Grenzen aan de groei. Deel 2
(1974)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd50 gesprekken over het rapport van de Club van Rome
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hideo ShimaHideo Shima werd 20 mei 1901 in Osaka geboren. Hij promoveerde in 1925 aan de universiteit van Tokio in de mechanische natuurkunde. De heer Shima bouwde zijn uitzonderlijke carrière in dienst van de Japanse spoorwegen en wordt beschouwd als de architect van de Shin Kansen, de supersnelle en hoogste comfortabele treinen, die de grote steden van Japan met elkaar verbinden. In 1969 werd hij tevens benoemd tot president van de nasda, de National Space Development Agency. De Britse historicus Arnold Toynbee zei mij, dat de aandacht die de mens aan de ruimtevaart besteedt volgens hem verloren tijd en moeite is. Mensen doen vaak dingen die misschien niet onmiddellijk vruchten afwerpen, maar die op een dag misschien wel uiterst nuttig voor de toekomst van de mensheid als geheel zullen blijken.
Ondanks dat zijn veel mensen van mening dat er kapitale sommen worden verspild die beter zouden kunnen worden aangewend om de levensomstandigheden van de honderden miljoenen armen op deze wereld te verbeteren. Misschien is het economisch gezien inderdaad wel een verspilling om honderden miljoenen aan ruimtevaart te besteden, maar tegelijkertijd verwerft de mens belangrijke nieuwe kennis. Tenslotte moeten wij voortdurend proberen nieuwe kennis te vergaren, zelfs wanneer dit op het eerste gezicht verspilling lijkt. Pas achteraf, na een groot aantal jaren, kunnen wij er zeker van zijn of onze ruimtevaartprogramma's inderdaad verspilling zijn geweest.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In juni 1973 schreef de Japanse eerste minister Kakuei Tanaka: ‘Nu wij sinds februari 1970 met succes vier wetenschappelijke satellieten gelanceerd hebben, staan wij op de drempel van de belangrijkste fase van ons ruimtevaartprogramma die in het fiscale jaar 1975 een aanvang neemt en bestaat uit de lancering van een reeks experimentele satellieten die de voorbereiding vormen van een operationeel satellietsysteem.’ Kunt u ons iets over het programma van het n.a.s.d.a. vertellen? Het gemakkelijkste kan ik u het programma van het n.a.s.d.a. uiteenzetten aan de hand van nevenstaand overzicht.
De Britse geleerde Freeman Dyson, die aan de Princeton-universiteit verbonden is, gelooft dat ruimtevaartreizen in de toekomst goedkoop zullen worden. Hij heeft het zelfs over het ‘groenen van de melkweg’. Nee, dat is volgens mij alleen maar science fiction. Tenslotte impliceert het woord ‘reizen’ iets wat binnen een normaal gezinsbudget ligt.
In 1977 lanceert Japan zijn eerste geostationaire satelliet? Volgens ons programma zal de experimentele communicatiesatelliet inderdaad in 1977 gelanceerd worden. Wij beogen daarmee de volgende doeleinden: het demonstreren van onze technologische capaciteiten wat het lanceren van geostationaire satellieten met behulp van N-raket-ten betreft, en daarnaast het uitvoeren van ruimtecommunicatie-experimenten binnen een zeer klein frequentiegebied.
Japan heeft aan vele internationale ruimte-experimenten deelgenomen, maar ik merkte op dat verreweg de meeste bilaterale akkoorden de Verenigde Staten als partner hebben. Heeft Japan ook vergelijkbare overeenkomsten met de Sowjet-Unie? Tot dusverre heeft Japan geen bilaterale akkoorden met de Sowjet-Unie. De uitwisseling van ruimtevaartgegevens met Sowjet-geleerden vindt voornamelijk plaats via onze deelname aan internationale aktiviteiten zoals c.o.s.p.a.r. en i.n.t.e.l.s.a.t.Ga naar voetnoot1
Ik merkte op dat n.a.s.d.a. zich bijvoorbeeld bezighoudt met de ontwikkeling van de N-raket, een drietraps N-lanceringsvaartuig, dat voor de lancering van de zogenaamde technische proefsatellieten dient. Japans ruimtevaartbegroting bedroeg voor 1973 niet meer dan 140 miljoen dollar. Houdt dit in dat de Japanse ruimtevaartgeleerden zich nog steeds uitsluitend richten op ruimteonderzoek voor vreedzame doeleinden? Ja, al onze ruimtevaartgeleerden houden zich uitsluitend bezig met ruimteonderzoek voor vreedzame doeleinden.
