| |
| |
| |
Zoya Yankova
Professor Zoya Yankova werd in 1921 in de Sowjet-Unie geboren. In 1947
promoveerde zij in de geschiedenis aan de Moskouse staatsuniversiteit. Sindsdien
heeft zij aan verschillende instituten van de Sowjet-academie van wetenschappen
zich beziggehouden met de studie van sociale wetenschappen, zoals vraagstukken
aangaande gezinsverhoudigen, het dagelijkse leven van de Sowjet-burger en de
volkscultuur in het algemeen. Momenteel staat professor Yankova aan het hoofd
van een team onderzoekers aan het zogenaamde instituut voor concrete sociale
studies van de academie van wetenschappen. Zij heeft een zestigtal werken op
haar naam staan, waaronder Verandering in de structuur der
maatschappelijke rollen (1972) en De twintigste eeuw en
het gezinsvraagstuk (1973). Dit gesprek vond in Moskou in het instituut
voor concrete sociale studies plaats.
Indien in de Sowjet-Unie sociologie betekent het bestuderen van
sociale wetten die het menselijk gedrag bepalen, is dit dan waar uw
instituut zich in wezen mee bezighoudt?
Wij houden ons niet alleen bezig met deze activiteiten. Wij bestuderen ook de
behoeften, de interesse, de instelling van mensen, dat wil zeggen niet alleen de
realisering van plannen, maar wij stellen ook onze eigen plannen op,
levensplannen, familieplannen enzovoorts. Dat zou een nadere precisering zijn.
Ons instituut houdt zich bezig met de problemen van de sociologie van de arbeid,
de sociale structuur van de Sowjet-maatschappij. Ook met problemen betreffende
de arbeidstijd, de vrije tijd, de sociologie, bijvoorbeeld van het gezin, ook de
dagelijkse levenswijze hiervan, of met de openbare mening. Er zijn dus tal van
onderwerpen die wij bestuderen.
Is het zo, dat de Sowjet-sociologie het gedrag van de mens beschouwt
als een sociaal systeem dat met elkaar verweven is als een tapijt?
Dat is een vraag met twee kanten. Enerzijds bestuderen wij de innerlijke
structuur van het gezin. Met de innerlijke structuur willen wij zeggen, de aard
van relaties in het gezin tussen echtgenoten, tussen echtgenoten en kinderen of
tussen kinderen onderling. Dit is éen kant. Aan de andere kant bestuderen wij
het verband van het gezin met andere doorsneegezinnen, met de collectiviteit,
dus in brede zin, met bijvoorbeeld de buren.
Bovendien bestuderen wij het gezin in relatie tot het systeem van andere
maatschappelijke groepen, dat wil zeggen: wij bestuderen de structuur van
inwendige en uitwendige relaties, dus niet alleen de relaties
gezin-maatschappij, maar ook innerlijke gezinsrelaties.
In welke relatie staat uw werk tot de staat? Met andere woorden, hoe
leert u kinderen om naast het gezin geïntegreerd te raken in de
maatschappij?
Wij sociologen van het gezin zijn van mening, dat het meest optimale
opvoedingssysteem bestaat uit een organisch samengaan van | |
| |
opvoeding
in het gezin met de maatschappelijke opvoeding. Onder het Sowjet-bestuur heeft
zich een opvoedingssysteem gevormd, dat uit drie elementen bestaat: het gezin,
de school en de maatschappij. Gezin, school, maatschappij - school,
maatschappij. Het gezin, dat is duidelijk, dat is de gezinsvorm van opvoeding.
De school is ook duidelijk. Iemand gaat naar school of een instelling voor
kinderen, bijvoorbeeld een internaat of crèche. Maar hiernaast hebben wij
maatschappelijke kringen gevormd, die ook hun invloed hebben. Wat deze kringen
zijn? Wel, een stad is bij ons verdeeld in districten, terwijl een district
verdeeld is in microdistricten. Elk van deze kleine microdistricten omvat
ongeveer 12 000 inwoners. Ieder microdistrict wordt bestuurd door een kantoor,
dat men een administratief bestuur noemt: een zjek.
Dit kantoor verzorgt de exploitatie van woningen bijvoorbeeld. In de zjek worden raden gevormd, coördinerende raden uit de samenleving.
