Hij adviseerde me de journalistiek te verlaten, omdat hij exact wist hoe ik vanuit Den Haag werd gesaboteerd. Ik moest mijn kaarten op Apple zetten. ‘In two years you could be their representative in Moscow, and remember, business is always an expanding affair. I would have an excellent assistant for you. He is 60 years old and recently retired. He would be your ideal second man.’ Ik gaf aan liever mijn kaarten op Zuid-Afrika te zetten, omdat mijn broers daar waren en Peter natuurlijk. ‘That is rubbish,’ reageerde de ambassadeur.
Hij had onze gezamenlijke vriend Dirk Keijer al in geen acht maanden meer gezien. Dirk, die zoveel aan Romanov had te danken, liet deze oude heer nu als een baksteen vallen. Ik begreep zoiets niet. Rom was ambassadeur in Nigeria geweest en had Keijer aan alle nodige contacten geholpen, waardoor hij in Lagos al jaren grote zaken deed. Walgelijk.
Mijn volgende stop om over de Apple business te spreken was Yevgeny Velikhov bij de USSR Academy of Sciences. Op zijn werktafel lag een boek getiteld Winning a nuclear war. ‘That is crazy,’ zei ik.
‘Well,’ antwoordde hij, ‘they would first have to build a very big hospital.’
‘The Pentagon would be ideal to turn into a casualty ward,’ gromde ik.
Velikhov vertelde dat Reagan en Gorbachev het onderwerp computers bij de top in Genève hadden aangeroerd, en de mogelijkheden hadden besproken om samen leercomputers naar India, Afrika en de rest van de wereld te exporteren. ‘There are three important fields,’ zei Velikhov, ‘learning, medicine and communications.’ Hij klonk zeer optimistisch over de samenwerking met Apple.
Zijn assistent, Yuri Komichuk, had mijn telegram uit Kaapstad over een visum voor Al Eisenstat ontvangen. Hij was al onderweg naar Moskou, samen met een specialist Rex Smith, die ook een visum had gekregen. Ik dacht: die Smith is een cia-man. Yuri vertelde me recht voor mijn raap dat een andere medewerker van Velikhov, Belaousov, alles in het werk had gesteld om een spaak in de wielen van het Apple-project te steken. De ramp van de voormalige ussr is geweest, dat lagere goden altijd dachten het beter te weten dan Kosygin, Gvishiani, Primakov, Arbatov, Velikhov en noem maar op. Zij hielpen dan weer om zeep te brengen wat zij niet begrepen en door grotere geesten tot stand was gebracht. Het was het zelfde verhaal als met Indonesië. Ik heb daar van nabij gezien, hoe lesser minds de pogingen tot nationbuilding van Bung Karno altijd weer ongedaan probeerden te maken, omdat zij de doelstellingen van de president niet begrepen, en erger, onvoldoende geïnformeerde hersenen hadden om hem te kunnen begrijpen. Daarom was het eenvoudig voor de cia om Suharto tot hoogverraad te verleiden en 32 jaar lang voor het Amerikaanse karretje in Zuidoost-Azië te spannen. Om