Maar zou het gezien de Japanse deskundigheid op ruimtevaartgebied niet zeer eenvoudig zijn om over te schakelen op het militaire gebruik van de ruimte? De Japanse eilanden en het soevereine luchtruim van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uw land worden nog steeds uitsluitend door het ultramoderne wapenarsenaal van de Verenigde Staten beschermd. Of heeft Japan inmiddels een deel van deze verdediging op zich genomen? Er zijn absoluut geen plannen om onze kennis van de ruimte voor militaire doeleinden aan te wenden.
Beschikt Japan in 1975, het jaar dat de Japanse ruimtevaartactiviteiten tot volle ontplooiing komen, over genoeg ruimtevaarttechnici? Is de belangstelling van de studenten voor ruimteonderzoek voldoende en in opgaande lijn? De jongere generaties vertonen tegenwoordig naar het schijnt meer neiging om zich met aardse dingen bezig te houden, zoals met sociale wetenschappen, psychologie of hersenonderzoek. Het aantal ruimtevaarttechnici neemt in Japan jaarlijks toe. Misschien hebben wij er in 1975 nog niet helemaal genoeg, maar waarschijnlijk is de tijd niet ver dat wij aan alle vereisten voor een volledige uitvoering van ons ruimtevaartprogramma kunnen voldoen. Wat de algemene neiging van de nieuwe generaties studenten betreft, heeft u misschien wel gelijk, maar dat neemt niet weg dat de belangstelling voor ruimteonderzoek groot is en nog steeds groter wordt.
Omdat u niet alleen voorzitter van het Japanse ruimtevaartproject bent, maar ook initiatiefnemer van het nu wereldberoemde Shin Kansenspoorwegsysteem, lijkt het mij nuttig om nu naar de aarde terug te keren. Op 1 oktober 1964 werd de nieuwe Tokaidolijn (n.t.l.) tussen Tokio en Osaka geopend. September 1972 hadden deze treinen een half miljard passagiers vervoerd zonder dat er ook maar éen reiziger was verongelukt. De snelheid die deze treinen bereiken ligt tegen de 210 kilometer per uur. Eén van de manieren waarop u dit spectaculaire succes hebt behaald, was door scheiding van het treinverkeer, zoals er ook op snelwegen aparte banen voor langzaam en snelverkeer zijn. Op de Shin Kansen-lijn tussen Tokio en Osaka rijden per dag meer dan honderd exprestreinen in beide richtingen. Dit drukke verkeer van ultrasnelle treinen is alleen mogelijk wanneer alle voertuigen die van deze rails gebruik maken dezelfde snelheid bezitten. Het was dan ook een gelukkige omstandigheid dat de oude Tokaidolijn, die alle stoptreinen en het vrachtverkeer kan opvangen, praktisch evenwijdig aan de Shin Kansen loopt. De gelijkschakeling van de snelheden laat een betrekkelijk simpele dienstregeling toe; dit is het geheim van ons veiligheidsrecord.
Ik heb vernomen dat de Japanse eerste minister, Kakuei Tanaka, heeft voorgesteld om de Shin Kansen-lijn ook naar verder afgelegen plaatsen van de archipel uit te breiden. Evenals de meeste spoorwegen in de wereld, werken ook de Japanse nationale spoorwegen met een tekort. In dichtbevolkte gebieden maken wij uiteraard wel winst, maar over het geheel genomen lijden wij tamelijk grote verliezen. De n.t.l. rijdt nu uitsluitend door dichtbevolkte gebieden en de treinen zijn dan ook meestal vol. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat weet ik, omdat ik toen ik van Tokio naar Kyoto en Kobe ging, gebruik heb gemaakt van de n.t.l. In een betere trein heb ik overigens nergens ter wereld ooit gereden. Dank u. In afgelegen gebieden zouden wij echter niets verdienen terwijl de aanleg en het onderhoud van een dergelijke lijn enorme kosten en investeringen met zich meebrengt.
