaan, want dan zoeken ze juist iets. Dan gaat de middenmoot pas goed aan je werken.’ Ik heb Verrips een brief van zes pagina's geschreven waarin ik een en ander precies uiteenzette. | |
[pagina 233]
| |
8 juni 1964Lunchte met een Roemeense diplomaat, Georghe Popa, een voormalig ingenieur bij een oliebedrijf. Oost-Europa vraagt zich af of Washington werkelijk een oorlog in Zuidoost-Azië gaat ontketenen, vooral nu de Barry Goldwater-supporters steeds sterker schijnen te worden. Tegen het einde van de maaltijd kwam de verkoop-clou. Hij had een vriend bij het Roemeense blad World, en of ik eens een artikel, desnoods onder een andere naam, wilde schrijven? In geen duizend jaar! Mevrouw Muhadi van de Indonesische missie informeert me dat ambassadeur Zairin Zain en mijn vroegere vriendin Emily MachbulGa naar voetnoot301 zijn getrouwd. In de New York Times trachtte een schrijver uit Harlem de ‘black psyche’ te verwoorden. ‘Just as surely as East is East and West is West,’ schreef hij, ‘there is a “black” psyche in America as there is a “white” one, and the sooner we face up to this social and cultural reality, the sooner the twain shall meet. Our emotional chemistry is different from yours (whites) in many instances. Your joy is very often our anger an your despair our fervent hope. Most of us came here in chains and most of you to escape your chains. Your freedom was our slavery, and therein lays the bitter difference in the way we look at life.’ En verderop: ‘My fight is not to be a white man in a black skin, but to inject some black blood, some black intelligence into the palid mainstream of American life, culturally, socially, psychologically, philisophically. This is the true deeper meaning of the Negro revolt.’ W.W. Rostov schreef in een mijns inziens alarmerend artikel in de Times dat de veiligheid van de zogenaamde ‘vrije westerse wereld’ zou afhangen van westerse ‘superior nerve and skill’. Ik schreef mijn oude vriend een brief waarin ik in zes punten tegengas gaf aan sommige van zijn stellingen. ‘I fear that we are walking at present straight into the Chinese communist trap in Southeast Asia. De Gaulle's analysis is correct. Neutralisation of the entire area is the only way. I am afraid our Asian specialists in Washington excel in self-delusion.’Ga naar voetnoot302 | |
[pagina 234]
| |
Newsweek wijdt een omslagverhaal aan Ho Chi Minh. Dat is een man waar de Amerikanen de komende jaren nog wel eens veel over te horen kunnen krijgen. Ben naar de Immigration Service gegaan, en sprak met Soberman en een fbi-agent om duidelijk te maken waarom ik me met mevrouw Oswald had ingelaten, naar China wilde en niet was ingegaan op het voorstel van de heer Popa om een artikel voor de Roemenen te schrijven. Om 11.00 uur was ik bij Doubleday Publishers en ontmoette ik Lebaron Barker (redacteur), zijn p.r.-dame Louise en ook Jack Harrison Pollack, de schrijver van het boek over de Utrechtse paragnost Gerard Croiset.Ga naar voetnoot303 Pollack leek een zenuwachtige joodse meneer, met ongewassen handen en zwarte nagelranden. Je vraagt je af hoe dit soort lieden het altijd zover brengt. Ik begrijp nog niet helemaal precies wat Croiset doet, maar daar kom ik nog wel achter. | |
10 juni 1964Voel me niet erg jarig onder de omstandigheden. Een telegram van Theo uit Salisbury, Rhodesië. Lieve brieven van mijn moeder, grootmoeder Poslavsky en natuurlijk Aunty. Zij had het gevoel dat ik ‘wat meer wind in de zeilen’ had gekregen, ‘en daar verheug ik me erg over.’ Zij wees er ook weer op, rekening te houden met mijn oude dag. Maar het gevecht om nú is dermate hevig dat ik daar werkelijk nog lang niet aan toe ben. Ze bedankte me voor de opname van Beatrix en mij in Mexico. ‘Jij staat er beter op dan de jonge dame, maar het is toch heel grappig om te hebben.’ Inderdaad, want tenslotte waren Beatrix en ik haar beide ‘aangenomen kinderen’. | |
11 juni 1964Lees met stijgende verbazing het boek over Gerard Croiset. Helderziendheid moet een gave zijn, die Croiset heeft geprobeerd te analyseren op een wetenschappelijke manier. Hij schijnt Albert Plesman ook te hebben gekend, wat me verbaasde. Het zal een bijzondere ervaring worden die man hier te hebben. Ik wil niet dat hij me ook maar iets over de toekomst van mijn leven vertelt, noch over mijn vrienden of mijn werk. Ik wil er gewoon niets over weten, vooral omdat ik denk dat ik zal gaan geloven in die man zijn gaven. | |
[pagina 235]
| |
12 juni 1964Om 06.30 uur kwam een schilder, blijkbaar op instructie van de huisbaas, de ramen schilderen. Loet en ik sliepen nog (als altijd ieder in zijn eigen bed), maar we vonden dit ongelegen. Om 07.00 uur telefoneerde ik de huisbaas, Mr. Jack Spolan. Diens bejaarde moeder verscheen hierna aan de deur en begon te schreeuwen: ‘Son of a bitch! Faggot! Fairy! I will break your neck!’, en tegelijkertijd werd er hevig gebeld, tot Jack Spolan haar kwam weghalen. Onze buren, Ernst en Mina Wachs, met twee tienerzonen, die we uitstekend kennen, waren diep verontwaardigd. Mrs. Wachs had gehoord dat deze mevrouw Spolan Loet omschreef als een ‘yellow beast’. Loet zei dit zelf ook te hebben gehoord. Begaf me later naar het politiebureau en besprak de zaak met een captain. Hij bevestigde dat het enige wat ik kon doen, is de Spolans voor het gerecht te dagen. Mina Wachs zei tegen Loet dat het ‘yellow beast’ haar deed denken aan het schreeuwen van ‘dirty jew’ vroeger in Wenen. De Spolans zijn nota bene zelf joden, net als de Wachs'. Ik schreef een rapport over de affaire aan de Commissioner of Police, met een kopie naar de altijd actieve heer Soberman van de Immigration Service. | |
13 juni 1964Waldorf Astoria HotelGerard Croiset is gearriveerd. Italiaans strohoedje en een koffer die niet sloot, maar hij is er. Pollack was door het dolle heen. Hij liep op het vliegveld als een aap rond te springen. Toen hij Croiset bij de douane zag riep hij: ‘Hij is er, hij is er!’ Hij vroeg of hij bloemen voor Croiset zou kopen. ‘Would that be silly?’ ‘Yes, it would’, antwoordde ik. Hij zag er behoorlijk pathetisch uit. Ik reed Croiset naar het Waldorf in mijn Herald. Hij begon mee te rijden, keek van tijd tot tijd op de snelheidsmeter, maar scheen vooral opgewonden in Amerika te zijn. Hij zei het meeste zin te hebben zich te gaan bemoeien met het geval van de ‘Boston strangler’. Ik vroeg hem of hij de World Fair wilde zien. Of misschien de Verenigde Naties? Interesseerde hem allemaal geen bal. ‘Ik stel alleen belang in mijn werk’, zei hij. Hij zei problemen te hebben met professor W.H.C. Tenhaeff, directeur van het Parapsychologisch Instituut in Utrecht, die tegen deze reis was geweest. | |
[pagina 236]
| |
Na het Waldorf reed ik naar New Jersey om Loet bij zijn tennisbaan op te halen. Brief van Frits. Het gaat meestal over geld, maar hij leeft dan ook van een absoluut minimum, wat hem mateloos irriteert. Hij denkt er zelfs over zijn studie een jaar te onderbreken, om door werken eerst zijn financiën op poten te krijgen. | |
