In het land der blinden
(2001)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 92]
| |
13 Bapak (1)De seriemoordenaars in Washington, die druk doende waren de voornaamste onhandelbare kopstukken in Azië, Afrika of Latijns-Amerika overhoop te schieten, te vergiftigen of op andere manieren een kopje kleiner te maken, lieten hun Amerikaanse adelaarsoog opnieuw op president Sukarno van Indonesië vallen. J.F.K. en R.F.K. waren niet meer op het Witte Huis om de onzichtbare regering enigermate in toom te houden. In het kader van de grote schoonmaak onder de aanvoerders van de ‘new emerging forces’ zoals Sukarno de Bandung-club omschreef, was in 1965 ook Jakarta aan de beurt. Het komende gevechtsterrein, voornamelijk Jakarta, was door verkenners van het Secret Team en de cia grondig voorbereid op het komende gigantische bloedbad - tot dusverre het bloedigste ooit uit de geschiedenis van Indonesië Het gonsde al enkele jaren van wilde geruchten, en gedurende de eerste twee decennia van onafhankelijkheid was de republiek al eerder in zwaar weer terechtgekomen, maar dan had BapakGa naar voetnoot1 steeds de doorslag gegeven, omdat hij met zijn woorden en kalmerende invloed de verhitte gemoederen van heethoofden tot bedaren had weten te brengen. Maar in 1965 leek Bung Karno's magie voldoende opgebrand om het door Washington aangezwengelde anticommunistische moord- en doodslaggetij nog te kunnen keren. Washington was niet over één nacht ijs gegaan. Velen waren ervan overtuigd dat er een Raad van Generaals was die de regering omver wilde werpen, met de pki. voorop. In de nacht van 30 september 1965 namen officieren en soldaten van het Tjakrabirawa-regiment onder leiding van luitenant-kolonel Untung zes generaals van het oppercommando gevangen omdat zij tot de Dewan Djendral zouden behoren. Een zevende, generaal Nasution, wist tijdig te vluchten, maar bij een schietpartij bij diens huis kwamen een dochtertjevan Nasution en adjudant-luitenant Pierre Tendean om het leven. Nasution was schuldig. De commandant van het leger, generaal Yani, was juist anak mas van Bung Karno, en ook hij werd gearresteerd en was op 1 oktober 1965 spoorloos - tezamen met generaal-majoor Suprapto, generaal-majoor Harjono, generaal Sutojo Siswomihardjo, generaal Panjaitan - die close was met Nasution en generaal-majoor Parman. Die laatste twee waen eveneens amices van cia-agent Verrips.Ga naar voetnoot2 De verwarring over de identiteit van de opgepakte generaals was dan ook totaal, omdat Nasution als tegenstander en Yani als trouwe aanhanger van de president broederlijk naast elkaar doelwit van een arrestatieteam werden gemaakt. | |
[pagina 93]
| |
Er is de nodige studie voor nodig om inzicht te verwerven in de gebruikelijke trukendoos bij het uitvoeren van covert operations. Jeffrey Richelson lichtte een tip van de sluier op in zijn boek The U.S. Intelligence Community.Ga naar voetnoot3 Volgens Marchetti en MarksGa naar voetnoot4 werkten er op het hoofdkwartier van de cia in 1974 in Langley, Virginia, op de afdeling clandestiene operaties zesduizend man. Het is tevens de grootste van vier hoofdafdelingen. Covert Operations is op haar beurt in vijftien departementen opgesplitst. In 1974 waren 1500 cia-agenten actief in het Verre Oosten. De hemel mag weten hoeveel het er in 2000 zijn, zeker nu China de status van moderne supermacht steeds meer benadert.Ga naar voetnoot5 Bovendien maakte de cia tijdens de coup in 1965 in Jakarta nog slechts gebruik van low-earth orbiting satellites van het type Thor-Agena B. Begin jaren zeventig kwamen daar modernere geosynchronous satellites under the codename Rhyolite bij. President Nixon en Henry Kissinger gaven opdracht de Comint (Communication Intelligence) van deze raketten maximaal te verhogen. Richelson meldde dat de opzet zou slagen. Robert Lindsay schreef in dit verband dat Rhiolite-satellieten in staat waren ‘a Soviet commissar