Grenzen aan de groei. Deel 1
(1973)–Willem Oltmans– Auteursrechtelijk beschermd75 gesprekken over het rapport van de Club van Rome
[pagina 79]
| |
Marshall McLuhanProfessor Marshall McLuhan doceert aan St. Michael's College van de Universiteit van Toronto, Canada. In 1963 werd hij aangesteld om een nieuw Centre for Culture and Technology voor de bestudering van de psychische en culturele consequenties van de technologie en de media. Hij is directeur van dit centrum. Professor McLuhan, wat bedoelt u met ‘grond’? ‘Grond’ is een term uit de GestaltpsychologieGa naar eind1. Kijk naar de grond om de Gestalt van de auto heen, of naar de grond om een bepaalde technologie. Elke techniek of technologie brengt noodzakelijkerwijze een uitgebreide grond aan voorzieningen en wanvoorzieningen met zich mee. Nu besteedt men gewoonlijk eerder aandacht aan de Gestalt dan aan de grond, eerder aan het wiel dan aan het enorme systeem van wegenvoorziening dat noodzakelijk is om het wiel of de voertuigen met wielen in stand te houden. Bij een auto interesseren de meeste mensen zich voor veranderingen in het ontwerp of het model van de auto, en besteden slechts summiere aandacht aan het enorme stelsel van voorzieningen; wegen, oliemaatschappijen, benzinepompen en andere industriële diensten die met elkaar de grond van de auto vormen. Toen de auto in het begin van deze eeuw zijn intrede deed, zag men er een probaat middel in om de stad te ontvluchten, om terug te gaan naar het platteland. Men keek uitsluitend naar de Gestalt van de auto, en zag daarin een directe mogelijkheid om stadsbewoners terug te brengen naar het platteland waar zij vandaan kwamen. Een veel gebezigde uitdrukking was toen: ‘Laten wij een eindje buiten de stad gaan rijden.’ Het kwam bij niemand op dat de Gestalt van de auto, een enorme grond van nieuwe voorzieningen met zich mee zou brengen die veel groter was dan men ooit van de Gestalt had verwacht. Met andere woorden: de auto bracht een totaal nieuwe omgeving of grond aan voorzieningen en wanvoorzieningen met zich mee, die wij mettertijd met de Amerikaanse way of life zijn gaan associëren. De auto heeft nog een ander eigenaardig aspect dat totaal niet wordt opgemerkt. In Amerika vertegenwoordigt de auto de uiteindelijke vorm van privacy. In Europa is de auto een stuk speelgoed, een pleziervoorwerp, in Amerika het uiteindelijke schuilhok en boudoir, de voornaamste vorm van privacy, en daarom moet elke Amerikaan een grote wa- | |
[pagina 80]
| |
gen hebben. Hij maakt geen gebruik van het openbaar vervoer, want dat zou betekenen dat hij buitenshuis in het gezelschap van andere mensen verkeert. In Noord-Amerika bestaat een algemene, verkapte overeenstemming dat men uitgaat om alleen te zijn. Daarom hebben wij geen cafés of kroegen of openbare vermakelijkheden, behalve voor onze afspraken. Wanneer wij uitgaan en geen afspraak hebben vermijden wij de omgang andere mensen. Gaan wij daarentegen naar huis, dan doen wij dat niet om alleen te zijn, maar om het gezelschap van anderen op te zoeken. In Amerikaanse huizen vindt men weinig of geen privacy. Maar deze algemene situatie is een verborgen grond om een bepaald Gestalt, de Gestalt van de pioneer, die vastbesloten is om de natuur te overwinnen, als commando of als lid van een team. Wanneer men niet naar de grond om de auto heen kijkt, mist men de boodschap van de auto. Want bij elke technologie is de grond het medium dat alles verandert, en de boodschap van een technologie is het medium, en niet de Gestalt.
