Memoires 1961-1963
(1997)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 30]
| |
New York10 december 1961Nam om 08.00 uur een super-Constellation van Eastern Airlines naar Boston en de subway naar de Community Church of Boston waar ik een lezing moest geven in het Conservatory Auditorium. Was niet in de juiste stemming, ondanks een gesprekje vooraf met dominee Donald Lothrop. Er was orgelmuziek en er werd gezongen. Ik was echter te weinig geïnspireerd en te moe om een effectieve lezing te geven. | |
13 december 1961Gaf opnieuw een lezing voor de Century Club in Rochester, New York, wat een soort vast nummer aan het worden is. Men wil mij voor 1962 vier maal boeken. Er was een lunch met het volledige bestuur en de tafel was feestelijk versierd als voorloper voor Kerstmis. Bij thuiskomst kon ik eindelijk eens beginnen mijn knipsels te ordenen. Wat bij de Nederlandse knipsels frappant was, was de wijze waarop Joseph Luns zichzelf en iedereen in de maling nam. Het Algemeen Handelsblad berichtte op de voorpagina op 30 november: ‘Uitgeputte minister Luns terug op Schiphol.’ Hij zei: ‘Ik kan slechts herhalen, dat Nederland versterkt uit het uno-debat is gekomen.’ Hoe krijg je de onzin uit je keel? In De TelegraafGa naar voetnoot23 voorzag Luns ‘dat in het komende jaar (1961-1962) zal worden voortgegaan met de emancipatie van Papoea's en dat nieuwe stappen zullen worden gezet op de weg naar bonafide uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht’, aldus voorspelde de bewindsman. In werkelijkheid zou Nieuw-Guinea binnen één jaar aan Sukarno wor- | |
[pagina 31]
| |
den overgedragen. Terwijl minister Subandrio bij terugkeer in Jakarta nog altijd open stond voor een gesprek met Nederland, verklaarde president Sukarno tijdens een redevoering in BandungGa naar voetnoot24, dat hij spoedig de bevrijding van Irian-Barat zou afkondigen. Generaal Achmad Yani verklaarde, dat indien Indonesië dit zou wensen, zij de Nederlanders uit Nieuw-Guinea zou kunnen ‘wegschoppen’. Ir. Hein Vos had na de nederlaag van Luns in de uno een grote mond in de Eerste Kamer, maar de rol van de socialisten in de kwestie Nieuw-Guinea was al even dubbelhartig als van alle andere politiek partijen, met uitzondering van de cpn, maar wie wilde daar bij horen? | |
[pagina 32]
| |
wan. Ook de ellende in de Congo zette zich onverminderd voort, vanwege de door België en andere landen gesponsorde verdeelen heerspolitiek die vanuit Elisabethville in Katanga werd gevoerd, en het land bleef verscheuren. De plaatsvervangend secretaris-generaal van de uno, de Burmees U Thant, die over 12.405 combat troopsGa naar voetnoot28 in de Congo beschikte, overwoog onder de uno-vlag jets in te zetten om de rebellie in Katanga (waar vijfhonderd buitenlandse huursoldaten, onder wie tweehonderd Belgische officieren, moord en doodslag bleven zaaienGa naar voetnoot29) de kop in te drukken. In Zuid-Vietnam waren de eerste tekenen zichtbaar van een komende grootschalige oorlog. The Times meldde uit Saigon, dat het Amerikaanse leger honden had overgevlogen om rode guerrilla's in hun ondergrondse bunkers op te sporenGa naar voetnoot30. Washington dreigde ambassadeur Frederick Nolting terug te roepen, wanneer president Ngo Dinh Diem geen democratische hervormingen zou doorvoeren. Premier Nehru dreigde het Portugese Goa te zullen bevrijden. | |
14 december 1961In de uno rapporteerde ik aan ambassadeur Sukardjo, wat er rond de affaire Verrips was gebeurd. Ik stelde ook Bob Massie van Newsweek aan hem voor. Er bleek 1.054 dollar op mijn Chase Manhattan-rekening te staan. Kon het niet geloven. jfk heeft dit weekeinde een brief aan president Sukarno geschreven. Gaat Washington bemiddelen, zoals ik al in april met Walt Rostow besprak? Er zijn weer 202 zwarten in Georgia gearresteerd bij een demonstratie voor het gemeentehuis in Albany.Ga naar voetnoot32 De afgelopen | |
[pagina 33]
| |
dagen zijn daar in totaal 480 negers opgepakt, waaronder 118 jongeren. Het bestrijden van apartheid in de vs staat in de kinderschoenen. Ambassadeur Stevenson heeft voor het eerst mijn Algerijnse vrienden, Abdelkadi Chanderli en de minister van Voorlichting, Mohammed Yazid, ontvangen. Eindelijk wordt Algerije recht gedaan. | |
15 december 1961Belde Santo in Illinois. Hij wilde voor Kerstmis in New York zijn. Zond het geld voor een vliegticket. De Algemene Vergadering wees opnieuw een zetel voor Peking in de uno af met 48 stemmen tegen, 37 voor, en een verrassende negentien onthoudingen. De uitslag werd in Amerika een klinkende overwinning genoemd. Ambassadeur Zain is terug uit West-Duitsland. | |
16 december 1961Al Brust, mijn maffioso vriendje, was hier en bleef slapen. Hij hield lange tirades over Jezus, die hij een non-union carpenter noemde, en over Nietzsche. Hij had inmiddels een dozijn brieven met foto's ontvangen van Nederlandse meisjes, die op zijn advertentie in Het Vrije Volk hadden gereageerd. Uit Jakarta kwam een brief van mijn lieve vriendin Penny Hedinah, die schreef te zijn gewaarschuwd door een zekere R. Sugianto, dat zij beter alle betrekkingen met mij onmiddellijk kon verbreken.Ga naar voetnoot33 Het ging om mijn nationaliteit. Ze vroeg zich af wie Sugianto was, en zei rustig onze correspondentie te zullen voortzetten. ‘Wist hij maar hoe hard je voor ons werkt, flink strijdt, en hoeveel Indonesische studenten je daar in het buitenland niet helpt. Dan zou hij niet zo kleinzielig zijn.’ President Kennedy is in Venezuela aangekomen. Jackie, de First Lady, is opnieuw een hit. | |
17 december 1961India bevrijdde Goa, evenals de enclaves Damao en Diu. Hoe kan het anders? Dit zijn de onvermijdelijke correcties der geschiedenis, waarover in het oude Europa veel heibel ontstaat, maar waarna men vlug genoeg tot de orde van de dag over zal gaan. Aangetekende brief van Emile van Konijnenburg. Ik had hem gevraagd de openstaande $ 1.640 bij de klm met Van der Jagt te verrekenen. Hij vond het ‘ongehoord’ dat ik niet schroomde | |
[pagina 34]
| |
van gemaakte afspraken af te wijken. Hij had toegezegd $ 389,60 te zullen laten afschrijven, ‘ondanks het feit dat bij mij twijfel is gerezen ten aanzien van de motieven van je reis.’ Konijn was simpeltjes vergeten dat hij me zelfs had toegezegd, dit bedrag niet via de klm, maar uit eigen zak te zullen retourneren. Hij tapte uit een ander vaatje nu ik de heren, met hun Verrips-interventie, steeds beter begon door te krijgen. Koos Scholten stond geheel buiten de Verrips-operatie. De belofte van Emile van Konijnenburg mij voor alle betoonde werkzaamheden in Washington en elders twee wereldreizen per klm te zullen aanbieden kwam helemaal niet meer ter sprake. Earl Glickman informeerde me uit Chicago, dat zijn company voor het verspreiden van radioprogramma's in januari zal worden opgeheven. Scheelt 150 dollar per maand. | |
18 december 1961President Sukarno kondigde aan dat een half miljoen Indonesische soldaten gereed staan om Nieuw-Guinea te bevrijden. Bij het in gebruik nemen van een door de Sovjets gebouwde atoomcentrale nabij Jogjakarta, verklaarde Bungkarno: ‘We love peace. But we love freedom more.’Ga naar voetnoot34 Luns zal minder rustig slapen. U Thant zond telegrammen naar Bungkarno en premier De Quay. Deed mijn 94ste radiopraatje. | |
19 december 1961The New York Journal American en de The New York Post brengen vette koppen over Sukarno's mobilisatieplan voor de bevrijding van Nieuw-Guinea. De Cleveland Intown Club zond mijn manager de volgende boodschap: ‘I suggest, you do not have question periods for Willem Oltmans. He gives a provocative lecture, but cannot handle questioners with tact. Even so, I liked the man immensly. This is a suggestion for your ears, not his. Mijn manager zond mij de kritiek onmiddellijk toe. | |
20 december 1961Ambassadeur Zain bracht gisteren een bezoek aan George McGhee, de onderminister van Buitenlandse Zaken. E.W. Kenworthy rapporteerde in de The New York TimesGa naar voetnoot35, dat volgens Zain de vs ‘een helpende hand hadden geboden’ het Nieuw-Guinea-vraagstuk te helpen oplossen. Dit was ook de | |
[pagina 35]
| |
wens van Indonesië. Op die manier kon een militaire confrontatie op Irian-Barat worden voorkomen. Dit wist ik. Later op de dag haastte ook ambassadeur J.H. van Roijen zich naar het ministerie van Buitenlandse Zaken en ontmoette de onderminister voor Far Eastern Affairs, W. Averell Harriman. Van Roijen kon het natuurlijk niet laten Sukarno aan te vallen en diens opdracht tot algehele mobilisatie tot ‘completely unwarrented’ te verklaren. Intussen zal de oorlogszuchtige taal van Jakarta Den Haag met de staart tussen de benen naar de onderhandelingstafel jagen. | |
22 december 1961Om 11.30 uur een persconferentie van Valerian Zorin, lang niet zo druk bezocht als die van Stevenson gisteren. Na afloop vroeg ik Zorin of hij het met Stevenson eens was, dat er geen gevaar dreigde rond Irian-Barat. Mike Polonik hielp vertalen. Zorin antwoordde: ‘Er zal geen gevaar dreigen, indien de kolonialistische krachten niet langer een rechtvaardige bevrijding in de weg staan.’ Polonik voegde mij toe, dat indien de zaak ooit in de uno zou komen een Sovjet-veto ten gunste van Indonesië gegarandeerd kon worden. United Press International meldde uit Den Haag dat er binnen de Nederlandse regering een geschil was gerezen tussen de groep rond Jelle Zijlstra, minister van Financiën, die onderhandelingen met Indonesië zonder voorwaarden vooraf voorstond, en de Luns-diehards die nog altijd liever op een militaire confrontatie zouden willen aansturen. | |
23 december 1961Kerstpost van mijn moeder, mijn grootmoeder Poslavsky, broer Theo, en een lieve brief van mejuffrouw Büringh Boekhoudt. Zij hoopte dat haar boodschap ‘iets van de eenzaamheid rond Kerstmis zou helpen verdrijven’. Zij wist met hoeveel tegenzin ik was teruggegaan, ‘ook omdat je er zo weinig menselijke contacten hebt. Dat spijt me zo ontzettend voor je, want ik weet hoe groot je behoefte aan hartelijkheid en vriend- | |
[pagina 36]
| |
schap is!’ Toch raadde zij aan in Amerika te blijven, ‘want ik geloof, dat jij daar als journalist en spreker meer op je plaats bent dan hier in Europa en daar ook gemakkelijker tot een financieel resultaat komt.’ En zij schreef: ‘Als je alleen bent - ik weet dit uit ervaring - moet je niet roerloos zitten afwachten, of er eens iemand bij je komt, maar wel eens zelf het initiatief nemen...’ Ze eindigde met: ‘Ik hoop dat deze kerstdagen nog iets anders voor je in petto hebben, dan alleen maar trieste gedachten!’ Nu heeft, volgens de Associated Press, ook de regering in Den Haag de hulp van Washington ingeroepen om ‘open discussies’ met Indonesië over de kwestie Nieuw-Guinea te helpen arrangeren. Mijnheer Luns is sneller door de knieën gegaan dan verwacht mocht worden. Zijn nederlaag is totaal. Het is duidelijk dat de Amerikanen Den Haag regelrecht te verstaan hebben gegeven, geen oorlogsgeweld in de zuidelijke Stille Oceaan te kunnen gebruiken. | |
Kerstdag 1961De grote verrassing vandaag was, dat Harisanto onverwachts voor de deur stond. Hij had Marguerita nog niet bereikt. Hij bleef gezellig in Kew Gardens, en ook Jim Garrison kwam, de negerjongen die ik bij George Branford en zijn Male Model School had geïntroduceerd. Ook hij bleef de hele dag. Hij is een van de interessante jongens, die ik in Manhattan ontmoette en oprecht aanhankelijk is. | |
27 december 1961Van der Jagt was van mening, dat Emile van Konijnenburg al op 31 december de klm zou verlaten. Hij waarschuwde dat de klm met een deurwaarder achter me aan zou komen om het openstaande ticket van 1.640 dollar te incasseren. Ook hij was van mening dat ambassadeur Zain dit ticket diende te betalen, want ik was op verzoek van Yamin en Zain naar Amsterdam gereisd, zelfs tweemaal achter elkaar. Ik sprak ook een uur met de klm-directeur in de vs, de heer D.J. Koeleman. We bespraken dat ik in lezingen de klm zou kunnen promoten, in ruil voor tickets. Bij het afscheid nemen zei hij: ‘Ik hoop, dat uw eerste vrije ticket naar Jakarta zal zijn.’ Bij de zuster van Richard Hsiao ontmoette ik een jongen uit India, Binu Saha. Hij studeerde voor ontwerper en tekent prachtige dessins. Ik nodigde hem uit in Kew Gardens te komen wonen. Hij had kamerproblemen. Hij had een speciale uitdrukking in zijn ogen. | |
[pagina 37]
| |
Ik belde Bob Tapiheru in Washington en zei, dat ik weinig van hen hoorde. ‘Wanneer je idiote dingen doet, hoor je niets van ons’, was het antwoord. John van Haagen zond een kerstkaart van de ‘Walrus’, zijn onderzeeër. | |
28 december 1961Vloog gistermiddag met Santo in de Eastern Shuttle naar Washington. Belde Tapiheru. Hij kankerde weer. ‘Je moet normaal doen, Willem. Je kunt niet vlak voor de heer Zahir tegen mij “dag schat” zeggen. Straks denken ze nog dat je een pooier bent. Ze denken nu toch al, dat ik Zain aan vrouwen help.’ Hij voegde eraan toe: ‘Het is wel eens goed, dat je vier maanden met een domper rond loopt.’ Ik kreeg de indruk, dat de papieren van Emile van Konijnenburg, eveneens bij professor Yamin, aan het dalen waren, ook omdat hij opnieuw probeerde geld los te krijgen van de Indonesiërs, ditmaal via Verrips en ten behoeve van zowel de aniem als de Talens-fabrieken. Over de interventie van W. Verrips merkte Tapiheru nog op: ‘Voor dit soort zaken worden nu eenmaal altijd crooks gebruikt.’ In de ochtend was ik op de Indonesische ambassade aan Massachusetts Avenue en ontmoette vele vrienden; Dewanto, Sumarman, Rengku en anderen. Dr. Zain arriveerde om 11.00 uur en ging meteen in conferentie met een Amerikaanse journalist en een state senator uit Oregon. De secretaresse zei, dat de ambassadeur me in de late middag zou kunnen ontvangen. Ik vond dit belachelijk en in strijd met onze samenwerking. Ik besloot onmiddellijk te vertrekken. Tenslotte heb ik noch Zain, noch Indonesië nodig. Ik gaf hen mijn onvoorwaardelijke vriendschap, maar ook vriendschap is rekbaar tot op een zeker punt. Wanneer het breekpunt komt is het voorbij, voor altijd. Dit is wat ik ten aanzien van Zain voel. Ik vloog naar New York, dineerde in de uno en belde mijn negervriendje, Charles Harley. We gingen naar een toneelstuk, dat door zwarten werd gespeeld, en waarin het rassenvraagstuk op sublieme wijze op de korrel werd genomen. Charles is buitengewoon plezierig gezelschap. Hij droeg een flanel broek, tweed jasje en foulard. Hij is ook oprecht over onze relatie, just friends. | |
[pagina 38]
| |
zeeërs en andere oorlogsschepen uit het Oostblok zullen worden aangekocht, duidelijk bedoeld voor de bevrijding van Irian-Barat.Ga naar voetnoot36 De The New York Times wijdt vandaag een Man in the News portret aan minister Subandrio. | |
30 december 1961Binu is met zijn hele hebben en houden naar mijn appartement verhuisd. Bob Franklin kwam om 02.20 uur en kroop bij mij in bed. Santo is hier. Alex van Maarseveen kwam om te koken. Een bijzondere brief van acht kantjes van Erik. Ik denk veel aan wat mijn broer uit Kaapstad schreef. Hij achtte de vooruitzichten voor Zuid-Afrika zeer slecht. ‘The first more serious bomb-attacks took place over the weekend in Johannesburg and Port-Elisabeth’, schreef hij. Hij vroeg ook of Bungkarno nu het voorbeeld van brother Nehru zou volgen en een invasie op Nieuw-Guinea zou beginnen. Hij wist nog altijd niet of het de juiste beslissing was geweest om naar Zuid-Afrika te gaan, ‘but one thing I can say for this country, it is an exeptionally good spot to observe the true Untergang des Abendlandes’. Hij had ook een voormalige vriendin ontmoet en misschien hingen de weddingbells in de lucht. Ik schreef ambassadeur Zain onder meer: ‘De vuile praatjes van Verrips in brieven vastgelegd, zoals aan professor Yamin en in opdracht van de heren Rijkens en Van Konijnenburg uitgereikt, hebben dan toch hun uitwerking niet gemist. Voor mij is het bijna ongelooflijk, dat zij nu blijkbaar wel in contact met u staan en u mij voor niets naar Washington laat komen... U bent voor mij een enorme teleurstelling geworden en ik kan dit niet meer veranderen... We hebben blijkbaar ons nut gehad en krijgen een trap na. Maar die trap had ik in deze vorm van iedereen verwacht, behalve van u.’ | |
[pagina 39]
| |
op het plein van de revolutie. mig's vlogen laag over. Barrett McGurn meldt uit het Vaticaan, dat Paus Johannes XXIII de Cubaanse leider had geëxcommuniceerd.Ga naar voetnoot37 Fidel had te veel bepalingen uit de rooms-katholieke Code of Canon Law overtreden. In een hoofdartikel schreef de New York Times: ‘Like Moliere's “Bourgeois Gentilhomme”, who discovered that he had been talking prose all his life, Fidel was at heart a marxist-leninist.’ Castro was in de contramine, omdat hem in Washington de kans niet werd gegund ongehinderd zijn revolutie in acceptabele banen te leiden. Time Magazine heeft John F. Kennedy tot The Man of the Year uitgeroepen. Intussen gaat het kabinet-De Quay met de briljante Luns veel sneller door de knieën dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Oorlogszuchtige taal van Sukarno en krachtige druk van Washington hebben tot resultaat gehad, dat de Nederlandse regering de voorwaarde heeft laten vallen dat Indonesië het recht op zelfbeschikking voor de Papoea's zou erkennen, alvorens er gepraat zou kunnen worden. Daarmee is een belangrijk struikelblok verdwenen.Ga naar voetnoot38 Luns gaat steeds verder met de billen bloot, precies zoals ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto maanden geleden had voorspeld. Bob Tapiheru telefoneerde uit Washington in reactie op mijn brief aan ambassadeur Zain. Hij zou op zijn donder gehad hebben over de bruuskheid tijdens mijn laatste bezoek. Ik werd niet onbehoorlijk behandeld. Ik moest me niet gepasseerd voelen. | |
3 januari 1962Ging met Charles Harley naar The night of the Iguana van Tennessee Williams met in de hoofdrollen Bette Davis en Margaret Leighton. Het tweede deel van de voorstelling heeft me immens gegrepen. Vooral Margaret Leighton vond ik geweldig. Achteraf houd ik toch wel van een theaterstuk. Charles moedigt me hierin aan. Het is bijzonder plezierig met hem samen te zijn. | |
[pagina 40]
| |
