Memoires 1963-1964
(2000)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 214]
| |
24 april 1964Telefoneerde mevrouw Röell. InezGa naar voetnoot280 is in Lausanne, maar ze schijnt ziek te zijn. Ontmoette hoofdredacteur G.G. Kunz van de Delftse Courant. We lunchten in de Prinsenkelder. Hij was vol éloges over mijn Amerikaanse bijdragen. Hij verhoogde mijn honorarium tot 125 gulden per maand. Daarna bezocht ik W. van Wijk, hoofdredacteur van Het Vaderland. Hij had honderd gulden gereed liggen voor mijn beide bijdragen uit Mexico. De staf was ook wel ingenomen met mijn werk. Daarna bezoekje bij Jolle Jolles. Deze week zijn er 26 Amerikaanse soldaten gewond geraakt in Vietnam, waarvan er een overleed. Het aantal Zuid-Vietnamese doden bereikte de tweehonderd. Er zijn 540 gewonden en 140 zijn er vermist of door de Vietcong gevangen genomen.Ga naar voetnoot281 De waanzin begint daar goed van de grond te komen. In de avond belde Frits. Ik zie hem morgen. | |
25 april 1964Vrijwel het eerste wat Frits zei toen ik zijn kamer in de Van Woustraat binnenkwam was: ‘Je bent in je voordeel veranderd!’ Dat was misschien wat hij had gehoopt en prompt projecteerde. Hij zag er prima uit, blauw corduroy hemd, slim fits, loafers. We tastten elkaar af, en het was meteen prettig. Hij maakte een knol van een boterham met leverworst. Een Siamese poes | |
[pagina 215]
| |
scheet op de grond. Ik zag de foto-opnamen van zijn nieuwe beelden en kreeg er twee. Hij was twee weken opgenomen in een ziekenhuis vanwege darmkoliek, een gevolg van onvoldoende eten. Vorige week was hij in Artis flauwgevallen en met een taxi thuisgebracht. Hij schijnt ook hartproblemen te hebben. Hoe kan dat? ‘Ik word toch niet oud, maar ik heb tenminste genoten!’ zei hij. We zaten lang bij te praten. Ik kan eigenlijk niet beschrijven hoe het was om Frits terug te zien. Misschien kan ik het het beste omschrijven door Loet te citeren, die tegen me zei: ‘Nu zal je Frits pas zien zoals je hem altijd had moeten zien.’ Het Mexicaanse hemd dat ik voor hem had meegebracht vond hij niet fijn. Hij wilde het niet eens hebben. Zijn moeder had gebeld om te zeggen dat zijn broer en zus jarig waren, wat hij totaal vergeten was, dus reden we naar Den Haag. Hij wilde me eerst een bloemenzaak aan de Prinsessegracht laten zien waar vier van zijn beelden in de etalage stonden. In de Wittebrug kocht ik het Algemeen Handelsblad. Ik vond een gigantisch artikel: ‘nederlanders en amerikanen in het conflict om nieuw-guinea’. Dat kan niet anders dan afkomstig van W. Verrips zijn. Zouden Steketee en Hofland erin getrapt zijn mee te werken aan een tegenzet van Verrips? Ik kom er wel achter. Vooral details - als dat de grondslag van het plan-Bunker op 22 oktober 1961 werd gelegd in de aanwezigheid van de Kennedy-adviseurs W.W. Rostow, George Ball en George McGee - wees op kennis van deze gebeurtenissen van Verrips. Daarna kwamen in het geheim Indonesiërs en Nederlanders bijeen, eerst op 21 december 1961 te Parijs, en daarna - en dat was een zeer belangrijke meeting - van 30 januari tot 6 februari 1961, in een luxe hotel in Ostia, bij Rome. Vooral deze laatste bijeenkomst was hermetisch afgesloten geweest en in het grootste geheim gehouden, en, naar zijn zeggen, geheel door W. Verrips gearrangeerd. Er namen leidende Indonesiërs en vertegenwoordigers van de Nederlandse ar, kvp en PvdA aan deel. Het Handelsblad meldde: ‘De kosten van deze conferenties met hun entourage van privé-bewakingsdiensten om spionnen van vijandige politici en journalisten (de Lunsianen?) op een afstand te houden, beliepen meer dan 100.000 gulden.’ Zowel Amerikanen als Nederlanders hielpen een en ander financieren. Maar dat waren nu juist de zaken die niet met Verrips werden afgere- | |