Zo'n coördinerende raad omvat enerzijds de bewoners van een huis dat onder de
zjek valt. Ten tweede pedagogen van de scholen uit het
microdistrict, laten we zeggen, de directeur van de school, verder uit leiders
van ondernemingen, die functioneren op het grondgebied van de zjek. Er ontslaat dus een typisch coördinerende raad, die ook op basis van
de woonplaats meedoet aan de opvoeding van kinderen. Als de kinderen niet in het
gezin of op school zijn, maar buiten spelen, den assisteert deze coördinerende
raad, bij het bezighouden van de kinderen. De raad organiseert clubjes in het
kantoor van de zjek, zorgt voor excursies met de kinderen,
organiseert kinderkamers, en dit alles heeft tot resultaat dat een kind bij ons
wordt opgevoed door het gezin, de school en door deze brede kringen uit de
samenleving, die gezamenlijk functioneren op het grondgebied van de zjek, waar het gezin woont. Dit systeem, dat bestaat uit de drie
elementen: school, gezin, samenleving, is volgens ons het meest optimale
systeem.
En de staat?
Dit is een algehele opvoeding die indirect wordt georganiseerd door de staat. Zij
correspondeert rechtstreeks met de gezinsopvoeding en wat wij zouden kunnen
noemen de samenlevings-opvoeding van de zjek. Bij ons is de
staatsopvoeding een van de elementen uit het gehele opvoedingssysteem.
Ziften er sociologen in de zjek?
Daar doen wij ons best voor om die erin te brengen. Er is in ieder geval een
pedagoog, die een vast salaris ontvangt. Hij zetelt in het kantoor van de zjek. Zijn voornaamste functie bestaat in het letten op de
kinderen van die zjek als zij niet op school of niet in het
gezin zijn, dus in hun vrije tijd.
En psychologen?
In principe, maar niet alle zjek's beschikken nog over een
beroeps-psycholoog. In ieder geval heeft iedere kring wel een sociologische | |
| |
dienst, dat wil zeggen, er wordt voortdurend onderzoek verricht
naar de behoeften van de bevolking van de zjek.
Tot wie wenden de kinderen zich met hun problemen?
Zij gaan naar hetzij de pedagoog-opvoeder in de school - als een kind een of
andere moeilijkheid in het gezin heeft - of ze gaan naar de pedagoog van de zjek, die hun leiding geeft. Zodoende is bij ons een nieuwe
opvoedkundige vorm ontstaan. Op het grondgebied van de zjek
worden verder afdelingen van kinderen van diverse leeftijden gevormd, afdelingen
verdeeld in oudere scholieren, middelbare scholieren en jongere scholieren.
Aan het hoofd staan oudere scholieren, gewoonlijk leden van de Komsomol. Deze
afdelingen van verschillende leeftijden worden omgevormd tot een opvoedkundige
cel, waarin alle kinderen die op het grondgebied van de betrokken zjek wonen, ten eerste hun vrije tijd kunnen doorbrengen. Ze komen
daar hun huiswerk maken. Als ze dat niet zelf af kunnen, krijgen zij uitleg van
oudere scholieren. Ze maken gemeenschappelijk uitstapjes, die op een of andere
manier ook beantwoorden aan de behoeften van de kinderen, waaraan niet in het
gezin of op school beantwoord kan worden.
Wij hebben een onderzoek ingesteld in twee zjek's, in het
district waarin ons Instituut is gevestigd. Mijn groep op het gebied van
gezinsproblemen heeft een speciaal sociologisch onderzoek ingesteld om te
bestuderen op welke wijze het leven in een zjek wordt
georganiseerd, op welke wijze de opvoedkundige activiteit gerealiseerd wordt;
wat de behoeften van de mensen zijn; hoe zij hun vrije tijd in het gebied van de
zjek willen organiseren, ook buiten de grenzen van de zjek. Er wordt nagegaan aan welke vorm van voorziening in de
dagelijkse behoeften zij de voorkeur geven, wat hen in de huidige voorziening
bevredigt of niet bevredigt; welke nieuwe dagelijkse levensvormen er bij hen
ontstaan. Ik zou iets kunnen vertellen over de resultaten van dit onderzoek in
ons district - het Tsjerjomsk-district van Moskou.
