Memoires 1959-1961
(1988)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 264]
| |||||||||||||
New York19 september 1960Aan boord ‘Coral Sea’ van de K.L.M. Het is al middernacht in Holland. Martin is al in Assen. Ik zou het liefst rechtsomkeerd maken. Dan ben ik tenminste bij hen van wie ik houd. Ik beklaag me er altijd over, dat ik in de V.S. geen werkelijke vrienden heb. Daarom zou ik niet altijd in Amerika willen vastzitten. Ik zei tegen Martin: ‘Jij bent de enige vriend, die niet te ver gaat, maar ook niet te weinig dichtbij is. Met jou ben ik, ook lichamelijk vrijer dan met wie ook, en toch blijft de verhouding zuiver.’ Wanneer ik bij hem logeer komt hij altijd in de ochtend bij me in bed als de natuurlijkste zaak van de wereld. Wonderlijk. Hij voelt misschien, dat ik dat nodig heb zonder direct verder te willen stomen. Was in tranen, toen ik de flat in Kew Gardens betrad. | |||||||||||||
20 september 1960Heimwee naar Holland. Meer tranen. Hier in Amerika heb ik helemaal niets dat me vast houd. Bij de UNO maakten ze weer moeilijkheden met mijn perskaart, deze keer omdat mijn accreditatie ‘maar’ voor een weekblad was uitgegeven. Ik vroeg Sjef van den Bogaart wat hij er van dacht. En de Nederlandse pers-attaché, die zich dus al jaren had beijverd mij bij de UNO te dwarsbomen, antwoordde glashard: ‘Ik kan toch geen accreditatie-besluiten beïnvloeden?’ Mijn moeder schreef dat mijn ouders op 12 december voor goed uit Zuid-Afrika op de ‘Jagersfontein’ zouden terugkeren naar Nederland. Met de plotselinge dood van oom Dirk Klink waren ook aan mijn vaders activiteiten een einde gekomen. Mijn vader had ik gevraagd hoe ik kon laten vastleggen dat in geval van mijn dood mijn bezittingen aan Theo zouden toekomen. Typisch mijn vader, de advocaat: hij zond me een uiterst gedetailleerd antwoord en advies. Ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto en zijn vrouw inviteerden mij en diplomaat Mohammed Sharif om in het restaurant voor diplomaten van de UNO te dineren. Mevrouw Sukardjo | |||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||
bestelde een glas Deens bier. Ik vroeg Heineken. ‘Een belanda blijft een belanda,’ zei ze. De ambassadeur zei, dat ik uitgenodigd zou worden voor een receptie in het Waldorf Astoria Hotel voor duizend personen, en daarbij Bungkarno dus zou ontmoeten. Oud-premier Sastroamidjojo kwam ook mee met de President en ambassadeur Zain zou uit Bonn over komen. Er scheen veel gedonder te zijn in welk hotel Fidel Castro moest verblijven. Tenslotte was dat de negerwijk. Ik liep trouwens gisteravond praktisch tegen Fidel Castro aan in het UNO-gebouw. Ontmoette Thomas Kanza, Dialo Telli (‘Nous supporterons Patrice Lumumba jusqu'à la mort,’ zei hij) en ambassadeur Quaison-Sackey. De top hier in de UNO wordt een gigantische affaire, dat is duidelijk. Kwam in de nacht thuis en droomde dat ik ruzie had met mejuffrouw Buringh Boekhoudt en andere verwarde gebeurtenissen. Zoals, dat ik in Indonesië was en mijn vader me mee naar Semarang, zijn geboorteplaats, had genomen. Er waren anti-Nederlandse demonstraties. Een jonge Indonesiër liet een krokodil op mij los, die me beet. Niemand hielp, maar tenslotte wist ik de bek los te krijgen en het dier was dood. | |||||||||||||
23 september 1960Mejuffrouw Buringh Boekhoudt schreef me: ‘Het was prettig je weer te eens te spreken al denk ik wel met veel zorg terug aan wat je me vertelde en daarbij niet alleen aan politieke zorgen! Ik maak me ongerust over je, want door het jachtige leven, dat je leidt, raak je oververmoeid en vatbaar voor allerlei ziektes. Heb je in Amsterdam je arts nog geraadpleegd? Probeer in het vervolg wat meer te slapen en geregeld te eten.’ Zij schreef mijn ‘Vrij Nederland’-artikel over Congo ‘met veel waardering’ te hebben gelezen. ‘De toon was rustig en vooral overtuigend. Ik geloof toch wel dat je vorderingen maakt in dit vak. Ik heb telkens weer bewondering voor je doorzettingsvermogen, want je hebt bergen werk moeten verzetten om te komen waar je nu bent. Van oudsher is het uiterst zwaar geweest om de kost met de pen te verdienen. Het zal altijd een onzeker bestaan blijven. Maar ik hoop het nog te beleven, dat je er bovenop komt.’ Ook schreef zij veel last van hoofdpijnen te hebben en een neuroloog te zullen raadplegen. Zij had vergroeiingen in | |||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||
haar nekwervels. ‘Het zal de oude dag zijn.’ ‘Nu Wimpje, hier laat ik het maar bij.’ Vijftien jaar nadat ik Baarn haar goede zorgen en belangstelling achter me had laten liggen leefde onze wederzijdse affectie nog volop.Ga naar voetnoot390. George Sherman (‘Time’) belde of ik mee ging naar Glen Cove, Long Island, waar Nikita Khrushchev het weekeinde zou verblijven. Had er geen zin in, alhoewel ik Khrushchev wel wilde ontmoeten. Maar rondhangen bij zijn villa was not my cup of tea. Intussen schijnt ook Antoine Gizenga nu in Congo te zijn gearresteerd. Cuba heeft Peking diplomatiek erkend. Nieuwe klap in het gezicht van Amerika, waar men nog altijd Mao niet wil erkennen. | |||||||||||||
24 september 1960Lunch met de Brackmans in Dobbs Ferry. Deze Indonesië-specialist van ‘The New York Times’ bezwoer me, dat hij over vertrouwelijke informatie beschikte, voorzien van foto's, waaruit bleek, dat ⅔ van het eiland Sumatra niet meer onder controle was van de centrale regering van Sukarno. ‘I do not understand that Eisenhower went to address the United Nations just because mr. Khrushchev decided to go there. He should have told Khrushchev to go to hell. How can Khrushchev be serious about disarmament while he is running a police state?’ Later kwam zijn vriend Harry McCarthy van NBC News met zijn vrouw zich bij ons voegen. Het schijnt dat de president van de Overseas Press Club bedreigd is en zijn telefoonnummer moest laten veranderen omdat hij Khrushchev uitnodigde om een rede voor de leden te houden. David Exley van de persafdeling van de UNO zegt opnieuw, dat de brief van P.M. Smedts van ‘Vrij Nederland’ niet voldoende is om als volwaardig journalist te worden geaccrediteerd. De Amerikanen weigerden visa te verstrekken aan Patrice Lumumba en enkele van zijn medestanders om de beraadslagingen in New York bij te wonen. De UNO zou neutraal gebied moeten zijn, waarbij geen der superpowers in een positie zou mogen zijn dergelijke arbitraire besluiten te nemen. | |||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||
26 september 1960Woonde de redevoering van Fidel Castro in de Algemene Vergadering bij. Wanneer mij de plaats in deze herinneringen gegund zou zijn, zou ik er belangrijke gedeelten van hebben opgenomen. Evenals de speeches van Eisenhower, Khrushchev, maarschalk Tito, president Nkrumah, P.M. Nehru, Gamal Abdel Nasser en natuurlijk Sukarno.Ga naar voetnoot391. | |||||||||||||
30 september 1960UNO: 15:15 President Sukarno zal een rede uitspreken onder de titel ‘To build the world anew’. Ik voelde me verwarmd toen ik de Indonesische delegatie zag binnenkomen. Ik kende de heren tenslotte allemaal. Nikita Khrushchev gaat een hand geven. Hij begint met Nasution, die hij duidelijk kent. Tito is al enige tijd in de zaal. Nasser arriveert. Secretaris-generaal Dag Hammerskjold beklimt de bank achter het spreekgestoelte. Op de plaats van de Nederlandse delegatie mejuffrouw Pelt alléén. Minister Luns komt wel even binnen, maar verlaat dan weer ostentatief de zaal. Ook Nehru is enige tijd weg, maar komt weer terug. Bungkarno spreekt zijn rede uit in een hagelwit uniform. Luitenant-kolonel Sabur staat achter hem en neemt steeds een blad papier van de President over. Het is opvallend, dat premier Khrushchev een aantal keren het applaus aanzwengelde, bijvoorbeeld, toen Sukarno naar voren bracht, dat de UNO ergens anders dan in New York diende te worden gevestigd. Ook wilde hij het secretariaat hervormd zien. Ik zag Tito ook applaudiseren toen Bungkarno sprak over het introduceren van koude-oorlogmethoden door de superpowers in het UNO-gebeuren. Ook de Amerikaanse banken waren nagenoeg leeg. Ambassadeur Lodge schitterde door afwezigheid, terwijl zijn tweede man, James Wadsworth, slechts even binnen stapte. Vooral het einde van de redevoering werkte Sukarno toe naar een slot apotheose van klasse. Ik leer altijd weer | |||||||||||||
[pagina 268]
| |||||||||||||
van hem. Intussen was in de wandelgangen een document opgesteld door de presidenten Sukarno, Tito, Nasser en Nkruhmah, tezamen met premier Nehru op basis van het indertijd door Sukarno ontplooide initiatief van Bandung (1955), waarbij de leiders van de superpowers opnieuw werden aangemoedigd via topconferenties de spanningen in de wereld te bespreken en te doen afnemen. De leiders van de niet-gebonden landen riepen op, dat ‘the President of the United States and the Chairman of the Council of Ministers of the USSR renew their contacts interrupted recently so that their declared willingness to find solutions to the outstanding problems by negotiations might be progressively implemented’. Het verzoek werd de Algemene Vergadering als Draft Resolution aangeboden om in stemming te worden gebracht. Washington reageerde vrijwel meteen negatief op het verzoek der neutrale landen en liet weten, dat ook al bevond Khrushchev zich andermaal in de V.S. het ontbrak Eisenhower aan de lust om de Sovjet leider te ontmoeten. | |||||||||||||
1 oktober 1960Voelde me depressief en nam voor het eerst in lange tijd Gides Journal mee in de subway naar de stad. ‘La composition d'un livre, j'estime qu'elle est de première importance et j'estime que c'est par l'absence de composition que pèchent la pluspart des oeuvres d'art aujourd'hui... le mieux est de laisser l'oeuvre se composer et s'ordonner elle-même, et surtout ne pas la forcer... on appelle culture forcée une culture qui amène la plante à une floraison prématurée.’Ga naar voetnoot392. Gide heeft me altijd getroost, omdat ik me nauw met hem verwant voel. De minister van B.Z., Christian Herter, noemde intussen een door Khrushchev voorgestelde wereldwijde topconferentie (waarin dus ook de leiders der neutrale landen een rol zouden spelen) ‘ludicrous in the extreme’. | |||||||||||||
