Memoires 1961
(1989)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
New YorkOp 20 januari 1961, om 12:51 sprak John F. Kennedy (43) op de trappen van het Capitool in Washington de woorden: ‘I do solemnly swear...!’ De 35ste President van Amerika zei onder meer: ‘Let the word go forth from this time and place, to friend and foe alike, that the torch has been passed to a new generation of Americans - born in this century, tempered by war, disciplined by a cold and bitter peace, proud of our ancient heritage - and unwilling to witness or permit the slow undoing of those human rights to which this nation has always been committed, and to which we are committed today. Let every nation know, whether it wish us well or ill, that we shall pay any price, bear any burden, meet any hardship, support any friend or oppose any foe in order to asure the survival and success of liberty. This much we pledge - and more.’Ga naar voetnoot1. Marian Anderson zong de ‘Star Spangled Banner’. | |
[pagina 10]
| |
In Congo zat Patrice Lumumba nog steeds in de gevangenis. Zijn vice-premier Antoine Gizenga handhaafde zich in Stanleyville. Moise Tshombe, de collaborateur met westerse financiële belangen, schreeuwde moord en brand vanuit Katanga. Volgens hem speelden Dag Hammerskjöld en de UNO met de communisten mee om Lumumba weer aan de macht te brengen. | |
21 januari 1961 (dagboek)Kew Gardens, New York Ben geschokt door het bericht dat kolonel Warrouw, gevangen genomen door de opstandige kolonel Samual, om het leven is gebracht. Ik herinner me onze eerste ontmoeting in de ‘Villa Madama’ in Rome.Ga naar voetnoot3. Wat kàn er in hemelsnaam zijn gebeurd? Tijdens Sukarno's reizen door Italië en West-Duitsland (1956) heb ik hem voortdurend geobserveerd. Hij vertelde me in Hamburg poppen voor zijn kinderen te hebben gekocht. Zoals Evelyn Waugh heeft gezegd: ‘As happier men watch birds, I watch men.’ Gesprek met Emily (Pam) Machbul.Ga naar voetnoot4. Zij voelt zich onzeker of zij een nieuwe verbintenis moet aangaan na de mislukking van haar eerste huwelijk. I am worried, but feel immensily attracted towards her. Toch zijn we waarschijnlijk nog ver van een intiem, waardevol contact. Fidel Castro heeft tegelijkertijd met Kennedy's troonsbestijging bekend gemaakt een nieuwe start met de V.S. te willen maken. ‘Our attitude will not be one of resentment,’ zei hij tegen duizenden militia-soldaten, samengebracht voor het presidentiële paleis, ‘our attitude will be one of waiting for | |
[pagina 11]
| |
deeds because deeds are more eloquent than words.’Ga naar voetnoot1. Tezelfdertijd meldde Ruby Hart Philips uit Havana, dat Cuba in reactie op het aan het bewind komen van de regering Kennedy duizenden leden van de burger militie had gedemobiliseerd. In Cuba heerste een stemming alsof het diepste punt zou zijn gepasseerd. Er bestond nieuwe hoop met de V.S. tot een akkoord te komen. Het moet worden erkend, dat Fidel Castro keer op keer de deur naar Washington op een kier zet. Antoine Gizenga en zijn militairen hebben in Stanleyville twaalf Belgen, als gijzelaars voor de gevangenhouding van Patrice Lumumba, gearresteerd. | |
22 januari 1961Het blad ‘Fortune’ steekt Prins Bernhard een uitzonderlijke pluim op de hoed. ‘Holland's dashing prince is everywhere and everything at once... Bernhard is nu één van de meest prestigieuze prinsen geworden: hij oefent grote invloed uit in verschillende ondernemingen, die er op zijn gericht de eenheid van West-Europa te bevorderen. Hij is een expert in militaire zaken en één van de meest vooraanstaande kopstukken in het Nederlandse zakenleven en de Nederlandse handel. Geen enkele andere prins, en zeker geen vorst, is zo druk bezig met zoveel verschillende dingen... of heeft er half zoveel plezier in,’ aldus schreef ‘Fortune’.Ga naar voetnoot2. | |
23 januari 1961‘Time’ meldde, dat Generaal Abdul Haris Nasution in Moskou een overeenkomst ter waarde van 450 miljoen dollars aan wapenleveranties had gesloten. ‘Newsweek’ zette boven dit bericht: ‘Indonesia: Tilt toward Moscow’, wat dus ten onrechte zo werd geïnterpreteerd.Ga naar voetnoot3. | |
25 januari 1961Richmond, Virginia Gaf een lezing voor de ‘Tuckahoe Woman's Club’, gevolgd door een lunch in de ‘Commonwealth Club’. 's Avonds gaf ik een tweede lezing in Fredericksburg voorafgegaan door een diner. Ik was moe. Het ging niet goed. De ‘Richmond Times’ en de ‘News Leader’ publiceerden overzichten van wat ik had gezegd. Ik pleitte voor Amerikaanse steun aan Indonesië. ‘I say | |
[pagina 12]
| |