Dit district wordt verdeeld in 28 zjek's, dus alleen al op het
grondgebied van dit ene district. Ons concreet sociologisch onderzoek heeft
aangetoond dat een groot deel, een groot percentage van de bevolking er
bijvoorbeeld de voorkeur aan geeft zijn vrije tijd in het eigen district door te
brengen. Mensen in een grote stad worden moe van eindeloos heen en weer reizen
of van geregelde reizen naar het centrum. Als we geen rekening houden met
theaters, zoals het Bolsjoi of andere unieke theaters, die in andere districten
of in het centrum gelegen zijn, of met centrale bibliotheken, waarvoor men
speciaal naar een bepaald district moet, dan blijven er bepaalde kleinere vormen
van het dagelijkse leven bestaan, waarvan het gewenst zou zijn ze met name in
het microdistrict te ontwikkelen. Welke vormen dit zijn? De mensen spreken
bijvoorbeeld de wens uit dat er in de zjek verschillende
rondetafels georganiseerd worden - zo noemen wij dat: rondetafel. Dat is het
geval als zich een probleem voordoet, dat | |
| |
de bevolking
interesseert, bijvoorbeeld de opvoeding van de kinderen in de zjek als ze geen school hebben of in huiswerktijd. De bevolking heeft de
wens uitgesproken dat geregeld - eens per maand, eens per anderhalve maand - in
de club van de zjek (men beschikt er over een grote clubkamer)
een rondetafel georganiseerd wordt, een bijeenkomst, waarop specialisten en ook
pedagogen van scholen worden uitgenodigd.
Op zo'n bijeenkomst worden de problemen besproken, op welke wijze men de kinderen
in hun vrije tijd het beste kan bezighouden, zodat hun culturele peil verhoogd
wordt, en zij niet eindeloos op straat rondslenteren.
Een ander probleem dat de mensen blijkens ons concreet sociologisch onderzoek
interesseert bestaat erin, dat men graag rondetafel-bijeenkomsten zou willen
bijwonen om problemen van de organisatie van het leven van gepensioneerden te
bespreken. In een grote stad als Moskou, en in de andere steden van de wereld,
bevindt zich een groot aantal mensen dat met pensioen gaat. Als zij eenmaal met
pensioen zijn kunnen zij zich de eerste tijd niet aanpassen aan deze nieuwe
levenswijze, en de bevolking zou graag lezingen aanhoren speciaal over dit
onderwerp. In plaats van speciale literatuur over dit onderwerp te lezen, geeft
men er de voorkeur aan bij een rondetafel samen te komen om te bespreken op
welke wijze in hun zjek, in de zjek waarin
zij wonen, de jeugd de gepensioneerden zou kunnen helpen, hun bepaalde diensten
zou kunnen bewijzen, bijvoorbeeld door Timoer-brigades die op lal van plaatsen
in het leven zijn geroepen. Deze brigades werden voor het eerst tijdens de
oorlog georganiseerd. Nu organiseert men opnieuw in heel Moskou Timoer-brigades,
waarin kinderen de lasten van hulp aan ouderen, met name aan gepensioneerden, op
hun schouders nemen. De mensen, willen dus aan een rondetafel bespreken wat ze
kunnen doen om de gepensioneerden in staat te stellen prettig uit te rusten op
het grondgebied van de zjek; om te bepalen wat ze graag willen
zien, naar welke lezing ze willen luisteren enzovoorts. Dit is dus het tweede
probleem, het probleem van de gepensioneerden.
Een andere wens: men wil aan de rondetafel bespreken op welke wijze men het best
kan voorzien in de dagelijkse behoeftenbevrediging van de bevolking. Iedereen
wil zijn district goed inrichten en de krachtsinspanning van alle bewoners van
de zjek zo organiseren, dat er bijvoorbeeld bloemen worden
geplant in het grondgebied van de zjek, dat er groen komt, dat
er mogelijkheden worden geschapen om naar muziek te luisteren.
Bent u zelf een sociologe?
Neen, van huis uit ben ik historica. Tot dusverre hadden wij geen speciale
sociologische opleiding aan onze universiteiten. Ik liep de historische
faculteit af en deed mijn kennis in de sociologie door zelfstudie en het volgen
van speciale cursussen later op.
| |
| |
Bestaat uw staf uit jongens- en meisjesstudenten?
Inderdaad. Mijn groep bestaat uit leerling-studenten en jonge medewerkers,
jongens en meisjes, terwijl wij bovendien studenten ter beschikking hebben bij
ons praktisch werk, economen, statistici, studenten in de geschiedenis en de
filosofie.
Hoeveel mensen zijn er in uw studiegroep?
Negen.
Bestaat dit systeem van zjek's ook op het
platteland?
