Is éénoog koning
(2003)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
42 VIP'sDe ontmoeting met Peter in 1967 was het begin van een besef dat we te dikwijls denken of aannemen dat we zien wat er is te zien, of dat we horen wat er is te horen. En dat we vervolgens correct interpreteren wat we hebben gehoord of gezien. Terwijl in werkelijkheid de realiteit niet automatisch op ons netvlies verschijnt. We projecteren maar al te vaak iets wat er eigenlijk niet is. Een vervalste, gemankeerde werkelijkheid bereikt dan ons brein. Meermalen coderen we pure onzin. Wanneer Sint Nicolaas jaarlijks met de stoomboot uit Spanje arriveert, dan weten de meeste mensen ouder dan zes jaar dat het om een nepvertoning gaat. Er wordt een traditioneel sprookje opgevoerd om kinderen te verblijden en de winkels gelegenheid te bieden meer speelgoed te verkopen. Met de Gouden Koets is het andersom. De moderne jeugd beseft dat het nep is, maar nu zijn het juist de meeste ouderen die dit traditionele koningstheater bloedserieus nemen. Waar komt het verschijnsel vandaan dat in sommige landen dergelijke tradities tegen beter weten in blijven bestaan, zoals in Groot-Brittannië pruiken voor advocaten? Blijkbaar is men niet in staat deze folkloristische gewoonten aan nieuwe realiteiten te toetsen en mordicus af te schaffen. Eenmaal gecodeerde nonsens in hoofden blijkt later niet meer of anders zeer moeizaam bij te stellen. In 1998 publiceerde de Universiteit van Illinois een boekje van Alvin Roberts getiteld: Coping with blindness. Hij vermeldde dat 1,7 miljoen van de 260 miljoen Amerikanen als blinden waren geregistreerd. Het valt te vrezen dat het percentage Amerikanen dat ‘blind’ door het leven gaat 80 procent is en eerder overeenkomt met het populariteitscijfer van de jonge heer Bush. Yankees ‘zien’ niet, dat devsmomenteel door ‘lieden van laag allooi’ worden geregeerd, zoals professor Karel van WolferenGa naar voetnoot3 het formuleerde. Men neemt in de vs niet waar wat wij waarnemen in Europa of wat in Bagdad en Kaboel wordt waargenomen. Men projecteert zich een groot leider en een voorvechter voor de natie en de Stars and Stripes, maar in werkelijkheid is Bush Jr., behalve een man van laag allooi, een gevaarlijke idioot. De huidige fractieleider van de vvd in het parlement, Jozias van Aartsen noemde de man uit Texas in een gesprek met mij op 18 december 2000 ‘een keurige meneer.’ Jozias was die dagen nog minister van Buitenlandse Zaken. Ik dacht: Excellentie, U bent aan een nieuwe bril toe. Eind jaren 60 begon ik, geïnspireerd door Peters psychologiestudie, een offensief om bij te lezen in dit onderwerp, om beter in staat te zijn te horen en zien wat er is, en om niet voornamelijk af te gaan op vermoedens of wat men denkt dat er is. In de jaren 70 kwam daar het werk met de Club van Rome bovenop. Al gauw verdiepte ik me ook in de moderne mind sciences. Ik | |
[pagina 30]
| |
las het ene boek na het andere over vragen als ‘How can solid-seeming brains support ghostly things as thoughts?’ Marvin Minsky, de stichter van het Artificial Intelligence Laboratory aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) schreef in The Society of MindGa naar voetnoot4: ‘First, we have to understand how brain cells work. This will be difficult because there are hundreds of different types of brain cells. Then we will have to understand how the cells of each type interact with the other types of cells to which they connect. There could be thousands of those different kinds of interactions. Then finally, comes the hardest part: we will also have to understand how our billions of brain cells are organized in societies.’ In aansluiting op Minsky en op gesprekken met specialisten en vele anderen, stelde ik over deze onderwerpen als een razende Roeland een minibibliotheek samen. Ik ontdekte Maps of the Mind van Charles Hampden-TurnerGa naar voetnoot5 dat als ondertitel heeft: Charts and concepts of the mind and its labyrinths. Ik keek niet alleen anders tegen de wereld aan, maar zag mezelf opeens aan de stuurknuppel van 20 miljard informatieverwerkers (neuronen) in mijn hoofd. Hoe raakt je brein geprogrammeerd? Wat was waar en wat onwaar? Hoe kan je je hoofd van de niet meer ter zake doende shit zuiveren, als satelliet-debris dat het universum vervuilt? Eindelijk drong het besef door hoeveel jaren van mijn leven ik een niet-geregistreerde Nederlandse blinde was geweest. Stap voor stap begon ik tussen 1970 en 1990 iets te begrijpen van neurofysiologie en van het functioneren van het menselijke brein. Verreweg het langste gedeelte van mijn leven had ik abusievelijk in de veronderstelling verkeerd de dingen te zien zoals ze waren. Ik verkeerde in de waan dat ik voldoende ziende was geworden om te weten welke The Whisperings WithinGa naar voetnoot6 waren van de mensen die ik ontmoette, interviewde en soms bevriend mee werd. Eigenlijk begon na mijn 60ste jaar voor het eerst iets van licht te schijnen in een oog. Het scheen van tijd tot tijd te flikkeren. Wanneer ik aan het einde van mijn leven dat ene oog volledig ziende zal hebben gemaakt is dat mijn koning - en niet Willem-Alexander. Te denken dat het leven lang genoeg zou zijn om met beiden ogen te leren zien is een expressie van hoogmoed, die men beter aan de goden kan toedichten. In 1980 lag een kwart eeuw journalistiek achter me. In binnen- en buitenland had ik talrijke contacten opgebouwd. Veel van die contacten waren vip's. Maar waren zij wel vip's? Het gelazer met ‘hoge heren’ begon in het derde jaar dat ik journalist was, in Jakarta. Directeuren van Shell, klm, de Nederlandse Handels Maatschappij, Stanvac Petroleum, de voorzitters van de Kamers van Koophandel in Amsterdam en Rotterdam en verwante zakenlieden dachten over de kwes- | |
[pagina 31]
| |
tie Nieuw-Guinea identiek: afschuiven aan Sukarno en overgaan tot de orde van de dag en dat was handel drijven met het grootste Islamitische land ter wereld. Prins Bernhard en diens vriend Paul Rijkens (Unilever) zaten dit gezelschap vip's voor. Ik werkte zes jaar (1956-1961) met hen samen. Wat ik hield voor, om met Van Aartsen te spreken, keurige mijnheren bleken in bijna alle gevallen gepatenteerde slaplullen te zijn, inbegrepen Bernhard en Rijkens zelf.Ga naar voetnoot7 Voor mijn ogen zag ik ze een voor een door de knieën gaan op momenten dat het er op aan kwam. Prins Bernhard ontkent tot op de dag van vandaag dat hij er iets mee te maken heeft gehad. Zelfs het bestaan van een boek over zijn leven dat hij samen met Robbert Ammerlaan heeft geschreven, wordt met vereende krachten tegengesproken. Ik kreeg wel eens een hand van hem op een receptie, maar hij heeft me nooit voor een gesprek onder vier ogen willen ontvangen, omdat hij wist dat ik in detail op de hoogte was van wat hij zoal op zijn kerfstok had. In 1999 stond zkh - net als prins Claus in 1981 - op de rol van de Haagse rechtbank om in mijn proces tegen de staat gehoord te worden. Prompt ging het kantoor van de landsadvocaat akkoord met een arbitrageregeling, waardoor de gewenste getuigenverklaring van pb verviel. Terwijl ik toch sinds 1956 ruimschoots ervaring