Grenzen aan de groei. Deel 1
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd75 gesprekken over het rapport van de Club van Rome
[pagina 372]
| |
Linus PaulingProfessor Linus Pauling studeerde voor chemisch ingenieur en promoveerde in 1925 aan het California Institute of Technology in Los Angeles. Hij heeft van 1922 tot 1963 aan Caltech gedoceerd. Kent u het Rapport van de Club van Rome? Ja.
Gelooft u dat deze poging om de planeet te organiseren en te catalogiseren een nuttige rol kan spelen bij het toekomstige beheer ervan? Niet alleen een nuttige, maar ook een noodzakelijke en een wezenlijke rol. Ik ben van mening dat de weg die wij tot dusver gevolgd hebben, onrecht doet aan de komende generaties. Wij moeten onze hulpbronnen catalogiseren en het verbruik ervan analyseren, en daarbij bedenken dat het in moreel opzicht ontoelaatbaar is dat wij de komende generaties alle rijkdommen van de aarde zouden ontnemen.
In 1976 zullen tientallen landen, een kwart van alle naties ter wereld, over kernreactoren voor de opwekking van elektriciteit kunnen beschikken. Alleen al in de Verenigde Staten zullen er tegen het jaar 1990 zo'n driehonderd reactoren zijn. Hoe groot is de veiligheidsmarge daarbij? Kernreactoren zijn niet veilig in de zin dat een ramp onwaarschijnlijk zou zijn. Er zijn tot dusver genoeg ongelukken mee gebeurd om aan te tonen dat catastrofes allerminst zijn uitgesloten. Persoonlijk ben ik van mening dat er geen kernreactoren gebouwd moeten worden, omdat het door de enorme investeringen van honderden miljoenen dollars die voor de constructie ervan nodig zijn, bijna volstrekt zeker is dat zij ook gebruikt zullen worden. De daarbij vrijkomende radioactiviteit leidt in ieder geval tot schadelijke gevolgen, terwijl de reactoren bovendien een zeer reëel risico voor de wereld en de mensheid als geheel inhouden, namelijk de mogelijkheid dat door een ernstig ongeluk grote hoeveelheden radioactiviteit over het aardoppervlak worden verspreid. | |
[pagina 373]
| |
Men heeft zelfs al de mogelijkheid geopperd dat gangsters op den duur in staat zullen zijn om eigengemaakte atoombommen te fabricerenGa naar eind1, en er wordt verder gezegd dat kerngeleerden te weinig rekening houden met de irrationele gedragingen van mensen, zoals bijvoorbeeld vliegtuigkapers die dreigden het reactorcomplex in Oakridge, Tennesee op te blazen. Ja, dat is zeker een zeer reëel gevaar. Splijtbaar materiaal kan namelijk niet volledig onder controle gehouden worden. Het is mogelijk om uit een fabriek die splijtbare isotopen produceert bepaalde hoeveelheden splijtstof te stelen, zonder dat iemand dat merkt. En wanneer dit materiaal in handen zou vallen van mensen zonder scrupules, leiders van kleine naties of particuliere organisaties, kunnen de gevolgen voor de wereld rampzalig zijn.
Is dat inderdaad mogelijk? Stemt het cliché dat een theelepel strontium genoeg is om de mensheid te vernietigen dan echt met de waarheid overeen? Wanneer de inhoud van die theelepel gelijkelijk over alle mensen verdeeld wordt, zal dat waarschijnlijk inderdaad voldoende zijn. Maar een theelepel strontium in de dampkring betekent nog niet het einde van de mensheid. De atmosfeer heeft al veel grotere hoeveelheden te verwerken gehad. Dat is echter al wel voldoende geweest om een aantal mensen aan kanker te laten sterven en kinderen met ernstige lichamelijke en geestelijke gebreken geboren te doen worden. In mijn boek No More War en in mijn rede bij de aanvaarding van de Nobelprijs voor de Vrede, heb ik een schatting gemaakt van de schade die de proeven met kernwapens tot op dat moment, respectievelijk 1958 en 1963, hadden aangericht. In 1963 schatte ik dat er in de loop van de tijd zestien miljoen kinderen met ernstige lichamelijke en geestelijke gebreken geboren zouden worden, die volledig normaal waren geweest als er geen kernproeven waren genomen. Dit geeft u een idee van de schade die tot op dat tijdstip was aangericht, terwijl het totale tonnage van de tot ontploffing gebrachte bommen toen nog maar zeshonderd megaton bedroeg.