2 oktober 1960Onder-minister Douglas Dillon lanceerde een aanval op Khrushchev voor diens ‘strident and bellicose statements before the United Nations’. Eisenhower zelf verwierp binnen 24 uur het voorstel van de leiders der niet-gebonden landen. De president had zijn botte reactie verzonden nà spoedberaad op het Witte Huis met de premiers Harold MacMillan van Enge- | |||||||||||||
[pagina 269]
| |||||||||||||
land en Robert Menzies van Australië, niet direct heren met uitzonderlijk inzicht in ‘rice roots sentiments’ zoals die in de ontwikkelingslanden leefden. Nikita Khrushchev lanceerde opnieuw tijdens een redevoering voor de Algemene Vergadering een scherpe aanval op de uiterst negatieve houding van de regering-Eisenhower op de beroepen, die de derde wereld op de grootmachten deed. Hij noemde Sukarno bij naam en zei het volledig met hem eens te zijn, dat het secretariaat van de V.N. diende te worden aangepast en hervormd. Ook premier Nehru sprak vandaag in een lange rede de vergadering toe.Ga naar voetnoot393. Intussen was Patrice Lumumba opnieuw in Leopoldville opgedoken, zwaar bewaakt door soldaten van het Guinese detachement bij de UNO. Hij sprak tijdens een diner in een populair restaurant annex de dierentuin van Leopoldville. Hij zei miljoenen van de V.S. te hebben kunnen krijgen, indien hij bereid was geweest het smerige spel van Washington mee te spelen en de aan mineralen rijke provincie Katanga aan de Amerikanen te verpachten. ‘Ze vroegen mij in Washington: “Wie krijgt het uranium van Congo?” En uit vrees dat deze mineralen naar de Sovjet-Unie zullen gaan, zaaien ze nu via hun handlangers dood en verderf in ons land,’ aldus de premier, die nog steeds in zijn officiële residentie woont, beschermd door een cordon soldaten van Ghana. Het deed me plezier van een professionele man als Stan Swinton, director World Services Division van de ‘Associated Press’, een briefje te krijgen waar onder meer in stond: ‘I do remember your perceptive contributions, when we appeared on the Asian Panel together.’ Terwijl de Nederlandse overheid in Amerika onder aanvoering van dr. Van Roijen Gestapomethoden gebruikte om mijn arbeid als journalist zoveel mogelijk te belemmeren was een uitspraak als deze van collega Swinton weer een bemoediging. | |||||||||||||
3 oktober 1960Om 18:00 kwam ik de Starlight Roof van het Waldorf Astoria Hotel binnen. De eerste, die ik ontmoette, was mijn oude vriend oom Dasaad, de zakenman, die Sukarno altijd weer te hulp kwam, wanneer hij platzak was.Ga naar voetnoot394. ‘Wanneer je naar Pak Tamzil gaat,’ zei hij, ‘garandeer ik je dat Bungkarno je ont- | |||||||||||||
[pagina 270]
| |||||||||||||
vangt.’ Ik wendde mij dus tot de chef van het presidentiële kabinet en inderdaad, ik zou 5 oktober om 08:00 door de President worden ontvangen. Vervolgens ontmoette ik de Washingtonse advocaat en adviseur van de President, Joe Borkin.Ga naar voetnoot395. Ik stelde Stan Swinton voor aan Djawoto van Antara. Ganis Harsono, de regeringswoordvoerder, had ik sinds 1957 in Djakarta niet meer ontmoet. Ook de journalisten Sukrisno en Nahar zag ik terug. Ik sprak Andrei Gromyko aan, de Sovjet minister van Buitenlandse Zaken en vroeg om een interview met premier Nikita Khrushchev. Hij stak mijn kaartje in zijn zak en vroeg me een schriftelijk verzoek in te dienen. Mafudi stelde me voor aan generaal Gatot Subroto, die een lange tirade begon over het sturen van de ‘Karel Doorman’ naar Biak. Terwijl we stonden te praten kwamen Sukarno en Subrandio langs. Ik vroeg de President mij niet te vergeten, waarop Sukarno tegen Gatot Subroto in het Indonesisch zei: ‘Dit is een belanda journalist, die aan onze zijde staat.’ Ik vroeg Subrandio om een interview, maar hij antwoordde met een brede glimlach: ‘Dat is moeilijk.’ Ambassadeur Zain vroeg waarom ik geen rapport naar Bonn had gestuurd. Ruth Hagy Brod vertelde, dat zij vanmiddag met minister Luns had gelunched. Ik ontmoette koning Hoessein. Nasser kon om veiligheidsredenen niet zelf komen, terwijl Tito iets voor 18:00 reeds was vertrokken. Ik bracht ambassadeur Matsudeira van Japan bij Pak Ali Sastroamidjojo, die in een uitstekend humeur scheen te zijn. Opeens stond ik tegenover een neger, die me omhelsde en die ik niet direct kon plaatsen. Het was Desirée Veyra, de danser-dichter, die ik eens in Parijs ontmoette en die nu afgevaardigde was van Dahomy. Louis Fischer vertelde, dat hij zojuist Bungkarno de Duitse vertaling van zijn boek over Indonesië had aangeboden. Luitenant-kolonel Sabur bevestigde mijn brieven te hebben ontvangen, bestemd voor de President. Kolonel Sugandhi kneep me in mijn kin. Nehru was er niet, maar liet zich door Krishna Menon vertegenwoordigen. Ook minister Mohammed Yazid van Algerije was er met ambassadeur Abdelkadir Chanderli, mijn persoonlijke vriend. Intussen zag ik hoe ‘The New York Times’ bij het weergeven van Sukarno's redevoering zorgvuldig de kritiek op Nederland en het zenden van de ‘Karel Doorman’ naar Nieuw-Guinea had weggewerkt bij de presentatie voor haar lezers. | |||||||||||||
[pagina 271]
| |||||||||||||
4 oktober 1960Het was gisteren een schitterende ontvangst in het Waldorf. Ook Tom Atkinson was aanwezig.Ga naar voetnoot397. Sprak zéér veel mensen. Vanmorgen bezocht ik ambassadeur Manuel Bisbe van Cuba. ‘Tussen u en mij gezegd en gezwegen,’ zei hij, ‘de republiek Cuba zou zich geen receptie in het Waldorf Astoria Hotel kunnen veroorloven. Wij houden als regel helemaal geen ontvangsten, of het moet in het UNO-gebouw zijn.’ Hij was van mening, dat Fidel de wereld had aangetoond, en vooral Latijns Amerika had bewezen, dat men een revolutie kon uitvoeren ondanks het verzet van de V.S., die met huurlingen en wapenzendingen probeerde het revolutionaire proces te verstoren. ‘Met andere woorden: Fidel vernietigt de mythe, dat het onbegonnen werk zou zijn om zich tegen het dollar-imperialisme vanuit het noorden te keren,’ zei hij. Hij zou me een brief mee geven voor minister Raoul Roa en de president van de Universiteit van Havana, zodat ik er een lezing zou kunnen houden. Denk 17 oktober af te reizen. | |||||||||||||
5 oktober 1960David Lawrence publiceerde een volmaakt idioot artikel in de ‘Herald Tribune’, waarbij de vijf neutrale leiders Nehru, Sukarno, Tito, Nasser en Nkrhumah voor werktuigen van de Sovjet propaganda werden uitgemaakt. Ik zond Lawrence een woedende brief. Marguerite Higgens schreef 3 oktober een soortgelijk onzinstuk in dit blad. Intussen heeft Nikita Khrushchev, in tegenstelling dus tot de botte bijl van Eisenhower en Co, een brief tot bovenstaande leiders gericht, waarin de Sovjet-Unie het initiatief der ongebonden landen tegemoet komt en steunt.Ga naar voetnoot398. Om 08:00 uur belde ik dr. Tamzils kamer vanuit de lobby van het Waldorf Astoria Hotel. Hij vroeg me kolonel Sugandhi in kamer 4128 te bellen. Geen gehoor. Dus geen ontmoeting. Ook minister Luns sprak vandaag in de Algemene Vergadering.Ga naar voetnoot399. Om 18:30 was ik uitgenodigd door de chairman van de Roemeense delegatie tot de 15de Algemene Vergadering van de V.N., Gheorghe Gheorghiu-Dej. Dit was het resultaat van mijn uitstekende relatie met de Roemeense ambassadeur Bru- | |||||||||||||
[pagina 272]
| |||||||||||||
can. Het hele blok rond 60 East 93rd Street was hermetisch afgesloten. Maar ik kwam er dus met mijn invitatie en perskaart door. Ontmoette veel mensen, maar het werd pas werkelijk interessant, toen Nikita Khrushchev en diens vrouw, Nina, arriveerden. Ik stond op een gegeven moment naast hen, samen met Harison Salisbury van ‘The New York Times’ en Marguerite Higgins van de ‘Herald Tribune’. Ook Mike Littlejohns van ‘Reuters’ kwam naar ons toe. Salisbury vroeg of Khrushchev Fidel Castro als een communist beschouwde, en de Sovjet premier antwoordde recht voor de raap: ‘Wanneer we bij de socialistische landen nog meer leiders zouden hebben als Fidel Castro zou het er somber voor ons uitzien,’ of woorden van die strekking. Er worden foto's genomen, terwijl we stonden te praten. Ik noteerde dat ik zou proberen die foto's te bemachtigen, maar vind ze niet terug. Ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto vertelde, dat de ontmoeting met Bungkarno verschoven had moeten worden, omdat de President naar Washington was gegaan om president Eisenhower te ontmoeten. Nà de Roemeense receptie keerde ik naar de UNO terug en was getuige van één van de voor mij meest trieste momenten in de geschiedenis van de UNO. Australië had een amendement ingediend op het voorstel van de neutrale leiders der derde wereld om de superpowers tot overleg te bewegen. Amerika had Argentinië gebruikt om de zaak verder af te zwakken. Krishna Menon van India vocht als een leeuw voor het aannemen van de resolutie. Frederick Boland van Ierland, die de voorzittershamer hanteerde was duidelijk bezig het westen in de kaart te spelen. Christian Herter probeerde nog meer roet in het eten te gooien. Hij werd gevolgd door Pakistan, dat altijd tendeert met het westen mee te spelen, al was het maar om India dwars te zitten. Nehru zelf mengde zich in het debat. Ook minister Subrandio bemoeide zich voortdurend met de zaak. Zij wezen op het feit, dat een meerderheid van de mensheid in hun landen op de voet volgde wat zich rond die resolutie in New York zou afspelen. Inderdaad: de resolutie was door de helden van de Afro-Aziatische wereld ingediend. En natuurlijk stelde Washington weer alles in het werk het voorstel te torpederen. De Sovjetbloklanden bemoeiden zich er niet mee en hielden zich bewust aan de zijlijn en stemden voortdurend niet mee. De V.S. en hun vazallen zien nog steeds kans door druk op kleine landen uit te oefenen om hun wil door te drijven. Maar eens komt de dag dat de vlieger niet meer op zal | |||||||||||||
[pagina 273]
| |||||||||||||
gaan. Ditmaal werden de niet-gebonden landen gedwongen hun resolutie gericht op een topgesprek tussen Eisenhower en Khrushchev terug te nemen. Maarschalk Tito en president Nasser verlieten New York in sombere stemming. Besloot mijn boze brief naar Lawrence, die al twee dagen op mijn bureau stond, niet te versturen. Het zou immers niets helpen? | |||||||||||||
