Grenzen aan de groei. Deel 1
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd75 gesprekken over het rapport van de Club van Rome
[pagina 331]
| |
Herbert MarcuseDe marxistische filosoof Herbert Marcuse doceert sedert 1956 wijsbegeerte aan de universiteit van Californië in San Diego. Onder zijn voornaamste leerlingen rekent men de revolutionaire zwarte vrouw Angela Davies. Zouden de pogingen van het m.i.t. en de computers van Forrester en de Club van Rome om te komen tot een nauwgezette studie van de manier waarop de aarde bestuurd dient te worden in het belang van de gehele mensheid, niet uitsluitend van de rijke landen, nut hebben? Ik ben van mening dat deze studie van het allergrootste belang is, omdat zij de vernietigende invloed en de agressiviteit die inherent zijn aan het kapitalistische systeem vanuit een nieuwe hoek belicht. Tegelijkertijd geeft zij blijk van haar historische beperkingen. Men spreekt over herverdeling en herorganisatie van alle hulpbronnen van de aarde. Ik geloof dat een dergelijke herorganisatie alleen mogelijk is via en na de vernietiging van het kapitalisme. Vanaf het begin is het hele vraagstuk van het voortbestaan van de mensheid voor mij een radicaal-politieke kwestie geweest waarbij ik van de vooronderstelling uitga dat niet alleen bepaalde toestanden in de maatschappij, maar de maatschappij zelf veranderd dient te worden.
Jawel, maar het kapitalistische systeem vertoont de neiging, alleen maar machtiger te worden. Machtiger? En Vietnam dan? Chili? Cuba? En zelfs waar wij kunnen spreken van economische groei, zoals in de Latijns-Amerikaanse landen die afhankelijk zijn van Amerikaanse macht, gaat die economische groei hand in hand met voortschrijdende verarming van het overgrote deel van de bevolking.
Maar als de rijken rijker worden en de armen waarschijnlijk steeds armer, lijkt een botsing onvermijdelijk. De botsing is onvermijdelijk en zal een hele periode van de geschiedenis omvatten. Ik ben er vast van overtuigd dat er binnen het kapitalistische stelsel al krachten aan het werk zijn die er een aanwijzing voor vormen dat de limieten van het systeem bereikt zijn.
Maar op dit moment staan de arme landen voor zeventig miljard dollar bij de rijke landen in de schuld. Zij moeten hiervan jaarlijks zeven miljard dollar aan rente en aflossing aan de rijke landen terugbetalen. Hoe zullen zij er ooit in slagen zich uit die greep los te maken? Wel, daar gaat het nu juist om. Het zal hun nooit lukken zich uit de- | |
[pagina 332]
| |
ze greep te bevrijden, tenzij in de ontwikkelde industrielanden zelf een verandering plaatsgrijpt. Ik geloof niet dat die fundamentele verandering het werk van de Derde Wereld alleen kan zijn. Die veronderstelt een verandering in de Metropolis die op zijn beurt de stoot moet geven tot radicalisering van de Derde WereldGa naar eind1.
U was optimistisch, vooral in 1968, 1969, toen u de aandacht vestigde op het feit dat niet de arbeidersklasse, maar de universiteiten en de getto's de eerste werkelijke bedreiging voor het systeem van binnen uit vormdenGa naar eind2. Hoe zou u de situatie in 1972 beoordelen? Laat me dit eerst even rechtzetten. Ik heb nooit gezegd of geschreven dat de universiteiten en de getto's de plaats van de arbeidersklasse als revolutionaire macht wilden of konden overnemen. Ik heb alleen gewezen op het feit (en ik geloof dat het sindsdien steeds opnieuw bevestigd is) dat op de huidige dag de arbeidersklasse in de Verenigde Staten geen revolutionaire macht is en dat in de heersende niet-revolutionaire situatie de studenten, de getto's en de Women's Liberation Movement preliminaire, misschien zelfs premature rebellerende krachten vertegenwoordigen. Maar het zijn de enige die wij op dit moment hebben. Ik heb er met klem op gewezen dat, tenzij en totdat de arbeidersklasse politiek bewust wordt, deze krachten zullen voortgaan in de frontlinie van de antikapitalistische beweging te opereren. Ik geloof bijvoorbeeld niet dat de studentenbeweging dood is. Ik geloof dat zij zich in een stadium van hergroepering en heroriëntatie bevindt, waarbij de belangrijkste vraag is in welke organisatievorm de beweging gegoten moet worden. Tot heden was het voornamelijk het ontbreken van enige efficiënte en het hele land omspannende organisatie dat de tijdelijk verzwakking van de studentenbeweging veroorzaakte.