had opgedaan met verondersteld keurige mijnheren die feitelijk boeven waren, bleef ik tot ver na middelbare leeftijd uitzonderlijk hardleers om in te zien dat deftige namen of voorname posities allerminst garandeerde dat men met integere mensen te maken had. Wanneer Mr. Joan de Wijkerslooth, de super-procureur-generaal, blijft zeggen dat Cor Boonstra, topman van Philips, met voorkennis in aandelen handelde, wekt dit alom nog altijd verbazing. Hoe kon een keurige meneer van Philips zoiets doen? Wellicht heeft De Wijkerslooth zelfs gelijk, maar ik heb intussen deze voormalige landsadvocaat, zich in de rechtszaal in 1997 zien misdragen in mijn gevecht tegen de staat. Inmiddels voldoende ziende geworden constateerde ik dat De Wijkerslooth zich in de rechtszaal misdroeg tegenover mijn advocate Ellen Pasman. Hij probeerde haar te intimideren en nerveus te maken door blijkbaar standaard advocatentrucjes te gebruiken. Ik riep hem in de volle rechtszaal toe dat hij zich als een proleet gedroeg, en schreef vervolgens koningin Beatrix het onbegrijpelijk te vinden dat zij haar zuster als getuige in mijn proces liet begeleiden door iemand, die het fatsoen miste de egards in acht te nemen tegenover de advocate van de tegenpartij. Daarop meldde De Wijkerslooth zich bij Ellen Pasman per brief dat hij zich bewust was dat ik mij ‘her en der’ over hem had beklaagd. ‘Her en der’ is dus Beatrix. Mijn klacht was dus aangekomen. In 2003 voert deze zelfde meneer het hoogste woord op televisie in Bui- | |
[pagina 32]
| |
tenhof en het volk luistert naar hem en concludeert: een keurige meneer. Ook Wim Kok veronderstelde dit toen hij De Wijkerslooth als opvolger van dat andere portret, die andere een boef, Arthur Docters van Leeuwen benoemde. Wie de loopbaan van Kok heeft gevolgd, weet dat mijn betoog voor hem altijd abracadabra is geweest en zal blijven. Voor sommigen is het te laat om ooit nog ziende te worden. Ze noemen zich rasechte socialisten, maar worden op hun oude dag commissaris van de ing bank en Shell. Zo liep ik in 1980, in Parijs, tegen de Amsterdamse koopman Ernst van Eeghen aan. Zijn moeder was een Boreel, zijn vrouw was Erika van Panhuys, een dierbare dame. Van Eeghen zelf viel meer in de klasse Docters van Leeuwen. Ik was op 20 november in het Parijse Intercontinental Hotel om een afspraak na te komen met de voormalige chef-staf van de us Naval Operations admiraal Elmo Zumwalt, toen ik tegen Van Eeghen aanliep. Ik ondernam een poging om Zumwalt naar Moskou te krijgen, om hem te genezen van zijn aangeboren sovjetvrees. Hij was met een adellijke Russische dame getrouwd, mevrouw Mouza Coutelais-du-Roche. Die familie had sinds de revolutie nooit meer naar Moskou durven reizen, een zelfde verhaal als met mijn grootouders Poslavsky. Academician Arbatov was bereid de admiraal uit te nodigen en het balletje kon gaan rollen. Een rondje Kremlin was voor Zumwalt in de maak. Ik vertelde koopman van Eeghen dat spoedig een boek van mij met Arbatov zou verschijnen. Van Eeghen zei levendig geïnteresseerd te zijn om de aanbieding op 14 maart 1981 van het boek in het Amstel Hotel bij te wonen. Hij bevond zich dan ook die middag tussen het publiek en voerde als vragensteller het hoogste woord. Hij lardeerde zijn opmerkingen met uitspraken als: ‘toen ik met Reagan en Bush ontbeet’ en wekte de indruk dat dit onder zes ogen op het Witte Huis had plaats gevonden. In werkelijkheid was hij met anderen de 999ste ontbijtgast in een zaal geweest. Ook Van Eeghen bediende zich dus van trucages en verkocht appelen voor