this even though I love my country and I am proud of much of the work Holland has done in Indonesia.’Ga naar voetnoot1. Gisteren zijn zeven zwarte jongens van 20 tot 32 jaar in een park in Savannah, Georgia, gearresteerd, omdat zij basket-ball speelden in een ‘all white’ sportpark. De borg voor ieder werd op 1.000 dollars gezet. Ze zitten dus vast. Bij thuiskomst vond ik een brief van mejuffrouw Büringh Boekhoudt.Ga naar voetnoot2. ‘Het lijkt me wel erg vermoeiend om zo in die winterse kou van het ene einde van de V.S. naar het andere te moeten trekken. Zorg toch, dat je er tussenin wel behoorlijk rust hebt en goed eet.’Ga naar voetnoot3. Emile van KonijnenburgGa naar voetnoot4. meldde, dat hij niet stil zat en een tweede bezoek aan ambassadeur Zairin Zain in Bonn zou brengen. Deze had het dossier, dat hem over de kabinetscrisis was toegezonden, zeer op prijs gesteld.Ga naar voetnoot5. Hij vervolgde: ‘Nu noem je de mogelijkheid de heer Hirschfeld met ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto (bij de UNO) contact te laten opnemen. Het is een mogelijkheid die aan deze zijde stellig - althans in eerste aanleg - belangstelling heeft. (Hij sprak dus over de groep Rijkens.) Deze mogelijkheid zal nu op hoger niveau worden afgetast. Uiteraard zal ik je op de hoogte houden.’ | |
27 januari 1961Persconferentie van de nieuwe Amerikaanse ambassadeur bij de UNO, Adlai Stevenson.Ga naar voetnoot6. Ik vroeg hem: ‘Since the U.N. is the only alley open to the U.S. for contacts with Cuba, do you plan any contacts with the Cuban Ambassador to the United Nations?’ Hij antwoordde, ‘I have no such plans at this time and no instructions in this regard.’ Een vriend van Harisanto, de Indonesiër Pratomo, logeert bij me. We spraken tot diep in de nacht. | |
[pagina 13]
| |
29 januari 1961President Kennedy handelt snel in de Congo. Hij riep ambassadeur Clare Timberlake uit Leopoldville terug. Hij heeft het State Department gevraagd met nieuwe ideeën en voorstellen te komen om de impasse te helpen doorbreken. Ook het Garuda II bataljon van Indonesië zal uit de Congo worden teruggetrokken. | |
31 januari 1961Emile van Konijnenburg schreef ‘heet van de naald’ nà zijn bezoek aan Bonn. ‘De avond vóór mijn vertrek belde de heer Van Blankenstein mij nog op en deelde mij mede van jou een brief te hebben ontvangen met onder meer een categorische vraag: “Wat moet Nederland voor Nieuw-Guinea hebben”.Ga naar voetnoot1. Het antwoord heeft de heer Van Blankenstein mij voorgelezen. Dit antwoord is m.i. zéér duidelijk. Aangezien een aantal hoogmogendheden het concept nog moet lezen, kan ik er nu nog niets over schrijven. In ieder geval is je brief een soort “knuppel in het hoenderhok” en werkte daardoor prima.’ Hij gaf aan dat Nederland niets voor Nieuw-Guinea wilde hebben anders dan ‘het herstel van normale handelsbetrekkingen, met andere woorden, dat Nederland met Indonesië gewoon - zonder privileges - handel kan drijven’. En: ‘Met de heer Hofland heb ik weer een afspraak. Ik zal de relatie op tactvolle wijze warm houden.’ Ik had Emile van Konijnenburg namelijk gevraagd om Hofland, zij het te elfder ure, bij de Nieuw-Guinea-affaire te betrekken. Er bleken, nu het vijf voor twaalf was, wel meer figuren geïnteresseerd om alsnog een graantje mee te pikken. Belde nà ontvangst van deze brief met Van Konijnenburg. Hij bevestigde dat de brief van Van Blankenstein (‘zijn brief begint met: van de heer Oltmans heb ik vernomen’) aangetekend naar New York was verzonden. Tegen mij: ‘Jij bent volkomen in the picture.’ Ik raadde hem aan zelf naar de V.S. te komen. Ambassadeur Sukardjo nodigde me voor de lunch uit. ‘Laat de heren maar hier komen,’ zei hij, toen ik op zijn kantoor was en yoghurt met vruchten werd geserveerd. Hij zei een brief, die ik hem had geschreven over mijn lezingen, naar president Sukarno (persoonlijk) te hebben doorgezonden. Over Emily Machbul merkte hij op: ‘Zeg maar tegen minister Subandrio, dat hij Nieuw-Guinea kan krijgen, maar dat jij haar voor jezelf | |
[pagina 14]
| |
houdt.’ Hij hield het voor mogelijk, dat Sukarno binnen korte tijd naar Washington zou komen om met JFK te spreken. | |
1 februari 1961JFK refereerde in zijn eerste State of the Union voor het Congres als volgt aan Cuba: ‘In Latin America, Communist agents seeking to exploit that region's peaceful revolution of hope have established a base on Cuba ninety miles from our shores...’Ga naar voetnoot1. De reactie uit Havana liet niet op zich wachten. Ruby Hart Philips berichtte in de ‘New York Times’, dat de regering Castro reeds tot de konklusie was gekomen, dat JFK zich even agressief jegens Cuba opstelde als zijn voorganger Dwight Eisenhower. De op een kier gezette deur werd door de nieuwe President prompt dicht gekwakt. | |
2 februari 1961Gisteravond ben ik naar Pam gegaan en heb haar zo lief mogelijk gezegd, dat we elkaar niet meer moesten ontmoeten. Voor mij speelde ook de situatie met minister Subandio mee. Zij antwoordde: ‘With Mas Bandrio I never considered marriage, with you I did...’ Later ging ik met Dick Rosen, de assistent van de attorney-general in New York de heer Lefkowitz, naar een gay-party. We namen een taxi naar Seventh Avenue en Perry Street in Greenwich Village. Er waren 10-12 heren, sommigen waren duidelijke ‘crackpots’. Ik kreeg met iemand prompt ruzie over het overdadige gebruik van het woord ‘brilliant’, waar iedereen zich hier trouwens schuldig aan maakt. Dick zei: ‘Je wist toch, dat Amerikaanse nichten alléén maar over seks praten?’ Er werden seksfilms vertoond. Ik keerde terug naar de flat van Pam. Zij wilde nu ook, dat we uit elkaar gingen. Ik vond het erg moeilijk. Nam mijn laatste spullen mee, maar vergat opzettelijk één pantoffel. Op weg naar de subway, die me naar Kew-Gardens terug moest brengen, ontmoette ik een neger, Chuck. Ik wilde niet alléén zijn en nam hem mee. We sliepen tot 11:00. Volgde vandaag de debatten in de Veiligheidsraad over de Congo. 20:15 Ambassadeur Sukardjo overhandigde me Van Blankensteins brief van drie pagina's. We bespraken de tekst. Het recht op zelfbeschikking voor de Papoea's zou dus de laatste overgeble- | |