Wie kan met zekerheid vaststellen dat ondergrondse proeven ongevaarlijk zijn? Ja, inderdaad, wie? Ik herinner mij dat vijftien jaar geleden gezegd werd dat onze toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, John Foster Dulles, ons allemaal als proefkonijntjes voor de bestudering van die kwestie aanwees. Dulles was naar mijn mening een van de misdadige elementen die ons in deze richting hebben gedrongen, zonder voldoende rekening te houden met de schade die aan de mensheid werd berokkend. Uiteraard hield de Atomic Energy Commission de beschikbare gegevens over dit punt achter. Het was uiterst moeilijk om enige informatie van de a.e.c. te krijgen. De Sowjet-Russische autoriteiten volgden in dat opzicht precies dezelfde politiek. | |
[pagina 374]
| |
In CaltechGa naar eind2 werd vastgesteld dat het bouwen van ondergrondse kernenergiecentrales mogelijk zou zijn. Ja, het kost alleen maar iets meer geld. Maar ik geloof niet dat daarmee elk risico uitgesloten is. Er zouden nog steeds bepaalde gevaren bestaan, omdat ook een ondergrondse centrale kan ontploffen en het grondwater door radioactieve deeltjes besmet kan worden. Het is mijn vaste overtuiging dat wij de hoeveelheid energie die wij gebruiken aan banden moeten leggen, dit op grond van mijn algemeen ethisch uitgangspunt, het principe dat het menselijk lijden zoveel mogelijk moet worden teruggebracht. Ik geloof niet dat het tot het welzijn van de mensheid, tot het geluk van de individuele mens bijdraagt, om over steeds grotere hoeveelheden energie te kunnen beschikken, en de aard van het leven door simpele alledaagse economische overwegingen te laten bepalen. We zouden het bijvoorbeeld met veel eenvoudigere en veel betere transportmiddelen kunnen stellen dan wij op 't ogenblik doen. Het is niet nodig om op de grote autowegen een kruissnelheid van honderdtien aan te houden, en het is evenmin nodig om zo vlug te kunnen optrekken dat men andere snelle wagens kan passeren. Als wij ons energieverbruik konden terugbrengen, zouden wij minstens even gelukkig, zo niet gelukkiger zijn dan op 't ogenblik. De propaganda van de energiebedrijven, dat er meer en grotere energiecentrales moeten worden gebouwd, of dat wij over een jaar of twintig over vier keer zoveel energie per hoofd van de bevolking zullen beschikken als op 't ogenblik, is uiterst schadelijk en gevaarlijk.
U zei dat er iets meer geld nodig zou zijn om ondergrondse kerncentrales te bouwen. Maar de Baltimore Gas and Electric Company heeft zijn plannen om twee atoomreactoren te construeren wegens het openbare verzet op ecologische gronden moeten opgeven. Andere bedrijven, zoals Con-Edison, besnoeien op hun expansie, omdat zij gewoon niet genoeg geld beschikbaar hebben. Waar moet het geld om veilige of ondergrondse kerncentrales te bouwen dan vandaan komen? Maar daar ben ik helemaal geen voorstander van, mijn opmerking was alleen maar als kanttekening bedoeld. Ik ben helemaal geen voorstander van het bouwen van kernenergiecentrales. Ik geloof dat wij het geheel zonder deze zouden kunnen stellen. Wij moeten onze levensstandaard vereenvoudigen. Volgens mij moet onze economie beheerd worden op een manier die de rijkdommen van de wereld intact laat.
Dit is opnieuw een raakpunt met het Rapport van de Club van Rome. Inderdaad. Ik ben het volledig eens met het uitgangspunt van het Rapport, namelijk dat er grenzen aan de groei moeten zijn. Ik geloof dat ons bevolkingsaantal zou moeten dalen. De kwaliteit van het leven loopt terug. De consumptiegoederen lijden aan inflatie. Het voedsel dat het Amerikaanse volk eet, is van lagere kwaliteit dan dat van vijftig, en zelfs van dat van twintig jaar geleden. Toen ik in januari 1967 gastcolleges in New Delhi gaf, zei ik dat de Amerikaanse bevolking volgens mij de honderdvijftig miljoen niet zou mogen overschrijden. Op 't ogenblik wo- | |
[pagina 375]
| |
nen er in de Verenigde Staten tweehonderdentien miljoen mensen. Ik heb een analyse gemaakt van de levensstijl, de werkgelegenheid, de beschikbare consumptiegoederen, het voedsel, het drinkwater, de gelegenheid tot recreatie, de noodzaak tot het instandhouden van braakliggende gronden en wouden, enzovoort. Daarbij ben ik tot de conclusie gekomen dat er in de Verenigde Staten al veel te veel mensen leefden. Voor India dat diezelfde maand, januari 1967, een bevolkingsaantal van vijfhonderd miljoen had bereikt, schatte ik dat er maximaal honderd miljoen mensen zouden mogen leven. De optimale wereldbevolking, waarbij iedereen in staat kan worden gesteld om een goed leven te leiden, zou misschien ongeveer éen miljard mensen tellen, in plaats van de drie en een half miljard die er op 't ogenblik zijn. Ik geloof niet dat het bruto nationaal produkt van de Verenigde Staten jaarlijks met tien procent zou moeten stijgen. Naar mijn mening zouden wij ons bruto nationaal produkt constant moeten houden, of zelfs moeten verlagen. Hetzelfde geldt voor ons bevolkingsaantal.