6 oktober 1960Zag Sukarno bij het Waldorf Astoria Hotel wegrijden. Hij ging afscheid nemen van Khrushchev. Even later liep ik tegen D.N. Aidit aan, de secretaris-generaal van de Partai Komunis Indonesia. Ik zei hem: ‘Ik heb u altijd de hand willen schudden.’ Ik had bij de receptie in het Waldorf Astoria de heer Aidit nauwkeurig geobserveerd, toen hij met enkele andere Indonesiërs met Bungkarno stond te praten. Ik noteerde die avond in mijn dagboek, dat ik vooral op zijn oogopslag had gelet en dat mijn conclusie was, dat hij een uitstekende verhouding met de President had. Aidit vroeg: ‘Hebt U wat te doen?’ Hij wilde naar boekwinkels. We vertrokken samen richting Madison Avenue. Ik begreep uit Aidits uiteenzetting, samen wandelend in Manhattan, dat de P.K.I. de politieke doelstellingen van Sukarno ten volle onderschreef. Hij sprak over zijn jongste reis naar China en ontmoeting met Chou En-lai. Ik herinner me in 1987 niet de precieze details, en aangezien ik ze blijkbaar niet noteerde durf ik niet op mijn geheugen af te gaan. De teneur van ons gesprek was in ieder geval, dat die middag voor mij vast stond, dat Aidit een supporter van Sukarno was, all the way. Hij zocht een boek van professor Van Bemmelen, wat uiteraard in New York onvindbaar was. Terug in het Waldorf schreef hij een lijstje boeken op, die hij vanuit Nederland toegezonden wilde krijgen. ‘Doe het maar via Pak Subrandio,’ zei hij. Tegen vijfuur kwam ik het appartement van kolonel Sugandhi in het Waldorf binnen. We zaten televisie te kijken toen resident Sukarno binnen kwam. Hij was vergezeld door een Amerikaanse bodyguard. Hij stelde me aan de man voor met de woorden: ‘He is a Dutch journalist who supports me on the New-Guinea question,’ aannemende dat de Amerikaanse politieman wist waar het over ging. Ik verduidelijkte tegenover de Yankee, dat ik dacht dat het een Nederlands belang was de | |||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||
Papoea's af te schuiven en op goede voet met Indonesië te blijven. Bungkarno vroeg Sugandhi om een foto, die hij aan een luitenant van de New Yorkse politie had beloofd. Luitenant-kolonel Sabur was ook bij ons. Ook een marine-adjudant van de President kwam de kamer in. Sabur en ik hielpen de President samen zijn overjas uit te doen. Ik zei, dat ik het betreurde, dat de Amerikanen het gevecht tegen de niet-gebonden resolutie van de staatshoofden van Indonesië, United Arab Republic, Ghana, Joegoslavië en de premier van India hadden geleid. Hij wilde daar blijkbaar niets over kwijt. Ik kwam ook niet als professionele interviewer, maar als vriend op bezoek. Ik zei: ‘Ik sta 100 procent achter u’ en de President antwoordde: ‘Dat weet ik.’ ‘Bovendien,’ ging ik verder, ‘komt het moment, dat ik wat Nieuw-Guinea betreft gelijk zal krijgen.’ ‘Je hebt gelijk!’ aldus Sukarno. Hij ging voor de televisie zitten, waar op dat moment een liefdesdrama speelde. Ik gaf hem mijn artikel van 7 mei in ‘Vrij Nederland’. Hij vroeg Gandhi het op te bergen. Intussen verschenen cowboys op het tv-scherm. ‘Guntur zou dat mooi vinden,’ zei ik. ‘Nee, cowboys interesseren hem niet meer,’ antwoordde de President. Kolonel Ghandi wees er op, dat men zich gereed diende te maken voor een bezoek aan premier Nehru. Bungkarno vroeg zijn adjudant: ‘Hoe laat is het dan?’ Waarop tot mijn onnasprekelijke verbazing de aide-de-camp antwoordde: ‘U hebt toch zelf een horloge.’ Ik was perplex, temeer omdat ik Gandhi over de jaren als een uitermate correcte officier had leren kennen en deze familiariteit jegens de President leek me in het verleden ondenkbaar. Sukarno wilde echter eerst afwachten hoe het tussen de geliefden zou aflopen. Zij kwamen steeds dichter bij elkaar en Bungkarno wachtte op de uiteindelijke kus. Bij het aanloopje tot de omhelzing zei hij: ‘Ja... ja...’ en toen het gebeurde: ‘Goed.’ Toen was hij gereed om te vertrekken. Toen we naar de liften liepen kwamen minister Subrandio en ambassadeur Sukardjo aan: Kardjo gaf me hartelijk een hand, Bandrio keek een andere kant op. Ik had die man dus altijd al een klier gevonden en zijn onbeschoftheid maakte me niet koud of warm.Ga naar voetnoot400. | |||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||
Sukarno op bezoek bij Dwight Eisenhower. De ‘Times’ meldde bovendien in een hoofdartikel, dat de V.S. de Indonesische president reeds vóór de ontmoeting hadden meegedeeld de militaire leveranties aan zijn land te zullen versnellen. De Quay en Luns zullen dat wel gezellig vinden met hun op de been brengen van Papoea militie. Bibeb Lampe schreef een als gewoonlijk prima interview, ditmaal met dr. Paul Rijkens over ‘Zaken-doen is (ook) een sport.’ ‘Als ik jonger was,’ zei hij onder meer, ‘en meer tijd had, zou ik me weren op een ander terrein. Ik zou Nederland een goeie krant willen geven...’Ga naar voetnoot401. Alsof zoiets bestaat. Voor mij is ‘The New York Times’ de enige acceptabele krant in de wereld. | |||||||||||||
9 oktober 1960‘University Club’, Pittsburgh, Pennsylvania De herfstkleuren zijn prachtig. Ik dineerde bij mevrouw Vivian Lehman en van de politiek belandden we op het onderwerp homoseksualiteit. ‘Dat er queers zijn is tot daar aan toe, maar laten ze in hun eigen kringen blijven. Ik heb liever, dat je er niet over spreekt.’ Ze vervolgde: ‘Denk er aan, wanneer Amerikanen zouden menen dat je homo zou zijn, trekken ze hun handen van je af. Ik zou dat ook doen.’ Ze stelde voor, dat ik een paar jaar in Pittsburgh zou komen wonen en zou werken voor de ‘Pittsburgh Post-Gazette’. Ik zou zelf liever naar ‘Associated Press’ gaan en wil er met Stan Swinton over spreken. Zij belde trouwens meteen naar de publisher, Bill Block, maar die was niet in de stad. | |||||||||||||
11 oktober 1960Chicago, Illinois Journalist Richard Applegate discussieerde over Nieuw-Guinea. ‘Indonesia has as much a right to Irian-Barat as it has to Surinam,’ zei hij. ‘Sukarno remains a disaster for Indonesia.’ Hij herinnerde, dat Westerling, nadat hij met een vliegtuig van de Koninklijke Marine uit Indonesië was gevlucht in Singapore met open armen was ontvangen, met als gevolg een debat in het parlement, dat had geleid tot het aftreden van de commissaris van politie van Singapore. Richards vrouw, Barbara Applegate, werkte dus voor mijn lezingenbureau W. Colston Leigh in het Chicago-office. Ies Spetter, de zogenaamde stringer van Mathieu Smedts in New York, had een brief naar mijn | |||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||
lezingenbureau geschreven, dat ik, naar zijn beste weten, nooit of te nimmer enige verbinding met het weekblad ‘Vrij Nederland’ had gehad... Ik lunchte in de Chicago Athletic Club met het bestuur van de Chicago Furniture Manufacturers Association, voor welke organisatie ik vanavond zal spreken. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Eén mijnheer was van mening dat US-senatoren niet meer dan 3.000 dollars per maand zouden mogen verdienen. Een andere man wilde, dat de V.S. zouden terugkeren naar een isolationistische buitenlandse politiek en ‘een muur’ om de V.S. bouwen. Ze steunden allemaal Richard Nixon. Sommigen wilden dat Cuba werd plat gebombardeerd. En ik moet voor dat gezelschap spreken? Een interview met Ches Manly bij de ‘Chicago Daily News’ en met Mike Nigoff bij CBS in de ‘Press Club’. | |||||||||||||
12 oktober 1960Nam de Nickleplate Express nachttrein naar Cleveland. Direct nadat ik in het Sheraton Hotel was gearriveerd was er een interview met de ‘Cleveland Press’. Om 11:00 sprak ik opnieuw voor de Cleveland Town Hall. Ik maakte kennis met landgenoot Hans Hoets en zijn vrouw. Tijdens de lunch in dat Sheraton zat ik naast een moeder van vier kinderen, een dochter van 22 en drie zoons van 19, 12 en 9 jaar. De 19-jarige zoon was haar probleem. Hij haalde geen behoorlijke cijfers, was moeilijk in de omgang en zat nu op een collega in Virgina. Zij liet mij een foto van de jongen zien. Ik wist het meteen en waarschuwde, dat het wellicht beter was hem eerst in de militaire dienst te laten gaan om een man van hem te maken, ‘since otherwise he surely will get involved with boys: he needs more affection than the others do, is more sensitive, artistic and needs more love than the others do’. Haar verbazing klom al naar gelang ik bleef praten. Ik had wel vaker van dergelijke ‘invallen’ en kon ze eigenlijk niet verklaren.Ga naar voetnoot402. | |||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||
Club vliegtuigfabrieken kon bezoeken, vorig jaar waren er nog 19 Pipers aan Cuba geleverd voor landbouwdoeleinden. Dit jaar was er een bestelling uit Havana gekomen voor 25 toestellen. Het State Departement had de directie echter afgeraden de vliegtuigen te leveren. Ik zei dit ‘dollar imperialisme’ te vinden en men scheen het daarmee eens te zijn. Ook Israel was een vaste afnemer. Een jonge voormalige marinepiloot leidde ons rond. Sprak voor 800 studenten van het State Teachers College. Bij thuiskomst was er in de internationale politiek weer van alles gebeurd. Nikita Khrushchev had tenslotte na 25 dagen New York weer verlaten. Hij had enorm veel kritiek geoogst door met zijn vuisten op de tafel slaan tijdens UNO-debatten. Bij één gelegenheid had hij zelfs zijn schoen uitgetrokken en bonkte er mee op de lessenaar uit protest tegen een spreker.Ga naar voetnoot403. ‘He called people names, like an angry child,’ schreef ‘Time’.Ga naar voetnoot404. De voorzitter van de Algemene Vergadering. Frederick Boland, moest eens dermate hard om de orde timmeren, dat zijn hamer brak. President Sekoué van Guinea had in zijn hotelkamer gezien wat Nikita Khrushchev uitrichtte, stelde zijn vertrek uit en vroeg om de vergadering alsnog te mogen toespreken. Terwijl hij aanvankelijk vooral in Washington werd aangezien als een pro-communistische Afrikaanse leider trok het bijzonder de aandacht, dat juist Touré het optreden van Khrushchev scherp hekelde.Ga naar voetnoot405. ‘Times’-commentator C.L. Sulzberger had op 11 oktober geschreven, dat de communistische aanval op sub-Sahara landen pas was begonnen. ‘If Khrushchev can ever force the faltering Lumumba back into Congolese power, or if he can paralyze the UNO to insure uncontrolled chaos, he will have a magnificent head-start.’ Het was geklets in de ruimte, maar zelfs Sulzberger interpreteerde de ‘current events’ in Afrika op die wijze. | |||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||