18 juni 1964Northwest Airlines naar ChicagoDeze trip met Gerard Croiset is een buitengewoon prettige aangelegenheid. We werden door Marilew Kogan van Doubleday Chicago afgehaald in een airconditioned Cadillac limousine. We logeren in het Sheraton Hotel. Een foto in de krant van een doodgeschoten Vietcongstrijder op straat grijpt me erg aan. Een heel leven weg, in een oorlog die wordt gevoerd door idioten die gewoon niet weten waar ze mee bezig zijn. | |
20 juni 1964Teddy Kennedy heeft zijn rug gebroken bij een vliegtuigongeluk. Het zit de Kennedy's niet mee. Bungkarno is in Tokio voor een nieuw gesprek met premier Abdul Rahman van Maleisië. De president schijnt woedend te zijn weggelopen uit een eerste ontmoeting. Dan moet het wel heel erg zijn geweest, want dat doet hij niet gauw. De Chicago Tribune schrijft dat Peking goed moet begrijpen dat Washington gereed is om een volledige oorlog in Azië te ontketenen. Ze zijn stapelgek en weten als gewoonlijk niet waar ze over spreken. | |
[pagina 237]
| |
Ik belde Willebrord Nieuwenhuis, die op weg is naar Alaska als gast van de Amerikanen. Ik bood hem aan te ontbijten met Croiset en mij, ‘al verdien je dit niet’. Waarom hij dit niet verdiende? Omdat hij nooit hetzelfde voor mij zou hebben gedaan, maar dat zei ik hem maar niet. | |
22 juni 1964Droomde van Bungkarno. Ik wachtte in zijn hotelkamer en een kleine jongen vroeg wie hij was. Terwijl de president begon te antwoorden zag ik opeens dat hij het helemaal niet was. H.J. van der Jagt belde en zei dat Paul RedekerGa naar voetnoot304 een uitnodiging voor me had om Cuba te bezoeken, en dat ik een aantal weken zou moeten blijven deze zomer. Maar ik mag dus niet van Washington. Loet en Santo kwamen voor het ontbijt naar het Waldorf Astoria Hotel. Santo's zwager, generaal Ashari, had kolonel Sutikno (nu militair attaché in Washington) geïnstrueerd om contact met Santo op te nemen indien er vragen over mij waren, omdat hij me tenslotte van haver tot gort kent. In de ochtend heeft Gerard Croiset in het Rockland State Hospital proeven gedaan met dr. Karlis Osis en diens team. In Chicago had Croiset tegen me gezegd: ‘Hier zijn het crooks, maar wacht maar tot ik bij dr. Osis ben, hij is de ergste van allemaal.’ In een briefwisseling was hij overeengekomen dat hij zich zou bepalen tot het geven van een lezing. Was er tijd over, dan was hij bereid tot enkele experimenten. Dr. Osis had Croiset vijfhonderd dollar toegezegd, maar dit per telegram teruggedraaid naar vierhonderd dollar. Toen Osis aan Croiset ten slotte een cheque van tweehonderd dollar overhandigde, heeft hij die ter plekke verscheurd. ‘If you make a deal with a Dutchman you keep it. I don't want your money.’ Osis werd wit van woede. ‘Hij zijn geld,’ zei Croiset, ‘ik mijn eer. Hij zit ermee, niet ik.’ Toch gaat hij door met dr. Osis samen te werken, want Croiset vroeg aan Loet of hij er even een film wilde afgeven. Voor Croiset gaat het om het doel, namelijk het helpen bevorderen van de parapsychologie in de vs. | |
[pagina 238]
| |
De redacteur van Bantam Books voegde zich bij ons. Hij zei 200.000 exemplaren van Croisets boek in paperback te willen drukken. Om 16.00 uur was er een persconferentie bij Doubleday. Loet ging mee. Ik vertaalde alles en heb het zaakje zo goed mogelijk bijgestuurd. Loet en ik haalden na afloop een borreltje in de uno en brachten Gerard Croiset naar zijn vliegtuig voor vertrek naar Amsterdam. We dineerden met kolonel Sutikno in de Village. Er was een brief van W. Verrips.Ga naar voetnoot305 Hij antwoordde op mijn brief van 7 juni, waar volgens hem halve waarheden in zaten. ‘Tenslotte ben ik niet van plan een lang geval aan de Office van Attorney General Robert Kennedy te zenden.’Ga naar voetnoot306 Hij vervolgde: ‘Na je telefoontje, waar je bovendien een maand te laat mee kwam, heb ik gedaan wat ik juist achtte, namelijk Washington laten weten dat ik het op prijs zou stellen dat je je werk in de us voort kan zetten, met het argument dat je vaak impulsief dingen doet, zonder de consequenties te overzien, vaak vergeet dat je een gast bent in de us en geen Amerikaan, en wel eens te veel praat. Verder dat je wel een aardige jongen bent met bepaald grote capaciteiten, die na veertig jaar eindelijk ineens begonnen is die capaciteiten te gaan benutten. Tijdens ons tweede telefoongesprek heb ik je gezegd rustig je werk te gaan doen. Dan zal het allemaal wel in orde komen. But who is still busy shooting his mouth off about the evil powers in Washington trying to destroy the bigshot Willem Oltmans? Natuurlijk Willempie Oltmans! En wat gebeurt er dan? Een gewone routinezaak wordt opgeblazen en barst op een zeker moment. En Willem Oltmans barst mee. Doe me een plezier, doe je werk, klets niet met iedereen over je moeilijkheden van het ogenblik, en gebruik in godsnaam niet het argument dat vrije voorlichting van het Amerikaanse volk op deze manier niet mogelijk is. Het Amerikaanse volk komt heus wel aan zijn trekken wat dat betreft, ook zonder Willem Oltmans. Het gaat er niet om wat het Amerikaanse volk denkt van jouw ideeën, maar het gaat erom dat die paar duizend Amerikanen die de show daar runnen niet tegen de schenen worden geschopt. Want zij hebben de macht je het land uit te schoppen, niet het Amerikaanse volk. Hou die klep op elkaar en het zal wel in orde komen. Is het over een paar weken formeel nog niet in orde, dan zien we wel verder.’ | |
[pagina 239]
| |
23 juni 1964Kolonel Sutikno vertelde ons gisteravond W. Verrips uitstekend te kennen. ‘Vroeger kwam hij zelfs veel naar mijn huis. Maar het is een kwajongen. Hij deed inderdaad die overval op die Javaanse bank in Surabaja, en ging het iedereen vertellen op de koop toe. De commandant van de plaatselijke Militaire Politie vroeg hem dus op kantoor langs te komen. Hij deed wat er werd gevraagd en sprong op zijn fiets. Hij werd prompt gearresteerd en heeft op die manier een aantal jaren bij ons in de kast gezeten.’ Ik amuseerde me een beetje vanwege Verrips' adviezen aan mij. | |
24 juni 1964Begon met mijn vader op te bellen voor diens zeventigste verjaardag. Grootmama Poslavsky is weer helemaal hersteld. Een brief van Frits beroerde me. ‘Bij schemertijd geschreven’, stond erboven. Hij droomt ervan eens een groot eigen atelier te hebben. In 1965 komt hij van de kunstacademie. De New York Herald Tribune wijdde gisteren een zevenkolomsartikel van Don Ross aan Gerard Croiset. Alleen jammer dat zijn werk wordt opgehangen aan een experiment van vorige week, waarbij we in Westchester Country gezocht hebben naar de plek waar rechter Joseph Force Crater (die in 1930 op geheimzinnige manier was verdwenen) zou zijn begraven. Langzamerhand kom ik aan mijn aantekeningen over Croiset (55) toe. De eerste dagen hebben we onder vier ogen over seks gesproken. Hij vertelde in zijn leven eenmaal met iemand te hebben gebroken. Dat was met een geestelijke die trachtte jonge jongens tot homoseksuele daden over te halen. Croiset vindt relaties tussen mannen ongezond en abnormaal, en wil er eigenlijk niet over spreken. Loet en ik denken dat hij ons van een affaire verdenkt, die er beslist niet is, ook niet een beetje. Toch zijn we zeer op elkaar gesteld, ook zonder seksueel contact. Loet zei dat het hem niet zou verwonderen als Croiset ‘een onderonsje’ had gehad met Gerda Mus, de secretaresse van Onno Leebaert. Toch zijn de meeste van Croisets mopjes sex-related en wijvenmopjes. ‘Ik heb bijna geen seks nodig’, zei hij, en schreef het toe aan zijn drukke werk. Later zei hij: ‘We hebben er nu over gesproken, nu Schluss.’ Eerder had hij tegen me gezegd: ‘Je bent waarschijnlijk biseksueel.’ Hij begrijpt niets van me. Voor Gerda Mus had hij inderdaad een sterk vaderlijk gevoel gehad: | |
