In het land der blinden
(2001)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 143]
| |
20 Bebloede handenDezer dagen wordt in de vs herdacht dat 25 jaar geleden een einde kwam aan de oorlog in Vietnam. De door de Amerikanen veroorzaakte ellende in het voormalige Indo-China zou, ook in Laos en Cambodja, nog vele jaren doorsudderen en nasmeulen. Bij de vredesconferentie van Genève in 1954 trokken de Fransen zich - mede na de nederlaag te Dien Bien Phu - terug uit dit gebied. John Foster Dulles vertrouwde Jean Chauvel, de leider van de Franse delegatie, toe dat de vs niet zouden toestaan dat de Mekong-delta in communistische handen zou vallen. Chauvel verwachtte dat de Amerikanen binnen twee jaar een eigen gevecht in Zuidoost-Azië zouden beginnen.Ga naar voetnoot1 Washington knokte twintig jaar in Zuidoost-Azië, en men deed er bijzonder lang over om de waarschuwing van generaal Eisenhower ter harte te nemen om nooit ofte nimmer soldaten in te zetten op het Aziatische vasteland. Maar zelfs in 1975 kon president Gerald Ford de nederlaag nog niet toegeven. Op 10 april 1975 vroeg hij een miljard dollar extra aan het Congres met het rotsmoesje dat de vs hun vrienden in Saigon niet in de steek konden laten. Maar de Vietnamprotesten, vooral onder jongeren, studenten en veteranen, bereikten ongekende hoogtepunten, en de volksvertegenwoordiging weigerde meer geld voor het Vietnamese bloedbad uit te trekken. Het Congres draaide de geldkraan dicht. Henry Kissinger koos eieren voor zijn geld en telegrafeerde ambassadeur Graham Martin in Saigon ‘to get the hell out of there and fast’. Hierop volgde een vlucht van de Amerikanen uit Vietnam, wat tot de beschamendste episodes uit de Amerikaanse geschiedenis behoort. Nog in 1972 verleende de Washington Post aan president Richard Nixon het predikaat ‘the greatest bomber of all time’.Ga naar voetnoot2 Het opmerkelijke van Nixon was dat hij zich verkiesbaar stelde voor het Witte Huis met de belofte vrede in Vietnam te zullen brengen. Ik reisde zelf met hem mee en ben er getuige van geweest. Senator Fulbright herinnerde aan het feit dat Nixon in 1972, dus in drie jaar, meer bommen op Azië had laten vallen dan L.B.J. in vijf jaar. In 1972 waren 20.000 Amerikanen gesneuveld en 110.000 gewond geraakt. Intussen waren 340.000 Vietnamezen gedood in de strijd en nog eens 600.000 burgers omgekomen ten gevolge van oorlogshandelingen, terwijl vier miljoen vluchtelingen rondzwierven. Samuel Huntington, de politieke wetenschapper, schreef in The Clash of Civilisations: ‘Human beings in virtually all societies share basic values, such as murder and evil.’Ga naar voetnoot3 Ik heb de tweede helft van de vorige eeuw vele jaren in de vs gewerkt en gewoond, en reisde met het geven van lezingen naar alle hoeken en gaten van deze republiek. Mateloos heb ik me keer op keer ver- | |
[pagina 144]
| |
wonderd en geërgerd aan het nonchalante gemak waarmee Amerikanen van alle leeftijden zich uitlieten over paffen op anderen of paffen op elkaar. De chef-staf van de luchtmacht van de vs, generaal Curtis LeMay, schreeuwde zelfs van de daken dat Vietnam naar het stenen tijdperk diende te worden gebombardeerd. De Amerikanen hebben zich in dat deel van de wereld met dat ultieme doel jarenlang bezig gehouden. De laatste keer dat er op eigen terrein met scherp geschoten werd, was tijdens de burgeroorlog van 1861-1865, die tot de bloedigste in de geschiedenis wordt gerekend. Nooit zijn er eskaders buitenlandse bommenwerpers boven Amerikaanse steden verschenen om dood en verderf te zaaien onder burgers. Dus geen wonder dat de kuddes in dat land over leven en dood in de moderne oorlogvoering spreken als kippen zonder kop. Er wordt niet beseft wat in hun naam