Brief aan Jaap
Aan Jaap de Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken
15 september 2003
Excellentie,
De Israëlische vice-premier, Ehud Olmert, heeft van de daken geschreeuwd dat het voor de regering Sharon een serieuze optie is om Yasser Arafat voor zijn raap te schieten.
Ik begrijp dat u hedenochtend, na elkaar, de Israëlische ambassadeur en de aanklaagster bij het Tribunaal voor Oorlogsmisdaden, Carla del Ponte, op uw aparte matje voor loslopende idioten heeft doen verschijnen.
Uit Haagse kringen wordt vernomen, dat u de Israëliër duidelijk heeft gemaakt, dat hij als ambassadeur van Israël in deze christelijke natie met christelijke leiders niet langer zal zijn te handhaven, wanneer moord op een democratisch gekozen president van een buurland in wording op het menu van zijn premier staat. Alvorens ik deze moedige daad uwerzijds op mijn website zet, zou ik u willen verzoeken uw woordvoerder mij te laten bevestigen dat u aldus hebt gehandeld. Ook hebt u Nederlandse initiatieven in Brussel en in New York in voorbereiding om Israël uit de vn te verwijderen, want ik begrijp, dat uw directe chef, prof. Balkenende, u instrueerde datgene te doen wat nodig is, zodat hij bij de Algemene Vergadering later deze maand in nyc, niet op de gang van het vn gebouw Sharon behoeft tegen te komen, laat staan een hand zal moeten geven. Dus een enkele reis ook voor hem naar Carla.
Is het eveneens juist, dat u mevrouw Del Ponte vanmorgen hebt gepolst, over wat Nederland zou kunnen doen om de heren Sharon en Ehud Olmert als oorlogsmisdadigers gearresteerd en opgesloten te krijgen? Ik begrijp via mijn lek, dat u heel tactisch er op toe zag, dat de Israëliër en madame Del Ponte in afzonderlijke kamertjes op hun beurt wachtten. Alleen de zoon van een ambassadeur denkt aan dergelijke details. Bovendien zouden met