[pagina 240]
| |
‘Ik zou haar wel hebben willen knuffelen.’ Zo begint tenslotte alle katjesspel. ‘Je moet je vrouw, je pen en je automobiel nooit uitlenen’, aldus Croiset. Hij leek ook heimwee te hebben. ‘Wat een belevenis, deze reis, ik kan de hele dag wel huilen... Toch zal ik me nooit aan dit land kunnen hechten.’ ‘Maak je geen zorgen over je dagboek,’ zei hij, ‘alles wat je hebt geschreven ligt vast in de kosmos. Ruimtevaartgeleerden ontdekken steeds nieuwe wetten die op parapsychologie zijn gebaseerd. Tenhaeff heeft mij analytisch leren denken, dus om buiten te gooien wat niet belangrijk is.’ Croiset deed wat mij ook steeds overkomt. Hij noemde me soms Gerard, wat zijn lievelingszoon schijnt te zijn en die ook bijzondere gaven moet hebben. Zo haal ik soms Erik en Frits door elkaar. Tegen mij zei Croiset: ‘Je moet niet zo scherp zijn.’ Dat was in de flat van tv-talkshowman Irv Kupcinet in Chicago. Daar kom ik later op terug. Wanneer iemand onzin tegen hem sprak of gewoon loog, voegde Croiset me steeds toe: ‘Aan m'n zuster...’ Ik sneed het onderwerp Marguerite Oswald met hem aan. Hij reageerde meteen met: ‘Hou maar op, dat weet ik wel.’ Ik vroeg me af wat hij bedoelde. ‘Zag’ hij aspecten van de J.F.K.- affaire? Jack H. Pollack vroeg me Croiset mee te delen dat dr. Osis hem iets wilde tonen, verband houdende met de moord in Dallas. We werden in Manhatan begeleid door captain John Cronin, hoofd van de afdeling Missing Persons van de New York City Police. Tijdens de lunch in het Waldorf Astoria vroeg Croiset mij onverwachts aan Cronin te zeggen: ‘U zult van regeringszijde binnenkort worden benaderd in verband met een top secret-affair.’ Dat zou de Oswald-zaak kunnen zijn. Hij vervolgde: ‘Het is maar goed dat J.F.K. is doodgeschoten, want hij kende de militaire verhoudingen in de wereld niet. Hij zou de mensheid tot een ramp hebben gebracht. Ook stonden de militairen niet achter hem.’Ga naar voetnoot307 Croiset vertelde dat men hem in Utrecht mijn foto had getoond. Dat had hem doen besluiten dat ik zijn tolk in de vs moest worden. ‘Ik zag er alleen maar positiefs in. Jij richt je op perfectionisme, maar je moet eigenlijk twee dingen tegelijk doen, je op twee aparte, van elkaar verschillende dingen volledig concentreren om in evenwicht te blijven, om je innerlijke harmonie te bewaren. Wanneer de balans is verstoord krijg je | |
[pagina 241]
| |
een ziektebeeld.’ Ik vroeg hem of enerzijds schrijven en anderzijds lezingen geven voldoende was. ‘Nee,’ zei hij, ‘je zou er muziek bij moeten doen, anders glijd je af naar perversiteit. Ziekten zijn een onderbreking van de harmonie. We moeten ons leren bewust te maken dat er gedachten bestaan die er zijn voordat wij dat denken.’ Hij zei het zonder blikken of blozen. Die uitspraak hield me bezig. | |
25 juni 1964Lieve brief van Erik. Hij kreeg op zijn verjaardag van vriendin Helga en andere familieleden een vergrotingstoestel, en ‘de eerste foto's die ik erop heb afgedrukt waren die van jou en je ouders in Huis ter Heide.’Ga naar voetnoot308 Ik zit met de fall-out van Croisets vertrek. Captain Cronin belde dat men de hele dag had gegraven op aanwijzingen van Croiset maar het karkas van rechter Joseph Crater nog niet had gevonden. De pers zat hen achter de vodden en men maakte zich zorgen. Zelf werd ik door Don Ross van de Herald Tribune gebeld. Ook de Journal American was ermee bezig, en de Associated Press had al een verhaal op het net. Sovjet-troobleshoter Anastas Mikoyan is in Jakarta en verscheen samen met Bungkarno op een massabijeenkomst. Hij verklaarde dat Moskou aan Indonesië de modernste wapens zou leveren, opdat de ‘crush Malaysia’-campagne zou slagen. Ik kan me geen ernstiger provocatie voorstellen, althans niet in de ogen van de antirode hysterici in Washington. De idee van het zogenaamde wereldcommunisme wordt door president Sukarno op irritantere manier dan ooit tevoren in de kaart gespeeld. De vs zitten al knel in Vietnam, Laos en Cambodja. Peking roert zich op allerlei fronten tegelijk. En als Bungkarno tot de tanden zou worden bewapend door het Kremlin, wordt de dreiging voor het pro-westerse Maleisië steeds nijpender.Ga naar voetnoot309 | |
26 juni 1964Marilew Kogan van Doubleday belde om te zeggen dat ik me er geen voorstelling van kon maken hoeveel navragen waren gekomen na de tv-show met Irv Kupcinet in Chicago, ook vanwege mij. Zij was ervan overtuigd dat ik opnieuw door Irv zou worden gevraagd, nu niet als vertaler voor Croiset maar op | |
[pagina 242]
| |
eigen houtje. ‘Playboy wil ook over jullie schrijven. Je moet er minstens tweeduizend dollar voor vragen’, adviseerde ze. Ik lees The Invisible Government van David Wise en Thomas Ross. Ze beschrijven bijvoorbeeld hoe de kranten in Miami precies wisten met welke smerige zaken de cia bezig was jegens Guatemala (‘right under their noses’), maar de pers zweeg. Terecht vragen Wise en Ross zich af: ‘What was their responsability to a free society, during peacetime? Was it to report the truth to their readers, or to suppress the truth for the government?’ Ze hadden ‘truth’ beter kunnen vervangen door ‘facts’, maar desalniettemin zou ik in een ander verband deze vraag kunnen stellen aan meer dan één Nederlandse journalist. Ik vind dat schrijven over Amerika vandaag de dag gelijk staat aan ooggetuige zijn van de geleidelijke afgang van een ‘great society and great nation’. | |
(notities Gerard Croiset, vervolg)Hij werd op 9 maart 1909 geboren. Nu 55 jaar oud zat hij vol verrassende - althans voor mij - uitspraken. ‘De mens is een lichtbundeling, zoals de sterren weerkaatsen. Er bestaat een aura der schepping.’ Hij overhandigde me een schema dat handelde over het Onbewuste Zijn. Croiset sprak over de passieve aanschijn Gods, licht, wens, attribuut, en aura Gods. Hij probeerde me aan de hand van een tekening die hij met veel geduld maakte, in rode en zwarte inkt, uiteen te zetten dat we wat hij noemde ‘de actieve aanschijn Gods’ zouden leren kennen. Aangezien ik plompverloren in de mindscape van Croiset parachuteerde, had ik de grootste moeite op mijn stoel te blijven zitten, want het duizelde me. Toch begreep ik dat hij de moeite nam om jarenlang denkwerk met me te delen, en zijn overtuigende redeneertrant dwong respect af, of ik het nou kon volgen of niet. En wanneer ik lang genoeg naar zijn theorieën had geluisterd, keerde hij terug op aarde en sprak hij met me over de wereld. ‘Willem, politiek is een smerige rotzooi. Twaalf man regeren de mensheid. Ik vraag me af hoe dit in Moskou werkt. Waar ging het om in Algerije? De olie in de Sahara. Het doet me denken aan die twee joden op het Waterlooplein, die elkaar overdag beconcurreren en elkaar 's avonds vragen: “Wat heb jij verdiend?” Zo gaat het feitelijk tussen Rusland en Amerika.’ We hadden een ander verplicht nummer: bezoek aan de Hollandse Club, waar een ‘haring-diner’ zou worden geserveerd. | |