overal elders in de wereld wordt aangericht op gezag van het zichtbare en het onzichtbare Washington. In de televisietoespraak die Bill Clinton uitsprak ter gelegenheid van het van start gaan van de Balkanoorlog, erkende hij openlijk dat de meeste landgenoten waarschijnlijk geen idee hadden waar Kosovo lag. Om even bij dit recente geval van Amerikaanse bloeddorstigheid te blijven: onlangs meldde Steven Lee Myers in de New York Times hoe de jongste Curtis LeMay, generaal Wesley Clark, de navo-opperbevelhebber opdracht gaf een lijst met enkele duizenden bombardeerbare doelen in Servië samen te stellen.Ga naar voetnoot4 De opdracht werd uitgevoerd in een navo-optrekje in Mons, België. Binnen de kortste keren had men alles van enige strategische of militaire waarde platgegooid. De Britse generaal Michael Short, de man die de luchtvloot van de navo commandeerde, riep: ‘I am running out of targets!’ Dat is het moment waarop de Amerikaanse cia in het geweer kwam om extra doelen te zoeken - ook voor de door Kok, Van Aartsen en De Grave uitgezonden F-16's. De cia - ook al weet men dat in het Torentje misschien nog altijd niet - garandeerde dat er echt gedonder in de glazen zou komen. De heren Clark, Short en De Grave - onze ex-wethouder van Amsterdam - besloten vervolgens op advies van de cia ‘to expand the scope of targets to include electrical grids and commercial facilities like tobacco warehouses and the Yugo automobile factory’, aldus Myers in de New York Times. Je las er overigens nauwelijks een letter over in de vergelijkbare Nederlandse media. Myers vervolgde van een gezaghebbende bron in Washington te hebben vernomen dat de door de cia (de onzichtbaren) gekozen doelen - door de zichtbaren vernietigd - eigenlijk niets meer te maken hadden met de reden van interventie op de Balkan. ‘They (Clark en Short) were thinking, while we are bombing anyway, here is a target that should have a great benefit to the nation we are doing.’ | |
[pagina 145]
| |
Aldus belandde op een dag een onopvallend faxje van de cia op het bureau van Clark en Short, met daarin het verzoek om een zeker gebouw in Belgrado met een dijkje geleide projectielen naar de andere wereld te helpen. En boem, de Chinese ambassade in de Joegoslavische hoofdstad veranderde in een puinhoop, inclusief drie dode Chinezen en twintig gewonden. Wat Lifton noemde ‘psychic numbing’ trad uiteraard weer in werking. Er was eigenlijk weinig nieuws onder de zon. Waren we het anders van Washington gewend? In Peking stak een stormpje van verontwaardiging op. Clinton en Gore zonden de diplomaat Thomas Pickering, een eersteklas ploert, naar China.Ga naar voetnoot5 Hij moest de leiding aldaar met de hand op het hart en vergeet-mij-niet-oogjes wijsmaken dat de cia per abuis een oude kaart had gebruikt en het incident slechts een betreurenswaardige vergissing was ge-weest. Pour besoin de la cause werden later zeven functionarissen van de cia in verband met dit Chinese minibloedbadje in Belgrado naar huis gezonden, althans dit wilde de onzichtbare regering in Washington de Chinezen en de wereld doen geloven. Albanië was in 1954 het laatste van de Oost-Europese landen dat ambassadeurs uitwisselde met Peking. Desalniettemin zou juist Tirana de belangrijkste Europese bondgenoot van China worden. Nadat de ussr in 1956 de opstand in Hongarije neersloeg, werd Albanië zelfs een vriend van het regime van Mao Tse-tung. Bij de conferentie van communistische landen in 1960 in Boekarest trok Tirana één lijn met Peking. In 1960, bij een soortgelijke conferentie in Moskou, trok Enver Hoxha opnieuw één lijn met Mao en viel de Albanese communist openlijk Nikita Khrushchev aan. In 1961 verbrak het Kremlin de banden met Albanië en verstrekte China de eerste paar honderd miljoen dollar hulp aan Tirana. ‘China urgently needed a Communist ally in Europe. Albania soon became not merely a perfect venue for a listening post for Eastern Europe and the Balkans, but also an admirable seat for Intelligence Service radio monitoring’, schreef de Britse journalist Richard Deacon.Ga naar voetnoot6 ‘In fact, the Chinese moved in as the Russians moved out, for the latter had previously installed firmly in Albania an elaborate naval base in the south.’ Deacon vervolgde in 1974: ‘There exist between Albania and China rtty (radio teleprinted link) and other code links. They never use standard frequency links. Changes in shift are made two or three times a day.’ Washingtons doel was de communistische regering van Servië in het hart van de Balkan voor eens en voor altijd weg te vagen. Albanië als militair-strategische invalshoek werd reeds geruime tijd door de Amerikaanse maffia voorbewerkt en geïnfiltreerd, om de weg te effenen voor de zichtbare regering - met Clark en Short voorop en met in hun kielzog de andere | |
[pagina 146]
| |
idioten van de navo, die nog altijd niet schijnen te begrijpen hoe de vs dergelijke acties in de praktijk uitvoeren. De cia-oorlog op de Balkan van 1999 zou Karl von Clausewitz hebben omschreven als ‘twee vliegen in een klap’, waarbij de Balkan zowel van Chinese als Russische overblijfsels uit de Koude Oorlog werd schoongeveegd. Peking had in Belgrado een spiksplinternieuwe ambassade neergezet, uitgerust met de modernste snufjes op het gebied van spionage en afluisteren om te kunnen volgen wat de maffia, de cia en daarna de reguliere navo-strijdkrachten allemaal uitspookten in het voormalige communistische Albanië. Wat de Chinese ambassade wist, wist Slobodan Milosevic dus ook. Brussel kon bij deze navo-agressie tegen medelidstaten van de vn geen pottenkijkers gebruiken. Dus was het van eminent belang dat het gehele Chinese spionagenetwerk met één klap buiten gevecht werd gesteld. Wat de generaals William Westmoreland en Curtis LeMay in de jaren zestig en zeventig in Zuidoost-Azië klaarspeelden, werd in 1999 op de Balkan nog eens dunnetjes overgedaan door de generaals Clark en Short - gesteund door ‘generaal’ Frank de Grave. Zou men echter de in Neurenberg gehanteerde regels voor de berechting van nazi-oorlogsmisdadigers toepassen op hetgeen gebeurde in Vietnam, Laos en Cambodja, en meer recentelijk op de Balkan, dan zouden naast Servische en Kroatische oorlogsmisdadigers een hele dijk geallieerde commandanten in de Schevenings strafgevangenis moeten zitten, inbegrepen wellicht een aantal Nederlandse F-16-piloten of andere verantwoordelijken rond het Haagse Binnenhof. Samuel Huntington mag dan hebben gewezen op het bij de meeste mensen in de wereld aanwezige gevoel voor goed en kwaad - en ik neem aan dat hij Nietzsches Jenseits von Gut und BöseGa naar voetnoot7 kent - na een halve eeuw in de vs te hebben rondgelopen, ben ik van mening dat er geen land ter wereld is waar het grote publiek zozeer in een grijs gebied is terechtgekomen. Het onderscheid tussen wat wel en niet kan is daar met de muziek mee. Bij aanvang van de 21ste eeuw worden we niet alleen blootgesteld aan de verendemolisering van de samenleving; ook worden we steeds meer meegezogen in de verdollarisering vanuit Wall Street en de vermaffiasering vanuit Washington. Daardoor dreigt de wereld te veranderen van de eertijdse hof van Eden in een groot krankzinnig Walt Disney-park, resulterend in nog meer dolgedraaide breinen dan er in 2000 toch al zijn.Ga naar voetnoot8 Luitenant-kolonel Dave Grossman, voormalig commando en para van het leger, doceert psychologie aan de militaire academie van West Point. Ook geeft hij colleges in militaire wetenschappen aan de Arkansas State University. Hij schreef On Killing, een handboek dat een normaal mens koude | |