4 januari 1962Walter Lippmann wijdt een beschouwing aan Goa en de Nieuw-Guinea affaire: Peaceful ChangeGa naar voetnoot39. Had altijd een hoge pet op van deze beschouwer van de international scene. Nu sprak hij over een zaak, waar ik zelf een en ander over weet. Hij schreef: ‘The reality and the morality of the (Irian-Barat) affair seems to me to call for a new status (voor de Papoea's) in which no nation, not the Netherlands and not Indonesia, becomes the colonial overlord. That would mean, setting up West New Guinea as a trust territory, administered under some form of mandat from the United Nations to protect, educate, and help the Papuan people.’Ga naar voetnoot40 Lippmann viel me tegen. | |
8 januari 1962Had een nachtmerrie, dat vliegtuigen van Indonesië mijn ouderlijk huis ‘De Horst’ bombardeerden met atoomprojectielen, waardoor mensen mismaakt raakten.Ga naar voetnoot41 Vloog naar Pittsburgh en nam een bus naar Steubenville, Ohio om een lezing te geven voor de Woman's Club. De Chicago Tribune meldde dat Den Haag zich gekwetst voelde dat de Amerikaanse ambassadeur in Jakarta, Howard P. Jones op een massabijeenkomst zou hebben meegedaan met het roepen van ‘Merdeka’!Ga naar voetnoot42 Ik weet uit ervaring van mijn eigen reizen met Bungkarno door IndonesiëGa naar voetnoot43 dat een dergelijke uiting van sympathie met de Indonesische onafhankelijkheid de normaalste zaak van de wereld is in de Indonesische context. Dat Den Haag er een soort landverraderlijke of anti-westerse draai aan geeft zegt meer over de crazy notions daar, dan over het gedrag van de Amerikaanse ambassadeur in Indonesië. Luns zou er nog jarenlang op terugkomen en deze Amerikaanse diplomaat de bijnaam ‘Merdeka Jones’ bezorgen. | |
[pagina 41]
| |
10 januari 1962Sprak in Grand Rapids, Michigan voor de Ladies Literary Club. Tijdens een lunch in de Peninsular Club voegde een der dames mij toe, dat ‘sinds General Motors hier een fabriek heeft neergezet onze stad werd overstroomd met zwarten en kinderen, waarvan de vader onbekend is’. President Sukarno heeft Den Haag zeven tot tien dagen de tijd gegeven om diplomatieke contacten op gang te brengen voor een oplossing van de Irian-Barat-affaire. Robert Trumbull meldde uit Jakarta dat de uitspraak van Bungkarno een ultimatum was. Dat is dan het schitterende resultaat van de - door Luns en kornuiten als J.H. van Roijen - gevoerde diplomatie. Generaal Suharto heeft het commando gekregen over de strijdkrachten, die Irian moeten bevrijden, het West Irian Liberation Supreme Command, aldus de Times.Ga naar voetnoot44 | |
11 januari 1962Fort Wayne, IndianaGisteravond haalde de heer Schwalm, echtgenoot van de Program Chairman van de Woman's Club, me van het Greyhound-busstation. Ik zou bij hem logeren. We reden door de stad. Ik wees op een wolkenkrabber en vroeg welk gebouw het was. ‘Ik ben president van die bank’, zei Schwalm, ‘de Lincoln National Bank & Trust Company.’ We spraken tot na middernacht. Mevrouw Schwalm hield sinds 1934 een dagboek bij en had nu veertig à vijftig volumes. Ik vertelde, dat ik er tot vorig jaar 250 had geschreven. Max Frankel berichtte uit Saigon, dat de regering in Washington verwacht, dat de oorlog in Vietnam lang zou gaan duren.Ga naar voetnoot45 De Vietcong-guerrilla's schijnen hun aanvallen in de Mekongdelta uit te breiden. Ik was opnieuw getroffen door de oprechtheid en manifeste gevoelens van frustratie die Amerikaanse vrouwen voelen wanneer het om het wereldgebeuren gaat. Iemand zei tegen me: ‘Wat kunnen Russische vrouwen meer doen dan wij om het getij te keren?’ Mevrouw Schwalm had een studerende zoon, David (18). Zij schroomde niet mij enkele van zijn brieven te laten lezen. Amerikanen zijn soms zeer openhartig. | |
[pagina 42]
| |
12 januari 1962Kew Gardens, Long-IslandDe dag begon met een telephone call van Bob Tapiheru, die vrolijk deed en alsof er niets was gebeurd. ‘Wanneer kom je naar Washington?’ | |
13 januari 1962Bob Tapiheru belde opnieuw, dat Zairin Zain gereed was me te ontvangen. Ik aarzelde, vanwege de kosten. Later belde ik terug dat ik zou komen. Na Alexander Troyanovsky en Mikhail Menshikov is Anatoly Dobrynin (42), een protégé van Andrei Gromyko, tot ambassadeur van het Kremlin in Washington dc benoemd.Ga naar voetnoot46 Schreef een artikel over Irian-Barat voor United Asia Magazine, in Bombay. Bill Davidson publiceerde ‘Our Negro Aristocracy’ in the Saturday Evening Post! Er is dus een uiterst dunne bovenlaag van zwarten die materiële rijkdom heeft bereikt. | |
14 januari 1962Om 08.00 uur belde Tapiheru opnieuw: ‘Als je geld hebt, kom dan zondag, want vandaag is de ambassadeur bezig met bezoekers.’ Van mij horen ze voorlopig niets. Robert Trumbull berichtte vanuit Bogor, het buitenverblijf van Bungkarno, dat de president weinig hoop had op een vreedzame oplossing over de Papoea's, zeker zolang Luns op Buitenlandse Zaken zat. Trumbull herinnerde opnieuw aan het feit dat Luns zich beledigd had gevoeld toen hij in 1952 bij een bezoek aan Jakarta niet door Sukarno werd ontvangen. Luns ligt inderdaad permanent dwars op alle niveaus waar hij met zijn tentakels bij kan. Er zou op 17 januari door de Koninklijke Nederlandse Schaak Bond een internationaal toernooi in Amsterdam worden gehouden. Maar Luns stak ook hier een spaak in het wiel. Hij verbood de komst naar Nederland van de internationale grootmeester Wolfgang Uhlmann uit de ddr. Ontmoette Charles Harley en zijn zuster voor het avondeten in de stad. Vond haar aardig. Laat hem een tijdje met rust. Ik weet niet of er een werkelijke relatie mogelijk is. | |
[pagina 43]
| |
over de hele voorpagina. Commandant, kapitein ter zee R.M. ElbersGa naar voetnoot47 deelde mee: ‘It looks as if we frustrated an Indonesian invasion attempt.’ Twee Indonesische torpedoboten zouden tot zinken zijn gebracht. Washington maakt overuren, meldde Robert Trumbull uit Jakarta, om de strijdende partijen uit elkaar te houden. Een Indonesisch-Nederlands militair conflict in Zuidoost-Azië zou reeds de precaire positie van de vs onnodig verzwakken.Ga naar voetnoot48 Om 15.00 uur lunchte ik met Joe Dennis in Downey's. Het was een weerzien na bijna twee jaar. Hij zag er prima uit en zei, dat hij volwassen was geworden. Toen wij elkaar in Detroit ontmoetten in 1960Ga naar voetnoot49 had hij me op een kinderlijke manier willen testen. Sedertdien had hij een serieuze love-affair met een acteur achter de rug. Hij toonde me foto's. Nu was hij een serieus mens geworden. | |
16 januari 1962Er dienen 99 ambassadeurs in het buitenland, waarvan er 68 door president Kennedy werden benoemd. ‘Ambassadors have no battleships at their disposal, or heavy infantry, or fortresses. Their weapons are words and opportunities,’ aldus Demosthenes 343 v.C. jfk heeft de top van zijn diplomatencorps voor zeventig procent in beroepsdiplomaten omgezet. Time wijdde er terecht een coverstory aan.Ga naar voetnoot50 De correspondentie met Erik beweegt zich van hoogtepunt naar hoogtepunt. ‘If there is one thing I am realizing now, it is that you were damned right about the Irian-Barat question. Jonge, jonge wat heb ik zitten grinniken. Luns, die compleet in zijn broek scheet. Een pers en kranten, die in een laatste verweer niets anders kunnen doen dan Bungkarno met Hitler vergelijken. Uiteraard heel dapper en vaderlandslievend, but the hell with it. I prefer not to talk to anybody about it. You simply cannot influence people about things they have been seeing for ages from the opposite side.’ Ook op het persoonlijke vlak schreef hij echt als een jongeman van 21, wat voor mij een roerende ervaring was. Mijn nieuwe lecture-folder is prima.Ga naar voetnoot51 | |
American Airlines, Astrojet, flight 25 Idlewild-Dallas (Texas)In de uno ontmoette ik de ambassadeur van Ethiopië, die van | |
[pagina 44]
| |
mening was dat Indonesië met Nederland diende te gaan onderhandelen. ‘Wanneer je hem weer spreekt,’ zei ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto later, ‘moet je hem zeggen dat Nederland de voorwaarde van zelfbeschikking voor de Papoea's helemaal niet heeft laten vallen. Integendeel, zelfbeschikking zal het eerste agendapunt zijn wanneer we zouden gaan praten. Nederland zit gewoon, zoals bij Ethiopië, verdeeldheid te zaaien. Er zullen met Luns geen vruchtbare onderhandelingen te voeren zijn. En dat is wat wij willen; geen talk for the sake of talking.’ Dallas is een stad voor gepriviligeerden. Overal worden nieuwe gebouwen neergezet. Het kan niet duur genoeg zijn. Luxe alom. Ik nam een taxi naar de ymca, als gewoonlijk eigenlijk een gesanctioneerde hoerenkast voor boys. Ze waren dan ook overal, op de gangen, in de douches en de toiletten. Alle muren waren volgekladderd met namen en adressen en op welk telefoonnummer men iemand kon oproepen voor een blow job. Werd zelf tweemaal doorgeblazen. | |
17 januari 1962Gaf om 10.30 uur een lezing voor een damesclub die de naam Mary K. Craig Class droeg. Honorarium: 250 dollar, met de voorwaarde dat dit mijn enige optreden dit seizoen in Dallas zou zijn. Gaf een radio-interview aan Frank Filesi voor het station wfaa. Er was een lunch en er waren persinterviews met de Dallas Morning News en de Dallas Time Herald, welke beide morgen zullen worden gepubliceerd. De Associated Press meldde, dat Sutan Sjahrir, Mohammed Rum en andere critici van Sukarno in verzekerde bewaring waren gesteld.Ga naar voetnoot52 Dit verontrustte me. Toch ben ik ervan over tuigd, dat de president iedere machtsstrijd zal winnen. Harry Gilroy meldde uit Den Haag dat premier De Quay had herhaald dat elke aanval van Indonesië zal worden afgeslagen. Ook zond De Quay een boodschap naar U Thant, dat Nederland bereid was te onderhandelen onder auspiciën van hem. Een woordvoerder van Buitenlandse Zaken had volgens de Times zelfs verklaard, dat De Quay en Luns bereid waren ambassadeur Zairin Zain als onderhandelaar te ontvangen. Onbegrijpelijk, dat in Den Haag niet werd begrepen dat het hier nu te laat voor was. Als spuit elf opende Nederland een deurtje naar een Indonesische diplomaat, die al een jaar in Washington bezig was de Amerikaanse regering - met veel succes - tot andere | |
[pagina 45]
| |
gedachten te brengen. De ironie wilde dat Zain oorspronkelijk door zijn Nederlandse tegenspeler in de vs, dr. J.H. van Roijen, in de diplomatie was binnengeleid. Zain hield de winnende kaarten in zijn hand. Van Roijen liet zich door Luns gebruiken om diens verliesgevende kaarten te verdoezelen. | |
18 januari 1962Memphis, Tennessee, hotel PeabodyEr is een kleine vijver in de hal van dit hotel met bloeiende takken en bloemen en vijf levensechte eenden. De lokale krant, The Commercial Appeal, brengt op de voorpagina een foto van het vliegdekschip Karel Doorman op weg naar Nieuw-Guinea. Er wordt vermeld, dat Egypte de doorvaart via het Suez-kanaal heeft verboden. Het onding vaart nu dus via het Panama-kanaal. We staan overal voor schut met de door Luns aangezwengelde onzin. Plaatsvervangend secretaris-generaal U Thant van de uno heeft thans formeel Indonesië en Nederland zijn goede diensten aangeboden. Een doodgeboren kind. ‘We moeten nu proberen van de Nederlandse slechte verliezers, uitstekende verliezers te maken’, voegde ambassadeur Sukardjo me twee dagen geleden toe. Ik kon hem geen ongelijk geven. ‘De goede verliezer is degene, die zichzelf weet te overwinnen, waarmee Holland nog enig respect zou afdwingen’ aldus de ambassadeur. Veel Amerikaanse kranten publiceren spotprenten en karikaturen over de oorlog tussen Indonesië en ons over de Papoea's.Ga naar voetnoot53 Neem een Greyhound-bus naar Richmond, Virginia. Een rit van meer dan 24 uur. Arriveerde tegen middernacht en nam een kamer in de ymca. Zelfde show als in Dallas. De hele nacht liepen boys en mannen op de gangen to look for meat. Een blonde, breed gebouwde kerel, luisterend naar de naam Miss Page, vanwege het hoge geluid van zijn stem, kwam me details vertellen van wat in deze homotent zoal te beleven viel. Vanmorgen, kort voordat ik wilde vertrekken, kwam een jongen bij me binnen. Ik scheen hem voldoende op te winden, dat hij zich zelf begon af te trekken. Het duurde hoogstens twee minuten. De sperma vloog alle kanten op. Ik was inmiddels de pijp, die ik van Martin Portier had gekregen, verloren, wat me grenzeloos ergerde. Ik zocht overal tevergeefs. | |
[pagina 46]
| |
Ging naar mijn vriendin Anne Sloan-Jones op het buitengoed Kenwyn, waar ik in 1959 met Erwin Aschmoneit logeerde. We reden naar de Country Club om te eten. Daarna zijn we een smoking gaan huren, want ik moest haar begeleiden naar het zogenaamde Vienese Society Ball in het Richmond Museum of the Arts. Het hele gebouw was met kaarsen verlicht. Ik keek naar de gezichten van de uitsluitend zwarte bedienden en guards en vroeg me af wat er in hen omging. Doktoren, advocaten, bankiers, rechters, zakenlieden, kortom de haute volée van Richmond was aanwezig. Ann en ik zaten aan tafel 41, alwaar ik in een verhit debat raakte met een tabaksfabrikant, die een vurig aanhanger bleek van Sir Roy Welensky in Rhodesië. | |
19 januari 1962President Kennedy is gisteren naar New York gevlogen en lunch te in het Waldorf Astoria Hotel met U Thant. Premier Jan de Quay heeft het bemiddelingsaanbod in de kwestie van de Papoea's van de uno aanvaard. Het is duidelijk dat er overleg is geweest over de vraag of de Verenigde Naties dan wel de Amerikaanse regering de verantwoordelijkheid voor Nederlands-Indonesische onderhandelingen op zich zouden nemen. Behalve vier torpedobootjagers, heeft de Indonesische vloot vier onderzeeboten van het Kremlin gekregen, waarmee het aantal Indonesische duikboten op zes is gekomen. Robert Trumbull meldde in de The New York Times, dat Sovjet-personeel was meegekomen om de Indonesiërs met de schepen vertrouwd te maken. Dat was dan ook precies het aspect van de Papoea-affaire, waar Washington buitengewoon ongelukkig over is, namelijk de toenemende invloed van de Sovjet Unie in Zuidoost-Azië.Ga naar voetnoot54 Nu heeft ook president Sukarno de plaatsvervangend secretaris-generaal van de uno een boodschap gezonden, dat Indonesië een vreedzame oplossing wenst voor het geschil met Nederland: ‘honorable for both sides.’ Eindelijk wordt er gepraat en niet meer geschoten. | |
22 januari 1962Lezing voor de Woman's Club van Richmond. Mijn vader schreef dat de president-directeur van de acf (kininefabriek), mr. C.N. van der Spek, er thans op stond dat alle contacten en brieven over de mogelijke leveranties van kinabast uit Indonesië via mijn vader moesten lopen: ‘uit voorzich- | |
[pagina 47]
| |
tigheid voor de gevoeligheden van minister Luns.’ ‘Na het recente diskrediet van dr. Paul Rijkens zal de heer Van der Spek er nu ook niet meer over denken om naar New York te komen.’ De tentakels van mijnheer Luns reiken verder dan ik vermoedde. | |
24 januari 1962Ambassadeur Sudjarwo Tjondronegoro is uit Jakarta gearriveerd om de Indonesische missie bij de uno te versterken. Ik zei tegen hem: ‘Is the special envoy okay?’ Hij antwoordde: ‘And you, special wartawan?’Ga naar voetnoot55 Ambassadeur Sukardjo preciseerde dat hij in de brief van president Sukarno aan U Thant, die hij had overhandigd, duidelijk stond dat de afhandeling van het Papoea-vraagstuk in New York hem, en niemand anders, in handen werd gegeven. Ik vroeg Sukardjo Wirjopranoto of ambassadeur Zairin Zain nu enigermate op een zijspoor was gerangeerd. ‘Helemaal niet,’ aldus de ambassadeur, ‘wij lossen alle problemen via gotong rojongGa naar voetnoot56 op.’ Om 15.00 uur ontmoette ik ambassadeur Zain in het gebouw van de Indonesische Missie. Hij ontving me in hemdsmouwen. Geduldig begon hij uiteen te zetten, dat hij me als ‘in’ beschouwde en dat ik nooit moest denken dat hij tegen me was. Hij had veel werk, waaronder de controle op verkoop van tabak en peper in West-Duitsland (hij nam intussen een tablet). Hij ging een task-force voor de organisatie van publiciteit in de vs opzetten en zag hierbij mogelijkheden voor mij. Dit had hij met Sugito, Ronodipuro, Dewanto, Siregar en anderen overlegd. Men was bereid mij een tv-gesprek met president Sukarno toe te spelen, dat bij uitzending door nbc of cbs mij enkele duizenden dollars zou opleveren. Ik zei het op prijs te stellen dat, indien ik met introducties geholpen zou kunnen worden, ik zou kunnen proberen om een boek over Sukarno in de vs uitgegeven te krijgen. De ambassadeur nam de telefoon op en belde met de advocaat, de heer Delson, die de Indonesische belangen behartigde.Ga naar voetnoot57 Vervolgens gaf de ambassadeur een nauwkeurige beschrijving van een persoonlijk gesprek met Robert F. Kennedy. ‘Ik weet niet of het uw vader of uw moeder is geweest die u zo heeft opgevoed,’ aldus dr. Zain, ‘maar uit alle redevoeringen van | |
[pagina 48]
| |
president Kennedy klinkt een idealisme...’ De 26ste zou Robert Kennedy voor de lunch naar de residentie van Zain komen aan Tilden Street. | |
26 januari 1962Premier Hendrik Verwoerd heeft bekendgemaakt dat de Transkei, het traditionele homeland van de Xhosa-stam, het eerste onafhankelijke Bantu-gebied is geworden binnen de grenzen van de Zuidafrikaanse republiek. Er zal een zelfstandig parlement worden gekozen en Transkei krijgt binnen een jaar een eigen grondwet. In Punta del Este heeft minister van Buitenlandse Zaken Dean Rusk Latijns Amerika enerzijds lekker gemaakt met een hulpprogramma van twintig miljard dollar, terwijl anderzijds een dringend beroep op het zuidelijke continent wordt gedaan Cuba tot een paria te maken. Alle Latijns-Amerikaanse staten dienen de handel met Havana te verbreken. Het Castro-regime moet uit alle inter-Amerikaanse organisaties verwijderd worden. Vloog naar Washington en ontmoette de diplomaat Sugito op de Indonesische ambassade, zoals dr. Zain had voorgesteld. Het leek me de verkeerde man op de verkeerde plaats. Ik maakte me geen illusies via dit kanaal iets te kunnen bereiken. Later schreef ik een memo naar de ambassadeur, dat ik uittypte in de kamer van diens tweede secretaris, Odjahan Siahaan. Ik ging later met Odjahan mee naar huis, omdat hij zei een piano te hebben. We eindigden in bed. | |
