Is éénoog koning
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 112]
| |
58 Tashkent (2)In 1971 was het een nos documentaire over Grenzen aan de groei van de Club van Rome die me voor het eerst naar de ussr bracht. Ik was opgegroeid in een familie, die paniekerig antisovjet was. Mijn grootvader van moeders zijde heb ik nooit gekend, omdat hij was overleden voor ik werd geboren. Mijn grootmoeder hertrouwde in België met Ilia graaf Poslavsky. Zijn vader was de gubernator (gouverneur-generaal voor het Russisch Azië van Tsaar Nicholas II) in Tashkent. Mijn grootmoeder had het tsaristische Rusland nog meegemaakt. In 1917 was zij echter met mijn Russische grootvader in de vs, toen de communistische Revolutie uitbrak. Zij gingen in de Ardennen wonen en keerden nooit meer naar de ussr terug. Als kinderen brachten we alle vakanties bij onze grootouders in België door. Vanaf onze prille jeugd werd ons ingepompt dat de Sovjet-Unie een ‘evil empire’ was, waar je het beste ver weg van kon blijven. Het was voor mij in 1971 dan ook een groot nieuw avontuur om het er op te wagen en de grootste, meest beangstigende politiestaat ter wereld toch binnen te gaan. Zoals in Tashkent (1)Ga naar voetnoot23 beschreven, zag ik kans om in 1980, door middel van de aloude truck van het Trojaanse paard, via mijn vriend, aartsbisschop Pitirim uit Volokolamsk, uitgenodigd te worden door de Russische kerk om een reis naar Odessa en Tashkent te maken. Eenmaal daar gearriveerd overviel ik de mij begeleidende tolk, de heer Konkov, met het feit dat ik mijn tante Tatjana Poslavskaya wilde ontmoeten, waarbij ik ontdekte dat ook andere familieleden nog leefden, zoals de echtgenote van de broer van mijn grootvader, Yuri graaf Poslavsky, die als Tsaristische officier met twee andere broers door Stalin werd geëxecuteerd. Teruggekeerd van die reis heb ik in het Beursgebouw in Utrecht een zaaltje gehuurd en de Hollandse tak van de Poslavsky's uitgenodigd om te luisteren naar de bandopname van de Dodenmis, die ik in Tashkent liet uitvoeren in de kathedraal, alwaar de Gubernatoren diens vrouw al die jaren, in het geheim, onder het altaar begraven waren geweest. Later is de laatste Russische Poslavsky in rechte lijn, Maxim, met diens vrouw in Nederland geweest, terwijl ik in Zuid-Afrika was. Voor mij is het onbegrijpelijk dat niemand van de Hollandse tak der Poslavsky's ooit naar Tashkent is gereisd. De Poslavsky's zijn van Poolse afkomst. Binnen de familie zijn de banden met de voormalige Russische aristocratie steeds op een laag pitje gezet uit angst voor represailles van de kgb. Maar nu de kaarten grondig zijn geschud in Oost-Europa zou de jongere generatie Poslavsky's toch moeten zijn gaan uitzoeken waar ze werkelijk vandaan komen. In mijn werkkamer aan het Singel hangt een stadsgezicht van Amster- | |
[pagina 113]
| |
dam uit 1835 door Alexander Oltmans geschilderd. Ik ben de laatste Oltmans in rechte lijn die er naar kan kijken. 's Avonds brand ik het kapje boven dit schilderij en laat er licht op schijnen uit piëteit voor deze voorouder met wie ik toch een bepaalde band voel. Welke wereld zou er niet voor de Poslavsky's opengaan, indien zij Warschau en Moskou hun oorsprong zouden navorsen? De affaire Lurvink en de in 1985 grandioos mislukte Alerdinck III Conferentie in Moskou betekenden voor mij het begin van het einde om nog naar Rusland terug te willen gaan. De kruipende omwenteling was in volle gang. Brezhnev, Chernenko, en Andropov volgden elkaar in hoog tempo op. In Havana vertelde vice-president Carlos Rafael Rodriguez me een aardige anekdote. Brezhnev overleed in hartje winter. Fidel ging naar de begrafenis, maar zwoer nooit meer bij 40 graden onder nul terug te gaan. Een jaar later overleed de bejaarde Chernenko eveneens in hartje winter. Fidel liet zich uiteindelijk overtuigen om opnieuw de Russische kou in te gaan juist om speculaties te voorkomen dat een wegblijven van de Cubaanse leider op spanningen tussen Moskou en Havana zou duiden. Toen Andropov ook nog eens bij 40 onder nul overleed, verdomde Castro het verder en stuurde zijn broer Raul naar de begrafenis. Zelfs de gezaghebbende New York Times kwam prompt met uit welingelichte kringen te hebben vernomen dat de spanningen tussen Cuba en de ussr hoog waren opgelopen. Carlos Rafael lachte: ‘Zo gaat dat bij jullie vrije pers. Er was absoluut niets van waar.’ Die spanningen zijn pas veel later gekomen. Het was bovendien duidelijk dat de Sovjet-Unie in snel tempo bezig was in totaal ander vaarwater terecht te komen. Iedereen in de westerse wereld was verrukt van ‘Gorby’, tot en met mijn cpn collega en vriend Wim Klinkenberg toe. Op 6 juni 1986 schreef ik een brief gepubliceerd in de NRC dat ik Mikhail Gorbachev als een gevaarlijke amateur inschatte, die blind was voor het feit dat de regering Reagan-Bush maar een doel had, en dat was om het evil empire op de knieën te krijgen. De Brezhnev-Kosygin tandem was de laatste Sovjetregering, die door had waar het Westen mee bezig was. Chernenko's korte bewind was gebaseerd op eerbied voor een oude baas, die nog een keer aan de bak mocht komen. Vergelijkbaar met de jaren 50 toen maarschalk Kliment Voroshilov president mocht zijn. Hij overleed binnen 12 maanden. Yuri Andropov zat op de Brezhnev-Kosyginlijn, en wanneer hij niet eveneens binnen een jaar was overleden, zou de ussr niet in 1990 zijn gevallen. Als oud kgb-directeur kende Andropov het klappen van de zweep. Hij wist tot in zijn vingertoppen waar het Westen mee bezig was en had zich nooit in de luren laten leggen, zoals Gorby. Gorbachev miste de ervaring in de omgang met buitenlanders en de Amerikanen in het bijzonder. Hij zag niet wie | |
[pagina 114]
| |
ze werkelijk waren. Een enkele keer vlamde Gorby's cpsu-hart op, bijvoorbeeld tijdens de ontmoeting met Reagan in IJsland, toen beiden het conferentiepand gebrouilleerd verlieten. Maar grosso modo wond de regering Reagan de Gorbachev-kliek om de vingers. Ook intern liet Gorbachev zich van alle kanten een oor aannaaien. Indertijd, bijvoorbeeld bij het afzetten van Nikita Khrushchev door Brezhnev in 1964, gebeurde zoiets vrijwel geruisloos. Khrushchev werd in zijn villa aan de Krim van zijn bed gelicht en naar Moskou gevlogen. Daar vernam hij dat hij beter op zijn dacha kon gaan wonen en klaar was kees. Gorbachev werd eveneens in zijn villa aan de Krim geconfronteerd met een coup. Maar deze leidde echter tot hevige schietpartijen in de straten van Moskou. Zijn tegenstander, Boris Yeltsin, klom op een tank en Gorby kon vanaf dat moment naar de macht fluiten. Op 13 april 1986 reisde ik voor het laatst naar de ussr omdat ik nog steeds van plan was een interviewboek met Academician Yevgeny Velikhov te schrijven. Ik logeerde, op zijn voorspraak, weer in Hotel Akademiskaja, het gastenverblijf van de ussr Academy of Sciences. Op het vliegveld kreeg ik het weer eens aan de stok met de altijd onnodig vervelende douane. Deze keer moest ik een formulier in vullen welke gouden sieraden ik bij me had, tot aan mijn zegelring toe. De volgende ochtend zei de assistent van mijn gastheer, Balaouzev dat hij had gehoord over mijn spectaculaire aankomst: ‘I don't understand, that they did not sent you back to Holland.’ ‘If you want me to do that, I go back now,’ antwoordde ik deze kloot. ‘Ha, ha, ha,’ lachte hij. Die middag bezocht ik ambassadeur F.J.T. van Agt. Hij had nog nooit van Velikhov gehoord. Ik dacht, wat doe ik hier? Ik ben na vijftien minuten weer opgestapt. ‘Ik ga uit de dienst. Ik word oud,’ zei hij ook nog. Pas op 16 april kon ik om 18.00 uur Velikhov een uur lang te pakken krijgen om aan ons interviewboek te werken. Ook op 17 april hebben we plezierig verder gewerkt. Ik overhandigde hem de brief van Eisenstat van Apple. Hij zegde toe hem te zullen telefoneren. Ik was eigenlijk verbaasd over het gemak waarmee hij alle geprepareerde vragen beantwoordde, dikwijls met humor. Hij had over een titel nagedacht, misschien: ‘Nuclear Chaos?’ Hij had overigens zijn voorgenomen reis naar devs- en Apple - afgezegd vanwege de Amerikaanse bombardementen op Libië. Over Reagans aanval op Qadaffi zei hij: ‘It is madness. It is now a war situation and particularly dangerous, because of the chance for proliferation. There is no rule of law left after this. What are we to do? The man is mad, to send bombers and kill Qadaffi's children?’ Ik antwoordde dat ik de Amerikanen al heel lang als de eigenlijke terroristen beschouwde. ‘I am not a communist, but the evil empire is in Washington, not here,’ zei ik tegen Velikhov in 1986 en ik sta hier in 2003 meer achter dan ooit. | |
[pagina 115]
| |
Juist omdat de wereld en de vn ook in 1986 niet reageerden op nieuwe Amerikaanse schendingen van het Handvest van de Verenigde Naties en de regels van het internationale recht, gingen de zoon van Bush en zijn medeplichtigen, waarvan velen ook Reagan en zijn vader hadden gediend, er van uit dat zij in 2003 in Iraq ongehinderd hun gang konden gaan. Qadaffi had in 1986 gelijk, toen hij zei dat Reagan en Tatcher terecht zouden moeten staan als oorlogsmisdadigers. Hetzelfde geldt in 2003 voor Bush en Blair. Bush verklaart alle nog strijdende aanhangers van Saddam in Iraq vogelvrij. Ze mogen zonder pardon worden geliquideerd. In Nederland heetten wij tussen 1940-1945 vrijheidsstrijders. Aan Bush - en Sharon - is deze vergelijking niet besteed. Desnoods gaan er 100 per dag tegen de muur. Dit betekent Amerikaanse massagraven in Iraq. Op een dag, wanneer Iraq weer onafhankelijk zal zijn van de vs, zal een Irakese Qadaffi verlangen dat Bush, Cheney, Rumsfeld en wellicht Wolfowitz voor oorlogsmisdaden terecht moeten staan. Wat is het verschil tussen us massagraven in Irak of massagraven in Joegoslavië? Dat Milosevic hen, die de veiligheid van zijn eigen land bedreigden, vogelvrij verklaarde en doodschoot. Hij zit voor die oorlogsmisdaad in Den Haag. Bush laat Irakezen, die tegen de Amerikaanse bezetting van hun land strijden, doodschieten. Dat deed Hitlers Seiss Inquart tussen 1940-1945 met Nederlandse verzetsstrijders hier. Is er verschil tussen Hitler in Nederland, Sharon in de bezette gebieden van Palestina (die door Israël sinds 1967 bezet worden gehouden) en Bush in Irak? Voor de stoffelijke resten in massagraven in Palestina, Irak of Nederland in de Tweede Wereldoorlog niet: ze werden allemaal door oorlogsmisdadigers (Sharon, Bush, Hitler) om het leven gebracht. Ik ben na 1986 nooit meer naar Moskou teruggegaan. Yeltsin volgde Gorbachev op. Met hem was het hek pas goed van de dam. Time bracht op 15 juli 1996 zelfs een omslagreportage onder de titel, Exclusive: The Secret Story Of How American Advisers Helped Yeltsin Win. Washington was zozeer bevreesd dat ‘puppet’ Yeltsin die verkiezingen zou verliezen dat er in 1995 met behulp van Bill Clinton, en diens politieke goeroe, Bill Morris, een team van adviseurs uit devswerd gerekruteerd. Dit team van vijf personen werd geïnstalleerd in kamer 1120 in het President Hotel in Moskou. De dochter van Yeltsin, Tatiana Dyachenko, die de verkiezingscampagne van haar vader leidde, betrok kamer 1119. Steven Moore, George Gorton, Joe Shumate, Richard Dresner, en Felix Braynin, een naar devsgeëmigreerde Rus, vormden het Amerikaanse team dat er voor moest zorgen dat Yeltsin bleef zitten waar hij zat. Dresner had met Bill Morris gewerkt voor de verkiezing van Clinton. Gorton was een strateeg uit de staf van gouverneur Pete Wilson van Californië. Time verzuimde het kwintet een cia-team te benoemen. Als | |
[pagina 116]
| |