[pagina 15]
| |
ven hindernis zijn. We discussieerden over de opties. Andere Indonesische diplomaten als Lapian, Maramis en Masfar waren eveneens aanwezig, toen ambassadeur Sukardjo tegen me zei: ‘Eens zul jij commandeur in de Orde van Oranje Nassau zijn voor alles wat je hebt gedaan.’ Hij zou Van Blankenstein onmiddellijk antwoorden. President Kennedy bleef een stroom van functionarissen benoemen op basis van ‘first-class brains’. George Kennan zou als ambassadeur naar Joegoslavië gaan, John Galbraith naar India, Ellsworth Bunker naar Brazilië, Thomas Finletter naar de NAVO, David Bruce naar de Court of St. James, Chip Bohlen naar Moskou (al zou Llewellyn Thompson daar nog even blijven), Walter Dowling naar Bonn, Edwin O. Reischauer naar Tokyo, terwijl Edward Murrow directeur van de U.S. Information Agency zou worden. Het was bij al deze benoemingen duidelijk, dat de voorzitter van de Senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken, senator J. William Fulbright nauw met JFK samenwerkte en belangrijke invloed uitoefende op de lang gekoesterde wens niet louter politieke benoemingen te doen, maar zich te richten op kennis en expertise. Zo werd ook Arthur Schlesinger Jr. naar het Witte Huis gehaald. | |
6 februari 1961Mijn lieve vriend, Harisanto, ondervindt wroeging en pijn rond zijn relatie met de Duitse, Marguerita. Hij gaat zijn studie Architectuur in Illinois voortzetten. Zij gaat bij een gezin werken als kinderverzorgster. Dus ze gaan voorlopig uit elkaar. Vooral zijn Indonesische omgeving is tégen de verbintenis. ‘Wim,’ vroeg hij, ‘waar vind je een school waar je leert wreed in het leven te worden?’ Hij vervolgde: ‘If later in life I have to lie and to cheat, I will do it. Eerlijke mensen trekken altijd aan het kortste eind...’ Hij bleef slapen en vertrok vanuit Kew-Gardens naar het vliegveld voor de vlucht naar Chicago. Dineerde met mr. and mrs. Benjamin Harrison Freedman op 960 Park Avenue. Hij overlaadde me met feiten, want hij strijdt voor de Palestijnse zaak. Toch hield ik hem voortdurend vóór, dat zijn fanatisme zijn slechtste bondgenoot was. Ik vreesde, dat hij, ondanks de fortuinen die hij er tegenaan | |
[pagina 16]
| |
smeet, niet de resultaten boekte die hij zou kunnen behalen, indien hij bedachtzamer te werk ging. Hier schenen zijn vrouw en ook zoon Bob, een gezonde husky, Lehigh College graduate, het mee eens te zijn. De heer Freedman wijdde ook uit over de veertien dagen, die hij eens met Lenin had doorgebracht. Minister E. Toxopeus heeft weer met nadruk verklaard: ‘We kunnen Nieuw-Guinea niet in de steek laten.’ Gaf het knipsel aan ambassadeur Sukardjo. Emile van Konijnenburg laat mij nu belangrijke berichten uit de pers door zijn secretaresse toezenden. | |
7 februari 1961Friedrich Engels noemde traditie de ‘vis inertiae’ (vertragende kracht) in de geschiedenis. En welke rol spelen onze programmeringen in die vertragende bewegingen? John Kennedy, zo meldde ‘Time’, heeft de verzamelde werken van Mao Tse Tung op een tafel in het Witte Huis neergezet, een dozijn jaar nà diens machtsbestijging schijnt deze Chinese mijnheer nu werkelijk te zijn ontdekt in Washington. Zoals ‘Time’ eveneens schrijft: ‘State Department strategists relunctantly concluded that president Joseph Kasavubu is too ineffectual to rally his nation behind him.’ En verder: ‘Joseph Mobutu, on whom the U.S. once pinned his hopes, har turned out to be erratic, unreliable, and one of the weakest strongmen that ever stumbled into power.Ga naar voetnoot1. En, misschien nog wel de schokkendste konklusie, dat het State Department te elfder ure tot de slotsom was gekomen, dat ‘wildeyed Patrice Lumumba... could no longer be ignored.’Ga naar voetnoot2. Eindelijk zeiden de idioten in Washington hetzelfde wat ik reeds één jaar lang in mijn lezingen verkondigde. Woonde de 931ste zitting van de Veiligheidsraad bij. Ambassadeur Thomas KanzaGa naar voetnoot3. bevond zich op de perstribune. Hij was vergezeld van drie Belgische communisten. Zijn reis zou door Moskou zijn gefinancierd. Groette hem als een oude vriend en noemde hem ‘Monsieur l'Ambassadeur’. Maakte notities van de interventies van Ambassadeur Diallo Telli van Guinea en Sukardjo Wirjopranoto.Ga naar voetnoot4. Ambassadeur Dato'Nik Ahmed Kamil van de Federation of Malaya ontkende tegenover mij pers- | |