30 januari 1962Mijn vader schreef, dat in het Algemeen Handelsblad de vraag werd gesteld: ‘Hebben Rijkens, Duynstee en Oltmans met hun onderhandelingen met Indonesiërs koningin en vaderland gediend?’Ga naar voetnoot58 Ook is de uitslag bekendgemaakt van het door Hofland aangekaarte nipo-onderzoek. De vraag was: ‘De Nederlandse regering wil de Papoea's over hun eigen toekomst laten beslissen en is tevens bereid om, zonder voorwaarden vooraf, te onderhandelen met de regering van Indonesië. Bent u het daarin met onze regering eens of niet?’ Van de ondervraagden was 63 procent het eens met de regering, vijftien procent was het oneens en 22 procent had geen oordeel. Koningin Juliana heeft na haar terugkomst van een skivakantie in Oostenrijk, minister Luns ontboden om haar in te lichten over de ontwikkelingen rond Nieuw-Guinea. | |
[pagina 49]
| |
De Indonesiër Mohammed Ansori Nawawi schrijft me uit Brandeis University, dat hij wil regelen dat ik een lezing kom geven. | |
31 januari 1962Ambassadeur Zain en Bob Tapiheru bevonden zich in het uno-gebouw. Morgen moet hij terug naar Washington, om Bobby Kennedy en echtgenote Ethel af te duwen, die voor president Kennedy op een goodwill-missie naar Indonesië vertrekken. Hij herinnerde zich, dat minister Luns in het gesprek met professor Mohammed Yamin en hemzelf had opgemerkt: ‘We zijn nu al even ver van Indonesië afgedreven als van Mongolië’. Zain had Luns gevraagd, die mededeling te willen herhalen, maar hij zei: ‘I was disappointed.’ Ik herinner me niet meer, hoe dikwijls ik tijdens het Nieuw-Guinea-drama heb gedacht, hoe het in hemelsnaam mogelijk was, dat een ex-seiner derde klasse van de Marine, later minister van Buitenlandse Zaken, erin slaagde om jarenlang de hele Haagse santenkraam bij de neus te nemen. Dit moment was er één van. De man bezat geen greintje gevoel voor het Nederlandse historische verleden in Indië. Alle banden met dat land en volk werden volmaakt onnodig en op onzinnige wijze vernield. Op ontwikkelingshulp gerichte Nederlanders hadden juist in de Indonesische archipel met expertise en ervaring onmetelijk belangrijk opbouwwerk kunnen verrichten. Toen dr. Zain dus vertelde dat Luns nu de ‘afstand’ tussen Nederland en Indonesië vergeleek met die tussen Nederland en Mongolië, wond ik mij voor de zoveelste maal over de irritante botheid op. Dat ik eindelijk in de zeventiger jaren een publiekelijk offensief tegen Luns ontketende, die het koninkrijk meer kwaad heeft gedaan dan enig ander, vond bijvoorbeeld hier in New York de aanloop. Ambassadeur Zain vervolgde: ‘We willen U Thant, als lid van de Afro-Aziatische groep van landen een kans geven te bemiddelen, maar laat men wel bedenken, wij, Indonesiërs, zijn geen christenen. We zijn islamieten en keren niet de andere wang toe.’ Zain gaf aan dat Indonesië zich steeds meer door Nederland beledigd voelde, dat Indonesiërs nu maluGa naar voetnoot59 waren geworden en op het punt stonden amok te maken. ‘Het is slechts aan de krachtige hand van president Sukarno te danken, dat er nog | |
[pagina 50]
| |
niet met scherp wordt geschoten’, aldus de ambassadeur. P.M. Smedts schreef me, dat hij professor Duynstee had gevraagd een artikel over de situatie voor Vrij Nederland te schrijven, ‘daarvoor ben ik dan niet verantwoordelijk. Ik meen dat dit voor de time being de beste oplossing is’.Ga naar voetnoot60 | |
2 februari 1962De New York Times drukte op de voorpagina een foto van veertien bij achttien centimeter af waarbij ambassadeur Zain het echtpaar Robert Kennedy op Friendship International Airport in Washington uitgeleide deed voor hun reis naar Indonesië, Japan en later Den Haag. Gaf vanmorgen in Adrian, Michigan, een lezing voor duizend onderwijzers op het County Teachers Institute. Nam vervolgens een bus naar Cincinnati, Ohio en overnachtte in de ymca. | |
3 februari 1962Het va et vient op de gangen duurde de hele nacht. Er werd een briefje onder mijn deur geschoven, ‘If you want some dung come to room 431’.Ga naar voetnoot61 Ik begaf mij na enige aarzeling naar die kamer in het midden van de nacht. Een gespierde, naakte, zeer donkere neger opende de deur. Gene was gisteren gedemobiliseerd. Hij duwde me op bed, maakte mijn jeans open en gaf me een blowjob, zoals alleen Amerikanen dit kunnen. Perfect. ‘What else is there to do,’ zei hij, ‘you want me to sit here and read a book?’ Hij vervolgde: ‘I only fuck with whites. My own race is not enough for me.’ Wat ging hij nu doen? Wist hij niet. ‘I had five cocks already tonite. I will now go down to the Bus Depot and get me some more and bring them here.’ Had hij in het leger ook op cock gejaagd? ‘Plenty.’Ga naar voetnoot62 Sprak om 14.00 uur voor de Woman's Club of Central Kentucky. De presidente, mevrouw John B. Rose, vroeg of ik volgend jaar terug wilde komen. Ik accepteerde de uitnodiging, maar vroeg of men dan niet tegelijkertijd wilde regelen, dat ik ook | |
[pagina 51]
| |
een lezing gaf voor een College en jonge mensen. De dames dromden na afloop om me heen. Mevrouw Odell Smerda nam me mee naar huis voor thee met vriendinnen. Er werd een uitstekende maaltijd aangeboden in een restaurant. Ik voelde me warm onthaald in Lexington, Kentucky. | |
5 februari 1962Louisville, KentuckyHarisanto, en een studievriend, David Traub, kwamen naar hier. We brachten het weekeinde door op 524 Ridgewood Road bij Davids ouders. Santo en ik sliepen op één kamer en lagen tot diep in de nacht te praten, ook over zijn verhouding met de Duitse Marguerita. Ik raadde hem dringend aan niet met een Europese vrouw, maar met een Indonesisch meisje te trouwen. Hij herhaalde dat ik hetzelfde zei als zijn vader. We waren, ieder op een eigen bed liggend, toch zeer dicht bij elkaar. Hij wilde dit weekeinde ook gebruiken om te beslissen of hij zijn studie in Illinois zou afbreken en in New York, naast zijn baan op het architectenkantoor, verder studeren. Hij beklaagde zich erover, dat professoren eisten dat studenten zich aan de leerboeken hielden. Iedere eigen creativiteit werd de grond in geboord. ‘Bovendien hebben zij geen vertrouwen in studenten. Je moest eens weten hoeveel van hen de studie afbreken, omdat zij door hun leraren niet worden begrepen. Kijk maar om je heen wat er in Amerika wordt gebouwd. Alles hetzelfde. Want ze leren allemaal uit dezelfde boeken. Eén huis uit de duizend is werkelijk met inspiratie gebouwd.’ Santo is nu 31. Er waren vier paarden gereserveerd bij de Riding Academy. Zondag zijn we met David en een ongezond uitziende jonge violist gaan rijden. Santo en ik droegen jeans. Ik koos een lichtbruin paard, ‘Mood’. Alles deed me denken aan onze jeugd, toen we in Soesterberg paardrijles kregen van kapitein der cavalerie De Koff. Mijn lievelingspaard heette toen ‘Baby’. Het duurde een half uur voor ik het gevoel voor het dier terug had. Santo hetzelfde. We reden door de bossen. Ik galoppeerde weg, maar ging terug om Santo te halen. Hij kwam achter me aan. Ik keek om en realiseerde me, dat ik van hem hield. Later lagen we in het gras te praten. Goddelijke middag. Vanmorgen kwam Dick Curry van het station whas me al vroeg filmen voor de televisie-uitzending van hedenavond. Met de vader van David, een arts, wedde ik om een dollar dat de New York Times wèl in Louisville te krijgen zou zijn. Maar hij had gelijk, de plaatselijke kranten zorgen ervoor, dat de Ti- | |
[pagina 52]
| |
mes alleen op zondag te koop is. Smerige Amerikaanse kapitalistische spelletjes, die ten koste van de geïnformeerdheid van het publiek worden gespeeld. Er kraait verder geen haan naar. Om 11.00 uur sprak ik in de Woman's Club of St. Matthews. Ik kon me nauwelijks voorstellen dat het drie jaar geleden was, dat mijn eerste optreden hier plaatsvond. Toen ik vanavond een bus wilde nemen naar Memphis, Tennessee liep ik warempel tegen Gene, de neger aan, die de toiletten nu hier afstroopte op zoek naar penissen. Hij zag er verschrikkelijk uitgeknepen en slecht uit. Hij had er beter aan gedaan in het leger te blijven. Lees Tjies van Tjalie Robinson. | |
6 februari 1962Georggi Arkadyev, tweede man voor Security Council Affairs in de uno, is in moeilijkheden gekomen. Hij zou artikel 100 van het Handvest hebben overtreden, door tijdens een samenkomst van de Veiligheidsraad een briefje te hebben doorgegeven aan de Sovjet-afgevaardigde Valerian A. Zorin met een tip over het debat en hoe te stemmen.Ga naar voetnoot63 Massaal wordt thans in de pers om zijn afzetting gepleit, zelfs vanmorgen in het lokale sufferdje, The Commercial Appeal in Memphis, Tennessee. De Associated Press meldt dat Indonesische studenten gisteren de Amerikaanse ambassade in Jakarta hebben bekogeld en een vlag hebben neergehaald, omdat Nederlandse militairen via Anchorage, Alaska en Honolulu naar Nieuw-Guinea worden overgevlogen. Om juist nu soldaten te zenden is het soort kafferachtige provocaties, waar men in Den Haag de matador van de klas in is. Vannacht wilde ik een kop koffie nemen en constateerde dat de apartheid hier nog hoogtij viert. Een neger-parachutist in uniform zat in een voor zwarten gereserveerd gedeelte en ook de toiletten zijn strikt gescheiden. Dit moet voor Gene, de ongeneeslijke cocksucker, bepaalde moeilijkheden opleveren. De zwarten hebben zelfs een eigen platenautomaat en spelen dan ook geheel andere muziek. Sliep in het Peabody Hotel. Reisde door naar Blue Mountain, Mississippi, waar ik door een professor, met een driejarig dochtertje op de arm, werd verwelkomd. Sprak om 20.00 uur op Blue Mountain College voor meisjes, een door Baptisten gerunde school. Eigenlijk was ik moe, omdat ik een bange droom had gehad, dat John van | |
[pagina 53]
| |
Haagen zoek was. Ik kon hem nergens vinden, niet in Amsterdam, niet bij de marine. Er waren hier honderd meisjes voor de lezing aanwezig. Ik hamerde zo op het belang van talen leren, dat een meisje later zei, haar Spaanse les weer te zullen opnemen. Ook ontmoette ik een Chinees meisje, Siw Choo Poh uit Medan. Ik gaf aan hoe zij lid van de Indonesische studentenorganisatie in de vs zou kunnen worden. President dr. Wilfred C. Tyler zei na afloop, dat hij me geen a-1, maar een b-1 wilde geven, ‘vanwege het gebruik van profane worden’, zei hij. Zowel dr. Tyler, als zijn vrouw, geven college in het Oude Testament. Mevrouw Tyler zei me ervan overtuigd te zijn, dat de wereld door Christus zou worden gered. Intussen zei de docent, die me had afgehaald en later wegbracht: ‘You hit every single prejudice in your speech that roams this school. Had you drawn up a list beforehand, you could not have done a better job. One girl, a senior, said, in the four years at this college never anyone stirred up that much commotion. The therapy you were using fascinated me. I don't know what I am doing here myself.’ | |
7 februari 1962Wederom in het Peabody Hotel in Memphis overnacht. Ben naar de film King of Kings gegaan, mede onder invloed van dr. Tyler. Kocht het fotoboek erbij voor Martin Portier. Ik herinnerde me dr. Tylers gebed: ‘He who believes in truth, believes in God.’ Het christendom heeft een nieuwe leider nodig en zeker niet Billy Graham. Er zou een nieuwe Messias moeten komen om de wereld te redden. Zeker, ik geloof ook wel in God, maar wat is er toch gebeurd, dat ik nooit meer een kerk binnen ga? Is het leven te voorspoedig geweest? In Rome brandde ik altijd een kaars. Ik discussieerde met de meisjes of Christus inderdaad de wereld zou komen redden. Eén meisje was op een fanatieke manier ervan overtuigd, dat christenen, en niet boeddhisten of islamieten, naar de hemel gaan. Premier Cyrille Adoula van Congo lunchte op het Witte Huis met president Kennedy. Antoine Gizenga bevindt zich nog altijd onder arrest en wordt door para's bewaakt in Moanda aan de Atlantische kust. In het zog van de fameuze Punta del Estebijeenkomst heeft jfk een totaal embargo op goederen uit Cuba afgekondigd en daarmee ook de laatste 35 miljoen dollar inkomsten voor Havana afgesneden. Ik vind dit een misdadige zaak. | |
[pagina 54]
| |
Harrison Salisbury is naar Moskou gereisd en aan een vijfdelige serie artikelen begonnen in de New York Times, waarin hij het nieuwe ‘verlichte’ beleid van Nikita Khrushchev omschrijft als gegrondvest op ‘vrede met het westen’. Salisbury concludeerde op 5 februari, dat mr. K's leiderschap als ‘secure’ werd beschouwd. ‘Within his inner circle he has three neatly balanced groups: older men with himself and First Deputy Premier Anastas Mikoyan as the core; middle-aged men with Frol Kozlov as the core, and younger men typified by Dmitri Poynsky, Premier of the Russian Republic. The older group represents what Moscow diplomats call “Khrushchev's liberalism”. The middle group is largely made up of conservative bureaucrats, some with a known nostalgia for the simple and direct methods of Stalin's dictatorship. The young men are eager, ambitious, more interested in results than theory’. Salisbury vervolgde: ‘The inner party rivalry goes forward within the framework of two major policy lines - that of liberalization, or “democratization” as it is called often by foreign diplomats, and neo-Stalinism, or a return to Stalinist policies under the cover of lipservice to the Khrushchev line.’ En verder: ‘At the moment, the Soviet Army and its leaders do not seem to be strongly influencing the power struggle.... The Soviet Army still bears a grudge against mr. Khrushchev for his sharp cuts in the officer corps.’ Salisbury vervolgde dat mr. K. ‘drives himself hard and even his vacations at the Black Sea or hunting trips are hardly rest cures’. In diplomatieke kringen had men bemerkt dat hij zijn tempo iets had afgezwakt, en prompt doken geruchten op over een mogelijke opvolger. Waarnemers geloofden niet dat de trend in de richting van liberalisatie zou kunnen worden teruggedraaid. In een tweede artikelGa naar voetnoot64 belichtte Salisbury de toenemende gevechten tussen de nieuwe Sovjet-liberalen en de neostalinisten. De liberalen ‘stand firmly for the maintenance of the Soviet regime and its fundamental Communist basis’, schreef de Times-reporter. ‘But they believe in a rule of law, of justice, as it is known in the West, in freedom of the individual within socially recognized bounds, in freedom for the creative arts and in close and meaningful state and personal relations between the Soviet Union and the West. At present a startling war of words is in progress between the advocates of the contending viewpoints. It is nothing less than a struggle for the minds of the Soviet people and it is waged under the curious conditions of the Soviet dictatorship.’ | |
[pagina 55]
| |
Precies als Mikhail Gorbatsjov 25 jaar later, bediende Khrushchev zich van de media. Zijn schoonzoon, Aleksei I. Adzhubei, hoofdredacteur van Izvestia en de voormalige Pravda-redacteur Leonid Ilychev - Khrushchevs voornaamste propagandist - bewerkten de publieke opinie op zoveel mogelijk fronten tegelijk. Ilyichev, zo meldde Salisbury, houdt zich vooral bezig met het ontmaskeren van het Stalin-regime. Men slaagde erin Dmiter Shostakovichs vierde symfonie te redden, onder Stalin verboden, en nu een galauitvoering te bezorgen. Konstantin Paustovsky kreeg het gedaan dat de verboden werken van Aleksandr Tvardovsky eindelijk werden gepubliceerd in het blad Novy Mir. De jonge dichter Yevgeny Yevtushenko beleefde stormachtige successen. De neostalinisten slaan terug. Salisbury beschrijft een voor de Sovjet-Unie ongekende situatie van ‘openheid’ (glasnost) en publieke debatten, zoals niet eerder sinds Lenin gezien. Ik wilde, dat ik over de plaats zou beschikken een nauwkeurig overzicht te geven van Harrison Salisbury's waarnemingen in de New York Times van 1962, omdat lezers deze verslagen waarschijnlijk even perplex zouden opnemen als ik nu doe, in 1989. Ik zou willen, dat al diegenen, als de Heldrings, de Hoflands en anderen, die het nieuws van 1989 uit Moskou becommentariëren, zich eens zouden verdiepen in het Khrushchev-interregnum uit de zestiger jaren. Niemand had verwacht dat mr. K. met een pistool in de rug uit de Krim zou worden opgehaald, maar gegeven de verhoudingen van het Sovjet-regime in 1989 moet de mogelijkheid, dat dit ‘Gorby’ zou overkomen, niet uitgesloten worden geacht. Mijn benadering van ‘perestroika’ is dan ook behoedzaam, omdat ik de historie van de ussr erbij in acht wil nemen. | |
8 februari 1962Arriveerde per bus in Shreveport, Louisiana om een lezing te geven voor de Woman's Department Club. Ik werd gevraagd volgend jaar terug te komen. Eén dame zei mij op de Jack Paar Show te hebben gezien (waar ik nooit ben verschenen). Een andere mevrouw meende, dat jfk een socialist was. Weer andere dames zeiden, ‘Dit is een bolwerk van de Birch Society, maar “we loved you”.’ Iemand vroeg natuurlijk of Bungkarno een communist was. Maar goed, ik hield tenslotte van de 250 dollar er honderd over, als ‘winst’. Apartheid overal. | |
[pagina 56]
| |
heffer, een militair uit Camp Wheeling, Indiana, bij me in bed. Hij wilde per se geneukt worden. Telefoneerde naar Kew Gardens. Santo is reeds gearriveerd en woont op dit moment met Binu Saha (uit India) in mijn huis. Theodore Shabad meldt uit Moskou in de New York Times, dat Nikita Khrushchev de in 1960 boven de Oeral neergeschoten Gary Powers, die een u-2 spionagetoestel vloog, heeft vrijgelaten. Hij werd overigens geruild tegen de kgb-spion kolonel Rudolf Abel, dit om het klimaat tussen de beide supermogendheden te verbeteren. | |
11 februariLezing voor de Woman's Club in Oregon, Illinois. Een klein gehoor, in het algemeen anti-Kennedy en rechts georiënteerd. ‘Hoe kunnen Kennedy en Rusk zoveel stomme streken uithalen, wanneer een huisvrouw uit het midden-westen hen dit van tevoren zou hebben kunnen vertellen?’, vroeg een dame. Nieuwste stunt van Nikita Khrushchev: hij stelt een topontmoeting met jfk voor op 14 maart in Genève. Ook premier MacMillan werd uitgenodigd en zestien andere regeringsleiders. Onderwerp van gesprek: ontwapening. De Quay en Luns gaan onverstoord door met hun imbeciele provocaties. Opnieuw landde een klm-toestel met 39 militairen aan boord in Tokyo. De Japanse regering heeft thans schriftelijk tegen dit optreden geprotesteerd bij Nederland, dat reeds eerder door Japan werd verzocht om dit achterwege te laten. | |
13 februari 1962Lezing voor de Woman's Club in Mason City, Iowa. De kranten berichtten in vette koppen dat president Kennedy opdracht heeft gegeven aan het Amerikaanse leger in Zuid-Vietnam, om wanneer op hen wordt gevuurd, terug te schieten.Ga naar voetnoot65 Ze zijn gek, maar Walt Rostows advies schijnt te worden opgevolgd, namelijk geen duimbreed grondgebied in Azië aan het communisme afstaan, zoals hij het tegen mij verwoordde. Ik vraag me af wat Moskou en Peking gaan doen. | |
