Zulu's af. De rivier kreeg toen de naam van Bloed Rivier. Altijd besefte ik hoe belangrijk het is de geschiedenis te kennen van de landen, waarin je reist.
Peter vroeg onderweg: ‘Wat antwoord je straks, als Sonja vraagt wat je ziet als oplossing in Zuid-Afrika?’
‘Dan zal ik zeggen’ antwoordde ik, ‘dat er nog veel meer dialoog tussen zwart en blank nodig zal zijn om de morele en psychologische wonden, die de apartheid heeft veroorzaakt, te helen. Genezen betekent altijd, meer tijd uittrekken. Maar ik geef toe, ik zit bij Sonja voor dit soort uitspraken in de verkeerde Hilversumse zuil.’
‘Vergeet die zuil vooral nooit uit het oog, als je daar straks zit,’ waarschuwde hij.
Apartheid was inderdaad een onding en vormde de grootste scheur in de zich gestadig ontwikkelende politiek van die tijd. Toch hadden de diep gewortelde denkbeelden die er tussen rassen overal ter wereld bestaan ook mee te maken. Hier stond de boel vooral op scherp omdat een kleine blanke minderheid probeerde te overleven temidden van een oceaan van zwarten. Het was niet mogelijk om met een pennenstreek plotselinge broederschap tussen zwart en blank tot stand te brengen.
Op weg naar de Holiday Inn van Ermelo hadden we Patrick Ntshali, een zwarte infanterist die stond te liften, meegenomen. Nog nooit hadden blanken hem meegenomen. ‘They are too afraid,’ zei hij. We stopten ergens in een restaurant, en niemand van de aanwezige blanken nam er notitie van dat wij wat kwamen gebruiken in gezelschap van een zwarte soldaat. We hebben hem later naar zijn militaire basis nabij Mtubatuba gebracht, waar het wemelde van militairen. We zetten hem netjes voor de poort, wat een primeur scheen te zijn geweest. We wilden foto's nemen, maar ik had weer eens geen film in mijn camera. Peter zei later echter dat het hem toch had getroffen dat Patrick zich tegenover ons met, wat hij noemde ‘the traditional subordinate psyche of master-servant relationship’ had opgesteld.
‘Maar toch is een van de bespottelijkste situaties in de wereld dat de ussr bevrijdingsbewegingen als het anc voluit steunt, ook met wapens, terwijl het anc knokt voor vrijheden, die het Sovjetpubliek zelf worden onthouden.’
‘It illustrates the evil of it all, Willem,’ antwoordde hij.
Na een bezoek aan het Krugerpark en een trip naar Kaapstad om mijn oudste broer te ontmoeten was ik op 27 november terug in Pretoria. Mij was geadviseerd om Rinus Wijnbeek te ontmoeten, een Nederlander die rector van een Technikon in Noord Transvaal was en een prominente landgenoot in de Nederlandse gemeenschap in Zuid-Afrika. Rinus kwam in 1949 naar Zuid-Afrika. Ons contact was meteen prima. Al in het begin van het gesprek wilde hij meteen iets duidelijk maken: ‘Het blijft tussen ons en deze vier