Grenzen aan de groei. Deel 1
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd75 gesprekken over het rapport van de Club van Rome
[pagina 436]
| |
Richard A. FalkProfessor Richard A. Falk is de Albert G. Milbank-professor in internationaal recht en praktijk aan de Princeton-universiteit in Princeton, New Jersey. In de zevende regel van uw boek This Endangered PlanetGa naar eind1 wordt al gesproken over de noodzaak van grenzen. Beschouwt u het Rapport van de Club van Rome als een stap in de richting naar het organiseren van de wereld? Ja. Ik ben van mening dat het een belangrijke poging was om de bewustheid der mensen te kristalliseren inzake twee fundamentele feiten: dat de wereld begrensd is en dat de manier, waarop wij momenteel de planeet beheren, een gevaar betekent voor die noodzakelijke begrenzingen. Ik geloof dat voor een deel het succes van het Rapport was toe te schrijven aan het feit dat het gebruik maakte van computertechnologie om aan de conclusies van de studie een gezaghebbende status te verlenen. Natuurlijk vormde dit succes ook het voornaamste kwetsbare punt van de studie. Het leunde enigszins voorbarig op deze vorm van kwantitatieve presentatie van wat in wezen nog altijd een kwalitatieve argumentatie blijft. Kwantitatief gesproken missen wij nog steeds de gegevens, die nodig zijn om met computerbetrouwbaarheid een betoog op te bouwen over grenzen aan de groei, dat zou kunnen worden gebruikt om een nieuwe richting te geven aan de economische en politieke ordening van de planeet.
Hugo GrotiusGa naar eind2, de zeventiende-eeuwse Nederlandse rechtsfilosoof, was de eerste, die met voorstellen kwam om een vorm van internationaal lichaam te scheppen voor het organiseren en afdwingen van internationale controlemaatregelen. Sindsdien zijn vier eeuwen verstreken en waar is men nu? Mijn eigen stellingname is er niet een van Recht en Orde wat betreft de organisatie van de internationale samenleving. Het is een vreemde ironie dat diegenen, die pleiten voor handhaving van recht en orde in de binnenlandse samenleving, inzake internationale problemen geneigd zijn op te treden als de meest reactionaire krachten. De tegenoverge- | |
[pagina 437]
| |
stelde innerlijke tegenspraak valt ook dikwijls waar te nemen. Diegenen, die binnenslands het meest progressief zijn, lijken vurig te verlangen naar een sterke ordestructuur en gezagshandhaving op internationaal terrein. Mijn persoonlijke mening is, dat bij het overwegen van het type wereldorganisatie dat het meest wenselijk zou zijn, gezocht moet worden naar vormen van ordening, die een zeer sterke inslag van decentralisatie bezitten. Op planetair niveau hebben wij geen behoefte aan een oplossing in de vorm van een wereldregering. Wat wij nodig hebben is een weg te vinden om de voornaamste functies van het menselijk bestaan te organiseren met behulp van gespecialiseerde maar beperkte instellingen. Wij hebben behoefte aan methoden om een veel rechtvaardiger verdeling van 's werelds produktie en reserves te verzekeren. Wij moeten de weg vinden om menselijke wezens met elkaar in relatie te brengen, onafhankelijk van kunstmatige hinderpalen als nationale grenzen. Dat alles vereist een nieuw soort politiek bewustzijn, een nieuw soort menselijk begrip, dat als wezenlijk kenmerk heeft zich te ontwikkelen in de richting van een ruimere persoonlijke identiteit, uiteindelijk berustend op de idee van wereldburgerschap en menselijke solidariteit.