in Moscow talking to his mistress in Yalta’ af te luisteren.Ga naar voetnoot6 Er zal deze dagen in Washington heel wat gegniffeld worden bij het afluisteren van telefoongesprekken tussen president Vladimir Poetin en diens generaals in Grozny, omdat Russische elitetroepen keer op keer in hinderlagen lopen. In 1965 waren Bung Karno en diens onmiddellijke omgeving en trouwe supporters niet opgewassen tegen de geperfectioneerde cia-technieken waarbij regeringen elders in de wereld werden opgeblazen. Voor Washington waren zij sitting ducks. Een situatie, die er 35 jaar later met president Abdurrahman Wahid en vice-president Megawati Sukarnoputri nog slechts verder op achteruit is gegaan. Bung Karno bracht de nacht van 30 september 1965 door bij Ratna Sari Dewi, zijn Japanse echtgenote, in Wisma Jaso, haar bescheiden villa in Slipi.Ga naar voetnoot7 Hij werd op 1 oktober om 06.00 uur door kolonel Saelan van de presidentiële veiligheidsdienst gewekt. De president wilde onmiddellijk naar het Merdeka-paleis gaan, maar omdat er troepenbewegingen in dat deel van de stad waren, liet hij zich naar de luchtmachtbasis Halim brengen, waar hij werd verwelkomd door Luchtmaarschalk Omar Dani, commandant van de auri (de luchtmacht). | |
[pagina 94]
| |
Pak Omar Dani werd in Californië tot piloot opgeleid, waar hij in 1952 zijn brevet ontving. Vervolgens volgde hij vijf jaar een opleiding op het Staff College in Engeland. In 1958 leidde hij luchtaanvallen op door de cia gesteunde rebellen op Sumatra. Later ook op Ambon. In 1962, nog voor zijn veertigste jaar, benoemde Bung Karno hem tot commandant van de luchtmacht. Hij dirigeerde vervolgens luchtoperaties boven Nieuw-Guinea en was net als generaal Yani een van de weinige militairen met een hoge rang, die hij volledig vertrouwde. Van de Sukarno-getrouwen zou Pak Omar Dani bijna dertig jaar door Suharto gevangen worden gezet. In 1999 zou ik hem in Jakarta in uitstekende gezondheid terugzien, evenals luchtmaarschalk Sri Herlambang, die ik reeds in 1957 kende als Bung Karno's persoonlijke piloot. Omdat niemand wist waar generaal Yani was, de commandant van het leger, vroeg de president generaal-majoor Pranoto Reksomudro naar Halim te komen om tot plaatsvervangend opperbevelhebber van de landstrijdkrachten te worden benoemd tot generaal Yani boven water zou komen. Maar Pranoto bevond zich op dat moment juist op het hoofdkwartier der strategische troepen, Kostrad, waar Suharto het bevel voerde. Deze generaal-majoor zag aankomen dat Bung Karno van plan was hem te passeren en de opdracht aan Yani te geven, iets waar de president als opperbevelhebber van alle strijdkrachten uiteraard bevoegd toe was. Dus: Suharto verbood Pranoto naar Halim te gaan, waar hij door de baas van Suharto naartoe was geroepen. Suharto pleegde op 1 oktober insubordinatie, of liever: ordinair hoogverraad. De meeste landen in de wereld bestraffen een dergelijk optreden met de kogel. Maar in Jakarta had Suharto de weg vrijgemaakt om 32 jaar lang in Indonesië aan de touwtjes te kunnen trekken. President Sukarno vaardigde op 1 oktober 1965 een decreet uit waarbij generaal Pranoto de tijdelijke bevelhebber van de landstrijdkrachten werd. Vier jaar na de coup schreef Suharto met de West-Duitser, O.G. Roeder een boek.Ga naar voetnoot8 Daarin stelde hij het voor alsof hij opzettelijk een loopje nam met het decreet van de president. Hij vaardigde Announcement No 002/PENG/PUS 1965 uit, eveneens op 1 oktober 1965, die zei dat er een contra-revolutionaire staatsgreep was geweest en dat hij, Suharto, de tijdelijke leiding van het leger op zich had genomen. Opmerkelijk is dat Suharto twintig jaar later een biografie het licht deed zien waarin hij zeer gedetailleerd op het incident rond generaal Pranoto inging. Hij was in 1969 ‘a weak, progressive oriented officer’, en ‘general Pranoto's promotion meant nothing in practical terms’ en dergelijke kleinerende opmerkingen. In 1989 schreef Suharto dat hij op 2 oktober 1965 door Bung Karno was ontboden naar paleis Bogor, waar de president, luchtmaar- | |