[pagina 57]
| |
ner beweging zouden kunnen ontruimen, zeker in dit tijdperk van atoombewapening. Vanmorgen verscheen de heer Hooker opnieuw, nu vergezeld van professor Fleming van de faculteit van Politieke Wetenschappen, die mij zou inleiden. Fleming opende met: ‘Een joodse emigrant uit Duitsland zijnde hebben u en ik veel gemeen, we komen allebei uit Europa.’ Ik antwoordde: ‘Niet helemaal, want u bent nu Amerikaan en ik ben Europeaan gebleven.’ De conversatie raakte verhit. Een leraar Duits sloot zich bij ons aan en zowel hij als Hooker leken mijn kant te kiezen. Vlak voor we het podium op gingen botsten Fleming en ik compleet, toen hij zei een breuk in de diplomatieke betrekkingen met de ussr voor te staan. Ik noemde zijn standpunt ‘onverantwoordelijk’. Ik was al dermate geïrriteerd dat ik ostentatief naar het plafond zat te staren toen hij me inleidde. Dit veroorzaakte al een lacherige stemming bij de studenten. Ik bedankte Fleming voor ‘your flowery introduction’ en daarop trok ik 45 minuten in een verbale veldslag van leer. Ik kreeg als gevolg van mijn oratie een donderend applaus. Fleming besloot de bijeenkomst. Hij mummelde: ‘We certainly heard a very unusual lecture today.’ Later voegde hij me toe dat hij nog nooit in een lezing zo dikwijls het woord louzy had gehoord, waarop ik antwoordde: ‘dat zal u toch niet hebben verbaasd?’ De periode voor vragen en antwoorden was volkomen overflow. Ik nam scherp stelling tegen de president van de American Historical Society, die had gezegd dat de vs in self-defense Cuba onder de voet dienden te lopen en tegen generaal Eisenhower voor zijn onzinnige kritiek op het Peace Corps. Een student vertelde dat men bang was om een Sovjet-journalist voor een spreekbeurt uit te nodigen, ‘want we willen niet worden gehersenspoeld naar communisme...’ Ik noemde een dergelijke redenering ‘utter nonsense’, maar ze hielden voet bij stuk dat dit een geldende reden was om het niet te doen. Ik dacht voor de zoveelste keer, wanneer ik met jonge Amerikanen in contact kwam: wat zijn ze gullible en wat denken ze weinig op eigen kracht. Mij werd een briefje in de hand gedrukt: ‘Students from the Political Science Class, and others interested, would very much like to talk to you further. We will be in the Union Rotunda to escort you to the interview, and then all await your pleasure. Thank you. Maria Szycilowski.’ Professor Fleming, met wie ik tijdens de lunch opnieuw in verhit debat raakte, wilde niet dat ik aan het verzoek van de studenten gevolg gaf. Hij bepleitte nu zelfs een oorlog met de Sovjet-Unie. Ik vroeg hem waar hij in de Tweede Wereldoorlog was geweest. ‘Right here’, zei hij. ‘Why don't | |
[pagina 58]
| |
you take a trip around the world?’ adviseerde ik, ‘because you do not know what you are talking about.’ Een andere professor, Ross or something, begon me aan te vallen over Nieuw-Guinea, Sukarno en kolonialisme. Ik antwoordde hem dat hij het slachtoffer was van de ondermaatse Amerikaanse pers en eigenlijk alleen maar argumenten van de Nederlandse propaganda kende. Het schoot wel door mijn hoofd wat voor reactie W. Colston Leigh, mijn lezingenbureau, zou krijgen, maar dat kon me verder niets schelen. Na de lunch nam het studentenstation wpns een interview van 25 minuten op en gaf mij een kopie. Prompt daarop marcheerden zeker honderd studenten naar een lounge voor het voortzetten van de discussie, Fleming of geen Fleming. Ik zei achter jonge mensen in de vs te staan, maar dat ik ervan overtuigd was dat zij geen behoorlijke opleiding en onjuiste informatie ontvangen, zeker na wat ik uit de kokers van sommige professoren op Ripon had horen komen. Larry Hamilton, de editor van The Ripon College Days zei dat hij de krant van de persen had gehaald en deze nu later zou uitkomen, want ze wilden een hoofdartikel over mij schrijven en er waren bijdragen over mijn lezing toegezegd. Om 20.00 uur zat ik in The Flambeau, de Chicago North-Western Express, een uitstekende expressetrein. Voor het eerst vond ik in Milwaukee een Washington Post en een Wall Street Journal. Ik draaide al drie dagen op de armzalige kranten uit het ‘binnenland’. De Chicago Tribune is ook niet best. Toen professor Fleming de gedachte van het Peace Corps als ‘seniel’ bestempelde heb ik hem en plein publique aan rafels gepraat. In mijn verbeelding zat ik brieven van Erik te lezen, die mij ongetwijfeld in Kew Gardens wachtten. Wij corresponderen zeer regelmatig. Ook las ik in de New York Times een Man in the news-portret over Carlos Rafael Rodriguez, ‘the image of a Cuban Lenin’.Ga naar voetnoot66 Voor hen die hem hebben ontmoet, schreef de Times: ‘it is perfectly understandable, that the suave, well-groomed and even tempered dr. Carlos Rafael Rodriguez should be rising to ever greater eminence among the flamboyant leaders of Fidel Castro's Revolution... The image is completed when, with charm and candor, he sets forth his blueprint for the communization of Cuba.’ Mijn eigen indruk, bij de eerste ontmoeting met dr. Rodriguez, 28 november 1960 in Havana, was identiek.Ga naar voetnoot67 jfk heeft het Khrushchev-voorstel voor een Geneefse top van | |
[pagina 59]
| |
de hand gewezen. Hij stelde met Harold MacMillan voor, dat in plaats van regeringsleiders ministers van Buitenlandse Zaken zullen samenkomen. Mr. K. wil bij het interne gevecht tussen stalinisten en neostalinisten, althans in de ogen van de Sovjetmassa, als vredestichter poseren. De Herald Tribune schreef dat hij dit goedkoop kon doen, door internationaal duidelijk onaanvaardbare voorstellen als de Geneefse Conferentie aan te kaarten. Hij kan immers zeggen, dat hij vrede nastreeft, maar dat de tegenstanders dit verhinderen. ‘As soon as mr. Khrushchev mentions a conference, he kills it’, aldus de Tribune. | |
17 februari 1962Lezing voor de Woman's Club in Freeport, Illinois. Ik sprak in de Ball Room van de Masonic Temple. Toevallig had ik een hoofdartikel over de Nieuw-Guinea-affaire in de Freeport Journal-Standard van heden gelezen. Ik begon dit gedetailleerd te bekritiseren. ‘Voor de zoveelste maal constateer ik dat een plaatselijke courant het voorstelt, dat Sukarno, Nehru en Nasser alleen naar Khrushchev zouden luisteren. Wanneer men dergelijke onzin drukt geeft men slechts blijk van totale onwetendheid van de realiteit.’ Mevrouw Carl Neyhart, mijn gastvrouw, had mij van tevoren weliswaar de echtgenote van de hoofdredacteur van de krant aangewezen, maar hierdoor liet ik mij niet afleiden. ‘Altijd weer worden Indonesiërs als idioten voorgesteld en Nederlanders als engeltjes’, zei ik. Ik eindigde mijn exposé met de opmerking dat ik mij als Nederlander geneerde, voor wat we hadden nagelaten te doen in Indonesië. Er volgde thee. Er heerste een geanimeerde stemming. Plotseling stond de heer Donald Breed voor mij, de betrokken hoofdredacteur, die door zijn echtgenote was gealarmeerd. Hij trilde van woede. ‘You can't go on the platform here and say those things about my paper!’, brulde hij. Ik antwoordde: ‘Why not, if you write nonsense.’ ‘Who says so?’ ‘I say so’, antwoordde ik. Hij werd nog woedender. Hij was nogal bejaard en had een kaal hoofd. Ik maakte me zorgen. Tot algehele consternatie van de aanwezige dames maakte hij er een compleet schandaal van. Men excuseerde zich in alle toonaarden, nadat hij even snel was vertrokken als hij ten tonele was verschenen. Eindelijk op weg naar huis. Bruno Walter is overleden. Ik associeer zijn naam altijd met Desi Halban.Ga naar voetnoot68 | |
[pagina 60]
| |
18 februari 1962Er waren brieven van mijn ouders, enkele brieven van Penny Hedinah, van Erik, van Rudi Smit uit Biak - die absoluut geen letter schreef over de militaire toestand op Nieuw-Guinea - en zelfs een brief van ambassadeur Schürmann, die ik had geluk gewenst met zijn bevordering. Hij had immers altijd precies gedaan wat Luns van hem verlangde? Henk Hofland schreef, dat hij in Bonn had gehoord, dat de Nederlandse regering in gesprekken met U Thant reeds veel verder was gegaan ‘dan ze hier in Holland willen toegeven. Maar alles wat ik hoor is zo vaag dat het althans voor mij, zonder kennis van achtergronden, praktisch zonder betekenis is. Wel heb ik op het binnenlandse front een en ander gedaan. Ujeng Suwargana belde mij ongeveer tien dagen geleden op, met het verzoek of ik kon zorgen dat in de Nederlandse pers zou worden gepleit voor meer contact tussen “Nederlandse” Papoea's en Indonesiërs. Ik heb hem toen voorgesteld Frits KirihioGa naar voetnoot69 naar Europa te laten komen, althans dat te bevorderen. Ik beloofde hem dat ik dan zou zorgen, dat hij hier met de nuttigste tekst op de televisie zou komen. Maandag, dus drie dagen geleden, belde Ujeng weer op. Kirihio was in Bonn. Ik ben erheen gegaan en heb gezorgd dat hij bij de vara komt, vragen opgesteld en voorstellen gedaan voor de bijbehorende antwoorden, die later in samenwerking met kolonel PandjaitanGa naar voetnoot70 hun definitieve vorm hebben gekregen. Morgen wordt het programma in Duitsland opgenomen. Zaterdag wordt het uitgezonden. Vrijdag komen in een paar kranten, Vrije Volk, nrc Handelsblad en De Tijd, artikelen over Kirihio om het ijs te breken. Zondag komt hij dan zelf naar Nederland om hier zijn mede-Papoea's ervan te overtuigen, dat ze er verstandig aan doen ook zo vlug mogelijk een reis naar Jakarta te maken, of in ieder geval hun mening over de toekomst van Nieuw-Guinea te herzien.’ Hofland vervolgde: ‘In twee regels: ik ben op 2 en 3 januari (1962) naar de Tweede-Kamerdebatten gegaan: een rampzalige vertoning van lafheid, onbegrip en nietsweterij.’Ga naar voetnoot71 Jammer dat hij dit niet in zijn krant kan zeggen. Wim Klinkenberg schreef op papier van het dagblad De Waarheid: ‘De situatie hier is nog steeds slecht... Nog altijd denkt | |
[pagina 61]
| |
Luns - en daar blijkt hij ook zijn zogenaamde opposanten mee te kunnen overtroeven - dat Indonesië niet in staat is West-Irian te bevrijden en dat Amerika Jakarta daarvan zal weten te weerhouden. Hij ziet dan ook geen enkele reden om tot onderhandelingen over overdracht over te gaan. Het zeegevecht, waar hij mijns inziens meer van wist, heeft hij dankbaar aangegrepen om aan te tonen, dat Nederland in staat is iedere Indonesische infiltratiepoging af te slaan.’ Klinkenberg: ‘De PvdA is een afschuwelijk geval. Volkomen in de pas, ondanks vele interne roerselen ook alweer van onderop. De laatste weken wat radicaler woorden, maar nog altijd geen daad. Met het nvv zou men in een paar dagen een eind aan Luns en zijn beleid kunnen maken. Men doet het niet.’Ga naar voetnoot72 Deze mening deelde ik dus. Er was ook een brief van de County Superintendant of Schools in Adrian, Michigan, over mijn lezing aldaar. Na gezegd te hebben, dat ik door negenhonderd aanwezigen uitstekend was ontvangen, meldde hij: ‘When the evaluation sheets were compiled there was not one unfavorable comment... Mr. Oltmans knew what he was talking about and most of all, he believed it himself.’ Milton C. Porter.Ga naar voetnoot73 | |
19 februari 1962Om 12.00 uur ontmoette ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto de plaatsvervangend secretaris-generaal U Thant. Ambassadeur Carl Schürmann zou om 15.00 uur een ontmoeting met hem hebben. Ik reed met Pak Sukardjo na afloop van zijn gesprek met U Thant mee naar diens kantoor aan 5 East 68 Street. Hij gaf me eerst de foto, die van hem en zijn vrouw vorig jaar in New Rochelle met Bungkarno werd genomen. Hij droeg de foto aan mij op. We spraken lang. Ik noteerde alleen, dat hij had gezegd, refererend aan de Papoea-kwestie: ‘This time, I say, I am not only an optimist by temperament, but also by calculation.’Ga naar voetnoot74 In de uno ontmoette ik ambassadeur Diallo Telli van Guinea, die me zei juist twee uur met U Thant te hebben gesproken. Het lot van Antoine Gizenga, zei hij, was een constante zorg van zijn regering. Thomas Kanza bevond zich in Ghana à titre personel. Ik had mejuffrouw Büringh Boekhoudt de lijst van lezingen gezonden. Zij schreef nu: ‘Ik ben er diep van onder de indruk. Hoe houd je dat vol! 't Lijkt me doodvermoeiend, maar het | |
[pagina 62]
| |
betekent wel, dat de mensen graag naar je luisteren.’ Ze vroeg me voorzichtig te zijn en niet overwerkt te raken, want wanneer dat eenmaal gebeurde ‘loop je kans, dat het altijd terugkomt. Je hebt blijkbaar een sterke constitutie, anders hield je dit leven niet vol, maar bederf dit niet!’ Haar gezondheid was wat beter. Zij wilde met een vriendin naar Cornwall gaan. Ze vertelde bij het afscheid van conciërge Smit van het Baarns Lyceum aanwezig te zijn geweest, een man die ik me uitermate levendig herinner. De Ripon College Days is gearriveerd.Ga naar voetnoot75 Over de hele voorpagina de kop ‘fleming critizes oltmans’. In gesprek met hoofdredacteur Larry Hamilton verklaarde dr. William Fleming, dat mijn lezing een van de meest teleurstellende was in de vijftien jaar van zijn professorschap, ‘zowel in vorm als presentatie’. Ik gebruikte herhaaldelijk woorden als ‘louzy’ en ‘it stinks’ en ‘in a liberal arts institution of higher leaning we avoid that kind of language’. Fleming lepelde nog meer bezwaren op, rukte mijn argumenten uit hun verband, en zei dat pogingen ‘to make himself popular with the students at all costs, are largely responsible for the lack of dignity and substance of his remarks’. Dat was het verweer van de man die meende dat Washington de diplomatieke betrekkingen met Moskou diende te verbreken en met zijn verziekte inzichten al vijftien jaar Amerikaanse studenten hersenspoelde. Daarentegen, Mal Kovacs, National News Editor, schreef een hoofdartikel: ‘bravo convo! Yesterday was perhaps a day of awakening from the stupid slumber which has too long engulfed this antebellum campus. Convocation speaker Willem Oltmans, former Yale student, upi correspondent, and a man who has seen more of the world and its leaders than most of us ever will, excited hundreds of Ripon students to do something not often done in this college: to think! ... Probably for the first time in Ripon's history there was a real interest in the world. Students agreed and argued with Oltmans and many raised the pertinent question: What do we do to improve the confused world which we Americans have made? Oltmans suggested that the first thing we do is to “find out what the hell is going on in the world.”’Ga naar voetnoot76 Paul Bethel publiceert in The Reporter een omslagartikel, ‘Does Castro still rule Cuba?’Ga naar voetnoot77 Zo werd een kwarteeuw geleden het Amerikaanse publiek ‘geïnformeerd’ over de gebeurtenissen op een eiland een paar honderd kilometer van de kust van Florida! Anthony Lewis rapporteerde vanuit Jakarta in de New York Ti- | |
[pagina 63]
| |
mes over het bezoek van Robert Kennedy aan Indonesië. Een toespraak tot de studenten van de technische universiteit van Bandung beschrijvende meldde Lewis, dat Bobby uitdrukkingen gebruikte als, ‘You are crazy’, ‘Pick up your marbles’ of ‘The hell with you...’ Tijdens een dansvoorstelling in het Istana Merdeka observeerde Lewis, dat de kaart van Indonesië in goud brokaat op de toneelgordijnen was geborduurd, inbegrepen Nieuw-Guinea. Hij miste de pointe. De clou van dat gordijn is juist, dat het er al hing ten tijde van de gouverneur-generaals en steeds door Indonesiërs werd gebruikt om te zeggen: ‘Zie je wel, dat Irian bij Indonesië hoort?’Ga naar voetnoot78 | |
20 februari 1962Sprak tot diep in de nacht met Santo of hij wel of niet moet trouwen met Marguerita. Tegen Binu had hij reeds gezegd dat hij wilde huwen. Ik adviseerde nog steeds tegen. Hij weet dat ik gelijk heb, maar hij schijnt niet in staat een resolute stap te doen. Het herinnert me in alle opzichten aan het huwelijk van Martin Portier. Zond een telegram aan Larry Hamilton van The Ripon College Days: ‘Upon receiving the February 16th copy of your paper I want it to be known at Ripon that I am prepared to return at any time to take part in a public debate on world affairs with any number of persons that chooses to oppose the views I expressed at the Februari 15th Convo stop I am including among my opponents the head of the political science department stop regards Willem Oltmans.’Ga naar voetnoot79 Carlos Rafael Rodriguez is benoemd tot voorzitter van het National Agrarian Revorm Institute (inr). Volgens een hoofdartikel in de New York Times betekende dit dat Rodriguez, ‘a trained economist and a communist, becomes as important as, or perhaps more important, than the amateur revolutionary Ernesto (Che) Guevara’. Fidel Castro schreef eens dat anarchie de kwaadste vijand van een revolutie was. ‘He is now replacing anarchy with the borrowed discipline and pseudo-efficiency of a communist machine.’Ga naar voetnoot80 | |
21 februari 1962Telefoneerde met ambassadeur Zain en deelde hem mede dat Hofland actief was en de Frits Kirihio-stunt had bedacht en uitgevoerd. ‘Laat ze maar knoeien,’ antwoorde hij, ‘ze lossen het daar toch niet op. Daarom sta ik zelf voorlopig op een afstand.’ Kennelijk doelend op persspeculaties over een mogelijke ont- | |
[pagina 64]
| |
moeting in Genève tussen Luns en Zain zei de ambassadeur: ‘Wanneer de Nederlandse regering mij uitnodigt om naar Europa te komen, pas dan kan ik met Luns praten en pas dan komt de Nieuw-Guinea-zaak in orde.’ Ik vroeg Zain trouwens op de man af of hij, zoals in De Telegraaf en De Waarheid was geschreven, Luns reeds in Genève in het geheim had ontmoet, hetgeen ook door de minister reeds was ontkend. ‘Deze keer spreekt hij de waarheid. Je weet toch zelf dat ik steeds hier ben geweest?’ Schreef Paul Sigaar, voormalige studiegenoot van Nijenrode, om hem geluk te wensen dat hij tot manager van de klm in Havana was benoemd. Ik schreef zowel senator Wayne Morse als het State Department, dat ik me voornam opnieuw naar Cuba te reizen en dit wilde melden om later geen moeilijkheden te krijgen. Ik moet opnieuw mijn teleurstelling benadrukken, dat ik dagboekklappers vol met knipsels moet overslaan uit plaats- en geldgebrek. Zojuist besloot ik een News Analysis over Walt W. Rostow in de New York Times toch maar over te slaan. De informatie zou hier echter precies passen. De tekst van het antwoord van Charles de Gaulle aan Khrushchev over diens voorstel een Genève-top te organiseren, of een uitvoeriger weergave van de serie artikelen uit Moskou van Harison Salisbury over de liberalisatie politiek van mr. K., zouden eigenlijk een plaats moeten krijgen. De Nieuw-Guinea-knipsels uit de Nederlandse media zijn vrij compleet. Wat Hiltermann uitkraamde, de sublieme spotprenten van Frits Behrendt, tot en met brieven van lezers toe; ik verzamelde zoveel mogelijk. Daarnaast selecteerde ik honderden reportages uit de New York Times en de voornaamste weekbladen. Het ontbreekt eigenlijk ook aan tijd uit te voeren wat ik me al die jaren had voorgenomen te doen door volledigheid na te streven. Ik bezit een schat aan ongebruikt materiaal. | |