[pagina 243]
| |
Een meneer Jordaan van Slavenburg's bank stond op een stoel, hij werd begeleid door een accordeon en zong: ‘Zo schoon zijn de dijen van Mies van Loon, en Mies van Loon heeft mooie billen, zou je niet eens willen tussen de billen van Mies van Loon?’ (Dinsdagavond 16 juni 1964.) Ik wil dit soort bijeenkomsten stante pede verlaten, maar was tenslotte door Doubleday ingehuurd. Croiset amuseerde zich wel met dit soort zaken, maar wilde eigenlijk weg omdat hij meende zijn tijd te verdoen. Ik noteerde tal van opmerkingen. Zoals: ‘Laatst kwam er een vrouw uit een klooster naar me toe die 25 jaar niet buiten was geweest. Zij had toestemming van Rome mij te consulteren. Ik heb nog nooit zo'n fijn mens “gezien”.’ Een ander verhaal: Croiset reed eens met Tenhaeff naar een lezing in Amsterdam, en de professor zei een inleiding te zullen geven. ‘Pardon,’ zei Croiset, ‘dit is mijn lezing.’ Tenhaeff is toen midden in Amsterdam uit de auto gestapt. En dan weer: ‘Bezit is iets wat jezelf begrenst. Ik heb niets dat mij begrenst. Ik kan niets verliezen, omdat ik niets heb.’ Of: ‘De ene mens heeft de andere nodig als een larve in een omhulsel.’ De paar dagen in Boston waren zeer boeiend. Ik ging 's avonds laat nog uit het hotel naar Jake Celosse en sliep bij hem. We hadden zalige seks, om dan 's ochtends prompt weer te verschijnen aan het ontbijt in het Ritz-Carlton Hotel, waar dan George Frazier van de Boston Herald en verscheidene politionele autoriteiten aanwezig waren om met Croiset in de zaak van de strangler te duiken. Frazier vroeg Croiset of hij ook iets wilde zeggen over een verdwenen vrouw. ‘Liever niet’, antwoordde de paragnost. ‘Die vrouw is een hoertje geworden, en het is voor de man en de kinderen veel beter dat ik haar niet vind.’ Ons bezoek aan Chicago was een absoluut hoogtepunt. Ik zag Croiset voor het eerst werkelijk in actie. Men had ons verteld dat er een baby uit een ziekenhuis was gestolen. Doubleday en de politie vroegen Croiset die zaak te entameren met een bezoek aan de ouders van de ontvoerde baby. Marilew van Doubleday reed ons weer in de bekende Witte Huis-limousine naar een highrise appartment building aan het meer. Bij het betreden van de uiterst luxueuze flat troffen we een echtpaar aan in dat ver in de vijftig was. Zonder dit eigenlijk te verbinden met de leeftijd van de zogenaamde moeder, rook ik onmiddellijk lont. | |
[pagina 244]
| |
Na de verwelkoming gingen we allemaal in een uiterst gerieflijke en stijlvolle woonkamer zitten. Om het gesprek op gang te brengen vroeg ik, wijzend op een portret, aan de gastvrouw: ‘Wie is die absoluut prachtige vrouw?’ Mevrouw barstte in snikken uit. Gerard Croiset zat in gepeins verzonken, alsof hij zich in de zaak verdiepte. En ik probeerde erachter te komen waarom mijn openingsschot een drama teweeg had gebracht. Wat bleek? Het portret van het meisje was, aldus de moeder, ‘my strangled daughter’. Ik begreep meteen dat we erin geluisd waren. Ik werd woedend. Toen Marilew ook nog deed alsof we van tevoren wisten waar we naartoe gingen, maakte het gelieg me pas goed kwaad. Croiset zei dat het hem zelf ook woedend maakte, maar de prioriteit van zijn reis lag bij het bewijzen dat helderziendheid serieus diende te worden genomen. Ik wilde weg en adviseerde Croiset te vertrekken, omdat er niets goed te verwachten was van een experiment dat met een truc begon. We waren namelijk terechtgekomen bij Irv Kupcinet, de in Chicago beroemde talkshowhost en diens vrouw. Hun dochter - ze was filmster - was enige tijd geleden in Hollywood vermoord. We zouden op Kup's show komen. Croiset benadrukte dat we het belang van paranormaal onderzoek voorrang dienden te geven. ‘Wees nu maar aardig tegen Marilew’, zei Croiset. ‘Zij heeft ons deze poets niet gebakken. Het is Jack Pollock die geen open kaart durfde te spelen, uit angst dat ik nee zou zeggen. Marilew weet nu wat ze aan je heeft, maar blijf nu niet afstandelijk jegens haar. Bovendien, ze kan je boek misschien uitgeven...’ Mevrouw Kupcinet benadrukte dat haar leven met de dood van haar dochter was vernield. Ze had nog wel een zoon, die ook aanwezig was. Hij droeg strakke jeans en zag er zeer aantrekkelijk uit. ‘I hate life now’, zei de vrouw. ‘I want to go. I do not mind that she could never become a famous star, but I wanted Karyn to live, to have children, raise a family.’ Ze had het boek over Gerard Croiset gelezen en prepareerde negentien pagina's aantekeningen om haar man te helpen de televisieshow met succes te volbrengen. Irv zelf had het boek kennelijk niet gelezen, maar zou later op tv voortdurend doen alsof dat wel zo was. Ik hield Croiset voor: ‘Maar die Marilew is niet oprecht. Ze zegt voortdurend tegen u hoeveel ze van u houdt. Ze had Bob Hope als gast, maar u spande de kroon.’ Hij antwoordde dit ook allemaal in haar te ‘zien’, maar, zei hij, ‘Ze kent haar werk.’ Later schreef hij in het exemplaar van zijn | |
[pagina 245]
| |
boek voor Marilew: ‘Voor een vrouw die niet alleen een goede moeder voor haar kinderen is, maar ook uitstekend kan organiseren.’ Ik was perplex; Croiset merkte dit. ‘Zo is het leven’, zei hij. ‘Vergeet niet dat ik wil dat zij mijn volgende reis naar de vs organiseert.’ Vervolgens beleefde ik een van de uitzonderlijkste optredens die ik Croiset ooit zag volvoeren. De commotie om de affaire van de vermoorde dochter scheen hem in een dubbele overdrive te hebben gebracht. De aanwezige politionele autoriteiten lieten de bandrecorders lopen, en Croiset vertelde. Karyn was in april 1964 in haar appartement aan Sunset Boulevard in Hollywood vermoord gevonden. Ook dient men te bedenken dat Croiset voor het eerst in de vs en nog nooit in Californië was geweest. Een van de eerste beelden die hij kreeg was dat van een aantal sigaretten die rond het meisje op de grond hadden gelegen. Hij beschouwde dit beeld als ‘de sleutel’. Vrijwel onmiddellijk daarop zei hij: ‘Het is geen moord.’ Karyn had de avond voor haar dood een feestje gegeven. Zij had een vriendje - Andy Prine, ook een acteur - die er op getoonde foto's erg aantrekkelijk uitzag. Maar Karyn wist dat hij de laatste tijd met een vriendin van haar naar bed was geweest. Tijdens het feestje was de verhouding tussen Karyn en Andy nogal bekoeld. Uit dépit flirtte Karyn daarop met een andere jongen, die haar de volgende middag rond 15.00 uur bezocht. Hij had een grote map met tekeningen bij zich om Karyn te laten zien. Opnieuw flirtte Karyn met de jongen. Zij droeg een doorzichtig nachthemd. ‘Zij wist die man precies op geraffineerde manier te prikkelen’, zei Croiset, die me tevens vroeg de saillante details achter te houden in verband met de gemoedstoestand van de moeder. De jongen, die toch al geruime tijd op Karyn had getippeld - raakte dermate opgewonden van haar dat hij haar wilde pakken. Ze ontvluchtte de slaapkamer, terug naar de woonkamer, en pakte een doosje sigaretten op. Dat was het moment dat de jongen, die inmiddels door het dolle heen was, haar met een geweldige kracht greep. Er volgde een korte worsteling, en Karyn brak haar nek. Ze was op slag dood. De jongen schrok zo verschrikkelijk dat hij het op een lopen zette. ‘Hij woont niet eens zo ver van haar af’, zei Croiset tegen de stomverbaasde politionele autoriteiten, die reeds vijfhonderd mensen in Hollywood hadden verhoord en geen enkele aanwijzing hadden. ‘Te voet misschien tien minuten van Karyns | |