Dag Hanimerskjold hield echter stand en weigerde aan het ultimatum gevolg te geven. Lumumba bleef in zijn officiële residentie.Ga naar voetnoot406. | |||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||
de socialistische motie zou Nieuw-Guinea uiterlijk in 1970 over zijn eigen toekomst moeten gaan beslissen. Ik besefte inderdaad, dat ik geneigd was uitsluitend premier De Quay en minister Luns verantwoordelijk te stellen voor de afgang, die in Indonesië in de maak was. Het zogenaamde parlement droeg echter duidelijk mede de verantwoordelijkheid. Alhoewel, ik was me er tevens terdege van bewust, dat de parlementariërs aan alle kanten door de regering en sommige van haar ambassadeurs, zoals dr. J.H. van Roijen in Washington, op de meest schandalige wijze werden voorgelogen. Intussen was de pers dermate van hogerhand gezuiverd, dat ze voor het overgrote deel in commissie aan het bedrog mee deed. En wie dit weigerde, op basis van kennis over het Indonesische standpunt, werd ‘rucksichtslos kalt gestellt’. | |||||||||||||
14 oktober 1960 (dagboek)Het schijnt, dat premier Tengku Abdul Rahman van Maleisië een bemiddelingsrol in de kwestie Irian-Barat wil spelen. Intussen had H.M. de Koningin in haar troonrede gezegd, dat ‘Nederlands Nieuw-Guinea in het komende jaar een belangrijke fase in zijn ontwikkeling naar zelfbeschikking zou ingaan.’Ga naar voetnoot408. De te vormen Nieuw-Guinea-Raad zou dan over bestuur en wetgeving mee gaan beslissen. Men droomde rond het Binnenhof steeds maar verder en verder. De realiteit van Zuidoost-Azië had niets meer te maken met wat er in Den Haag werd gedacht. Zelfs Henk Hofland was wakker geworden inzake Nieuw-Guinea. Hij schreef een meesterlijke kolom over de kwestie ‘Karel Doorman’. ‘Net als professor Gerbrandy in 1940 was minister Luns verongelijkt... Pas toen de “Karel Doorman” een draai van 180 graden had moeten maken, ontdekte mr. Luns dat het buiten Nederland anders kan toe gaan dan Hugo de Groot heeft voorgeschreven. “In Japan is het treurig gesteld,” zei hij met boze verbazing.’Ga naar voetnoot409. ‘Vrij Nederland’ karakteriseerde eindelijk de troonrede ‘als een rookgordijn over de Nieuw-Guineablunders’. Straks gaan ze ook nog in koor roepen: ‘Wir haben es nicht gewuszt!’ Intussen nam West-Duitsland - waar dus de uitermate actieve ambassadeur Zairin Zain op de Indonesische ambassade de scepter zwaaide - de vierde plaats in in de export naar Indonesië. West-Duitsland volgde op de V.S., Japan en de Chinese Volksrepubliek met 203 miljoen D.M.Ga naar voetnoot410. Dat was dus precies | |||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||
de essentie van mijn betoog sedert 1957: waarom zouden we ons de kaas van liet brood laten eten als gevolg van ons Dominee Wawelaarse (Multatuli) Papoeacomplex? ‘The New York Times’ schreef vandaag in een hoofdartikel: ‘Of the many spectacular aspects of premier Khrushchev's United Nations matinée's, none will live longer in theatrical annals than the day he removed his shoe and waved it in the air. Althougt the shoe is not as celebrated in diplomatic history as the glove, the spat or the top hat, it still has some small claim to fame. In Biblical days, for instance, King David once boasted: ‘Moab is my washbasin: upon Edom will I cast my shoe: over Philistia will I shout in triumph.’ | |||||||||||||
16 oktober 1960Ernst en Mina Wachs, uit Israel, met twee opgroeiende jongens in de flat naast mij, heb ik voor het eerst gesproken. Pas nu hoorde ik, dat Frieda vroeger altijd door heren op de hoek van onze straat werd afgezet. Ik weet echter dat zij bang was in deze buurt alléén te lopen. Trouwens ik geef haar gelijk. Zo zal ze ook de heer Bieling hebben ontmoet. Ik ben blij voor haar. De huiseigenaar had tegen de Wachs' gezegd, nadat Frieda was vertrokken: ‘Nu kan hij eindelijk gelukkig worden.’ Maar zo werkte het dus niet. | |||||||||||||
17 oktober 1960Beauty this morning: sunshine and simple piano music. Collega Charles Howard is eindelijk terug uit Afrika. Ik ontmoette hem op de UNO. Hij zei van zichzelf: ‘I came back from Africa as the most prejudiced collored-fellow in the world...’ Hij was eveneens van mening, dat Lumumba massaaanhang had in Congo. Tezelfdertijd meende hij, dat Lumumba het beste kon vertrekken. Vanmiddag sprak de Koning van Denemarken de Algemene vergadering toe. Ik heb nooit begrepen waarom ze in Den Haag naar een summit van staatshoofden niet Juliana afvaardigen, in ieder geval een meer Hollandse representante dan Luns c.s. De Deense koningin zat op het podium en luisterde toe. Geen groot redenaar deze majesteit. | |||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||
Geen parken, gras, bomen, bloemen, helemaal geen leven: beton, kale muren en skyscrapers. Banken en gebouwen van olie-maatschappijen hebben de meeste verdiepingen. Om 15:30 haalde mevrouw Walter Sterling, de presidente van ‘The Woman's Institute of Houston’ me op. We gingen naar de ‘Petroleum Club’ in het ‘Rice Hotel’. Mooi uitzicht vanaf de achttiende verdieping. Moest twee interviews geven: aan Louis Blackburn van de ‘Houston Press’ en Robert Turney van de ‘Houston Chronicle’. Ik schijn te moeten invallen voor Carey McWilliams van ‘The Nation’-magazine. Er was een geruchtmakende affaire geweest, met hoofdartikelen in de kranten, om de Club te dwingen het contract met McWilliams op te zeggen, omdat teveel leden van de goegemeente in Houston hem als ‘rood’ bestempelden. | |||||||||||||
19 oktober 1960Zelfs mijn naam was vanmorgen foutief gespeld in de plaatselijke pers. Wat mijn aandacht trok was dat de door mij gerespecteerdev Walter Lippmann zich in de Amerikaanse pers heeft uitgesproken als een aanhanger van John Kennedy voor president. ‘It has been truly impressive to see the precision of mr. Kennedy's mind, has immense command of the facts, his instinct for the crucial point, his singular lack of demagoguery and sloganeering, his intense concern and interst in the subject itself, the stability and steadfastness of his nerves and his coolness and his courage,’ aldus Lippmann. Ik kon het hier mee eens zijn. Kennedy was me toch sympathieker dan Nixon. Ik zou om 11:00 de dames in de ‘River Oaks Country Club’ ontmoeten, gevolgd door een lunch. Ik begreep, dat het lidmaatschap van de club 11.000 dollars bedroeg, terwijl er een wachtlijst was. Kreeg later goede vragen en behoorlijk applaus. Werd voorgesteld aan de Hollandse kok van de club. Ik sprak dus eveneens, zoals ik Emile van Konijnenburg had beloofd, over KLM-landingsrechten in Los Angeles. Een ‘southern blonde belle’, mevrouw Schubert, reed me in een airconditioned Cadillac door de villawijken van Houston. We bezochten een familie die een schitterend huis had gebouwd in de vorm van een bloem. Ieder bloemblad vertegenwoordigde een andere vleugel. Het zwembad lag naast het huis op een iets lager gelegen terrein. De familie had in de tuin een roltrap laten aanleggen om te gaan zwemmen. Ik begon mijn lezing met te zeggen, dat ik de omstandigheden waaronder ik was gekomen niet plezierig vond, en dat ik druk van één zijde op vrije meningsuiting in een democratisch land | |||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||
betreurde, want dat op die manier de wil van enkele rotte appels in de mand werd doorgedreven ten koste van een grondrecht: ‘free speech’. Dr. Sanford Goldstone, hoofd van de psychologische faculteit aan het Baylor University College, verzekerde mij met typisch Amerikaanse overdrijving, dat ik ‘a brilliant speech’ had gehouden. Dineerde met de heer en mevrouw Walter Sterling in de Petroleum Club of Houston. ‘Is Sukarno a communist? Is he?’ vroeg mijnheer Sterling indringend. Ik gaf een gedetailleerd antwoord. Over de UNO zeiden zij: ‘De Verenigde Naties zullen nooit kunnen functioneren, zolang men ‘wild iliggers from Africa’ als gelijken in de organisatie toeliet. Nà afloop reden zij me naar het vliegveld in een Chrysler Imperial. Het enthousiasme, zeiden ze, was zó groot geweest, dat ik volgend jaar zou worden teruggevraagd. (En dat gebeurde ook.) Keerde met een DC-7B van Eastern Airlines naar New York terug. In Atlanta, Georgia, werden vandaag 51 zwarten, onder wie dominee Martin Luther King in de gevangenis opgesloten vanwege een demonstratie en sit-in voor gelijke rechten in winkels en restaurants. General Abdul Nasution heeft in Djakarta gezegd, het bemiddelingsvoorstel van Maleisië vriendelijk bedoeld te vinden, maar het vraagstuk Nieuw-Guinea ‘zou gemakkelijk langs militaire weg kunnen worden opgelost’. Bernard Person had in het ‘Algemeen Handelsblad’ weer zijn anti-Sukarno paardje bereden en meldde, dat de rede van de Indonesische president werd afgestoken in de UNO ‘in de stijl alsof hij een groep ongeletterde schoolkinderen toe sprak’. Zo zag Person Sukarno nu eenmaal vóór hij in New York arriveerde en zo berichtte hij in zijn krant nà afloop. | |||||||||||||
23 oktober 1960Vandaag zat ik in een panel op Mount Holyoke College, een school voor 1.300 meisjes, samen met een bejaarde dame, mevrouw Boothe, echtgenote van een Amerikaanse missionaris in Katanga en een Ceylonese diplomaat bij de UNO, N.T.D. Kanakaratne. Mevrouw Boothe maakte propaganda voor Moise Tshombe. Kanakaratne schold op Sukarno, die Indonesië in de soep zou hebben gedraaid. Aanvankelijk zei ik niets, tot het me te gortig werd en ik mijn mening gaf, wat nagenoeg alle partijen en aanwezigen razend maakte, behalve blijkbaar een student uit Nigerië. Men vertelde, dat de journalist dr. E. van Raalte uit Den Haag de week tevoren op Mount Holyoke was geweest op een pro- | |||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||