23 februari 1962In de Algemene Vergadering was ik getuige van de heldhaftige aanval van ambassadeur Diallo Telli (Guinea) op een Franse intrige om Ivoorkust - een traditionele Parijse bondgenoot - aan een commissie van de uno ter behandeling van de kwestie Ruanda-Burundi toegevoegd te krijgen. Quaison-Sackey (Ghana) liet zijn vriend van Guinea in de steek. De Indonesische diplomaat Masfar vond het zelfs een steek in de rug. Ambassadeur Jah van India kwam Diallo Telli te hulp. Na een schijn- | |
[pagina 65]
| |
heilig redevoeringkje trok Frankrijk het amendement in. Ik bewonderde mijn Guinese vriend voor zijn doorzettingsvermogen en fighting spirit. Daarop voerde ik een lang gesprek met ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto. Hij was het duidelijk oneens met Zains opvatting dat hij op een uitnodiging van Luns naar Europa diende te reizen. ‘He spoke about it to me too, but we are no beggars. We can only go to The Hague when Irian is already in our pocket. Jakarta will not give permission to anyone to talk with Luns. Dat weten de belanda's ook en zij zijn nu beter ingelicht dan jij.’ Bernard Person voegde zich bij ons en zei dat hij signalen had ontvangen dat Zain bij Sukarno in ongenade zou zijn gevallen. Sukardjo scheen enigszins in verwarring gebracht hierover, maar ontweek een antwoord. Hij vervolgde: ‘Jullie hebben aan twee kinderen een taart beloofd.’ Person: ‘Wie is de vader?’ ‘In 1948 beloofde Van Roijen ons Nieuw-Guinea, en nu beloven jullie Irian aan de Papoea's. We moeten een eervolle oplossing vinden. We zijn er niet op uit om Nederland een fiasco te laten incasseren. Natuurlijk is zelfbeschikking op ons eigen grondgebied de grootste nonsens, maar we zijn ertoe bereid. Kirihio denkt logisch. Natuurlijk kan Irian-Barat niet op zichzelf bestaan, met als buur een vijandig Indonesië. Daarom steunt hij de gedachte van aansluiting bij ons. Wij zijn bereid met Nederland en U Thant te praten, maar waarom aarzelt Den Haag toch zo?’, aldus Sukardjo. Intussen heeft Premier Nikita Khrushchev glashard jfk opnieuw uitgenodigd hem volgende maand in Genève te ontmoeten om over ontwapening te spreken. De brief besloeg 22 pagina's en was aanzienlijk minder tegemoetkomend en stelde zelfs ‘the good faith of the United States’ ter discussie. In Washington nam de irritatie dienaangaande toe. Men bleef op het standpunt staan dat Dean Rusk namens de vs naar de ontwapeningsconferentie zou gaan en niet jfk. Daarnaast probeerde Premier MacMillan het Amerikaanse standpunt inzake een top met Khrushchev te versoepelen en belde jfk op.Ga naar voetnoot81 | |
24 februari 1962President Sukarno heeft een algehele mobilisatie afgekondigd in verband met de bevrijding van Nieuw-Guinea. Er gaan geruchten dat Nederland en Indonesië dezer dagen in Washington samen aan één tafel hebben gezeten op suggestie van U Thant. Het gebeurde in Washington, waar ook ambassa- | |
[pagina 66]
| |
deur Sudjarwo Tjondronegoro zich bevindt. Ambassadeur Van Roijen zou thans over een volledig mandaat beschikken om namens Nederland te onderhandelen. | |
26 februari 1962Woonde de persconferentie van Valerian Zorin (ussr) bij, welke aan Cuba was gewijd. Thomas Hamilton meldde vanmorgen in de New York Times dat de Sovjet-Unie voor het eerst voor meer dan anderhalf miljoen betalingsachterstand had aan de uno. Zorin begon daarom met een aanval op de Amerikaanse pers. Deze was zogenaamd ‘vrij’, maar Amerikaanse journalisten ‘zagen’ gewoon niet wat er werkelijk gebeurde. Na Cuba kwam ook Congo ter sprake. Zorin liet verder een waarschuwend geluid horen, dat Ngo Dinh Diem niet de Vietnamese bevolking, maar Amerikaanse belangen vertegenwoordigde. De vs zouden er verstandig aan doen voorzichtig te werk te gaan in Vietnam. De kranten staan vol van het bliksembezoek van Robert en Ethel Kennedy aan Den Haag. Koningin Juliana sprak met hen op Huis ten Bosch. Premier De Quay bood een diner aan, terwijl formele gesprekken werden gevoerd door Luns en de heren E.H. Toxopeus (Binnenlandse Zaken) en Th.H. Bot, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, belast met Nieuw-Guinea (als een binnenlandse zaak).Ga naar voetnoot82,Ga naar voetnoot83 Ik zou het naadje van de kous over dit bezoek willen weten. Ik besloot H.M. de Koningin te schrijven, omdat ik vermoedde dat Sukarno een boodschap voor het koningshuis zou kunnen hebben meegegeven. ‘De president van Indonesië zeer goed kennende, dring ik er bij u, mevrouw, met de meeste klem op aan in de oprechtheid van president Sukarno's boodschap te geloven en er de verlangde interpretatie aan te willen geven.’ Vervolgens vatte ik mijn rol in de Nieuw-Guinea-zaak andermaal kort samen. Ik besloot met te verzekeren dat ik haar buiten de publiciteit om schreef. Mijn vader zond me alle correspondentie betreffende de kinabast-affaire. Erik schreef dat hij van de dollars die ik had gezonden zijn rijbewijs wilde gaan halen. | |
[pagina 67]
| |
de student Bouaphet Sygnavong uit Laos, die op Bartmouth College politieke wetenschappen studeerde. Nam hem mee naar de uno. Jammer dat Zorin te lang sprak en te veel propaganda spuide, want anderzijds had hij het hele gezelschap in zijn zak. De Franse ambassadeur zat Zorin uit te tekenen. Pat Sygnavong en Jerry Massuci gingen na afloop mee naar Kew Gardens. Santo bereidde een heerlijke maaltijd voor ons. William Oatis van de Associated Press en William Fletcher van de Worldwide Press Service hebben zich bereid verklaard mijn lidmaatschap voor de United Nations Correspondents Association (unca) te ondersteunen. Het blad United Asia heeft haar tweede nummer dit jaar geheel aan de Irian-Barat-kwestie gewijd. Dinkar Sakrikar (editor) schrijft me uit Bombay: ‘I have used all your material, including a cartoon.’ De Ripon College Days van 23 februari heeft op de voorpagina een aardige spotprent afgedrukt: | |
[pagina 68]
| |
28 februari 1962Bob Tapiheru telefoneerde om 03.00 uur of ik om 09.30 uur in Washington dc wilde zijn. Dat ging dus niet. Ik moet naar Carlisle, Pennsylvania om een lezing te geven voor de Dutch Treat Club. | |
2 maart 1962Sima Sastro Pawiro is op 24 februari gestorven en is bijgezet in het graf van mijn grootvader, ir. Willem Oltmans. Mijn vader deelde dit in een kort briefje mee, na eerst de kinabast-affaire te hebben aangeroerd en over het bezoek van rfk aan De Quay en Luns te hebben geschreven. Hij heeft het altijd als tragisch ondervonden, dat de tweede vrouw van zijn vader een Indonesische was. Voor Sima zelf was haar liefste wens in vervulling gegaan. Omdat ik een lezing in Montreal, Canada zou geven had ik mijn Indische tante, Coldrie Oltmans, laten weten dat ik een dag eerder wilde komen om haar en andere Indische familieleden die naar Canada geëmigreerd waren, te zien. Zij antwoordde nu te druk te zijn om mij te ontmoeten. Die tak van de Oltmansen nam mij ernstig kwalijk dat ik er andere inzichten over president Sukarno op na hield, met uitzondering van Frans en Tati Olberg-Oltmans, die ik in Bandung had gekend. Ambassadeur Zain zei vanmorgen dat hij snel naar Washington terugkeerde, omdat minister Luns aldaar was gearriveerd. Van der Jagt van de klm vulde aan dat Luns, na de nodige confrontaties met rfk in Den Haag, de broer van de president was nagereisd naar Parijs. Wat zou er allemaal zijn gebeurd? Dr. Zain vond dat ik vandaag op het State Department behoorde te zijn, om na te gaan wat Luns uitspookte. Ook vroeg hij om Henk Hofland aan te sporen haast te maken met het uitgeven van zijn in Duitsland verschenen boek Mit den Augen eines Asiaten in het Nederlands.Ga naar voetnoot84 | |
[pagina 69]
| |
Montagu. De Women's Canadian Club was kennelijk een society affair. Ook de Indonesische ambassadeur Lambertus Palar was aanwezig. Tijdens het stellen van vragen verzocht ik hem een toelichting te geven, wat hij voortreffelijk deed. Vloog terug met een Vickers Viscount van Trans Canada Airlines en las in een Associated Press-bericht uit Washington, dat minister Luns zonder blikken of blozen het had voorgesteld alsof de twaalf uur dat hij in de Amerikaanse hoofdstad besprekingen had gevoerd, ertoe geleid hadden dat het geschil met Indonesië over Nieuw-Guinea naar een oplossing toe dreef. Hij had opnieuw een uur met president Kennedy gesproken. Maar uit een televisie-interview van Bobby Kennedy in het programma Update van nbc kon men duidelijk concluderen hoe de kaarten werkelijk lagen. Bobby had recht voor z'n raap gezegd: ‘West New-Guinea legitimately belongs to Indonesia... and they have a strong argument... Indonesia is going to take over New-Guinea.’ Hoe Luns ook probeerde een rookgordijn rond zijn diplomatieke en politieke echec te leggen, zijn beleid had gefaald. Hoe eerder hij dit erkende hoe beter. Hij bleef echter tegensputteren dat Indonesië haar ‘voorwaarden vooraf’ eerst diende in te trekken. In Den Haag vergaderde het kabinet-De Quay over de vraag of er nieuwe troepenversterkingen naar Biak gezonden dienden te worden. Te veel politieke hengsten durven nog altijd de werkelijkheid niet onder ogen te zien. | |
6 maart 1962Ontmoette in Manhattan een Amerikaanse Indiaan. Hij woonde, samen met zijn kat, in een flatje op de 59ste straat. Het was er een onbeschrijflijke bende. Hij had echter onvergetelijk lieve ogen. Het is uitzonderlijk gezellig met Santo in huis. We maakten het avondeten samen en bleven de avond thuis. Hij was overdag met Dewanto, Sinega en andere Indonesische studenten naar de residentie van Pak Sukardjo in New Rochelle gegaan. Zij hadden urenlang met de ambassadeur gesproken. Santo is het met me eens dat Sukardjo super-Javaans is, een oprechte nationalist en een goed mens. Hij behoort tot Sukarno's persoonlijke vrienden. Ik herinnerde me hoe gealarmeerd ik indertijd was toen dr. Zain, als Sumatraan, zich laatdunkend over hem uitliet. Omgekeerd is dit nooit gebeurd. Daar was Sukardjo te Javaans voor. Eigenlijk wist ik vanaf dat moment dat Zain in staat was hetzelfde vis à vis met mij te doen. | |
[pagina 70]
| |
7 maart 1962Schreef een artikel voor de Ripon College Days. ‘Brainwashing Americans’. | |
8 maart 1962Van der Jagt (klm) deelt mee, dat Werner Verrips opnieuw naar New York is gekomen en in contact staat met ambassadeur Van Roijen in Washington. Hij had verteld dat ik in De Waarheid over hem zou hebben geschreven. Indien dit was gebeurd, had niet ik maar Willem Klinkenberg dit gedaan. Ik vroeg me af hoe deze Verrips, die van Indonesische zijde duidelijk als ‘tussenpersoon’ was afgewezen, zich toch weer met de kwestie Nieuw-Guinea bemoeide. Ontmoette in de stad een Soendanees, Luky, die in training was in het Belmont Plaza Hotel. We brachten er samen de nacht door. Hij was lief en zacht, zoals alleen Indonesiërs dat kunnen zijn. Zijn lichaam was goddelijk. Hij kwam vanmorgen mee naar Kew Gardens. Mohammed Hatta gaf in Wenen een interview aan De Telegraaf, weer typisch de voorzichtige, aarzelende, sterk door Nederland beïnvloedde beste stuurman aan wal. Bungkarno voerde kabinetswijzigingen door: Ruslan Abdulgani schijnt op een zijspoor te zijn gezet. Wat mij zeer verwondert, is dat professor Mohammed Yamin minister van Voorlichting is geworden. De nieuwe chef-staf van de luchtmacht (auri), vice-maarschalk Omar Dhani, is in Moskou met een militaire missie, ongetwijfeld om te onderstrepen dat Indonesië thans een einde wil maken aan het getreiter om de Papoea's. Er is reeds een zware kruiser van de Sverdlovsk-klasse geleverd. Er zal meer oorlogsmaterieel volgen. Er zijn mig-15's en mig-17's in Indonesië en twintig Ilyushin-28 bommenwerpers. Ook beschikt de auri reeds over tien Sovjet tu-16 bommenwerpers.Ga naar voetnoot85 Een van de Amerikaanse argumenten is dan ook: Waarom terwille van de Papoea's Jakarta steeds verder in de rooie hoek duwen? | |
[pagina 71]
| |
Schreef hem een briefkaart. Harry Gilroy meldt in de New York Times dat premier De Quay bekendmaakte dat Indonesië en Nederland over de Papoea's officieel gaan onderhandelen. De kabinetsvergadering hierover had twaalf uur geduurd. De kogel was eindelijk door de kerk. Men was unaniem tot dit besluit gekomen, nadat minister Luns rapport had uitgebracht over diens gesprekken in Washington. En - wat mij plezierde - de pourparlers zouden niet plaatsvinden onder beschermheerschap van de uno, maar onder auspiciën van Amerika. Dus precies zoals ik had voorzien, en op 5 april 1961 met Walt Rostow op het Witte Huis had besproken, als vastgelegd in een memorandum die dag overhandigd.Ga naar voetnoot86 Zowel de New York Times als de Washington Post publiceren vanmorgen hoofdartikelen waarin zij de Amerikaanse bemiddeling als timely toejuichen. In werkelijkheid hebben Kennedy en Rusk meneer Luns duidelijk gemaakt dat hij moest oplazeren uit Nieuw-Guinea. De man had geen been meer om op te staan en aan diens pesterij van Indonesië komt nu eindelijk een rigoureus einde. Lezing voor het Norfolk Forum in Norfolk, Virginia. Mijn naam prijkte in neonletters op de gevel van het Center Theatre. Sir Edgar Snow, zo werd mij verteld, was de vorige spreker geweest, wat een kolossale flop was geworden. Deed extra mijn best en kreeg een zeer behoorlijk applaus. Na afloop was er een samenkomst ten huize van William Fitzpatrick,Ga naar voetnoot87 hoofdredacteur van de Norfolk Ledger Dispatch. We raakten in conflict, omdat hij zei dat hij er tegen was dat de regering zestig miljoen dollar voor het Peace Corps uittrok. ‘You 'd rather spend 8 billion dollars on an “idée fixe” like Formosa, than 60 million on American youths?’, vroeg ik hem. ‘When the Democrats win 51 percent of the votes, you send all Republicans, including competent ambassadors, home to be replaced by Democrats who have to learn the job from the start.’ Fitzpatrick: ‘Our system runs like the British on the basis of the most loyal opposition...’ ‘Well,’ antwoordde ik, ‘that's one good reason why the empire is gone with the wind.’ Nam de nachtbus naar Washington. | |
[pagina 72]
| |
bezorgd door rfk's rol in de Nieuw-Guinea-affaire, een beeld dat de wereld van Amerika niet kende. De mensheid zag de nieuwe wereld nog te veel als geleid door de Rockefellers. ‘Ik heb in Denver proberen duidelijk te maken dat wij niet neutraal waren, niet ongebonden, maar werkelijk onafhankelijk’, aldus dr. Zain. Hij gaf aan dat minister Subandrio nu de kwestie van de Papoea's in eigen handen hield. De Indonesische diplomatie zou liever hebben gezien dat de onderhandelingen in Europa werden gehouden. Zain gaf te kennen dat hij niet meer direct bij de zaak was betrokken. Men wilde niet dat Eugene Black de rol van bemiddelaar zou krijgen, want die is in het verleden tegen ons geweest. ‘Black is natuurlijk door de belanda's aangezocht’, zei hij. Hij herhaalde dat Emile van Konijnenburg en ik het spel te veel alleen hadden gespeeld en onvoldoende met zijn aanwijzingen rekening hadden gehouden. Hij impliceerde dat dit ook zijn uitgerangeerd-zijn had veroorzaakt.Ga naar voetnoot88 De ambassadeur noemde oud-minister Dirk Stikker als een belangrijke informant van de Amerikanen, om Washington te overtuigen dat er niets anders op zat. Tot mijn verbazing zei dr. Zain nu openlijk dat Werner Verrips namens Van Konijnenburg op zijn ambassade was langsgekomen en een pakket knipsels en post had afgegeven. Bob Tapiheru had zelfs een gesprek met hem gevoerd om meer te weten te komen. Verrips had gezegd door de Amerikaanse regering naar Washington te zijn uitgenodigd en onder andere met de staatssecretaris George McGhee te hebben gesproken. Bob had verteld dat hij zich niet meer als professor presenteerde en openlijk had toegegeven voor een bankoverval op Java de kast in te zijn gedraaid. Het bevreemdde dr. Zain dat na de uitdrukkelijke mededeling (door mij overgebracht) dat Verrips niet als tussenpersoon aanvaardbaar was, Konijn hem opnieuw - zij het indirect - naar hem toe had gestuurd. Hij vermeldde dat Van Konijnenburg niet meer voor tickets kon zorgen. Tenslotte scheen het hem een uitstekende gedachte indien mijn vader in Düsseldorf de kinabast-zaken met de heer Onishi ging bespreken. De rest van de dag bracht ik met Odjahan Siahaan door. We kletsten tot 02.00 uur. Hij voelde zich een politieke vluchteling. In het verleden had hij van Bungkarno gehouden als de leider van de revolutie. Maar nu was Sukarno niet meer of | |
[pagina 73]
| |
minder dan de anderen en ook een misdadiger geworden: ‘die miljoenen heeft gestolen van het volk en in Zwitserse en Japanse banken heeft verstopt’.Ga naar voetnoot89 Alle problemen in Indonesië waren Bungkarno's schuld, omdat hij door en door rot was en dit zelf heel goed wist. Hij had zich omringd met crooks. Hij ziet zichzelf als een godheid. Al zijn redevoeringen beginnen met Saja (ik). Ik antwoordde dat ik altijd van Sukarno zou blijven houden, wat zijn fouten ook waren, of wat hij ook gedaan zou kunnen hebben, en dat de geschiedenis waarschijnlijk een zeer positief oordeel over hem zou geven. Ik wees op de birthpangs van alle new emerging nations en dat het buitengewoon unfair was om die problemen aan één man op te hangen. ‘Er waren miljoenen Duitsers die van Hitler hielden en zij hadden het bij het verkeerde eind.’ ‘Ach Siahaan, let him cast the stone who is without sin’, zei ik. | |