Eisenstat van Apple al door de cia wordt ondervraagd over wat hij uitvreet in Moskou, kan men nagaan hoe het team dat in een kamer naast de dochter van Yeltsin wordt geïnstalleerd, werkelijk tot stand is gekomen. Wanneer men tijdens mijn laatste bezoek aan Moskou in 1986 - toen Gorbachev reeds druk in de weer was af te breken waar 70 jaar aan gewerkt was - voorspeld zou hebben dat in 1996 een Russische president aan de hand van Amerikaanse verkiezings trucks, ook nog eens uitgevoerd door een cia team, de lakens in het Kremlin zou kunnen blijven uitdelen, zou ik onherroepelijk hebben gedacht met een vertelsel uit de sprookjes van Moeder de Gans te maken te hebben. Maar zover was het dus reeds met de voormalige ussr gekomen. De cia adviseerde Yeltsin. Gorbachev heb ik in 1995 tijdens een Forum in San Francisco dat hij gedurende twee dagen samen met Ruud Lubbers en enkele anderen voorzat, nauwlettend beluisterd en bestudeerd. Ik herkende niets meer in zijn optreden dat herinnerde aan Sovjetbeleidsmakers, zoals ik er zo veel tussen 1971 en 1987 heb gekend. Georggi Arbatov verzuchtte in de jaren 70 nog, toen ik een boek met hem schreef, dat hij er niet aan moest denken dat de ussr ooit in een verre toekomst de weg van Amerika zou opgaan. Ook gedurende de eerste helft van de jaren 80 was het ondenkbaar dat deze super power al over vijf jaar definitief het loodje zou kunnen leggen. Tijdens Alerdinck III in Moskou was die mogelijkheid helemaal niet in zicht. Victor Chernomyrdin, manager van Gazprom, de Russische Shell, was een van de premiers die Yeltsin hebben gediend. Volgens het State Department was hij de tweede machtigste man in het nieuwe Rusland. Hij was bijzonder goed bevriend met vice-president Al Gore, die een go between naar het Witte Huis vormde. Yevgeny Primakov was de enige premier sovjetstijl, die onder Yeltsin nog een kans kreeg. Ik leerde hem in de jaren 70 kennen en heb hem in Club van Rome-verband geïnterviewd. Hij was toen directeur van het Institute for the Near East van de ussr Academy of Sciences. Hij sprak vloeiend Arabisch. Toen hij op kasteel Nijenrode een Pugwash Conferentie bijwoonde, zocht ik hem op en maakten we samen een wandeling in de tuin. Begin jaren 90 stelde hij een nucleair bewapeningsverdrag voor tussen China, India en Rusland, de drie grootste landen ter wereld en alle drie in het bezit van atoomwapens. Het was een demonstratieve poging om een tegenwicht te vormen tegen de nucleaire as tussen Washington en Londen. Dit voorstel was inderdaad het enige juiste en gewenste antwoord op de nieuwe supermachtpolitiek van Amerika, welke vanaf 1990 helemaal haar beslag heeft gekregen. Washington had binnen de kortste keren een stokje gestoken voor het Primakov-plan. De banden met New Delhi werden snel verbeterd. Amerikanen doen zoiets voornamelijk via het aanbieden van een Niagara aan dollars | |
[pagina 117]
| |
en andere chantagemethoden. De in Moskou geïnfiltreerde cia mannen zullen ook een partijtje hebben meegeblazen. Primakov wankelde. Koningin Beatrix stond op het punt een staatsbezoek aan Boris Yeltsin te brengen. Ik wilde mee, om Primakov opnieuw te kunnen ontmoeten. Zijn visitekaartje lag in mijn paspoort. Ik stond op de lijst der meereizende journalisten als reporter voor de Daily Invisible van de Amsterdammer Julius Vischjager. Mijn Haagse rode kaart heeft namelijk altijd bijzonder actief meegeteld bij hoofdredacties van de vrije pers hier. Reeds op weg naar het vliegveld werd de reis afgeblazen, omdat Yeltsin ziek was geworden of te dronken was om de Haagse majesteit onder ogen te komen. Primakov werd opgevolgd door Vladimir Putin, een president uit de voormalige kgb-gelederen geplukt. Niemand weet precies hoe dit in zijn werk was gegaan. Was Putin een kennis van Chernomyrdyn uit St. Petersburg? Had de Gazprombaas met Gore overlegd, en Gore met Clinton? Wat de achtergronden van deze uit het niets opgedoemde ster aan het Russische politieke firmament precies is geweest, zal men misschien pas over jaren weten. Zo duidelijk als het was waar Sovjet leiders op het politieke slagveld van de wereld stonden tot en met Andropov, zo onduidelijk, zelf mysterieus en verward is de houding van het nieuwe Rusland onder Putin in dit eerste decennium van de 21ste eeuw. Rusland wordt nog altijd door vrijwel niemand vertrouwd. Onder de mysterieuze Putin is dat terecht. |
|