citroenen. Toch trapte ik er toen, ondanks alles wat ik al had meegemaakt, nog altijd in. Een man uit een patriciërsgeslacht met een kantoor aan de Herengracht uit de zeventiende eeuw deed immers zoiets niet? In Zaken DoenGa naar voetnoot8 heb ik een reeks details vermeld over zijn manipulaties en leugens, over de handel en wandel van deze proleet in de klasse van de heren jonkheer de Wijkerslooth en Docters van Leeuwen. Docters van Leeuwen kreeg de bons nadat hij, volgens Kok, van het college van procureurs-generaal een fröbelklasje had gemaakt. Ik heb drie ervaringen met de oud-bvd-chef gehad. Hij had de voormalige voorzitter van de commissie voor de inlichtingendiensten van het parlement, Piet Stoffelen (PvdA), op de mouw gespeld dat zijn spionagedienst geen dossiers over mij | |
[pagina 33]
| |
had. Nota bene: ik reisde 18 jaar heen en weer tussen Moskou en Amsterdam, en de bvd zou mij niet in de gaten gehouden hebben. Toen Piet me in de koffiekamer van de Tweede Kamer ook nog zei: ‘Arthur bedondert mij niet, ik ken hem al vele jaren,’ heb ik deze uiterst blinde parlementariër geantwoord: ‘Die man zit daar om u en mij te besodemieteren. Mensen bij de inlichtingendiensten zijn qualitate qua de meest onbetrouwbare individuen in de samenleving.’ Stoffelen in de gordijnen. Toen later uit hoorzittingen bij de Raad van State bleek dat er wel degelijk bvd-dossiers waren, en ik er zelfs een aantal in handen kreeg, inbegrepen over gemeen gedoe en zwartmakerij van de bvd bij buitenlandse zusterdiensten, hield ik hem dit voor. Ik zou lange tijd niets meer van hem vernemen, tot hij opdook in het televisieprogramma Het Zwarte Schaap met Inge Diepman, als een van mijn kennissen die het beste met me voor had. De tweede ervaring met Docters van Leeuwen kwam, toen mijn advocaten hem opriepen als getuige te verschijnen voor rechter-commissaris Punt om tekst en uitleg te geven over de vier decennia lang durende Gestapopraktijken om mijn arbeid als journalist onmogelijk te maken. Tot tweemaal toe verkoos Docters van Leeuwen verstek te laten gaan, ondanks het feit dat hij door een deurwaarder gesommeerd was in het paleis van Justitie ter verschijnen. Pas nadat de rechter waarschuwde dat hij de super-P.G. door de koninklijke marechaussee een dag tevoren in gijzeling zou laten nemen, om zeker te zijn dat hij de volgende dag aanwezig zou zijn, kwam meneertje opdraven. Zo zijn de manieren van hen die in naam van de majesteit het land dienen. Kok had toen nog altijd niet ontdekt, wat voor vlees hij in de kuip had. De derde ervaring lag op het persoonlijke vlak. Hij was reeds bij het Openbaar Ministerie weggeschopt, maar babbelde op televisie over zijn dochter die cello speelde. Ik heb zelf vanaf mijn vijfde jaar cello gespeeld. Op De Horst in Bosch en Duin voerden we dikwijls het Forellenkwartet van Schubert uit voor piano, viool, viola en twee cello's. Ik schreef Dochters van Leeuwen of het geen aardige gedachte zou zijn om een muziekavondje te organiseren waarbij zijn dochter en ik de cello-partijen zouden vertolken. Hij zond me een handgeschreven antwoord. Dat bracht me op de gedachte zijn hanenpoot eens door een prominent grafoloog te laten doorlichten. Er bleef geen spaan van hem heel. Het is misschien verstandig te wachten met het publiceren van dit handschriftkundig rapport tot het betreffende Memoires-deel zal verschijnen. Het is echter een feit, dat toen Docters van Leeuwen eind jaren 90 voor de rechter-commissaris stond, ik beslist de man zag die hij was. Zeker via dat ene steeds meer licht ontvangende oog. |
|