15 maart 1962Lezing op Gettysburg College in Pennsylvania. Een gehoor van 1.500 studenten. Opwindende dag. Lang applaus. Of liever gezegd, het applaus was dermate enthousiast dat het me goosepimples gaf. De vrouw van een professor zei: ‘I happened to like what you said, but you are so captivating, what if you advocated different ideas?’ Daar had ik nog nooit over nagedacht. Tijdens de lunch raakte ik in fel debat met dr. Douwe Radsma, die van 1952 tot 1956 voor Shell op Sumatra had gezeten en die nu de arts van het College was. Volgens hem haatte Sukarno de Nederlanders. Men behoorde hem niet te respecteren, zoals ook veel Indonesiërs hem minachtten. Natuurlijk kon Jakarta geen recht op Nieuw-Guinea doen gelden. ‘Dan zou India immers het recht hebben Birma of Pakistan in te lijven?’, zei Radsma. Wouter Keesing, zoon van een Nederlandse econoom bij het imf, arrangeerde in de middag een gesprek met vijftig geïnteresseerde studenten. Daarna kwamen nog eens driehonderd studenten opdagen bij een tweede extra lezing, die duurde van 15.00 tot 16.45 uur. Dit was nooit eerder gebeurd, zei men mij. Er werd een tape opgenomen. Ik vroeg en kreeg een kopie. Tenslotte was er een buffet bij dr. Radsma thuis met een twintigtal professoren en hun dames. Santo verwelkomde me met twee telegrammen: een van C.N. van der Spek, president-directeur van de acf (kinine-fabriek), | |
[pagina 74]
| |
en de andere van de heer Ujeng Suwargana, Nasutions afgezant. Ik telefoneerde meteen mijn vader in Huis ter Heide. | |
16 maart 1962Ontmoeting met Pak en mevrouw Ujeng in het Hotel Diplomat, een gesprek dat we tijdens de lunch in de uno voortzetten, waar Harisanto zich bij ons voegde. Ujeng benadrukte als privépersoon te zijn gekomen. Hij wilde slechts zijn goede diensten aanbieden. ‘In Genève zijn we in 1955 over een kiezelsteen gestruikeld. Dit mag niet opnieuw gebeuren. Misschien kan ik informatie doorgeven aan mijn regering. Ik zou graag ambassadeur Schürmann ontmoeten. Ik kom als waarnemer. Ik heb drie maanden met Henk Hofland samengewerkt. Ik ben ook met Willem Drees, professor De Gaaij Fortman, Van Blankenstein en vele anderen in contact geweest. Sommige Indonesiërs beschouwen mij als te pro-Nederlands, maar zolang ik het volle getrouwen geniet van Djuanda, Generaal Nasution en anderen... Ik ben nu toegevoegd aan de militaire attaché in Washington.’ Hij was speciaal via Schiphol naar New York gereisd om eerst Steketee, Hofland, Lammers en anderen te ontmoeten. Uitgerekend zat aan de tafel naast ons de heer Polderman met andere Luns-diplomaten. Bij het afscheid nemen van deze uitgesproken Soendanese meneer zei deze dat ik te zijner tijd zeer goed in Indonesië zou worden ontvangen.Ga naar voetnoot90 Ik ging meteen naar ambassadeur Zain in het Olcott Hotel. Hij zei niet officieel in New York te zijn. Hij had een dringende enveloppe voor professor Duynstee. Santo was zo lief die bij Van der Jagt te brengen voor verzending via Konijn per klm. Zain wilde exact weten wat Ujeng had gezegd. Hij reageerde niet toen ik meldde dat Adam Malik, die zowel het vertrouwen van Bungkarno als dat van Nasution zou hebben, hoofd van het onderhandelingsteam in Washington zou worden. Kolonel Sriamin, die namens het Indonesische leger de Bandungse kinine-fabriek had overgenomen, bevond zich in New York. Dr. Zain had van hem gehoord dat Indonesië niet over kinabast voor export beschikte. Van het Olcott Hotel ging ik naar het Waldorf Astoria Hotel om de heer C.N. van der Spek te ontmoeten. Hij was vergezeld van zijn secretaris, John Massaut, die zei Henk Hofland, Han André de la Porte en andere vrienden te kennen. Er werd | |
[pagina 75]
| |
een Dubonnet besteld. De bespreking begon. Mij werd een commissie van 2,5 procent over het factuurbedrag geboden. Kolonel Sriamin werd als een bekwaam administrateur beschouwd, maar van de kina-business wist hij feitelijk niets. Ook andere onderwerpen kwamen ter sprake. ‘Uw grootvader was een geniaal man, die als een potentaat leefde. Maar hij dacht dat alles kon.’Ga naar voetnoot91 Hij vervolgde: ‘Nu ken ik uw vader warempel al dertig jaar. Ik heb nooit geweten dat hij De Instituten van Justinianus publiceerde.’Ga naar voetnoot92 Van der Spek vroeg waarom Sukarno Nieuw-Guinea wilde hebben. Ik dacht: Hoe kan een man die in Indië is geboren dat vragen? ‘Sukarno zal nooit toegejuicht worden als hij Nederland eens zou bezoeken.’ We gingen voor het avondeten naar mijn favoriete restaurantje met binnenplaats in Greenwich Village, Finale. We kwamen laat thuis. | |
17 maart 1962Deze zaterdagavond nam ik de heer en mevrouw Ujeng Suwargana mee naar Finale. Ik maakte de volgende notities. Hij ontmoette Willem Drees meer dan eens. De eerste maal kwam hij om 17.00 uur naar de Beeklaan en het gesprek verliep dusdanig prettig, dat mevrouw Drees vroeg of hij mee bleef eten. Verder beschreef hij Bungkarno als een man die dermate ijdel was, dat hij gezegd zou hebben: ‘Ik ben als een bloem. Ik word liever geplukt dan dat ik zal verwelken’, waarmee hij zou hebben bedoeld dat hij liever zou worden doodgeschoten dan langzaam weg te kwijnen.Ga naar voetnoot93 ‘Hij sterft dus liever als een held, dan te moeten aftreden’, aldus Ujeng. Hij meende dat bij de opstand van 1958 het Indonesische leger nog niet gereed was om de macht over te nemen. Vandaar Nasutions strategie om zeer geleidelijk, stap voor stap, de macht over te nemen. Ruslan Abdulgani was te extreem in zijn denken. Toen Bungkarno op 19 december zijn Tri-Commando voor de bevrijding van Nieuw-Guinea instelde,Ga naar voetnoot94 zou dit voornamelijk mede op advies van Pak Ruslan zijn geschied. Ujeng zond die dagen telegram na telegram uit Europa dit vooral niet te doen, omdat zijns inziens de belanda's er slechts halsstarriger door zouden worden. Generaal Nasution was dezelfde mening toegedaan. Vandaar ook dat Ruslan Abdulgani, als Sukarno's voornaamste adviseur, | |
[pagina 76]
| |
er nu uit lag. Maar Ujeng maakte het voorbehoud dat het uiterst moeilijk bleef het heengaan van Ruslan exact te analyseren.Ga naar voetnoot95 In 1988 heb ik dr. Ruslan Abdulgani nog eens schriftelijk aan die dagen herinnerd. Hij antwoordde: ‘De instelling van het Tri-Commando van 19 december 1961 was een kabinetsbesluit. De voorbereidingen en de tekst ervan werden door Bungkarno aan drie mensen opgedragen: minister Mohammed Yamin, admiraal Martadinata en mij. Ik was de voorzitter van deze commissie van drie. Brigadier-generaal Suharto werd benoemd tot opperbevelhebber van het Tri-Commando en werd gepromoveerd tot generaal-majoor. Mijn heengaan als Deputy Chairman of the Supreme Advisory Council op 6 maart 1962, was het gevolg van een beslissing van Bungkarno (buiten mij om) om mij te vervangen door mr. Sartono.Ga naar voetnoot96 Hij wilde me wegschuiven naar de executive macht als Coordinating Minister. Ik weigerde, omdat ik achter deze beslissing van Bungkarno de samenzwering zag van Subandrio en de pki, om mijn rol in de Supreme Advisory Council te elimineren.Ga naar voetnoot97 Je weet, in mijn positie in the Council kon ik het spel van Subandrio en de pki dwarsbomen, wat ik deed in samenwerking met de nationalisten en de Islam-vertegenwoordigers. Bungkarno scheen dit niet te begrijpen. Er vond die beslissende dag een roerend debat tussen Bungkarno en mij plaats. Hij kon niet meer terug en ik wilde zijn nieuwe aanbod niet aannemen. Hierdoor bevond ik mij voor bijna een jaar buiten het kabinet. Het voordeel was dat het leger mij hierdoor beter leerde kennen. Dat was de reden dat ik in 1966 door Suharto werd gevraagd een van de Deputy Prime Ministers te worden, tezamen met Suharto himself, de sultan van Djokja, dr. Johannes Leimena, Adam Malik en Idham Chalid. President Sukarno was op dat moment nog steeds in functie. Subandrio en Chaerul Saleh waren reeds gearresteerd.’ | |
[pagina 77]
| |
generaal Nasution stond. Hij kon Bungkarno niet luchten of zien. Maar later is hij toch een beetje bijgedraaid ten gunste van president Sukarno.’ Ujeng voorzag op den duur een geleidelijke overname van de macht door de militairen in Indonesië, met mogelijk generaal Nasution als premier, in ieder geval niet als president. Er zou naar een nationaal gerespecteerde figuur gezocht moeten worden, misschien zelfs Mohammed Hatta. Ik zei dus direct: ‘Dat lijkt me niet aannemelijk, twee Sumatranen aan de top in Jakarta.’ Hij antwoordde: ‘Dat is waar, misschien wordt het dan sultan Hamengku Buwono IX.’Ga naar voetnoot99 Ik vertelde hem veel over mijn eigen ervaringen en geleidelijk aan werd onze verhouding beter, ook met mevrouw Ujeng, die hartelijk was. Bij de terugkeer naar Hotel Diplomat vroeg hij me een koffer voor hem mee naar Washington te nemen. | |
18 maart 1962Vanmorgen belde Ujeng Suwargana. Hij had met kolonel Sriamin gesproken, die bereid was ons om 19.15 uur in New Brunswick, New Jersey te ontvangen. Ik belde de heren Van der Spek en Massaut in de Metropolitan Club in Washington. ‘Wat ben ik blij dat u dat hebt gedaan’, zei de president-directeur van de acf. Ik moest dr. Zain inlichten dat we eerst naar kolonel Sriamin gingen. Zain werd boos en zei: ‘Je moet mij niet zo goedkoop verkopen, ik ben in meneer Van der Spek niet meer geïnteresseerd.’ Ik dacht: ‘De heer Van der Spek, schoonzoon van Baron van Heeckeren, oprichter van de Bandungse kinine-fabriek, is ook niet de eerste de beste.’ Ik weet niet wat Zain mankeert op dit moment. Òf hij is bang dat de zaak niet via Onishi zal lopen, òf hij vindt het niet prettig dat ik met legermensen (Ujeng) in contact sta. Ik antwoordde dat ik Van der Spek zou overbrengen dat hij niet meer beschikbaar was. De ontmoeting met kolonel Sriamin in het Roger Smith Hotel in New Brunswick verliep aanvankelijk stroef. De militair onderstreepte dat, ook al zouden de betrekkingen met Nederland worden hersteld, het lang zou duren voor de sentimenten van het volk zouden zijn bekoeld. Ik viel in en zei: ‘Maar als generaal Nasution Nederland de hand zou reiken, wat dan?’ ‘Niet Nasution,’ antwoordde de kolonel: ‘alleen president Sukarno | |
[pagina 78]
| |
kan dat doen.’ Ik wist dus hoe de kaarten lagen, althans bij kolonel Sriamin. ‘Er wordt altijd gedacht dat Bungkarno een dictator is en dat is hij helemaal niet’, vervolgde hij. ‘Ik weet het,’ zei ik langs mijn neus weg: ‘ik ken Sukarno maar al te goed.’ De heer Van der Spek bracht het gesprek op de kina-tuinen in Guatemala. Sriamin antwoordde dat die van geen belang waren en veronachtzaamd konden worden. Later zei Van der Spek tegen mij: ‘ik kan er met enig gezag over spreken, want de kinine uit Guatemala ligt in mijn pakhuizen.’ Daarop sneed de Amsterdamse koopman de kina in de Congolese provincie Kivu aan. ‘Dat land heeft eigenlijk geen regering, dus van hen hebben we niets te vrezen. Ik heb van mijn militairenGa naar voetnoot100 gehoord, hoe de toestand er is.’ Voorzichtig probeerde ik het gesprek nogmaals op Congo te brengen, maar Sriamin wimpelde het opnieuw af, waarop de heer Van der Spek voorstelde te gaan dineren. Eigenlijk kwam de hele avond geen werkelijk gesprek van de grond. De heren lagen elkaar niet. Beide zijden vond ik een aantal malen ontactisch. Mr. Van der Spek vatte de ontmoeting aldus samen: ‘Sriamin is een Sukarnist. Hij is bekwaam, maar hij weet ook alles beter. We hebben niets van deze man te verwachten.’ Thuis lagen brieven van mijn vader, van Penny Hedinah, en vooral Eriks brief interesseerde me. Hij schreef: ‘Ergens snap ik niet wat jij in die vervloekte politieke troep ziet. It's a fantastic game for those who are at the top but man, oh man, don't let them beat you. In vergelijking met anderen ben jij zo kwetsbaar.’ Eriks brieven roeren me. Kamerlid J.H. Scheps (PvdA) schreef: ‘Het verschil tussen u en mij zal wel hierin zitten, dat u in bepaald opzicht toch buigt voor de machthebbers van de tijd, dat u relatief handelen wilt en dat ik niet bereid ben goede en juiste beginselen opzij te zetten ter wille van figuren, die in wezen niet in geestelijke vrijheid geloven en die alleen maar tegen knechting hebben gevochten omdat zij geknecht werden, doch er geen bezwaar tegen hebben op hun beurt als verdrukkers op te treden.’Ga naar voetnoot101 De Police Gazette Magazine van maart publiceert een omslagartikel geschreven door een voormalige Amerikaanse ambassadeur in Latijns-Amerika en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken: ‘Khrushchev marks Castro for death!’ Ambassadeur Spruille | |
[pagina 79]
| |
Braden: ‘Fidel Castro's days are numbered. He is due to be assassinated by the communists in control of Cuba.’ Het wereldnieuws, waar ik hier maar weinig aandacht aan kan besteden, was voor Algerije sensationeel. Op 17 maart was een wapenstilstand te Evian-les-Bains getekend, die een einde maakte aan een oorlog, die zeven jaar had geduurd en 250 duizend doden had opgeëist. De kosten werden op twintigmiljard dollar geraamd. Belkacem Krim tekende voor Algerije, Louis Joxe voor Frankrijk. Generaal De Gaulle hield een magistrale rede voor de televisie.Ga naar voetnoot102 In Congo begonnen premier Cyrille Adoula en Moise Tjombé onderhandelingen over mogelijkheden om aan de afscheidingsbeweging in Katanga een einde te maken. Volgens de National Observer van 18 maart had Fidel Castro zich in een middernachtelijk televisieprogramma beklaagd over de wijze waarop de revolutie zich voltrok. De rantsoenering van zes pond rijst per persoon per maand was begonnen, evenals 3,5 pond gedroogde bonen. ‘Sommigen denken dat ze meer revolutionair zijn dan anderen,’ aldus Fidel, ‘en denken daarom het recht te hebben anderen te vernederen en verkeerd te behandelen.’ | |
19 maart 1962Woonde ten huize van de eerste secretaris van de Missie van Laos bij de uno, Samlith Ratsaphong, een traditionele huwelijksplechtigheid bij van een vriend van Pat Sygnavong. We zaten in een cirkel. In het midden stond een bokaal met bloemen. We gaven elkaar een arm en via een koord werden onze polsen met elkaar verbonden, dit alles bij het uitspreken van gebeden. Twee meisjes dansten. Toen ik wegging gaf Pat mij twee stukken van het koord voor Santo en Binu mee. | |
20 maart 1962Ujeng Suwargana legde me tijdens het avondeten uit dat zijn nauwe betrekking met generaal Nasution stamde uit 1952, toen de generaal in ongenade was gevallen. Nasution richtte toen de ipke op, waar Ujeng vice-voorzitter van was. Nasution bleef niet met zijn handen over elkaar thuis zitten maar was constant op pad voor zijn beweging. Hij stelde in die tijd zeker zeshonderd memorandi op, die Ujeng nu aan het rangschikken was. Hij herhaalde dat het niet al te lang meer zou duren, dat Nasution premier zou worden. | |
[pagina 80]
| |
21 maart 1962Met C.N. van der Spek en John Massaut op weg met de Eastern Shuttle naar Washington. Van der Spek legt uit, dat de commissie van 2,5 procent met de heer Onishi zal moeten worden gedeeld. Hij zou voor 1 mei een contract in zijn zak willen hebben voor de aankoop van kinabast uit Indonesië ter waarde van tweehonderdduizend dollar. Dat zou twintig procent zijn van wat men eigenlijk wil aankopen. Hij kan dan zijn directie inlichten dat er reden is om aan te nemen dat meer transacties zullen volgen. ‘Ik heb voor Sriamin respect. Want hij is het soort man dat voor zijn overtuiging vecht’, zei Van der Spek. ‘Hij is iemand die, wanneer Sukarno of Nasution zouden zeggen, je moet die kinabast aan de Hollanders geven, in staat is om te zeggen, okee, maar dan ga ik eruit.’ Hij geloofde ook dat, indien het waar was dat Bandung maar over 170 ton per jaar zou beschikken, hij die hoeveelheid inderdaad zelf nodig heeft en moet houden. ‘Maar ik geloof dit getal niet’, zei hij. Daarom had hij zijn adviseurs in Amsterdam gevraagd een eigen berekening te maken. Zij kwamen echter met een zelfde cijfer uit de bus. Ik herinnerde me dat de kolonel had gezegd: ‘Ik ben zelf de kina-tuinen in gegaan en er is inderdaad geen kinabast. Te veel bomen werden gekapt, omdat men ervan uitging, dat kina niet meer rendabel was.’ In Washington begaf de heer Van der Spek zich naar de Nederlandse ambassade voor een ontmoeting met de zoon van dr. M. van Blankenstein, die aan de economische afdeling is verbonden. ‘Jij krijgt nog wel eens de Nederlandse leeuw’, zei nu ook mijn vriend de kinine-magnaat.Ga naar voetnoot103 Op de Indonesische ambassade deponeerde ik de koffer van Ujeng Suwargana. Hij bevond zich daar ook, en zat achter een typewriter in het kantoor van de militaire attaché, generaal Surjo Surlarso, aan wie hij me voorstelde. Ik nam Ujeng in een taxi mee naar de Metropolitan Club, waar we met de heren Van der Spek en Massaut lunchten. In tegenstelling tot de ontmoeting met Sriamin verliep deze bijeenkomst vlot en prettig. Hij adviseerde dat de acf haar voorstellen in duplo zou sturen naar het ministerie van Bosbouw. Hij zou ook spreken met generaal Supriaogi, de onlangs benoemde minister van Produktie, die als kapitein in het leger had gediend toen Ujeng reeds majoor was. Zijn oorspronkelijke opleiding was die van onderwijzer. Samen met Nasution had hij deze gevolgd, evenals zij samen | |
[pagina 81]
| |
naar de militaire academie in Bandung waren gegaan. Ujengs speciale belangstelling ging thans uit naar pedagogiek. Hij kende de heer Onishi van de Cornado Corporation in het geheel niet. In de taxi terug naar de ambassade vertrouwde Ujeng me toe dat de eerste geheime Nederlands-Indonesische besprekingen ‘stroef’ waren verlopen. Ook wilde hij kwijt dat zijn vriend, militair-attaché kolonel Pandjaitan, in Bonn razend was geweest toen ik vorig jaar tijdens de persconferentie van generaal Nasution had geïntervenieerd ten behoeve van de standpunten van president Sukarno. Terugblikkend is dit detail belangrijk. Tussen de regels door ziet men hier de staatsgreep tegen Bungkarno zich geleidelijk aan ontvouwen. Ujeng Suwargana reisde rond namens Nasution en vertelde eenieder die het maar horen wilde dat er een greep naar de macht in wording was. Wanneer Ujeng dit mij vertelde zou hij bij Drees, De Gaaij Fortman, Steketee en anderen hetzelfde doen. Hij zat, onder de neus van Sukarno's ambassadeur, subversieve rapporten te tikken, bestemd voor generaal Nasution en de zijnen. Hij gaf onomwonden aan dat kolonel Pandjaitan ook deel uitmaakte van het komplot. Is het verwonderlijk dat er geleidelijkaan, en zeker in 1965, in Jakarta sterke geruchten de ronde deden dat een Dewan General (Raad van Generaals) president Sukarno wilde afzetten? Is het verwonderlijk dat generaal Nasution (die wist te ontsnappen) en generaal Pandjaitan behoorden tot de in de nacht van 30 september op 1 oktober door Indonesische patriotten gezochte generaals? | |