[pagina 17]
| |
berichten dat hij samen met Carl Schürmann, zijn Nederlandse collega, naar Dag Hammerskjöld was geweest om over Nieuw-Guinea te spreken. Hij was verder van mening, dat de Nederlandse pers een véél belangrijker rol zou moeten spelen bij het omturnen van de publieke opinie. Ik zei hem, dat Djakarta en Den Haag uiteindelijk samen de weg naar de vrede behoorden te vinden. Bill Oatis van ‘Associated Press’ was zo vriendelijk een gesprek met mij op het A.P.-net te zetten. ‘Oltmans said, the U.S., as the leader of the free world and the “big brother” of the Netherlands, should be able to exert sufficient pressure on the Dutch Government to evacuate its last colony in Asia. If not, said Oltmans, I have received reliable information that the Indonesian Government will resort to force in the near future.’Ga naar voetnoot1. Lunchte met de schrijver John KnowlesGa naar voetnoot2. die zojuist voor zijn eerste roman, ‘A Separate Piece’, de William Faulkner Foundation Award had gekregen, samen met mijn Washingtonse vriend, Stephen Benedict.Ga naar voetnoot3. Later stelde ik ambassadeur Kanza aan Masfar voor, omdat hij een gesprek wilde hebben met ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto. Het zou worden geregeld.Ga naar voetnoot4. | |
8 februari 1961Emily Machbul telefoneerde. ‘I love you, darling,’ zei ze. Ze had me gemist. President Joseph Kasavubu blijft aandringen op het voor de rechter brengen van Patrice Lumumba. Kolonel Mobutu, nu generaal-majoor, heeft het Congolese leger in staat van paraatheid gebracht. De Belgische Union Minière du Haut Katanga maakte bekend de produktie van koper in 1960 tot 300.000 ton te hebben opgevoerd, waarmee een record in de 54 jaar van het bestaan van de company werd bereikt. | |
[pagina 18]
| |
Zag de film ‘Ben Hur’ en Martin Portier, mijn ‘Korea’ vriend,Ga naar voetnoot1., was voortdurend in mijn gedachten. Schreef hem nog om 23:30. Ik verbaas me altijd weer over mijn emotionaliteit, nà al deze jaren van leven en ervaring. Er is bij de inwendige machinerie weinig veranderd. | |
10 februari 1961Freeport, Illinois Sprak op een lerarenconventie in het Stephenson County Institute. Ik denk, dat ik te agressief ben geweest, maar dat had ook te maken met de atmosfeer vooraf. De County Superintendent of Schools, Lyall Taubert, was een weinig inschikkelijke persoonlijkheid. Hij had de leiding. Het klikte niet. In Katanga is per radio bekendgemaakt, dat Patrice Lumumba en zijn medestrijders, de voormalige minister voor jeugdzaken, Maurice Mpolo, en de vice-president van de Congolese Senaat, Joseph Okito, zouden zijn gevlucht. Paul Hofmann voegde er vanuit Leopoldville aan toe, dat het ergste wordt gevreesd, ‘that Mr. Lumumba's life might be in danger or that he might already be dead’.Ga naar voetnoot2. Godefroy Munongo, de zogenaamde minister van Binnenlandse Zaken van Katanga, had de UNO officieel van een en ander op de hoogte gesteld. Lumumba en zijn vrienden zouden de gevangenis van Jadotville zijn ontvlucht en per auto op weg zijn naar Manono in het noorden. | |
12 februari 1961Abominabel geslapen. Droomde dat ik in een Amsterdamse tram naast koningin Juliana zat. Ik nam vanmorgen een taxi met een neger-chauffeur en sprak over apartheid. De man had een dochtertje van 7 en een zoontje van 5. Hij had in het leger in Europa gediend. Hij was onder de indruk van het optreden en de redevoeringen van Nikita Krushchev, toen deze vorig jaar in de V.S. was. | |
[pagina 19]
| |
Nam de ‘California Zephyr’, een moderne trein, naar Oregon, Illinois. Gaf een lezing voor de Woman's club. Lunch met mr. en mrs. John Moore. Ik schreef een brief aan premier J. de Quay.Ga naar voetnoot1. Er was later in mijn gehoor ook een twintigtal militairen. Ik richtte me dus speciaal tot hen. Na afloop werd er thee geserveerd en vooral de soldaten kwamen met vragen. Ik konkludeerde, dat een meerderheid van mijn publiek van mening was dat de Amerikaanse regering doorzeefd was met communisten en de V.S. werden zodoende verraden. Wanneer de federale regering in Washington nog meer macht naar zich toe trok, betekende dit dat het land naar socialisme zou afglijden, waar communisme op zou volgen. ‘Deze mensen,’ schreef ik, ‘hebben geen notie van het wereldgebeuren. Ze begrijpen absoluut niet voor welke problemen de V.S. zich zien geplaatst. Waar zouden ze trouwens de informatie vandaan moeten halen?’Ga naar voetnoot2. | |