Ja, in de landbouw - de sovchozen, de kolchozen splitst men ook op in aparte
‘nederzettingen’ als het een groot dorp betreft. Het dorp wordt dan in
afzonderlijke delen gesplitst, die op hun beurt het hele opvoedkundige leven
organiseren binnen hun... Hoe moet ik dat zeggen? Daar heet het geen zjek, maar het is eveneens een territoriale eenheid van de
bevolking.
Als het een kleine nederzetting betreft, dan bestaat daar een dergelijke
administratieve indeling niet. Als het een grote nederzetting betreft, wordt
deze in administratieve delen gesplitst.
Wat doet uw Instituut in betrekking tot de studie van vrouwelijke
arbeiders in de Sowjet-Unie? Ik begrijp dat dertig percent van alle
werkenden in uw land vrouwen zijn.
Neen, dit cijfer is eenenvijftig percent.
Mijn groep die zich bezighoudt met de problemen van het gezin, houdt zich
uiteraard ook bezig met het probleem van de vrouw, want de factor van het
werkzaam zijn van de vrouw in de maatschappelijke produktie, zien wij als een
zeer belangrijke factor van verandering van het gezin. Deze werkzaamheid heeft
namelijk sterke invloed op de structuur van het gezin, op de structurele
relaties binnen het gezin of op het gezag van de vrouw gezien door de ogen van
haar man, en op haar gezag ten opzichte van de kinderen. Hier hebben wij te doen
met het verschijnen van nieuwe gezinsrollen. Daarom vinden wij dat deze factor
van betrokkenheid van de vrouw bij de maatschappelijke produktie, bezien moet
worden als een specifieke en zeer belangrijke factor op het gebied van de
verandering van het gezin en van de levenswijze in het algemeen.
Van dit hoge cijfer, 51%, zou ik geneigd zijn te concluderen dat
kinderen in uw land meer door vreemden dan in gezinsverband worden opgevoed.
Er zullen zich dus waarschijnlijk verschuivingen voordoen in hun affectieve
relaties, en hoe beïnvloedt dit alles de wezenlijke verhouding tussen ouders
en kinderen?
In de literatuur, vooral vanuit het buitenland, vindt men dikwijls het standpunt,
dat emotionele banden in het gezin vernietigd zouden worden doordat zowel de man
als de vrouw een zeer groot deel van hun tijd in het maatschappelijke
produktieproces doorbrengen of deelnemen aan het politieke leven en dat de
kinderen daardoor eigenlijk | |
| |
aan zichzelf zouden worden overgelaten.
Onze sociologische onderzoekingen hebben een heel ander beeld opgeleverd. Het
verband tussen een en ander blijkt veel gecompliceerder te zijn. Onze
onderzoekingen hebben aangetoond dat de tijd, die ouders en kinderen samen
doorbrengen, korter wordt gemaakt, maar daartegenover wordt de gevoelswaarde en
de inhoud van de gezinsrelaties verdiept. Niet alleen de emotionele bindingen
worden versterkt, maar ook de inhoud van die bindingen verandert in het algemeen
de verstandhouding tussen ouders en kinderen. Hoe gaat dit in zijn werk?
Inderdaad zijn de vader en moeder op doordeweekse dagen, op werkdagen, zeven uur
of zelfs acht uur van huis weg en brengen zij hun tijd door in de
maatschappelijke produktie. De kinderen zijn in de loop van die tijd hetzij op
school, hetzij in een internaat, of zij zijn intussen bij andere familieleden.
Ze gaan dikwijls uit of spelen binnen het grondgebied van de zjek. Ouders komen inderdaad pas 's avonds thuis om samen met hen te eten,
maar hier staat tegenover dat gedurende de rest van de dag die zij samen
doorbrengen - dit is aangetoond door het onderzoek en geen speculatieve
conclusie - dat zij gedurende de uren die zij's avonds samen doorbrengen, hun
best doen om nieuwtjes met elkaar uit te wisselen. De ouders vertellen hoe het
op hun werk gaat. De kinderen vertellen wat er op school is gebeurd. De ouders
proberen als het ware de lessen te controleren. Zij wisselen hun mening uit over
gelezen boeken, over films die zij gezien hebben. Dit is een andere kant van de
zaak. Daardoor wordt de intensiteit van de relaties vergroot, hoewel zij op
werkdagen uiteraard - toch weinig tijd hebben elkaar te zien. Daar staat
tegenover dat op zaterdagen en zondagen - wij hebben twee vrije dagen - een
steeds toenemend aantal gezinnen de tijd met de kinderen doorbrengt. Ze gaan
samen op stap, bezoeken theaters, gaan naar musea, brengen de vakantie samen
door. Als we dus over het hele jaar zouden rekenen, dan komen we tot de
conclusie dat de hoeveelheid gemeenschappelijke tijd in wezen niet korter wordt,
en dat de onderlinge relatie intenser wordt en de emotionele kant van deze
relatie sterker wordt.