Hoe verklaart u, vooral ten overstaan van de Europese publieke opinie, het feit dat zoveel jonge mensen in dit land op Nixon hebben gestemd? Ik zou zeggen dat hier twee redenen voor zijn aan te wijzen, die in feite los van elkaar besproken moeten worden. Ten eerste omdat de repressie, en als gevolg daarvan het conformisme, sinds het optreden van de eerste regering-Nixon zijn geïntensiveerd. Zij worden steeds meer geïntensiveerd, waardoor jonge mensen heel goed weten dat wanneer zij enige radicale activiteit op hun conto hebben, zij later een heel zware dobber zullen hebben om een betrekking te vinden. Daarom schikken zij zich. Hun stemmen weerspiegelen die inschikkelijkheid. Ten tweede zijn het de desillusie en de teleurstelling dat alle krachtige inspanningen van '68, '69 op niets zijn uitgelopen en dat de repressieve regering vandaag sterker lijkt dan ooit.
Zou u de schietpartijen op de universiteiten van Kent en Jackson StateGa naar eind3 waarbij doden zijn gevallen, willen zien als een deel van de pogingen de studentenbeweging angst in te boezemen? Dat doe ik zeker. Maar dit is slechts de meest brute en meest voor de hand liggende vorm van onderdrukking en vernietiging. Er zijn an- | |
[pagina 333]
| |
dere middelen, zoals economische en sociale discriminatie, die geen gebruik maken van openlijke terroristische methoden, maar toch uiterst effectief zijn.
Zijn er enige tekenen van een opkomende revolutionaire beweging? Het moet opnieuw beklemtoond worden: in dit land bestaat geen revolutionaire situatie. Dat is in het geheel niet verwonderlijk, gegeven het feit dat het systeem nog steeds werkt en dat de machtsstructuur immens versterkt is. Maar er zijn sterke aanwijzingen voor een slechter wordende toestand. Ik heb deze in mijn boek Counterrevolution and Revolt beschreven, bijvoorbeeld een slecht functioneren van de maatschappij op bepaalde gebieden (de brandstofcrisis, het transport), snelle verpaupering van de steden, de rassenstrijd, wijdverbreide protestacties in de fabrieken (wilde stakingen, sabotage, langzaam-aan-acties, absentisme), de ineenstorting van de kapitalistische ‘arbeidsethiek’, inflatie, werkloosheid, ontstellende armoede, vernielingen ...
Maar buitenlanders begrijpen niet hoe de Verenigde Staten erin geslaagd zijn de arbeidersbeweging in hun machtsstructuur totaal te incorporeren. Dat is helemaal niet moeilijk te verklaren. De integratie van de vakbeweging in de kapitalistische samenlevingen is een rationeel en zeer essentieel proces en ligt bepaald niet uitsluitend in het ideologische vlak. Ten eerste de relatief hoge levensstandaard. Onverschillig hoe ontmenselijkend het werk aan de lopende band is, onverschillig hoezeer de uitbuiting tegenwoordig is toegenomen (en ik geloof dat die sterker is toegenomen dan in enige voorafgaande fase in de ontwikkeling van het kapitalisme), het feit blijft bestaan dat de georganiseerde arbeider tegenwoordig een veel beter leven heeft dan zijn ouders en zijn grootouders ooit hebben gekend. Hij heeft meer relatieve zekerheid. Hij heeft meer comfort, en dat zijn tenslotte punten die allemaal meetellen. Ik vind het belachelijk dat mensen die zichzelf dialectische materialisten noemen eenvoudig voorbijzien aan deze feiten als louter behorend in de ‘consumptieve sfeer’. Alsof de consumptiesfeer iets zou zijn dat marxisten zouden kunnen negeren of naar het tweede plan verwijzen. Dit is een eerste oorzaak, de wezenlijke grondslag voor de integratie. De tweede is het ogenschijnlijk ontbreken van een alternatief. Als men over socialisme spreekt denkt de arbeider aan het socialisme zoals dit in de Sowjet-Unie en haar satellietlanden bestaat. Dat wil hij niet en hij geeft de voorkeur aan zijn huidige situatie en de huidige maatschappij.
