In het land der blinden
(2001)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
10 Secret TeamOp 9 augustus 1962 haalde mijn vader in Huis ter Heide De Telegraaf uit de bus. Op de voorpagina stond een vette kop: ‘Nederlander gemengd in de zaak Cuba’. cia-agent Werner Verrips had een praatje gemaakt met Robert Kiek, toenmalig correspondent van dit blad in New York.Ga naar voetnoot1 Hoe De Telegraaf aan de begeleidende foto kwam die ik eens uit Jakarta aan Henk Hofland had gezonden, was me niet duidelijk. Mijn ouders stoorden zich zeer aan de voortdurende Telegraaf-campagne tegen mij, vooral omdat zij exact wisten hoe de vork in de steel zat. In een begeleidend hoofdartikel, getiteld ‘Misselijk geval’, stond te lezen: ‘Misschien wordt hij nu wegens zijn Cubaanse activiteiten uit Amerika uitgewezen. In Nederland zal hij wel weer toegelaten moeten worden. Wij zijn een ruimdenkend volk.’Ga naar voetnoot2 Ook in de vs was kritiek geuit op mijn bezoeken aan Cuba. Ik werd van de zijde van Cubaanse bannelingen ervan beschuldigd tijdens lezingentournees propaganda voor Fidel Castro te maken. Ik zond senator Kenneth Keating, voorzitter van het Senate International Security Committee, een telegram dat ik gehoord wenste te worden om deze bezopen aantijging te kunnen weerleggen. Op 30 november 1962 ben ik in Washington voor de commissie verschenen en mijn getuigenis werd in het Congressional Record opgenomen. Nadat ik de betrekkingen met buurman Verrips in Huis ter Heide had omgebogen van een gewapende vrede naar een amicale verstandhouding, ontstonden meer vertrouwelijke momenten, zoals toen hij me toevertrouwde, dat ook hij zich zeer had uitgesloofd om me uit de vs gesmeten te krijgen. Reeds op 12 februari 1957 zond ambassadeur Van Roijen zijn minister een geruststellend telegram met de boodschap dat hij ervoor had gezorgd dat indien ik naar de vs zou komen, de cia reeds had toegezegd zijn verzoek om mij ‘goed in de gaten te zullen houden’ uit te voeren.Ga naar voetnoot3 De geheime diensten hadden Verrips kennelijk ingehuurd als babysitter van mij, zoals George de Mohrenschildt dat voor Lee Harvey Oswald was geweest. En dit allemaal omdat ik regel één van de code voor de journalistiek had toegepast, om namelijk hoor en wederhoor ook op Sukarno van toepassing te doen zijn. Hierdoor was ik juister geïnformeerd dan anderen en dus gevaarlijker voor Den Haag, omdat ik meer dan anderen in een positie was het op bedrog gebaseerde beleid van Luns jegens Indonesië door te prikken. | |
[pagina 72]
| |
Omdat de stunt met Cuba mislukte, probeerde Verrips in 1962 een andere invalshoek. Hij legde een verklaring af voor de geheime diensten, dat ik eveneens in 1962 drie maanden in een Amerikaanse gevangenis zou hebben gezeten voor een zedendelict. Een nieuwe leugen dus. Maar nadat dit geheime bvd-stuk me in 1997 bij een wob-procedure onder ogen kwam, begreep ik nog beter waar mijn buurman 35 jaar eerder in Huis ter Heide onder meer mee bezig was geweest. Overigens moet hierbij meteen worden vermeld dat D. den Hertog, advocaat van minister Hans van Mierlo, deze uit de duim gezogen verklaring van Verrips in de recente procedure tegen Buitenlandse Zaken, onmiddellijk aangreep om de onderzoeksrechter B.C. Punt nog verder ten nadele van mij te beïnvloeden. Op 7 juli 1997 bracht Den Hertog het Verrips-stuk uit 1962 in de Haagse rechtszaal ter sprake. Op 8 juli 1997 beschuldigde ik hem ervan te hebben gelogen, omdat er maar één telefoontje voor nodig was geweest om te verifiëren dat ik nooit in de vs in de gevangenis had gezeten. Ik benadrukte die dag dan ook in Het Parool dat een advocaat die dergelijke stunten uithaalde, zelf in de bak hoorde. Hierop verklaarde Den Hertog eenvoudig tegenover de pers dat zijn interventie in de rechtszaal, waar ik met twee van mijn advocaten