Bovendien hebben werkende vrouwen meer gezag bij hun kind. Het kind kan nu bij
zo'n vrouw antwoord krijgen op vele maatschappelijke vragen. Tenslotte wordt de
rijkdom van een mens bepaald door zijn rijkdom aan maatschappelijke contacten.
Tweeënzeventig percent van de onderzochte gezinnen brengt nu de zaterdagen en
zondagen of de vakanties met de kinderen door.
Denkt u dat de Sowjet-gezinnen tegen het jaar tweeduizend steeds
kleiner zullen worden? Hoe zal het toekomstige gezin in Rusland eruit gaan
zien?
Weet u, het gezin is een zeer specifieke cel. Aan de ene kant wordt het gezin
bestuurd door onze wetgeving, door normen, door tradities, zoals dit ook met
andere cellen van de maatschappij gebeurt. Aan de andere kant heeft het gezin
een veel groter soortelijk gewicht bij relaties, die gebaseerd zijn op emoties,
op gevoelens van liefde, | |
| |
achting, of op wederzijds begrip. Dit
specifieke karakter van het gezin staat het volgens mij toe van mening te zijn,
dat naarmate de maatschappij als geheel en de mens zelf meer vervolmaakt wordt,
naarmate de persoonlijkheid van de mens beter wordt gevormd, da betekenis van
die spontane bindingen gebaseerd op emoties, op achting en liefde, steeds meer
zal groeien, terwijl de betekenis van de normen en tradities, die in het
verleden alle rollen (functies) en relaties op strenge wijze reglementeerden,
zal afnemen. De groei van de beschaving van de mens zal de groei betekenen van
emotionele relaties, van onderling begrip, van onderlinge steun, van wederzijdse
hulp. De realisatie van gemeenschappelijke doeleinden zal eveneens een grotere
betekenis krijgen.
Ten tweede geloof ik dat wij op het ogenblik reeds gedurende een vrij lange tijd
een vermindering van de grootte van gezinnen waarnemen. Op het ogenblik is de
gemiddelde omvang van ons gezin 31/2 persoon, dat wil zeggen: sommige gezinnen
bestaan uit vier personen, andere uit drie. Misschien zal in de toekomst de
omvang van het gezin iets toenemen, want ik geloof dat de behoefte aan kinderen,
aan eenheid met naaste bloedverwanten en aan liefde, ieder jaar meer betekenis
zal krijgen, want naarmate persoonlijke behoeften meer groeien, zal ook de
omvang van het gezin iets groeien. De optimale omvang van een kleine groep is
toch wel vijf à zeven personen. Mijn mening is voorlopig niet op berekeningen
gebaseerd, maar op het feit dat de mens bij toeneming van zijn emotionele
beschaving, een toenemende behoefte zal voelen aan solide, emotionele
familiebindingen.
Maar de wereld zal in het jaar tweeduizend wellicht zeven miljard
zielen tellen. Hoe kunnen wij al die mensen voorzien van voedsel en
werk?
Ik geloof niet dat de omvang van het gezin aanzienlijk zal toenemen. Een deel van
onze republiek heeft te weinig mensen voor de produktie - daarom geloof ik, dat
als wij dit bevolkingsprobleem uitsluitend binnen de grenzen van ons land zouden
oplossen, er voorlopig geen gevaar voor ons land bestaat van een te grote
bevolking. Bovendien geloof ik niet dat de omvang van families, vooral wat het
aantal kinderen betreft, sterk zal groeien, want door verbetering van de
woongelegenheid en het hele leefklimaat waarnaar wij streven en in verband met
een toeneming van de totale materiële welvaart, zal het aantal families dat niet
twee, maar drie generaties omvat, groter worden. Dat wil zeggen: veel
grootvaders en grootmoeders zullen in de toekomst, als de woonvoorwaarden dat
toestaan, naast of in de directe omgeving van hun kinderen en kleinkinderen
blijven wonen. Ook hierdoor zal de omvang van de familie als zodanig toenemen.