Ja, de eerste jaren misschien wel, maar men schijnt het erover eens te zijn, dat Japan de komende vijfentwintig jaar in die afgelegen gebieden zo'n honderd nieuwe steden zal moeten aanleggen, zodat het aantal passagiers uiteindelijk sterk zal stijgen. Inderdaad, en ik veronderstel dat premier Tanaka ook van die veronderstelling is uitgegaan. Hij zegt namelijk dat afgelegen gebieden alleen gelegenheid krijgen om gelijke tred te houden met de moderne ontwikkeling van de natie als geheel, wanneer de tijdsafstand met het hart van het land door een stelsel van supersnelle spoorwegen aanzienlijk bekort wordt.
Het unieke karakter van uw Shin Kansen is naar ik gehoord heb, ook gelegen in het feit dat er voor de eerste keer gebruik gemaakt wordt van een elektrische trein die niet door een locomotief getrokken wordt, maar waarbij elke eenheid apart wordt aangedreven. Dit brengt ons op het ondenwerp van de energievoorziening. In Europa blijkt het benzinetekort tenminste tot een hernieuwde aandacht voor het openbaar vervoer te leiden. Hoe ziet u de toekomst van het Japanse openbare vervoer, vooral in verband met de toekomstige energieschaarste? Op de Shin Kansen-lijn maken wij uitsluitend gebruik van treinen waarbij elke wagon door een aparte elektrische motor aangedreven wordt. Hierdoor hoeven wij geen gebruik te maken van zware locomotieven en kan de maximum asdruk aanzienlijk worden teruggebracht. Het totale gewicht van de trein ligt eveneens lager, ondanks dat een elektrisch aangedreven treindeel iets zwaarder weegt dan een gewone wagon. De trein is daardoor in alle opzichten lichter van constructie, en dit leidt dan weer tot lagere exploitatie- en onderhoudskosten. Elke as van de Shin Kansen-trein wordt zowel elektrisch aangedreven als elektrisch geremd, wat voor het rijden met zeer hoge snelheden een noodzakelijke voorwaarde is. Verder maken wij nog steeds gebruik van wat wij een dynamisch remsysteem noemen. Overigens verkeert een nieuw regeneratief remsysteem reeds in een experimenteel stadium. Wanneer dit eenmaal in gebruik is genomen, zal dit in belangrijke mate tot het behoud van energie bijdragen. De Shin Kansen-treinen zijn dubbelhoofdig, en rijden even gemakkelijk voor- als achteruit, wat de aanleg en de exploitatie van de stations aanmerkelijk vereenvoudigt.
Mag ik besluiten met een persoonlijke vraag? Als u terugkijkt op het succesvolle en constructieve leven, dat zozeer aan het welzijn van uw land, Japan, gewijd was, wat denkt u dan van de toekomst? Vooral wat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de kinderen betreft die nu nog op school zijn of de universiteit bezoeken. Zelfs nu wij met een oliecrisis geconfronteerd worden, geloof ik zonder meer in de toekomst van ons volk. Onze jongere generatie is even intelligent en ijverig als hun voorouders plachten te zijn. Ik vreesde enige tijd dat onze jongeren enigszins aanmatigend en buitensporig dreigden te worden door de ongeëvenaard snelle groei van ons bruto nationaal produkt, die alleen kon worden bereikt ten koste van een hoge prijs op maatschappelijk en milieugebied. Maar nu wij door de schok van de oliecrisis uit onze breekbare droom van voorspoed zijn gewekt, ben ik vol vertrouwen dat ons volk, en vooral de jongere generatie, onze traditionele geest op een wijze en moedige manier nieuw leven zal weten in te blazen en er in zal slagen om te midden van alle vriendschappelijk gezinde volkeren ter wereld, een vreedzaam en succesvol bestaan op te bouwen. |
|