[pagina 216]
| |
kend, en dit opzienbarende artikel in het prestigieuze Algemeen Handelsblad was een duidelijke overwinning voor Verrips om zijn geld uiteindelijk te kunnen binnenhalen. | |
26 april 1964Bezocht Verrips om de hoek. Hij wist te melden dat Emile van Konijnenburg, logerend op kosten van de klm, huisarrest zou hebben in Hotel Indonesia, met een M.P. voor zijn deur. De aanklacht: deviezenzwendel. Het lijkt me sterk. Volgens Verrips is hij door generaal S. Parman van de Inlichtingendienst opgebeld. Konijn had zich eruit willen redden door te zeggen in opdracht van W. Verrips te hebben gehandeld. Generaal Parman had vervolgens een telex naar Huis ter Heide gezonden met het verzoek om opheldering. Verrips antwoordde glashard er niets over te weten, wat waarschijnlijk waar was. ‘Voer hem maar rode rijst en vis, en vertel mij maar wat hij allemaal zegt’, aldus Verrips tegen generaal Parman, die hij al jaren schijnt te kennen. 's Avonds ontmoette ik Frits om 21.00 uur in Hotel Terminus in Den Haag. Hij was met zijn speciale vriend, Chris, die me overigens straal negeerde maar me toch wel aardig leek, fris, groot, appetijtelijk, met een kalende kruin. We moesten eerst een Siamese kat naar de Van Woustraat brengen en daarna gingen we de stad in: naar Eldorado en later naar In Cognito. Bracht hem laat thuis en belandde zelf nog later in bed in Huis ter Heide. Veel van de eerdere spanningen tussen ons zijn weg. We hebben heel wat af gepraat. Niet dat mijn gevoelens voor Frits veel zijn veranderd, maar het contact is nu meer in de stijl van Loet en mij. | |
27 april 1964Bezocht Elfferich bij de avro. Max Tak had rechtstreeks naar Sietze van der Zee gebeld om te protesteren tegen mijn eventuele medewerking. Dit had een intern conflict veroorzaakt. Hij draaide het filmje van het gesprekje met mevrouw Marguerite Oswald af dat ik uit New York had laten sturen. Het hing inderdaad als los zand aan elkaar en was niet best. ‘Bovendien,’ zei Elfferich, ‘niemand hier is in mevrouw Oswald geïnteresseerd.’ Hij was bereid mij desalniettemin 250 dollar voor kosten en moeite te betalen. Voorlopig wilde hij van me weten of ik hem kon tippen wanneer ik in de vs tv-films zag die voor de avro van belang konden zijn. | |
[pagina 217]
| |
Lunchte met Cees Meijer in Zaandam. Hij is mijn voornaamste promotor in Nederland, loyaal en behulpzaam. Het is bovendien gezellig om met hem samen te zijn. Haalde vervolgens Martin Portier op in Alkmaar. We bezochten zijn moeder in Heemskerk en mijn ouders in Huis ter Heide. We eindigden in Hotel Unique in de Kerkstraat, maar sliepen slecht door het vele kabaal op straat. Het was niet helemaal als vroeger. Martin wordt steeds meer gebelandariseerd. | |