[pagina 95]
| |
schalk Omar Dani en anderen hem opwachtten. Sukarno maakte Suharto duidelijk dat hij zelf het bevel over het leger op zich had genomen en generaal Pranoto met de dagelijkse leiding had belast. Suharto schreef dat hij zich had weten te bedwingen, maar had geantwoord dat hij zelf de leiding van de landmacht op zich had genomen. ‘Ik heb dit initiatief genomen omdat het de gebruikelijke gang van zaken is dat ik, in het geval generaal Yani verhinderd is, altijd de aangewezen man ben om hem te vervangen.’ Maar om dualisme in de legerleiding te voorkomen, verzekerde hij Bung Karno dat hij vanaf het moment van hun gesprek de bevoegdheden van generaal Pranoto zou erkennen. Daarop gebeurde weer iets wat niet alleen typisch Javaans was, maar vooral ook helemaal Bung Karno: ‘Nee, dat was niet mijn bedoeling. Jij, Harto, blijft verantwoordelijk voor de rust en de orde.’Ga naar voetnoot9 Dat was een uitgesproken Sukarno-reactie, met begrip voor Suharto's teleursteling, dat de opperbevelhebber hem had gepasseerd, en met een zekere erkenning dat het waar was dat normaliter Suharto generaal Yani verving. Bapak wilde de vrede tussen de generaals bewaren met een oplossing op zijn Indonesisch, waar beiden zich in zouden kunnen vinden, én Pranoto, én Suharto. Maar dit zwakke compromis was slechts wishful thinking van de kant van de president: Suharto en Pranoto gunden elkaar nadien helemaal het licht in de ogen niet meer. Het fundamentele geschil tussen president Sukarno en Suharto, de coupgeneraal, was dat Bung Karno de Partai Kommunis Indonesia (pki) binnen de pantjasila democratie van Indonesië haar legitieme plaats wilde laten behouden. Naast de Masjumi, de Partai Nasional Indonesia (pni) en de strijdkrachten, later vertegenwoordigd in de Golkar-partij, diende de communisten in de optiek van Sukarno een eigen rol te spelen. Reeds in 1956, bij een ontmoeting tussen de president en - de toen nog kolonel - Suharto bij de Diponegoro-divisie, vroeg de officier het staatshoofd of hij niet bang was, dat de pki te machtig zou worden en uiteindelijk de pantjasila democratie omver zou werpen. Volgens Suharto antwoordde de president: ‘Jij, Suharto, bent militair, politieke kwesties zijn mijn zaken, laat die aan mij over.’Ga naar voetnoot10 Suharto gaf dit gesprek aldus weer, dat bij mij, Bung Karno kennende, plausibel overkomt. Maar die ontmoeting in Semarang heeft ongetwijfeld de kiem gelegd voor Suharto's opstandige gedrag later. Luitenant-kolonel Untung had op 1 oktober 1965 ‘The 30th September Movement Command’ uitgeroepen. De chaos in Jakarta was dan ook compleet. Dewi werd - vermomd - naar Halim gebracht en sprak met Bung Karno alleen. Voor mij is zij steeds een van de intelligentste, scherpzinnigste getuigen gebleven van wat er tijdens de coup werkelijk rond haar man is | |
[pagina 96]
| |
gebeurd. Zij is Suharto tot op de dag van vandaag als de grote verrader blijven zien en heeft die mening nooit onder stoelen of banken gestoken. Ik deel die mening volledig. Zij correspondeerde die woelige dagen intensief met de president en stond me toe twee, door Bung Karno met de hand geschreven brieven aan haar in Den vaderland getrouwe op te nemen.Ga naar voetnoot11 Herleid tot de essentie handelde de coup van 1965 in Jakarta over de vraag of de pki beteugeld en ingeperkt diende te worden of verder moest blijven groeien, zowel in ledental als aan politieke invloed. De meeste officieren hadden hun opleiding in de vs gehad. Juist in de jaren zestig had Bung Karno er een begin mee gemaakt om leden van het hogere kader, na terugkeer uit Amerika ook naar de school voor opperofficieren in Moskou te sturen, waarbij ik denk aan generaal Suhario Padmodiwirjo, die ik in Moskou leerde kennen en