motiontour georganiseerd door de Amerikaanse ambassade in Den Haag. Hij had moeten spreken over economische onderwerpen maar had zijn uurtje geheel gewijd aan Indonesië, Nieuw-Guinea en het Nederlandse (Luns) standpunt in deze kwestie. Ik voorzag sedert twee jaren in mijn eigen onderhoud met het geven van lezingen via een commercieel bureau en sprak allang niet meer over Nieuw-Guinea. De overheid entameerde de kwestie dus nu op die manier, terwijl ik werd uitgemaakt voor betaalde propagandist van Sukarno! Stakkers. Diplomaat Kanakaratne droeg een interessant cijfer aan: hij benadrukte dat het gemiddelde inkomen van de Congolees 42 US dollars was, van de gemiddelde Belg 900 dollars en van de gemiddelde Belg in Congo 2.300 dollar. | |||||||||||||
24 oktober 1960De brave ambassadeur Van Roijen speelt nog altijd met man en macht de verloren strijd van Luns mee. Hij was weer eens op het State Department geweest om te informeren naar de Amerikaanse militaire hulp aan Indonesië. Bernard Person meldde, dat Van Roijen te horen had gekregen, dat er van geen ‘versnelling of vergroting van militaire hulp’ sprake was. ‘The New York Times’ had namelijk bericht dat generaal Nasution dit had gezegd, nà in Washington besprekingen te hebben gevoerd op het Pentagon. Bovendien gaf Person mij toe over de rede van Sukarno te hebben bericht, zonder de toespraak zelf te hebben bijgewoond. Ik wist dat hij er niet was geweest, omdat hij natuurlijk één lijn wilde trekken met de lege banken van Nederlandse diplomaten. Springfield, Massachusetts Kwam per Greyhound bus hier aan en moest meteen naar de tv-studio van WWLP voor een gesprek van 15 minuten met Tom Colton. Om 20:00 sprak ik voor de ‘World Affairs Council’. Er waren veel studenten, ook uit andere landen als Unie van Zuid-Afrika, Japan, Filippijnen, Somoa, Griekenland, Japan, Mexico, Argentinië, de Libanon en andere landen. Omdat het gezelschap overwegend rooms-katholiek was, waren er ook nonnen en paters. Men was algemeen tègen toelating van China tot de UNO, maar ik waarschuwde, ‘er zijn andere kleuren dan rood in de regenboog’. | |||||||||||||
[pagina 284]
| |||||||||||||
één van haar laatste brieven uit KaapstadGa naar voetnoot411., dat zij Janos Starker cello had horen spelen: ‘Hij woont in New York: van hem zou je nu eens les moeten nemen?’ Mejuffrouw Buringh Boekhoudt schreef het volgende: ‘Ik geloof dat je op het ogenblik een verdrietig leven hebt en dat spijt me echt voor je... Dat je soms met je geweten in de knoop komt, dat begrijp ik wel. En je moet ook echt geen dingen (in je lezingen) zeggen, die je helemaal niet meent. Maar misschien kun je een beetje meer de nadruk leggen op andere punten, die niet zulke hete hangijzers zijn... Jij wilt, vrees ik, een beetje teveel optreden als apostel, die tot bekering wil dwingen, naar dat kun je op dit moment nog niet. Misschien later, als je meer gezag van spreken hebt door rijkere ervaring.’ Tenslotte merkte zij op, dat zij arthrose in de nekwervels had, ‘een verschijnsel van slijtage en ouderdom’. Zij werd hier nu voor bestraald. Mijn vriendin Penny Hedinah was zo lief geweest een brief voor mij aan president Sukarno bij kolonel Sugandhi thuis af te geven. Haar broer Machrain was tot eerste luitenant bevorderd. | |||||||||||||
26 oktober 1960Walter Lippmann schrijft over de Cubaanse situatie precies wat ik in Springfield heb gezegd. John F. Kennedy probeerde Richard Nixon tot een vijfde tv-debat te pressen, dat in zijn geheel over Cuba diende te gaan. Lippmann, die de voorkeur gaf aan Kennedy was ongelukkig over diens plotselinge volteface en verkiezingsredevoeringen, dat hij bereid was de vijanden van Fidel Castro te steunen. ‘Castro is not all that important. To set him up as the main issue to decide who should be President of the United States is preposterous.’Ga naar voetnoot412. Fidel Castro nationaliseerde gisteren niet minder dan 166 Amerikaanse bedrijven.Ga naar voetnoot413. Mike Polonik, de Soviet pers-attaché bij de UNO verzekerde me, dat de wereld binnen vijftien jaar het socialisme zou hebben omhelsd. Ik gaf hem een knipsel van de ‘Houston Chronicle’ met de kop: ‘Only crackpot could be commie in de U.S., Dutch newsman says.’Ga naar voetnoot414. Ontmoeting met John Reddy en Caroline Rogers bij de ‘Rea- | |||||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||||
der's Digest’. | |||||||||||||
27 oktober 1960Ook ‘The New York Times’ sprak zich vandaag in een hoofdartikel uit voor J.F.K. Naar mijn mening behoort een krant dat niet te doen, maar misschien helpt het Nixon uit het Witte Huis te houden. Emile van Konijnenburg liet weten, dat mijn verzoek om uitstel van betaling van het ticket uit Congo in overweging werd genomen. Ambassadeur Zairin Zain vertelde met Person te hebben gesproken over diens wijze van reportage betreffende president Sukarno. ‘Ik heb hem gezegd, dat het er naar uit zag dat het westen de vermaningen van Sukarno nodig had,’ zei hij. Ook dr. M. van Blankenstein was in de UNO aanwezig en zou met de Persons dineren. Hij vertelde zowel op het State Department als op het Pentagon gesprekken te hebben gevoerd. Zin conclusie was, dat minister Luns een blunder had begaan door het in het parlement voor te stellen, dat de V.S. ons zouden steunen bij een conflict over de Papoea's. Hij noemde Sukarno langzamerhand nog de enige in Djakarta, ‘die nog moeite zou doen om de zaak met Nederland weer in de rails te krijgen’. Ik hoopte, dat hij dit Person duidelijk zou maken. Op de receptie van de Hongaarse minister van B.Z., dr. Endre Sik, ontmoette ik dr. Raoul Roa, de minister van B.Z. van Cuba. We zouden elkaar spoedig nader spreken. | |||||||||||||
28 oktober 1960Bracht journalist Van Blankenstein samen met ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto in de lounge voor afgevaardigden van de UNO. Mijn gerespecteerde collega vertelde Sukardjo tegen pater Beaufort (KVP) te hebben gezegd: ‘Luns is een nationale ramp.’ Hij noemde de heer Romme (KVP) ‘een politieke draaier’, Bruins Slot (AR) ‘een stenen pilaar’, van de heer Oud (VVD) ‘had iedereen genoeg’, ten aanzien van de heer Van Riel (VVD) ‘bestond enige hoop’. Luns was bij Dag Hammerskjold geweest om over Nieuw-Guinea te spreken. De secretaris-generaal had hem echter gezegd weinig tijd te hebben en bovendien had hij onderstreept, dat de Verenigde Naties geen trusteeship over Irian-Barat wilden en konden aanvaarden. Ambasadeur Sukardjo scheen enkele malen zijn geduld te verliezen bij de vele anekdotes van de heer Van Blankenstein en wilde kennelijk ter zake komen over de situatie zoals deze nu was. Hij vroeg: ‘Wie vormen in Den Haag het bastion tegen | |||||||||||||
[pagina 286]
| |||||||||||||
overdracht?’ Van Blankenstein bleef vaag. ‘Dat bastion moet ondermijnd worden,’ aldus Sukardjo. We besloten elkaar om 16:30 opnieuw te ontmoeten. Ik regelde het aldus, dat ambassadeur Zairin Zain, die in het gebouw was om de Economic Council toe te spreken, toevallig in de buurt zou zijn. Besloten werd, dat Van Blankenstein ambassadeur Sukardjo Wirjopranoto van ontwikkelingen in Den Haag omtrent Nieuw-Guinea voortaan op de hoogte zou houden. Toen ik opmerkte, dat hij zijn brieven via ambassadeur Zain in Bonn naar New York zou kunnen zenden, antwoordde Sukardjo: ‘Stuurt u uw boodschappen maar liever naar Wim en dan krijg ik ze van hem.’ | |||||||||||||
29 oktober 1960Ontmoette gisteravond Bob Jones, een G-I die in Korea en Japan was geweest, Chinees spreekt en nu bij een bank werkt. Hij had in het leger twee jaar lang een liefdesrelatie gehad met een luitenant. ‘In het leger zijn alle luitenants homo.’ Zijn grootvader was 96, zijn grootmoeder 93, zijn andere grootvader 63 jaar oud geworden. Allen waren seniel of geestesgestoord gestorven. ‘Mijn moeder heeft al twee maal in een inrichting gezeten. Mijn ouders zijn gescheiden.’ Hij vervolgde: ‘My brother is married and has kids but fools around with other men. Not that I had sexe with him. I think am going to die. I have no aim in life.’ Jim Nixon, die zei deze maand voor Colgate in ‘Ebony’ magazine‘Ga naar voetnoot415. te hebben gestaan, nodigde me voor een feest uit. Het vond plaats downtown aan 22nd Street op een zolder. Er waren een 40-50 negers aanwezig, en enkele blanke Amerikanen. Er waren dansers, Navyboys in uniform, tippeltantes van 42nd Street en er werd non-stop gedanst. Zelden had ik zoveel seksuele activiteiten op één plaats gezien. Er werd zelfs op de grond gefoosd. Op een gegeven moment was er een floorshow, eerst opgevoerd door twee negers en vervolgens een solo. Na véél aandrang van een jongen maakte ik één dansje en vertrok. Op dat moment verscheen een auto van de politie voor de ingang. | |||||||||||||
[pagina 287]
| |||||||||||||
gevraagd van de Organisation of American States (OAS).Ga naar voetnoot416. Pas nu begrijp ik uit een reportage van Bernard Kalb, dat president Sukarno, toen hij Eisenhower op het Witte Huis bezocht, enkele van zijn reisgenoten had meegenomen, waaronder D.N. Aidit. Na enige tijd in een ‘ante-room’ te hebben gewacht stelde Bungkarno ook Aidit aan Ike voor, ‘which created some shock on the latter person’, aldus Aidit. Sukarno probeerde Eisenhower gerust te stellen, waarop Ike had gezegd: ‘Oh, a democratic communist?’ Aidit omschreef de V.S. als een land ‘where anarchy rages’. Hij vertelde Kalb ook over zijn bezoeken aan boekwinkels en hoe hij nergens een werk over Indonesische geschiedenis had kunnen vinden. ‘This is quite different from the situation in Moscow, where translated copies of Indonesian literature can easily be acquired.’Ga naar voetnoot417. | |||||||||||||