bij had gezeten, in het geheel niet zou hebben plaatsgehad.Ga naar voetnoot4 Omdat ik langzamerhand professor Van Hamels waarschuwing serieus begon te nemen en meer wilde weten over hoe zogenaamd open en democratisch gecontroleerde regeringen niet alleen smerige trucs als die van het kantoor van de Haagse landsadvocaat lieten passeren, maar ook hoe clandestiene operaties en bijbehorende oorlogsmisdaden kunnen plaatsvinden onder de neus van een volksvertegenwoordiging, bezocht ik jaren geleden kolonel L. Fletcher Prouty,Ga naar voetnoot5 indertijd liaisonofficier tussen het Witte Huis, de cia en het Pentagon. Fletch werkte aan ‘clandestine, covert, undercover and secret operations, highly classified’ voor zowel John Foster als Allen Dulles, verschillende ministers van Defensie en voorzitters van chefs van staven. In 1973 publiceerde hij The Secret Team.Ga naar voetnoot6 Zijn boek liep synchroon aan The Invisible Government met dit verschil: hij beschreef de onzichtbare potentaten van binnenuit, terwijl David Wise en Thomas Ross dit als journalisten van de zijkant hadden moeten doen. Prouty: ‘De opzienbarendste ontwikkeling in het management van betrekkingen van de vs met andere landen sinds de Tweede Wereldoorlog is het overnemen en naar zich toe trekken van meer en meer controle over militaire en diplomatieke operaties, zowel thuis als overzee, door personen | |
[pagina 73]
| |
wiens activiteiten geheim zijn, die over geheime budgetten beschikken en van wie de ware identiteit maar al te vaak eveneens geheim blijft.’ Dit is een der alinea's waarmee hij zijn opmerkelijke boek opende. ‘The Secret Team (st) consist of security cleared individuals in and out of the government who receive secret intelligence data gathered by the cia and the National Security Agency (nsa) and who react to those data, when it seems appropiate to them, with paramilitary plans and activities, with training and advising, and perhaps will lead into battle or actual combat.’ De kolonel vervolgde dat het st ‘is able when it chooses to topple governments, to create governments, and to influence governments almost anywhere in the free world.’ Inderdaad was het niet te bewijzen dat Rafael Trujillo, Ngo Dinh Diem, Dag Hammarskjöld, John F. Kennedy, Robert F. Kennedy, Martin Luther King - en deze lijst zou sinds Prouty dit boek in 1972 schreef aanzienlijk kunnen worden uitgebreid - door het st werden vermoord. Desalniettemin staat dit moordcommando in het teken van ‘the cult of the gun’. De basispsychologie van deze heren is ‘them’ versus ‘us’. ‘They do not like criticism, investigation, or history... some may wear a uniform and possess the rank of general or really belong with the cia and others may be as inconspicious as the executieve assistant to some Cabinet officer's chief deputy. Out beyond this ring is an extensive and intricate network of government officials with responsibility for, or expertises in, some specific field that touches on national security matters or foreign affairs’, aldus kolonel Prouty. Mijn Amerikaanse vriend benadrukte steeds dat ik het Secret Team vooral niet als een clandestiene supergroep van plannenmakers moest beschouwen en nog minder als een soort supergeheime generale staf. Hij schreef over het st: ‘Even more damaging to the coherent conduct of foreign and military affairs, the st is a bewildering collection of semi permanent or temporarily assembled action committees and networks that respond pretty much ad hoc to specific troubles and to flash-intelligence data inputs from various parts of the world.’ Fletch schreef de cia-Varkensbaai-invasie op Cuba dan ook voor een belangrijk deel toe aan het Secret Team in Washington. Zelf was hij via het Witte Huis en het Pentagon betrokken bij het op het allerlaatste moment afblazen van de gereedstaande bommenwerpers in Guatemala, die de huurlingen op de stranden van Cuba verlichting hadden moeten brengen. Volgens kolonel Prouty waren zowel president Harry Truman als generaal Dwight Eisenhower zich grondig bewust van het bestaan van het Secret Team in Washington ‘that will come up with operational schemes all the time and will seek approval for as many as it believes it can get away with’. Maar president Truman en Eisenhower verzetten zich met man en macht | |