29 april 1964Erik van der Leeden haalde me af op het station in Eindhoven. Het was eerst weer even aftasten geblazen, maar er was kennelijk niets veranderd. Hij zag bleek en mager. Probeert van tweehonderd gulden in de maand te leven en slaat wel eens maaltijden over. We zaten later nog met Helga te praten in Cocagne. Erik blijft speciaal. Ik zie hem nu met meer objectiviteit, misschien iets koeler, maar zeker met dezelfde affectie. Soms denk ik dat ik niet meer in staat zal zijn nog eens verliefd te worden. In dat opzicht ben ik reeds doodgegaan. Mijn droom komt toch nooit uit, dus ik geef het op. Maar waar leef je voor wanneer het niet liefde, affectie of seks is? Het oudebesjestehuis is voor mij gearriveerd op 38-jarige leeftijd... Bovendien: het oude liedje, ik sprak Erik voortdurend met ‘Frits’ aan. | |
30 april 1964Ontmoette Henk Hofland voor een kop koffie. Op het groot opgemaakte artikel in het Handelsblad van 25 april - inderdaad voornamelijk door W. Verrips geïnspireerd - had nagenoeg de hele groep-Rijkens gereageerd, met Paul Rijkens zelf als nummer één. Hij drong erop aan dit Verrips niet over te brieven. De groep zat volgens Henk inderdaad te beven van angst dat er meer publicaties zouden komen. Verder had hij niet zoveel te melden, omdat hij toch altijd weer psychopaten als W.F. Hermans, W. Verrips en Willem Oltmans als vriendjes had. Daarna gingen Frits en ik met zijn vriendinnen Dobbie en Janna naar de duinen in Zandvoort. In Dobbies huis zei hij tegen | |
[pagina 218]
| |
me: ‘Kom eens’, waarna hij me meenam naar een andere kamer en me omhelsde en kuste. | |
1 mei 1964Schreef opnieuw naar dr. Paul Rijkens over mijn claim op de groep waarvan hij aan het hoofd stond. Bezocht de chargé d'affaires van de Chinese Volksrepubliek, om opnieuw een mogelijke reis naar Peking te bespreken. Hij stelde vele vragen, vooral over mijn werk in Amerika. Hij had mijn eerdere verzoeken doorgegeven en nimmer antwoord gekregen. ‘We have our ways of doing things’, zei hij, en zijn assistent knikte bevestigend. Deze laatste was aanwezig om ieder woord in het Chinees te vertalen, en omgekeerd in het Engels. | |
2 mei 1964Regelde voor Frits dat hij iedere maand voor vijftig gulden kruidenierswaren bij de firma Eichholtz in de Leidsestraat kon afhalen. Frits vertelde de avond van Koninginnedag 's nachts om 03.00 uur door twee kerels te zijn aangesproken. Een mepte hij het ziekenhuis in, de andere was ook lens. De politie kwam, en omdat hij het een en ander had gedronken werd hij tot 07.00 uur meegenomen. Hij sprak over de kapsones van agenten met koppels en pistolen, maar ik dacht tezelfdertijd aan de problemen die er zouden komen indien hij in Kew Gardens zou wonen. | |
3 mei 1964Verrips vertelde Henk Hofland tweemaal te hebben opgebeld om erachter te komen of Paul Rijkens op het artikel had gereageerd. Hofland had dit volgens Verrips ontkend, maar ik wist dus beter. Dr. Anne Vondeling had inmiddels in een brief aan het Handelsblad geschreven dat er geen socialistische politici aanwezig waren geweest in het George V Hotel in Parijs, noch in Ostia bij Rome. W. Verrips noemde professor Samkalden. Vondeling roerde in een potje zonder de feiten te kennen. Wat me wel opviel was dat Verrips meedeelde nu ruzie te hebben met zijn oude vriend Frans Goedhart. En dit terwijl Goedhart een aardig zomerhuisje heeft overgehouden aan zijn bemoeienis met de groep-Rijkens, een bemoeienis die aanvankelijk door Verrips werd gefinancierd. Verrips wil nu zelf met Henk Hofland de heer Vondeling bezoeken - maar Hofland | |