13 februari 1961Chicago, Illinois De radio meldde vanmorgen, dat Patrice Lumumba door dorpelingen in het binnenland, terwijl hij op de vlucht was, zou zijn gedood. Ik vind het schokkend. Had ik maar genoeg geld, dan zou ik de rest van deze tournee afzeggen en naar New York terugvliegen, waar de Veiligheidsraad in spoedzitting bijeen komt. Het is moord in koelen bloede. De kinderen van Lumumba zijn in Caïro onder de hoede van Gamal Abdel Nasser. Zond onmiddellijk een telegram naar het ‘Executive Hotel’ in New York om ambassadeur Thomas Kanza mijn medeleven te betuigen. De ‘Chicago Daily News’, de ‘Sun-Times’ en de ‘Chicago's American’Ga naar voetnoot3. brachten Lumumba's dood in koppen over de vóórpagina. Gaf een lezing voor de ‘Business and Professional Women's Club of Chicago’. Patrice Lumumba beheerste mijn gedachten de hele dag. Ik zag hem steeds weer voor mij. Hij predikte geen geweld, zoals de ‘New York Times’ vanmorgen in een hoofdartikel schreef. Hij was het niet, die de Congo in chaos dompelde. Dat hebben de Belgen en hun bondgenoten gedaan. Dat is waar de vijanden van de Congo van den beginne aan op hoopten, toen zij het nobele gebaar maakten het land de | |
[pagina 20]
| |
vrijheid te geven. Kasavubu was zelf te laf om Lumumba te laten vermoorden. Hij liet het vuile werk door Tshombe in Katanga doen. De ‘Times’ spreekt zelfs van de ‘door communisten gesteunde pro-Lumumba rebellen’. Hoe kan een democratie ooit behoorlijk functioneren bij zoveel valse en onware ‘informatie’? De niet-gebonden landen waren immers de voornaamste bondgenoten van Lumumba? Tijdens het diner in de Club van de dames keek ik voortdurend vanaf de hoofdtafel regelrecht in het gezicht van een absoluut charmant Chinees meisje, waarmee ik subtiel heb zitten flirten. Zij bleek sociaal werkster te zijn. Had weinig gelegenheid echt met haar te spreken. | |
14 februari 1961Logeerde bij de Applegate's. Om 07:00 arriveerde reeds een crew van NBC-Chicago, die ik een interview gaf over mijn inzichten in de Lumumba-affaire. ‘In this socalled free country,’ zei ik, ‘the moment one entertains opinions that are considered controversial, you are councilled to shut up, like don't touch the subject Lumumba...’ Ze gaven me de laatste telexberichten over Patrice Lumumba.Ga naar voetnoot1. Kwam met de nachttrein naar Milwaukee, Wisconsin, en sprak er tijdens een Rotary-Clublunch. Barbara Applegate had me gewaarschuwd: ‘Dat zijn de mensen met geld, die lezingen kunnen betalen.’ Het merendeel der aanwezigen was weer Republikein. Een jonge kerel, Tom Burns, was president. Maar ik vond vooral een fabrikant van matrassen aardig, Carl Weigel. Ik sprak in het War Memorial building, modern, luxueus en een aangename sfeer, mooi gesitueerd aan Lake Front Park. Gaf eveneens radio- en TV-interviews. Vloog via Chicago's O'Hare terug naar New York. Wat me die dagen bezighield, als ieder ander op zijn vijf en dertigste, was ‘hoe zit een mens in elkaar: waar ben ik mee bezig: waar kom ik vandaan en waar ga ik naar toe. Mijn aandacht trok een reportage over het onderwerp ‘The chemistry of thought’, zoals dit die dagen op een conferentie van neurobiologen in San Francisco was besproken. Het leek me een volmaakt sprookje, dat hersens tien miljard neuronen zouden bevatten,Ga naar voetnoot2. terwijl ieder neuroon uit miljoenen moleculen van RNA (ribonucleic acid) zou bestaan. ‘Memory is the imprenting of a code on RNA molucules | |
[pagina 21]
| |
in millions of cells, like punch holes in a set of IBM cards,’ schreef ‘Time’ magazine.Ga naar voetnoot1. | |
15 februari 1961 (dagboek)Veiligheidsraad van de U.N.O. De ‘New York Times’ opende met vette letters, dat de Sovjet-Unie Dag Hammerskjöld zou boycotten, omdat het Kremlin hem verantwoordelijk wilde houden voor de inmiddels bevestigde dood van Lumumba. Belgische ambassades in Moskou en Belgrado waren bestormd. Pierre Salinger verklaarde, dat president Kennedy diep was geschokt, maar diens ambassadeur Adlai Stevenson sprak het vertrouwen van de V.S. in Hammerskjöld uit. De affaire-Lumumba was met vereende krachten in het standaard koude-oorlogpatroon getrokken. President Sukarno verklaarde in Djakarta, dat de wereld opnieuw te maken had met ‘internationale bandieten’ en dat het ging om een strijd tussen ‘international imperialism against the independence of African-Asian nations’. Premier Chou En-lai noemde de ‘vile murder of Lumumba’ een daad, die was voltrokken door ‘United States and Belgian imperialists and their agents’. Ook in Washington, Parijs, Warschau, Londen, Rapalwindi en Rabat werden Belgische ambassades bestormd of beklad. Premier Jawaharlal Nehru bood aan om onmiddellijk Indiase gevechtseenheden naar Congo te zenden om orde op zaken te stellen. President Nkrumah van Ghana erkende thans Antoine Gizenga in Stanleyville als de wettige regeringsleider van Congo. De beraadslagingen in de UNO vonden in een uiterst gespannen sfeer plaats. Er waren maximale veiligheidsmaatregelen getroffen. Ambassadeur Valerian Zorin van de Sovjet-Unie wilde zelfs niet, dat de vertegenwoordiger van Kasavubu een plaats aan de hoefijzervormige tafel van de V-raad kreeg aangeboden. ‘That man is sent to us by a bunch of criminals,’ riep hij. Ik was het helaas (schreef ik) eens met de door de Sovjet-Unie gevolgde diplomatie. Het probleem met de jeugd van landen als Nederland, de V.S. etcetera is, dat zij niet meer demonstreert tegen een misdaad als de moord op Lumumba. Ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto en Guinea's Diallo Telli verzochten om in de V-raad te worden gehoord. Ik was trots op mijn beide vrienden. Zag Sukardjo trouwens bladeren in de stapel ‘Nieuw Guinea Koeriers’, die ik hem had gegeven.Ga naar voetnoot2. | |