31 oktober 1960Gaf een lezing in de Valley Forge Country club in Audubon, Pennsylvania. Na de lunch bezochten we de Memorial Bell Tower gebouwd op die plaats door de Daughters of the American Revolution (DAR). Mrs. David Coates, mijn gastvrouw, liet zien, dat haar naam ook in het marmer was gebeiteld. In de Verenigde Naties speelde zich die dagen een nieuw Cubadrama af. Havana voelde zich bedreigd, hield een Amerikaanse invasie voor mogelijk en wenste die vrees in de UNO te bespreken. Cuba werd door Sovjet ambassadeur Valerian Zorin en het oostblok krachtig gesteund. De Amerikanen lieten Middenamerikaanse vazalstaten, die er flink voor werden betaald, weerwoord geven. Een irritant schouwspel. Een volgevreten ambassadeur, Alberto Herrarte van Guatemala, verklaarde plechtig, dat juist Cuba op het punt stond zijn land binnen te vallen. ‘Castro is at war with himself and the world. He sees invasions everywhere,’ zei Herrarte. ‘He is surrounded by psychopaths. He will not create. He lives by hatred and power.’ Cuba's minister Raoul Roa antwoordde, dat het onnodig was op de Guatemalese tirade te antwoorden, want mijnheer Herrarte werd gefinancierd door de United Fruit Company. Daarom was het nuttiger antwoord te geven aan de vader van het kind, de V.S. ‘The U.S. government doesn't know its words and its deeds from one another. The two know nothing about each other... We do not mind that chewing- | |||||||||||||
[pagina 288]
| |||||||||||||
gum has disappeared from our streets,’ aldus professor Roa. De Amerikaanse vertegenwoordiger James Wadsworth zei maar geen commentaar te zullen geven om de spanningen niet te doen toenemen. Hij wist immers, dat de motie om Cuba in de Algemene Vergadering op de agenda te krijgen, het niet zou halen. Met 45 tegen 29 stemmen werd liet verzoek om een Cuba-debat afgewezen. Indonesië stemde vóór een debat. Nederland stemde natuurlijk tègen. Zelfs India, the United Arab Republic en andere niet-gebonden landen onthielden zich van stemming. Ik vond Sukardjo Wirjopranoto's stem een eerlijke stem. Natuurlijk lag Cuba in de vuurlinie van het Amerikaanse imperialisme, zoals naar al te snel nog duidelijker zou worden. | |||||||||||||
1 november 1960 (dagboek)Ik realiseer me, dat mijn dagboek momenteel erg politiek is. Maar behalve de Indonesische kwestie interesseer ik me diep voor zaken als Congo, Cuba en ook Algerije. Zelfs een ontwikkeling als die in Bolivia volg ik zoveel mogelijk. Ik begrijp eigenlijk niet waarom de Cubanen de Amerikanen niet uit de Guantanomo marinebasis smijten. Dat zou toch via middelen die het internationale recht opleveren moeten kunnen. | |||||||||||||
[pagina 289]
| |||||||||||||
2 november 1960Dimitri Mitropoulos is overleden. Bill Bast is nog in London. Tony d'AlmeidaGa naar voetnoot419. dirigeerde gisteravond in de Town Hall Gluck's opera ‘Orfeo ed Euridice’. Het was zijn Amerikaanse debuut. ‘He knows his business,’ schreef Harold Schönberg in ‘The New York Times’. ‘Cool, not flamboyant of gesture, capable, he held the performance together as nicely as one would desire.’ Telefoneerde Tony. | |||||||||||||
3 november 1960Amerika leeft in de verkiezingsroes. Wat me opvalt is dat de Amerikaanse commentatoren James Reston, Arthur Krock, David Lawrence, Roscoe Drummond, Joseph Alsop en natuurlijk Walter Lippmann zich allemaal duidelijk uitspreken wat hun voorkeur is wie naar het Witte Huis moest gaan. De meesten van hen zijn Democraten en steken dat niet onder stoelen of banken. Ik houd me in mijn lezing veelal buiten de JFK-Nixon controverse en geloof nog altijd dat een journalist aan de hand van feiten zich zo onafhankelijk mogelijk moet opstellen. Vanmorgen had ik een langdurig gesprek met ambassadeur Zain, een medewerker van Sukarno, kolonel Latief (die zondag een brief voor Bungkarno zal meenemen), de heer Lapian en een afgevaardigde van India in de coffeeshop van de lounge voor afgevaardigen in de UNO. Zain zei onder meer het volgende:
| |||||||||||||
[pagina 290]
| |||||||||||||
| |||||||||||||
[pagina 291]
| |||||||||||||
Ontmoette John Knowles, de schrijver, en een vriend van Yale University. Hij zei dat zijn bestseller ‘A seperate piece’ de talkof-the-town was in Pierson College, waar we samen woonden. We spraken ook samen met de Amerikaanse afgevaardigde Henri Sokolove. | |||||||||||||
4 november 1960Dag Hammerskjold heeft een rapport over Congo ingediend, waarin hij kolonelJoseph Mobutu en zijn medestanders scherp veroordeeld en Patrice Lumumba de enige wettige premier van het land noemde. Ook Rasjeshwar Dayal, Hammerskjolds vertegenwoordiger in Leopoldville veroordeelde in scherpe bewoordingen de subversieve activiteiten van België in de voormalige kolonie.Ga naar voetnoot423. In de provincie Zuid-Kasai was door buitenlandse inmenging een burgeroorlog aan de gang. Mijn collega Donald Grant van de ‘St. Louis Post Dispatch’ zei me, dat hij woedend was geworden bij het lezen van het rapport over de westerse inmenging in Congo. 12:15 Blue Room, Waldorf Astoria Hotel Woonde de persconferentie van premier Abdul Rahman van Maleisië bij, die dus een bemiddelende rol in het Nieuw-Guineaconflict probeerde te spelen. Ik vroeg de premier: ‘General Nasution said last week to New-Guinea was but one solution: unconditional transfer to Indonesia. In The Hague they think about selfdetermination in 1970. Are you still optimistic to work out an acceptable for- | |||||||||||||
[pagina 292]
| |||||||||||||
mula?’ Abdul Rahman: ‘I have achieved a measure of agreement to my proposals, also when I met with general Nasution and other leaders. I will continue to do so in the honest believe that I must. If not, it cannot be helped. If Holland and Indonesia want to quarrel it's their business, it cannot be helped.’ Hij sprak over Nieuw-Guinea met Hammerskjold en ging nu naar Den Haag. Hij droeg aan beide handen gouden ringen. Eén van die ringen bevatte in kleuren de vlag van Maleisië. ‘I will stay in Holland as long as necessary to discover the Dutch feelings on this matter and go to Indonesia afterwards. It is only my prayer, that they will come to some sort of agreement.’ Teruggekeerd in de UNO ontmoette ik dr. Raoul Roa, de Cubaanse minister van B.Z. We zaten in de gang die leidt naar de delegates lounge. Verderop ging een UNO-bewaker zitten. Ik bepleitte, dat het voor Cuba een beschadiging was geweest, dat een rij communistische landen de Cubaanse positie in de Algemene Vergadering had verdedigd. Hij antwoordde, dat het hem ook met zorg had vervuld hoe weinig afgevaardigden zich aan de zijde van Cuba hadden geschaard in het debat. ‘President Sukarno is waarschijnlijk één der wereldleiders die het dichtste bij Fidel Castro staat,’ zei hij, kennelijk ook vanwege de stem van Sukardjo Wirjopranoto vóór Havana. ‘You have more friends in the world than you probably realize,’ antwoordde ik, ‘but why not come to them for advise? It might be to your advantage. They want Cuba to survive and win.’ Hij zei een gesprek met Krishna Menon (India) te hebben gehad en hij was van plan opnieuw met hem te spreken. ‘Yes, but he acted cool to you, when you went over to him to thank him for explaining the vote of India in the debate, which afterall was an abstention,’ antwoordde ik. Hij zou ook opnieuw naar ambassadeur Sukardjo gaan. Op mijn vraag over Guantanomo, de Anmerikaanse marinebasis, antwoordde hij dat het een mogelijkheid was de kwestie voor het Internationale Hof in Den Haag te brengen. ‘Our foreign policy,’ zei dr. Roa, ‘remains independent and that includes the socialist countries. I can tell you quite confidentially, we don't ask them for advise, we go our own way. I say helloh to them and that is all.’ Hij zei, dat ik bij mijn aanstaande bezoek aan Cuba Fidel Castro en president Osvaldo Dorticos moest ontmoeten. Later sprak ik opnieuw ambassadeur Zain en vertelde dat premier Abdul Rahman Nieuw-Guinea een conflict van Kore- | |||||||||||||
[pagina 293]
| |||||||||||||
aanse omvang had gevonden. ‘Dat is niet waar,’ zei dr. Zain. Ook de sultan van Djokjakarta was in de UNO en wandelde met ambassadeur Sukardjo voorbij. Er circuleerde een gerucht in de UNO, dat premier Nikita Khrushchev was afgezet. Malenkov en een militaire junta zouden hem hebben opgevolgd. Vervolgens sprak ik met Henri Sokolove van de Amerikaanse delegatie. Hij interpreteerde Bapak als volgt (wat dus nergens op sloeg): ‘Sukarno is a difficult man. First, he builds up the communists, then once they have power he plays them against the others. After all, the Sumatran rebels exploded because of Sukarno's communism.’ Totale onzin. Ik probeerde uit te leggen, dat Sukarno feitelijk de Indonesische PKI had genationaliseerd, zoals ook dr. Zain me had uiteengezet. Sokolove vond de Nederlandse positie op Nieuw-Guinea belachelijk, maar waarom zouden de V.S. niet Nederland steunen als trouwe bondgenoot? | |||||||||||||
6 november 1960Nam de Greyhoundbus naar Chicago. In Cleveland zag ik in een krant, dat de heren Kasavubu en Mobutu naar Amerika zouden komen, terwijl Lumumba een visum werd geweigerd. Wat een smerig spel wordt er in Congo gespeeld. Ik zat op de eerste rij in de bus met een jonge Amerikaan, Don X. Hij was op weg naar een begrafenis in Montana. Was zes jaar niet thuis geweest. Hij was reeds twee maal gehuwd. Zijn huidige vrouw was veel ouder, veertig jaar: ‘I shipped her ass of to Europe.’ Ze was rijk. Zij had zich altijd een jongen als lover gewenst en Don voldeed aan die verwachting. In de nacht, met jassen als dekmantel over onze knieën, trokken we elkaar af, notabene direct achter de stoel van de chauffeur gezeten. Tijdens de ontbijtstop zei Don: ‘That negroe has a terrific body.’ Toen de man onze tafel met een doek af nam zei Don op een toon, dat de neger het kon horen: ‘Animal.’ Op het Greyhound busstation had ik een Chinese jongen ontmoet, die ik al eerder in de stad had gezien: Richard Hsiao. | |||||||||||||
7 november 1960Lezing voor de ‘Nineteenth Century Woman's Club’, dames op hoge leeftijd op breekbare vergulde stoeltjes. De ene Cadillac nà de andere reed voor, bijna allemaal met Richard Nixon stickers. De naam Eisenhower trok applaus. Toch zei ik wat ik dacht, al was het één dag voor de presidentsverkiezing. Een dame kwam dus later naar me toe en zei, dat ik nooit had | |||||||||||||
[pagina 294]
| |||||||||||||
mogen zeggen dat veel Amerikanen geen van beide kandidaten ideaal vinden. ‘It confuses me,’ aldus mevrouw Willard, die me had uitgenodigd namens deze organisatie. Buiten scheen de zon, maar ik verliet het gebouw gedesillusioneerd. Ik vroeg me af wat voor zin mijn lezingen hadden wanneer ik altijd rekening moest houden met de oriëntatie van mijn gehoor en niet echt kon zeggen wat ik dacht. | |||||||||||||