[pagina 246]
| |
huis’, zei Croiset. Daarop beschreef hij in verbluffend detail de weg die de jongen had bewandeld om bij zijn eigen studio te komen. Hij gaf details als een kinderspeelplaats, een telefooncel, een brandweergarage, en de meest uitzonderlijke landmarks.Ga naar voetnoot310 Mevrouw Kupcinet drong erop aan dat Croiset de slaapkamer van Karyn binnen zou gaan. Maar dat wilde hij niet. Daarop kwam ze aanzetten met de ring die Karyn had gedragen op het moment van haar dood. Croiset verloor zijn geduld en zei: ‘Maar deze tafel is toch voldoende? Die heeft haar toch toebehoord?’ Het bleek dat de betreffende tafel inderdaad uit Los Angeles was teruggekomen. Geleidelijk aan raakten we toch met de Kupcinets bevriend. En de laatste avond in Chicago, tijdens een afscheidsdiner, nam Croiset de bewuste ring toch even in handen. ‘Als ik kwaad ben geweest heb ik altijd weer spijt,’ zei Croiset, ‘maar heb ik me in Chicago in het algemeen niet toch goed gehouden? Er is maar één ding dat ik steeds in de gaten houd. Ik zoek in ieder mens de reflectie van God, en al het andere zie ik niet.’ Mevrouw Kupcinet had een staat van trance bereikt. ‘I now call him Saint Croiset’, zei ze. Ze omschreef de geliefde van Karyn, Andy Prine, als ‘a fag’ (een nicht). ‘It are always fags who do those things’, zei ze uitgerekend tegen mij. Het leek wel of ze teleurgesteld was dat de jongen die er met de vriendin van haar dochter vandoor was gegaan, niet als de moordenaar kon worden aangewezen. Croiset gaf haar daarop een soort reprimande door te zeggen dat Irv Kupcinet haar ook nodig had en dat zij langzamerhand haar wraak- en haatgevoelens onder controle diende te krijgen opdat ze niet iedereen zou meeslepen in haar eigen gevoelens van zelfmedelijden. Bovendien had Croiset mij voortdurend zinnetjes toegevoegd als ‘Die Karyn was anders geen lief poesje’ of ‘Zeg het niet aan de moeder, maar die griet hield werkelijk van naaien.’ Croiset was kennelijk tot de conclusie gekomen dat Karyn haar ongeluk feitelijk aan haar eigen gedrag te danken had. Maar hij troostte de moeder met woorden als ‘Uw dochters taak op aarde was beëindigd, maar in de hemel is zij hooggeplaatst. U moet nu uw levenswil opnieuw versterken.’
In Chicago heeft Croiset zich ook nog met een andere zaak beziggehouden. Daarvoor moesten we een afgelegen boerderij | |
[pagina 247]
| |
zoeken en charterde Doubleday een tweemotorig vliegtuig (op mijn advies). Maar nauwkeurige aantekeningen heb ik er niet van gemaakt. Er zijn slechts foto's van. | |
28 juni 1964Met Mora naar Fire Island. We liepen Sunarjo tegen het lijf, die in een sarong op het strand liep te tippelen en achter een Engelse jongen aan zat, een vetzak met een eng snorretje. In Mississippi hebben zich weer frisse toestanden voorgedaan. Drie burgerrechtenactivisten - Andrew Goodman (20), Michael Schwerner (24) en James Chaney (21) - worden vermist, terwijl hun uitgebrande auto is gevonden. Lyndon Johnson zond ‘out of all people’ Allen Dulles, hoofd van de cia naar Jackson. Minister van Justitie Bobby Kennedy raadpleegde zwarte leiders en J. Edgar Hoover van de fbi. Ze willen het ‘antizwarte terrorisme’ in het zuiden bestrijden, maar het gif zit in de hoofden, nergens anders. Precies als overal in de wereld. Johnson zond verder tweehonderd zeelieden naar Jackson om te helpen de vermiste jongens te zoeken. Later was ik op de Sterling-tennisbanen met Loet en Mora, die tegen elkaar speelden. Mevrouw Spolan, eigenaresse van het gebouw waar ik reeds zes jaar in woon, had me met Mora gezien, en riep me na toen ik thuiskwam: ‘Why are you going out with a girl, you are a girl yourself!’ Ik keek de bejaarde jodin nog eens aan en dacht: stakker. | |
29 juni 1964Captain John Cronin belde. Nog steeds geen resultaat bij het graven op aanwijzingen van Croiset in de zaak van rechter Crater. Robert Kennedy houdt vol dat Lee Harvey Oswald alleen en op eigen houtje J.F.K. heeft doodgeschoten. Hij zei dit opnieuw tijdens een bezoek aan Polen, in een rede voor de gemeenteraad van Krakow. Hij liet er zelfs geen twijfel over bestaan. ‘Oswald was a professed Communist, but the Commu- | |
[pagina 248]
| |
nists, because of his attitude, would have nothing to do with him. What he did, he did on his own and by himself.’Ga naar voetnoot311 Ik geloof er geen barst van. Maar waarom houdt R.F.K. aan dit standpunt vast? Begrijp het niet. Hoe meer ik The Invisible Government lees, hoe meer ik geschokt raak over de niet-aflatende serie leugens en verzinsels die het Amerikaanse volk en de wereld sedert jaren vanuit Washington wordt voorgeschoteld. Het hoofdstuk over Birma is verbluffend, en toch kraait er geen haan naar in dit land. Wie leest het boek van Wise en Ross werkelijk? In hoofdstuk 8, ‘Indonesia: Soldiers of Fortune’, wordt volledig uit de doeken gedaan op welke ongelooflijk smerige manier de cia in Indonesië heeft ingegrepen. Het geval van Allen Pope, die in 1957 opdracht kreeg vanuit de Filipijnen Indonesisch grondgebied te bombarderen, wordt nauwkeurig gereconstrueerd. Opzienbarend is de notitie dat toen president Sukarno in 1961 voor een eerste ontmoeting met J.F.K. naar Washington kwam,Ga naar voetnoot312 de president tegen zijn Witte Huis-medewerkers zei: ‘No wonder Sukarno doesn't like us very much. He has to sit down with people who tried to overthrow him’ - refererend aan de pogingen van de cia, waar ook Verrips bij betrokken was geweest - een coup in Jakarta te bewerkstelligen.Ga naar voetnoot313 | |
2 juli 1964Frits geeft zijn rapport, dat inderdaad schitterend is. Beeldhouwen: 8; Opgaven: 8; Compositie: 8; Vrijwerk: 8; Modeltekenen: 8; Artis: 8; Anatomie: 9; Materialenleer: 8; Technologie: 8; Kunstgeschiedenis: 7; Opzet: 7; Doorzettingsvermogen: 8; en Verzorging: 8. ‘Het is maar goed dat ze op school niet weten hoe weinig zin ik er nog in heb,’ schreef hij, ‘anders had ik nooit een 8 voor doorzettingsvermogen gekregen.’ Hij wil in zijn vakantie beeldhouwen en lesgeven. | |
[pagina 249]
| |
3 juli 1964Ontmoette Henri Marescot, de general manager voor de Noord- en Centraal-Amerikaanse en Caribische divisie van Air France, in diens riante flat aan Fifth Avenue en 80th Street. Lilly Marescot was in Holland, maar Klaas Conijn, de scheepsbouwer, was er ook. De Japanse chef prepareerde een heerlijk maal. | |
4 juli 1964Weer een boek dat me razend maakt. Oswald: Assassin or Fall Guy?, geschreven door Joachim Joesten, een Duitser. Het is namelijk meer dan duidelijk dat de goegemeente maar wat op de mouw is gespeld ten aanzien van wat er in Dallas gebeurde. En het onthutsende aspect van alles is, dat men de leugens en verdraaiingen slikt als brave schaapjes. | |