U vindt het misschien interessant om te vernemen, dat Herman Kahn mij vertelde dat onze hulpbronnen nog voor duizenden jaren toereikend zijn, en dat wij makkelijk twintig miljard mensen zouden kunnen voedenGa naar eind3. Wetenschapsmensen zijn het blijkbaar zo weinig eens over wat wel en wat niet mogelijk is, dat ik mij afvraag hoe het grote publiek erachter moet komen wie zij wel en wie zij niet moeten geloven. Toen ik veertien jaar geleden met Edward TellerGa naar eind4 van de Universiteit van Californië debatteerde, zei iemand tegen mijn vrouw: ‘Uw man en dr. Teller zeggen precies het tegenovergestelde. Wie moet ik nu geloven?’ En mijn vrouw antwoordde: ‘U behoeft alleen maar naar hen te kijken en te luisteren om te weten wie van beiden gelijk heeft.’ Hetzelfde geldt voor Herman Kahn. Kahn heeft bij mij gestudeerd. Ik heb hem driemaal op college gezien, daarna hield hij ermee op. Ik geloof niet dat Herman Kahn de huidige problemen vanuit een moreel en ethisch standpunt heeft benaderd. Er wordt weleens beweerd dat alles wat wetenschappelijk en technisch mogelijk is, ook verwezenlijkt zal worden. Dat is onzin. Er is geen enkele reden waarom wij louter en alleen iets zullen doen omdat het mogelijk is. Er is geen enkele reden om een wereldbevolking van vijftien miljard te hebben, ook al is het misschien technisch mogelijk om al deze mensen via enorme opofferingen en mobilisatie van al onze hulpbronnen in leven te houden. Het gaat erom, vast te stellen hoeveel mensen op aarde een redelijk bestaan kunnen leiden, waarna wij moeten proberen om deze mogelijkheid ook in praktijk te brengen.
Wat voor rol zullen de mensen van de wetenschap volgens u bij het toekomstig beheer van de wereld kunnen spelen? Natuurlijk ben ik van mening dat iedereen een minimum aan wetenschappelijke kennis en inzichten moet hebben, maar ik geloof niet dat de wereld door wetenschapsmensen geregeerd moet worden. Zij moe- | |
[pagina 376]
| |
ten een bepaalde bijdrage leveren. Volgens mij heeft iedere geleerde twee plichten. Ten eerste moet hij ertoe bijdragen dat zijn medeburgers zoveel mogelijk van zijn kennis en inzichten kunnen profiteren, en verder moet hij over een aantal kwesties nadenken en zijn conclusies aan zijn medeburgers bekend maken. Het is zeker van belang dat wetenschapsmensen van hun opvattingen blijk geven, maar aan een oligarchie van geleerden hebben wij geen behoefte.
Als wij de planeet willen besturen op de manier die door de Club van Rome gepropageerd wordt, zullen wij ons moeten ontdoen van al die corrupte dictaturen en middelmatige politici, om het voorzichtig te formuleren. Hoe kunnen wij daarin slagen? De wereld wordt niet alleen door middelmatige politici en andere middelmatige machthebbers geregeerd, maar ook door immorele politici, door immorele generaals en door immorele zakenmensen. Het bedrijfsleven gaat ervan uit dat alles aan het winstprincipe ondergeschikt moet worden gemaakt, ethiek en moraliteit niet uitgezonderd. Regeringen worden geacht dit streven te beteugelen, maar regeringen zijn uiteraard eveneens immoreel. Zij hebben geen brede visie. Zij kijken niet vooruit. Regeringen beoordelen beslissingen niet op hun ethische merites, zij zijn opportunistisch en zelfzuchtig. Hier moeten wij verandering in brengen. Wetenschap is in laatste instantie gebaseerd op eerlijkheid en bereidheid om de waarheid te aanvaarden. Dit zijn de meest fundamentele wetenschappelijke principes. Het is dit principe van eerlijkheid en bereidheid om de waarheid te zoeken en te accepteren, dat wij in het regeringsstelsel moeten introduceren, op nationale, op internationale en op mondiale schaal. Dit zal allerminst eenvoudig zijn, maar ik geloof dat wij uit alle macht naar dit doel moeten blijven streven. Het analyseren van de problemen, zoals de Club van Rome dat heeft gedaan, is van het allerhoogste belang. Wij hebben behoefte aan een fundamenteel uitgangspunt, en ik ben van mening dat het principe dat ik op vele plaatsen geformuleerd en beschreven heb, het principe van het maximaal reduceren van menselijk lijden, zowel wat de huidige als de komende generaties betreft, als algemeen grondprincipe voor het nemen van beslissingen zou moeten gelden. |