[pagina 22]
| |
11:35 Adlai Stevenson voerde het woord. Hij is voor mij een teleurstelling. Had meer van hem verwacht. Er zaten sterke momenten in zijn speech, maar de ‘basic approach’ was niet in orde, out of touch with realities in the world. 11:50 Pandemonium op de publieke tribune. Negers riepen ‘Lumumba! Lumumba’ De veiligheidsmensen grepen in. Gevechten. De beraadslagingen werden geschorst. Ik ging bij ambassadeur Thomas KanzaGa naar voetnoot1. zitten en zei: ‘Het is de geest van uw vriend die hier rond waart.’ Hij zei overigens mij onder vier ogen te willen spreken. Ambassadeur Sukardjo vroeg mij zijn vrouw naar de diplomatenloge te brengen, want de publieke tribune werd ontruimd. 12:05 Adlai Stevenson vervolgde zijn rede met nog meer nietszeggende uitspraken als het uitspreken van de hoop, dat Katanga zou meewerken om vast te stellen hoe Lumumba om het leven was gebracht. Valerian Zorin veroordeelde Stevenson onmiddellijk en beschuldigde hem van het uitkramen van dezelfde koude-oorlogpropaganda als die van de regering Eisenhower, terwijl de Amerikaan ‘en passant’ vergat België te veroordelen voor zijn obscure rol in het drama-Lumumba. De Rus vond, dat Hammerskjöld had bewezen niet tegen zijn taak te zijn opgewassen. Diens mandaat diende niet te worden verlengd. Lunchte met de Indonesische diplomaat Yusuf Ronodipuro. Het was duidelijk waar Indonesië stond in deze kwestie, achter Lumumba. 16:30 Dag Hammerskjöld verklaarde: ‘If I resign now, I would throw this organisation to the winds...’ Ook Sukardjo zei me intussen: ‘Wij hebben al genoeg van Hammerskjöld, want hij begrijpt ons niet (Azië en Afrika).’ | |
16 februari 1961Haalde de schrijver Tjalie Robinson bij de YMCA af. We spraken samen in de delegateslounge van de UNO. Een alerte kerel. Hij noemt me Willy. ‘Nederlanders leven nog altijd binnen hun dijken,’ zei hij. ‘Hun buitenlandse politiek wordt aan binnenlandse zaken opgehangen.Ga naar voetnoot2. Ze moeten meer Nederlanders met tropenervaring in de buitenlandse dienst ge- | |
[pagina 23]
| |
bruiken en niet naar Luns of Romme luisteren. Nederland heeft langzamerhand de status van Albanië bereikt.’ Dat ingebeelde protocol van de B.Z.- ambtenaren. Er wordt met geld gesmeten! Nederlanders overzee zouden meer vrijheid van handelen moeten hebben en niet dat één of andere klooi uit Tjerkstradeel hen de wet voorschrijft! Ze zouden meer naar ons, Indo's, moeten luisteren. Wanneer mijnheer Scheps (PvdA) over de kwestie Nieuw-Guinea spreekt heeft hij het over de leeuw, die zijn klauw laat zien. Laten we wel wezen, die Nederlandse leeuw is al lang een schoothondje.’ Robinson: ‘Nederland heeft weer een Jan Pieterszoon Coen nodig. Ik zal het maar niet hardop zeggen, want ze slaan me dood, maar Coen had tenminste oog voor de Pacific. We moeten al lang niet meer in Suriname met een Gouverneur zitten maar gewoon met een ambassadeur. Er zouden op de Antillen en in Suriname hotels moeten worden gebouwd. Kijk naar het Brokopondo-plan in Suriname. Of kijk hoe professor Van Blommestein uit Bandung naar de Nickerie-polder is gezonden om te zorgen voor de aanleg van een rijstcultuur. Ze hebben er alléén niet aan gedacht voor een afzetmarkt te zorgen. Er is geen salesmanship. De Surinamerivier zou afgedamd moeten worden. Ontginning van de bauxietvelden, waar de zaak notabene aan de oppervlakte ligt, vinden Nederlandse ondernemers griezelig. Ze blijven kruideniers. Ze laten het aan Suralco en Alcoa over. We moeten gewoon weer durven beginnen. In Holland gebeurt alles 50 jaar “zu spät”. Zo raken we alles kwijt.’ Hij vervolgde: ‘Er is brood in Suriname. Maar het politieke getwist is hopeloos. Het is Holland in het klein. Het land bestaat uit bekvechten en is totaal verpolitiekt. Hindustanen maken geen ruzie en komen dan ook vooruit. Hun gezinskracht is ook groter. Zij werken hard. Het zijn de beste landbouwers. Zij beheersen de handel. Nog één generatie en de Hindustanen zijn in Suriname aan de macht. De Javaanse kolonie is betrekkelijk klein. Zij bedrijven landbouw en zijn een rustige arbeidzame groep. De Chinezen vercreolen wèl, in tegenstelling tot de Hindustanen, die zelfs hun eigen bioscopen hebben met films uit India. Zij spreken hun eigen taal en brengen de kleine vogeltjes uit India over. Maar waar leidt dit over vijftig jaar allemaal naar toe? Krijg je clashes! Hoe loopt dit af? In Paramaribo staat bijvoorbeeld een borstbeeld van Mahatma Gandhi. Intussen interesseren Hindustanen en Creolen elkaar geen lor. Creolen zijn een jong volk, maar dat gaat toch ook terug tot in de slaventijd en dus zijn ze eeuwenoud. De vroe- | |
[pagina 24]
| |