U bent het met Shirer eens dat de Verenigde Staten het eerste land zouden kunnen zijn dat via democratische verkiezingen fascistisch zou kunnen worden.Ga naar eind4 Ziet u aanwijzingen dat dit land zich verder beweegt in de richting van een autoritair bewind? Toen ik sprak over fascistisch worden via het democratische proces dacht ik aan heel concrete voorbeelden. Neem het grote aantal stemmen voor WallaceGa naar eind5 bij de verkiezingen van 1968 of de sterke steun van arbeiderszijde voor Nixon bij de verkiezingen van 1972. Ik doelde te- | |
[pagina 334]
| |
vens op de manipulering en op de databanken, het afluisteren van telefoongesprekken, het inzetten van geheime agenten enzovoort. En wat misschien het belangrijkste is: het zich onttrekken van de uitvoerende organen van de overheid aan iedere doeltreffende controle door het volk, het verval of liever de zelfcastratie van de wetgevende macht, het zwijgen over en het gelaten accepteren van de oorlogsmisdaden in Vietnam door de meerderheid van het volk. Daarenboven de opleiding van ‘anti-oproer’-strijdkrachten, de politie, de nationale garde enzovoort. Als het kapitalistische systeem zichzelf blijft wijzigen in deze zin zonder dat het vernietigd wordt zou dat een transformatie tot het fascisme betekenen.
Bent u van mening dot er tekenen zijn, die erop wijzen dat kapitalistische maatschappijen inderdaad verschuivingen vertonen die zouden kunnen wijzen op een rechtvaardiger (en dus niet een afglijden naar fascistische) samenlevingen? Ik geloof dat het meer zijn dan aanwijzingen. De transformatie van het kapitalisme zelf, binnen het eigen kader, speelt rich voor onze ogen af. Als u het huidige kapitalisme vergelijkt met het laissez faire-kapitalisme van het verleden, is er al een geweldig verschil zichtbaar. Wat wij vandaag hebben en gewoonlijk monopolistisch staatskapitalisme noemen is zo'n transformatie binnen het raamwerk van het kapitalistische stelsel. Volledige regulering van de concurrentie, het steeds veelvuldiger voorkomend actief ingrijpen van de regering in de economie, het nieuwe imperialisme, de lamlegging van het democratische proces.
Het aandelenpakket van i.b.m. is heden ten dage ter beurze vijfenveertig miljard dollar waard, maar de Amerikaanse regering onderneemt stappen om aan deze monopolistische situatie een eind te maken ... Ik geloof dat dit de eerste werkelijke aanklacht wegens kartelvorming zou zijn die het kapitalistische systeem werkelijk zou treffen, dus als ik aandelen i.b.m. bezat zou ik me geen zorgen maken.
Ik zou u nog éen vraag willen stellen over de grenzen aan de groei en over wat de Club van Rome probeert te bereiken. Misschien mag ik uw vraag beantwoorden voor u hem gesteld hebt. Het is in mijn ogen niet zozeer een kwestie van het beperken van de economische groei als wel van een fundamentele herstructurering van de economische groei en de economische activiteiten, en bovenal van de mobilisering en exploitatie van alle beschikbare technische middelen en natuurlijke hulpbronnen, tot uitbanning van armoede en ongelijkheid over de hele wereld. Dit kan verdere economische groei heel goed noodzakelijk maken, maar dan een economische groei die op een radicaal andere wijze wordt gebruikt. |
|