[pagina 219]
| |
schijnt op reportage in Parijs te zijn voor een gesprek met D.U. Stikker - waarna Vondeling dan zijn brief aan het Algemeen Handelsblad zou moeten intrekken. Het blijft een ongelooflijk wespennest. Volgens Verrips is Paul Rijkens nog altijd close met prins Bernhard, ondanks alle officiële verklaringen van het tegendeel. | |
4 mei 1964Sprak enkele uren met een van mijn moeders beste vriendinnen, Meta de Vries.Ga naar voetnoot282 Ik heb altijd een bijzondere relatie met haar gehad.Ga naar voetnoot283 Ik kon, over welk onderwerp dan ook, volkomen open met haar spreken. We genoten allebei evenveel van onze tête à têtes. Ik hoorde van de heer Jongerius van de Federatie van Journalisten, dat collega Peter Schröder van Het Parool had gevraagd om inlichtingen over de gronden waarop een medelid geroyeerd zou kunnen worden. Zowel Jongerius als Van Rantwijk begreep dat Schröder het op mij had gemunt. Gezellig, zulke mensen in je vak. Ik begrijp Bernard Person steeds beter op dit punt. W. Verrips had vanmorgen een gesprek met Henk Hofland, die opnieuw ontkende dat dr. Paul Rijkens tegen het stuk van 25 april had geprotesteerd. Henk verzekerde Verrips dat zijn positie op het spel stond voor wat betreft de informatie van Verrips, vooral de bewijzen inzake de manipulaties van de socialistische politici in genoemde geheime gesprekken met de Indonesiërs. Ik was deze hele affaire reeds gepasseerd met de reis van de heren Suurhoff en Goedhart naar New York in 1962, en alle ontkenningen daaropvolgende, welke zouden leiden tot mijn definitieve breuk met Vrij Nederland, terwijl de socialisten erop los logen. Dit keer zat Hofland dus in een soortgelijk parket. Volgens Verrips was hij zeer nerveus geweest. Vondelings protestbrief zou in de krant worden opgenomen. Verrips had een passend antwoord geschreven. Hij las het voor, maar ik vond het bull-shit. Ik herschreef het in een stukje van tien regels waar alles letterlijk in zat. Ik vroeg me af of Verrips mijn stukje of zijn eigen geklets naar het Handelsblad zou sturen. Henk zit nu in een moeilijk parket. Ik begrijp niet dat hij me niet belt. Ik bezocht mejuffrouw G. Büringh Boekhoudt direct na haar terugkeer uit Joegoslavië. Ik liet haar de foto zien van mij sa- | |
[pagina 220]
| |
men met Beatrix, haar lievelingsleerling. We raakten in gesprek over alle vier de prinsessen. Zij denkt dat als het zo doorgaat, dat Beatrix misschien zelfs nooit zal trouwen. ‘Trix had moeite op school, want zij zag steeds de grote lijnen, niet de details. Trix kan anderen meeslepen. Zij geeft zich met enthousiasme aan iets, zoals het organiseren van een bazaar.’ Beatrix vergat nooit haar verjaardag en ook afgelopen 24 maart was er weer een boodschap gekomen. Zij liet me die zien, getekend ‘Trix’. Aunty is nu 71 en het was heerlijk bij haar te zijn. Zij liep deze avond mee met de stille omgang. Ze vond dat vooral prins Bernhard verdrietig keek. Aunty's ogen leken me anders. Vreemd. Het lijkt wel of ik alle mensen nu met andere ogen zie. President Sukarno heeft zijn bezoek aan de New York Fair, gepland voor 16 mei, afgelast. Misschien gaf Washington te kennen dat hij weg moest blijven. In zijn jongste rede heeft Bungkarno namelijk gezegd dat wanneer prins Abdul Rahman blijft weigeren te onderhandelen, Indonesië de Maleisische federatie ‘met geweld zal ontbinden’. Dat lijkt me een dubieus avontuur. | |