[pagina 147]
| |
rillingen bezorgt.Ga naar voetnoot9 Net als Lifton onderzocht ook Grossman de ervaringen van militairen in Vietnam. Lifton, de psychiater, richtte zich op de psychische schade, Grossman, de psycholoog, nam als uitgangspunt dat het metier van een soldaat nu eenmaal het uitschakelen van tegenstanders is. Grossman vertelt hoe een Amerikaanse militair in Vietnam in bosschages verscholen zat en nietsvermoedende Vietcong-strijders aan zag komen wandelen die niet wisten dat een loop van een mitrailleur op hen was gericht. De soldaat: ‘This is one fucked up way to die, I thought as I squeezed softly on the trigger.’ Grossman voegt er onmiddellijk aan toe: ‘Such a kill is by no means considered an atrocity.’ En hij borduurt vervolgens verder over het grijze gebied tussen ‘the combattant and the non-combattant’ in Vietnam. Omdat dat grijze gebied steeds meer vervaagde moesten er noodzakelijkerwijs steeds meer onschuldige burgerslachtoffers vallen.Ga naar voetnoot10 Grossman gaf een reeks voorbeelden uit dit grijze gebied tussen rechtmatige en twijfelachtige ‘killings’. De piloot van een Huey-gevechtshelikopter zag in een sawa een vrouw rijstplantjes poten. Nabij lagen de wrakken van twee uitgebrande, nog smeulende helikopters. ‘Shoot that woman!’ werd er geroepen. Men bedacht dat de vrouw daar misschien stond om nieuwsgierig geworden piloten van andere helikopters aan te trekken en dichterbij te lokken, waarop in de bomen verscholen Vietcong-strijders ze vervolgens konden neerschieten. Na beraad over wat te doen kwam een andere Huey aanvliegen die korte metten maakte met de vrouw en haar met een regen van kogels doodde. ‘We often think of Nazi-atrocities in World War 2,’ schreef kolonel Grossman, ‘as having been committed bij psychopaths or sadistic killers, but there is a fortitious shortage of such individuals in society. In reality the problem of distinguishing murder from killing in combat is extremely complex.’ Wat zegt het geweten van een Amerikaanse militair wanneer hij bij het dorp Ben Suc een man ziet fietsen in een zwarte pyjama, en tegen zichzelf zegt: Viet Cong basterds dragen zwarte pyjama's, dus laat ik maar het zekere voor het onzekere nemen, en paf, de peddelende Vietnamees is naar het rijk der hemelen vertrokken? Grossman noemt een held de man die vecht tot de dood. Hij sterft nobel. De militair die de fietser bij Ben Suc omlegde behoeft evenmin zijn geweten te bezwaren, maar het gebied is grijs, want hij wist tenslotte niet zeker of de fietser inderdaad een Vietcong-man was. Wanneer ik in deze tijd luister naar het geredekavel dat vanuit de zalen in het Haagse Vredespaleis opstijgt, bekruipt mij wel eens het gevoel dat de eerwaarde rechters niet bekend zijn met bijvoorbeeld de werken van Lifton of Grossman. Er bestaat geen twijfel over dat ook in Kosovo in 1999 - of Bosnië | |
[pagina 148]
| |
daarvoor - dergelijke grijze niemandslanden bestonden, alwaar zij die hun grondgebied verdedigden meer dan eens het zekere voor het onzekere namen, zoals dat hoort volgens de gedragscodes van de moderne oorlogvoering - althans volgens een professor in West Point. In Vietnam werden bijna nooit gevangenen gemaakt. Alle deskundigen die over de oorlog in Azië hun mond opendeden bevestigen dat gevangenen bijna altijd, het zekere voor het onzekere nemend, werden opgeruimd. Grossman kwam met deze alinea aanzetten: ‘In order to fight at close range, one must deny the humanity of one's enemy. Surrender requires the opposite, that one recognize and take pity on the humanity of the enemy. A surrender in the heat of the battle