21 maart 1962Bij terugkeer met Ujeng op de ambassade vertelde Bob Tapiheru dat W. Verrips, in opdracht van Paul Rijkens en Emile van Konijnenburg, tegen mij bleef ageren. Hij liet me een tekening zien waar de geheime besprekingen met Nederland werden gehouden. ‘Hoeveel geef je ervoor?’ grolde hij. Daarna bracht hij me bij ambassadeur Zain. We spraken een paar uur. Hij herhaalde geen ontmoeting met de heer Van der Spek te willen hebben. Hij beklaagde zich er opnieuw over dat ik ieder gevoel voor teamwork miste en altijd mijn eigen spel speelde. Hij had de kinine-affaire onder de vlag van de Cornado Corporation en de heer Onishi aangekaart en nu waren Ujeng Suwargana en kolonel Sriamin erin gemengd. Harisanto vermoedde dat dr. Zain zijn eigen winstgevende zaken via Onishi het lopen en nu zijn plan doorkruist zag. Zaïn wilde weten | |
[pagina 82]
| |
waarom Van der Spek en de acf geïnteresseerd waren in de hele kinabast. ‘Waarom wil Holland alles kopen, ook het afval?’, vroeg hij. ‘Of wordt er penicilline of wat anders uitgehaald?’ Van der Spek zei later niet uit het hoofd te weten welke andere ingrediënten uit de bast worden verkregen. ‘Wij willen nu dat afval eveneens verkopen om zoveel mogelijk deviezen binnen te halen’, zei de ambassadeur. ‘De vraag is dus: wat verliest Indonesië wanneer wij de bast verkopen? Wat is het half afgewerkte fabrikaat Nederland waard?’ De ambassadeur zei naar professor Yamin, de nieuwe minister van Voorlichting, te hebben getelegrafeerd over de mogelijkheden van een interview voor televisie met president Sukarno. Dr. Zain raadde me aan met cbs in onderhandeling te treden, op voorwaarde dat de Indonesische televisie aanspraak kon maken op een percentage van het project. Hij vroeg mij Henk Hofland te waarschuwen dat professor Yamin en ambassadeur Diah in Londen niet on speaking terms waren en dat hij zijn project met Diah beter kon uitstellen. Ik vroeg John Massaut de betreffende waarschuwingsbrief aan Hofland door te geven. Keerde met de shuttle van 19.00 uur met de heren Van der Spek en Massaut naar New York terug. We dineerden in Gloucester House.Ga naar voetnoot104 Ik kreeg een cadeautje van de heer Van der Spek, een Dunhill-tasje voor pijptabak. Ik overhandigde eerder de president-directeur van de acf een declaratie voor gemaakte onkosten ten bedrage van 148 dollar en vroeg hem als honorarium voor de bewezen diensten daar het bedrag van één lezing bij te voegen.Ga naar voetnoot105 | |
22 maart 1962Afscheidsetentje met de heren Van der Spek en Massaut in het Golden d'Or Restaurant. Ik gaf de heer Van der Spek Louis Fischers boek The Story of Indonesia en aan John Massaut A Nation of Sheep van William Lederer. Ze zouden twee langspeelplaten van het recital van Pablo Casals op het Witte Huis voor mijn ouders en oom en tante in WassenaarGa naar voetnoot106 meenemen. | |
[pagina 83]
| |
23 maart 1962Time Magazine meldt dat de sportsmad prince Bernhard (50) in Oeganda bij het afdalen van de Mount Debasian met twee vrienden weer eens een narrow escape heeft gehad. Na eerst een zeldzame roan antelope en een al even zeldzame sitatunga te hebben neergeschoten, wilde het drietal zich een weg banen door het hoge gras in de fik te steken. Maar plotseling draaide de wind en de jagers zagen zich omringd door vuur. Zij wisten zich via rotsen op het nippertje te redden. ‘Vlegels’, was het commentaar van de heer Van der Spek. Ik rapporteerde in mijn gesprek met ambassadeur Zain wat ik van Ujeng Suwargana had gehoord omtrent de coup, die werd voorbereid onder leiding van generaal Nasution. ‘Je moet Bungkarno nooit onderschatten,’ antwoordde hij: ‘de president is slim.’ Twee studentenkranten schrijven vandaag over me. The Ripon College Days publiceert mijn artikel ‘Brainwashing Americans’.Ga naar voetnoot107 En de Gettysburg College wijdt een hoofdartikel aan mijn lezing. Rhetoric Is Not Reason | |
[pagina 84]
| |
One must ultimatelly come to a logical evaluation and weighing of merits versus debits on the subject of WHAT he said or more importantly HOW he said it. What he said few would in essence disagree with. After all, who doesn't love America. We are a great country; we love to have our faults brought up for open discussion and possible resolution: It's good to have a little flag waving now and then. But -and it is a big BUT- how should this be done? One can not vehemently disagree with what Mr. Oltmans said because what he said is neither new nor as controversial as he made it appear. However the emotional, rhetorical, and demagogic delivery which Mr. Oltmans gave to a serious subject was both impressive and depressing. He was very impressive and certainly made an impact on this college. However, it was very depressing to think that we are so academically lazy that we must listen to a rhetorical display of oratorical pyrotechnics before we react at all. After all what would have happened if this man with his effervescent personality were speaking to us from the other side of the wall? Would he have commanded the same influence because of his oratorical delivery, or would the Gettysburg student have been wise enough to stop and think about WHAT he said and not HOW he said it. | |
25 maart 1962Er is een militaire botsing geweest tussen Halmahera en Nieuw-Guinea bij de eilandjes Waigeo en Gag. Indonesische Mitchell-bommenwerpers vielen een Nederlands verbindingsvaartuig aan. Drie Nederlandse militairen raakten gewond. Bij Waigeo zijn Indonesische militairen aan land gegaan. Nederlandse oorlogsschepen met mariniers aan boord zijn onderweg. Ik telefoneerde Peter Korteweg in Washington, die het nieuws nog niet had gehoord. Hij verwachtte dat Den Haag de Veiligheidsraad bijeen zou laten roepen. | |
[pagina 85]
| |
26 maart 1962Adam Malik is uit Washington naar Jakarta teruggeroepen. De pourparlers zijn nu reeds in de soep gelopen. Ook ambassadeur Sudjarwo keert naar Indonesië terug op bevel van Sukarno. Intussen heeft generaal-majoor Achmad Jani gezegd niets over het verloop van de strijd te kunnen meedelen alvorens brigadier-generaal Suharto, de Tri-Commando-aanvoerder, zijn rapport had in gezonden. Generaal Nasution is inmiddels ook naar Oost-Indonesië afgereisd. De Indonesiërs lijken nu werkelijk hun geduld te hebben verloren. Men maakt zich zorgen op het hoofdkwartier van de uno. Gaf een lezing voor de Woman's Club in Lakewood, Ohio. De dames raakten opgewonden, so did I. Reisde door naar Columbus. Ontmoette Lonny, een kok uit de luchtmacht, die zei gehuwd te zijn met een verpleger uit de luchtmacht. Deze Roger had op de achterzijde van zijn foto geschreven: ‘Until Death.’ Lees Castro's Cuba van Nicolas Rivero,Ga naar voetnoot108 wat een aantal hiaten opvult. Interessant dat Alexandr Alekseyev van het Sovjet-ministerie van Buitenlandse Zaken en minister Raul Roa het blijkbaar eens waren dat Raul Castro zijn anti-Amerikaanse tirades diende af te zwakken. Alekseyev onderwees met een groep van 78 Sovjet-experts Cubanen om hen in de marxistisch-leninistische diplomatie wegwijs te maken. Minister Roa persoonlijk heeft op mij steeds een gematigde indruk gemaakt. | |
27 maart 1962Zit op de trappen van het Municipal Building in Dayton, Ohio, in de stralende zon, zoals vroeger op de Spanish Steps in Rome. Droomde vannacht met president Kennedy over Nieuw-Guinea te hebben gesproken. Hij schreef op een stukje papier een naam van iemand, die hij wilde ontmoeten. Het ochtendblad de Cincinnatti Inquirer bericht op de voorpagina dat Den Haag oorlogsschepen (4) naar Nieuw-Guinea zal zenden en meer troepen zal overvliegen. Ik wind me hierover op. Ik zou in een dramatisch gebaar mijn paspoort aan koningin Juliana moeten zenden en politiek asiel in Amerika moeten vragen. Ik wil me publiekelijk van deze Hollandse waanzin distantiëren. | |
[pagina 86]
| |
of the Kingdom I respectfully request an audience in the shortest possible time for which I will fly to Holland, Willem Oltmans, journalist.’ De New York Times babbelt in een hoofdartikel nog altijd over het ‘basic right’ van de Papoea's op ‘self-determination’. Op die manier zou je alle eilanden van de archipel, inbegrepen de Molukken, recht op zelfbeschikking moeten geven. De Papoea's zaten nu eenmaal meegebakken in de taart die Nederlands-Indië heette. Indonesië en Sukarno namen Indië over, niet minus de moot van de Papoea's, maar de hele hap. Simple comme bonjour. De Times is altijd in dit soort zaken op haar koloniale piëdestalleke blijven staan. De Quay en Luns zenden nu de versterkingen via Peru en Tahiti. Meneer Suurhoff van de PvdA, aldus Harry Gilroy in de Times, vroeg de regering onmiddellijk de onderhandelingen met Indonesië te hervatten en het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea's naar achter te schuiven. Ik sprak vanmorgen met een verslaggever van de Dayton News, die het interview naar wat in zijn eigen brein leefde ombouwde. ‘A shooting war,’ aldus de kop in het avondblad (met foto), ‘between Dutch and Indonesian forces over West New Guinea is now almost certain and would result in a tremendous propaganda victory for communism, a Holland-born journalist said here today.’ Hij maakte slechts sporadisch aantekeningen tijdens ons gesprek en wat zijn brain dan ook produceerde was meer hem dan mij. Maakte ook een interview van twaalf minuten met Caroll Cline voor het plaatselijke radiostation. Dayton University is een rooms-katholieke instelling. Alle studenten, ongeveer drieduizend, zijn verplicht naar mijn lezing te komen. Zij moeten hiervoor een kaart tekenen bij de ingang van de zaal. Velen doen dit maar verlaten prompt door een andere deur het gebouw. Misschien hebben duizend studenten daadwerkelijk mijn voordracht gevolgd. Ik kreeg maar 35 minuten, wat belachelijk kort was om onderwerpen grondig te behandelen. Father George Burrett, die me begeleidde, was het er ook wel mee eens. Ik stelde dus voor dat we elders de lezing informeel voor belangstellenden voort zouden zetten. Men kon geen zaal vinden. ‘Waarom niet buiten, met dit prachtige weer’, zei ik. En dat gebeurde. (Zie fotokatern). We praatten nog anderhalf uur op de trappen na. Ik vond het al met al een buitengewoon waardevolle dag. I am grateful for it all. I will not ignore how privileged I am. Ik neem een twa-flight terug naar New York en ga ervan genieten. Bij thuiskomst lag er een briefje van George Kalenin van lezingenbureau W. Colston Leigh met het verzoek om hem te bellen. Dit verontrustte me, dus ik belde hem thuis. In Richmond | |
[pagina 87]
| |
had men niet eens een mogelijke herhaling van een lezing willen bespreken en uit Gettysburg waren ook klachten gekomen. Vooral dit laatste maakte me woedend. In Gettysburg waren immers enkele honderden studenten naar mijn extra vragenuur gekomen? To hell with them. Overal zitten Flemings als op Ripon College en die maken uiteindelijk de dienst uit en proberen op die manier meningen die hen niet welgevallig zijn uit te bannen. Een lezingenbureau dat dergelijke klachten ontvangt gaat immers aarzelen. Misschien moet ik helemaal niet in de vs zeggen wat ik denk, maar naar Azië en Afrika gaan om lezingen te geven. Maar daar heeft men er geen geld voor. Zelfs de lokale pers geeft niet weer wat je werkelijk zegt. Maybe I am in the wrong trade altogether. Moet maar weer weggaan voor een tijdje. | |
29 maart 1962Hoe is het nu mogelijk dat Arturo FrondiziGa naar voetnoot109 in de gevangenis terecht is gekomen? Ik herinner me zijn persconferentie op het uno-hoofdkwartier als de dag van gisteren. Dat is de dankbaarheid van naties die presidenten dienen. Het leger heeft de macht overgenomen. Straks gaan de generaals de bak in. Ujeng Suwargana vroeg me om naar Washington te komen. Ik had hem een rapportje over de Verrips-situatie gezonden.Ga naar voetnoot110 Naar aanleiding hiervan had hij een brief geschreven die hij me wilde laten lezen. Ik ga meteen vanmiddag. Mijn moeder schreef weer over kwartetten van Beethoven en Brahms, die in Wassenaar werden gespeeld. Henk Hofland berichtte dat hij blij was dat ik het prima met Ujeng kon vinden. ‘We hebben samen al heel wat op touw gezet (Henk en Ujeng dus). Ik waardeer hem bijzonder, afgezien van de vraag tot welke vleugel (Sukarno of leger) hij behoort.’ Mijn vader had hem met mijn boodschap gebeld. Mimi Hofland was aan de blindedarm geopereerd. ‘Veel gelazer had dit tot gevolg. Ik ben aan haar vastgegroeid, merk ik nu. Dat gebeurt: acht jaar ben ik al getrouwd.’ Hij vervolgde: ‘Boebie Brugsma is nu ook getrouwd, met een Pools meisje. Dit tot groot verdriet van zijn beste vriend Harry Mulisch. Mulisch heeft zijn laatste boek aan Brugsma opgedragen: ‘Voor W.L. Brugsma, ter gelegenheid van tien jaar vriendschap.’ Henk besloot: ‘Een wanhoopsdaad!’ Echt geroerd was ik door een brief van Erik. Ik had me beklaagd dat we dreigden uit elkaar te drijven. ‘Ik snap niet hoe je kunt spreken van een afstandsvergroting tussen ons. The se- | |
[pagina 88]
| |
cond you are back here we'll take up where we left off... Ik heb het eens gezegd en ik zeg het ook niet veel vaker: zoals wij elkaar aanvoelen, zo heb ik dat nog nooit anders meegemaakt.’ Hij eindigde met: ‘One day, I'll say I love you too, tu comprends?’ Ujeng Suwargana's verzoek naar Washington te komen was loos alarm. Ik ontmoette hem op de ambassade misschien maar vijf minuten. Hij liet me een brief aan kolonel Panjaitan in Bonn zien, waarin hij benadrukte dat ik in het Irian-geschil zeer aan de kant van Indonesië stond.Ga naar voetnoot111 Ik was misschien wel eens kasarGa naar voetnoot112 en nja-impulsief, maar... In de laatste alinea zag ik ‘cpn’ staan en dat ging waarschijnlijk over mijn collegiale vriendschap met Wim Klinkenberg, maar dat las hij niet voor. Ook kreeg ik een brief aan Hofland onder ogen, nagenoeg geheel gewijd aan het feit dat mijn boek diende uit te komen. Het was misschien in Libelle-stijl geschreven, maar er was haast bij. Ik riposteerde dat hij zich wel diende te bedenken dat de Libelle een van de meest gelezen bladen was. Daarop gaf hij me een in het Indonesisch gesteld rapport. Ik zei maar niet dat ik het niet kon lezen.Ga naar voetnoot113 Ujeng zei ook bij Walt Rostow te zijn geweest. Zelfs W. Verrips was naar het State Department gegaan. Ujeng: ‘Die professor Verrips bedoel ik, is in Washington geweest. Er zijn immers twee Verripsen?’ Ik vertrok geen spier en dacht, alle inlichtingendiensten maken deel uit van dezelfde absurde kliek. Hij verontschuldigde zich. Hij had een afspraak. Was ik daarvoor naar Washington gekomen? | |
2 april 1962Zowel Pratomo, als dr. Widodo (arts), beiden van Harvard, brachten het weekeinde met Santo en mij in Kew Gardens door. Boek Mochtar kwam voor de lunch. We bridgeden tot laat in de avond. De heer Van der Spek heeft met mijn vader financiële afspraken gemaakt, namelijk een commissie van 2,5 procent voor de duur van drie jaar. Mijn vader wilde als commissaris van de acf geen problemen krijgen, maar die werden door de president-directeur weggewuifd. Van der Spek schreef mij: ‘Teruggekeerd in Amsterdam wil ik niet nalaten je hartelijk te danken voor je vriendelijke ontvangst en voor de hulp en gastvrijheid, die wij beiden van je hebben ontvangen. Ons contact heeft | |
[pagina 89]
| |
deze moeilijke dagen gezellig gemaakt en al zijn concrete resultaten uitgebleven, ik heb toch waardevolle ervaringen opgedaan... Ik had het genoegen de pakjes aan je vader te overhandigen en onze zakelijke verhouding met hem te bespreken. Ingesloten een kopie van onze bevestigingsbrief.’Ga naar voetnoot114 Mijn vader zond me eveneens een uitvoerig verslag van zijn gesprek op de acf. | |
3 april 1962George Kalenin bericht een zeer positieve reactie van Dayton University te hebben ontvangen. Lezing op het State College van Bloomsburg, Pennsylvania voor negenhonderd studenten. Ik werd opnieuw getroffen door de aantrekkelijkheid van de Amerikaanse jeugd. Ik ontving een ovatie. Het vragenuurtje duurde negentig minuten. Een jongen, Dick X., wandelde mee naar de bus, omdat hij nog wilde praten. Hij scheen dit nodig te hebben zoals een baby aan de fles lurkt. Amerikaanse jongeren hunkeren naar dit soort contacten. Ik nam het ook in deze lezing voor Cuba op en herhaalde wat ik in Gettysburg en elders heb gesteld: ‘Americans are true heroes to strangle Cuba: in whose name do you do this? Christianity?’ Toen ik thuis kwam lag er een briefje uit Soestdijk. De brave freule Röell schreef, dat het Hare Majesteit de Koningin niet mogelijk was aan mijn verzoek een audiëntie te geven te voldoen.Ga naar voetnoot115 Zo gaat dit. Senator Wayne Morse antwoordde dat hij hoopte dat ik in contact met hem zou treden na afloop van mijn komende reis naar Cuba. Hij sloot er een kopie van zijn verhaal in Puenta del Este bij in.Ga naar voetnoot116 | |
4 april 1962Een professor van Gettysburg College heeft een ongunstige reportage over mijn lezing aan W. Colston Leigh gezonden, omdat hij voor zijn colleges een boek van Hans Morgenthau gebruikte, terwijl ik Morgenthau belachelijk had gemaakt vanwege zijn fameuze uitspraak aan de universiteit van Illinois, dat het Peace Corps ‘seniel’ was. Het verschil tussen Santo (als Indonesiër) en Binu (als Indiër) is soms frappant. Binu kreeg een brief met foto's teruggestuurd, omdat hij er te weinig zegels op had geplakt. Santo draait er zijn hand niet voor om met een nieuw kleed voor de keuken- | |
[pagina 90]
| |
tafel thuis te komen. Ik ben zeer op Santo gesteld geraakt. Lezing voor de Woman's Club in Bala-Cynwyd, Pennsylvania. Er waren ook enkele dames gekomen die mij elders in de omgeving van Philadelphia hadden gehoord. Wanneer W. Colston Leigh geen vertrouwen meer in mij heeft, moet ik naar een ander bureau uitzien. Het ging prima vandaag. Pat Sygnavong schrijft uit Darmouth College en ondertekent met ‘Affectueusement’, wat me iets doet. | |
