Botsende persoonlijke waarheid (deel I)
Wanneer een opinie gebaseerd is op onvoldoende ingrediënten van informatie, of erger, wanneer een mening op Pavloviaanse wijze direct is overgenomen vanuit het papegaaiencircuit, dan ontwikkelt zich in breinen van mensen een afweermechanisme, dat ‘preference falsification’ heet (Zie Private Truths, Public Lies, Timur Kuran, University of Southern California, Harvard University Press, 1995).
Dagelijks merk ik, sinds ik een website opende, hoe sommigen surfers zich onbedaarlijk opwinden, wanneer persoonlijke waarheden botsen met informatie, of stellingen, die geheel nieuw zijn. In 1958 tekende ik met W. Colston Leigh lezingenbureau in NewYork een contract. Tot in de jaren 70 reisde ik heel Amerika af en vertelde over journalistieke ervaringen in Cuba, Kongo, Vietnam, Indonesië, etc. Bill Leigh, de grote baas, gaf me het advies mee, ‘Willem, if you want to be a successful speaker, tell people what they want to hear.’ Dus de formule voor succes van De Telegraaf. Omdat Luns en ambassadeur Van Roijen in Washington niet wilden, dat ik in de vs zei, dat Nieuw-Guinea aan Indonesië behoorde, spanden zij zich in mijn contract met Leigh ongedaan te maken, wat overigens mislukte. Ik ontwikkelde een eigen methode hoe vooroordelen in lezingen te tackelen zonder meteen te worden uitgejouwd. Tot Kuran een en ander echt duidelijk maakte.
In Maart 1968 vloog ik een aantal dagen in Richard Nixon's vliegtuig mee op verkiezingstournee in New Hampshire. Na goed naar hem geluisterd te hebben, speech na speech, en na een persoonlijk gesprek in Keene, N.H., over Indonesië en Sukarno, was ik overtuigd, dat Nixon een glibberige en onbetrouwbare politicus was. Ik heb dit toen niet onder stoelen of banken gestoken (zie Memoires: 1967-1968, Papieren Tijger, 2002). Jarenlang heb ik Nixon in lezingen een groot strateeg genoemd, bijvoorbeeld met diens diplomatieke opening naar China en Mao Tsetung, om hem daarna neer te zetten als een man van wie je inderdaad beter geen tweedehands auto kunt kopen. Het duurde even, maar in 1974 kreeg ik dus definitief gelijk. Intussen waren