Voor de wisselwerking tussen grond en Gestalt noemde u het voorbeeld van het oude Rome. Het enorme stelsel aan voorzieningen dat noodzakelijk was om de wegen van Rome te onderhouden, stortte plotseling in elkaar, omdat zij te duur waren geworden en te veel geschoolde arbeid vereisten. De Romeinse wegen waren ter wille van de snelheid en de egaliteit met marmer geplaveid. Het systeem van renbodes, dat op deze wegen gebaseerd was, was weer een grond die voortkwam uit de papyrus, die een Gestalt was met zijn eigen grond aan voorzieningen, waaronder een andere grond van militaire aard. Heel het Romeinse militaire stelsel was afhankelijk van papyrus en geschreven documenten die in hoog tempo over grote afstanden konden worden overgebracht. Deze vorm van communicatie stimuleerde weer het wiel en voertuigen op wielen. Er is maar heel weinig onderzoek verricht naar de wijze waarop de Romeinen hun wegen onderhielden, of zelfs maar naar de aard van hun wegen. Er is voornamelijk op het traject van de wegen gelet. Maar de Romeinse wegen als Gestalt brachten een enorme grond aan voorzieningen met zich mee, die misschien in laatste instantie van de papyrus afkomstig was. De papyrusvoorziening liep ten einde toen de Nijl verontreinigd werd. Zelfs tegenwoordig groeit het papyrusriet alleen nog maar aan de Boven-Nijl die betrekkelijk schoon is gebleven. Toen er geen papyrusriet meer aan de Nijl kon groeien schakelden de Romeinen over op perkament, dat ook de middeleeuwse vorm van papier zou worden. Maar perkament was zo schaars dat het de papyrus maar gedeeltelijk kon vervangen. Het papiersysteem dat noodzakelijk was om de enorme militaire bureaucratie in stand te houden, was echter afhankelijk van een gevarieerde maar verborgen grond of omgeving. De Gestalt van het papier is in feite de sleutel tot de grond, maar de grond wordt niet als onderzoeksobject gekozen, ondanks dat veranderingen in mensen door de grond worden veroorzaakt. De Gestalt is de boodschap niet, en evenmin de oorzaak die tot verandering leidt. De Gestalt creëert echter | |
[pagina 81]
| |
wel de grond waardoor mensen die van een of andere technologie gebruik maken, veranderd worden. Maar dat neemt niet weg dat de Gestalt alleen maar op de grond zit, terwijl de voorzieningen die een dergelijke technologie met zich meebrengt het leven van de mensen veranderen. Zo schrompelde bijvoorbeeld in de filmindustrie het enorme stelsel van voorzieningen in Hollywood in snel tempo ineen, toen de Gestalt van de straaljager en de televisie hun intrede deden. Het waren de nieuwe Gestalt die de hele grond van de filmindustrie ondergroeven. Filmen voor televisie in plaats van voor de bioscoop, bracht een volledige decentralisering van de voorzieningen teweeg. Van de ene dag op de andere was het gedaan met Hollywood, zij het niet met de film. Zo snel kan een nieuw figuur nu een oude grond uiteen doen vallen. De oude grond creëerde en was in zekere zin de way of life van de film. Hollywood was zelf een nieuwe levensstijl, die nu verdwenen is.
Er wordt weleens gezegd dat de auto verouderd is. Die term heeft vele betekenissen, en ik heb eens een paar maanden besteed aan het bestuderen van ‘veroudering als voedingsbodem voor vernieuwing’. Misschien kan het probleem van de veranderende rol van de auto het best worden aangepakt door erop te wijzen dat het straalvliegtuig een volledig nieuwe omgeving heeft aangebracht, niet alleen rond de Gestalt, maar ook rond de grond van de auto. Het straalvliegtuig bestrijkt het hele wegennet, op dezelfde wijze als het wegennet vroeger het hele spoorwegennet bestreek. Omdat het straalvliegtuig een volledig nieuw type vervoersvoorzieningen biedt, bedreigt zij het wegennet op dezelfde manier als waarop het wegennet vroeger de spoorwegen bedreigde. Straalvliegtuigen bieden reizigers een volledig nieuwe dienstregeling, doordat zij een grond van voorzieningen creëren die de hele wereld op een vierentwintiguursbasis omspannen en elke uithoek van de aardbol bestrijken. Het straalvliegtuig heeft niet alleen een omwenteling veroorzaakt in de planning en het verloop van alle commerciële activiteiten, maar eveneens in de hele politiek en de nieuwsvoorziening. Vanuit elke uithoek van de wereld worden banden en films binnen vierentwintig uur hierheen gevlogen. Studenten kunnen hun studie nu bijvoorbeeld op een totaal andere leest schoeien, omdat reizen naar verre landen om talen en archeologie te studeren tegenwoordig nauwelijks meer tijd en geld kosten als een studie aan een plaatselijke universiteit. Tegelijkertijd beschikt die plaatselijke universiteit over voldoende subsidie om zijn staf naar alle delen van de wereld uit te zenden om aan projecten van de meest uiteenlopende aard deel te nemen. Daar staat tegenover dat de auto en zijn achtergrond aan voorzieningen, wat praktisch nut en recreatie betreft, nieuwe functies gaan vervullen, die in aanzienlijke mate door de nieuwe dienstregelingen van het straalvliegtuigverkeer zijn ingegeven. Het is daarom ook niet zozeer de auto als Gestalt als wel de grond van de auto die door de nieuwe omgeving aan voorzieningen van het straalvliegtuig veranderd is. Deze zelf de omgeving brengt ook diepgaan- | |