requires a complete, and very difficult, emotional turnaround by both parties (...). Surrender executions are clearly wrong and counterproductive (...). Executions in cold blood are another matter entirely.’Ga naar voetnoot11 De kolonel veroordeelt executies van tegenstanders op papier, maar bevestigt dat in de praktijk gi's in Azië doorgaans Vietcong-strijders liquideerden of lieten ‘opruimen’ door Zuid-Vietnamese militairen die aan Amerikaanse zijde knokten. Zo lieten ook wij in Indonesië gevangengenomen republikeinse strijders ‘afhandelen’ door aan onze zijde vechtende Indonesiërs, Ambonezen of oud-Knil-militairen. Wanneer dergelijke methoden door de tegenpartij op de Balkan worden toegepast, hijsen westerse rechters zich ogenblikkelijk in hun toga's om oordelen te vellen en levenslange gevangenisstraffen uit te spreken voor oorlogsmisdaden. Indertijd reisde ik naar Londen voor een gesprek met Peter Watson, de Britse klinisch psycholoog die War on the Mind had geschreven.Ga naar voetnoot12 Het boek handelde over ‘The military uses and abuses of psychology’. Hij vertelde in 1975 in Oslo een conferentie te hebben bijgewoond waar navo-afgevaardigden discussieerden over thema's als ‘anxiety and stress’ in oorlogssituaties. Daarbij kwam een arts, dr. Thomas Narut van het Amerikaanse marinehospitaal in Naples aan het woord, die verkondigde dat ‘the best killers are men with passive-aggressive personalities. They have a lot of drive, are well-disciplined, do not appear nervous and can litteraly kill without remorse.’ Hij deelde in Oslo onomwonden mee dat het Amerikaanse leger op zoek was naar militairen die in staat zouden zijn om te doden zonder daarbij in de vernieling te geraken vanwege schuldgevoelens. De vs produceerden bij voorkeur ‘killing machines’. Om dit doel te bereiken gebruikte dr. Narut bijvoorbeeld geen zwart-wit testkaarten, maar gekleurde papieren die meer op geweld waren gericht. Hij verkondigde in Oslo dat ‘Clockwork Orange-training’ standaardroutine was bij de opleiding van Amerikaanse rekruten. Daarmee bedoelde hij dat hij en zijn team bewust | |
[pagina 149]
| |
probeerden om militairen in training het de kop op steken van mogelijke schuldgevoelens bij het doden bij voorbaat platwalsten door deze militairen in een staat van gewetensloosheid te brengen. Te zien aan wat er zich zoal in de jongste oorlogen op de Balkan heeft afgespeeld, hebben de Naruts aan de kant van Slobodan Milosevic meer succes geboekt dan die aan de kant van de navo, al zal het elkaar als puntje bij paaltje komt, niet veel ontlopen. Peter Watson: ‘The men are shown a series of gruesome films, which get progressively more horrific. The trainee is forced to watch by having his head bolted in a clamp so he cannot turn his head away, and a special device keeps his eyelids open. One of the first films shows an African youth being crudely circumcised by fellow members of the tribe. No anaesthetic is used and the knife is obviously blunt.’ De essentie bij de opleiding van Amerikaans kanonnenvlees is ervoor te zorgen dat in de Amerikaanse vechtersbreinen ‘de vijand wordt ontmenselijkt’. ‘Wat wordt er mee bedoeld?’ vroeg ik. ‘Dat ze de tegenstanders beschouwen als een minderwaardige vorm van leven.’ En zo hebben alle betrokken partijen, ook als resultaat van onze moderne beschaving aan het begin van het derde millennium, bloed aan hun handen - zoals het altijd al is geweest sinds christenen naar Constantinopel trokken om de kelen van ‘niet-gelovige’ moslims door te snijden. Omdat we - althans voorlopig - gewonnen hebben, denken wij in het Westen te kunnen en mogen oordelen over anderen, terwijl we ons sinds mensenheugenis aan exact dezelfde oorlogsmisdaden hebben bezondigd. |
|