Steeds is gezegd dat de Verenigde Naties als instrument van de internationale diplomatie eerst werkelijk representatief voor de mensheid zouden zijn wanneer China lid zou worden. Het eerste, dat Peking deed, was tegen de toetreding van Bangla-Desj stemmen. Machtspolitiek wordt door alle grote mogendheden bedreven, ook de Volksrepubliek China. Hoe zouden aanvaardbare regels voor het politieke spel kunnen worden ingevoerd? De fundamentele werkelijkheid van de Verenigde Naties is, dat dit lichaam een verlenging vormt van de staatkunde en er geen alternatief voor is. Bovendien blijft het zeer de vraag in hoeverre vele regeringen werkelijk de volkeren vertegenwoordigen, namens welke zij beweren te spreken. In veel gevallen zijn regeringen in de eerste plaats erop uit om binnenslands aan de macht te blijven en om internationaal de best mogelijke positie te bereiken, althans wat hun internationale politieke en economische invloed betreft. Het samenspel der naties is een wedstrijdspel, waarbij elke natie probeert de eigen macht, rijkdom en invloed zo groot mogelijk te maken. Aangezien echter de ruimte en de hulpmiddelen van de aarde beperkt zijn, betekent dat onvermijdelijk, dat wanneer een natie zich op normale wijze zou kunnen verrijken dit ten koste van de andere zou moeten gaan tenzij ze alle tegelijk zouden kunnen expanderen. De ideologie van de groei is nauw verbonden met de stabiliteit van het staatssysteem, omdat er zonder groei geen mogelijkheid zou bestaan om de afzonderlijke dwangmatige tendensen van staten, hun positie in de wereld te verbeteren, met elkaar te verzoenen. Zonder groei zou elke staat zijn machts- en welstandsbasis alleen ten koste van de anderen kunnen verbeteren. Een dergelijk neodarwinistisch beeld van het wereldsysteem zou de regeringen van elke illusie beroven dat hun afzonderlijke aspiraties, bij zelfbeperking, tenminste in beginsel met elkaar verenigbaar zouden zijn. De functie van de onbeperkte groei is | |
[pagina 438]
| |
het in stand houden van de mening, dat het statensysteem niet onvermijdelijk een oorlog van allen tegen allen tot gevolg moet hebben, maar dat allen tegelijkertijd zich zouden kunnen ontwikkelen. Het Rapport ondermijnt de ideologie van het statensysteem op dit fundamentele punt en dat is een opmerkelijke en op vooruitgang wijzende bijdrage. Ik zie absoluut geen mogelijkheid om ons bezig te houden met de ecologische uitdaging, wanneer er niet tegelijkertijd op politiek niveau over wordt nagedacht hoe de internationale samenleving zodanig gereorganiseerd zou moeten worden, dat het huidige statensysteem wordt vervangen of althans aangepast. Het zou niet nodig zijn om staten geheel af te schaffen, maar wel om een einde te maken aan hun fundamentele, beslissende rol ten aanzien van macht en welvaart, en aan hun macht om te bepalen in welke mate zij menselijke trouw en toewijding kunnen eisen.
Maar het onder controle brengen van bevolkingsgroei, milieuvervuiling en al dergelijke problemen blijft toch een zaak van wetgeving en regeringstoezicht. Wij zullen toch altijd behept blijven met wetten, zij het op nationaal of internationaal niveau. Het is juist dat wij normen moeten bezitten en dat wij wetten nodig hebben om die gemeenschapsnormen te kristalliseren en de doeltreffende handhaving ervan te verzekeren. Maar tegelijkertijd ben ik van mening dat het gevaarlijk is om aan te nemen, dat de enige manier om problemen van billijkheid en rechtvaardigheid op deze planeet op te lossen zou zijn door een soort van wereldregering in te stellen, die de hele mensheid zou moeten besturen. Het staat voor mij allerminst vast, dat regeringen het vermogen zouden bezitten om op een humane wijze het menselijk leven en de menselijke hulpbronnen te beheren. Het zou daarom heel goed mogelijk zijn, dat men een soort monster van Frankenstein zou scheppen bij het ondernemen van pogingen om de problemen op te lossen, waar wij thans mee worden geconfronteerd. Een samenleving als Zuid-Afrika heeft een zeer stabiel vredessysteem uitgewerkt. Het land beschikt over het algemeen over effectieve wetten. Haar politie voorkomt in belangrijke mate gewelddadigheid, en toch is het waarschijnlijk een van de slechtste samenlevingen ter wereld op dit ogenbilk, althans gemeten naar de meeste waardenormen, die wij in dit deel van de wereld belangrijk wachten.