[pagina 82]
| |
de wijzigingen aan in het beeld dat de mensen van zichzelf en elkaar hebben, zoals blijkt uit het verschijnsel van de luchtkapers, voor wie het straalvliegtuig een directe mogelijkheid tot wereldomvattende publiciteit biedt. In zekere zin zijn de luchtkapers de werkelijke jet-set, omdat zij als het ware intuïtief de betekenis van dit nieuwe medium hebben begrepen als iets dat de gevestigde orde ontduikt en ons wettelijk systeem veroudert. Misschien kan men ‘veroudering’ het best op deze manier benaderen en het zien als een geleidelijk vervangen van een oude door een nieuwe voorziening, wat het gevolg is van het feit dat een oude grond door een nieuwe grond wordt omgeven. Dat betekent echter niet dat de oude voorziening verdwijnt, omdat de vroegere voorziening in vele gevallen parallel aan de nieuwe voorziening kan blijven voortbestaan, zoals bij de auto en het straalvliegtuig, of bij het handschrift en het gedrukte woord. Zelfs de schrijfmachine is er niet in geslaagd om aan het schrijven met de hand een einde te maken. Misschien wordt er op het ogenblik zelfs wel meer met de hand geschreven dan voor de uitvinding van de drukkunst. Maar kwantiteit wil nog niets zeggen over functie of gebruik. In termen van veroudering is de boekdrukkunst al verscheidene malen achterhaald, zoals door de fotografie, de film en de fotokopie. Terwijl Gutenberg van iedereen een lezer maakte, maakt de fotokopie van iedereen een uitgever, en voltooit daarmee als het ware de kringloop van de Gutenberg-technologie. Toch blijven de oude toepassingen van de boekdrukkunst parallel bestaan aan een groot aantal nieuwe kenmerken van de foto, de film en de fotokopie. Wanneer je dieper kijkt, is het echter duidelijk dat het omgeven van een oude voorziening door een nieuwe voorziening, van diepgaande invloed is op degenen die van de oude voorziening gebruik maken. Het schrijven voor de pers werd in het tijdperk van de drukkunst en de foto door deze intens realistische ontwikkelingen in aanzienlijke mate gewijzigd. De film maakte voor zijn script van het boek gebruik, maar de filmtechnieken brachten op hun beurt radicale veranderingen aan in de waarneming en de beschrijving van de werkelijkheid.
Strekken de wereldomvattende studies van de mens en zijn situatie, die door het m.i.t. verricht zijn, zich ook tot de grond uit? Het is misschien goed om erop te wijzen dat deze studies verricht zijn volgens ‘systeemontwikkeling’-modellen die zich veelal op het figuur richten, en daarbij de grond of de omgeving van voorzieningen en wanvoorzieningen verwaarlozen. Zo ook het Milton Eisenhower-rapport over geweld, dat zich voornamelijk concentreert op het geweld zoals dat in verschillende programma's over verschillende media wordt afgebeeld. Het rapport neemt aan dat geweld een programma-input-Gastalt is, waarop het naar een daarmee samenhangende grond of oorzaak zoekt om de Gestalt te kunnen verklaren. In de praktijk ontleent de Gestalt van het geweld zijn betekenis echter aan een volledig andere grond, namelijk aan de enorme mobiliteit van de huidige menselijke omgeving. Mobiliteit als zodanig ondergraaft de identiteit van de mens, en bedreiging | |
[pagina 83]
| |
van de identiteit is de directe oorzaak van ‘geweld’. In al die gevallen vormt geweld een reactie op een bedreigd identiteitsimage, en omdat de identiteit door een groot aantal vormen van verandering kan worden bedreigd, komen er ook een groot aantal vormen van geweld of reacties op die bedreigingen voor. Voor zover het gebruik van de auto of het vliegtuig bijvoorbeeld elk individueel of persoonlijk vermogen van de mens te boven gaat, vertegenwoordigt het een agressieve manifestatie van het ego van de mens, dat aan de ene kant het ego van de chauffeur of van ieder ander die er gebruik van maakt bevestigt, maar aan de andere kant een bedreiging vormt voor de identiteit of zelfs het bestaan van de mensen die zich in de omgeving van deze activiteiten ophouden. Snelheid en vermogen brengen iedereen ertoe om zijn identiteit met dezelfde middelen te bevestigen en te beschermen. In die situatie is de fietser bijvoorbeeld een uiterst gewelddadig element, omdat hij zich met de meest extreme middelen tegen de bedreiging van zijn ego zal verzetten. Studies van algemene systemen hebben tot nog toe middel gevonden om de grond van een bepaalde Gestalt te onderzoeken. Wanneer je bijvoorbeeld een studie maakt van de