De ‘shuttle’ is een soort ruimteplatform?
Ik noem dit onderdeel van het ‘shuttle’-programma alleen maar om antwoord te
geven op de vraag in hoeverre het economisch verantwoord is om ruimtevaartuigen
meerdere reizen te laten maken.
Wanneer dit boek gepubliceerd wordt, zullen Amerikaanse en
Sowjetjet-astronauten waarschijnlijk al een koppeling tot stand hebben
gebracht tussen hun ruimtestations.
Ik geloof niet dat deze eerste vlucht tot bijzonder belangrijke wetenschappelijke
ontdekkingen zal leiden. Ik geloof dat het er in dit eerste stadium voornamelijk
om gaat dat wij aantonen dat de technische operaties die het hanteren van
ruimtestations in de toekomst mogelijk zullen moeten maken in een rustige,
zakelijke sfeer bij wijze van routine kunnen worden uitgevoerd. Bij voortzetting
van dit programma zouden wij tijdens volgende vluchten in de komende paar jaar
bepaalde hoogst belangwekkende en misschien zelfs wel historische
wetenschappelijke experimenten kunnen ondernemen.
Vanuit het standpunt van een kleine mogendheid als Nederland, kan
het alleen maar een gunstige ontwikkeling zijn, wanneer de
wetenschapsmensen van de supermachten naar nauwere samenwerking
streven.
Zoals ik het zie, zou het niet meer dan logisch zijn wanneer deze samenwerking
gehandhaafd bleef.
Ik aarzel om professor Dyson nogmaals in zijn dans van
wetenschappelijke toekomstfantasieën te volgen, maar gelooft u dat de mens
op andere planeten zou kunnen wonen?
Een van de voornaamste problemen daarbij is de kwestie van de gewichtloosheid.
Zoals de laatste langdurige ruimtevluchten hebben aangetoond - eerst de
Sowjet-kosmonauten en nu de Amerikanen, met name in Skylab - zal het punt van de
gewichtloosheid met succes kunnen worden aangepakt. Maar daarnaast zijn er nog
vele andere problemen die wij nog niet hebben opgelost. Ik ben danook van mening
dat de dag nog ver is dat wij leven naar andere planeten kunnen transplanteren
of dat wij de omstandigheden kunnen scheppen die langdurig verblijf op andere
planeten of in ieder geval in de ruimte mogelijk maken.
In Amerikaanse wetenschappelijke kringen vraagt men zich
bijvoorbeeld af of het economisch gezien lonend is om grote steden in de
ruimte te bouwen.
Uiteraard houdt men zich met dit soort vragen bezig, maar op het ogenblik is dat
nog pure science fiction. Wanneer wij het probleem op realistische wijze bezien,
vragen wij ons allereerst af hoe onze Amerikaanse collega's het zeer aardse
probleem van hun afnemende energie-reserves willen oplossen.
De New York Times stelde op 14 april 1972 dat uw
land driemaal zoveel ruimtevaartuigen lanceert als de Amerikanen. Hoe moet
de gemid-