Mochten er wat meer kinderen zijn dan éen kind per gezin, dan zal dat de
algemene omvang van het gezin ook niet sterk doen toenemen, maar zal dat volgens
mij wel tot gevolg hebben dat het emotionele peil van het gezin zal worden
verhoogd. Wij hebben republie- | |
| |
ken waar per gezin vijf of zes
kinderen zijn. Daar zal het aantal kinderen wellicht iets
afnemen. Dit zijn republieken zoals Azerbeidzjan en in het
algemeen de republieken van Midden-Azië en de Kaukasus - de
oostelijke republieken. Maar in delen van de republiek,
zoals de Baltische gebieden of in centrale steden zoals
Moskou en Leningrad, bevindt zich een groot percentage
gezinnen met maar éen kind. In deze republieken en steden
zal het aantal kinderen integendeel iets stijgen, en op zo'n
manier wordt het gemiddelde van het gehele land iets
genivelleerd, waardoor de totale omvang niet belangrijk zal
toenemen.
In het algemeen zal men hier een
progressief proces kunnen waarnemen, omdat ik er in mijn
hart van overtuigd ben dat het emotionele, psychologische en
morele klimaat in dergelijke gezinnen beter zal worden.
Een deel van onze vrouwen, die de daarover handelende
romans, waaronder ook westerse romans gelezen heeft, heeft
ons sociologen de volgende vraag gesteld: heeft zo'n
betrekken op grote schaal van de vrouw in de
maatschappelijke produktie en in het maatschappelijke
politieke leven geen negatieve invloed op de verhoudingen in
het gezin? Om het antwoord op deze vraag te vinden hebben we
dus een sociologisch onderzoek ingesteld. Dit onderzoek
heeft concreet aangetoond dat in de gezinnen, waarin de
vrouw werkzaam is in het maatschappelijke produktieproces en
zich bezighoudt met interessante arbeid, met werk dat inhoud
heeft, het emotionele klimaat beter is. De man staat veel
beter tegenover zo'n vrouw. Hij helpt haar meer in het
huishouden of bij de opvoeding van de kinderen, houdt meer
rekening met haar mening en bovendien speelt de vrouw in
zulke gezinnen een nieuwe gezinsrol. Niet alleen, zoals
vóor de revolutie, de rol van bediening van het gezin, maar
de rollen van organisatrice in huis, organisatrice van de
vrije tijd; de rol van een mens, die voor het gezin sociaal
belangrijke besluiten neemt, die het lot van de kinderen
bepaalt, en meer van zulke zaken. Het resultaat van het
inhoudrijke werk buitenshuis heeft dus geen negatieve
invloed op de innerlijke structuur van de gezinsrelaties,
maar vormt integendeel een echt gezinscollectief. Hiervan
getuigt het sociologische materiaal. Dit is bovendien nog
niet alles. Er is verder gebleken dat veel geleerden, en in
het bijzonder journalisten, twee begrippen met elkaar
verwarren: het begrip van gezinsgelijkheid en het begrip van
de vaderrol. Daarom is een aantal geleerden van mening, dat
alle problemen in het gezin opgelost zullen worden als de
man en de vrouw in het gezin volkomen gelijke rollen zullen
vervullen, een gelijke functie zullen hebben. De man wast de
ene luier, de vrouw de andere. De man ruimt de ene helft van
de kamer op, de vrouw de andere. Dit om de zin aan te geven
van hetgeen ik bedoel. Zweedse sociologen hebben zelfs
schertsenderwijs het probleem zo gesteld: ‘Kan de vader
moeder zijn?’ Zij zijn van mening dat als de vader moeder
kan zijn, dit dan volledige gelijkheid betekent. Wij denken
daar anders over. Volgens ons moet gelijkheid die vorm
hebben, dat de vader zijn rol- | |
| |
len van vader
vervult en vader blijft, terwijl de moeder moeder blijft,
maar dat alles tussen hen geregeld wordt op basis van een
verstandige afspraak, van onderlinge hulp en steun. Als mijn
man vandaag meer tijd besteedt aan zijn werk, dan besteedt
hij vandaag minder tijd aan zijn gezin, of omgekeerd. Dat
wil zeggen: alles wordt gebaseerd op wederzijdse hulp, op
onderling begrip, en op liefde. |
|