aard van de radio en daarvoor het aantal luisteraars en de inhoud van de programma's onderzoekt, verwaarloos je daarmee de effecten die de radio als radio op de psyche en het zenuwstelsel van de mens heeft. Radio als grond, als een zich over de hele wereld uitstrekkende omgeving verandert de verhoudingen van alle mensen tot elkaar, ongeacht de aard van de programma's. Studies over algemene systemen verwaarlozen, evenals de meeste studies over media, de indruk die de Gestalt op de grond maakt, zij proberen de grond uit een simpele kwantitatieve analyse van het figuur af te leiden, om deze daarna naar de categorie ‘inhoud’ te verbannen. Een dergelijke aanpak leidt tot een hopeloze verwarring omdat de inhoud bij elk medium, of dat nu kleding, taal, radio of televisie is, altijd door de gebruiker ervan bepaald wordt, en de ervaring van een voorziening alleen maar gevormd wordt door degene die er gebruik van maakt. Wat er ook op de televisie mag zijn, als de kijker Chinees is wordt het een Chinees programma, zoals een film op de televisie ook als een televisieprogramma wordt ervaren. Want het medium televisie vertaalt het medium film in zijn eigen termen, en het resultaat is geen film, maar een televisiebeeld. Op dezelfde manier proberen de mensen van de systeemontwikkeling of zij nu aan het m.i.t. of aan de Rand CorporationGa naar eind2 verbonden zijn, in hun studies de grond in termen van Gestalt, en alle effecten in termen van inputs te vertalen. De reden daarvoor moet gezocht worden in het feit dat al deze onderzoekers onbewust alfabetische en geletterde mensen zijn, die zich een onderzoeksstrategie alleen maar kunnen voorstellen in termen van kwantitatieve vooronderstellingen via ja-nee of binaire programmering.Ga naar eind3 Het probleem van de Westerse geletterde mens is dat hij, in zijn confrontatie met een Afrikaan of Aziaat, een agressieve behoefte heeft om ze in zijn eigen alfabetische cultuur te vertalen om ze zodoende te domineren. Er zijn principiële redenen waarom een fonetisch geletterd | |
[pagina 84]
| |
mens een eenzijdige figuur is die geen wederkerige dialoog met een andere vorm van cultuur kan onderhouden. Op die redenen wordt in The Gutenberg Galaxy: The Making of Typographic Man (University of Toronto Press, Toronto, 1962) nader ingegaan. De fonetisch geletterde mens heeft vanaf de Griekse tijd tot nu toe geweigerd om de effecten van iets te onderzoeken, omdat hij volledig gebonden is aan inputs en inhoud, en aan niets meer. De inputs ziet hij als inhoud, en alles dat deze inputs van nun doel afhoudt wordt ‘ruis’ genoemd. De fonetisch geletterde mens bevindt zich tegenwoordig door zijn onplooibaarheid in grote moeilijkheden ook al omdat hij op het ogenblik niet meer dan een Gestalt in een enorme akoestische grond van gelijktijdige elektrische informatie is. De Club van Rome beging bij het opmaken van het Rapport de gebruikelijke Westerse fout om zich alleen maar op de materieel-energetische kant en de input te richten, en de kwaliteit van het leven en de genoegens en effecten van de verschillende levensstijlen te verwaarlozen. De fonetisch geletterde mens heeft de effecten van fonetische geletterdheid op hemzelf en anderen systematisch verwaarloosd. De Japanners staan op het punt om een miljarden verslindend project te lanceren om de fonetische geletterdheid van het Westen aan heel Japan op te leggen. Dat project zal Japan een volledig nieuw gezicht geven, omdat het de gesproken cultuur, de iconologie en het ritueel van de Japanners zal ondergraven. Dit openrijten van de Japanse identiteit zal een enorme golf van gewelddadigheid en een gezamenlijk zoeken naar een nieuwe identiteit op een tot dusver ongekende schaal veroorzaken. De fonetisch geletterde mens heeft vanaf de Griekse tijd tot nu toe voortdurend in een agressief conflict met zijn omgeving verkeerd. Zijn behoefte om zijn omgeving in fonetische en alfabetische termen te vertalen, maakt van hem een veroveraar, een culturele bulldozer die alles plat walst. Sinds de Spoetnik heeft het plotselinge besef van de planeet als een kunstvorm de mens ertoe gedreven om alle aspecten van de oude ‘natuur’ te programmeren. Toen de planeet binnen een door mensenhanden geschapen omgeving kwam, werd de natuur door de kunst verdrongen, voor een belangrijk deel op dezelfde manier als waarop de natuur in de negentiende eeuw door de markt werd verdrongen. Het inzicht dat het voortbestaan van de mensheid op het ogenblik afhankelijk is van een ecologisch evenwicht van alle factoren, maakt de Westerse mens in een fundamenteel opzicht ‘verouderd’. Ja, zijn nieuwe elektrische omgeving drijft hem naar ‘binnen’, op dezelfde manier als de oude materiële en energetische kant van het Westen het Oosten naar ‘buiten’ drijft, naar negentiende-eeuwse veroveringsdoeleinden. |
|