gere slaaf wil even pienter worden als de blanke Europeaan.Ga naar voetnoot1. De Aziaat daarentegen zegt: “Bah! ik ben altijd al meer geweest dan de withuid, en die wint dan ook natuurlijk”.’ Tjalie Robinson: ‘In Suriname wordt alléén maar over geld gesproken. Ik heb een halve ton verdiend. Of: ik heb me van zoveel pensioen verzekerd. Ik heb ze gevraagd: “En jullie kinderen dan?” Eigenlijk moeten de Creolen in Suriname nog hun waarachtige gids en leider vinden. De Creool is wel slordig. Maar daar moeten wij, Nederlanders, ons vooral niet mee bemoeien. Creolen vinden beslist, dat er nog altijd teveel bemoeienis vanuit Den Haag is. Wij moeten niet proberen die lui onze ingebeelde Hollandse cultuur aan te smeren of specifieke Hollandse waarden op te leggen. Wij moeten hun eigen cultuur aanmoedigen. Zij zijn zich te weinig bewust, dat zij tot het Spaanse taalgebied behoren. Er zou in Suriname meer aandacht moeten zijn voor Latijns-Amerikaanse muziek, literatuur en architectuur en dat kan Nederland aanmoedigen. Tenslotte hebben we er op dit punt in Indonesië alles mee verspeeld.’ Robinson vervolgde het verhaal van zijn recente bezoek aan Suriname. ‘De onafhankelijkheidsgevoelens zijn een touchy onderwerp. Men is er prikkelbaar over. Professor Röling heeft mij eens gezegd: “De dag dat ik voor het eerst in Azië was, wist ik, dat we ons opnieuw zouden moeten oriënteren en de boeken in de kast laten staan.” Hollanders zitten thuis, lezen een boekje en denken dat zij het al weten. Wanneer je ergens één jaar zit, leer je wat. Wat we nodig hebben is een decentralisatie van inzichten en een decentralisatie van initiatieven. Een ander voorbeeld. Het hoofd van de emigratie op de ambassade in Washington is een landbouw-expert, dr. ir. Abe Tuynman. Dit is omdat vroeger alléén boeren naar de V.S. emigreerden. Nu komen er geen boeren meer, maar duizenden Indo's. Nu zouden ze een andere kerel moeten benoemen, maar neen. Wanneer je aan het schaken bent en je brengt één pion ver weg, dan moet je er toch iets mee doen? Maar in Nederland denkt men: “Opgeruimd staat netjes!” In werkelijkheid zijn ze crazy en achterlijk; fataal, dan heb je er nog een woord bij. Waar zitten onze Indo's? In Californië. Daar worden ze omgeschoold om ook opnieuw in Azië te kunnen beginnen. Na één generatie zullen ze zijn weggeassimileerd. Ik heb tegen de | |
[pagina 25]
| |
Amerikanen gezegd, er zijn twee fronten East and West, maar don't forget Pearl Harbor. Het is een geografisch-biologisch proces, als je zien wilt tenminste, als je zien kunt. Denk met de zon mee. Indo's doen het al. Terwijl de Amerikanen bezig waren met Hitler vielen de Jappen hen in de rug aan. Cornelis Verolme gaat vast aan de Pacific zitten. Dat is zo'n vent! We moeten naar zeeën kijken en niet over het Nabije Oosten en Azië ruzie maken. Ik houd al lang mijn mond niet meer. Een waringinboom wordt honderd jaar, maar hij wordt wel rijp. Wij moeten bouwen voor onze kinderen. We moeten ons niet veilig gesteld voelen door Willem Drees met zijn ouderdomspensioen. Wij moeten ons veilig stellen door de wereld. Nà zeven jaren in Holland moet ik weer wennen aan de dimensies van Amerika. Amerikanen zijn in de ruimte geboren. In Suriname moest ik lachen om dat belachelijke Hollandse protocolletje. Op de verjaardag van prinses Beatrix was er een parade met anderhalve man en een paardekop op de tribune. Vooral het Nederlandse gezag moest worden hoog gehouden! Dames met lange handschoenen en alles wat een uniform had was opgetrommeld. Er hingen slechts wat lanterfanters rond om te kijken. Zij kwamen vragen wanneer de show was afgelopen. Holland kijkt niet vooruit. Er wordt alléén aan prestige opbouwen gedacht en ten aanzien van Suriname helemaal niet van: wij zullen jullie laten profiteren van onze kennis. De drie grote maatschappijen zouden samengaan. Nederland moet in combinatie opereren. Er is meer branie van het moederland vereist. Er moeten markten worden gemaakt. Er moet vooral geld in toerisme worden gestoken. Kunnen wij dit aan? De nieuwe wereld van ontwikkelingslanden is geen holle frase. Dit is een nieuwe wereld. Als Nederlanders hebben we er nog steeds een stevige vinger in de pap.’ Ik haastte me vervolgens om een lunchbijeenkomst toe te spreken van de ‘Yorkville Lions Club’ op 150 East 94 Street in Manhattan. Ik stelde de voorzitter, dr. Eli Goldstein, voor dat men ambassadeur Abdelkadir Chanderli van Algerije zou uitnodigen. ‘Denkt u niet, dat hij te controversial voor onze groep zou zijn?’ vroeg hij. In de middag volgde ik opnieuw de UNO-debatten en in de avond, om 21:00 gaf ik een tweede lezing voor de ‘Men's Club Temple Beth-El’ in Belle Harbor, Long-Island. Thuis vond ik brieven van mijn Moeder en mijn vroegere vriendin Nettie von Baumhauer. Zij had mij enige jaren geleden 2.500 gulden geleend en had mijn grootmoeder getelefoneerd om hierover te reclameren. Noch mevrouw Poslavsky, | |
[pagina 26]
| |