5 juli 1964Ontmoette een vriend van Siregar, Adji (24), de vader is Indonesiër, de moeder Française. Ideale combinatie. Hij ging naar school in Frankrijk en is een heerlijke mixture van Oost en West, een beetje als Erwin Aschmoneit. Hij beschouwt zichzelf op de eerste plaats als Indonesiër. Verder scheen het bon ton te zijn gereserveerd over Bungkarno te spreken. Maar ik vond hem aardig. Hij ging mee naar mijn flat. In Amsterdam had hij Walter Kous, en in Den Haag Cruys Voorbergh ontmoet. We sliepen samen en hebben er intens van genoten. Nu had flateigenaresse mevrouw Spolan op de gang mogen schreeuwen, want nu had ze voor één keer gelijk. Life wijdt twaalf pagina's aan de explosie van homoseksualiteit in verschillende Amerikaanse steden: New York, Chicago, Los Angeles, New Orleans, Miami, en - als gay capital van de vs, met zeker dertig homobars, -sauna's en pickup-tenten - San Francisco. Het populaire blad gaat in op details en fringe-gebeuren als sm-bars, waar de leerscene zich uitleeft. Gelukkig veroordeelt Life eveneens een absurd rapport van de New York Academy of Medicine, waarin de geleerde heren tot de conclusie komen dat communisten en homoseksuelen de rest van de maatschappij onder de voet willen lopen. Ernest Havemanns verhaal van vijf pagina's over hoe de wetenschap ertegenover staat, citeert opnieuw het Kinsey-rapport uit 1948 dat zegt dat nagenoeg de helft van de Amerikaanse jongens wel een homoseksuele ervaring heeft meegemaakt.Ga naar voetnoot314 | |
[pagina 250]
| |
Viste uit de bibliotheek van het Metropolitan Museum of Art een boekje van James J. Rorimer op, Ultra-Violet Rays and their use in the examination of Works of Art. Ik maakte er een fotokopie van en zond die naar mijn vader, die het materiaal nodig had in zijn studie over het doorlichten van palimpsesten. | |
6 juli 1964Nyasaland is nu Malawi. Er is een einde gemaakt aan 73 jaar Britse overheersing. Dr. H.K. Banda is premier geworden. G.W.J. Elfferich van de avro heeft geen belangstelling voor mijn reis naar Peking. Luns gaat naar Indonesië. Verloopt dat bezoek - dat tien jaar te laat komt - ‘bevredigend’, dan zal het Den Haag ‘behagen’ president Sukarno uit te nodigen voor een officieel bezoek aan Nederland. Bespottelijk. Ik begrijp niet dat Bungkarno nog wil komen. Na wat hij van Nederland heeft ondervonden, zou ik zeggen: ‘Ze kunnen de pot op met hun belanda-houding.’ Mijn ouders zijn samen bij het echtpaar Verrips op bezoek geweest. Verrips schijnt onlangs Robert Kennedy in Berlijn te hebben ontmoet, zo meldde mijn vader.Ga naar voetnoot315 ‘Hij heeft ook nog met R.F.K. jouw geval besproken.’ Verrips zou gezegd hebben dat mijn oordeel de laatste tijd was verbeterd, en dat men het daarom enige tijd met mij aan moest zien. Daar zou Kennedy het me eens zijn geweest. Ik had mijn vader gevraagd honderd gulden aan Verrips te geven, namens mij, voor de verscheidene telefoongesprekken, maar dat geld wilde hij niet hebben. | |
7 juli 1964De Amerikaanse weekbladen knokken om exclusieve verhalen over Lee Harvey Oswald. Nu komt Life met een serie dagboekbladen van Oswald, geschreven tijdens zijn verblijf in de Sovjet-Unie. Men heeft zijn abominabele Engels intact gelaten. Het stuk is met exclusieve foto's geïllustreerd. De documenten zijn door Marina aan Life verkocht. | |
8 juli 1964Gisteravond ontmoette ik Pat Craig, die nu op 220 East 54 Street woont. Ik had hem een jaar niet gezien. Hij woont samen met Billy X., een baseball-ster van de New York Yankees. Op een dag kwam Billy's jongere broer, momenteel in dienst bij de mariniers, een weekend logeren. ‘He was just coming | |
[pagina 251]
| |
out, so then I ended up in bed with Bobby. We even have sex all weekends now, which makes Billy go mad of jealousy.’ Murray Fisher, eindredacteur van Playboy, schrijft me met de vraag of ik in China een interview kan bemachtigen met Mao of Chou En-Lai.Ga naar voetnoot316 Hij sluit als voorbeeld gepubliceerde Playboy-gesprekken in: met Nehru, Albert Schweitzer, en Bertrand Russell. Ze hebben elf miljoen lezers, dus het zou de moeite waard zijn. Santo vertelde dat de Indonesische dames in Washington het huwelijk van dr. Zairin Zain met Emily Machbul hebben geboycot. Typisch Indonesische kleinburgerlijkheid. Wie weet van de Hollanders geleerd. Lieve brief van Frits. Hij spreekt nog steeds over ‘mijn plannen om naar Amerika te gaan’. Dat klinkt positief. Woonde de persconferentie van U Thant bij. ‘Whenever I read of the death of an American or a Vietnamese,’ zei hij, my heart bleeds... it makes no difference to me whatever the dead is - Vietnamese or American. I do not believe in a military settlement of the Southeast-Asian war - 10.000 villages were already destroyed, 100 American lives were lost and 10.000 Vietnamese. I believe in a diplomatic and political solution..’ U Thant bood goede diensten aan en stelde voor dat in Genève opnieuw zou worden geprobeerd een wijdere oorlog te voorkomen. Ik denk er natuurlijk precies zo over. Bernard Person vertelde dat The Invisible Government van Wise en Ross volgens hem in de buurt van landverraad kwam. Hij schreef er twee artikelen over voor het Handelsblad, waar Henk Hofland hem mee heeft gecomplimenteerd. Hij verwachtte trouwens dat de nrc de aandelen Handelsblad zou opkopen en de kranten zullen samengaan. Hij houdt zijn hart vast voor wat dit voor zijn positie zou kunnen betekenen. Ik begrijp dit. Hij had gehoord dat Peter Schroeder van Het Parool als correspondent was ontslagen. Minister Luns schijnt van 25 juli tot 2 augustus naar Jakarta te gaan. Je moet toch wel een olifantshuid hebben om een dergelijke stunt zonder blikken of blozen uit te halen, vooral gezien wat die man ten aanzien van Indonesië en Sukarno op zijn kerfstok heeft. Vanmiddag ging ik even liggen. Ik realiseerde me later dat ik droomde dat mijn vader in Huis ter Heide een lichte hartaanval heeft gehad.Ga naar voetnoot317 | |
[pagina 252]
| |
10 juli 1964Playboy telegrafeert dat ze me tweeduizend dollar bieden voor een interview met de top in Peking, en als regel geen reiskostenvoorschot verstrekken. Ze zouden bereid zijn een interview met Sukarno te overwegen. Het State Department reageert koeltjes op de voorstellen van U Thant. Ze leren het nooit in Washington. De New York Times is positiever in een hoofdartikel. | |
12 juli 1964Indro Noto Suroto schrijft dat er in Indonesië ‘een gestapoterreur’ heerst. Hij is in Den Haag om na te gaan wat de kansen voor hem in Nederland zijn. Toen ik Santo dat vertelde, werd hij boos. ‘Laat Indro maar oppassen’, zei hij. Gerard Croiset schrijft, in vrij onleesbare hanenpoten: ‘Eindelijk heb ik dan je adres. Al ben ik honderdmaal helderziende, je schrijven zonder een adres te weten ging niet... Wat je me vraagt over artikelen, jongen, daar heb ik echt geen verstand van. Handel zoals je hart je ingeeft en niet naar je portemonnee... Prinses Beatrix zou me graag op de thee genodigd hebben, maar ze had geen passende japon om me te ontvangen, dus dat gaat ook al weer over. Je hebt dus regelmatig contact met Marilew Kogan. Doe haar de groeten... Ik ga nu slapen. Van harte, Gerard.’ | |
15 juli 1964Ontmoette Bill Arthur, de hoofdredacteur van Look, en ik ontving een klinkende accreditatiebrief voor als ik naar China zou reizen. Hij was bereid vooraf vijfhonderd dollar in de kosten bij te dragen. Om 16.00 uur ontmoette ik Stan Swinton, assistent-manager van de Associated Press. Hij bracht me naar Keith Fuller en Nat Polowetzky. Ook zij bleken bereid me te accrediteren voor China - plus vijfhonderd dollar voorschot. | |