in 1994 in Jakarta voor het eerst weer zou terug zien. Ook binnen de strijdkrachten streefde Bung Karno ernaar om in de geest van Bandung, het hoogste kader te laten kennis maken met zowel the American way of life, als met the Soviet way of life. Het Indonesische leger was verdeeld in officieren die heilig in de vs geloofden - als Nasution en Suharto blijkbaar - en officieren als Yani en Omar Dani, die eveneens in de vs geloofden maar tegelijkertijd een open oog hadden voor de macht en de kracht van de andere supermachten en openstonden om over China en de Sovjet-Unie geïnformeerd te worden en vooral niet alleen op anticommunistische westerse propaganda af te gaan. De Raad van Generaals, als eerder uiteengezet een losse groepering van pro-Amerikaanse generaals, raakte geobsedeerd door ‘het rode gevaar’ en was bereid samen te werken met de cia en het Secret Team. De Sukarno-getrouwen behielden hun totale vertrouwen in diens balanceerkunst, zijn brugfunctie als staatshoofd om erop toe te zien dat links en rechts binnen de strijdkrachten elkaar niet in de haren zouden vliegen. Dipa Nusantra Aidit, secretaris-generaal van de Partai Kommunis Indonesia, nam in dit verband een sleutelpositie in. In 1960 bracht Bung Karno immers zowel Nasution als Aidit mee naar de topconferentie bij de vn in New York. Aidit vroeg me om met hem mee te gaan om een aantal boeken aan te schaffen. Omdat ik in New York woonde, dacht hij daarmee tijd te winnen. Ik ben toen een middag met hem opgetrokken, waarbij vanzelfsprekend ook zijn vriendschap met Bung Karno en de problemen met het leger ter sprake kwamen. Zo onsympathiek en achter-de-mouw-achtig als Nasution altijd bij me was overgekomen, zo straight en buitengewoon sympathiek beoordeelde ik Aidit. Zoals ik vroeger uitstekend had begrepen waarom Mohammed Hatta en Sukarno uiteindelijk de samenwerking beëindig- | |
[pagina 97]
| |
den, zo begreep ik in 1960 reeds waarom de band tussen Aidit en Sukarno zo sterk en onverbrekelijk was. Arnold Brackman, de voormalige New York Times-journalist en uitgesproken pro-Suharto- en anti-Sukarno-auteur van het boek The Communist Collapse in IndonesiaGa naar voetnoot12, schreef dat luchtmaarschalk Omar Dani de heer Aidit als ‘too intelligent’ beschouwde om ooit tegen Sukarno een opstand te ontketenen. Ik deel die mening volkomen. De visie op Moskou en Peking die Aidit mij in New York uiteenzette en zijn onverkorte steun voor de Bandungbenadering der internationale politiek gebaseerd op non-alignment overtuigde me volledig dat - indien men Indonesië en Sukarno met rust zou laten - er van een communistische dreiging in Jakarta geen sprake zou zijn. Bung Karno had Aidit en de pki in zekere zin genationaliseerd. Het intens gemene van de coup van 1965 was, dat Suharto en de zijnen - op sleeptouw genomen door de van angst en rode obsessies bezeten cia en het befaamde Secret Team uit Washington - het voorstelden alsof kolonel Untung en diens medestanders een pki-coup tegen Sukarno waren begonnen. Door de schuld te leggen bij de pki bereikte Washington in 1965-1966 in Indonesië, dat Suharto - die evenals Slobodan Milosevic over een eigen Arkan beschikte in de persoon van brigadier-generaal Sarwo Edhie - een massale slachtpartij begon onder pki'ers, Sukarnisten en Indonesische patriotten. Bovendien richtte hij op het eilandje Buru een concentratiekamp in voor meer dan 100.000 ‘ongewensten’. Druppelsgewijs werden deze politieke gevangenen van de pro-Amerikaanse generaals na tien of meer jaren vrijgelaten. Zij kregen echter een tjap op hun identiteitspapieren - zoals de nazi's joden een gele ster uitdeelden - opdat zij outcast in de samenleving zouden blijven. De Indonesische massa verkeerde in 1965 en de daaropvolgende jaren in diepe verwarring. In hun hart wisten de Indonesiërs dat er iets niet klopte. Hoe kon Bung Karno een pki-coup hebben gesteund? Opgezweepte en dolgedraaide moslims deden echter overal in het land aan de massaslachting door militairen mee.Ga naar voetnoot13 Slachtoffers werden met duizenden in de rivieren gesmeten. ‘The smiling general’ voerde een jaar lang de farce op dat ook voor hem Sukarno ‘the greatest leader of the revolution’ was gebleven, ‘whom we love and which proved the Great Leader of the Revolution's love to us all.’Ga naar voetnoot14 Intussen liet Suharto wel een aantal naaste medewerkers van de president - dr. Subandrio, Chairul Saleh en twaalf anderen - oppakken en achter | |