President Dwight D. EisenhowerGa naar eind3 was van mening dat recht het enige alternatief vormde voor geweld in de wereldpolitiek. Richard Nixon, het geesteskind van Eisenhower, gaf opdracht tot een militaire invasie van het Koninkrijk Cambodja, wat in feite een onrechtmatige daad was volgens de grondwet van de Verenigde Staten zelf. Het lijkt erop, dat de voorvechters van Recht en Orde, of dat nu is in Tsjecho-Slowakije of in Cambodja, wanneer het in hun kraam te pas komt zonder pardon over recht en wet been lopen. Richard Nixon is het schoolvoorbeeld van een leider, die recht en orde nastreeft voor zijn eigen samenleving, in die zin dat Recht en Orde een codewoord wordt voor politiecontrole en voor de mogelijkheid om die | |
[pagina 439]
| |
groepen te onderdrukken, die ontevreden zijn met bestaande toestanden. Internationaal gezien, waar er geen sprake is van Recht en Orde in die zin, is hetgeen Nixon nastreeft een maximale vrijheid van handelen om de doelstellingen van de Verenigde Staten zoals hij deze ziet te bereiken. Dat is uitgelopen op een veronachtzamen van beperkende normen, zoals bijvoorbeeld in het geval van Cambodja, of in het hardnekkige bombarderen van Noord-Vietnam. Normen, die zeer duidelijk zijn vastgesteld in de geschiedenis van het Internationale recht, hebben geen betekenis voor de in Washington regerende groep en klaarblijkelijk evenmin voor de regerende groepen in de meeste overige delen der wereld. Ik had in Hanoi onlangsGa naar eind4 een zeer interessant gesprek met de Zweedse ambassadeur daar, een opmerkelijke persoonlijkheid, Jean Christoph Oberg. Hij sprak over de gevolgen van de Amerikaanse bombardementen en over de uitwerking van het Europese stilzwijgen ten aanzien van het Amerikaanse optreden in Indo-China.Ga naar eind5 Hij legde naar mijn mening terecht de nadruk op het onvermogen en de onverschilligheid van de centra van beschaving inzake de slachting van een onschuldig volk, op de bereidheid om terzijde te blijven staan en aan de Verenigde Staten toe te laten om de oorlog venijnig voort te zetten en toch anderzijds zaken te blijven doen alsof er niets aan de hand was.
Uit het gezichtspunt van internationaal recht betekent de Amerikaanse agressie in Zuidoost-Azië regelrecht het bedrijven van oorlogsmisdaden, wat dus ook de mening van Telford TaylorGa naar eind6 is. De Amerikaanse oorlogvoering in Azië heeft de ergste gruwelen opgeleverd, ooit door een zogenaamd vrije en democratische samenleving in de geschiedenis der mensheid begaan. Telford Taylor's opvattingen zijn enigszins gewijzigd door de onthulling van de Pentagon-documenten,Ga naar eind7 omdat zijn aarzeling om de verantwoordelijkheid voor deze oorlogsmisdaden aan onze leidende Amerikaanse staatslieden toe te schrijven deels voortkwam uit het feit, dat hij niet beschikte over de gedocumenteerde bewijsmiddelen, zoals men die in Neurenberg wél bezat. Daar beschikte men immers over buitgemaakte Duitse oorlogsdocumenten. Door de publikatie van de Pentagon-documenten beschikt men nu over voldoende feitelijke gegevens om, ook van Telford Taylor's gezichtspunt uit, te stellen, dat de Amerikaanse leiders, die deze politiek hebben gepland, zich schuldig maakten aan, zoals u zegt, de ernstigste oorlogsmisdrijven, ooit bedreven door een vrije democratische samenleving en daarenboven bedreven in een context, waarbij geen sprake was van een ernstige rechtvaardiging uit een oogpunt van nationaal voortbestaan of zelfs maar van fundamentele nationale belangen. Het was een ongegronde misdadigheid. Die lieden, die de misdaden beraamden in hun kantoren met airconditioning, hadden geen begrip voor en wensten geen kennis te nemen van de dodelijke, menselijke gevolgen van wat zij aan het doen waren.