[pagina 253]
| |
Tweede telegram van Playboy. Ze zijn nog steeds niet bereid vooraf bij te dragen in de kosten. ‘Your assignment still firm in any event. Murray Fisher.’ Bij Playboy zitten ze dus ook graag voor een dubbeltje op de eerste rang. | |
18 juli 1964Mijn vader schreef dat W. Verrips op 13 juli 's avonds bij mijn ouders was binnengelopen met de mededeling dat hij op 14 juli, op uitnodiging van enige Indonesische generaals, naar Moskou zou vliegen. Zij bevonden zich bij minister Subandrio. Hij kende hen van vroeger. ‘Toen ik zei dat je de eerste week van augustus naar Indonesië wilde gaan, zei hij dat je voor het bezoek van Luns te laat zou komen, want die reist 2 augustus af naar India.’Ga naar voetnoot318 | |
19 juli 1964Na overleg met Cees Meijer zond ik minister Luns een telegram: of ik mee kon naar Jakarta. Verzond een tweede telegram naar de Immigration Travel Branch, om te zeggen dat ik mijn green card terug wilde hebben omdat ik op 21 juli met de Lufthansa 405 zou afreizen. Marguerite Oswald zendt me een tekst van zes pagina's, door haar ondertekend, inzake haar getuigenis voor de Warren Commissie op 10 februari 1964.Ga naar voetnoot319 Zij liet zich bijstaan door de advocaat John Doyle. Omdat Lee Harvey werd doodgeschoten voordat hij ooit zelf zijn mond zou kunnen opendoen, vroeg zij meteen of er een advocaat zou kunnen worden aangewezen die de belangen van haar zoon zou kunnen behartigen. Nu kon bijvoorbeeld Marina Oswald voor de commissie haar verhaal vertellen zonder dat er iemand in een kruisverhoor corrigerende vragen in het belang van Lee stelde. Ik vond dat de moeder daar groot gelijk in had. Ze had zich hierover voortdurend bij mij beklaagd. ‘I have documents’, aldus mevrouw Oswald. ‘I am not asking you to believe me as a mother. I can prove the statements I make.’ Opperrechter Earl Warren antwoordde dat de commissie niet was bedoeld om Oswald te veroordelen. De enige taak van de commissie was om na te gaan hoe J.F.K. precies was vermoord. Mevrouw Oswald bleef op haar standpunt staan en vocht als een leeuwin. Zij liet zich niet intimideren. Ik heb er bewondering voor. | |
[pagina 254]
| |
20 juli 1964Het is nauwelijks te geloven, maar dit land, althans de Republikeinse partij, heeft de conservatieve zwamneus Barry Goldwater (van Arizona) gekozen als presidentskandidaat voor de verkiezingen van november aanstaande. Op de partijconventie in San Francisco kreeg hij 883 stemmen, tegen 214 voor gouverneur William Scranton van Pennsylvania. Zijn vice-president zou William Miller (van New York) moeten worden. Johnson blijft natuurlijk zitten. Op 16 juli is de zwarte James Powell (15) doodgeschoten door luitenant James Gilligan, een blanke politieagent. De zwarte wijk Harlem is dolgedraaid. In het weekend zijn er wilde rellen uitgebroken. Veel mensen raakten gewond. De schade was aanzienlijk. De verhouding tussen zwart en blank in dit land lijkt onder controle, maar bij het minste of geringste blijkt wat er werkelijk broeit. | |
21 juli 1964Ik had Sjef van den Bogaert gevraagd of ik met Luns mee kon naar Jakarta. Hij dicteerde me het telegrafische antwoord van de minister: ‘Verzoek betrokkene in kennis te stellen dat een Nederlandse correspondent die mijn bezoek aan Jakarta wil verslaan, wat mij betreft vrij is zulks te doen, doch voor eigen rekening en verantwoordelijkheid. Ten overvloede wil ik erop wijzen dat journalisten geen deel uitmaken van mijn ambtelijke begeleiding. Luns.’ Ik kan nog niet vertrekken, want ik moet eerst zowel met het State Department als met de Immigration Service mijn reisplannen bespreken. | |
26 juli 1964Moise Tsjombé is, na een jaar geleden uit Congo te zijn gevlucht, teruggekeerd. Hij heeft het bestaan om een krans te gaan deponeren bij het monument voor Patrice Lumumba, de man voor wiens dood hij in eerste plaats verantwoordelijk is. Wie weet heeft de meneer nog staan grienen ook. Politici blijken altijd weer tot alles in staat. | |
[pagina 255]
| |
James Reston refereert in zijn artikelen nu ook onverbloemd aan ‘de moord van Oswald’. Dat verwondert me. Reston is toch niet de eerste de beste journalist, maar een man aan de top. Vorige week vergeleek hij nota bene de verkiezing van Goldwater met het aan de macht komen van Hitler en Napoleon. Hij lijkt wel niet goed bij zijn hoofd, en toch is hij een der bekwaamsten. Ik had prinses Beatrix het nieuwe boek over Croiset van Jack Harison Pollack gezonden, en in een begeleidend briefje nog eens herinnerd aan ons gesprek bij het filmen van de ruïnes van Mitla. Haar particulier secretaresse, M.C.C. Wijnen, schrijft me namens H.K.H. om me te bedanken. Ook de prinses herinnert zich ons gesprek.Ga naar voetnoot320 (Nu begrijp ik ook beter Croisets uitlating dat Beatrix geen passende jurk had om hen te ontvangen: we hadden misschien verwacht dat zij in een reactie op het boek eens met Croiset had willen spreken.) | |
27 juli 1964‘us to enlarge vietnam force by 5,000 advisers’, aldus de kop in de New York Times. Daar begint het gedonder. Lyndon Johnson schijnt er de voorkeur aan te geven met open ogen een communistische val binnen te trekken. Ik mis toch wel iets bijzonders nu ik niet met Luns mee naar Indonesië kan gaan. | |
28 juli 1964Omdat de Immigration Service het onderwerp homoseksualiteit had aangesneden, heb ik onmiddellijk gesteld dat ik daar alleen over wil spreken met artsen of een psychiater. Vandaag werd ik ontvangen door een dr. Fuerberg, psycholoog van de us Public Health Service op Staten Island. ‘Why did you get yourself involved in all this?’ vroeg hij met verbazing. ‘You tell me’, antwoordde ik. Het werd een prettig gesprek. | |
29 juli 1964De Indonesische confrontatiepolitiek jegens Maleisië is bekoeld, meldt Seth King vanuit Jakarta.Ga naar voetnoot321 De afgelopen weken zijn nog slechts enkele incidenten met Indonesische guerrilla's gerapporteerd. God zij dank. Dat was een zwakke affaire. Vrijwillige militairen, gedrild voor de crush Malaysia-campagne, | |
[pagina 256]
| |