9 november 1960En route, Greyhound, Davenport, Iowa Bij het opstaan werd meegedeeld, dat Jonh F. Kennedy had gewonnen. Op het nippertje, maar dat hindert niet. Wat me intussen grenzeloos irriteert is het partijdige touwtrekken rond Joseph Kasavubu en de rol, die de V.S. er in spelen. Ghana, Guinea en Nigerië hadden in de UNO het initiatief genomen om de man te weren en inderdaad met 48 tegen 30 stemmen bij 8 onthoudingen was het in eerste instantie gelukt. Intussen waren tien Ierse militairen van het V.N.-contingent in Katanga in een hinderlaag gelokt en gedood. Gaf een lezing voor de ‘Knife & Fork Club’. Het is prima verlopen. | |||||||||||||
10 november 1960Eau Claire, Wisconsin Lezing voor studenten van het Wisconsin State College. Ambassadeur Alex Quaison-Sackey van Ghana heeft dezer dagen een belangrijke rol gespeeld in de debatten bij de UNO. Intussen hebben de Amerikanen mijn vriend, ambassadeur Thomas Kanza, eveneens een visum om naar de UNO te komen geweigerd. Wat hebben ze er in godsnaam mee te maken? Sukarno heeft volmaakt gelijk, dat de Verenigde Naties verplaatst dienen te worden. | |||||||||||||
11 november 1960De ‘Chicago Sun-Times’ bannerlines over de voorpagina dat mijnheer Ngo Dinh Diem, weer een andere handlanger van Washington, opgeduikeld uit een rooms-katholiek seminarie ergens bij Philadelphia, in Saigon is afgezet. De leiding van de revolte heeft kolonel Nguyen Van Thy. De ‘Chicago Tribune’ meldt in even vette letters op de voorpagina: ‘US wins UN Congo vote’, wat dus wil zeggen, dat de Amerikanen de intriges in New York toch hebben gewonnen en kans hebben gezien om al hun meelopers te mobiliseren en een stemming er door te drukken dat Kasavubu & Co dus toch aan het woord | |||||||||||||
[pagina 295]
| |||||||||||||
kunnen komen. Walgelijk. | |||||||||||||
12 november 1960Syracuse, New-York Bezoek aan Frederick en Wies Wallace en twee zoontjes. Fred is captain in the U.S. Air Force op de Hancock Military base hier. Hij studeert 's avonds psychologie. In Leopoldville hebben Marokkaanse militairen en Indonesische para's van het Garuda II bataljon in de lucht moeten schieten, toen een woedende pro-Lumumba menigte naar het UNO hoofdkwartier marcheerde. | |||||||||||||
14 november 1960Richard Hsiao bleef slapen. Zijn vader was professor in Peking, ging met Chiang Kai-shek mee naar Taiwain en trad in de diplomatieke dienst. Hij overleed in 1948. Richard ontwerpt textieldessins. Hij heeft in Parijs en Rome gewoond en is de jongste in zijn gezin. Hij wil terug naar Taiwan om hier niet te veramerikaniseren. I like him. Lunchte met ambassadeur Zain en ‘Times’-journalist Arnold Brackman in de Verenigde Naties. Bernard Person vertelde, dat de gegevens, die ik hem had verstrekt over de persconferentie van premier Abdul Rahman de vóórpagina van het ‘Algemeen Handelsblad’ hadden gehaald. Ik dacht: ‘Te gek om los te lopen.’ Om 20:15 een lezing in Stamford, Connecticut, voor de American Association of University Women. | |||||||||||||
15 november 1960Ambassadeur Manuel Bisbe van Cuba kwam op me af omdat het ministerie in Havana had gevraagd, wanneer ik zou komen. We prikten de datum 24 november voor mijn aankomst. Ambassadeur Zain maakte een interessante opmerking over Bungkarno. ‘Hij heeft een zesde zintuig voor politiek. Wanneer ik jongere diplomaten opleid - en ik ben optimistisch over ze - dan zeg ik altijd, denk er aan, tussen Bungkarno en jullie is niets...’ Emile Lapian maakte de volgende opmerking: ‘Luns had van te voren moeten bedenken, dat hij Indonesië met zijn politiek alléén maar in een positie van kracht manoeuvreerde.’ Luisterde naar een briljant pleidooi van Khrisna Menon. Barbara Applegate vertelde, dat hij een mislukking was geweest op het lezingencircuit. Het bureau had honderden Menoncirculaires uitgezonden en nul aanvragen ontvangen. Liep tegen Joseph Newman van de ‘Herald Tribune’ aan, die | |||||||||||||
[pagina 296]
| |||||||||||||
vanmorgen op de vóórpagina over Kasavubu had geschreven. Ik probeerde hem iets over de verhoudingen in Congo uit te leggen. Even later ontmoette ik ambassadeur Dialo Telli en vertelde hem, dat ik deed wat ik kon - ook op lezingentournees - de Afrikaanse zaak uit te leggen. ‘Je vous remerci, mon ami, au nom d'Afrique,’ zei hij. Hij was het overigens met me eens, dat Cuba te sterk op het oostblok leunde. 18:30 ‘Overseas Press Club’ Joseph Kasavubu chit-chat. Nadat hij een lange tirade had gehouden tegen buitenlandse inmenging in Congo stelde ik de vraag: ‘When I was in Leopoldville Patrice Lumumba assured us of the same thing: would you then note a point of agreement with mr. Lumumba?’ Hij antwoordde, deze vraag reeds besproken te hebben, dus hij ontweek haar. Op de vraag of Lumumba nog altijd premier was, antwoordde Kasavubu, dat hij geen minister meer was maar afgevaardigde in het parlement, als alle anderen. Hij verduidelijkte, dat wanneer het staatshoofd een eerste minister naar huis stuurde, deze niet in zijn positie teruggeplaatst zou kunnen worden. Hij zei soms zinnige dingen, maar bijna steeds verkondigde hij dezelfde standpunten als Lumumba. Het verschil was, dat Kasavubu het imperialistische spel bereid is mee te spelen, terwijl de imperialisten begrijpen, dat Lumumba zich niet voor westerse karretjes zal laten spannen. Je zou moeten proberen Kasavubu en Lumumba te verzoenen, maar dat zullen de Belgen en Amerikanen niet toestaan. Bezocht samen met John Knowles een uitvoering van het New York City Ballet. Ik vond Serge Prokofiev's ‘Prodigal Son’ op choreografie van Balanchine meer dan prachtig. De prodigal son werd gedanst door een neger, Edward Villella. Hij kreeg een daverend applaus. Schitterend lichaam. En nu is het middernacht en luister ik naar het Forellenquintet van Schubert, herinneringen aan ‘De Horst’ en mijn jeugd, mooie afsluiting van een ongewone dag. | |||||||||||||
16 november 1960‘Time’ heeft vandaag een extra nummer uitgebracht ter ere van JFK's overwinning. Het kost slechts een dubbeltje (dime)Ga naar voetnoot424. Ook heb ik in ‘Look magazine’ een boeiende reportage van Laura Bergquist gelezen over een bezoek van dertig dagen aan Cuba. Dat is het verhaal dat ik zou willen schrijven nà mijn komende reis. | |||||||||||||
[pagina 297]
| |||||||||||||
Ngo Dinh Diem schijnt er in te zijn geslaagd de touwtjes in Saigon in handen te houden. Ambassadeur Zain had net de uitspraak gedaan, ‘Bernard Kalb van “The New York Times”Ga naar voetnoot425. leert het nooit’, toen ambassadeur Manuel Bisbe van Cuba langs kwam. Ik stelde hem aan dr. Zain voor. Bisbe nodigde de Indonesiër uit voor een lunch samen met minister Raoul Roa. De datum werd bepaald en ambassadeur Bisbe nodigde mij eveneens uit. Ik herinnerde me echter het advies van Emile van Konijnenburg en zei: ‘Daar hoor ik niet bij.’ Ik geloof, dat ze met verwondering of misschien bewondering reageerden. Zain zei nog, dat Cuba een goede kans had met tabak op de Westduitse markt te komen. Hij kon het weten, want hij was er in geslaagd de Deli-tabak van Nederland naar West-Duitsland te verleggen. Schreef brieven aan president Sukarno en kolonel Sugandhi. Ik schreef eveneens Chester Bowles omdat ik van mening was, dat presidents-candidaat John Kennedy een gesprek zou moeten hebben met Fidel Castro. Stephen Benedict had me namelijk aan Bowles' assistent, Thomas Hughes, voorgesteld. Tijdens een lunch met Arthur Fletcher, redacteur van Worldwide Press Service werd afgesproken, dat ik voor WPS artikelen uit Cuba zou schrijven. | |||||||||||||
17 november 1960David Lawrence meldde vandaag in de ‘Herald Tribune’, dat naar zijn mening militaire actie van Washington tegen Cuba onvermijdelijk zal zijn. Lawrence denkt dus in dezelfde richting als Fidel Castro. John F. Kennedy zegt tègen een dergelijke actie te zijn. Eisenhower maakt zich volkomen belachelijk door de Amerikaanse vloot naar Guatemala en Nicaragua te sturen, landen die naar hij zegt op het punt staan door Fidel Castro aangevallen te worden. Het werd natuurlijk voorgesteld alsof de regeringen van die landen om bescherming van de Amerikaanse vloot zouden hebben gevraagd. Ruby Hart Philips meldde uit Havana, dat de Cubaanse regering in de Amerikaanse manoeuvres de eerste fase zag van een agressieplan tegen het bewind van Fidel Castro.Ga naar voetnoot426. Om 11:00 luisterde ik naar de rede van de president van de republiek Congo-Brazzaville, het buurland van Congo-Leopoldville, Fulbert Youlou, in het witte tropengewaad van een rooms-katholieke priester. Hij beschuldigde de Belgen er van | |||||||||||||
[pagina 298]
| |||||||||||||
de onafhankelijkheid van Congo te hebben geïmproviseerd, maar ‘desalniettemin hebben wij de Belgen, die naar ons land vluchtten, hartelijk ontvangen. Wij Afrikanen maken geen onderscheid in huidskleur.’ Hij benadrukte, dat Afrika zijn eigen cultuur en persoonlijkheid bezat en niet verwesterd wilde worden. ‘Onze problemen kunnen niet door de UNO worden opgelost, noch door karreladingen dollars uit de V.S. of door het zenden van vliegtuigen uit de USSR. Wat we nodig hebben is een “conseil de famille” van Afrikaanse landen onder elkaar,’ aldus president Youlou. Ambassadeur Quaison-Sackey van Ghana probeerde opnieuw de Congolese delegatie van Kasavubu geweerd te krijgen. Zijn zwarte broeder, de minister van B.Z. van Kameroen, Charles Okala, ontpopte zich als zijn felste tegenstander. ‘Je ne suis pas rasciste, je n'ai pas des complexes, n'inquietez-vous pas,’ riep Okala tegen zijn Ghanese collega. Ambassadeur Sukardjo merkte later tegen mij op, ‘Okala krijgt straks twee Parijse dames van de Fransen voor die speech.’ Lunchte met Emile Lapian en Hutomo Supardan, lid van de PKI en het Indonesische parlement, die afgevaardigd was in de Fifth Commission van de General Assemblee. Hutomo was bij de Madiun opstand van 1948 gewond geraakt en hij zei zeggeen-schrijve 106 dagen in een gevangenkamp gedetineerd te zijn geweest. Hij vond, dat er geen werkelijke vrijheid in de V.S. heerste, ‘want je wordt sociaal gekraakt, wanneer je er een andere mening op na houdt’. Ik dacht: ‘Waar niet?’ Ik stelde hem voor aan Michael Polonik van de Sovjet delegatie. 16:30 Ambassadeur Zain vertelde wat Sukardjo Wirjopranoto over mij in de stafvergadering had gezegd: ‘Hij vond je behulpzaam en droeg de delegatie op met je samen te werken. Ik zeg je hier dus wat er achter de schermen over je wordt gezegd. Hij heeft je artikel laten fotokopiëren. Hij zei, dat hij je uit de kamer van de hoogste baas in het Waldorf had zien komen. Hij neemt een positieve houding tegenover jou in. Je moet echter wèl beseffen, dat de steun van Bungkarno niet genoeg is. Je moet ook het leger mee hebben. Je zou je artikelen bijvoorbeeld ook naar generaal Gatot Subroto moeten zenden. Of anders zend je ze naar mij in Bonn en dan werk ik er verder mee. Wat je het meest kwaad heeft gedaan is je botsing met Sudjoko en Maramis in Den Haag.Ga naar voetnoot427. Daarom is er nog altijd een aantal mensen in Djakarta tegen jou, ook in het leger. Je was ook eigenlijk tè | |||||||||||||