Professor Robert Jay LiftonGa naar eind8 publiceert momenteel artikelen, zoals bijvoorbeeld in de Saturday Review, over de oniwikkeling van de oorlog- | |
[pagina 440]
| |
voering tot een soort drukknopoorlogGa naar eind9. Een van de gevolgen van onze huidige vorm van supertechnologie is toe te laten dat men rich op de meest nuchtere, onbewogen en koel verstandelijke wijze allerafschuwelijkst misdraagt. Tegelijkertijd schept dit een ontzettende vorm van kwetsbaarheid, zoals onlangs nog werd aangetoond bij een vliegtuigkaping, waarbij de kapers dreigden het atoomcentrum bij Oak Ridge op te blazen en de daar opgeslagen radioactiviteit te doen losslaan, die naar men aanneemt gelijkwaardig zou zijn geweest aan duizend keer de radioactieve inhoud van de Hirosjima-bom. Met naar ik begrepen heb negenhonderd van die atoomcentra in ons land tegen het einde van de tachtiger jaren, worden wij geconfronteerd aan de ene kant met die ontzagwekkende, op hol geslagen technologische vorm van regeren, waarbij de afstand tussen menselijke waarden steeds groter wordt en waarbij de computer in zekere zin een vervangingsmiddel schijnt te worden voor het menselijke verstand, en de menselijke geest, met aan de andere kant wanhopige mensen, die rich uitgesloten voelen van elke vorm van participate aan dat proces en die geen hoop meer hebben om werkelijk hun doelstellingen te bereiken langs normale wegen, wat deze mensen wél lijken te bezitten is het vermogen om het hele stelsel met vernietiging te bedreigen.
Beweegt de mensheid zich in de richting van een autoritair wereldregime om sommige van de door u zojuist genoemde problemen te bestrijden? Of zoals president John F. Kennedy het eens stelde, zou men naar de aanvaarding van ‘vrijwillig totalitarisme’ toe moeten?Ga naar eind10 Ja, ik meen dat wij om die reden ons nu in een zo sterk naar een oplossing dringende crisisperiode bevinden. Hoe langer wij een fundamentele heroriëntering van het menselijke bewustzijn uitstellen, des te aannemelijker gaan die in wezen waanzinnige plannen lijken om de toekomst te programmeren door de een of andere macro-onderwijsmethode te introduceren, bijvoorbeeld door middel waarvan de mensen zouden moeten worden geconditioneerd om zich te gedragen overeenkomstig het beeld, dat diegenen die de machinerie programmeren zich voorstellen. Het is een uiting van een soort toppunt van intellectuele zelfverheffing te menen, dat de mens met zijn verstand de grondslag zou kunnen ontdekken voor het organiseren van een aanvaardbare relatie tussen de mens en het verleden of tussen de mens en zijn omgeving. Een van de dingen, die momenteel het allerdringendst nodig zijn, is het erkennen zowel van de mogelijkheden als de grenzen aan de technologie, als van de noodzaak van een revolutie in moreel opzicht, Terwijl wij ons wetenschappelijk, technisch en materieel pogen te ontwikkelen, zou deze nieuwe ethische revolutie moeten worden gegrondvest op een binding tussen onze sociale en politieke levensvormen en op een nieuwe interpretatie van de voorwaarden voor het voortbestaan der mensheid.