[pagina 74]
| |
tegen ongecontroleerde wildgroei in geheime operaties van de cia. Om die reden had Eisenhower dan ook cia-operaties in Tibet, Laos en Indonesië (de Bukkitingi-cia-coup van 1958) stopgezet. Toen J.F.K. in 1961 op het Witte Huis kwam liep hij dus vrijwel meteen tegen de lamp met de door hem goedgekeurde geheime operatie tegen Cuba. Het st had, volgens Prouty, slimgebruik gemaakt van de onbekendheid van de Kennedy's met de modus operandi van de geheime diensten. Na het debacle bij Playa Giron ging J.F.K. zelfs zover om Allen Dulles te ontslaan, die jarenlang de geheime operaties van de vs had geleid. Het maakte overigens weinig verschil, want diens opvolger John McCone was een spymaster van hetzelfde laken een pak als zijn voorganger Dulles. Toch scheen J.F.K. na de les die hij in 1961 van Fidel Castro leerde, duidelijker in te zien, dat hij met ‘een regering binnen de regering’ te maken had in Washington, een regering die zich in het verleden op een aantal plaatsen in de wereld misdadig gedragen had. Toen president Sukarno in 1961 op het punt stond zijn werkkamer te betreden merkte hij bijvoorbeeld tegen zijn medewerkers van het Witte Huis op: ‘No wonder he does not like us very much. He has to sit down with people who tried to overthrow him.’Ga naar voetnoot7 Kolonel Prouty schreef ook dat president Kennedy zich ernstige zorgen maakte dat de inzet van de Amerikaanse militairen in Vietnam in een volledige landoorlog zou kunnen ontaarden. Hij besefte terdege dat zowel de cia als het st popelde om de Vietcong op de bek te gaan slaan. Dat J.F.K. er anders over dacht heeft een van zijn naaste medewerkers, Theodore Sorensen, in 1970 ook tegenover mij bevestigd.Ga naar voetnoot8 Volgens Fletch was de president akkoord gegaan met de eliminatie van de broers Diem omdat hij hen zag als een hinderpaal bij zijn voorgenomen plan om de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Zuidoost-Azië stap voor stap af te bouwen. Maar Ngo Dinh Diem en Ngo Dinh Nhu waren door het Secret Team uitgerekend in Saigon neergezet. Dus de executie van beide heren bezorgde de heethoofden van het st meer dan slapeloze nachten. Zij zonnen op bloedwraak. Niet alleen kwam J.F.K. zelf drie weken later om het leven, zijn opvolger Lyndon B. Johnson uit Texas liep braaf an de hand van het st en de andere permanent criminele elementen in het Amerikaanse machtsapparaat. Zij waren erop gericht om de oorlog in Vietnam maximaal op te voeren, van de 25.000 man onder J.F.K. in 1963 tot 600.000 man onder L.B.J.. Kolonel Prouty schreef: ‘Within thirty days after Kennedy's death all of this changed drastically.’ Diem stond J.F.K. in de weg zoals J.F.K. het Secret Team in de weg stond. | |
[pagina 75]
| |
Reeds op 21 december 1963 maakt minister van Defensie Robert McNamara bekend, dat sinds de coup bij de dood van de Diems de Vietcong de ene overwinning na de andere hadden geboekt. Terwijl Eisenhower, door schade en schande wijs geworden, had gewaarschuwd vooral nooit grondtroepen in te zetten op het vasteland van Azië, maakte McNamara die dag bekend dat U2-toestellen met spoed opnamen zouden gaan maken van wat er langs de grenzen van Vietnam met Laos en Cambodja aan de gang was, want voor infiltraties van de Vietcong vanuit die landen werd gevreesd. Eveneens op 21 december publiceerde oud-president Harry Truman