[pagina 299]
| |||||||||||||
bevriend met Ruslan Abdulgani en Suwito KusomowidagdoGa naar voetnoot428. om het tot een botsing in Den Haag te laten komen.Ga naar voetnoot429. | |||||||||||||
19 november 196011:05 UNO delegatie lounge Henri Sokolove van de US delegation stelde me voor aan senator Wayne Morse en diens vrouw. Senator Morse is voorzitter van de senaatscommissie voor Latijns Amerika, dus het onderwerp was Fidel Castro evenals mijn aanstaande reis naar Havana. Morse vertelde dermate tègen Castro te zijn, dat toen deze in Washington was hij had geweigerd diens ontmoeting met de senaatscommissie bij te wonen. Hij was het ook altijd oneens geweest met de gematigde lijn van Herbert Matthews van ‘The New York Times’Ga naar voetnoot430. en Jules Dubois van de ‘Chicago Tribune’. Hij had in het Castro regime van den beginne af een totalitair bewind gezien. Hij vroeg hem te komen bezoeken nà terugkeer uit Cuba. Intussen ging het Congo-debat in de Algemene Vergadering verder. De Nederlandse bank was slechts bezet door de Surinamer, de heer Eienaar. Het departement van Luns vond dat blijkbaar de geschiktste representant voor een debat over Congo. Valerian Zorin hield opnieuw een donderspeech tegen het gekonkel en geïntrigeer van het westen om tegen iedere prijs Kasavubu en de zijnen namens Congo te laten optreden. Lunchte met Henri Sokolove, die me adviseerde, ‘Follow up your contact with senator Wayne Morse. He is an idiot, but do it anyway.’ Toen ik enigermate hier tegen protesteerde, zei Sokolove: ‘Read what he says.’ Bernard Person kwam me vertellen, dat hij genoten had van de rede van minister Okala van Kameroen. Over Fidel Castro merkte hij op, ‘die moet gewoon zijn baard afscheren en is over een paar jaar toch van het toneel verdwenen.’ Ik dacht: ‘Person schrijft voor het “Algemeen Handelsblad” en ik voor niemand, dat wordt me met vereende krachten verhinderd.’ | |||||||||||||
[pagina 300]
| |||||||||||||
20 november 1960Gistermiddag na 16:00 kwam Richard Hsiao naar mijn flat. Hij zag er schoon en aantrekkelijk uit. Blue jeans, beige shirt en sweater. Ons contact raakte me emotioneel. Hij vertelde honderd uit over zijn leven, familie en vrienden. Hij belde zijn moeder dat hij niet thuis kwam voor het avondeten en bleef bij mij. Ik prepareerde wat. Terwijl ik er mee bezig was maakte hij de badkamer schoon. Vanmiddag bezocht ik Richards moeder en zuster Margaret in Forrest Hills. Een deftige Chinese familie. Zij hoopten dat wanneer ik naar Peking zou gaan, ik naar het lot van bepaalde mensen zou informeren. We dronken Chinese thee. ‘Alléén thee heeft suiker nodig om er een smaak aan te geven,’ werd me verteld. Ik zei tegen Richard: ‘Waarom ga je niet fotograferen? Dan gaan we samen naar Peking een reportage maken.’ ‘Als dat zou kunnen pakte ik mijn boeltje nu en vertrokken we meteen.’ In zijn kamer speelde hij de van mij geleende ‘Daphnis en Chloe’ van Ravel. Hij toonde een aantal van zijn ontwerpen. Ik begon me alweer teveel aan hem te hechten. Ik moet me aan die gevoelens onttrekken. | |||||||||||||
21 november 1960Wilmington, Delaware Sprak tijdens een lunch voor de ‘Hercules Men's Club’ in de Gold Ballroom van het Hotel Dupont. Kreeg een staande ovatie na het beantwoorden van een vraag over China en een andere over Kasavubu. Ik behandelde Sukarno, Nasser, Nkrumah, Castro, dus ‘my gang’. De Hercules Powder factory fabriceert kunstmest, industriële explosieven, munitie (wat ze ‘sporting powder’ noemen) en ze hebben nu ook te maken met de rakettenindustrie, de Polaris en Minuteman. Ben nog eerst naar de UNO gegaan om de verslagen van de vandaag gehouden redevoeringen te lezen. Dr. Zain meende dat de zaak-Kasavubu slecht werd gespeeld door de Afrikanen. ‘Negers zijn nog onvolwassen,’ zei hij. Sprak met de Sovjet afgevaardigde, ambassadeur G.S. ArkadevGa naar voetnoot431. en zette mijn standpunt in de Congolese affaire uiteen. Was nog op tijd voor de persconferentie van Justin Bomboko, de minister van B.Z. van Kasavubu. Er was weer geen tolk aanwezig. Charles Howard riep: ‘Bill Oltmans can do it.’ Maar ze nemen de bejaarde vertegenwoordiger van de ‘Neue Züricher’. Ik vond Bomboko aardig. Mary Hornaday van de ‘Christian Science Moni- | |||||||||||||
[pagina 301]
| |||||||||||||
tor’ zette zich tegen hem af. Wat is er toch met journalisten? Wanneer Bomboko de les van Lumumba oplepelt, zijn ze het met hem eens, en wanneer hij Kasavubu verdedigt is hij opeens niets meer. Ik vond hem slim. Nu waren natuurlijk Person, Vaz Dias en Sanders wèl aanwezig, omdat zij in hun onwetendheid alles wat Lumumba heette als ‘rood’ bestempelden. Toen ik in de wandelgang tegen ambassadeur Ahmad Shukairy van Saudi-Arabia zei, dat ik binnenkort voor communist zou worden uitgemaakt, omdat ik naar Cuba zou reizen, antwoordde hij: ‘Ik word al zes jaar voor communist uitgescholden.’ Er arriveerde een brief afkomstig van Wisconsin State College met onder meer de volgende opmerkingen: ‘Mr. Oltmans' sincerity, frankness and platform manner won his audience. In my experience, I do not recall a student group giving a standing ovation to any lecturer as was done to mr. Oltmans' instance, except to prominent public figures such as Presidential candidates, governors and the like. Edward Blackorby, Professor of History.’ ‘We were well pleased with the stimulating manner in which he presented much factual information and subjective analysis of the political situation in Africa. A standing ovation from the students... Leonard Haas, President Wisconsin State College, Eau Claire, Wisconsin.’ ‘Mr. Oltmans delivered an address that was spectacular for its sheer vigor and honesty. Audience rapport was established by a modest and diplomatic revelation that he had long talks with policy making groups in several African and Asian Governments, as he sought the approval of no political or social clique, he was entirely free to discuss his political analyses with utter candor. His platform manner was easy and relaxed, his speech gay and sparkling in the extreme - yet dignified by the impact of his message. His speech was dated today and his great flexibility promised that next years' talk would be as refreshing as next years' news. Mrs. Winnie German, Community member of the Forum Committee.’Ga naar voetnoot432. Emile van Konijnenburg schreef, dat hij 14 november bij diens terugkeer uit New York een bezoek aan dr. M. van Blankenstein had gebracht. ‘Ten aanzien van jezelf, zei hij, dat je goed was ingevoerd, met andere woorden dat je uitstekende contac- | |||||||||||||
[pagina 302]
| |||||||||||||
ten hebt. Hij is eveneens van mening, dat de bottleneck is: Romme/Luns. De heer Van Blankenstein zal - zoals de groep-Rijkens enige tijd geleden - ook een onderhoud hebben met de minister-president. Laten we hopen dat dit (eindelijk) werkt. Ik zit er dus “midden-in” en zal je op de hoogte houden.’Ga naar voetnoot433. Chester Bowles liet me antwoorden bij terugkeer geïnteresseerd te zijn in mijn indrukken over Cuba. | |||||||||||||
22 november 1960In Leopoldville hebben Congolese militairen geprobeerd de vertegenwoordiger van Ghana, Nathaniel Welbeck, het land uit te zetten. Zij raakten slaags met UNO-soldaten. Intussen waarschuwde Dag Hammerskjold, dat de kas van de Verenigde Naties nagenoeg leeg was als gevolg van de Congo-operaties. Ik volgde opnieuw de debatten in de Algemene Vergadering op de voet. In de pauzes sprak ik met vele afgevaardigden, ambassadeur Sory Caba van Guinea, Kenneth Dadzie van Ghana en natuurlijk Zain en Sukardjo van Indonesië. Ambassadeur Sukardjo zei tussen neus en lippen: ‘Onze jongens (Indonesische militairen) zijn al op Nieuw-Guinea.’ Ik schrok er van. ‘Er zijn er meer geland, dan de pers en jullie regering willen toegeven,’ aldus de ambassadeur. Ik hield weer op de daarvoor uitgegeven lijsten de stemmingen van alle landen bij. The Stamford Association of University Women schreef: ‘Your lecture was provocative and timely.’Ga naar voetnoot434. Mr. Homer Haggard, van de Oxychemicals Division of the Hercules Powder Company in Wilmington, Delaware, schreef: ‘I wanted to let you know what a fine job you did for us.’ En meer dergelijke accolades.Ga naar voetnoot435. | |||||||||||||
23 november 1960Koortsig. Last van mijn keel. Richard Hsiao kwam bij me en deed boodschappen. Richard vind kamermuziek één der hoogste vormen van artistieke expressie, ‘omdat het zoveel zegt met gebruik van zo weinig instrumenten’. Hij sprak over Chinese kunst, gebonden aan de natuur en niet aan materialisme. ‘De Chinese kunst zal geen penseelstreek teveel gebruiken. Dat zou je ook bij je schrijven moeten toepassen.’ Later gingen we naar een feestje van Stephen Benedict ter ere van een kunsthandelaar uit Amsterdam, de heer P. Ik kreeg prompt | |||||||||||||
[pagina 303]
| |||||||||||||
ruzie met hem over Bungkarno, die hij een demagoog noemde, die inlanders misbruikte. Toen ik tegen het gebruik van ‘inlander’ protesteerde antwoordde hij: ‘We spreken toch als Nederlanders tegen elkaar?’ ‘Om die reden kan ik dus ook die uitdrukking niet accepteren,’ zei ik. Richard en ik gingen weg. Ik hoorde, dat Frieda een kind had gekregen. Vandaar dus de haast bij de scheiding in juni. |
|