zullen nu worden ingezet voor publieke werken. King meldt eveneens dat Luns in Indonesië is en dat er veel werk van zijn bezoek is gemaakt.Ga naar voetnoot322 Om 13.15 uur een nieuwe ontmoeting met zowel dr. Fuerberg als dr. Paul Smith, psychiater van de Public Health Service. Dr. Smith opende als volgt: ‘To determine whether someone is homosexual, we sometimes ask what books they read... But once there was a guy in the Coast Guard who was asked at full sea by his commanding officer: “How would it feel to be a Communist?”’ Ik nam vanaf dat moment het gesprek over en sprak anderhalf uur. Een vrije lezing van op zijn minst 250 dollar. Toen ik uitgesproken was zei Fuerberg: ‘I have but one word for you: Fabelhaft.’ Dr. Smith vond dat ik ‘brinkmanship’ praktiseerde. Beiden waren van mening dat ik gevaarlijk leefde. Ik dacht: ja ja, als Bungkarno, Vivere Pericoloso. Dr. Fuerberg zei, waar ik bij zat, tegen dr. Smith: ‘He is masochistic.’ Ze meenden dat ik gevaarlijk leven juist prettig vond en mezelf opzettelijk in gevaarlijke situaties bracht. Onzin. Fuerberg: ‘Are you trying to prove continuously that you can do things others don't dare to do? Why don't you join one newspaper and take it easy?’ Hoe kan dat nu? Ik legde uit dat ik plannen had om naar China te gaan, en hoe ik het had aangelegd met Playboy, Look, en de Associated Press. Wat was hier verkeerd aan? Het zou bovendien mijn lezingen ten goede komen. Maar dr. Fuerberg wierp tegen: ‘But by asking a visa for China, you are trying to say to the us Government: ‘You are nuts and I will have my way.’ Ik dacht: inderdaad, ze zijn in Washington gek ten aanzien van Peking, maar dat zal ik deze keer inslikken. Ik wees erop dat ik zeer bonafide opdrachten had voor Peking, en dat het me verder geen barst kon schelen wat voor kritiek erop kwam. Dr. Smith concludeerde: ‘I have learned a lot this afternoon. We rarely see such an individualistic person.’ Ze waren het erover eens dat ‘You fly continuously into the face of convention, but look at the dangers you place yourself in.’ Ik citeerde mijn oude vriend Vladimir ArchawskiGa naar voetnoot323, de succesvolle zakenman uit Wall Street: ‘The worst that can ever happen to you is to die.’ Dr. Smith zei: ‘This is fascinating. You have material for a book here.’ | |
[pagina 257]
| |
Dr. Fuerberg: ‘You are a second Pierre van PaasenGa naar voetnoot324.’ Ik dacht: wat kletsen ze toch? Ik ben Willem Oltmans en daarom lijk ik op geen hond. Het gesprek eindigde met de vraag of ik ooit was veroordeeld, een gemakkelijke vraag dus, en of ik homoseksueel was. Ik moest met ja of nee antwoorden. Met die beperking schreeuwde ik dus ‘Nee!’ Fuerberg: ‘Ze hebben u homoseksualiteit ten laste gelegd, maar wij hebben er geen bewijzen voor gevonden.’ Hij benadrukte dat hij nooit zou kunnen leven zoals ik deed. Eens was hij een angry young man geweest, maar op den duur was hij tot rust gekomen en had hij zich aan zijn job gezet. Ik herken dat: ze worden getemd en denken dan alleen nog aan de maandelijkse pay check, ten koste van principes. Zelfverlakkerij. In Den Haag heeft zich weer eens een staaltje van oer-Hollandse burgerlijkheid voorgedaan, opnieuw onder de bezielende leiding van Joseph Luns. De minister had alle Nederlandse ambassadeurs opgedragen zich strikt te onthouden van contacten met prins Carlos Hugo en prinses Irene. Terwijl Carlos en Irene door het Spaanse staatshoofd generaal Franco werden ontvangen, besloot ambassadeur jhr. W.E. van Panhuys een lunch met het prinselijk paar niet uit de weg te gaan. Het vond plaats in een Madrileens restaurant, alwaar Irene het gastenboek tekende als de hertogin van Madrid. Ook de Oostenrijkse prins Sterrenberg woonde het déjeuner bij. Luns razend. De Telegraaf verwacht dat een ambassadeur die de toorn van zijn minister weet op te wekken, zal worden teruggeroepen.Ga naar voetnoot325 Goedemorgen. | |
30 juli 1964Om 08.45 uur arriveerde fbi-agent Kenneth Caldwell in mijn flat. Hij wilde slechts mijn contacten met de Roemeense diplomaat Popa bespreken. Ik had zowel de immigratiedienst als Popa zelf meegedeeld openlijk onze lunches te hebben besproken. Ook telefoneerde W. Verrips vanmorgen, om te informeren of de moeilijkheden met de autoriteiten thans voorbij waren. Ik belde mijn ouders om te zeggen dat ik eraan kwam. Mijn vader vertelde dat de heer Verrips bijna iedere dag aan de telefoon hing. | |
[pagina 258]
| |
Kreeg een boodschap van Marguerite Oswald dat zij 1 augustus weer in de Beekman Towers in New York zou zijn. Ik liet weten dat ik naar Nederland zou vertrekken, maar wenste haar sterkte in haar eenzame strijd. | |
31 juli 1964Seth King zegt dat er in Indonesië een spelletje wordt gespeeld wie Bungkarno's opvolger zal zijn. De naam van dr. Subandrio schijnt tegenwoordig bovenaan te staan, wat ik slecht nieuws vind. Als tweede kandidaat wordt nog altijd generaal Nasution genoemd, terwijl Chaerul Saleh de derde mogelijkheid is.Ga naar voetnoot326 Ambassadeur Diallo Telli nodigde me uit voor een buffetdiner in Riverdale, maar ik schreef hem een vriendelijk briefje dat ik op het punt stond om af te reizen en verhinderd was. | |
1 augustus 1964Bracht drie hutkoffers met bagage naar het s.s. ‘Gorredijk’. Woonde een lunch bij in de Williams Club met premier prins Abdul Rahman van Maleisië. Ik bekeek de man nog eens goed, zag zijn entourage, en besloot geen vraag te stellen. Ik had willen weten waarom er nog altijd een Britse generaal de strijdkrachten van Maleisië commandeert, want dat is nu precies wat Bungkarno bedoelt met ‘een verkapte Britse voorpost in Zuidoost-Azië’. De premier stotterde herhaaldelijk, zocht naar woorden, kon geen wijs uit de stapel papieren die voor hem lag, en keek eigenlijk nauwelijks naar zijn gehoor. Met andere woorden: die man is geen tegenpartij voor Sukarno, met diens absolute zelfverzekerdheid, donderende stem en revolutionaire aanpak. Ik vond Rahman eigenlijk zielig. Ik zat tussen mijn oude vriend Charlie HowardGa naar voetnoot327 en de Rus Sergei LossevGa naar voetnoot328 in. Ik zei tegen Lossev dat ik er geen gat in zag naar Moskou te gaan, want het bleef een soort constante bevalling om met Russen een open gesprek te voeren. ‘Your society, your life; Communism left you the legacy that you must always be on guard. But who knows, maybe some day we will be able to really talk.’ Het schijnt dat Mike Polonik terug in Moskou is. Dat hoorde ik nu pas. Sovjetfunctionarissen verdwijnen zonder een woord te zeggen. | |
[pagina 259]
| |
2 augustus 1964Ontmoette Dick Rosen. Hij vertelde ook te zijn onderworpen aan een nauwkeurig onderzoek naar homoseksualiteit toen hij de post aanvaardde van assistent van de Attorney-General van New York. Hij weet dat bepaalde details hierover in zijn dossier zitten, en hij denkt dat hem dit vroeg of laat schade kan berokkenen. Wat het geduvel met Mrs. Spolan en haar scheldpartijen betreft, adviseerde hij te verhuizen, waar ik natuurlijk niet over pieker. Loet Kilian vertelde nu pas dat hem ook was afgeraden bij mij in te trekken omdat dit moeilijkheden zou kunnen veroorzaken. Ook hij piekert er kennelijk niet over te vertrekken. | |
3 augustus 1964De koppen in de New York Herald Tribune van vandaag: ‘viet reeds fire on our warship’ Drie Noord-Vietnamese P.T.-boten hebben in internationale wateren van de Tonkin Golf, tussen China en Noord-Vietnam, het Amerikaanse oorlogsschip ‘Maddox’ aangevallen en beschoten. De Amerikaanse torpedobootjager heeft het vuur direct beantwoord. De commandant van de Amerikaanse vloot, admiraal Ulysses Grant Sharp heeft gezegd dat dit het zoveelste bewijs is van de agressieve bedoelingen van de communisten in Zuidoost-Azië. President Johnson heeft onmiddellijk zijn voornaamste militaire en politieke adviseurs naar het Witte Huis geroepen. Er is duidelijk een ernstige nieuwe crisis in de maak.Ga naar voetnoot329 Eindelijk heb ik mijn green card terug en kan ik vertrekken. | |
22.15 uur, KL 644 New York-AmsterdamLoet was lief en bracht me naar het vliegtuig. Begon een brief aan Sukarno om de lunch met Abdul Rahman te beschrijven, maar ik heb hem verscheurd. |
|