noch mijn Moeder wisten wie mevrouw Klein was en waren upset over het voorval. Nettie schreef mij onder meer: ‘Ik heb je destijds altijd de hand boven het hoofd gehouden als er getwijfeld werd aan je betrouwbaarheid. Gezien je afkomst, hersens, wellevendheid enzovoort dacht ik ook dat je een nette vent was in alle betekenissen van het woord. Maar je valt me erg tegen.’Ga naar voetnoot1. Mijn schuld aan Nettie von Baumhauer was die dagen mijn enige kapitale lening en onoverkomelijk om bij mijn uitzonderlijk lage inkomsten te kunnen wegwerken. Hoofdredacteur W. van Wijk van ‘Het Vaderland’ in Den Haag schreef niet te twijfelen aan mijn goede bedoelingen. Bij terugkeer uit Indonesië had ik hem van mijn oprechtheid kunnen overtuigen. Hij vervolgde: ‘Maar een zekere jeugdige “wildheid” is blijven bestaan. En nog steeds speelt uw spontaniteit u parten... U hebt onmiskenbare journalistieke capaciteiten en belangwekkende politieke inzichten, doch de laatste doen u wel eens op hol slaan. Is het dan zo vreemd dat ik met name in zakelijk opzicht jegens u voorzichtig blijf?... Uw moeilijkheden begrijp ik wel, maar u hebt ze zelf aangehaald door u niet aflatend, armen zwaaiend in wespennesten te begeven. U bent daarbij springlevend gebleven en over de toekomst zou ik u dan ook willen zeggen: kop op! Met beste groeten, uw wat bezadigder W. van Wijk.’ | |
17 februari 1961Lunch met ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto en Tjalie Robinson in ‘Peking’ waar we in de Cadillac van de ambassadeur naar toe reden. Toen we het hek van de UNO weer indraaiden, keek ik achterin naast Sukardjo gezeten recht in het gezicht van mijnheer R.H. Fein.Ga naar voetnoot2. Lekker. Ook Van den Bogaert draaide om ons heen. Laat ze maar zien dat Tjalie en ik vrienden zijn. Er komt een dag dat ze zullen moeten toegeven wie op het verkeerde paard heeft gewed, wie in welke zaak geloofde en wie vertrouwen had in welke overwinning. Ambassadeur Sukardjo merkte vandaag op: ‘Het voornaamste verschil tussen de Belgen en de Hollanders is, dat de Hollanders Bungkarno niet doodschoten, toen zij hem tijdens de politionele acties in Djokjakarta gevangennamen. De Belgen hebben blijkbaar ook hun Westerlings. En nu vertragen ze hier verder de interventie van de UNO om tijd te winnen om hun smerige spel in Congo te kunnen spelen.’ Hij had John Gun- | |
[pagina 27]
| |
ther's ‘Inside Africa’ gelezen en zei: ‘De Belgen hebben net zoveel Congolezen omgebracht als jullie Indonesiërs tussen het Cultuurstelsel in Indië.’ Ceylon, Liberia en de United-Arab-Republic produceerden vandaag een gezamenlijke draft resolution voor de Veiligheidsraad in reactie op de moord op Patrice Lumumba, document S/4722. Mosterd na de maaltijd. Bijzonder schijnheilig was de verklaring, die minister Pierre Wigny van België uit liet gaan: ‘Patrice Lumumba is dead. He was the victim of a political murder, which we condemn with force... the Belgian Government and the Belgian people see their flag and their representatives insulted and threatened, their embassies pillaged and even destroyed by fire...’ Ik dacht: Amerika en het westen strijden weer een achterhoedegevecht. | |
18 februari 1961Nettie von Baumhauer beklaagde zich boeken te vertalen en weinig te verdienen, maar ik nam tenslotte ook de Greyhoundbus naar Canton, Ohio (gedurende de nacht) om geld uit te sparen. Om 14:00 moest ik een lezing geven voor de ‘College Club’ in ‘the Museum of the Arts’. Zag met Dick Rosen de film ‘Never on Sunday’, met Melina Mercouri en Jules Dassin: een parodie op het thema van de man, die het hoertje op de goede weg wil brengen. Ik vroeg Sjef van den Bogaert of ik een gesprek kon hebben met het kamerlid Pater L.J.C. Beaufort. De man antwoordde schaamteloos: ‘Nà wat u bijvoorbeeld onlangs in Chicago gezegd en geschreven hebt, lijkt me het voor het ogenblik geen geschikt moment voor zo'n gesprek.’ Over vrijheid van de pers gesproken. | |
20 februari 1961Vanmorgen vroeg Lumumba's ambassadeur, Thomas Kanza, mij of ik eventueel bereid zou zijn een korte reis naar Congo te maken, niet alleen om de situatie ter plekke op te nemen maar vooral ook om zijn vader, de burgemeester van Leopoldville, te bezoeken. Hij bleek afgesneden van alle berichten van thuis en maakte zich ernstige zorgen. De codenaam waarmee ik me zou moeten identificeren was ‘Kabuku’.Ga naar voetnoot1. Ik begreep, dat ambassadeur Sukardjo Kanza te hulp was gekomen met 250 Engelse ponden en 37 biljetten van 5 dollars, zodat ik precies op de kop af bij de KLM een economy ticket kon kopen van $809. | |
[pagina 28]
| |
Kanza had eveneens overlegd met ambassadeur Diallo Telli van Guinea. Zij waren tot de slotsom gekomen, dat Cleophas Kamitatu, de voorzitter van de Parti Solidair Africain (PSA), waarvan Antoine Gizenga de voorzitter was, de strijd tegen Kasavubu en Mobutu van Patrice Lumumba zou moeten gaan overnemen. Hij vroeg mij om zo volledig mogelijk te willen rapporteren, opdat hij mijn informaties naar Antoine Gizenga in Stanleyville zou kunnen doorspelen. ‘Indien mijn vader Leopoldville zou willen verlaten,’ vervolgde hij, ‘zeg hem dan dat ik hem geld zal sturen via een Griekse arts.’ Ambassadeur Diallo Telli voegde me nog toe: ‘Be careful: you are fighting for African nationalists.’ | |
|