een ernstige waarschuwing in de Washington Post: ‘For some time I have been disturbed by the way the cia has been diverted from its original assignment. It has become an operational and at times a policy making arm of the government... I never had any thought when I set up the cia that it would be injected into peacetime cloak-and-dagger operations. Some of the complications and embarrassment that I think we have experienced are part attributable to the fact that this quiet intelligence arm of the President has been so removed from its intended role that it is being interpreted as a symbol of sinister and mysterious foreign intrigue and a subject for cold war enemy propaganda.’ Dat Truman zijn noodkreet lanceerde binnen vier weken na de moord op J.F.K. in Dallas, werd door sommigen in Washington geïnterpreteerd als niet toevallig. Maar ook Amerika is een land der blinden, want ook daar redeneert de overgrote meerderheid van het publiek: het kan niet waar zijn dat we met z'n allen een punt hebben bereikt waarop iemand in dit land het in zijn hoofd zou halen de president te vermoorden. Dus Oswald was voor het grote publiek de moordenaar. Intussen is onomstotelijk bewezen dat Lee nooit van twee kanten op de auto van de president kan hebben gevuurd, dus dat ‘Dallas’ wel degelijk een complot was. Toen Oliver Stone dit met zijn film J.F.K. voor een ‘blind publiek’ probeerde duidelijk te maken, werd hij prompt door de beste stuurlui aan wal uitgefloten.Ga naar voetnoot9 Kolonel Prouty beschreef wat voor doortrapte streken er bijvoorbeeld ook jegens Jakarta werden uitgehaald. ‘Admiral Luther H. Frost, former director of Naval Intelligence, paid a very open and informal visit to Indonesia in 1958, at the same time that his boss, Chief of Naval Operations Arleigh A. Burke found himself in a most ambiguous position. US Navy submarines were operating clandestinely close to the southern coast of Sumatara, the largest Island of Indonesia, putting over-the-beach-parties ashore and providing certain supplies and communications for the cia-led operation against the government of President Sukarno. At the same time, Admiral Burke balanced his unenthusiastic support of the cia by putting his close | |
[pagina 76]
| |
confident and intelligence chief Admiral Frost on an informal and social temporary assignment to Jakarta.’Ga naar voetnoot10 Terwijl de ene admiraal zoete broodjes bakte bij Bung Karno en door het Indonesische staatshoofd gastvrij en serieus te woord werd gestaan op het Istana Merdeka, organiseerde een andere marinecommandant in Washington geheime operaties tegen Sukarno door met verraderlijke elementen binnen de Indonesische strijdkrachten samen te werken, hen met fraaie beloften om te kopen en met vereende krachten op het verkeerde pad te brengen. Admiraal Burke werkte hier als topman van de zichtbare regering samen met de cia, de onzichtbare regering. Prouty schreef in dit verband: ‘Thus we find strong leaders such as admiral Burke using his own Navy Intelligence arm his own way, while at the same time the Navy was rendering support to the cia in an operation that was very much on the other side of the coin. It was not in the interest of the Navy to become covertly engaged in Indonesia.’Ga naar voetnoot11 Kolonel Prouty gebruikte het voorbeeld van de cia-coup op Sumatra om aan te geven hoe de Amerikaanse inlichtingendiensten, zowel de zichtbare als de onwaarneembare, nauw samenwerken wanneer het gezamenlijke doel ermee gediend is, in dit geval om Sukarno afgezet te krijgen. Ik ontmoette hem in 1959 in Ankara en Kopenhagen, in 1960 in Wenen en New York: in 1961 in Los Angeles, Washington en New York. We spraken dikwijls onder vier ogen. Hij wist overigens maar al te goed, dat onze gesprekken vertrouwelijk waren en er geen letter van naar buiten zou