[pagina 98]
| |
de tralies zetten. Bovendien was hij 24 uur per dag bezig Bung Karno als staatshoofd weg te werken. In de zomer van 1966 arriveerde in Huis ter Heide een brief van luitenant-kolonel Sutikno Lukitodisastro, voormalig militair attaché in Washington - waar dit soort mensen traditioneel contacten met de cia onderhoudt - met de vraag of ik wellicht belangstelling had naar Indonesië te komen ter bijwoning van het proces tegen dr. Subandrio, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken.Ga naar voetnoot15 Carel Enkelaar van de nts-televisie bestudeerde de brief en zond mij begin oktober 1966 als chef d'équipe van een nts-team naar Jakarta. Sutikno bleek een van de belangrijkste medewerkers van Suharto te zijn geworden. Omdat ik de overste al tien jaar kende spraken we uitvoerig en vertrouwelijk over wat er sedert 1965 in Jakarta was gebeurd. Centraal stond, begreep ik, dat de coup gericht was geweest op het permanent uitschakelen van de communisten. Aidit was als een der eersten ergens op Java opgespoord en door de militairen van Suharto als een hond neergeschoten. Dat betekende niet alleen een verlies voor Indonesië, maar tevens een onherstelbare breuk in de pantjasila-constructie van het bestuur van de archipel. Een machtige poot van de stoel was weggeslagen. Zoals met de val van de Berlijnse muur en de ineenstorting van het communistische Kremlin de balance of power tussen Moskou en Washington, naar een kant zou doorslaan, namelijk naar die van de vs, de cia en het Secret Team, zo bezweek in 1965 links in Indonesië onder het gewicht van rechts, het leger, de cia en het Secret Team. In 1989 schreef Suharto een stuk dat hem andermaal als afgestudeerde hypocriet voor de geschiedenis zou neerzetten. Hij schreef dat in 1966 velen Bung Karno voor een buitengewoon militair gerechtshof wilden slepen of anders in de gevangenis wilden gooien. ‘Zelf was ik ervan overtuigd dat Bung Karno inderdaad zijn fouten had, zoals ook andere mensen, maar ik wist zeker dat hij geen pki-man was.’Ga naar voetnoot16 Waarom hebben Suharto en zijn coupgeneraals het dan in hemelsnaam in 1965 voorgesteld alsof er een door Bung Karno gesteunde pki-coup had plaatsgehad? Er was een simpele reden voor: Washington en de cia wilden dat de putchisten de pki zouden vernietigen. Suharto & co hebben zich in 1965 daar en daar alleen voor laten gebruiken. Sutikno deed die eerste dagen in oktober 1966 niet anders dan op me inpraten dat niemand Bung Karno wilde afzetten. Maar wat de president nu eigenlijk diende te doen, was de pki voor de poging tot een staatsgreep publiekelijk veroordelen. Ik dacht: Man, wat ken jij je eigen president slecht. Aidit | |
[pagina 99]
| |
was onmiddellijk op 1 oktober 1965 naar Halim gegaan om de president ervan te overtuigen dat de pki buiten de arrestaties van de generaals stond en dus geen coup had gepleegd. Sukarno zou zich in geen duizend jaar laten verleiden tot een misdaad van dit formaat en de pki onterecht de schuld geven van een staatsgreep waar die partij part noch deel aan had gehad. Daarnaast zou een veroordeling van de communisten door Bung Karno de slachting onder links met honderdduizenden hebben vermeerderd. Deze eis van de zijde van de coupgeneraals aan het staatshoofd was dus, dat begreep ik op het moment dat Sutikno ermee op de proppen kwam, totaal onacceptabel. |
|