5 mei 1964Pak Wiarto van de Indonesische ambassade bevestigt dat het gewraakte stuk van Hofland van 25 april 1964 ‘buitengewoon belangrijk’ is. Ook liet hij doorschemeren heel goed te weten dat W. Verrips erachter had gezeten. Maar terwijl ik met Wiarto sprak werd ons gesprek verbroken. Onmiddellijk hierna belde Verrips, die nog een wijziging in mijn concept had aangebracht. Dus ik typte de tekst andermaal en gaf deze bij de portier van het Handelsblad af voor Henk Hofland. Frits schreef zijn droom van gisteren in mijn dagboek. ‘We gingen, mijn lichaam en ik, aan boord van een groot schip, dat allang was verlaten, maar het was er warm en het gaf me het gevoel rust te hebben gevonden. Totdat ik door een luik viel. We kwamen in de duinen terecht, waar ook een ongewone stilte heerste. Op dat moment besefte ik dat ik droomde, maar ik wilde verder dromen. Het landschap had de sfeer van mijn vroegere tekeningetjes, blauw afgewisseld met andere kleuren. Ik was erg gelukkig, en mijn lichaam geloof ik ook, totdat ik op een goed ogenblik vastgroeide in het landschap. Ik had niet meer de wil en de kracht mij los te maken, dus was ik volko- | |
[pagina 221]
| |
men afhankelijk van de invloeden van het landschap. Ik werd ziek. Welke ziekte weet ik niet meer. Wel herinner ik mij dat mijn ribben vanbinnen loslieten en het zooitje bij het minste of geringste windzuchtje begon te rommelen. Soms, wanneer twee van die ribben elkaar raakten, ging er iets door mij heen. Een soort stroom, die via mijn voeten mijn lichaam verliet. Waar het naartoe ging wisten we niet, alleen hoopten we dat het weer terug zou komen. Na de trillingen van de wind was alle rust weer verdwenen en leek het of alles even onrustig was als in het begin, voor we aan boord gingen.’ We hadden een heerlijke laatste dag aan het strand, aten in Deli en zagen de film Elektra. Hij gaf me af en toe een aai over mijn hoofd, en later schreef hij op de motorkap ‘voorzichtig rijden’ en ‘goede reis’. Hij was gewoon lief. Om 00.45 uur namen we afscheid. Ik zag hem in de richting van de Munt hollen. Hij stond stil, keek om, en zwaaide een laatste keer. I love him, en toch denk ik dat het voorbij is, voor altijd. Wat mankeer ik toch? Het minste van alles kennen we onszelf. Hou ik nog van Frits? Zal ik hem schrijven? Zal ik later toch weer met hem samen zijn? Wat gaat er gebeuren? Alleen de Heer zal het weten. Terugrijdend naar Huis ter Heide deed ik een schietgebedje. | |
6 mei 1964klm 643, de Albert Plesman naar New YorkIk vond het vertrek erg vervelend dit keer. Iedereen vindt mij veranderd, zelfs mijn vader, die zei: ‘We vonden het een leuk bezoek.’ W. Verrips vertelde: ‘Ik heb tegen KaatGa naar voetnoot284 gezegd: “Willem is een kerel geworden.”’ Erik ging met me mee tot aan de vertrekhal. Helaas sprak ik hem duizendmaal met ‘Frits’ aan. Hij kwam vanmorgen al vroeg naar Huis ter Heide en we wandelden in het bos. ‘Je vriendjes zijn voor jou speelgoed,’ zei hij, ‘je bespeelt ze en speelt met ze.’ Ik dacht: waar haalt hij het vandaan? Hij herhaalde overigens dat hij, iedere keer wanneer we elkaar hadden ontmoet, weer enige tijd nodig had om zich aan te passen. Belde mijn ouders vanuit Schiphol en kon mijn tranen niet bedwingen, wat natuurlijk ook met Frits te maken had. |
|