En het realisme? Realisme moet worden toegepast op alle ervaringsdimensies, binnen welke wij proberen om ons persoonlijk en gemeenschapsleven te orga- | |
[pagina 441]
| |
niseren. Het moet een soort biologische basis hebben. Het moet vasthouden aan het inzicht - en ik geloof dat dit een inzicht is dat ten grondslag ligt aan heel de inspanning van de Club van Rome en het Rapport, of aan de pogingen van vele groeperingen over de hele wereld, die staan buiten de gevestigde structuren van macht en rijkdom - de noodzaak van een nieuwe synthese tussen doen en kennen te aanvaarden en een nieuwe synthese te ontdekken tussen gevoel en kennis. Beide soorten bewegingen doen zich momenteel voor. De poging van het m.i.t. met het Rapport is een creatieve reactie, waarbij de nadruk wordt gelegd op het verband tussen kennen en doen, gezien vanuit een synthetische geesteshouding. De auteurs hebben geprobeerd om de interne relaties binnen het geheel te onderkennen, omdat het zich richten op enig onderdeel onvoldoende zou zijn om het geheel te begrijpen. Maar het andere gedeelte, waar naar ik meen iemand als William Irwin ThompsonGa naar eind11 zich mee bezighoudt, is het geheel van het verband tussen denken en voelen, en de notie, dat het bewustzijn, wil het in de werkelijkheid een basis vinden, rekening moet houden met veel meer dan de rationele vermogens van de mens. In zeker opzicht maakt de poging om tot de grenzen van het bewustzijn te gaan, de betekenis van mystieke denktradities te herontdekken of het herleven van de belangstelling voor de wijze waarop sommige primitievere samenlevingen bindingen hebben met hun Umvelt, deel nit van de ontdekking van een bioethische basis om de mensheid niet alleen te doen voortleven maar ook verdraagzamer en welwillender te maken. Er bestaan meer toekomstvoorstellingen dan de visie van Skinner,Ga naar eind12 die mensen geprogrammeerd wil zien om niets slechts meer te doen. Dat is een ‘Kindergarten’Ga naar eind13-visie van de toekomst. Wie zou wensen dat de hele wereld zou worden gesocialiseerd tot een Skinneriaanse Kindergarten? Dat is niet een wereld waar ik iets mee te maken zou willen hebben. Het is een wereld, waarin het voorstellingsvermogen en de scheppende geest zozeer beklemd zouden zijn dat-al gebeurt het allemaal in de naam van Utopia-men op die manier zou bijdragen aan de ergste vorm van vernietiging van de menselijke lotbestemming. Er zou niets meer zijn overgelaten aan de individuele scheppingskracht van de mens, en in dergelijke omstandigheden sterft de geest, bij puur gebrek aan lucht om te ademen. Het zou kennelijk een wereld zijn, waarin tussen zelfmoord en overleven slechts een marginale scheidslijn zou kunnen worden waargenomen. Tegenover de toekomstvisie van Skinner staat momenteel het World Order Models Project, een opmerkelijke vorm van samenwerking bij het werken aan de bio-ethische revolutie. Groepen geleerden uit Afrika, Latijns Amerika, India, Japan, Europa, de Sowjet-Unie en de Verenigde Staten ontwikkelen ieder voor zich modellen over de vraag, hoe tegen het einde van deze eeuw het systeem der wereldorde hervormd zou moeten worden. Voor de eerste keer in de geschiedenis der mensheid vindt er een welbewuste wereldomvattende poging plaats, waarbij alle sectoren afzonderlijke voorstellen projecteren voor een wereldorde, die tegelijkertijd visionair zijn en zich bezig houden met de politieke aspec- | |
[pagina 442]
| |
ten van veranderingen. Wij menen dat het World Order Models Project mensen in alle delen van de wereld zal gaan voorzien van een basis voor hoop op de toekomst en een richting zal aangeven, waarin zij hun gedachten, hun gevoelens en hun daden zouden kunnen richten, kortom een brandpunt zal betekenen voor de mobilisatie van alle vitale vormen van energie van de menselijke geest. In dit verband beschouwen wij als het eerste, belangrijkste stadium de bouw van een nieuwe wereldorde en het verheffen van het bewustzijn, terwijl het tweede stadium een mobilisatie tot daadwerkelijk optreden inhoudt. Het derde stadium zal de transformatie van 's werelds instellingen betreffen die nu de macht en rijkdom nog in handen hebben.