5 april 1962Woonde de persconferentie van Edward MurrowGa naar voetnoot117 bij in het Foreign Correspondents Centre. Ik stelde hem de vraag hoe het kwam dat journalisten uit andere landen werden uitgenodigd om de vs rond te reizen, maar dat de buitenlandse journalisten die hier waren gestationeerd, nauwelijks iets van het land kenden. Velen zijn nooit in Californië geweest. Dit bracht de discussie op gang of er wellicht speciale tarieven konden worden ingesteld en andere faciliteiten bedacht konden worden om in de vs geaccrediteerde persmensen in de gelegenheid te stellen meer van het land te zien.Ga naar voetnoot118 In de uno vertelde diplomaat Masfar dat de Tweede Kamer, met 90 tegen 47, voor het zenden van meer troepen naar Nieuw-Guinea had gestemd. Haal je de donder. Wanneer de regering constant het parlement voorliegt kan het resultaat niet anders zijn. Om 19.00 uur was ik in Riverdale, New Jersey voor een gezamenlijke ontvangst van de ambassadeurs van Ghana, Guinea en Mali ter gelegenheid van het Frans-Algerijnse bestand. Ambassadeur Diallo Telli zei me de uitnodiging per special delivery naar Kew Gardens te hebben gezonden, om er zeker van te zijn dat ik aanwezig zou zijn. Quaison Sackey van Ghana, Abdelkadir Chanderli van Algerije, Sori Coulibaly van Mali en Diallo Telli ontvingen de gasten. Chanderli zei me: ‘It is not finished yet, but we have won half-way.’ Toen president Kennedy zijn vliegtuig beschikbaar stelde aan Ben Bella om naar Marokko te vliegen, durfden de Fransen geen woord van protest te laten horen. Ambassadeur Sukardjo kwam recht op me af, wat de ambassadeur van Birma, James Barrington, de opmerking deed maken: ‘Vreemd om een Indonesiër en een Hollander samen aan te treffen.’ Ook de voormalige Chargé d'Affaires van Irak in Jakarta stevende op me af. Hij beloofde een film te zullen laten | |
[pagina 91]
| |
zien van een reis naar de Molukken van president Sukarno, die wij in 1957 samen meemaakten. | |
6 april 1962Luister naar Choral, Prelude and Fugue van César Franck. Wat vreselijk jammer dat er weer een jaar voorbij is gegaan waarin ik geen hand op de piano heb kunnen zetten. Om 10.00 uur exact was ik bij ambassadeur Sukardjo. We waren eigenlijk nauwelijks in gesprek of Ronodipuro kwam binnen met de mededeling dat professor Zain, de vader van de ambassadeur, in Tokyo aan een hartaanval was overleden. Pak Kardjo dicteerde meteen een telegram aan dr. Zain. Ik deed later hetzelfde en voegde aan de tekst toe: ‘Now I am most concerned about you yourself. Wim.’ Vroeg eveneens aan Van der Jagt om Emile van Konijnenburg te informeren. Ambassadeur Sukardjo liet zich zeer laatdunkend over Ujeng Suwargana uit. ‘Die jongen is geen vechter. Hij praat onnozel. Misschien zend hij rapporten aan Nasution, maar...’ Pak Kardjo citeerde Ujeng: ‘Wij hebben in Nederland maximaal gelobbyd’, waarop de ambassadeur Ujeng had geantwoord: ‘Zolang Luns er nog zit is het maximum niet bereikt.’ Ik hield me op de vlakte, maar ergens deelde ik Sukardjo's mening en zeker niet het enthousiasme van bijvoorbeeld Hofland voor Ujeng Suwargana.Ga naar voetnoot119 Om 12.00 uur ontmoette ik ambassadeur Mario Carcia-Inchaustegui van Cuba in de uno. Hij was vergezeld van een medewerker. We bespraken mijn aanstaande reis naar Havana. Hij zegde volledige medewerking toe. Ik toonde de brief van senator Wayne Morse, voorzitter van de Latijns-Amerikaanse Commissie. Hij vroeg om een kopie. Daarna woonde ik de persconferentie van president Joao Goulart van Brazilië bij. Ik stelde hem een vraag. Hij had namelijk gezegd dat hij een terugkeer naar democratie in Cuba zou toejuichen. ‘Following events in Buenos Aires would you have similar feelings towards Argentina?’, vroeg ik. Goulart: ‘We regret the internal developments in Argentina. We hope, the people of Argentina will find a way back towards democracy.’ Later ging ik met Alex van Maarseveen naar een film en we besloten Central Park in te gaan, op avontuur. Het wemelde van de tippelende kerels. We splitsten. Ik ging bij een rots staan. Na een tijdje kwam een jonge neger dichterbij. Hij was aantrekkelijk, gekleed in jeans en sweater. Maar omdat hij niet alleen | |
[pagina 92]
| |
was liep ik door. Later keerde ik naar dezelfde plaats terug en de jongen die me aantrok was er ook weer, nu alleen. Ik liep op hem af en gaf hem zonder aarzeling een zoen op zijn wang, want hij flirtte nu zonder remmingen. Hij zei daarop: ‘You are arrested, put your hands together’ en tegelijkertijd haalde hij zijn legitimatie te voorschijn. Hij hield me bij mijn broek vast. Ik schrok me een ongeluk, juist omdat hij een en al vriendelijkheid had geleken, maar ik verzamelde mijn sang froid ogenblikkelijk en zei dat ik aan de United Nations was verbonden. ‘That gives you diplomatic immunity’, aldus de stille in burger. Ik antwoordde opzettelijk dat ik dit niet precies wist. Hij begon te lopen, nog altijd mijn broek stevig vasthoudend. Ik toonde daarop mijn United Nations Press Card. ‘I am going to give you a break, but I do not know whether I am doing the right thing. I don't know your name. I have never seen you before. Go and get yourself analyzed and never come back to this park’, zei de politieman. Ik zocht snel Alex op. We smeerden 'm. Ik moet er niet aan denken dat ik werkelijk opgepakt had kunnen worden. | |
7 april 1962John van Haagen schrijft met zijn gezin ‘erg gelukkig’ te zijn. ‘Alles wat marine is vaart op het ogenblik af, of is stand by om te gaan varen. Het gaat slecht met ons en Bungkarno. Ergens zitten Nederland en Indonesië op een parallel lopende weg, maar we willen geen van beiden de verbindingsweg zien. Wij Hollanders zijn natuurlijk principieel en, als een jongen in zijn puberteit, zeer op prestige gesteld.’ John had walplaatsing gevraagd en gekregen, voornamelijk om Greet tot steun te zijn. ‘Ik heb moeten vechten met hulp van de pastoor. Ja, je leest het goed. Psychologisch heb ik geen mirakelachtig geloof tentoongespreid, maar meer de rondborstige, in wanhoop verkerende zeeman geshowd, met in de verte de wijde oceaan toch wel in de toekomst gelovige zeer eenvoudige en donker uitziende ziel opgevoerd. In ieder geval heeft het geholpen.’ Carey McWilliams, de editor van The Nation, schrijft me dat hij me uitnodigt - op advies van student Malcolm Kovacs van Ripon College - om van tijd tot tijd een artikel voor zijn blad te schrijven. | |
[pagina 93]
| |
gekomen? Vergeleken bij een eerder aanbod de gevangenen tegen vijfhonderd tractoren te ruilen is de ‘prijs’ verdrievoudigd. | |
9 april 1962Mijn Yale-vriend, John Knowles, wijdt een beschouwing aan de vraag waar de jonge schrijver zijn werkelijke vrienden vindt. ‘The young writer today has quite a few friends out there in literary land, and innumerable enemies. There is as always, only one way for him to find out which side will win: keep on writing and see.’ Het slot: ‘Where then does he find his real friends? Within himself. The writer must be his own best friend. He already is, it goes without saying, his own worst enemy.’Ga naar voetnoot120 John Knowles kreeg bekendheid door zijn roman A Seperate Peace, waar hij de William Faulkner Foundation Award voor kreeg. Zijn tweede roman, A morning in Antibes, verscheen onlangs.Ga naar voetnoot121 ‘Naturally, I don't like the book - does any novelist by the time his work is published? - ... because I recounted too much and recreate enough’, schreef hij nu in de Times. Ik heb hierover nagedacht. Ik ben nu aan het zesde deel van deze herinneringen bezig. Het voorwoord tot dit deel is mede voortgekomen na het teruglezen van bovenstaand artikel. | |
10 april 1962Rochester, New York.Logeer in de Century Club. Mr. and mrs. Rufus Hedges hadden een geanimeerd diner voor me georganiseerd. Onder de veertien aanwezigen waren ook de heer en mevrouw Voorhis, die ik bijzonder aardig vond. De heer Voorhis was rechter. Hij bracht een toost uit op koningin Juliana. De tafel was versierd met tulpen en chocoladeklompjes. Er stond een prachtige Steinway. Ik kon spelen. Ik raakte met de rechter in een levendig debat over het nut om Chiang Kai-shek te blijven steunen. Hij was ook gekant tegen de Verenigde Naties, en van mening dat tegen Cuba de militaire macht van de vs ingezet diende te worden. Hij was afgestudeerd aan de Yale University en kende mijn professor daar, Arnold Wolfers. Ik was het gloeiend met hem oneens, maar liked him nevertheless. | |
[pagina 94]
| |
11 april 1962Opnieuw een lezing gegeven voor de Rochester Century Club. Was niet op dreef. Tijdens de lunch die volgde zei mrs. Eisenhart (73), dat het jammer was dat ik 's avonds niet een lezing kon bijwonen van de dirigent van het Eastman Philharmonia Orchestra, Howard Hanson, over een reis van het orkest naar de Sovjet-Unie. Ik besloot te blijven. In de middag bezochten we de concertzaal, waar het orkest The Warrior repeteerde van de hedendaagse componist Bernard Rogers, die ook aanwezig was. Er waren ook studenten. Ik werd opnieuw getroffen door de vragende blikken van sommige duidelijk gay studenten. Eén jongen vooral keek met zulke open ogen naar me, hij leek te smeken om affectie. Het kostte moeite de andere kant op te kijken. Mevrouw Eisenhart nam me mee naar haar huis. We volgden op televisie de persconferentie van president Kennedy, die zich opwond over het verhogen van de staalprijzen door de staalconcerns. Een journalist stelde een vraag over Nieuw-Guinea, die helemaal pro-Holland was verpakt. jfk's uitvoerige antwoord eindigde met: ‘As long as there is progress in the negotiations, let the Dutch get mad...’, of woorden van die strekking. Het avondeten werd geserveerd in de Genesee Valley Club. Vervolgens sprak dirigent Hanson over de reis door Rusland en toonde slides. Deze mensen hier leven in een eigen wereldje en hebben geen notie van wat er werkelijk in de wereld gebeurt. Walter Lippmann wijdde een kolom aan diens hoop dat het communistische blok op den duur onderling verdeeld zou raken: ‘that communism... is disunited, and that it does not face us with a solid front.’ I am baffled. Hij wordt oud of lijdt aan aderverkalking. Zelfs de westerse wereld zal, wanneer de vijandige druk maar sterk genoeg is of de nood het hoogst, een solid front vertonen, en het is die laatste fase immers die telt? | |
12 april 1962Belde het State Department in Washington. Ik kreeg als ingezetene van de vs permissie om naar Cuba te gaan. Gaf een lezing in Mansfield, Ohio en logeer in het Statler Hotel in Cleveland. Kim Novak zegt op televisie dat een getrouwd echtpaar eigenlijk in twee huizen en apart zou moeten wonen ‘in order to have more privacy and less misunderstanding’. Kim Novak is in een film aan de hand van een van tevoren geschreven script beter te volgen dan om haar spontaan, ongerepeteerd voor een camera bezig te zien. Her thinking turns out to be a complete mess, or rather, this ‘poule’ is nuts, talking about going into | |
[pagina 95]
| |
the sea, no clothes on, ‘I like to be spontaneous and do unplanned things...’ Fidel Castro heeft bekend laten maken, dat 54 Varkensbaaigevangenen die gewond of ziek zijn, worden vrijgelaten en naar Florida gezonden, samen met twee artsen. Dr. Carlos Rafael Rodiguez heeft in Havana gezegd dat hij bezig is om met Castro en president Dorticos te regelen dat er compensatie zal worden betaald voor de overgenomen Amerikaanse bezittingen in de Cubaanse suikerindustrie. jfk werd op zijn persconferentie van gisteren gevraagd of Nederland gelijk had dat de Amerikaanse bemiddelingsvoorstellen unfair jegens Holland waren. Kennedy antwoorde, om precies te zijn: ‘I agree. I think everybody is displeased, really, with our role, because our role is an attempt. Ambassador's Ellsworth Bunker's role has been, under the direction of U Thant, to try to see if we can bring some adjustment to prevent a military action, which would be harmful to the interests of both countries with which we desire to be friendly. So, I suppose it's hard to think of any proposal that we could make which would be welcome on one, or both sides. I am hopeful, that, if we can be useful, we'll continue to try to be. If both sides feel, that we cannot be, then, perhaps, others can take on this assignment. Perhaps it can be done bilaterally. Ambassador Bunker is a diplomat of long experience and great skill, and our only interest is to see if we can have a peaceful solution, which we think is in the long-range interest of the free world, of our allies, with whom we are allied to the Dutch and the Indonesians, who we would like to see stay free. So that the role of the mediator is not a happy one, and we're prepared to have everybody mad, if it makes some progress.’Ga naar voetnoot122 | |
13 april 1962Kew GardensUitstekende brieven van mijn vader over de kinine-affaire. Ik had me beklaagd dat iedereen mij een pluim gaf behalve hij. In een brief van 9 april uit Huis ter Heide zette hij me met mijn klaagzang op subtiele wijze op mijn nummer. George Kalenin van W. Colston Leigh berichtte dat er ditmaal klachten van het Gettysburg Teacher's College waren gekomen. Ik was ‘an extremely fine platform speaker’, maar mijn ‘erratic behavior’ maakte het moeilijk om hogere honoraria voor mijn lezingen te vragen. Andermaal een waarschuwing dus. Uitgerekend waren enthousiaste studenten later naar mijn flat in Kew | |
[pagina 96]
| |
Gardens gekomen. Zij verduidelijkten dat de leiding van het College veel kritiek had gehad: ‘because the faculty was jealous and extremely irritated, mostly because of your vaste success with the students.’ Ik kan me er verder niet over opwinden. Steeds hetzelfde liedje. | |
14 april 1962Mevrouw Muhadi belde dat ambassadeur Sukardjo het op prijs zou stellen wanneer ik naar hem toe kwam. Om 14.30 uur was ik bij hem. Hij wilde het abonnement van de Nieuw-Guinea Koerier betalen, wat 75 dollar was, maar hij stond erop mij een biljet van honderd dollar te geven. Sukardjo was in geldaangelegenheden de tegenovergestelde van dr. Zain. Hij hield zich aan afspraken en was niet iemand die voor een dubbeltje op de eerste rij wenste te zitten. Maar Sukardjo was dan ook pur sang Javaan. Ontmoette kolonel Sriamin in Hotel Diplomat. We gingen voor een sandwich naar de uno en spraken zeer lang samen. Om te beginnen vertelde hij me iets wat me diep schokte. Kolonel Ventje Samual had kolonel Warrouw laten arresteren over een vrouwen-perkara.Ga naar voetnoot123 Warrouw werd bewaakt door Samuals ondercommandant, ook een Menadonees. Deze heeft Warrouw door zijn knieën geschoten en heeft hem aan zijn rottende wonden langzaam laten sterven door hem aan zijn lot over te laten. Samual heeft daarop zijn ondercommandant doodgeschoten. En de nuchtere, uitermate koele en zakelijke manier waarop Sriamin dit verhaal vertelde, maakte me helemaal ziek. Multatuli sprak van het zachtste volk ter aarde... Ik ben te moe alle aantekeningen uit te werken. Sukardjo sprak over de totale mobilisatie en hield vol: ‘Luns moet eerst opdonderen.’ Sriamin had een aanbod gekregen om in Amerika te werken. | |
15 april 1962Pak Ujeng telefoneerde: ‘Ik zal misschien naar Nederland terug moeten, want niemand gunt elkaar succes, Paul Rijkens niet, de PvdA niet, niemand. Ik zal moeten gaan coördineren.’ Ik vroeg me af wat Indonesiërs van ons moeten denken. Ik haalde kolonel Sriamin in Manhattan op en bracht hem naar mijn huisje in Kew Gardens. Santo had de flat op orde gebracht, zelfs de parketvloer gefikst. Hij was fourage gaan halen en prepareerde alles. Ik liet de kolonel mijn vaders brief lezen, | |
[pagina 97]
| |
of mogelijk kinabast tegen rijst zou kunnen worden geruild. ‘Er zijn ook wel andere bedrijven dan staatsbedrijven om kinabast te krijgen’, aldus de kolonel. Ik besprak de Zain-Onishi-connectie, waarop Sriamin antwoordde: ‘Excuseer mij maar bij Van der Spek. Wanneer jullie mij voorstellen in deze vorm hadden gedaan...’ Hij wilde met Onishi c.s. niets te maken hebben. ‘Hij opereert via geld en vrouwen’, aldus Sriamin. Een nieuwe naam kwam op de proppen, die van mr. Giles St. Clair, van S.B. Penick & Co. in Manhattan. ‘Met hen kan er clean zaken worden gedaan en geen gedonder.’ Ik telefoneerde dit nieuws meteen naar mijn vader en ook naar John Massaut, die dit ‘mooie berichten’ noemde. Mijn vader vertelde dat mevrouw Van Konijnenburg (54) was overleden. Kolonel Sriamin vervolgde dat dr. Zains vriend, Onishi, samenwerkte met een Chinees, Ong Eng Di, welke laatste woord men in Indonesië als grapje in ‘dief’ veranderde. ‘Zij hebben de regering opgelicht bij de aankoop van schepen en konden dit doen omdat Onishi machtige politieke vrienden heeft.’ Ook bevestigde Sriamin, dat minister professor Mohammed Yamin, die een zoon heeft die piano speelt, een handel in piano's was begonnen. Santo had me dit verteld, maar nu werd het gezaghebbend bevestigd. Hij vertelde in detail hoe geïmporteerde rijst meteen in handen van zwartehandelaren terecht kwam. Hij zei dat vanwege de corruptie door dr. Zain en Onishi bedreven er een verwijdering tussen Zain en Sukardjo was ontstaan. In de avond gingen we samen op Broadway naar A view from a bridge. Vance Forepaugh (Phy Delta Theta-student) van Gettysburg College schreef: ‘Many professors were irritated with your speech because you managed to completely captivate your audience. Such an audience, the professors say, would have believed anything you said - even if it were communist ideology. Actually, I think, they are a little jealous!’ Wim Klinkenberg meldde dat er beweging in de PvdA begon te komen, enerzijds vanwege de aanstaande verkiezingen en anderzijds durven de socialisten meer ‘nu Washington openlijker voor de draad schijnt te komen tegen Luns. Anderzijds is er, zoals steeds, geen enkele reden tot enigerlei illusie over deze heer. Hij blokkeert deze week het overleg over het plan-Bunker en zal naar mijn stellige mening spoedig met West-Papoea komen, dat natuurlijk militaire bijstand (van Nederland) nodig heeft. Ik wil nog wel eens zien wat de PvdA en Washington hem dan nog kunnen doen. Er komen natuurlijk wel krachten onder de Nederlandse bevolking tot ontwikkeling, die als de | |
[pagina 98]
| |
geest in de fles kunnen gaan werken. Interessant is bijvoorbeeld de actie van moeders van militairen, die een beroep hebben gedaan op de Koningin.’ En verderop: ‘Conclusie: Indonesië heeft maar één werkelijk argument - kracht.’ Ook meldde Klinkenberg dat W. Verrips op de gereserveerde tribune ‘als een echte geleerde professor’ de Nieuw-Guinea-debatten in het parlement had gevolgd. Santo en ik begeleidden kolonel Sriamin en dr. Ruskanda Suharmaatmadja naar hun vliegtuig richting Cincinnatti. Berichtte dr. Zain dat we er voorlopig van afzagen om de kinabast-affaire via zijn vriend Onishi en de Cornado Corporation te laten lopen. Vloog laat in de avond naar Miami op weg naar Cuba. |
|