komen. Duidelijk was echter dat Bung Karno steeds beter inzag waar Washington toe in staat was. Bij de verschijning van The Invisible Government van David Wise en Thomas Ross maakte ik de president, als steeds via ons geheime kanaal van generaal Suhardjo Hardjowardojo, als de bliksem attent op deze belangrijke publikatie. Het was dan ook amusant om in 1976 in David Wise zijn boek The American Police State te lezen dat de cia of de National Security Council via afluisteren van de Indonesische ambassade in Washington erachter was gekomen dat Jakarta twintig exemplaren naar Indonesië had laten komen. ‘Early in December,’ schreef Wise, ‘the cia reported that President Sukarno had ordered that copies be circulated among the cabinet members.’Ga naar voetnoot12 Een paar weken nadien had president Sukarno de Amerikaanse ambassadeur Howard Jones bij zich geroepen ‘and lectured him at length about the cia and quoted from our book to prove his points’. Wanneer men vervolgens op 29 februari 2000 de Jakarta Post openslaat en een foto aantreft van president Abdurrahman Wahid, geflankeerd door minister van Buitenlandse Zaken, Alwi Shihab, die Henry Kissinger warm de | |
[pagina 77]
| |
hand schudt, bekruipt mij, na vijftig jaar met het bijltje van het bestuderen van internationale oplichterspraktijken te hebben gehakt, een gevoel van diep onbehagen. Zijn Wahid en Shihab bezig opnieuw het wiel uit te vinden? Kissinger was feitelijk als tycoon in Jakarta, als lid van de raad van bestuur van het Amerikaanse bedrijf Freeport McMoran. Hij was ingehuurd om de president eraan te herinneren dat de Indonesische regering haar contracten in de goud- en koperwinningsindustrie op het voormalige Nederlandse Nieuw-Guinea diende te honoreren. De Jakarta Post vermeldde uiteraard niet het andere gedeelte van Kissingers instructies, namelijk Wahid duidelijk maken wat er zou kunnen gebeuren wanneer Jakarta de Amerikaanse wensen zou negeren. In Indonesië maakt men zich zorgen. PT Freeport Indonesia, de dochter van het Amerikaanse moederbedrijf, heeft namelijk reeds 13.300 hectare jungle en natuurgebied verwoest. De Regional Environmental Impact Management Agency (Bapedalda) van Irian Jaya wil paal en perk stellen aan verdere vernielingen door goud- en koper-contractors. De vierde president van Indonesië besloot de zakelijke visite van Henry met een van zijn gebruikelijke on the spur of the moment invallen. Wilde Kissinger persoonlijk adviseur algemene zaken van Abdurrachman Wahid worden? Ja dat wilde Henry wel, wiens hoogtepunt uit zijn carrière het persoonlijk adviseurschap van Richard Nixon was geweest, de man die het tot dusverre grootste schandaal uit de geschiedenis rond het Witte Huis creëerde, en wegens leugen en bedrog met zijn staart tussen de benen de plaat poetste - om nooit meer serieus te worden genomen. Kissinger accepteerde het aanbod van Wahid ‘uit vriendschap voor het Indonesische volk’. Henry is uiteraard niet van de eerste leugen gebarsten, dus een voorliefde voor Indonesiërs kon er ook wel bij. Hij rekent trouwens voor een praatje van een uur 150.000 dollar, en hoe diep de president voor diens speciale adviseur in de Indonesische staatskas zal moeten grijpen vermeldde de Post er niet bij. Verderop in deze reportage zal ik aantonen dat Henry Kissinger - mits met eenzelfde lat gemeten als Osama bin Laden, Saddam Hoessein en Slobodan Milosevic - als eersteklas oorlogsmisdadiger in Den Haag zou behoren terecht te staan - alleen al voor wat hij in Zuidoost-Azië op zijn kerfstok heeft, om van Chili en andere plaatsen nog maar niet te spreken. Wie weet laat president Wahid straks ook twintig exemplaren van mijn boek naar Jakarta komen om als lectuur aan te bevelen aan Alwi Shihab en andere leden van zijn kabinet. Wellicht wordt Henry dan weer de laan uit gestuurd. |
|