De Club van Rome doet pogingen om de menselijke bewustheid van de toestand van de wereld nog op dit late uur te doen toenemen. Communicatiesatellieten zouden in zeer hoge mate kunnen bijdragen tot het toenemen van de menselijke kennis, verspreid over de gehele planeet, wanneer men er het juiste gebruik van zou maken. De Sowjets hebben gedreigd satellieten te zullen neerschieten wanneer die onaanvaardbare informatie over de Sowjet-grenzen zouden brengen. Hier staat men voor een nieuw legaal probleem inzake ‘visa's voor ideeën’.Ga naar eind14 Ik ben van mening dat wat ten grondslag ligt aan pogingen en methoden om ideeën in de komende tientallen jaren zo mobiel mogelijk te maken, een van de progressieve krachten in de wereld vormt. Alles wat afbreuk doet aan die mobiliteit geeft een reactionaire impuls. Toch zal men moeten inzien dat een regering als die der Sowjets, die in een vijandige verhouding staat tot haar eigen bevolking, dit soort planetaire mobiliteit niet kan toestaan. Zij houdt een gesloten samenleving in stand als deel van de pogingen van de leiders in het Kremlin om de macht in handen te houden. Op géen andere wijze zou men immers die mate van overeenstemming in denken, voelen en doen kunnen handhaven, die de leiders van de Sowjet-Unie voor hun land noodzakelijk achten? Om die reden ben ik van mening dat vooruitgang naar het verwerkelijken van een toekomstvisie, waarin denkbeelden als vervat in het Rapport, of die als een nieuwe wereldorde, betekenis zouden verkrijgen, afhankelijk is van voorafgaande veranderingen binnen de voornaamste volkshuishoudingen ter wereld. Want dát zullen de vitale strijdperken voor veranderingen in de wereldorde zijn. Progressieve sociale vooruitgang binnenslands, hetzij binnen de Verenigde Staten, in Europa of de Sowjet-Unie, vormt de beste basis voor hoop op een betere toekomst. Progressieve krachten zullen zich een weg naar machtsposities moeten banen om koerswijzigingen tot stand te brengen in de beslissingscentra, die onze planeet regeren. Het getuigt van een naïef optimisme van de meest gevaarlijke soort, te denken dat de behoudende elitegroepen, die de voornaamste machtsstructuren in de hedendaagse wereld in handen hebben, het morele en politieke leiderschap zullen verschaffen om een wereld tot stand te brengen, waarin wij onze kinderen en kindskinderen graag zouden zien leven. In wezen zijn die hedendaagse leiders alleen geïnteresseerd in het behoud van hun eigen | |
[pagina 443]
| |
machtsposities en privileges in relatie tot mensen, die armer en zwakker en in velerlei opzichten uitgeput zijn. Juist die vormen van regressieve relaties veroorzaken de tendens naar sociale en politieke bevriezing. Het is buitengewoon belangrijk, dat in de komende tien of meer jaren geprobeerd zal worden de naar veranderingen strevende krachten binnen de voornaamste samenlevingen ter wereld nieuw leven in te blazen. Het zou te hopen zijn dat die revolutionaire krachten zich genoeg toegang tot de macht zullen weten te verwerven om nieuwe vorm te geven aan de manier, waarop nationale regeringen het eigen wel-zijn menen te moeten zien en leiden. Tot dat gebeurt kunnen wij naar mijn mening zeker niet meer doen dan afzonderlijke individuen erop voorbereiden onaangename waarheden inzake de toekomstvooruitzichten koelbloedig onder ogen te zien. Ik heb weinig hoop dat de huidige machtsstructuur van de wereld in staat zal zijn, wezenlijke wijzigingen van zo fundamentele aard te verzekeren als vereist blijken op basis van de analyse, ons verstrekt door de Club van Rome, waar ik overigens mee instem. Ik hoop dat de Club van Rome ernstig zal gaan nadenken over de te volgen tactiek en strategie betreffende het tot stand komen van veranderingen, en over de politiek en ethiek van een nieuw evenwicht tussen de mensheid en de mogelijkheden van deze planeet. |
|